4.1 Corona-implicaties

Evenals vorig jaar domineerden ook gedurende het verslagjaar 2021 twee onderwerpen de onderwijsagenda: de vernieuwing van de driejarige master en de implicaties van de coronacrisis.

Sinds 1 september 2021 werken we met een nieuwe opzet van het onderwijsmanagement. De onderwijsdirecteur droeg haar taken over aan het nieuwe managementteam onder leiding van de rector, dat is samengesteld uit een manager voor het bachelorprogramma en de pre-master, en een manager voor de masterprogramma’s.

Onderwijs van zowel de bacheloropleiding, de masteropleidingen als de nascholing kon tot aan september 2021 niet of slechts zeer beperkt op fysieke locaties aangeboden worden. In plaats daarvan moesten we uitwijken naar onlineonderwijs en, waar mogelijk, hybride vormen van onderwijs. Voor de eerstejaarsstudenten van de Amsterdamse bacheloropleiding werd het onderwijs zoveel als mogelijk wel ‘fysiek’ aangeboden, namelijk in de speciaal hiervoor gehuurde Thomaskerk.

Van zowel docenten als studenten vergde dit een hoge mate van flexibiliteit. Hoewel we met tevredenheid kunnen vaststellen dat deze door docenten en studenten is opgebracht en het onderwijsprogramma volgens de vastgestelde roosters is doorgegaan, geldt ontegenzeggelijk dat de beperkende maatregelen een negatieve impact hebben gehad op de leeromstandigheden en het welbevinden van studenten en medewerkers. Voor het behalen van de leerdoelen van de academische beroepsopleiding die we aanbieden is het creëren van een onderwijssetting waarin interactie, tussen studenten en docenten enerzijds en tussen studenten onderling anderzijds, cruciaal. Met de opgelegde beperking aan bijeenkomen op de onderwijslocaties, is het realiseren van de omstandigheden waarin deze directe ontmoeting gestalte kan krijgen belemmerd. Waar dit binnen de vastgestelde kaders en richtlijnen mogelijk bleek, hebben we gezocht naar alternatieve locaties voor het aanbieden van onderwijs; locaties waar met inachtneming van de anderhalvemetermaatregel en een vastgesteld maximum aantal personen per vierkante meter veilig onderwijs kon worden aangeboden.

Meerdaagse trainingen maken deel uit van ons onderwijsprogramma. Deze vinden op externe locaties plaats. Aangezien deze locaties onder de wet- en regelgeving voor de horeca vallen, golden hier strengere corona-beperkende maatregelen. Dit betekende dat een aanzienlijk deel van de meerdaagse trainingen kwam te vervallen. Hoewel we online alternatieven hebben ontwikkeld, hadden deze niet eenzelfde interactiegraad als de trainingen zelf. Ook van het gebruikelijke postacademische onderwijs maken meerdaagse programma’s op een externe locatie deel uit. Vanwege dezelfde beperkingen als die voor de trainingen van het masterprogramma, kon een aanzienlijk deel van de meerdaagse postacademische nascholingscursussen geen doorgang vinden.

Zowel van docenten als studenten als van het ondersteunend personeel heeft dit alles veel flexibiliteit en veerkracht gevraagd. De studentevaluaties en collegiale intervisie laten zien dat onze docenten, evenals die van de Vrije Universiteit (VU) en de Rijksuniversiteit Groningen (RUG), er ook in deze uitzonderlijke omstandigheden in geslaagd zijn om een kwalitatief hoogstaand theologieprogramma te verzorgen.

De studieadviseur en studentendecaan hebben een extra inspanning geleverd om de studenten zo goed mogelijk te begeleiden en te ondersteunen bij de noodzakelijke aanpassing aan de bijzondere en belemmerende omstandigheden. Met gebruikmaking van de extra middelen in het kader van het Nationaal Programma Onderwijs (NPO) is de aanstelling van de studentendecaan tijdelijk uitgebreid om meer ondersteuningscapaciteit te organiseren.

Met name voor de eerstejaarsstudenten, die als extra kwetsbaar konden worden aangemerkt, hebben we binnen de kaders gezocht naar mogelijkheden zoveel mogelijk onderwijs op locatie aan te bieden. Ook buitenlandse studenten, die in Groningen de eenjarige masteropleiding volgen, zijn door het bestuur aangemerkt als extra kwetsbaar, zodat ook voor hen, voor zover passend binnen de