
8 minute read
Eindelijk thuis - C.S. Lewis, de wereld en het koninkrijk van God
door Bernhard Reitsma, hoogleraar kerk en theologie met als aandachtsveld islam en hoofd Graduate School aan de PThU
‘De Eenhoorn was degene die woorden vond voor wat iedereen voelde. Hij stampte met zijn rechtervoorhoef op de grond, hinnikte en daarna riep hij: “Nu ben ik eindelijk thuis! Dit is mijn echte vaderland! Hier hoor ik. Dit is het land waar ik al mijn hele leven naar op zoek was, al heb ik dat tot nu toe nooit geweten. Dat we zoveel van het oude Narnia hielden kwam doordat het soms een beetje hierop leek.”’
Deze woorden geven iets aan van de spanning tussen het leven in het heden en in de toekomst, na dit leven. Ze komen uit het laatste van de zeven delen van de Kronieken van Narnia van C.S. Lewis. In deze ‘kronieken’ gaat het over een parallelle wereld naast onze eigen realiteit. De kinderen in het boek gaan voortdurend heen en weer tussen beide werelden. Narnia is in wezen een fabelachtige verbeelding van de diepere werkelijkheid achter onze dagelijks realiteit, met dieren, mythische wezens en een voortdurende dreiging van kwaad. In die realiteit speelt de leeuw Aslan een centrale rol, in wie je iets van de Leeuw van Juda herkent. De boeiende verhalen hebben meerdere lagen en raken aan thema’s die ook in het christelijk geloof belangrijk zijn: dood en opstanding, het ontstaan van de wereld, hoe je leven al dan niet geleid wordt.
Spanning
De spanning tussen ons leven nu en straks, na de wederkomst van Jezus is eigen aan de Bijbelse traditie. Het kenmerkt ook het christendom door de eeuwen heen. Er is enerzijds het leven in Gods goede schepping, anderzijds de belofte van een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, waarop gerechtigheid woont. Het christendom is aards en materieel, geen vlucht uit de realiteit voor een soort vergeestelijkte werkelijkheid. Tegelijkertijd is er het diepe besef van de gebrokenheid van deze wereld en het verlangen naar de volheid van het nieuwe leven.
Met die spanning omgaan is een uitdaging. Als je primair leeft vanuit een verlangen naar de hemel, kan dat gemakkelijk leiden tot een soort vlucht uit het aardse leven. Dat kan in de vorm van onthechting, waarin je je elke vorm van aards genot ontzegt. Het kan ook door je nergens druk over te maken en je over te geven aan het plukken van de dag: als de elementen toch door vuur vergaan heeft de wereld weinig waarde. Verantwoord omgaan met de schepping is dan investeren zonder rendement.
Je kunt je ook helemaal storten op de aardse realiteit. Dan hangt het van ons af of er een betere wereld komt, en zijn wij degenen die moeten zorgen voor gerechtigheid. Of er een nieuwe toekomst komt is nu niet zo relevant, want vandaag hebben mensen honger, zijn er oorlogen en dreigt een klimaatramp. Een mogelijk nieuwe toekomst verdwijnt dan uit het zicht: het gaat om het hier en nu.
Het oude en het nieuwe Narnia
De sprookjesachtige verhalen van Lewis houden beide aspecten op een bijzondere wijze bij elkaar. Het afsluitende deel, Het laatste gevecht, 1 gaat over het einde van onze wereld en de komst van een nieuwe. De wijze waarop Lewis dat probeert te verwoorden is in mijn ogen magistraal. Geen simpele verhalen, maar complexe beelden die iets verwoorden van de verhouding tussen de huidige schepping en de nieuwe wereld van Gods Koninkrijk. Als het oude Narnia ten einde gekomen is blijken alle hoofdrolspelers zich ineens toch weer in Narnia te bevinden. Het nieuwe Narnia lijkt op het oude Narnia, maar het is ‘echter’. Het nieuwe Narnia is een rijker en grootser land: ‘iedere steen en bloem en grasspriet zag eruit alsof hij meer betekenis had.’ Als de hoofdrolspelers dieper de nieuwe wereld intrekken komen ze ook hun eigen wereld weer tegen, het oude Engeland, maar dan opnieuw ‘echter’. De oude werelden zijn schaduwlanden, de nieuwe wereld is de volle realiteit in het volle licht en in alle rijkdom.
De woorden van de eenhoorn leggen op ontroerende wijze verbinding tussen beide werkelijkheden. Het oude heeft niet zomaar afgedaan, het nieuwe is niet een totaal nieuwe werkelijkheid.
De gelovige is volkomen thuis op aarde, tegelijk heeft die vreugde van het leven in deze wereld ook alles te maken met wat er gaat komen. Dat nieuwe leven is hetzelfde leven, maar dan op totaal nieuwe wijze, door de dood heen gereinigd en bevrijd van alles wat er hier niet goed is. En juist daardoor ook weer zo totaal anders, echter. En het is tegelijk op een bepaalde wijze aanwezig in het heden. Lucy, één van de hoofdpersonen in de verhalen, zegt het zo: ‘Hoe hogerop en hoe verder naar binnen je gaat, hoe groter alles wordt. Vanbinnen is het groter dan vanbuiten.’ ‘Ik begrijp het,’ zei ze. ‘Dit is nog steeds Narnia en nóg echter en nóg mooier dan het Narnia daar beneden, precies zoals dát weer echter en mooier was dan het Narnia buiten de Staldeur! Ik begrijp het... in iedere wereld wéér een wereld, in ieder Narnia wéér een Narnia...’

Wie de wereld waarin wij leven negeert en de goedheid ervan ontkent, zal ook weinig voeling hebben met de realiteit van het nieuwe leven. Wie zich enkel richt op het nieuwe leven, snapt niet dat dit leven nu al tastbaar aanwezig is. En dat het nieuwe leven een echtere, grotere en overweldigendere versie is van het leven nu. In het licht van Lewis kun je dus zeggen dat grond heel wezenlijk is voor wie je bent. Dat geldt in het Midden-Oosten voor joden, christenen en moslims. De plek waar je woont, het land waarop je geboren bent, de familie bij wie je hoort – ze zijn niet om het even. Ze bepalen wie je bent, ze verbinden mensen met elkaar en geven zo vorm aan de geschiedenis. Tegelijk moet je zeggen dat land en identiteit pas werkelijk hun waarde krijgen in relatie tot de Schepper zelf en zijn bedoelingen. De diepste verbinding tussen nu en straks ligt in de boeken van Lewis maar in één wezen, de leeuw Aslan. Als hij het toneel betreedt, dan ontstaat er hoop, verandert er iets Lees verder ten goede. Dan vloeien de lijnen van heden en toekomst ineen, dan krijgt de werkelijkheid een totale herijking en vernieuwing, als door de dood heen.
Lewis eindigt zijn Kronieken van Narnia met stilzwijgen. Als het gaat over die nieuwe wereld schieten woorden tekort. Aslan spreekt: ‘Het schooljaar is om, de grote vakantie is begonnen. De droom is afgelopen: het is ochtend.’ Lewis schrijft dan vervolgens: ‘En terwijl Hij sprak zag Hij er in hun ogen niet langer uit als een leeuw. De dingen die daarna begonnen te gebeuren waren zo indrukwekkend en prachtig dat ik ze niet op kan schrijven. Voor ons is dit het einde van de kronieken van Narnia. Maar voor hen was het nog maar het begin van het echte verhaal. Hun hele leven in deze wereld en al hun avonturen in Narnia waren niet meer dan de omslag en de titelpagina geweest. Nu begonnen ze eindelijk aan Hoofdstuk één van het Grote Verhaal dat niemand op aarde nog gelezen heeft, dat voor eeuwig door blijft gaan en waarin ieder hoofdstuk nog mooier is dan het vorige.’
In kaart gebracht
Het project Grond, dat in september 2023 van start ging, richt zich op opvattingen over en omgang met landbouwgrond van boeren en van kerkelijke gemeenten die grond verpachten. Daarnaast komen opvattingen over aarde, grond en bodem, zoals belichaamd in preken en gebeden in kerkgemeenschappen, in beeld. Samen met boeren, predikanten en kerkleden wil het project een verantwoorde, contextgevoelige theologische visie op grond in Nederland ontwikkelen die christenen en christelijke gemeenschappen dient in hun gelovige relatie met de aarde. Het onderzoeksproject is interdisciplinair en bestaat uit verschillende deelprojecten; praktisch theologen en systematisch theologen werken bijvoorbeeld samen met filosofen en economen aan het beantwoorden van de overkoepelende onderzoeksvraag. De deelprojecten hebben betrekking op hoe geloof een rol speelt op het boerenerf; welke theologie er in geloofsgemeenschappen leeft ten aanzien van hun eigen ‘kerkelijk erf’ (een tuin bij de kerk, het kerkhof, de pastorietuin etc.); wat er mogelijk en nodig is wanneer kerken en diaconieën hun pachtgronden, samen met pachters, duurzaam willen beheren; en wat predikanten die handelingsverlegenheid ervaren bij het omgaan met klimaatvraagstukken nodig hebben om daaraan voorbij te komen. De PThU voert delen van het onderzoek uit samen met het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) en Wageningen University and Research (WUR). Aeres Hogeschool in Dronten is beoogd onderzoekspartner. De Maatschappij van Welstand is maatschappelijk partner in het project. Grond wordt door diverse fondsen financieel gesteund.
Meer informatie op pthu.nl/grond.
De boer op!
Belangrijk onderdeel van Grond is het publieksprogramma ‘De boer op!’. Hiermee delen de PThU en haar partners hun kennis op festivals, bij evenementen en in creatieve sessies. Om dit programma te kunnen ontwikkelen heeft het project u nodig. Heeft u tips, mooie voorbeelden en suggesties op het gebied van omgaan met (landbouw)grond, kerk en theologie? Deel ze met projectmanager Nelleke Plomp via n.plomp@pthu.nl. Om het publieksprogramma te ontwikkelen is ook geld nodig en daarbij kan het project uw financiële steun goed gebruiken. Het onderzoeksproject wordt voor het grootste deel gefinancierd door de PThU en haar partners. Het bedrag dat nodig is om het publieksprogramma te realiseren is € 42.000, waarvan inmiddels al enkele duizenden euro’s opgehaald zijn. Voor het delen van kennis met maatschappij en kerk, wordt daarom nadrukkelijk steun van kerkelijke gemeenten, organisaties en particulieren gevraagd.
Bekijk de mogelijkheden op pthu.nl/onderzoek/projecten/grond/steun-het-project-grond
1. Er is gebruik gemaakt van C.S. Lewis, Het laatste gevecht. Callenbach, 2001, (vertaling van The Last Battle Harper Collins 1956), Kindle Edition.