2017-1

Page 1

Van de voorzitter Waarde vrienden en donateurs, Daar is hij dan, na een jaar zonder eindelijk weer een Nieuwsbrief! Dat betekent dat de vacature die Henk Cruijff achterliet een invulling heeft gekregen. Het bestuur prijst zich gelukkig dat Tom Geiger en Frits Rohling het op zich hebben genomen de redactie van de Nieuwsbrief te verzorgen. Ondanks het niet verschijnen gedurende een jaar heeft de Stichting niet stil gezeten. Onze gebruikelijke activiteiten zijn met veel enthousiasme voortgezet. We zien terug op een zeer goed bezochte Bosscherlezing door de historicus de heer dr. Anne Doedens over de Slag in de Javazee. De jaarlijkse RABO fietstocht is door bestuursleden gereden zodat de bankkosten werden ‘terugverdiend’. En in oktober is een wederom zeer goed bezochte Bosscherlezing gehouden samen met de Vrienden van de Traditiekamer MLD over uiteraard het 100-jarig bestaan van die MLD. De jaarlijkse vaartocht kon helaas niet doorgaan wegens gebrek aan scheepsruimte (teveel operationele taken en opdrachten). Natuurlijk moet ik hier vermelden het afscheid van Harry de Bles, directeur van ons Marine museum. Na meer dan 25 jaar aan het roer te hebben gestaan kon hij helaas niet langer aanblijven wegens zijn functioneel leeftijdsontslag bij het Commando Zeestrijdkrachten. Wij blijven hem veel dank verschuldigd, als initiator van onze Stichting en voor wat hij voor het Marine museum heeft gedaan. Inmiddels heeft Harry een nieuwe uitdaging als directeur van het Stoommachinemuseum in Medemblik. Het zal niet verbazen dat onze vriendendag in september richting Medemblik is gegaan, waar we onder mooie zonnige omstandigheden door Harry werden ontvangen en deelgenoot werden gemaakt van zijn uitdagingen en plannen. Hij is goed terecht gekomen! Het bestuur heeft ook al kennis gemaakt met de nieuwe vestigingsdirecteur, Paul van der Sijs. Elders in deze Nieuwsbrief leest u meer over en van hem. We zijn ervan overtuigd dat we de samenwerking met directeur en

1


conservatoren van ons marine museum op een prettige en constructieve manier gaan voortzetten. Voor nu wens ik u veel leesplezier en graag tot ziens in en om ons Marine museum, Fijko van der Laan Voorzitter

Van de directeur Beste vrienden en donateurs van het museum, Laat ik beginnen met mijzelf kort te introduceren. Wie ben ik: Paul van der Sijs, geboren in 1961 in De Meern. Ik heb drie broers. Opgegroeid in Amersfoort, waar ik na de geboorte van mijn oudste zoon weer ben gaan wonen. Al 28 jaar samen met Saskia. We hebben samen drie kinderen: Bruno (23), Olivier (20) en Lucia (17). Saskia is al jaren werkzaam bij Stichting CliniClowns Nederland als coรถrdinator Trainingen.

Na mijn studie aan de Hogeschool voor Toerisme en Verkeer ben ik bijna 18 jaar werkzaam geweest bij Canal Company in Amsterdam. Een mooie tijd waarin we een bijzonder bedrijf hebben kunnen neerzetten met een team enthousiaste medewerkers. Aansluitend heb ik 11 jaar gewerkt bij het Spoorwegmuseum in Utrecht als Hoofd Exploitatie en plaatsvervangend directeur. Een afwisselende functie in een museum dat technieken uit de attractiewereld benut om zo haar verhaal over te brengen naar de gasten. Naast mijn werk bij het Spoorwegmuseum verricht ik sinds 2005 werkzaamheden bij de logistieke organisatie van een aantal Sailevenementen (Sail Amsterdam, Vlissingen, Greenwich, Delfsail etc.). 2


Maandag 1 mei was mijn eerste werkdag. Het was een drukke vakantiedag zodat ik direct een mooi beeld kreeg van het museum en hoe de bezoekers het ervaren. Erg leuk om de eerste dagen al veel vrijwilligers te ontmoeten en iets mee te krijgen van hun enthousiaste verhalen over de collectie en het museum. Inmiddels ben ik aardig thuis in het Marinemuseum en binnen de Koninklijke Stichting Defensiemusea. Het gaat goed met het Marinemuseum. De verwachting is dat we dit jaar ruim 90.000 bezoekers mogen verwelkomen. Onze vrijwilligers blijven daarbij van groot belang. Met hun verhalen verbijzonderen zij een bezoek aan het Marinemuseum en verrijken de ervaring van onze gasten. Leuk om te vermelden dat we de collectie onlangs hebben kunnen uitbreiden met en aantal tekeningen van Jan Hoynck van Papendrecht (1858-1933). Hij kreeg vooral bekendheid door zijn militaire scènes. De in juni geopende tentoonstelling Zeeslag is goed ontvangen. Het contrast tussen enerzijds de interactieve presentatie rondom Chatham en anderzijds de ingetogen en indrukwekkende manier waarop het verhaal over de slag op de Javazee wordt gedeeld spreekt bezoekers van alle leeftijden aan. Net voor de herfstvakantie is in de Geschutmakerij de interactieve missiekaart opgeleverd. Hier horen bezoekers, door met een hand een plaats aan te wijzen op de wereldkaart, de verhalen achter de uiteenlopende missies van de Marine. De plannen voor de 3D film over de Koninklijke Marine hebben wat vertraging opgelopen. Zr. Ms. Zeeland was de afgelopen maanden onverhoopt niet beschikbaar voor filmopnames vanwege de inzet bij Sint Maarten na orkaan Irma. Helaas moeten we de komende maanden de twee museumschepen Schorpioen en Crijnssen missen. De kade waaraan de schepen afgemeerd liggen moet nodig gerenoveerd worden. We doen er alles aan om de schepen voor de komende zomer weer open te kunnen stellen voor onze gasten. Achter de schermen wordt inmiddels hard gewerkt aan de plannen voor volgend jaar. KSD breed lopen er meerdere projecten KSD breed op het 3


gebied van veiligheid, inkoop, ICT, tentoonstellingen etc. Ik hoop u daar een volgende keer meer over te kunnen vertellen. Graag nodig ik u uit de komende tijd het museum te bezoeken. Er zijn altijd weer iets nieuws te ontdekken. Zo is menigeen inmiddels de simulatie ’s avonds op de radarbol van het brugdeel van HR.MS. de Ruyter opgevallen. Ik wens u een goed najaar en, al is het nog even weg, mooie feestdagen.

Algemeenen Bond van Nederlandsche Marine-matrozen (Uit: Gedenkboek ter gelegenheid van het 10-jarig bestaan van den Algemeenen Bond van Nederlandsche Marine-matrozen, A.G.A. Verstegen) (Bij het 25-jarig bestaan van de VBZ, Vereniging voor Belangenbehartiging van schepelingen bij de Zeemacht, werd het boek “Spreekpunt 1971” gelanceerd, waarin de historie van de “Marine vakbond” wordt beschreven)

In 2017 is het 120 jaar geleden dat de eerste stappen werden gezet voor de oprichting van een vereniging die streefde naar lotsverbetering voor het lagere marinepersoneel. In januari 1897 werd het initiatief genomen om een vergadering van matrozen bijeen te roepen, met het doel een vereniging van matrozen van de Marine op te richten. Aanleiding was de ontevredenheid onder de matrozen, het mindere personeel. Deze groep zeevarenden kreeg meer en meer de indruk dat zij werden verwaarloosd en dat er zo goed als geen rechten voor hen golden maar het vooral ging om de plichten die zij moesten uitvoeren. Sommigen van hen hadden wel eens gehoord van de opkomende arbeidersbeweging met als doel om te komen tot een lotsverbetering van de arbeiders. De belangstelling was echter onder het grote publiek nog niet erg groot voor deze verenigingen. Er was al wel de vereniging voor onderofficieren “Admiraal de Ruyter” die in deze periode een gedaantewisseling onderging en veranderde van een gezelligheidsvereniging tot een vereniging die tot doel had om het lot van de onderofficieren te verbeteren. Als afgevaardigde werd de heer Staalman - lid van de Tweede Kamer, afdeling Den Helder - aangesteld die de verzekering gaf dat hij de belangen van de onderofficieren zou vertegenwoordigen in de Tweede Kamer. De oprichting was een groot succes en vele onderofficieren kwamen zich direct als lid aanmelden. Aangespoord door de positieve geluiden van de onderofficieren gingen ook de matrozen over tot het oprichten van een vereniging. De oprichtingsvergadering vindt plaats op 22 januari 1897, ’s avonds om 8 uur, in lokaal Diligentia. 4


De belangstelling was groot en een zestigtal matrozen bezochten deze vergadering. Tevens was aanwezig de redacteur en uitgever van het Dagblad voor Helder en Hollands Noorderkwartier, de heer C.S. Jaring. De verbetering van de positie van de marinematrozen behelsde vier punten: 1. 2.

3. 4.

Vrije hospitaal-verpleging voor ziekten niet door eigen schuld ontstaan. Pensionering van hen die de dienst moeten verlaten met niet door eigen schuld maar in de dienst ontstane lichaamsgebreken. Het verkrijgen van meerdere vrijheid wat betreft het passagieren. Het verkrijgen van herziening der tractementsregeling.

Op een verzoek vanuit de zaal, de matroos Mohr die meende dat de eerste vier punten alleen ten goede kwamen aan de getrouwde manschappen en niet voor de vrije jongens, worden er nog twee punten aan de eerste vier toegevoegd, namelijk: 5. 6.

Afschaffing van de niet strikt noodzakelijke werkzaamheden op zondag en na vastwerken. Betere wasgelegenheid.

Het bestuur van de vereniging in oprichting bestaat vanaf dat moment uit: A.G.A. Verstegen, Matr. 1e klas, President J. Gottmer, Matr. 1e klas, Secretaris J. Bonarius, Matr. 1e klas, Penningmeester De contributie werd gesteld op 10 ct per halve maand en de naam van de vereniging werd “Eendracht maakt Macht�. De volgende vergadering wordt gepland op 17 februari 1897. Met steun van de kwartiermeester Kleefstra worden een statuut en reglementen van de Bond van Nederlandsche Onderwijzers gebruikt om een statuut en reglementen voor de vereniging Eendracht maakt Macht in oprichting samen te stellen. In de tussentijd groeit de vereniging tot over de honderd leden. De naam Eendracht maakt Macht was geen lang leven beschoren, want al voordat de vergadering op 17 februari zou beginnen stelde de toekomstig president voor om de naam te veranderen in : Algemeene Bond voor Nederlandsche Marine-matrozen. Dit voorstel werd unaniem aangenomen. - wordt vervolgd 5


Biografie van admiraal Vechtgraag Arie Booy, Journalist, Noord Hollands Dagblad

Het Marinemuseum op Conservator van het Marinemuseum, Graddy Boven, is een historicus die in zijn vrije tijd graag schrijft. Een nieuwe biografie over Witte de With is zijn jongste boek. Een aanrader. Witte de With (1599-1658) was een tijdgenoot van de Ruyter en Trom. Maar in tegenstelling tot die twee bleef De With in de subtop steken, schrijft Boven. Zijn hoogste rang was luitenant-admiraal, waar de anderen admiraal werden. Dat kwam volgens de biograaf door het feit dat de zeeheld geen prettige persoonlijkheid was. “Hij was hard en ruw voor zijn scheepsvolk en lastig voor zijn meerderen”, valt te lezen in het boek. “De With ontbeert empathisch vermogen. Hij begrijpt niet waar het aan ligt als hij iets voor elkaar probeert te krijgen en het tegenovergesteld bereikt”, aldus de auteur. Maar wat kon de zeeman vechten! Hij ging voorop in de strijd en hielp Piet Hein de Zilvervloot van de Spanjaarden stelen. Verbeten leverde De With strijd tegen de kapers van Duinkerken en ook voor de kust van Brazilië wist hij de vijand schrik aan te jagen. Graddy Boven steekt zijn bewondering voor de inzet van Witte de With niet onder stoelen of banken. Uit zijn boek wordt duidelijk dat de zeeheld een groot aandeel heeft geleverd in de roem die de marine oogstte in de zeventiende eeuw. Een roem waar nog steeds op geteerd wordt. De biografie leest vlot weg en is zeer rijk geïllustreerd met zwart-wit tekeningen en reproducties van schilderijen. Voor de liefhebbers van maritieme historie een welkome aanvulling in de boekenkast.

Bosscherlezing op 17 april 2017 (Frits Rohling)

Vijfenzeventig jaar na dato zijn de gedachten aan de Slag in de Javazee nog niet verloren gegaan en wordt er in de media nog regelmatig over geschreven, of door historici onderzoeken gedaan naar het wel en wee van deze zeeslag die zo onfortuinlijk is afgelopen voor onze Koninklijke Marine in de periode van 27 februari tot en met 1 maart 1942. 6


Dr. Anne Doedens en Liek Mulder hebben zich diepgravend in de geschiedenis gestort om zich een beeld te vormen van het ware verloop van deze zeeslag die door velen wordt gezien als een heroïsche daad van de diverse bemanningen van zowel Nederlandse als Engelse oorlogsschepen, die het moesten opnemen tegen een overmacht van de Japanse marine; een kansloze maar onvermijdelijke missie. In zijn lezing benadrukt Anne Doedens dat geschiedschrijving in het algemeen vol zit met valkuilen en het stellen van voorwaarden, ergo, er zal hoor en wederhoor moeten plaatsvinden en de standpunten van alle partijen onderzocht moeten worden. Op het moment suprême wordt het beeld van de geschiedenis op een heroïsche wijze weergegeven, vaak met een subjectieve blik, en pas vele jaren later wordt door onderzoekers (met een neutrale blik) uitgezocht wat er werkelijk is gebeurd. Het analytisch inzicht verklaart de geschiedenis. Is de Slag in de Javazee wel het beslissende moment in de korte Nederlands-Japanse oorlog? Wat ondubbelzinnig tot uiting kwam was dat deze kansloze maar onvermijdelijke missie het gevolg was van de Nederlandse oorlogsverklaring aan Japan. De catastrofe werd versterkt doordat de bondgenoten Engeland en Amerika zich terugtrokken en de Koninklijke Marine er in principe alleen voor stond. Anne Doedens probeert met een tiental kanttekeningen duidelijkheid te scheppen in het gevoerde beleid van zowel de Nederlandse regering (in Engeland), de Gouverneur-Generaal in Batavia en Viceadmiraal Helfrich, en de complexiteit van de oorlog. De Koninklijke Marine moest een kolonie verdedigen die 58 maal zo groot was als het moederland. Hij raadpleegde daarbij ook Japanse bronnen (audi et alteram partem). Op deze tropische dag wist Anne Doedens, in de tot de laatste stoel bezette filmzaal van het Marinemuseum, het publiek van begin tot eind te boeien met zijn analyse van de strijd in de Javazee en het gevoerde beleid van de Nederlandse regering ten aanzien van de beslissingen in het kader van een olieboycot tegen Japan, de inzet van de bovenwatervloot in tegenstelling tot de onderzeeboten en de MLD die in Indonesië gestationeerd waren en reeds in december 1941 werden ingezet om vijandelijke konvooien aan te vallen. Schout bij Nacht Karel Doorman zag het niet zitten om de Japanse vloot aan te vallen en voorzag reeds een verloren zeeslag. Viceadmiraal Helfrich wilde de bevolking niet in de steek laten maar onderschatte de anti-koloniale gevoelens van de bevolking wat resulteerde in een “warm onthaal” van de Japanse bezetter. Doormans laatste order “All ships, follow me” ging een geromantiseerd leven leiden en 7


werd later als propagandistisch appèl gebruikt voor de bevrijding van Nederlands-Indië. Onder de noemer “Vergeten hoofdrolspelers”, memoreert Anne Doedens ook nog aan de vele honderden naamloze omgekomen bemanningsleden. Zij worden niet genoemd, wat voor hun nabestaanden een gevoelige plek in het hart blijft. Of er in de toekomst nog een mogelijkheid wordt gecreëerd om ter nagedachtenis aan allen die bij de Slag in de Javazee zijn omgekomen een vorm van eerbetoon op te richten op de begraafplaats Karel Doormanhof te Kembal Kunung, zal de tijd moeten uitwijzen.

Deel van het interview aan boord Tonijn. Bron: NPO 5 EO

Petra de Joode, verslaggeefster van de EO./ NPO5 werd aan boord de Tonijn, liggend bij het Marine Museum door medewerker Tom Geiger een inkijkje gegeven in het leven aan boord van een onderzeeboot. Dit zowel gedurende de Koude Oorlog periode als na deze periode.

8


Tijdens het gesprek passeerden onderwerpen de revue zoals de werking van sonar, zowel passief en actief. Uitgelegd dat actieve sonar dan van bovenwater schepen is, want een onderzeeboot zal zijn actieve sonar vrijwel nooit bijzetten. Interessant vond Petra het wachtsysteem aan boord: het constant zes uur op en zes uur af systeem. Uitgebreid was er interesse wat nu precies de taak van een onderzeeboot in de Koude Oorlog periode was en wat is hij nu dan? Verteld werd er dat het voornamelijk het verzamelen van inlichtingen betrof en dat het nog steeds aan de orde is. Vragen als werden alle zeeën ter wereld bevaren? Nee, ondanks dat Nederlandse onderzeeboten zowel in diep- als in ondiep water kunnen opereren, werden er voornamelijk reizen (patrouilles) gemaakt naar de Noordelijke IJszee en de Middellandse zee. Als inkoppertje kon ik verwijzen naar het prachtige boek van auteur Jaime Karremann: “In het diepste geheim” over Spionage operaties van de Nederlandse onderzeeboten. “Leesvoer voor (ex) opvarenden en tevens een eye-opener voor botenwater collegae”. Stil werd het bij het onderwerp “zeven weken onderwater”: Eens per week of eens in twee weken douchen (drie minuten) geen wasmachines aan boord en het voor iedereen af oefenen in je af-tijd. Dan de prangende vraag van waarom zijn de Nederlandse onderzeeboten zo goed? Uitgelegd over de goede opleidingen, de kennis van het personeel en de betrouwbaarheid van de scheepsbouw. Door de boot lopend aankomend bij de kombuis, zag je meteen de interesse bij de (vrouwelijke) verslaggever. Hoe deden de koks dat eigenlijk: twee maaltijden per dag voor 68 man? Dat valt eigenlijk niet uit te leggen, dat moet je gezien hebben. En het eten was erg goed, het bepaalde mede de stemming aan boord. Na het gesprek beëindigd te hebben nodigde ik haar uit om nog eens langs te komen maar dan met hun personeels- vereniging, om er een leuke dag uitje van te maken, maar dan natuurlijk in het hele Marine Museum.

9


Marinemuseum gaat in zee met MuseumTV Bron: MarineMuseum Het Marinemuseum op Willemsoord gaat in zee met MuseumTV. Dat is een video on demand platform dat een overzicht biedt van tentoonstellingen, musea en erfgoed in heel Nederland. Het gekozen format zijn mini-documentaires van hoge kwaliteit, gemaakt door professionele documentaire- en filmmakers. MuseumTV is opgericht om kunst en erfgoed voor een breder publiek toegankelijk te maken en het publieksbereik voor Nederlandse musea te vergroten. Sinds de live-gang vorige zomer brengt het platform intussen ruim 70 musea in beeld. Van het Rijksmuseum tot het Museum van de Twintigste Eeuw. “Wij willen de mensen laten zien hoeveel prachtige musea en erfgoed ons land heeft en ze uitnodigen op ontdekkingstocht te gaan“, zegt Marieke van der Donk, directeur en oprichter van het platform, “MuseumTV is het grootste en meest inclusieve digitale museum van Nederland. Een ware schatkist, toegankelijk voor iedereen, ook mensen die aan huis gebonden zijn.“ De kleinere en middelgrote musea in Nederland functioneren merendeels met beperkte budgettaire middelen. Vaak is er geen financiële ruimte voor marketing en communicatie activiteiten om het bereik effectief te vergroten en nieuw publiek aan te trekken. MuseumTV wil juist ook deze musea in de schijnwerpers zetten door de bijzondere kunst- en/of erfgoed die zij herbergen aan een breed publiek te laten zien. Aan het Nederlandse publiek, maar ook aan de vele toeristen die jaarlijks in het land te gast zijn. Noord-Holland MuseumTV brengt vandaag de dag ruim 70 musea in beeld en bereikt gemiddeld 300 000 mensen per maand. Deze zomer gaat MuseumTV ook mee met de NS zomer nieuwsbrief die aan 110 000 cultuur 10


geïnteresseerden verzonden wordt., Amsterdam, het Teylers Museum en binnenkort dus ook het Marinemuseum te Den Helder in beeld. Op 14 juli j.l. werd de tentoonstelling “Zeeslag” in het Marinemuseum door MuseumTV in beeld gebracht en zal binnenkort online staan, inclusief een 360 video met de highlights van het prachtige museumcomplex

Verplaatsen Schorpioen en de Abraham Crijnssen. Bron: Noord Hollands Dagblad

4 juli werden het Ramschip Schorpioen (gebouwd in 1868) en de mijnenlegger (gebouwd in1937) verplaatst van hun vaste ligplaats achter het Marine Museum naar de overkant van het bassin, naast de oude zeilmakerij van Willemsoord. De sleepboten Jutter en Balzand trokken de schepen naar de tijdelijke ligplaats. Tot 24 juli blijven ze daar. Daarna keren ze terug naar hun eigen

11


plek, daar het Museum deze attracties niet kan missen gedurende de zomer. In het bassin gaat namelijk gezocht worden naar mogelijke oude bommen uit de Tweede Wereldoorlog. De zoektocht wordt gehouden in verband met het herstel van de kademuren bij het Museum en het KIM. Duikers moeten er zeker van zijn dat er geen explosieven in de grond zitten. Dit doen zij door de modem van het bassin in kaart te brengen. (Red.) Nu, oktober werd bekend dat er opnieuw gezocht dient te worden naar explosieven, daar men twijfelt aan de eerdere “search” De kade wordt pas in aangepakt, na het schoon verklaren van de bodem. De schepen verhuizen daarom vermoedelijk na de herfstvakantie in opnieuw naar de overzijde en zullen dan voor een periode van geschat zes weken worden opgelegd. In die periode zijn ze niet meer open voor bezoekers. De aanwezige horeca voorziening verhuist dan naar de geschut makerij. Scheepwerf Damen regelde de (eerste) verhuizing met sleepboten. De valrepen werden losgemaakt met behulp van kranen. Zo’n verplaatsing is niet alledaags. Er ging een dag voorbereidingen aan vooraf. De schepen zitten vast aan diverse nutsvoorzieningen zoals gas en licht. Ook moet de Schorpioen op een aparte manier afgemeerd worden, aldus Fred Helderman van het Marine Museum. De schepen worden wel weer aangesloten op de nutsvoorzieningen, ze zijn geen een zogeheten doodschip.

Vriendendag 2017 (Frits Rohling)

Met het afscheid van Harry de Bles op 16 februari 2017 nog vers in het geheugen is het bestuur dit jaar weer voortvarend te werk gegaan met het organiseren van lezingen en de excursie in het kader van de Vriendendag voor de donateurs van de Stichting Vrienden van het Marinemuseum. Voor wat betreft de lezingen was het dit jaar redelijk makkelijk, de Slag in de Javazee is dit jaar 75 jaar geleden en de Marine Luchtvaartdienst bestond in augustus 100 jaar. Om een excursie te organiseren zijn er uiteraard legio mogelijkheden die, na de diverse voorstellen vanuit het bestuur, op hun merites moeten worden onderzocht. Wij werden een handje geholpen toen het bericht naar buiten kwam dat onze oud-directeur 12


van het Marinemuseum per 1 juli 2017 werd benoemd tot directeur van het Stoommachinemuseum te Medemblik. De keuze stond direct vast en de datum kon worden geprikt, mede vanwege het feit dat een groot deel van de collectie in en buiten het museum in het weekend van 23 en 24 september onder stoom zou staan met daarnaast een keur van hobbyisten die hun zelfgemaakte stoommachines aan het publiek wilden tonen. Nog niet eens zo lang geleden werden ook de marineschepen voortgestuwd door stoommachines. Het tijdperk van de opkomst van de industrialisatie en het bunkeren van kolen voor de aandrijving van de stoommachines ligt nog niet eens zo ver terug in het verleden. Velen van ons zullen een deel van die periode nog van zeer nabij hebben meegemaakt en wij zien de machinisten beneden in het ketelruim al zwetend de kolen op het vuur scheppen en de zuigerstangen continu bewerken met de oliespuit. Op 23 september 2017, een zomerse zonovergoten dag, ontmoeten twintig donateurs van de Stichting Vrienden van het Marinemuseum en enkele introducees elkaar in het Stoomtheater van het stoomgemaal Vier Noorder Koggen te Medemblik. De ontvangst door de vrijwillige medewerkers is uiterst hartelijk en de koffie of thee met een stukje appelgebak worden, na een reis door het Noord Hollands landschap, met smaak genuttigd. Wanneer alle gasten zijn gearriveerd heet de directeur Harry de Bles ons allen welkom en laat zich niet onbetuigd om vol verve zijn toekomstplannen voor het Stoommachinemuseum te openbaren. Vervolgens introduceert hij zijn rechterhand Kees van Meel die de groep zal meenemen voor een rondleiding door het interieur van het uit 1869 stammende stoomgemaal. Het stoomgemaal dankt zijn naam aan het ambacht en waterschap van West-Friesland “Vier Noorder Koggen”. Het ambacht, dat ook wel Hoogwouder Ambacht werd genoemd, had een groot deel van zijn bestaan vooral een waterstaatkundige taak: als dijkgraafschap (1503) was het verantwoordelijk voor het onderhoud van een deel van de Westfriese Omringdijk en voor de bemaling van de boezem van het ambacht. De belangrijkste stad was Medemblik. In 1973 is het dijkgraafschap opgeheven en overgegaan in het Waterschap Westfriesland. De naam “Vier Noorder Koggen” is ontstaan in 1750 naar de vier ambachten van West-Friesland: de Hoogwouder Kogge, de Middelkogge, de Zeekogge of Medemblikker Kogge en de Wognummer Kogge. De Koggen waren weer onderverdeeld in Bannen (dorpen). Het Stoomgemaal kwam 1869 in de plaats voor de 24 windmolens die de boezem bemaalden. (Wikipedia) In tegenstelling tot op een stoomschip zijn de stoommachines in het gemaal horizontaal geïnstalleerd, waardoor de kracht die vrijkomt beter kan 13


worden opgevangen. Het opstoken van het gemaal was een precisiewerk dat vijf dagen in beslag nam. Het waterniveau in de ketels diende continu in de gaten gehouden te worden en moest er voor gezorgd worden dat de druk in de ketels niet over “de rooie” ging. Na een uitgebreide lunch mochten de bezoekers zich vrijelijk over het terrein begeven en een aantal historische door stoom aangedreven machines aanschouwen waaronder een baggerschuit “Vooruit” van de firma Krikke uit Heerenveen die zowel van buiten als van binnen bezichtigd kon worden. Deze schuiten waren dag en nacht bemand door vijf bemanningsleden en was daarom benedendeks voorzien van een compleet manschappenverblijf met toilet, keuken en bedden. De Vooruit is het laatst kolengestookte baggerschip dat is gebouwd. In 1941 werd het afgeleverd door de firma Holthuis in Veendam. Om drie uur ontmoetten de donateurs elkaar weer op het terras naast het Stoomtheater alwaar een drankje en een hapje werd aangeboden alvorens om 16.00 uur weer op huis aan te gaan. Het was een bijzondere dag die vanaf het begin tot het eind een zonnig karakter toonde. De ambities van Harry de Bles liggen bijzonder hoog en wat hem betreft ziet hij graag dat ook in deze monumentale omgeving het 150-jarig bestaan van het gemaal in 2019 groots aangepakt kan worden en het dan tevens 200 jaar is geleden dat de uitvinder van de moderne stoommachine, James Watt, is overleden. Tot die tijd hoopt Harry dat het aantal donateurs voor de Vereniging Vrienden van het Stoommachinemuseum “Vier Noorder Koggen” zienderogen zal stijgen.

We willen meer samen gaan doen Bron: Arie Booy, journalist Noord Hollands Dagblad “Ik zou meer samen willen doen met andere partijen op Willemsoord”, zegt Paul van der Sijs, nu een half jaar directeur van het Marinemuseum in Den Helder. “Gezamenlijk kunnen we meer tot stand brengen voor elkaar.” Van der Sijs was eerder tweede man bij het Spoorwegmuseum en daarvoor actief in het Amsterdamse rondvaartwezen. “ik ben geen historicus”. Zegt hij over zijn huidige functie. “Maar een team van conservatoren om mij heen, die dat aspect voortreffelijk beheersen. Mijn rol 14


zie ik meer in het aanjagen en organiseren van zaken, waardoor het Marinemuseum nog beter wordt dan het al is.” Volgens de directeur is een van de zaken die nodig is meer samenwerking op de oude Rijkswerf. “Er is een tweedeling op Willemsoord. De meeste activiteiten spelen zich af op het zuidelijk deel van het terrein, rond theater De Kampanje. Ik vind dat ook de zijde waar het Marinemuseum gevestigd is mee moet delen in de reuring.” Concreet denkt van der Sijs aan meer evenementen: “Bijvoorbeeld een nacht van Willemsoord. Waarbij de musea open zijn en er van alles te doen is op het terrein. Maar er is meer mogelijk. Daar wil ik met anderen van gedachten wisselen.” Sinds de vorming van de Koninklijke Stichting Defensiemusea is het Marinemuseum los komen te staan van de Koninklijk Marine. “We zijn de bewaarders van het erfgoed van de zeemacht. Ik hoop de relatie met de KM nieuwe inhoud te geven. Het zou mij een lief ding waard zijn als we voor de marine de plaatst kunnen worden waar ontvangsten en dergelijke gehouden worden. We zouden een ruimte kunnen maken die aangekleed wordt met marine-erfgoed. Zo’n stijlvolle maritieme plek is er hier nog niet. Het kan een locatie worden die iets toevoegt.”

Zeeslag! – te zien tot april 2019 Bron: Marine Museum Foto’s: Digidaan ‘Vaar en strijd mee met twee grote zeeslagen uit de Nederlandse geschiedenis die in 2017 zijn herdacht, de Slag bij de Medway, ook wel de Tocht naar Chatham (350 jaar) en de Slag in de Javazee (75 jaar).’

15


De zeeslagen De Tocht naar Chatham was een succesvolle aanval van de Nederlandse vloot op de Engelsen in juni 1667. Tijdens deze slag uit de Tweede Engelse oorlog voer de vloot onder het bevel van admiraal Michiel de Ruyter via de Theems, de Medway op tot in Chatham. In deze belangrijkste Engelse marinebasis werden drie grote en tien kleine schepen tot zinken gebracht.

De andere slag die die in de tentoonstelling centraal staat is de Slag in de Javazee, die op 27 februari 1942 plaatsvond. Een geallieerd eskader bestaande uit Nederlandse, Amerikaanse, Britse en Australische marineschepen, de Combined Striking Force, probeerde onder commando van de Nederlandse schout-bij-nacht Karel Doorman Java uit handen van de Japanners te houden. Tijdens de 7 uur durende slag had de Japanse marine de overmacht en won de strijd van de Combined Striking Force.

16


Overeenkomsten en verschillen De overeenkomst tussen de twee zeeslagen is dat beide in het collectieve geheugen zijn verbonden met een bekende marineheld: De Ruyter en Doorman. De Tocht naar Chatham met de aanval op de Engelsen ‘in het hol van de leeuw’ en de triomfantelijke terugkeer met als trofee de Royal Charles, de trots en het vlaggenschip van de Engelse vloot, spreekt enorm tot de verbeelding. Tijdens de Slag in de Javazee besloot schout bij nacht Doorman om aan boord van zijn brandende en zinkende vlaggenschip Hr.Ms. De Ruyter te blijven en er mee ten onder te gaan. Het grote verschil is dat waar de Tocht naar Chatham tot een grote triomf en veelbezongen overwinning leidde, de Slag in de Javazee een trieste nederlaag betekende waarbij meer dan 2300 geallieerden om het leven kwamen. De sfeer in deze ruimte is dan ook anders dan die bij Chatham.

Door de ogen van opvarenden Natuurlijk wordt er aandacht besteed aan de marine helden Michiel de Ruyter en Karel Doorman. Maar de bezoeker wordt ook aan het denken gezet of dit wel de (enige) helden van deze zeeslagen zijn. Waren niet alle opvarenden helden die hun leven opofferden voor het vaderland? Er is daarom gekozen om niet de belevenissen van De Ruyter en Doorman, maar die van ‘gewone’ opvarenden te vertellen.

Door het verhaal bij beide slagen vanuit twee opvarenden te vertellen, geven de uitgelichte gebeurtenissen de bezoeker het gevoel alsof ze aan boord staan. Het bijzondere aan de tentoonstelling is dat de hoofdpersonen echt hebben bestaan. Thijs Thijszoon was tijdens de Tocht naar Chatham konstabelsmaat op het schip De Vreede onder leiding van Jan van Brakel. En ook marinier Joris Janszoon voer mee aan boord van De Vreede. We maken de Slag in de Javazee mee aan de hand van Alex Moorman,

17


ziekenverpleger op de Hr.Ms. De Ruyter en Ru Crommelin, oudste officier op de Hr.Ms. Kortenaer.

Tijdlijn De zeeslagen worden in de tentoonstelling elk in een eigen ruimte behandeld. Er doorheen lopend zal de bezoeker de verschillen en overeenkomsten en het lot van de opvarenden zelf ervaren. Een grote tijdlijn biedt de bezoeker houvast tijdens de slag. Een aantal momenten uit de tijdlijn worden uitgelicht middels interactieve opstellingen.

In het gedeelte over de Tocht naar Chatham gebeurt het uitlichten op een speelse manier. Zo kunnen bezoekers als eerste plaatsnemen achter een kijker waarmee de krijgsraad voorafgaande aan de aanval kan worden gevolgd. Vervolgens kan er worden geroeid richting Fort Sheerness. Bij het vuurgevecht tussen de Vreede en HMS Unity kan de bezoeker de beschieting van de Unity live meemaken. Pas op voor het kanongebulder en het kermende sterven van Thijs ! In de verste hoek staat een game waarmee bezoekers een brander besturen richting de Loyal Londen.

Bij het verhaal over de Slag in de Javazee is de ervaring meer op herinnering en herdenking gericht. Er worden intense momenten in beeld gebracht, waarin objecten een belangrijke rol spelen. Zo is het eerste object een zilveren schaal die in 1936 werd aangeboden aan de longroom van kruiser De Ruyter. Vlak voor de laatste afvaart 18


werden de kostbaarheden van boord gebracht, waaronder deze schaal. Bij de vernieling van het Marine Etablissement Soerabaja ontdekte een bemanningslid van Hr.Ms. Abraham Crijnssen een arbeider met een groot stuk zilver onder de arm. Hij nam de schaal in beslag en deze kwam aan boord van de Crijnssen via AustraliĂŤ na de oorlog in Nederland terecht waar het aan boord van de nieuwe kruiser Hr.Ms. De Ruyter werd geplaatst. Via het geleide-wapenfregat Hr.Ms. De Ruyter kwam het bij het Marinemuseum terecht. Een ander bijzonder object is de officiersfluit die Theo Doorman, de zoon van Karel Doorman, als zesjarig jongetje ontving kort na zijn evacuatie van Soerabaja naar AustraliĂŤ in maart 1942. Vermoedelijk is het fluitje gebruikt om overlevenden van de Hr.Ms. Kortenaer die in het water lagen, bij elkaar te krijgen. Andere objecten zijn afkomstig uit de wrakken van de Nederlandse schepen. Zoals de spreekbuis uit de gezonken De Ruyter. Door tussenkomst van de Australische ambassade werd dit object overgedragen aan het Marinemuseum.

Verdieping Aan het eind van de presentatie van elke slag is er ruimte voor verdieping. Bezoekers worden aan het denken gezet over de slag, de hoofdrolspelers en de impact van de gebeurtenissen op gewone opvarenden. Bij de kant van de Tocht naar Chatham komt in de pronkkamer de bijdrage van De Ruyter aan bod. Tijdens het opvaren van de Medway ligt De Ruyter ziek te kooi, toch werd hij na thuiskomst als een held vereerd. Ook zijn de originele bronnen te zien waarin de namen van de hoofdpersonen en de discussie over het wel of niet doorvaren van de ketting door Jan van Brakel, aan bod komen.

19


Aan het eind van de presentatie over de Slag in de Javazee is er aandacht voor de ontwikkelingen rond de scheepswrakken. Bij een duikexpeditie van het Karel Doorman Fonds in november 2016 blijken de wrakken van de zeebodem verdwenen. Onderzoek door Nederlandse en Indonesische experts heeft bevestigd dat er sporen van een bergingsoperatie te zien zijn. Onduidelijk is wie de wrakken uit zee hebben gehaald. Herdenken De 918 bemanningsleden van de Nederlandse marineschepen die tijdens de Slag in de Javazee vielen worden in de tentoonstelling herdacht. In de herdenkingsruimte zijn op alfabet onder de schepen te lezen, om de 2 minuten wordt er extra aandacht besteed aan één van de omgekomen mannen en om het half uur klinkt de scheepsbel van Hr.Ms. De Ruyter.

Op de website 918keerherdacht.nl zijn alle namen van de overledenen te vinden en ook hier wordt synchroon aan de herdenkingsruimte om de 2 minuten één van de omgekomen mannen uitgelicht. Bezoekers kunnen thuis maar ook in de hal bij het herdenkingsraam op hun gemak alle namen en foto’s bekijken. Helaas zijn er van maar een klein aantal opvarenden foto’s bekend. Het museum hoopt door de tentoonstelling meer foto’s aan het bestand toe te kunnen voegen, door nabestaanden aan te sporen hun foto’s op te sturen. Sinds de opening van de tentoonstelling is dit al een aantal keer gebeurd.

Speurtocht Bij de tentoonstelling hoort een speurtocht. Hebben de hoofdpersonen uit de tentoonstelling Zeeslag! echt bestaan? Zijn de objecten echt of nep? Was Michiel de Ruyter de echte held van Chatham? Via opdrachten ontdekken kinderen leuke weetjes over de Tocht naar Chatham (1667) en de Slag in de Javazee (1942). Aan Zeeslag werkten een groot aantal partijen mee: conceptontwikkelaars, bouwers, game-ontwerpers en kunstenaarts. Zo zijn de illustraties van de hand van kunstenaar Hisko Hulsing en werden de audiofragmenten ingesproken door acteurs van de toneelgroep Amsterdam.

20


Ter gelegenheid van het 100-jarig jubileum is op 15 september het boek Een eeuw Marineluchtvaartdienst verschenen. Hierin wordt de enerverende geschiedenis van de MLD beschreven door een aantal oudMLDers (Kees Leebeek, Arie van der Hout, Anne van Dijk en Kees Bakker) die vele gebeurtenissen en beslissingen deskundig toelichten en in perspectief plaatsen. Het boek is doorspekt met seastory’s over de soms dramatische belevenissen van de maritieme luchtvarenden en het grondpersoneel, zowel in het verleden als in recente tijden. Ook de opheffing van de MARPAT en Valkenburg en de overgang van het restant van de MLD naar het Defensie Helikopter Commando komt uitgebreid aan bod. Vanzelfsprekend ontbreken fraaie foto’s niet, waaronder een aantal unieke, nog niet eerder gepubliceerde opnames. De omslag is van de hand van Leentje Linders. De full colour, gebonden uitgave van ruim 460 bladzijden in hardcover is verkrijgbaar bij de Traditiekamer MLD op De Kooy voor 59,90 € en bij uitgever Geromy (www.geromybv.nl) (alsdan € 5,95 verzendkosten).

21


Uit een Eeuw Marine luchtvaartdienst Economische crisis in de jaren ‘30 Na de beurskrach van oktober 1929 werd ook Nederland geconfronteerd met de economische wereldcrisis. Het kabinet stelde een krachtig bezuinigingsbeleid op. Het vlootplan van minister Deckers, dat ongeveer de helft van het aantal schepen omvatte van het voorgaande plan uit de Vlootwet 1923, kreeg al snel de benaming “het halve minimum”…………… Deze bezuinigingen hadden grote gevolgen, ook voor defensie. De salarissen van het militaire en inlandse personeel in Indië werden met tien procent gekort. De Vlootvoogd maakte zich er ernstige zorgen over dat deze maatregel allerlei acties en stakingen tot gevolg zouden hebben. Hij gaf een dagorder uit om het personeel te doordringen van de slechte toestand van ’s Rijks financiën als gevolg van de mondiale economische crisis en noemde de kortingen onvermijdelijk en waarschuwde het personeel voor de gevolgen van ondoordachte acties. De salarisverlagingen leidden vooral van de kant van het lager marinepersoneel tot veel kritiek. De bekendmaking van een volgende salariskorting rond de jaarwisseling van 1932-1933 leidde ook tot grote onrust onder het Inlands personeel. De kortingen leidden op het Marinevliegkamp Morokrembangan tot meerdere gevallen van dienstweigering, waarvoor de Zeekrijgsraad zware straffen uitdeelde, die vaak gepaard gingen met ontslag. Op 3 februari 1933 ging een deel van het Inlands personeel op Morokrembangan niet aan het werk na het sein van de fabrieksfluit. Ondanks een toespraak van de commandant gingen slechts enkele werkweigeraars alsnog aan de slag en werden maar liefst 102 arrestaties verricht. Het onderlinge vertrouwen - van groot belang in een luchtvaartbedrijf - kreeg een flinke knauw. Ook onder het vlootpersoneel was het onrustig.

22


De muiterij op Hr.Ms. De Zeven Provinciën. Eind februari 1936 ligt het passagiersschip Marnix van Sint Aldegonde van de Stoomvaart Maatschappij Nederland in de haven van Soerabaja gereed voor vertrek. Eén van de passagiers is de officiervlieger der 2 e klasse T.H.J. Coppers, die na een verblijf van vijf jaar in Nederlands-Indië zal terugkeren naar Nederland. Op verzoek van de marineautoriteiten vertrekt het schip echter zonder Coppers en zijn echtgenote. Over de reden hiervan wordt aan de pers geen informatie verstrekt. Wie is officiervlieger Coppers en waarom is hij zo onverwachts van boord gehaald? Theodorus H.J. Coppers is geboren op 9 augustus 1906 in Den Haag. Na de middelbare school treedt hij als reserveluitenant in dienst bij het leger en volgt de vliegopleiding bij de Luchtvaartafdeling op Soesterberg. Eind 1929 wordt hij gedetacheerd bij de MLD en stapt evenals meerdere van zijn collega's over naar de marine die een betere rechtspositie biedt en wordt in mei van dat jaar benoemd tot officiervlieger der 3 e klasse. In oktober 1930 behaalt hij het marinevliegbrevet, enkele maanden later gevolgd door het waarnemerbrevet. Kort daarna vertrekt hij met zijn echtgenote naar Nederlands-Indië, de normale gang van zaken voor een marinevlieger in die tijd. Bij het lagere marinepersoneel heerst al langere tijd grote onrust door de aanzienlijke salariskortingen van de afgelopen jaren. Op 4 februari 1933 breekt muiterij uit op de kruiser Hr.Ms. De Zeven Provinciën. Een aantal Europese en Inlandse schepelingen maakt zich ’s avonds meester van het schip terwijl het voor anker ligt op de rede van Oleh-leh, aan de noordoostpunt van Sumatra. Veel officieren zijn op dat moment naar een feest aan de wal. De muiters gaan ankerop en vertrekken naar Soerabaja. De volgende dag vindt op hoog niveau overleg plaats tussen de Vlootvoogd, schout-bij-nacht J.F. Osten en Gouverneur-Generaal B.C. de Jonge. De muiterij betekent een forse deuk in het gezag van het koloniale regime en de marine. De autoriteiten besluiten hard in te grijpen: ze willen directe bemoeienis vanuit het verre Nederland vermijden. Het zijn in hun ogen juist de Haagse politici die er verantwoordelijk voor zijn dat zij met een "rode" vloot zitten opgescheept. Naast een scheepseskader wordt ook de MLD ingeschakeld bij het plan de muiterij zo snel mogelijk te beëindigen. Besloten wordt de kruiser tot overgave te dwingen voordat deze Straat Soenda - tussen Java en Sumatra - passeert. 23


De opdracht. Op zondag 5 februari wordt een deel van het personeel van het vliegkamp Morokrembangan opgeroepen om een aantal vliegtuigen gereed te maken en te bewapenen met bommen. Vanwege eerdere relletjes op het vliegkamp wegens de salariskortingen, blijven de officieren die nacht uit voorzorg op het kamp slapen. Op maandag vertrekt de eerste groep van drie Dornier Wal vliegboten naar de zuidwestpunt van Sumatra. Later volgen een tweede groep van drie Dornier Wal-boten en een groep van drie Fokker T-IV watervliegtuigen. Op 9 februari brieft de plaatselijke detachementscommandant de commandanten van de vliegtuiggroepen over het plan de muiters tot overgave te dwingen. Via de radio zullen de muiters driemaal worden opgeroepen zich over te geven, te stoppen en de witte vlag te hijsen. De inmiddels van kracht verklaarde oorlogstoestand zal de volgende morgen voor vertrek ook aan de andere bemanningensleden worden meegedeeld. Mochten de muiters geen gehoor geven aan deze oproep, dan zal een vliegtuig een waarschuwingsbom van 50 kilo voor de boeg van het schip gooien, zo nodig na een kwartier gevolgd door een uitgebreid bombardement van het voorschip en de schoorstenen. De Dornier-vliegboten zullen in dat geval vier runs uitvoeren, waarin tijdens de eerste run per boot drie bommen van 50 kilo en in de tweede run per boot ĂŠĂŠn bom van 200 kilo zullen worden afgeworpen. De T-vliegtuigen zullen het bombardement voortzetten met bommen van 200 kilo. Voorwaar geen halve maatregelen. De vliegtuigcommandant van de Dornier Wal D-11 Coppers (die als waarnemer optreedt) ontbreekt bij deze briefing! Hij heeft de nacht tevoren nachtdienst gehad en is al naar bed. De volgende dag wordt Coppers voor de vlucht gebriefd door collega Van Prooijen, de waarnemer van de D-7, een andere vliegboot uit zijn groep.

24


Uitvoering. De ene na de andere Wal vliegboot moet die dag afhaken wegens technische mankementen. Ook bij de MLD eisen de jarenlange bezuinigingen hun tol. Alleen de D-11 en de groep T-vliegtuigen komen even na 09.00 uur bij de kruiser aan, korte tijd later alsnog gevolgd door de D-8. De D-11 roept de kruiser op en sommeert de muiters te stoppen en zich over te geven. Maar deze geven geen krimp en varen door, waarna Coppers met de D-11 vanaf 1200 meter hoogte een bom afwerpt die vlak naast de voorste schoorsteen terechtkomt. Deze 50 kg bom zaait dood en verderf waarbij negentien doden vallen en elf zwaargewonden, waarvan er later nog vier zullen overlijden. De Zeven ProvinciĂŤn stopt en de muiters geven zich over aan het eskader dat haar is gevolgd. Coppers zal later verklaren: "de oorlogstoestand was van kracht en het schip was tot vijand verklaard. Daarom heb ik de bom niet als waarschuwing voor de boeg gegooid, maar gericht." Van Prooijen vangt de bemanning van de D-11 na de landing in Telok Betong op. Volgens zijn zeggen was Coppers overstuur toen hij uit het vliegtuig stapte en riep hij bijna huilend uit "Ik heb 'r geraakt!" Collega Rombeek die met de D-8 door motorproblemen iets later bij De Zeven ProvinciĂŤn aankwam geeft een andere lezing. Voor de start zijn de 25


bemanningen gebrieft dat de oorlogstoestand is afgekondigd en dat De Zeven ProvinciĂŤn als vijand moet worden beschouwd. Omdat het niet opvolgen van een dienstbevel met de dood kan worden bestraft heeft Coppers volgens Rombeek de bom dan ook bewust raak gegooid. Zijn interpretatie van de opdracht past volgens hem naadloos in de gegeven opdracht.

Woordvoering. De bom is volgens de eerste officiĂŤle berichten een "misschot" (een toevalstreffer) en dus per ongeluk op het schip terechtgekomen. De consternatie bij de Indische autoriteiten is door de vele doden en gewonden groot. Maar Gouverneur-Generaal De Jonge is ook opgelucht, want het koloniale gezag is krachtig hersteld. De vraag rijst wel of de marine zich aan de gegeven instructies heeft gehouden. De Vlootvoogd stelt hem gerust: als een bom van 1200 meter hoogte wordt afgeworpen is het moeilijk om precies het trefpunt te bepalen. Het is dus een toevalstreffer geweest, waarbij de vliegtuigbemanning zich wel degelijk heeft gehouden aan de gegeven opdracht. Een Indische regent verklaart later in de Volksraad in de bom "een vingerwijzing Gods" te zien.

26


De officiĂŤle uitleg - een misschot - wordt een jaar later gewijzigd nadat een officieel onderzoek is ingesteld, na Kamervragen en berichten in de pers. Voor dat onderzoek moeten Rombeek en Coppers naar de hoofdstad Batavia komen, waar volgens Rombeek druk op hen wordt uitgeoefend om hun verklaring zodanig te wijzigen dat de marineleiding geen verwijt kan worden gemaakt, hetgeen ze weigeren. Vervolgens legt de minister in augustus 1934 in de Tweede Kamer een gewijzigde verklaring af. De bom is niet als waarschuwing afgeworpen, maar opzettelijk raak gegooid. Door een samenloop van omstandigheden was de officier die de bom afwierp ervan overtuigd dat dit ook de bedoeling was. De opmerking dat De Zeven ProvinciĂŤn als vijand beschouwd moest worden had hem tot die opvatting gebracht, aldus de minister. Deze dramatische gebeurtenis en de plotselinge ommezwaai in de uitleg daarvan zal achter de schermen ongetwijfeld de nodige beroering hebben veroorzaakt.

27


Afloop. In 1936 loopt het contract van Coppers af en zal hij terugkeren naar Nederland. Twee dagen voor zijn geplande vertrek geeft hij een interview aan De Indische Courant, waarin hij nogmaals herhaalt dat hij De Zeven ProvinciĂŤn wel degelijk wilde treffen. Ook vertelt hij binnen de marine onaangenaam te zijn bejegend, wat hij volgens de krant niet heeft verdiend. De Indische marineleiding verhindert zijn vertrek naar Nederland voor een krijgstuchtelijk onderzoek, omdat hij heeft verzuimd zijn superieuren te informeren over dit interview. Dit levert hem volgens het luchtvaarttijdschrift Het Vliegveld vier dagen arrest op. Pas een maand later vertrekt hij samen met zijn echtgenote alsnog naar Nederland. Coppers verlaat de marine en wordt in 1937 reserve-luitenant der infanterie met de bestemming van vlieger en treedt in dienst bij de vliegtuigfabrikant Koolhoven. Bij het invliegen van een FK-56 verkenner verongelukt hij op 4 januari 1940 bij Pernis. De Telegraaf kenschetst hem als een populair en kundig piloot, een man zonder angst. Hij bedwong de muiterij.

28


Malaise. De heersende onvrede leidde tot enkele ernstige incidenten op Morokrembangan. Zo sloeg daags na de muiterij en het bombardement op de Zeven ProvinciĂŤn bij de start van de Dornier Wal D-16 de voormotor af wegens losse bougiekabels. Een korporaalvliegtuigmaker die de nacht daarvoor de wacht had gelopen werd verdacht van sabotage en gearresteerd. Kort daarna was dezelfde boot weer betrokken bij een incident. Tijdens de inspectie voor vertrek werd een halfverbrande, in benzine gedrenkte lap gevonden. De lap lag op de benzineleidingen van de motor, een aanduiding dat de dader een insider moest zijn. Na een onderzoek werd enkele weken later de vermoedelijke dader, een Ambonees, gearresteerd. Het zou een wraakneming zijn geweest op collega's en niets te maken hebben gehad met de heersende ontevredenheid onder het personeel. Maar verdere informatie over incidenten ontbreekt en ook de Indische pers hield zich grotendeels stil. De Marine wilde, zeker na de muiterij op Hr. Ms. Zeven ProvinciĂŤn, haar vuile was binnen houden en meed elke publiciteit over incidenten. De arrestaties onder het Inlands personeel hadden grote gevolgen. Er werden 532 man ontslagen vanwege hun deelname aan de massale dienstweigeringen in januari en februari 1933. De Kweekschool voor Inlandse Schepelingen te Makassar werd gesloten en de aanname van Inlands personeel werd stopgezet, evenals de opleidingen voor vliegtuigmaker op Morokrembangan. Deze stop bleef tot 1937 gehandhaafd. We zullen later zien dat de Marine zich hiermee ook in haar eigen vlees sneed.

29


Lezingenprogramma Najaarsvergadering voor Zeegeschiedenis Locatie Het gebouw van de Marinebedrijf Sport en Ontspanningsvereniging (MBSOV), Hoofdgracht 4, 1781 AA, Den Helder.

12.00 -12.30 Lezing Jaimie Karreman. “In het diepste geheim. Spionageoperaties van Nederlandse onderzeeboten van 1968 tot 1991” 12.45-13.45 Lunch 13.45 – 14.15 Lezing Leon Homburg. “De ‘Woodstock Navy’” 14.30 – 15.00 Lezing Anselm van der Peet. “Out-of-area. De Koninklijke Marine en multinationale vlootoperaties 19452001” 15.15 – 17.00 Rondleidingen naar keuze in verschillende groepen en daarna vrij rondlopen door het museum. – Onderzeeboot Tonijn – Het Torentje – Zeeslag 17.00 -17.45 Borrel in het gebouw van de Marinebedrijf Sport en Ontspanningsvereniging (MBSOV)

30


Deelname aan de lezingen is gratis voor de vrienden van het Marinemuseum. Voor de facultatieve deelname aan lunch, rondleidingen en borrel worden 25 euro in rekening gebracht. Opgave graag voor 28 oktober via a.dewit@marinemuseum.nl met vermelding of wel of geen deelname aan lunch/borrel en rondleiding.

Gratis toegang tot alle Defensie musea. In de week van 6 tot en met 12 november is er gratis toegang tot alle vier Defensiemusea voor alle Vrienden van de vier musea (NMM, Marinemuseum, Mariniersmuseum, Marechaussee museum). Op vertoon van de eigen donateurspas krijgen Vrienden toegang tot
alle vier Defensiemusea.

Bosscherlezing 26 oktober 2017 In het kader van 100 jaar MLD Op 18 augustus 2017 was het honderd geleden dat de Marine Luchtvaart Dienst is opgericht. Sindsdien is het een onlosmakelijk onderdeel van de Koninklijke Marine geweest, hoewel dat niet altijd een vanzelfsprekendheid was. Sinds mensenheugenis moest ook de MLD met beperkte middelen haar taken verrichten, wat vaak werd gecompenseerd door de toewijding en inzet van het – ook door de jaren heen beperkte – personeel. Op 26 oktober 2017 werden de donateurs van de Stichting Vrienden van het Marnemuseum warm ontvangen door de vrijwilligers van de MLDTraditiekamer en verwelkomt door de schrijvers van het boek "Een eeuw Marineluchtvaartdienst", te weten: Kees Leebeek, Arie van der Hout, Anne van Dijk en Kees Bakker. Na de ontvangst met koffie en thee, en een eerste rondgang door de Traditiekamer, werden wij uitgenodigd om plaats te nemen in het prima geoutilleerde auditorium waar Anne van Dijk als proloog een korte 31


samenvatting van de achtergronden van de MLD Traditiekamer gaf, waarna vervolgens Kees Leebeek de lezing begon vanaf de eerste stappen die werden gezet om het vliegend materieel bij de Koninklijke Marine te introduceren vanaf 1914. Veel geld was er toen al niet en vaak moest men het hebben van geĂŻnterneerde (vijandelijke) vliegtuigen die in Nederland een noodlanding moesten maken en vaak dusdanig beschadigd waren dat zij na kleine reparaties door het personeel van de KM konden worden hergebruikt. Bij jet begin van de Tweede Wereldoorlog wist men een aantal vliegtuigen via Frankrijk naar Engeland te loodsen waar het materieel werd opgenomen door de RAF, net de vliegers die na de chaotische evacuatie uit Nederland gingen samenwerken met de Britse Strijdkrachten. Acht drijvervliegtuigen, de Fokker T-VIII W, werden ingedeeld bij het RAF Coastal Command. Op 2 augustus 1940 werden Squadron 320 en 321 voorzien van deze officiĂŤle RAF benaming. In de zomer van 1942 liep de druk van het Duitse onderzeebotenoffensief dusdanig op dat men besloot om via omgebouwde koopvaardijschepen te gebruiken als start- en landingsbaan in de Atlantische Oceaan, waardoor jachtvliegtuiten en bommenwerpers aanvallen te laten uitvoeren op Duitse onderzeeboten. Koopvaardijschepen werden voorzien van een katapult om de jachtvliegtuigen te lanceren. Bij terugkomst konden de vliegtuigen echter niet landen op een vliegdek en moesten noodgedwongen ditchen naast het schip. Later werden de zogenaamde MAC-schepen ontwikkeld die werden voorzien van een vliegdek.

Tot slot, Er kwamen vragen op welke manier nieuwe donateurs zich kunnen aan melden. Op de volgende pagina is alle informatie hieromtrent te vinden. Zowel het aanmelden per brief als via E-mail.

32


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.