
13 minute read
STOW
ZO WERD STOW
De vreugdesprong die Jos De Vuyst maakte toen stow tot Onderneming van het Jaar® werd uitgeroepen, leverde een iconische foto op. Het beeld krijgt dan ook terecht een ereplaats in de gebouwen van de rekkenspecialist. De CEO staat stil bij wat ook voor zijn bedrijf een heel speciaal jaar was.
Het oorspronkelijk in Wevelgem gestarte familiebedrijf mag zich na diverse omzwervingen en eigenaarswissels een cruciale toeleverancier voor de logistieke sector noemen. Het hanteert de ‘corporate governance’ van een beursgenoteerd bedrijf, waarbij ook externe bestuurders deel uitmaken van de raad van bestuur. Intussen is de onderneming al diverse jaren gevestigd in de industriezone van Spiere-Helkijn. Vanuit die biotoop groeit stow als kool. Die expansie is, naast de manier waarop de onderneming wordt geleid, meteen één van de belangrijkste redenen waarom het bedrijf de recent verworven bekroning binnenhaalde.
“Onze expansie van de jongste jaren mag inderdaad gezien worden”, stipt Jos De Vuyst aan. “Het omzetcijfer is gegroeid tot 614 miljoen euro en we koesteren de ambitie om op termijn de kaap van één miljard euro te overschrijden. Ook het personeelsbestand boomde enorm. De familiale kmo met circa 40 mensen groeide uit tot een speler die vandaag 1.750 medewerkers telt. Bovendien staan er momenteel nog circa 90 vacatures open voor onze site in Spiere-Helkijn.”
Hoogtechnologisch
Er is evenwel nog een andere factor die cruciaal is in de vlucht die stow maakt. Vergeet het imago van de simpele rekkenfabrikant, het bedrijf doet veel meer
dan dat. “We kunnen gerust stellen dat we een hoogtechnologisch bedrijf zijn geworden dat het leven van klanten een stuk eenvoudiger maakt. Centraal in dat verhaal staat het shuttlesysteem Atlas. Dit is een semi-automatisch systeem voor palletopslag in diepe kanalen. De verrijdbare shuttle, voorzien van eigen stroomvoorziening, rijdt op rails voor de in- en uitslag van pallets in een speciaal ontworpen rekkenstructuur, wat een optimale opslagcapaciteit faciliteert. De laad- en lostaken gebeuren zonder menselijke tussenkomst en worden doorgegeven door de bestuurder van de heftruck, via een afstandsbediening. Als de taak achter de rug is, keert de shuttle terug naar de uitgangspositie en is hij klaar om met een heftruck te worden vervoerd naar een nieuwe baan, voor een nieuwe taak.”
Die innovatieve, geautomatiseerde aanpak laat een milieuvriendelijke, efficiënte, veilige en betrouwbaarder stockage mogelijk toe en bespaart on-

BEKRONING VOOR BELGISCHE BEDRIJVEN De familiale kmo met circa 40 mensen groeide uit tot een speler DIE ZICH ONDERSCHEIDEN EY organiseert de award voor ‘Onderneming van het Jaar®’ sinds 1995. Al 26 jaar zet de prijs Belgische bedrijdie vandaag 1.750 medewerkers telt. Bovendien staan er momenteel nog ven in de kijker die zich onderscheiden door hun innova- circa 90 vacatures open voor de tieve aanpak, gedurfde en internationale visie, strategie, gezonde financiële positie, geëngageerd teamwork, site in Spiere-Helkijn. deugdelijk bestuur, ambitie en volharding om verder te groeien. Opvallend: van de 3 andere genomineerden waren er 2 West-Vlaamse bedrijven, namelijk Abriso-Jiffy en Van Marcke. jaar voor stow, onder meer omwille van holding waaronder ook diverse van onze jongste weken hadden we weer mooie de Amerikaanse groep Blackstone.” onder stow, als grootste merk en grootste bedrijf. “Het was geen sinecure om die 1.750 mensen allemaal op dezelfde telbare heftruckbewegingen. Het hoeft zal afhangen van hoe het virus verder een aantal sales- en engineeringmensen dan ook geen verbazing te wekken dat evolueert om te zien of de economie zich gebeurde niet zonder slag of stoot. Daarje de rekken van stow bij tal van belang- daadwerkelijk en definitief weer op gang naast hebben we in een aantal fabrieken rijke spelers terugvindt. Colruyt, Ikea, trekt.” ook machines moeten ombouwen en bol.com, Zalando, Amazon, noem maar investeringen moeten doen om onze op. “Je vindt onze rekken van Moskou Eén merk, één bedrijf producten overal uniform te kunnen tot Melbourne, maar uiteraard ook in maken. We hebben heel sterk de puur België.” 1 januari 2020 was ook om een andere subjectieve weerstand van mensen tegen reden een mijlpaal: vanaf dat moment veranderingen gevoeld, maar we zijn Energievretend 2020 werken ze bij stow onder de slogan ‘one ervan overtuigd dat iedereen zich nu brand, one company’. “Sinds 2013 maak- realiseert dat we echt de juiste weg zijn 2020 was om vele redenen een speciaal ten we deel uit van de groep Averys, een ingeslagen.” (BVC - Eigen foto's) de bekende pandemie. “De grootste directe internationale concurrenten Op donderdagvoormiddag 25 februari omzetdalingen situeerden zich tussen vielen. Tussen die bedrijven was er geen organiseert Voka West-Vlaanderen een april en augustus. Vanaf oktober ging enkele vorm van synergie. Daarom heb- ontbijtsessie in het kader van de 'Interde verkoop weer in stijgende lijn, al zal ben we het geweer radicaal van schouder national Growth Talks'. Jos De Vuyst de omzet van 2020 toch circa 15% lager veranderd toen de hele groep in 2018 in geeft er toelichting over het internatioliggen dan 12 maanden eerder. Zeker de handen kwam van het management en nale groeiverhaal van zijn bedrijf. lijn te krijgen, vooral het overtuigen van vooruitzichten omwille van de investe- www.voka.be/activiteiten/gesprek-metringsprojecten die in Europa, maar ook Sindsdien vallen alle andere rekkenfa- ondernemer-van-het-jaar-2020-stowin eigen provincie, op stapel staan. Het brikanten van het voormalige Averys nu international

In de West-Vlaamse textielwereld verdient de familie Verstraete een podiumplaats. De roots van het familiebedrijf, dat nu toe is aan de vijfde generatie, gaan terug tot in 1860. Onder de holding Fin-Col (geconsolideerd goed voor 30 miljoen euro en 160 werknemers) ressorteren 4 bedrijven: de textielververijen Masureel en Verlimas, coatingbedrijf Flocart, en Basaltex, dat hoogwaardige technische weefsels produceert. Pater familias Francis Verstraete zag de voorbije jaren ook zijn zonen Denis en Charles toetreden tot de zaak.
Denis, Francis en Charles Verstraete — Fin-Col
Met 4 bedrijven is jullie familie een vaste waarde in het West-Vlaamse textiellandschap. De rode draad: toegevoegde waarde realiseren als toeleverancier van textielbedrijven. Is dat een strategische optie geweest: niet alle eieren in één mand leggen?
Francis Verstraete: “Zoveel is wel zeker. Het moest ook zo. In onze branche zijn de vaste kosten groot, dus drong schaalvergroting zich ook op. Waterzuivering, waterwinning, energiebevoorrading: alles heeft een prijs. Als je die zaken kan spreiden over diverse bedrijven, dan doet men daar op groepsniveau zijn voordeel bij. Ook de herlokalisatie van alle bedrijven naar één site van 6 hectare groot in Wevelgem was een strategische beslissing en zorgt voor beduidend meer efficiëntie.”
U bent een door de wol geverfde textielondernemer. Hoe heeft u zelf de textielindustrie in Zuid- West-Vlaanderen zien veranderen sinds het jaar 2000?
Francis Verstraete: “Ik merk 2 cruciale evoluties. Eén: begin deze eeuw, rond het jaar 2004, kreeg onze sector duidelijk te maken met een forse concurrentie vanuit het Verre Oosten, bijvoorbeeld in de jacquard-industrie. Een tweede belangrijke evolutie situeert zich rond 2008, gelieerd aan de bankencrisis van dat jaar. Op slag werd hier een stuk minder geïnvesteerd en verhuisde flink wat productie naar ander landen, zoals China of Turkije.”
Stond daar dan niets tegenover?
Francis Verstraete: “Gelukkig wel. We hebben hier de voorbije 20 jaar duidelijk een opmars meegemaakt van het technisch textiel. Nu is de textielsector in zijn geheel gestabiliseerd en er is zelfs opnieuw sprake van een lichte groei. Het is dus niet allemaal kommer en kwel.”
Heeft de maakindustrie hier nu meer toekomst dan 10 of 20 jaar geleden, gezien de ontegensprekelijke delokalisatie naar Oost-Europa of het Verre Oosten?
Francis Verstraete: “Jawel, ik geloof in de
kansen van de maakindustrie hier. We hebben troeven die andere regio’s niet meteen hebben. Ik denk in de eerste plaats aan onze fundamentele onderzoekscentra zoals Centexbel of het onlangs geopende Circular Materials Center. De beroepsfederatie Fedustria, waarvan ik nog tot 2022 voorzitter ben, legt ook steevast de nadruk op het belang van fundamenteel onderzoek en innovatie voor de toekomst. Onderschat ook niet wat corona teweegbrengt: proximiteit wordt opnieuw belangrijker, en ook dat speelt onze maakindustrie in de kaart. Ik merk bij veel textielbedrijven alvast een herwonnen competitiviteit.” Denis Verstraete: “We zijn er, als vertegenwoordigers van een jongere generatie, ook van overtuigd dat de pandemie de noodzaak van een sterke en efficiënte Europese maakindustrie terug nieuw leven kan inblazen, mits een goede en doordachte aanpak. We willen ook met onze bedrijven die kans grijpen.”
Vatten we jullie visie op de business goed samen als we zeggen dat wie innoveert, altijd tot het winnende kamp behoort en dat de aanhouder ook altijd wint?
Francis Verstraete: “De textielsector van vandaag en morgen is in niets meer te vergelijken met die van gisteren, met nieuwe tendensen zoals robotica of de 4.0 digitalisering. Ik denk te mogen zeggen dat wij met onze bedrijven ook tijdig die switch gemaakt hebben en daar nu al de vruchten van plukken. Maar dat is niet voldoende. Men mag toch ook nooit vergeten dat de marktvraag cruciaal is en blijft: je moet met die producten komen waarnaar vraag is. Hoe innovatiever, hoe beter. Kijk maar naar onze aanpak met Basaltex. We troffen in Rusland een technologie aan waar, via extrusie, garen werd gemaakt uit basaltsteen. We hebben overwogen om in Rusland te investeren, maar hebben uiteindelijk gekozen voor een samenwerking met de beste producent van basaltgaren. Dat bestaat uit 100% steen en biedt talrijke mogelijkheden in zowel technologische als ecologische toepassingen. Op vandaag hebben we een hele reeks interessante toepassingsdomeinen binnen de composietmaterialen. Innovatie was dé springplank.” Denis Verstraete: “We willen niet pocherig overkomen, maar het mag gezegd worden: wij zijn actief met chemische
processen in dienst van de textielsector. Je weet dat chemie niet bepaald sexy is in de buitenwereld. Toch hebben we succes met elk van onze bedrijven. Dat was lang niet vanzelfsprekend. De reden van dat succes? We hebben tijdig ingezien dat onze processen over de hele lijn ook een duurzaam karakter moesten vertonen. Dat was geen evidente en zelfs een lange zoektocht, maar we zijn erin geslaagd. Enerzijds door het uitbouwen van een eigen sterk R&D-departement en vervolgens mede dankzij partnerships met derde partijen zoals onder meer Centexbel.”
West-Vlaamse ondernemers zijn doeners, die soms te weinig tijd nemen voor reflectie en strategische bezinning. Jullie hebben net zo’n strategische denkoefening achter de rug, samen met de KU Leuven. Wat zijn de belangrijkste conclusies?
Denis Verstraete: “Voor de 4 bedrijven in de groep zijn 3 punten steevast naar voor gekomen: innovatie, duurzaamheid en passie voor de maakindustrie hier. Die moeten meer nog dan in het verleden de speerpunt worden van onze strategie. We zijn ervan overtuigd dat we enkel zo het verschil zullen blijven maken in de markt.” Francis Verstraete: “Als we die uitgestippelde lijn aanhouden, zal groei automatisch volgen, zo leert de analyse. We zijn nu al marktleider in de textielveredelingssector in België. Ik zie in onze buurlanden nog mogelijkheden om marktaandeel te veroveren. Onze ambitie is duidelijk: we willen van een sterke lokale speler een stevige Europese speler worden. Maar omzet alleen is niet alles. We hebben ook andere maatschappelijke verantwoordelijkheden. Als werkgever bijvoorbeeld, maar ook inzake milieu.”
Duurzaamheid is voor overheden vaak een zaak voor de lange termijn. Kunnen jullie op dat vlak kortetermijnresultaten voorleggen?
Denis Verstraete: “Dat hebben we toch al bewezen. Mijn vader heeft destijds al het idee gehad om onze productiecentra vlak naast de Leie neer te zetten. We hebben nu eenmaal veel water vandoen in het hele productieproces. Maar we hebben onze milieuverantwoordelijkheid ook integraal opgenomen: de Leie krijgt van ons al jaren mooi gezuiverd water terug. We hebben bewust zwaar geïnvesteerd in duurzaamheid, maar we plukken daar ook de vruchten van.” Francis Verstraete: “We krijgen op dat vlak ook steeds meer het gelijk aan onze kant. Luister maar naar wat Europa met zijn Green Deal voorhoudt aan de industrie. Voor ons is dat al langer een speerpunt. We zijn voor veel zaken al klaar met wat Europa vraagt.”
“Je hoort nu vaak zeggen: ‘never waste a good crisis’. Wel, wij wisten dat al lang voor corona in het land was.” — Charles Verstraete

Dit is een typisch familiale groep, inmiddels toe aan de vijfde generatie. Wat zijn de pro’s en de contra’s?
Francis Verstraete: “Draai of keer het zoals je wil, familiebedrijven hebben meestal een duidelijke missie: iets moois doorgeven aan de volgende generatie. Nu mijn 2 zonen volop meedraaien, zit hier dan ook een tevreden man. Familiebedrijven hebben ook één zeer groot voordeel op andere bedrijven: ze zijn snel en uiterst wendbaar. Maar ik zal het niet verstoppen: de verantwoordelijkheid die op je schouders wordt gelegd, weegt bij momenten zwaar. Je staat er ook zowat alleen voor. En het is een leven lang werken, werken en nog eens werken. Maar ik doe het nog steeds met passie.”
De opvolging lijkt hier bijzonder vlot verlopen te zijn. Wat is het geheim?
Denis en Charles Verstraete (unisono): “Zeg maar dat we er op natuurlijke wijze ingerold zijn. Rond de familietafel of de bestuurstafel is dat nooit echt een thema geweest.” Francis Verstraete: “Ook voor mij was dat de normale gang van zaken: als ze er zin in hadden, dan waren ze welkom. Maar onder één voorwaarde: ze moesten eerst elders hun strepen verdienen.” Denis Verstraete: “Gelukkig maar. Dat zie ik als een verrijking. Als je na jaren elders te hebben gewerkt, toetreedt tot het familiebedrijf, kom je toch binnen met wat opgedane ervaring. Dat kan helpen om credibiliteit te bekomen bij de nieuwe collega’s. Je hebt dankzij die ervaring ook altijd het gevoel dat je onmiddellijk kan bijdragen tot bepaalde zaken.”
In 2019 kregen jullie in volle zomer te maken met een verwoestende brand bij jullie bedrijf Flocart in Gullegem. Minder dan 6 maanden later was de productie weer opgestart. Heeft dat traumatische voorval jullie sterker gemaakt?
Denis Verstraete: “Absoluut. Het heeft ons met de neus op de feiten geduwd en ons meer dan ooit verplicht om zaken in vraag te stellen." Francis Verstraete: “Die brand heeft ons ook geleerd veel efficiënter te werken. In Wevelgem hebben we de 4 bedrijven nu op één site bijeen gebracht met minder ruimtebeslag. Het voordeel is dat er meer mogelijkheden bestaan voor synergie tussen de verschillende bedrijven.” Charles Verstraete: “Naar aanleiding van corona hoor je vaak zeggen: ‘never waste a good crisis’. Wel, wij wisten dat al lang voor corona in het land was."
Wat heeft corona u dan nog geleerd?
Francis Verstraete: “Dat niet alles kommer en kwel hoeft te zijn. De traditionele textielsector, aan wie wij onze diensten en producten toeleveren, herpakte zich fors in de tweede jaarhelft. Anders verging het evenwel de contractbusiness zoals met de hotelsector. Dat wij minder zwaar getroffen werden, heeft te maken met onze strategie van diversificatie. Vergeet ook niet dat wij nog altijd werken volgens een kmo-mentaliteit: niet versagen, er blijven voor gaan, elke dag opnieuw.” Denis Verstraete: “Ik vind het jammer dat de veerkracht van de Vlaamse ondernemer soms te veel als vanzelfsprekend wordt gepercipieerd. Dag na dag moesten ook de bedrijven het onderste uit de kan halen om onze welvaartstaat in stand te kunnen houden. Dat mag toch ook eens gezegd worden. Laat ons de slapeloze nachten, de financiële kopzorgen, het gebrek aan vooruitzicht en daarmee gepaard een diep verantwoordelijkheidsgevoel van bedrijfsleiders en medewerkers toch ook niet vergeten.” Charles Verstraete: “Ook in coronatijden kunnen we gelukkig terugvallen op een sterk team. We hebben het geluk om samen te werken met trouwe en heel gemotiveerde medewerkers. We zetten dan ook regelmatig mensen in de bloementjes die hier al 30 of 40 jaar werken." (Karel Cambien - Foto’s Stefaan Achtergael)