













Aperam, AGC Glass, BASF, maar ook dichter bij huis Balta, Sioen,…: het lijstje van industriële bedrijven die hun productie geheel of gedeeltelijk stilgelegd hebben, wordt met de dag langer. Volgens een Voka-enquête bij Vlaamse ondernemingen eind augustus vreest 40% van de energieintensieve industriële bedrijven dat ze hun productie zullen moeten terugschroeven of zelfs stilleggen door de hoge energieprijzen. Gezien het belang van de industrie in onze economie is dat een dramatisch vooruitzicht.
Het gewicht van de industrie in de totale economische activiteit is al decennialang aan het afnemen. Begin jaren 70 was de verwerkende nijverheid nog goed voor 30% van de toegevoegde waarde in de Belgische economie. Dat aandeel is ondertussen gehalveerd. Die neerwaartse trend leidde eerder al tot discussies over de vraag of een economie wel een industriële basis nodig heeft. In Europa is het Verenigd Koninkrijk het verst gegaan in de overschakeling naar een diensteneconomie. De verwerkende nijverheid is er vandaag minder dan 10% van de economische activiteit. Die transitie is niet meteen een grandioos succes gebleken.
Ondanks het relatief beperkte gewicht blijft de industrie een cruciale sector voor onze economie. Zo is die goed voor de helft van de bedrijfsuitgaven voor onderzoek en ontwikkeling, wat uiteraard belangrijk is in een economie waarbij succes meer en meer afhangt van innovatie. Daarnaast staat de verwerkende nijverheid ook in voor meer dan de helft van onze export. Bovendien zijn bedrijven die deelnemen aan internationale handel gemiddeld productiever dan bedrijven die enkel gericht zijn op de binnenlandse markt. Dat weerspiegelt zich ook in de verwerkende nijverheid, die gemiddeld 40% productiever is dan de rest van de economie. De sector is dus ook een motor voor onze productiviteit, de echte sleutel van onze welvaart. Naast de directe impact van de sector is er trouwens ook een heel ecosysteem van dienstverlenende bedrijven en toeleveranciers aan gekoppeld.
De afname van het gewicht van de industrie in onze economie was de jongste 10 jaar gestopt. Er is een reëel risico dat deze crisis die trend terug opstart. De hele Europese industrie wordt immers geconfronteerd met een belangrijke energiehandicap tegenover de rest van de wereld. België doet daar nog een serieuze loonhandicap bovenop. Die handicaps komen bovenop andere zoals de krapte op de arbeidsmarkt, het gebrek aan flexibiliteit, de fiscaliteit, de regelgeving… In deze crisis dreigen vooral industriële bedrijven in moeilijkheden te raken. Als die zouden vertrekken, dan komen die ook na de crisis niet meer terug.
De energiecrisis en de oorlog in Oekraïne hebben ook gevolgen voor de export vanuit Vlaanderen.
Vlaanderen wordt op basis van de nu beschikbare cijfers geconfronteerd met een negatieve handelsbalans, we importeren meer dan we exporteren. Dat is voor het eerst
sinds meer dan 10 jaar. De negatieve handelsbalans moet een duidelijk teken aan de wand zijn voor beleidsmakers. De verminderde concurrentiekracht kan in de toekomst slachtoffers maken. In absolute cijfers stijgt de export wel, wat vooral te maken heeft met de doorvoer van energie en de gestegen prijzen.
Vlaanderen leeft van internationale handel, een op de drie jobs is eraan gelinkt. We hebben er alle baat bij om maatregelen te nemen die de concurrentiekracht van onze ondernemingen stutten. Deze crisis zet de wereld zoals we die kennen op zijn kop. De covidcrisis verstoorde sterk de internationale goederenstromen. Tot op vandaag is de handel met China niet hersteld en is er nog een aanzienlijke daling van het exportvolume naar China.
De huidige energiecrisis voegt daar een verlies aan concurrentiekracht aan toe. Productiebedrijven kunnen moeilijk opboksen tegen concurrenten uit andere continenten waar de energieprijzen niet zo fel gestegen zijn als hier. Wanneer Europese productie-eenheden worden stilgelegd, is het maar de vraag of de klanten bij de heropstart ook zullen terugkomen.
Terwijl vele ondernemers de bres in de dijk elke dag groter zien worden, koos de Vlaamse regering ervoor om… te wachten met concrete maatregelen tot de Septemberverklaring eind deze maand. En Vivaldi… Vivaldi kijkt volgend jaar aan tegen een begrotingstekort van 31,5 miljard euro, of 5,44 procent van het bbp. Het ziet dan ook geen andere uitweg dan zich vast te klampen aan Europa en prijsplafonds waarvan niemand de impact echt kan inschatten. Vivaldi en het Europese project, ze hebben één ding gemeen: ze beleven het zoveelste moment van de waarheid en geloofwaardigheid. Zoals eerder gezegd, moet Europa versneld werk maken van haar vernieuwde strategie om in strategische sectoren op eigen benen te staan. En Vivaldi moet dit land de drastische hervormingen gunnen die het verdient. De klok tikt. Het aftellen is begonnen.
Mediaregie: Sven Van Ryckeghem
Nog even en Edgard & Cooper – kwalitatief hoogstaande dierenvoeding voor honden en katten.
Aan de basis van het nichebedrijf dat inmiddels naar de 70 miljoen euro omzet neigt, 180 medewerkers telt en al zijn ankers heeft uitgegooid in WestEuropa, liggen 3 West-Vlamingen: Jürgen Degrande, Louis Chalabi en Koen Bostoen.
Handelen in brandstoffen lijkt anno 2022 een specialisatie die met uitsterven bedreigd is. PMO, de onderneming van de familie Vandenbroucke uit Proven, bewijst het tegendeel. Met diverse innovaties wapenen ze zich voor de nakende energietransitie.
Fotografen: Stefaan Achtergael, Dries Decorte, Kurt Desplenter, Michel Vanneuville, Els Verhaeghe
Journalisten: Karel Cambien, Stef Dehullu, Roel Jacobus, Joyce Mesdag, Bart Vancauwenberghe, Dirk Vandenberghe
Druk: Lowyck
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvuldigd, opgeslagen of openbaar gemaakt, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
‘Never waste a good crisis’: de slogan gaat tijdens elke moeilijke periode op voor verschillende ondernemingen.
Bij Alpina ondervinden ze dat nu aan den lijve. Hun merk Infralia scoort beter dan tevoren omdat de gasprijzen duizenden mensen naar goedkopere alternatieven zoals infraroodverwarming doen grijpen. Plots mag zaakvoerder Bart Surmont mensen uit Limburg en Nederland verwelkomen in zijn showroom in Wevelgem.
Grote vraag naar infraroodverwarming
De roots van Infralia liggen in de schoot van Alpina, dat zich sinds jaar en dag toelegt op de levering van toestellen aan de horeca. “Dat zijn hoofdzakelijk horizontale en verticale grills”, legt Bart Surmont uit. “Door regelmatig met hore ca-uitbaters te spreken, merkten we dat zij op zoek waren naar een goede manier om hun terrassen te verwarmen. Zo zijn we destijds met infraroodverwarming voor buitentoepassingen gestart, onder de naam Infralia.”
Dat zette klimatisatie meteen hoger op de agenda van het West-Vlaamse bedrijf, dat zich vervolgens ook ging toeleggen op luchtsterilisatie via UV-techniek. “We waren daar al mee bezig voor de pande mie doorbrak. De coronaproblematiek heeft de vraag naar dergelijke oplossin
gen aanzienlijk laten groeien. De voorbije 2 jaar hebben we daar honderden toestel len van verkocht. Intussen hebben we het aanbod verruimd van 1 naar 5 modellen, van kleinere tot grotere capaciteit. Ze ma ken het mogelijk om in 1 flow van 85 tot 1.800 m³ lucht te zuiveren door het DNA van alle aanwezige pathogenen te doden.” Nu het zwaartepunt van die gezond heidscrisis wat achter de rug lijkt, viel de vraag tijdelijk terug, maar met de winter in aantocht verwacht Bart Surmont weer een opwaartse curve voor deze produc ten. “In de zomer zitten mensen veel buiten. Nu de temperaturen weer een stuk lager liggen en we meer tijd binnen zullen doorbrengen, zullen mensen opnieuw meer aandacht hebben voor de luchtkwa liteit binnenin.”
Zuivere lucht is één ding, aangename warmte is een ander paar mouwen, zeker nu de gasprijzen door het dak gaan. “Infraroodverwarming was al in trek voor buitentoepassingen, de jongste weken merken we dat velen dit ook willen
De Belgische markt blijft belangrijk, al mikken Infralia en Alpina al langer veel verder dan het thuisland. “Export is cruciaal, met onder meer distributeurs in Ierland, Engeland, Duitsland, Frankrijk en Dubai. Aan een uitbreiding richting de Verenigde Staten denken we nog niet, in eerste instantie om praktische redenen: onze toestellen werken op 220V, terwijl dat ‘over de grote plas’ 110V is. We sluiten niet uit dat het er ooit van komt, maar momenteel hebben we andere prioriteiten”, vertelt Bart Surmont.
gebruiken voor binnen. Dat is een goed idee, want infraroodverwarming werkt op basis van elektriciteit, die tegenwoordig goedkoper is dan gas. Het werkt wel op een andere manier dan de terrasverwarmers. Die werken op basis van ‘middengolven’, wat zorgt voor een heel krachtige warmte. Buiten kan je dat verdragen, maar binnen zou dat te hevig zijn. Infraroodverwarming binnen is stralingswarmte via lange golven en warmt in eerste instantie massa op. Dat zijn vloeren, wanden en meubels, maar ook mensen. Verwarming op basis van gas is convectiewarmte, die eerst de ruimte opwarmt. Dat proces duurt langer dan stralings warmte.”
Een toestel voor infraroodver warming is een kant-en-klare oplossing, waarvoor je alleen een stopcontact nodig hebt. Een thermostaat en temperatuurrege
ling zijn ingebouwd. “Je plaatst het toestel waar en wanneer je het nodig hebt. Eén standaard toestel volstaat om vrij snel een ruimte tot 30 m² op te warmen. Zeker men sen die ook over zonnepanelen beschikken, hebben de beperkte investering in infra roodverwarming snel terugverdiend. De toestellen zijn verpakt in een design jasje, waardoor ze passen in elk decor.”
Infraroodverwarming zit bij diverse doelgroepen in de lift. “We ontvangen hier particulieren uit eigen streek, maar af en toe komen er ook mensen binnen met een Antwerpse, een Limburgse of zelfs een Nederlandse tongval. De mond-tot-mond reclame blijkt heel effectief. Daarnaast krijgen we steeds meer vragen van profes sionals, zoals onder meer projectontwikke laars of architecten. Recent informeerden ook opvangcentra voor vluchtelingen.” (BVC - Foto’s Kurt)
www.infralia.com
“Het gebruik van infraroodwarmte voor indoortoepassingen was tot voor kort weinig bekend, maar daar komt nu duidelijk verandering in.”
AI-GUST, dat is de naam van het fintechbedrijf dat sectorgenoten Vandelanotte, BDO België en Van Havermaet oprichten. De nieuwe Belgische AI-speler bundelt data uit alle mogelijke bestaande boekhoudsoftwarepakketten en andere bronnen en laat er artificiële intelligentie op los om automatisch financiële adviezen, trends en benchmarks te formuleren voor de bedrijfswereld. AI-GUST, dat vanuit de universiteitsstad Leuven actief zal zijn, neemt het komende jaar een 10-tal computerwetenschappers, data-ingenieurs, frontend-ontwikkelaars en softwareingenieurs aan.
Zoveel passagiers kozen in juli en augustus Luchthaven Oostende-Brugge voor hun vakantie. Dat is een stijging van 34% in vergelijking met 2021. Reizigers konden deze zomer kiezen uit 13 bestemmingen in Griekenland, Spanje en Turkije. “We zijn blij dat de mensen de weg naar onze luchthaven hebben teruggevonden”, zegt CEO Eric Dumas.
Ondernemen is geen sinecure: het is een boeiend en uitdagend traject van vallen en opstaan, met tegenslagen maar ook met veel successen en doorbraken. Daarom zetten we naar jaarlijkse traditie onze jubilarissen in de kijker. Bestaat je onderneming 25, 50, 75, 100,… jaar?
Laat het ons dan zeker weten via kellie.saelens@voka.be.
Begin september werd de gloednieuwe bottelarij van Brouwerij De Halve Maan feestelijk ingehuldigd in het bijzijn van eerste minister Alexander De Croo, Vlaams viceminister-president Hilde Crevits en burgemeester Dirk De fauw. De eerste spadesteek van het nieuwe gebouw dateert van oktober 2019. Het eindresultaat is een state-of-the-art verwerkingscentrum dat de capaciteit verdrievoudigt. “Na de ondergrondse bierpijpleiding is dit alweer een indrukwekkend project waarbij innovatie en duurzaamheid de rode draad zijn. Met deze uitbreiding zijn we klaar om ons groeiverhaal voort te zetten”, vertelt Xavier Vanneste. ( Foto Jan Darthet)
Voka West-Vlaanderen zet jubilarissen in de bloemetjes
Nieuwjaar 2022 was een mijlpaal voor Jan De Bock: sinds de jaarwisseling is hij de nieuwe managing director bij delaware Belux. Nu al staat vast dat hij over een vijftal jaar de fakkel doorgeeft, geheel in lijn met de strategie van de end-to-end-partner in digitalisering. “Dat is de beste manier om de langetermijnvisie te bewaren en de onderneming klaar te stomen voor de volgende generaties.”
Jan De Bock is het beste bewijs van hoe je binnen een onderneming kan doorgroeien. “Na het behalen van mijn universiteitsdiplo ma, ben ik hier in 2004 aan de slag gegaan als junior. Door uitgebreide coaching en veel opportuniteiten heb ik de kans gekregen om stelselmatig op te klimmen. Dat is het beste bewijs van hoe je in onze organisatie kan doorgroeien.”
De Bock is de opvolger van Patrick Ander sen. “Het is een bewuste keuze van dela ware om na een periode van 5 à 6 jaar een andere managing director te kiezen. Op die manier waait er regelmatig een frisse wind door de onderneming, waarbij de managing director eigen accenten kan leggen, zonder na verloop van tijd dingen als vanzelfspre kend te ervaren of in automatismen te vervallen.”
De managing director bij delaware is zeker niet de enige die de visie uitstippelt. “Dit is een partnership van 29 vennoten, waarbij
het mijn functie is om de ideale omstandig heden te creëren, zodat onze mensen het verschil kunnen maken. Daarnaast zorg ik ervoor dat de neuzen in dezelfde richting wijzen. Eén van mijn taken is de uitvoering van het delaware 5.0-plan, dat er onder andere op gericht is de synergie tussen onze internationale afdelingen te bevorderen, vooral in functie van kennisdeling en -borging. Door een goede balans tussen onze divisies in verschillende landen, kun nen we de lokale afdelingen sterker maken.”
“Daarnaast willen we dichterbij onze klanten staan”, vervolgt Jan De Bock. “We bedienen hen met end-to-end-oplossingen in functie van hun digitale transformatie. De focus ligt daarbij op sectoren zoals voeding, chemicaliën, de gezondheidszorg, retail, productiebedrijven (manufacturing), de automotive-markt en aanbieders van nutsvoorzieningen. Onze voornaamste krachten zijn onze onafhankelijkheid én onze diepgaande technologische kennis. We implementeren onder meer SAP, Microsoft en Salesforce.”
Vanaf 2025 rolt de onderneming dan het delaware 6.0-plan uit, gericht op de expansie tegen 2030. “Heel bewust loopt de mandaatperiode van de managing director niet synchroon met de uitstippe ling van de nieuwe toekomstplannen. Op die manier staat deze functie echt volledig in dienst van de organisatie.” Bij delaware Belux werken nu circa 1.650 mensen. “Op 5 september alleen al verwelkomden we 150 schoolverlaters, die na een intensieve oplei dingsperiode vanaf oktober al meerwaarde kunnen creëren voor onze klanten. Ook zij zullen alle kansen krijgen om binnen onze organisatie te groeien”, besluit Jan De Bock. (BVC - Foto Kurt)
Jan De Bock is nieuwe managing director van delaware BeLux“Door om de 5 jaar van managing director te veranderen, waait er regelmatig een frisse wind door de onderneming.”
— JAN DE BOCK
In bepaalde gevallen kan cameratoezicht op de werkplek gevolgen hebben voor de privacy van de werknemer. Daarom is de wetgeving inzake gegevensbescherming van toepassing, evenals cao nr. 68.
MBA Highlights Advanced start voor de tweede keer op 2 maart 2022. De residentiële opleiding bestaat uit 4 modules die inhoudelijk verzorgd worden door topprofessoren van Solvay Business School.
Module 1 | woensdag 2, donderdag 3 & vrijdag 4 maart 2022 | Growth & Corporate Finance
Camerabewaking op de werkplek, met of zonder beeldopslag, is slechts toegestaan voor een beperkt aantal in cao nr. 68 genoemde doeleinden. Dat zijn:
De Ieperse vestiging van bedrijvengroep United Experts, dat ondernemers bi jstaat met expertise, verhuist naar het hoofdgebouw van het Ieper Business Park, het voormalige spraaktechnolo giebedrijf Lernout & Hauspie. Daar neemt het meteen 2 verdiepingen in gebruik.
» de veiligheid en gezondheid;
Module 2 | vrijdag 1 & zaterdag 2 april 2022 | Influencing for success (on derhandelen en change) – Organisa tiecultuur, effectieve groei, anatomie van falen in een interna
» de bescherming van de goederen van de onderne ming;
» de controle van het productieproces, die betrekking kan hebben op zowel de machines, om de goede werking ervan na te gaan, als op de werknemers, ter evaluatie en verbetering van de werkorganisatie;
» de controle van de arbeid van de werknemer.
De werkgever moet het doel van het cameratoezicht dui delijk en expliciet definiëren en zijn werknemers hierover informeren (desgevallend via de ondernemingsraad of het comité voor preventie en bescherming op het werk). Bovendien moet het cameratoezicht toereikend zijn, ter zake dienen en zich beperken tot wat noodzakelijk is voor de doeleinden.
Ook een prangende vraag?
Wij antwoorden binnen de 2 werkdagen!
De informatie die de werkgever moet verstrekken heeft ten minste betrekking op de volgende aspecten van de camerabewaking:
» het nagestreefde doeleinde;
» het feit of de beeldgegevens al dan niet bewaard worden;
» het aantal en de plaatsing van de camera(’s);
United Experts werd in 1996 opgestart als een landbouwstudiebureau, onder de naam DLV. Intussen stelt de bedrijvengroep zo’n 400 medewerkers tewerk, verspreid over 13 verschillende vestigingen in Vlaan deren. De afdeling in Ieper werd opgestart door Carlos Roelens in 2015 en is intussen al 3 keer verhuisd binnen de site op Ter Waarde.
» de betrokken periode of perioden gedurende de welke de camera(‘s) functioneert (functioneren).
Voortdurend of tijdelijk
Al naargelang het beoogde doel is camerabewaking op de werkplek voortdurend of tijdelijk. De camerabewa king kan voortdurend of tijdelijk zijn wanneer één van de volgende doelen wordt nagestreefd:
» de veiligheid en gezondheid;
» de bescherming van de goederen van de onderne ming;
» de controle van het productieproces, dat alleen betrekking heeft op de machines.
De camerabewaking moet tijdelijk zijn wanneer één van de volgende doelen wordt nagestreefd:
United Experts is een adviesgroep die zowel particulieren als ondernemers adviseert bij hun plannen en exploitatie in verschillende sectoren, van de landbouw, industrie en ambacht tot de zorgsector. “Concreet kun nen zowel ondernemers als particulieren bij ons terecht voor ondersteuning bij hun projecten of dromen”, zegt medebestuurder Carlos Roelens. “Iemand die bijvoorbeeld een bedrijfsgebouw wil realiseren en ondersteuning wenst rond de opstart van het project voor de aankoop, ontwerp en realisatie, kan bij ons terecht voor alle advies en administratie.”
» de controle van het productieproces met betrekking tot de werknemers;
» de controle van de arbeid van de werknemer.
Cao nr. 68 stelt dat het cameratoezicht in principe niet kan leiden tot inmenging in het privéleven van de werk nemer. Als het cameratoezicht echter toch leidt tot een inmenging in het privéleven van de werknemer, moet die inmenging tot een minimum worden beperkt.
Specifieke kennis “De wetgeving wordt steeds complexer. Steeds meer bedrijven en particulieren zijn dus vragende partij voor de expertise van onze adviseurs en experten. Wij hebben heel uiteenlopende en specifieke kennis in huis, zoals milieucoördinators, financieel adviseurs, juristen, archeologen, boomtechnische adviseurs, geluidsdeskundigen,… zodat wij vergaand kunnen begewww.unitedexperts.be
De werknemer heeft altijd een recht op toegang tot de beelden. De werkgever houdt intern een verwerkingsre gister bij, in het bijzonder wat betreft de camerabewa king op de werkplek.
U heeft een vraag over ondernemen, een reglementering, een moeilijke managementbeslissing? Stop dan even met Googelen en laat ons helpen.Vraag van de week
In welke gevallen mag je camerabeelden gebruiken om de medewerker te confronteren?Je hebt een vraag over ondernemen, een reglementering, een moeilijke managementbeslissing? Stop dan even met Googelen en laat ons helpen.
Maar liefst 142 inschrijvingen kreeg Voka binnen voor de – intussen traditionele – Zomerstages. Een 30-tal politici lopen stage bij een West-Vlaams bedrijf, een nieuw deelnamerecord in de regio. In Ondernemers brengen we telkens verslag uit van enkele stages.
Groen covoorzitter en Vlaams Parle mentslid Jeremie Vaneeckhout ging richting het Jan Yperman Ziekenhuis. Hij trok er een verpleegplunje aan en hielp mee met de verpleegkundigen. Hij zag er een ziekenhuis dat kwaliteit hoog in het vaandel draagt en patiënten met een warm hart verzorgt in een hoogtechnolo gische omgeving.
Federaal parlementslid voor N-VA Björn Anseeuw begaf zich naar airco- en warmtepompspecialist Daikin in Oostende. Hij ging er uitgebreid in op de arbeidsmarktkrapte. Ander belangrijk thema op de agenda was de gunstige fiscale regeling voor (wetenschappelijke) onderzoekers die R&D-activiteiten binnen bedrijven uitvoeren.
Vlaams Parlementslid voor CD&V Brecht Warnez trok naar Vanden Broele in Brugge om er de kennisinnovatie te ontdekken die zo eigen is aan het bedrijf. Tijdens de stage werden verschillende visies en heel wat informatie uitgewisseld over manieren om lokale besturen te on dersteunen met digitale dienstverlening, om hen nog performanter en klantgerich ter te maken.
Op 25 augustus stak federaal parlementslid Sander Loones (N-VA) de
handen uit de mouwen bij het Wevelgem se digital marketingbureau Studio Copain. Hij mocht lustig brainstormen over een nieuwe campagne, trok met copain Floris op klantenbezoek, vergezelde het team op locatiebezoek en gaf zijn ongezouten mening over een ‘top secret’ project.
Vlaams Parlementsleden voor N-VA Axel Ronse en Maaike De Vreese maak ten in de haven van Zeebrugge (de groot ste roll-on-roll-offhaven ter wereld) kennis met Wallenius Wilhelmsen Solutions. Het bedrijf investeert sterk in de haven van Zeebrugge, o.a. met de aanleg van bijko mende nieuwe terminalcapaciteit om de verdere groei vorm te geven. Daarbij gaat heel wat aandacht naar duurzaamheid.
Eind augustus kon MR-voorzitter Georges-Louis Bouchez het West-Vlaam se ondernemerschap ervaren tijdens zijn Voka Zomerstage bij Addax Motors. Na een rondleiding door de productiehal kroop hij zelf achter het stuur van een Addax Motor-voertuig en voerde hij een testrit uit. Op die manier kon hij kennis maken met het innovatieve bedrijf, dat hoge ambities koestert.
Het Voka-netwerk blijft uitbreiden! Dit zijn enkele nieuwe leden van de afgelopen maanden.
Waregem
Vincent Verhaeghe
Onafhankelijke energieleverancier voor de zakelijke markt. Scholt hanteert een zeer persoonlijke, klantgerichte werkwijze. Energielevering is gericht op risicospreiding, door het combineren van vaste en variabele prijzen. www.scholt.be
Filip Lanszweert
Multimediabedrijf met als hoofdactiviteit het uitgeven van vaktijdschriften en brochures, en vertaal- en fotografiebureau. Zet elk verhaal om in woord en beeld. “Meedenken met de klant is onze sterkste troef”, klinkt het. www.matido.be
Reichmanns presenteert met trots een unieke collectie kunstwerken van hedendaagse kunstenaars. Een platform voor kunstenaars van alle niveausinternationaal, nationaal, lokaal, opkomend en gevestigd. Soloprojecten of unieke samenwerkingen. www.reichmanns.be
Els Demuynck
Ondersteunt introverte leiders met het beste uit hun team halen en impact hebben op de toekomst van het bedrijf door potentieel bij zichzelf te ontplooien. Ook voor interimmanagement en hrprojectmanagement kan je bij Sioe terecht. www.sioe.be
Kortrijk
Tim Vanmarcke
Begeleidt leidinggevenden in mensgerichte organisaties naar het allerhoogste niveau van vertrouwen en psychologische veiligheid om de meest aantrekkelijke werkgever in hun sector te worden en zo headhunters een stap voor te zijn. www.timetoswitch.eu
Jabbeke
Thomas Strybol
Op maat gemaakte software development activiteiten met focus op web & mobile development. Met focus op de nieuwste technologieën, je business noden, een totaaloplossing & aangepast aan je onderneming. Contacteer hen voor een vrijblijvend gesprek. www.eminentcoding.be
Oostende
Pascale Devisch
Adviesburo voor duurzame interieurs. Adviseert architecten, interieurarchitecten en bedrijven in het toepassen van duurzame materialen en technieken. Daarnaast ontwerpt en realiseert het ook zelf duurzame interieurs. www.studiocirkel.be
Ieper
Matt Frock & Annelies Deltour
Galerij voor hedendaagse kunst, opgericht in 2019 door het koppel Annelies Deltour en kunstenaar Matthew J. Frock. Ze is vrij toegankelijk om lokale en internationale kunst te ontdekken en te beleven. Elke 2 maanden wordt een nieuwe expositie geopend. www.frockgallery.com
De Haan Tiene Laurent
Helpt je als interieurarchitect graag bij het ontwerp en de realisatie van je unieke, harmonieuze en onvergetelijke interieur. Als zaakvoerder sta je blijer in het leven, je wordt financieel succesvoller en trekt de juiste klanten aan. www.tienelaurent.com
Begin september waren een 20-tal West-Vlaamse topondernemers te gast bij Japan Tobacco International (JTI) in Genève. Ze werden er ontvangen door CEO en Belg Eddy Pirard. Pirard staat aan het hoofd van de 3de grootste tabaksproducent van de wereld.
Voor het 8ste jaar op rij werd JTI uitgeroepen tot Global Top Employer. “Wat ons onderscheidt, is onze passie voor mensen en onze cultuur van integriteit en respect. Ons streven naar voortdurende verbetering in alles wat we doen, zorgt voor een omgeving met wereldwijde ontwikkelingsmogelijkheden”, aldus Eddy Pirard.
Zijn ultieme ambitie: wereldwijd nummer 1 worden. Maar in een tijdperk waarin de risico’s van tabak bekend zijn, zijn consumenten steeds op zoek naar een meer diverse rookervaring. Dat vraagt veel wendbaarheid en legt de lat hoog wat innovatie betreft, een thema dat uiteraard ook aan bod kwam, net als transformatie, mensen en cultuur, en duurzaamheid. Er werd ook ingezoomd op de JTI Foundation.
Voeders Decadt uit Oostnieuwkerke is een gevestigde waarde in de veevoedersector. Sinds kort produceert het ook voeding voor hobbydieren, zoals kangoeroes, alpaca’s, kippen en varkens. Er zijn intussen al een 40-tal verdeelpunten.
Voeders Decadt uit Oostnieuwkerke heeft een jarenlange expertise in de ontwikkeling en productie van voeders voor rundvee en varkens. “Aangezien heel wat van onze klan ten niet alleen vee, maar ook hobbydieren houden, kregen we regelmatig de vraag om ook voor hen een voeding te ontwikkelen. Zo is na grondig marktonderzoek het merk Katoos ontstaan. Door in te zetten op pro ductinnovatie en enkele gerichte investerin gen in de fabriek, kunnen we aan de hoogste eisen van hobbyvoeders voldoen”, vertelt bestuurder Alexander Naessens. Katoos wordt volledig inhouse ontwikkeld, gepro
duceerd en verpakt, op de site in Lichter velde. Het nieuwe merk werd de afgelopen maanden geleidelijk aan op de markt geïn troduceerd. Het gamma bestaat intussen uit voeding voor kangoeroes, alpaca’s, lama’s, konijnen, schapen, herten, geiten, kippen, sierwatervogels en varkens. Er zijn al een 40-tal verdeelpunten, voornamelijk in Westen Oost-Vlaanderen. Bedoeling is nu om de dierenvoeding ook in de rest van België te verspreiden. (JV- eigen foto)
www.katoos.be
Als het écht kriebelt, moet je durven springen. Dat is wat Delphine Van Hoecke sinds eind augustus ‘Loud and Clear’ doet. Vanuit Rekkem wil het prbureau vooral de inspirerende verhalen van kmo’s breed helpen uitdragen.
Het verhaal van Loud and Clear startte eerder toevallig in 2020. “Vrienden van mijn ouders hebben een bedrijf en wilden publieke aandacht voor een innovatie. Aangezien pr altijd een echte passie van mij is geweest, heb ik dat project heel enthousiast aangepakt. Ik had eerder al ervaring opgedaan bij grotere pr-bureaus in Brussel en Gent en vond het toen al heel plezant en uitdagend om te werken voor (grote) klanten, altijd met een industriële of technologische insteek.”
Dat segment zal ook in de portfolio van Loud and Clear de hoofdrol opeisen. “Alles wat innovatie ademt, boeit me en verdient het om ook verteld te worden. Dat zijn niet altijd de verhalen van start-ups en scale-ups, maar evengoed van (West-)
Vlaamse familiebedrijven. Vaak benaderen die mensen me met de vraag een persbe richt uit te sturen. Door echt te luisteren naar wat ze willen, kan dat evengoed worden geswitcht naar enkele interviews voor vakmagazines, het uitnodigen van journalisten om iets specifieks te tonen, enzovoort.”
“Vaak merk je dat ondernemers een nogal abstract idee over pr hebben. Voor mij is dat vooral: het opbouwen van het juiste
imago, slim anticiperen op bepaalde trends, aanwezigheid op events, noem maar op. Daarnaast kan ik hen bijvoorbeeld ook ondersteunen bij de opmaak van hun content(strategie).”
Vanuit Rekkem wil Van Hoecke er echt voor gaan. “Het doet me erg veel plezier dat ik mijn vorige werkgever, Smappee, kan meenemen als klant. Ik kijk ernaar uit voor veel kmo’s de link naar het b2b-publiek te mogen worden.” (BVC - Foto DD) www.loud-and-clear.be
Kristof Denys (product manager), Celestien Van Wynsberghe (vertegenwoordiger) en Alexander Naessens (bestuurder). Delphine Van Hoecke.Mike Matheeussen laat zijn Kortrijkse TENgroup. over aan VERHAERT Masters In Innovation uit Kruibeke. Het gaat om de businessunits TEN en elva, die producten ontwikkelen en bedrijven bijstaan met projectma tige consultancy. Matheeussen maakt onder de naam oniki studios een doorstart met de overige 2 businessunits nio en ONiKi. Daarmee blinkt hij vooral uit in de visualisatie van communicatie.
dat we 2 jaar iets voorzichtiger moeten zijn. In een creatieve omgeving met ingenieurs en ontwikkelingsprofielen, is dat heel moei lijk haalbaar. Als je die mensen geen uitda ging kan geven, worden ze zó weggekaapt.
Door TEN en elva alle kansen te geven bij een sterke speler als VERHAERT, kies ik be wust voor de best mogelijk toekomst voor ‘mijn’ bedrijf en de medewerkers.”
Matheeussen startte in 2009 met de Kortrijkse TENgroup. Dat telde 4 takken. “Met onze scanafdeling nio digitaliseren we werkomgevingen en objecten”, zegt Matheeussen. “Zo kunnen we een virtuele voorstelling maken van bedrijven, om er bijvoorbeeld animatiefilmpjes mee te maken, of kunnen we een 3D-voorstelling maken van een product om er op die manier gemakkelijker verbeteringen voor uit te werken.”
De businessunit TEN brengt met ingenieurs en productontwikkelaars producten tot ontwikkeling. “Van de kleinste gadgets tot de grootste productielijnen. Onze afde ling elva staat bedrijven dan weer bij met projectmatige consultancy. De mechanical ontwerpers en projectmanagers binnen elva helpen bedrijven om hun producten op de markt te zetten.”
ONiKi ten slotte visualiseert ideeën en boodschappen. “In tegenstelling tot com municatie- of reclamebureaus bepaalt ONiKi niet wát je wil zeggen, maar de ma nier waarop. Tijdens de coronacrisis heb ben we voor enkele bedrijven bijvoorbeeld een virtuele showroom gemaakt, zodat klanten toch een kijkje konden nemen. We maken ook wervende video’s om een bood schap op een originele manier te brengen.”
Je kan het misschien vreemd vinden dat die 4 businessunits onder 1 bedrijf vielen, maar dat is het volgens Matheeussen niet. “Met nio digitaliseren we producten, ruimtes, gebouwen,… zodat je aan de slag kan. TEN ontwikkelt vervolgens nieuwe pro ducten voor je, of optimaliseert bestaande producten. Elva helpt die ontwikkelingen vervolgens realiseren en in de markt zetten.
En met ONiKi helpen we ten slotte je ont wikkelingen in beeld brengen.”
De 2 businessunits nio en ONiKi worden nu uit de TENgroup gehaald. Matheeussen laat de 2 overige afdelingen TEN en elva, goed voor 53 medewerkers, over aan VERHAERT Masters in Innovation uit Kruibeke. “Tijdens de coronacrisis kregen we veel minder op drachten binnen”, verklaart Matheeussen. “We zouden die financiële tegenvaller zeker te boven komen, maar dat zou betekenen
Met nio en ONiKi gaat hij verder onder de naam oniki studios met 8 medewerkers.
“We gaan voor een volledige rebran ding, om daarna verder te groeien”, zegt Matheeussen. “Onze aanpak moet echter kleinschalig blijven: we kiezen er projecten uit en zorgen voor kwalitatieve concepten. Op die manier kan hetgeen we te bieden hebben exclusief en origineel blijven.” (JM - Foto Kurt)
www.oniki-agency.be
Mike Matheeussen.Begin september zette Poperinge ondernemers in de bloemetjes. Uit de meer dan 50 ingediende dossiers selecteerde een jury eerder al de meest in het oog springende dossiers. Die jury bestond uit een vertegenwoordiging van Voka West-Vlaanderen, Unizo WestVlaanderen en het dagelijks bestuur van de Stedelijke Raad voor Lokale Economie. Tijdens een awardshow werden prijzen uitgereikt binnen 6 verschillende categorieën.
Zowel particulieren als ondernemers kunnen bij Vulsteke-Verbeke terecht voor afzet- en rolcontainers. “Dat kan enerzijds de ondernemer zijn die een permanente rolcontainer wil om vlot bepaalde afvalstromen kwijt te raken, maar anderzijds ook de particulier die één keer een container nodig heeft voor zijn (ver)bouwafval, of bij de opkuis van een zolder.” Het bedrijf verzamelt en sorteert het afval. “Want door bijvoorbeeld harde en zachte kunststof, papier en karton, hout,… apart in te zamelen, kan je ze nog recycleren. Als je alles samen gooit, is alles restafval en moet het naar de verbrandingsoven. Steenafval en betonafval verwerken we, zodat aannemers het opnieuw kunnen gebruiken bij (onder)funderingen voor bouwwerken. Bepaalde soorten hout vermalen we als grondstof voor spaander platen.” Het koppel is bijzonder blij met deze erkenning. “Toen we 25 jaar geleden aan deze uitdaging begonnen, stootten we vaak op onbegrip. Afval was afval. Het idee dat we daar nog dingen wilden uit recupereren om te recycleren, zorgde echt voor gefronste wenkbrauwen. We zijn enorm blij dat er de voorbije jaren een men taliteitswijziging is gekomen. Deze erkenning is voor ons de kers op de taart.”
“We fabriceren elektronica in op dracht van andere bedrijven”, vertelt Luc Page. “Zo maken we onder meer printplaten voor dampkappen, wasmachines, fietsen, ledverlich ting,… Tussen onze klanten vind je bedrijven als Novy en Renson. Voor een aantal klanten voorzien we ook kabelconfectie en samenbouw van apparaten.” Luc stichtte het elektro nicabedrijf 30 jaar geleden. “Intussen werken er al een 150-tal mensen voor Page Electronica, in 3 ploegen, 6 dagen per week. Een 10-tal technici bouwen testsystemen en geven klan ten advies om samen tot een perfect ontwerp te komen. Onze expertise is onze grootste troef.”
Het succes van het bedrijf is volgens Luc voor een belangrijk deel te danken aan het feit dat de oor sprong van multinational Barco in Poperinge ligt. “De middelbare scholen speelden daarop in, door opleidingen aan te bieden in het lessenpakket die leerlingen hier in de regio zouden kunnen gebruiken. Op die manier hebben ook wij altijd vlot elektronici gevonden.” De award kreeg de firma volgens Luc omdat het bedrijf voor stabiele tewerkstel ling zorgt in de regio. “Tussen onze medewerkers hebben we ondertus sen al veel kinderen van medewer kers van het eerste uur.”
Skateshop Marcel, een shop voor en door skaters, werd Kei van een Starter. “Karel, Cas, Michiel en Viktor staan afwisselend met passie in hun zaak en proberen hun skatemicrobe door te geven aan jong en oud. Sinds mei 2022 verwelkomen ze iedereen graag in hun winkel”, stond in het juryverslag.
Multishop Desomer-Plancke werd ook Kei van een Winkel. Met zijn recente renovatie en enkele belangrijke projecten in de pijplijn blijft de winkel ambitieus en gericht op de toekomst.
Restaurant Amfora is Kei van het Goede Leven geworden. “Achter de oude doktersgevel op de Grote Markt in Poperinge schuilt een eigentijds, gerenoveerd restaurant voor jong en oud. In het restaurant kan je terecht voor zowel een snelle hap als voor een uitgebreid diner. Het biedt het totaalconcept in een familiaal jasje”, klinkt het bij de jury.
Marc Feys, oprichter van Landmeterskantoor FEYS, startte in 1971 als zelfstandig landmeter-expert in bijberoep. “Het was in het begin niet altijd evident om een plaatsje te vinden tussen de gevestigde waarden, maar als rasechte keikop kon ik stelselmatig mijn landmeetactiviteiten uitbreiden en een prima naambekendheid verwerven. In 1997 studeerde mijn zoon Bart af als ingenieur Bouwkunde en ging hij bij FEYS bv aan de slag. Door de jaren heen werden onze activiteiten uitgebreid; nu is FEYS bv een breed bouwkundig studiebureau waar je ook terechtkan voor veiligheidscoördinatie, EPB-verslaggeving en keuringen. Op dit moment werken er 34 bedienden voor ons bureau. Hoewel Poperinge niet centraal in België gelegen is, omvat ons actieterrein toch het volledige land. Qua landmeten zijn wij ook actief in Frankrijk, voor voornamelijk Belgische klanten.”
Carline Plancke startte in 1967 met de Multishop. “Het was toen een kleine doe-het-zelfzaak”, zegt zoon Nico, die enkele jaren geleden samen met broer Geert de zaak overnam. Gaandeweg werd het gamma uitgebreid, met onder meer huishoudgerief. In 1992 trok het koppel Desomer-Plancke naar de industriezone van Poperinge, waar je op een winkeloppervlakte van 14.000 m² een nog ruimer aanbod vindt. Carline verloor vorig jaar haar echtgenoot. De Lifetime Achievement Award kreeg ze eigenlijk voor het parcours dat ze samen hebben afgelegd. “Ik ben enorm blij met die erkenning”, zegt Carline. “Het is ook een terechte award”, vindt zoon Nico. “Mijn ouders zijn letterlijk van nul begonnen en hebben een bloeiende onderneming uitgebouwd met een 20-tal medewerkers.”
Lifetime Achievement AwardWest-Vlaamse ondernemingen hebben zuurstof nodig om te blijven groeien. Daarvoor is onder meer de interactie tussen het hoger onderwijs en het bedrijfsleven van groot belang. Hier laten we de hogeronderwijsinstellingen uit onze provincie aan het woord over hun opleidingsaanbod en onderzoeksprojecten. Met al jouw vragen over onderwijs kan je terecht bij joyce.simoens@voka.be.
KU Leuven speelt met nieuwe opleidingen naadloos in op actuele noden van het West-Vlaamse ecosysteem. 2 extra richtingen kwamen er op vraag van de bedrijven in de regio en krijgen steun van de Vlaamse overheid om levenslang leren te stimuleren. “Het is fijn dat bedrijven hiervoor mee aan de kar duwen. We hopen dat ze hun werknemers ook actief zullen stimuleren om deel te nemen aan de opleidingstrajecten”, stippen coördinatoren Jorie Soltic en Benedicte Seynhaeve aan.
In aanloop naar de master-na-master (manama) die dit academiejaar begint, ging in 2021 al het postgraduaat ‘AI in Business and Industry’ van start. “Artificiële intelli gentie is één van de speerpuntsectoren in West-Vlaanderen”, legt coördinator Benedicte Seynhaeve uit. “Alle program ma’s zijn specifiek ontwikkeld in nauw over leg met bedrijven, die ook voor lesgevers zorgen in een aantal vakken. Bovendien zetelen bedrijven ook in de industriële adviesraad die zal evalueren of de inhoud van de opleiding up-to-date blijft.”
manama. Een postgraduaat levert een getuigschrift op, bij een manama is dat een extra masterdiploma”, aldus Seynhaeve.
Met 25 inschrijvingen voor het postgraduaat was Benedicte Seynhaeve tevreden. “Zeker voor een eerste editie is dat mooi. De deel nemers moeten al voldoende wiskundige en technische bagage hebben om mee te doen. Het gaat vooral om industrieel inge nieurs, burgerlijk ingenieurs en handelsin genieurs die de optie data science hebben gevolgd. 5 van hen stromen door naar de
Dit academiejaar gaat ook het nieuwe post graduaat ‘Smart Operations and Mainte nance in Industry’ van start. “Die opleiding is eveneens gericht op ingenieurs en sluit aan bij de maak- en mechatronicasector, waarvan het hart in West-Vlaanderen ligt”, pikt coördinator Jorie Soltic in. “Het is een 50-50-samenwerking tussen KU Leuven en UGent. Het programma is mooi verweven, waardoor bij elk vak iemand van beide uni versiteiten is betrokken. De lessen vinden afwisselend plaats in Brugge (KU Leuven) en Kortrijk (UGent). Vanaf academiejaar 23-24 komt er ook voor deze opleiding een manama bij.”
Beide postgraduaten worden vooral gevolgd door professionals en leiden tot vrijstellingen voor wie nog wil verder stu
deren in de manama. “Die lessen volgen de professionals samen met pas afgestudeerde jonge studenten. Dat zal zorgen voor een leuke wisselwerking, waarbij beide groepen veel van elkaar kunnen opsteken”, vervolgt Jorie Soltic.
Beide coördinatoren hopen dat onder nemers hun mensen ook actief zullen stimuleren om aan de opleidingen deel te nemen. “Niet elke werkgever staat ervoor te springen om medewerkers tijdens werkuren een dergelijke vorming te laten volgen. Toch is het op lange termijn zowel voor de werk gever als de werknemer verstandig om het volgen van extra opleidingen bijvoorbeeld te koppelen aan het retentiebeleid. Kansen bieden op groeitrajecten is sowieso een investering die zal renderen. De opgedane kennis is een absolute meerwaarde voor de bedrijven op lange termijn.”
(BVC - Foto Kurt)
“Alle programma’s zijn specifiek ontwikkeld in nauw overleg met bedrijven.”Benedicte Seynhaeve en Jorie Soltic.
Neem deel aan Verderkijkers 2022 en laat je verwonderen door innovaties. We wer pen een kritische blik op technologie en zetten de mooiste ‘wondering stories’ in de innovatieve spotlights. Laat je verwonderen door innovatie en technologie. Je ontvangt aanbevelingen en tips & tricks rond innovatie, komt te weten wat de 7 hoofdzonden van technologie zijn, hoort mooie verhalen (Wondering Stories) rond innovatie en technologie, netwerkt tijdens een gezellig walking dinner en ontdekt de vele interactieve expo’s.
» 17.30 uur: Ontvangst
» 18.00 uur: Welkom + Lieven Danneels presenteert aanbevelingen rond innovatie
» 18.15 uur: Keynote ‘De zeven hoofdzonden van technologie’ door Lode Lauwaert + Q&A
» 19.00 uur: Wondering Stories
» 19.40 uur: Stemming en bekendmaking laureaatuitreiking door Designregio Kortrijk
» 19.50 uur: Walking dinner
» Doorlopend: De vele interactieve expo’s met onder meer de expo ‘Wondering Tech’ en ‘Next Generation’
Hoe kunnen we het merk een nieuwe dynamiek geven en hoe vertalen we dat naar onze producten? Die vraag hield Barbecook eind 2020 bezig. Het resultaat merkt de consument vanaf volgende zomer. Dan zal Magnus, de nieuwe houtskoolbarbecue die de onderneming intern ontwikkelde na een kort innovatietraject met het Kortrijkse Surplace, zijn weg vinden naar de eindgebruiker.
Eind 2020 wilden Dries Laperre en Laura Willems Surplace – een creatieve studio die ondernemingen helpt in hun zoek tocht naar productinnovatie – op de kaart beginnen zetten. Op het moment dat ze hun zaak voorstelden bij Livwise, dat net Barbecook had overgenomen, wilde de speler uit Deinze Barbecook weer krachtig op de markt zetten.
“Zo hadden wij meteen onze eerste opdracht beet”, vertelt Dries Laperre. “We hebben toen 10 dagen intensief met diverse medewerkers van het bedrijf (sales, aankoop, barbecuefanaten, marketing en gebruikers) samengewerkt. Eigenlijk luisteren we daarbij vooral, zodat we weten hoe iedereen het ziet en waarom, waardoor wij verschillende invalshoeken konden uit testen en met elkaar vergelijken. Dagelijks sloten we af met een wrap up-moment, waarbij we de recentste inzichten en ideeën overliepen. Door die constante mogelijk heden tot feedback, voelt iedereen zich betrokken.”
“Surplace gaat niet te werk als een traditio neel ontwerpbureau”, pikt designer Wietse Bonnaerens in. “Ze leveren geen kant-enklaar productvoorstel af, maar een proof of concept waarin de belangrijkste bevindin gen uit het onderzoek vervat zijn en waar mee wij intern aan de slag konden om onze nieuwe houtskoolbarbecue te ontwikkelen. Zo waren er 6 concrete aandachtspunten
met abstracte deelconcepten die later door team Barbecook naar een werkend product werden omgezet.”
Daarbij is de wens van de consument cruci aal. “Wie is onze gebruiker en wat verwacht die, anno 2022, van een houtskoolbarbecue?”, vult marketingverantwoor delijke Katrien Van Hecke aan. “Doordat Surplace heel kort op de bal speelt en ie dereen bij het verhaal betrekt, creëer je een heel breed draagvlak en kan iedereen zich vinden in de modellen die we dit najaar aan de markt presenteren?”
“Vaak zie je dat designers met innovaties willen tonen wat ze in hun mars hebben”, aldus Dries Laperre. “Eigenlijk mag dat niet de insteek zijn, maar moet je op de prop pen komen met een oplossing die inspeelt op wat de markt nodig heeft. In dit geval ging het voornamelijk over gebruiksgemak: hoe kan een barbecue het de gebruiker zo
eenvoudig mogelijk maken, zodat hij echt kan genieten van het fijne moment, wat een barbecue toch vaak is.”
Dat resulteerde in een nieuw model, in 3 varianten, waarbij afzonderlijk instelbare roosters, eenvoudige houtskoolstarters en ergonomie prioritair zijn. “Het stopt natuur lijk niet hier: op basis van verdere inzichten en gebruikerservaringen blijven we Magnus verder ontwikkelen en aanpassen aan de wensen van de consument”, besluit Wietse Bonnaerens. (BVC - Foto Kurt)
“Vaak zie je dat designers met innovaties willen tonen wat ze in hun mars hebben. Dat mag niet de insteek zijn.”
— DRIES LAPERREWietse Bonnaerens en Dries Laperre.
“We zijn erg tevreden over het evene ment”, vertelt Stijn Verbrugghe, die samen met vennoot Niels Desmet Camellia S runt in Wielsbeke. Met Nicoline Buyck en Gilles Roose (Confiserie Renée en Delidaele uit Wingene) en de steun van Tina Fabry (Proud Mary) zette hij zijn schouders onder het evenement.
“De eerste editie, in 2019, vond plaats in de Mini-showroom van concessiehouder Dejonckheere uit Roeselare. Nu verhuis den we naar bedrijvencomplex O’Forty in Oostkamp. Behalve de stands van de 3 or ganisatoren waren er nog 22 exposanten, waaronder heel wat Voka-leden. Die heb
ben allemaal klanten en prospecten naar het evenement uitgenodigd en lieten die mensen daardoor dus ook kennismaken met het netwerk van de andere standhou ders. Daarnaast hadden we ook via sociale media heel wat promotie gevoerd.”
Doel bereikt
Met 500 bezoekers (250 ‘unieke’, die stuk voor stuk met gezelschap kwamen) was het een schot in de roos. “Alle unieke bezoekers kwamen duidelijk met het doel om een aantal merken te leren kennen en daar ook bestellingen bij te plaatsen. Op die manier heeft iedereen zijn doel bereikt.”
Ook in 2023 zal Foodies on Tour normaal doorgaan. “Na 2 jaar te hebben moeten annuleren door corona, zijn we blij dat de standhouders en bezoekers ons niet vergeten waren. Waarschijnlijk organiseren we het evenement volgend jaar in OostVlaanderen. Dan zullen we opnieuw opte ren voor de eerste maandag en dinsdag van september, vermits de maandag voor de meeste bezoekers sowieso een sluitingsdag is”, besluit Stijn. (BVC - Foto Kurt)
www.foodies-on-tour.be
Tina Fabry, Niels Desmet, Gilles Rooze, Nicoline Buyck en Stijn Verbrugghe.www.apzi.be
De Centrale van Werkgevers Zeebrugge (Cewez) zwaaide directeur Guy Benedictus uit. Hij werkte 32 jaar in Zeebrugge waarvan 12 jaar bij P&O Ferries en 20 jaar bij Cewez. Hij geeft de verantwoordelijkheid voor meer dan 2.900 havenarbeiders, logistieke medewerkers, vaklui en eigen bedienden door aan Carla Debart.
Officieel op 1 oktober legt Blankenberge naar Guy Benedictus (65) de riem eraf. “Als jonge jurist werd ik in 1981 advocaat-sta giair aan de Brugse balie. 3 jaar later werd ik hr-manager bij Interbrew, voornamelijk voor de brouwerijen in Eeklo (Krüger) en Mechelen (Lamot). In 1990 werd mij een positie in de hoofdzetel in Leuven aange boden, maar ik verkoos een job aan zee als hr-manager bij P&O Ferries in Zeebrugge. Toen na 12 opwindende jaren in 2002 de lijn Zeebrugge-Dover werd opgedoekt, zocht directeur Sylvain Coudeville van de Cewez een opvolger. Ik mocht er starten en kon me tot aan zijn pensioen halfweg 2005 in de coördinatie van de havenarbeid inwerken.”
“Alles in Zeebrugge veranderde. In 2002 stonden op de payroll van Cewez 1.370 mensen: havenarbeiders, logistieke medewerkers, vaklui en 13 eigen bedien den. Vandaag zijn het er meer dan 2.900, waarvan 23 eigen bedienden. We evolueer den van 0 naar meer dan 100 vrouwelijke erkende havenarbeiders. Onze kantoren en vergaderzalen in de Evendijk-Oost werden voortdurend uitgebreid en vernieuwd. De opleidingen groeiden van een zolderkamer tje in het Maria Duin Instituut (het huidige VTI Zeebrugge) tot het Opleidingscentrum Zeebrugge (OCZ), met vandaag 20 mede werkers. Geen enkele dag kwam ik tegen mijn zin werken. Toch waren er ook moeilij
ke momenten. Na de bankencrisis van 2008 viel de trafiek plat maar de donkerste perio de was zonder twijfel de COVID-pandemie. Elke dag moesten we nieuwe oplossingen bedenken.”
Cewez organiseert voor 14 bedrijven in Zeebrugge en 3 in Oostende de havenar beid, treedt op als sociaal secretariaat en vertegenwoordigt de werkgevers in het so ciaal overleg. “Guy was op veel vlakken een steunpilaar”, zegt voorzitter van Cewez Marc Adriansens (ICO). “Met zijn juridische kennis omschreef hij tijdens het sociaal overleg steeds duidelijk het wettelijke kader. Zijn visie en inzet pasten perfect bij onze slogan ‘Mensen maken Zeebrugge’. Hij droeg bij tot de enorme groei van de haven en het behoud van de flexibiliteit waarmee onze haven het verschil maakt.”
In 2020 werd met het oog op de opvolging Carla Debart (53) aangeworven. Zij komt
— MARC ADRIANSENSuit een financiële achtergrond en was vanaf 2010 eerst financieel en daarna algemeen directeur op de deepsea containerterminal, eerst bij APMT en daarna CSP Zeebrugge. Ze leidde eerst als projectmanager de digitalisering en verbouwingswerken, om dan gaandeweg in de rol van adjunct-di recteur te stappen. Carla Debart: “Onze grootste uitdaging is nu het vinden van voldoende nieuwe havenarbeiders. Volgens de inschatting van de bedrijven is er dit jaar een netto-behoefte aan 350 nieuwe men sen. We zijn gestart met een permanente wervingscampagne met onder meer een website www.wijzoekenhavenarbeiders.be en een jobdag tijdens de Bedrijvencontact dagen op 26 oktober.” (RJ - Foto MVN)
“Guy was op veel vlakken een steunpilaar.”Guy Benedictus en Carla Debart.
De 17 Sustainable Development Goals van de Verenigde Naties worden wereldwijd ingezet als doelstellingen voor duurzame ontwikkeling. In deze rubriek stellen we telkens een andere SDG voor. SDG 14 is de SDG van de zee en mariene hulpbronnen. Een SDG waar niet elk bedrijf een directe impact op heeft. Het vermijden van microplastics valt onder subdoelstelling 14.2, waarbij de zee- en kustecosystemen op een duurzame manier beheerd moeten worden en mogelijke negatieve gevolgen vermeden moeten worden. Alle acties in dat kader zorgen mee voor gezonde en productieve oceanen en het herstel ervan.
TE Connectivity in Oostkamp ontwikkelt en vervaardigt elektromechanische compo nenten voor de automobielsector. “Het gaat om onder meer connectoren en toepassin gen in de auto-elektronica”, zeggen Joeri Van Bijlen en Alex Soenen. “Zo maken we modules voor ABS-systemen in een auto, onderdelen voor stuurbekrachtigingsyste men,...” Het bedrijf maakt deel uit van een internationale groep met vestigingen we reldwijd. In België alleen zijn er een kleine 750 medewerkers tewerkgesteld.
Het bedrijf levert waar het kan inspannin gen voor het milieu. Zo liggen er op het dak 2.400 zonnepanelen die samen 500 MWh aan energie opleveren. “We zijn een heel energie-intensief bedrijf, waardoor de opbrengst van die zonnepanelen maar kan instaan voor een heel klein deel van ons totaal energieverbruik. Maar alle beetjes helpen, is ons motto. En we zijn heel tevre den met deze opbrengst.” TE Connectivity is momenteel ook alle verlichting in het bedrijf aan het vervangen door LED-ver lichting. Binnen een 4-tal maanden zou die investering klaar zijn.
Maar het is net een kleine investering die het bedrijf recent heeft gedaan, die misschien wel de opvallendste is. “De kunststof waarmee we onze componenten vervaardigen, komt als grondstof binnen in granulaatkorrels. Hoofdzakelijk komen de
kunststoffen binnen in grote kartonnen do zen of plastic zakken. De 5 types granulaten die we het vaakst nodig hebben, worden via vrachtwagens geleverd in 5 silo’s op onze site.”
Als de vrachtwagen die silo’s vult, worden wel eens granulaten gemorst. “Die kwamen vroeger op de grond terecht. Vroeg of laat kwamen die door de wind en de regenval in de afvoerputjes terecht verderop op onze site, en dus ook in onze waterlopen. Om dat te vermijden hebben we nu opvang bankjes laten ontwikkelen die we in onze
afvoerputjes plaatsen en die de korrels tegenhouden.”
Het is een heel eenvoudige oplossing, maar met een grote impact. “We maken de bak jes geregeld leeg en zo zie je heel duidelijk welke korrels zonder die bakjes met het water mee weggespoeld waren. Plas tickorrels die in het water terechtkomen, geven microplastics af. Het is een vorm van milieuvervuiling die ook een impact heeft. Wij willen graag ons steentje bijdragen en alvast onze eigen verantwoordelijkheid opnemen.” (JM - Foto Kurt)
Meer weten? Contacteer ons gerust via 0476 02 59 42 of duurzaamondernemen.wv@voka.be
“We hebben in onze afvoerputjes opvangbankjes geplaatst om de korrels tegen te houden.”
Met de start van het schooljaar nemen velen afscheid van een deugddoende vakantie. Een vakantie die vaak wordt doorgebracht in het buitenland en die soms aanzet tot dromen over een eigen stekje ter plaatse. Een woning of appartement kopen in het buitenland klinkt interessant en leuk, maar let wel op enkele aandachtspunten vooraleer de sprong te wagen.
Vele jaren was er grote onenigheid rond de aangifte in de personenbelasting van (niet) verhuurde buitenlandse onroerende goederen. In tegenstelling tot Belgische onroerende goederen, diende voor buitenlandse tegenhangers immers de werkelijke huur(waarde) aangegeven te worden. Hoewel de rechtspraak steeds in het voordeel van de belastingplichtige oordeelde, probeerde de Belgische fiscus af en toe toch moeilijk te doen.
Sinds dit jaar heeft de fiscus echter gezorgd voor de toekenning van een KI aan deze goederen om zo de ongelijke behandeling van Belgische en buitenlandse onroerende goederen ongedaan te maken. In vele gevallen zal dit KI echter toch nog beduidend hoger liggen dan een Belgisch onroerend goed met een gelijkaardige waarde.
Fiscaal voordeel in de vennootschapsbelasting Bij de aankoop van een onroerend goed wordt vaak de vraag gesteld wat fiscaal interessanter is: aankopen als particulier dan wel met de vennootschap, zo ook voor buitenlands vastgoed. Voorheen werd deze investering vaak gedaan via de vennootschap om zo de kosten in aftrek te kunnen nemen van de Belgische winsten. Op vandaag is dit, behoudens enkele specifieke uitzonderingen, niet meer mogelijk.
Vanuit een zuiver fiscaal standpunt is de aankoop via een vennootschap niet meer voordelig. Dit neemt echter niet weg dat in de praktijk nog vaak dergelijke investeringen gebeuren via Belgische vennootschappen. Onder meer
omdat de financiering eenvoudiger te structureren is of omwille van bepaalde successieregelingen die reeds getroffen zijn.
Een vaak gestelde vraag is wat er gebeurt bij de verkoop van het tweede verblijf en de eventueel gerealiseerde meerwaarde. Hoeveel belastingen moeten hier in België op betaald worden? Het antwoord is eenvoudig: geen. Gerealiseerde meerwaarden bij de verkoop van onroerende goederen zijn steeds enkel en alleen belastbaar in het land waar het onroerend goed gelegen is.
Let wel op in de situatie waarbij het goed in een Belgische vennootschap zit en de aandelen van de vennootschap worden verkocht. In een zuiver Belgische context zou dit geen meerwaardebelasting op de Belgische onroerende goederen met zich meebrengen. In sommige gevallen kan dit echter in het buitenland wel geherkwalificeerd worden als een verkoop van het onroerend goed zelf in plaats van de aandelen.
Bij de structurering van de aankoop van het tweede verblijf dient ook steeds gekeken te worden naar de verdeling van het vermogen. Belangrijk hierbij is om ook rekening te houden met de fiscale regels die in het land van het goed gelden. Zo ook bij de overdracht naar aanleiding van het overlijden. Een aankoop van de naakte eigendom via de kinderen en het vruchtgebruik via de ouders is in België een mogelijke successieplanning om de erfbelasting te vermijden. In Spanje bijvoorbeeld geldt dit principe niet en is er alsnog erfbelasting verschuldigd op de waarde van het vruchtgebruik.
Wie voor de aankoop van het tweede verblijf een lening wenst af te sluiten, moet ook nog een aantal zaken in het achterhoofd houden. Vooreerst zijn de rentevoeten voor kredieten sterk gestegen in het voorbije jaar. Het verkrijgen van een krediet zal dus een nog sterker dossier vereisen op vlak van terugbetalingscapaciteit. Daarnaast dient ook rekening gehouden te worden dat banken geen hypotheek willen vestigen op het buitenlandse onroerend goed. Bijgevolg zullen andere Belgische activa als onderpand verleend moeten worden om aanspraak te kunnen maken op financiering.
Aaron Vervaeke, Gecertificeerd Tax Accountant Titeca Pro Accountants & ExpertsVijf partijen in de federale regering gooien de ‘rijkentaks’ opnieuw op tafel, als wapen in de strijd tegen inflatie. Dat is zeker niet nieuw. Inflatie en monetaire onteigeningen worden al eeuwenlang gebruikt om de munt te manipuleren.
Wat hebben de Romeinse denarius en de Amerikaanse dollar gemeen? Geldontwaarding. In het Romeinse Rijk was er de zilveren denarius, die in het begin van onze jaartelling met een gewicht van 4,5 gram voor de volle 100% uit zilver bestond. Maar al in 64 bracht keizer Nero de zilverinhoud van de munt terug tot 80%. Dit waarschijnlijk om de heropbouw na de grote brand van Rome te bekostigen. Latere keizers hebben via bewuste devaluaties de zilverinhoud van de denarius in talrijke monetaire hervormingen geleidelijk verminderd – uiteindelijk verdween de munt uit circulatie. 20 eeuwen later lijkt de geschiedenis zich te herhalen. De exploderende kosten voor de Amerikaanse oorlog in Vietnam en een duur sociaal programma dwongen president Richard Nixon tot actie. Op 15 augustus 1971 gaf hij de koppeling op van zijn munt aan het goud, tegen een koers van 35 dollar/ounce. De dollar verloor daarop snel waarde ten opzichte van het goud. En daarmee kwam een einde aan de monetaire stabiliteit die de westerse wereld gekend had sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog.
Dure arbeid, energie en grondstoffen Maar in tegenstelling tot de denarius lijkt de Amerikaanse dollar nog lang niet van het toneel te verdwijnen. Integendeel, de munt heeft de wind in de zeilen, en noteert vandaag op zijn sterkste niveau sinds 2002. Daar is een duidelijke verklaring voor. Na de bankencrisis in 2008 hebben de centrale banken een enorme hoeveelheid geld gecreëerd. Sindsdien is de prijs van het geld, de rente, stevig gedaald. De destijds verwachte inflatie bleef uit, omdat we de voorbije jaren in een deflatoire wereld zaten. Vandaag is die sfeer resoluut omgeslagen. Hierin speelt de demografische evolutie een rol. Het is de eerste maal sinds twee generaties dat er op wereldvlak onvoldoende beschikbare en mobiliseerbare arbeidskrachten zijn.
Tussen nu en 2029 zullen er gemiddeld voor elke honderd mensen tussen de 60 en 66 jaar, die door pensioen de arbeidsmarkt verlaten, slechts 82 mensen tussen de 18 en 25 jaar zijn. Arbeid is dus structureel duurder aan het worden. Door de combinatie met de fors gestegen energieprijzen en de wereldwijde grondstoffenschaarste door de coronapandemie, de verstoorde logistieke ketens en de oorlog in Oekraïne, worden ook de eindproducten duurder. Inflatie en koopkracht staan plots centraal in het maatschappelijk discours.
Internationale inflatie
De monetaire beleidvoerders, die al een decennium lang de geldkraan wijd open hadden gehouden, beseften hoezeer ze deze inflatiegolf hadden onderschat en hoever ze achter de feiten aanholden. De eerste centrale banken die dit door hadden, waren die in de groeilanden. Zij trokken al in de zomer van vorig jaar de rente op. De FED veranderde pas begin dit jaar zijn discours. De Amerikaanse centrale bank geeft nu duidelijk aan dat ze een serie renteverhogingen plant dit jaar. Bovendien wil ze ook de steunaankopen van obligaties terugdraaien door een deel papier te verkopen. De Amerikaanse rente steeg dan ook erg sterk en het renteverschil tussen dollar en euro liep op. Want in Europa kan de rente bijna niet hoger door de precaire situatie van de overheidsfinanciën in de zwakste schakel van het eurosysteem: Italië. Met een schuldratio van circa 155% van het bnp, een begrotingstekort van zowat 7,2% van het bnp (2021) en zijn trage groei is Italië zonder lage rente een vogel voor de kat. De markt weet dat, en dus kan de Europese Centrale Bank onmogelijk op een geloofwaardige manier dreigen met hogere rentes.
De geschiedenis herhaalt zich Ook de situatie qua afhankelijkheid van grondstoffen is vandaag cruciaal.
De explosie van de grondstoffenprijzen heeft de handelspositie van landen met natuurlijke rijkdommen verstevigd. Opnieuw trekken Europa en Japan, die veel energie, metalen en voeding moeten invoeren, aan het kortste eind ten opzichte van de Verenigde Staten, Australië, Noorwegen, en veel groeilanden. Meer nog, in het huidige geopolitieke klimaat dreigt de afhankelijkheid van grondstoffen een veel structureler karakter te krijgen. Wederom is de conclusie dat de euro in een nadelige positie verkeert ten opzichte van vele andere munten. Laat u dus zeker niet verblinden door de waan van de dag. Door zaken als inflatie, devaluatie en ook de rijkentaks in historisch perspectief te bekijken, kunnen we niet anders dan vaststellen dat de geschiedenis zich keer op keer herhaalt. Het is dus belangrijk om vooral de rust te bewaren.
Stefaan Joseph , Senior Wealth Manager CapitalatWork NVHet toenemende belang van digitale communicatie zorgt ervoor dat een elektronische handtekening steeds frequenter gebruikt wordt in handelsrelaties. Op Europees en Belgisch niveau heeft de wetgever enkele types van elektronische handtekeningen en de hieraan gekoppelde rechtsgevolgen vastgesteld. In dit artikel worden kort de verschillende types en enkele aandachtspunten uiteengezet.
3 soorten elektronische handtekeningen
De Europese wetgeving voorziet drie soorten elektronische handtekeningen, naargelang hun betrouwbaarheidsniveau.
• De gewone elektronische handtekening: gegevens in elektronische vorm die gehecht zijn aan of logisch verbonden zijn met andere gegevens in elektronische vorm en die door de ondertekenaar worden gebruikt om te ondertekenen; bijv. een wachtwoord voor een website, een pincode, een gescande handtekening, een e-mailhandtekening, enz.
• De geavanceerde elektronische handtekening: (1) een mechanisme waarbij de handtekening op een unieke wijze verbonden is aan de ondertekenaar, (2) op basis waarvan deze geïdentificeerd kan worden, (3) met een hoog niveau van vertrouwen en controle door deze en (4) waarbij elke wijziging van de ondertekende gegevens achteraf opgespoord kan worden; bijv. vingerafdrukken of irisscans, sms-authenticatie, e-mailauthenticatie, de gewone handtekening via Adobe Sign (indien de gebruiker zelf geen gekwalificeerd certificaat heeft), enz.
• De gekwalificeerde elektronische handtekening: deze heeft de kenmerken van een geavanceerde elektronische handtekening, maar dient daarenboven door een erkende
certificatiedienstverlener uitgegeven te worden; bijv. de elektronische IDkaart met kaartlezer, de Itsme-app, de commerciële aanbieders op de “Trusted List” van een van de lidstaten van de Europese interne markt.
Rechtsgevolgen van een elektronische handtekening
Alle hierboven beschreven vormen van elektronische handtekening zijn principieel rechtsgeldig, doch er is een verschil in beveiligingsniveau, o.a. inzake de identiteit van de ondertekenaar en de authenticiteit en integriteit van de gegevens. Daardoor is er ook een verschil in juridische gevolgen.
In functie van hoe belangrijk de te ondertekenen documenten zijn, is hiervoor dus enige aandacht nodig.
Zo zal bijv. de bewijslast van de geldigheid van de gewone en geavanceerde elektronische handtekening rusten op de ondertekenaar, terwijl er bij de gekwalificeerde een vermoeden van conformiteit geldt, zoals bij de handgeschreven handtekening.
In het overzicht onderaan worden de belangrijkste verschillen schematisch weergegeven.
Het gebruik maken van een elektronische handtekening heeft doorgaans het voordeel om efficiënt en snel te zijn, maar tegelijk is enige waakzaamheid bij digitale
communicatie in het algemeen aangeraden. Zo dient u zich ervan bewust te zijn dat het digitaal uitwisselen van berichten niet steeds vrijblijvend is. Het idee dat iemand pas gebonden zou zijn wanneer dit op papier staat met een handgeschreven handtekening, is achterhaald. Aan de voorwaarden van een gewone elektronische handtekening is immers snel voldaan, waardoor u iets ondertekend kan hebben zonder het ten volle te beseffen. Uw naam plaatsen onder een e-mail kan bijv. reeds volstaan. Tussen (en tegen) ondernemingen geldt immers het vrije bewijsstelsel. Het is dan ook aangewezen om met enige voorzichtigheid om te springen met digitale berichten. Wanneer u per e-mail een contract onderhandelt, kan u bijv. duidelijk aangeven over welke punten u zeker een akkoord wenst vooraleer er sprake kan zijn van een deal, of kan u aangeven dat u pas gebonden wil zijn wanneer er een formeel contract is opgesteld.
Florence Fryges en Bruno Thoen, De Langhe Advocaten
Nog even en Edgard & Cooper – kwalitatief hoogstaande dierenvoeding voor honden en katten – bestaat 7 jaar. Aan de basis van het nichebedrijf dat inmiddels naar de 70 miljoen euro omzet neigt, 180 medewerkers telt en al zijn ankers heeft uitgegooid in West-Europa, liggen 3 West-Vlamingen: Jürgen Degrande, Louis Chalabi en Koen Bostoen. Edgard & Cooper is inmiddels doorgegroeid van start-up naar scale-up, met de ambitie Europees marktleider te worden, maar ook een standaard te zetten inzake duurzaam ondernemerschap.
Wat is bij jullie de trigger geweest om te ondernemen?
Jürgen Degrande: “Ver moet je dat niet zoe ken. Dé trigger was: beter doen dan wat er op de markt aanwezig was. Louis en Koen kenden elkaar van op de schoolbanken en hadden elk een huisdier. Ze zaten snel op dezelfde golflengte. Ik ben er achteraf bijge komen, na een Amerikaans avontuur van 5 jaar voor de Cookware Company. Een kort gesprek later zaten we ook op één lijn. We zijn bovendien allemaal dierenliefhebbers in hart en nieren, toch een must.”
Met 3 hanen op één erf is het toch bepaald niet evident?
“Ach, weet je, we zijn alle 3 young, poor en hungry. Maar aan de basis moet je natuur lijk een consensus hebben over wat je wil doen, en die was er. We wilden kwalitatieve producten op de markt brengen en een goed merk uitbouwen, met een team dat pal achter ons stond. Voor de rest is onze complementariteit onze grootste troef: ik ben de man van de sales, Koen staat in voor het financiële en het operationele, Louis is dan weer het creatieve brein op het vlak van marketing en profilering, met veel aan dacht voor de sociale component. Verder blijven we samen voor hetzelfde doel gaan, in volle transparantie en met veel ruimte voor debat en dialoog over de te volgen strategie. Elke ochtend tussen half 7 en half 8 steken we de koppen bijeen, 7 jaar lang al. Dat leidt jaar na jaar naar betere inzichten, naar meer maturiteit en professionalisme.”
Jullie hebben een niche gezocht en ook gevonden: dierenvoeding met de focus op honden en katten. Waarom ook niet verder gaan? We zeggen maar iets: vogelvoeding. Ligt dat nog in de ambitie?
“Zeg nooit nooit, maar het zal de eerste jaren zeker niet gebeuren. Je kan ook niet alles doen, laat staan alles goed doen. Onze focus op voeding voor honden en katten heeft meer dan één reden. Om te beginnen is dat al een gigantische markt die wereldwijd geschat wordt op 120 tot
130 miljard euro. Als we daar onze plaats kunnen opeisen – en dat ziet er mooier en mooier uit want we zijn ei zo na Europees marktleider – is dat toch al een prestatie, niet? We willen vooral goed zijn in wat we doen. We zien honden en katten ook vanuit een bepaald perspectief: het zijn als het ware gezinsleden. Met andere dieren is dat veel minder of niet het geval. Die invalshoek zorgt er ook voor dat de ‘baasjes’ wat meer geld veil hebben voor hun troeteldieren.”
Vandaag telt Edgard & Cooper 7 ‘dog offices’ in evenveel landen (Londen, Parijs, Düsseldorf, Milaan, Madrid, Rotterdam en de hoofdzetel in Kortrijk). Hoe ging dat in zijn werk? “Een geschikt kantoor huren is zeker het eenvoudigste. Dan moeten echter de sales en de marketing volgen; dat is een ander verhaal. We gaan uit van het principe dat je dat het best met locals doet die armslag en vertrouwen krijgen om ter plaatse leiders en intrapreneurs te zijn. Maar aan de basis peilen we naar de values van deze leiders: zijn ze bereid om de business te sturen alsof het hun eigen bedrijf was en kunnen ze medewerkers empoweren? We zeggen soms: ‘be more dog’. Daaronder verstaan we: zorg dat iedereen mee is in het verhaal en er een goed gevoel aan overhoudt.”
Met het Luxemburgse fonds DLF (2017) en het Britse investeringsfonds The Craftory (2020) hebben jullie alvast krachtige financiële spelers in huis gehaald die in jullie verhaal meestappen. The Craftory injecteerde in 2020 liefst 22 miljoen dollar. Hoe moeilijk was het om dergelijke solide partijen te vinden? “Misschien wel gemakkelijker dan je denkt. De mensen van DLF hebben we ontmoet op een beurs en er was meteen een klik, omdat ze ook bereid waren mee te denken als ondernemers. Het contact met The Craftory hebben we dan weer zelf in gang gestoken omdat we nood hadden aan kapitaal. Eerlijk, het werd een openbaring omdat er bij het Britse fonds alleen maar experten – elk op zijn terrein – rond de tafel
zaten. Zoveel expertise bij één partij, dat was een droomscenario voor ons als jonge ondernemers. Zij zorgden dus niet alleen voor geld maar, mogelijk nog belangrijker, ook voor een ideaal klankbord. Last but not least hebben we hoegenaamd niet het gevoel dat zij, zoals met veel andere investeringsgroepen het geval is, al van bij de intrede naar de exit kijken om te cashen via quick wins. Ze zijn bereid om de langere termijn voor ogen te houden. Dat alles geeft ons een prima gevoel. Als je het wil hebben over smart capital, wel, dan is dit smart capital op zijn best. Zowel bij DLF als bij The Craftory merken we ook dezelfde drive om purpose driven (maatschappelijk verantwoordelijk) te ondernemen.”
En wat als ze van een minderheid naar een meerderheid zouden willen evolueren?
“No problem, misschien zit daar op termijn – met The Craftory of met een andere partij – ook wel een zekere logica in. Zolang we met ons drieën zelf het zeggenschap hebben over het operationele, blijven we er voor gaan.”
Bijzonder aan jullie businessmodel is toch wel het dubbelspoor: jullie zijn fabrikant én retailer van dierenvoeding. Dat vergt toch telkens een andere strategie?
“Produceren doen we niet zelf maar laten we doen, op ons aangeven en volgens onze normen, door derden, onder meer in Duits land, Oostenrijk, Nederland en eigen land. Je moet weten waar je zelf goed in bent en waarop je de focus wil leggen. In ons geval zijn we meer gericht op sales en marketing, markten veroveren.”
Alle bedrijven worden geconfronteerd met oplopende prijzen. Kan u dat zomaar doorrekenen aan de klant? “De supplychain staat inderdaad onder druk, daar moeten we niet flauw over doen. Het is aan ons om dat te managen. We wil len dat vooral gestaag doen, niet bruusk, en we willen ook dat het voor de consument toch betaalbaar blijft. In coronatijden heb ben we alvast gemerkt dat de consument misschien bespaart op andere dierenat tributen, maar niet op voeding. In 2020 kenden we zelfs een groei met driedubbele cijfers en dat was ongetwijfeld buiten alle verwachtingen. En geef toe: 1 euro per dag, is toch niet veel? In die zin zijn onze prijzen onelastisch.”
“1% van de omzet gaat naar goede doelen. Op een omzet van 70 miljoen euro is dat toch maar mooi 700.000 euro.”
Winst maken is na 7 jaar nog altijd een hele opgave. Is dat logisch voor een snelgroeiende start-up die neigt naar een scale-up?
“Ik denk het wel, en het bezorgt ons ook niet meteen kopzorgen. Als alles blijft evolueren zoals nu, staan we nu dicht bij het break-even. Verlies maken: het kon niet anders, gezien de grote investeringen die we op alle vlak gedaan hebben. De tijd van het oogsten komt nu echter binnen handbereik.”
“We hebben een uitgesproken ambitie om de nummer 1 te worden in Europa. Met 70 miljoen euro omzet zijn we dicht bij de top die mee bevolkt wordt door grote multinationals. We zijn nu 7 jaar ver. De lat ligt op meer dan 100 miljoen euro omzet na 10 jaar, en dat zal en moet lukken. We brengen ons eigen verhaal naar de markt en dat slaat aan. We willen een uniek merk brengen gebaseerd op verse voeding, nooit van vleesmeel. Dat alles doen we samen met onze medewerkers elke dag met grote passie. De vibes zijn hier zo voelbaar. Ieder een gaat ervoor, omdat we ook veel oog hebben voor een goed gevoel op het werk. Sommige medewerkers brengen hun vier voeters ook mee naar kantoor en dat zorgt voor beleving. Als het over de business gaat of over de interne werking, streven we altijd één groot doel na: we mikken op best practice, niets meer en niets minder.”
Opvallend is dat jullie zich in deze fase beperken tot landen in de EU. Willen jullie ook buiten Europa jullie stempel drukken?
“Als we in de toekomst willen groeien, moeten we ook aan de VS denken. Een lokale strategie implementeren zoals we in Europa gedaan hebben zou dan de way to go zijn. Mijn fieldervaring in de VS zou alvast goed van pas komen en de markt is er ook. Maar het zal niet meteen gebeuren. Hier in Europa liggen nog te veel opportuniteiten.”
Edgard & Cooper kreeg dit jaar de hoogste onderscheiding voor zijn duurzaamheid.
“In 2019 hebben we ons Zero Pawprint Plan voorgesteld; onze strategie om een positie ve impact te maken. We leggen daarbij de focus op 3 grote pijlers, die in een stakehol derssurvey naar voor kwamen als toppri oriteiten. We wensen actief een oplossing te bieden om de klimaatcrisis te counteren en zijn sinds onze start enorm bezig om de
impact van onze verpakking zo laag mo gelijk te houden. We bieden meer en meer andere ingrediënten dan enkel vlees (alter natieve proteïnen, groenten en fruit) aan en dat werkt. Wat de verpakking betreft, zweren we al langer plastics af, en kiezen we voor bio-afbreekbaar of recycleerbaar materiaal. Maar duurzaamheid gaat voor ons veel verder dan enkel zorgen voor onze planeet. Het gaat om goed doen voor alle stakeholders – je klanten, werknemers, de gemeenschap etc. Wij zijn op vandaag B Corp Certified, en dat toont wel aan dat wij erin geslaagd zijn een evenwicht te vin den tussen ‘People, Planet en Profit’. Finaal wil ik ook graag wijzen op onze Foundation. 1% van de omzet gaat naar goede doelen.
Op een omzet van 70 miljoen euro is dat toch maar mooi 700.000 euro. Dat geeft ons een goed gevoel, omdat we zo meer dan een steentje proberen te leggen in de rivier van de maatschappij.”
In 2018 deden jullie zo een belangrijke gift voor de Doc Care Clinic in Sri Lanka, een instituut dat straathonden helpt verzorgen. Kunnen jullie de resultaten meten van jullie engagement terzake? “Het hoeft niet altijd in cijfers berekend te worden. We zijn jonge gasten en het geeft een kick als je zaken mee in beweging kan helpen zetten en ook nog eens resultaten kan zien op het terrein.” (Karel Cambien - Foto’s Stefaan Achtergael)
“We hebben een uitgesproken ambitie om de nummer 1 te worden in Europa.”Jürgen Degrande Runt samen met Louis Chalabi en Koen Bostoen het bedrijf Edgard & Cooper. Met hun Zero Pawprint Plan zetten ze in op duurzaamheid. Het plan bestaat uit 3 pijlers: geen uitstoot, volledig duurzame verpakkingen en 100% ethische herkomst. Die doelstellingen willen ze bereiken tegen 2025.
Brandstoffenleverancier PMO bereidt zich volop voor op energietransitie
Handelen in brandstoffen lijkt anno 2022 een specialisatie die met uitsterven bedreigd is. PMO, de onderneming van de familie Vandenbroucke uit Proven, bewijst het tegendeel. Met diverse innovaties wapenen Nele en Kristof Vandenbroucke, telgen van de tweede generatie, zich voor de nakende energietransitie.
In 1977 startten Jan Vandenbroucke en echtgenote Martine als handelaars in mazout, met leveringen aan de industrie, landbouwers en kmo’s. Door organische groei en overnames reiken de tentakels van de onderneming vandaag tot in Bergen, met het zwaartepunt van de activiteiten in West- en Oost-Vlaanderen. Respectievelijk 15 en 12 jaar geleden kregen de oprichters versterking van 2 van hun kinderen, Nele en Kristof. Die hebben intussen de operatio nele leiding in handen, gesteund door het deskundig advies van hun ouders.
“We openen in november ons 26ste tank station in eigen beheer en bevoorraden daarnaast heel wat privatelabelstations, die je zo talrijk vindt langs de Franse grens”, ver klaart Nele Vandenbroucke. “De meeste van onze stations vind je in Zuid-West-Vlaande ren en de Westhoek, het verste is in Zelzate. Dankzij een partnerovereenkomst met Maes Brandstoffen en enkele andere spe lers, kunnen onze klanten onze tankkaart gebruiken in een uitgebreid Vlaams netwerk van tankstations. Daarnaast scoren we ook goed als leverancier van olie, smeermidde len en Adblue.”
In de uiterst concurrentiële brandstoffen markt houdt PMO zich goed overeind. “In onze sector heb je 3 soorten bedrijven: de kleine brandstoffenhandelaar, die de zaak
runt met zijn vrouw en 1 of 2 chauffeurs”, zegt Kristof. “Daarnaast heb je de grote reuzen, met een vrij logge structuur. Ten derde heb je bedrijven zoals wij, die bewust op allerlei producten inzetten en verder kijken dan mazout alleen. Troeven zoals een vrij vlakke structuur en een verstandig aan- en verkoopbeleid, waarbij we elke dag continu de prijzen op de internationale markten controleren, zorgen ervoor dat we zeer prijsbewust aankopen. Dat moet ook, aangezien onze tankstations laag geprijsd zijn. Heel wat van onze klanten zitten in sectoren waar brandstof hun belangrijkste kostenpost is. Om hun al krappe marges te vrijwaren, is het voor hen essentieel zo goedkoop mogelijk in te kopen.”
De familie Vandenbroucke is niet blind voor tendensen en speelt er gevat op in. “Volgende maand lanceren we onze hybri de tankkaart, waarmee (fleet)klanten die al hybride of volledig elektrische wagens hebben, hun auto’s kunnen laden aan snellaadpalen. Die chauffeurs zullen hun voertuig grotendeels thuis of op het bedrijf laden, maar met die pas willen we hen ook een oplossing bieden als een laadbeurt op een andere locatie nodig is.”
PMO rustte het tankstation in Ingooigem intussen uit met een HVO-terminal. “HVO, ook wel XTL genoemd, is een dieselsoort waarvan de CO2-uitstoot ruim 90% lager ligt dan bij andere dieselvarianten. Omdat die diesel een stuk duurder is, ligt het product nog niet goed in de markt. Dat komt omdat de overheid er evenveel accijnzen op heft, wat eigenlijk totaal onlogisch is. Vrij weinig mensen kennen het product, omdat in de media alles rond elektrische mobili teit draait en er geen politici zijn die daar
Het PMO-team, met 14 medewerkers, bereidt zich voor op de toekomst, waarin de traditionele tankstations zullen transformeren tot energiehubs. “Naast benzine en diesel zal je er ook HVO, laadpalen en eventueel waterstof (voor zwaar vervoer) kunnen tanken. Poperinge wordt de eerste site die we zullen ombouwen, maar we wachten nog altijd op componenten voor de laadpalen. 2022 is door de energiecrisis en de oorlog in Oekraïne heel uitdagend. Veel industriebedrijven willen afschakelen van gas, of stookolie combineren met gas om de kosten te drukken. Daardoor krijgen we vragen voor extreem grote volumes stookolie binnen. Ik ben heel benieuwd hoe dat zal evolueren.”
voorstellen rond doen, omdat ze zich niet meer met diesel willen associëren. Momen teel wordt het product quasi uitsluitend gebruikt door transporteurs wiens klanten hun groene imago willen cultiveren en be reid zijn daarvoor de hogere brandstofprijs te betalen.”
“Sowieso blijven we innoveren, binnenkort zelfs op een nieuwe locatie. Volgend jaar hopen we te starten met de bouw van nieuwe kantoren in Poperinge. Onze inno vatiedrang zal ervoor zorgen dat we heel competitief blijven”, besluit Kristof Vandenbroucke. (BVC - Foto DD)
www.pmo-service.be
“Veel industriebedrijven willen afschakelen van gas, of stookolie combineren met gas om de kosten te drukken.”
Nieuwjaar 2022 betekende voor Garage Scheerens de start van een nieuw tijdperk. De in Groot-Brugge alom bekende concessiehouder van Peugeot, verdeelt sindsdien met Citroën en DS Automobiles 2 andere hippe merken. “Dat biedt neutrale klanten een veel grotere garantie om bij ons hun favoriete wagen te vinden”, vertellen zaakvoerders Dominiek Scheerens en Tom Detavernier.
Garage Scheerens is een familiebedrijf van de derde generatie, opgericht in 1947. “Sinds begin de jaren 80 bouwden we in het Brugse een sterke reputatie op als Peugeot-concessiehouder”, legt Dominiek Scheerens uit. “Onlangs schonk Stellantis ons het vertrouwen om ook andere merken van hen te verdelen. Zo breiden wij ons merkenportfolio uit met Citroën en met DS Automobiles, een premium merk genaamd naar het iconische DS-model van Citroën.”
Die uitbreiding heeft voor Garage Scheerens alleen maar positieve gevolgen. “De 3 merken worden gebouwd met dezelfde componenten en motorisatie. Die uniformiteit is heel interessant
voor onze technici en laat ons toe om voor elk model een hoge servicegraad te garanderen. Dat doen we op een heel familiale manier. De cijfers over onze hoge tevredenheid bewijzen dat die aanpak bij veel mensen in de smaak valt.”
Klanten vinden in de multimerkengarage heel wat mogelijkheden om een nieuwe wagen te kiezen. “Dat is bijvoorbeeld heel interessant voor de particulier, voor wie het door de recente ontwikkelingen in de automarkt en de hoge brandstof- en energieprijzen niet evident is om de juiste wagen te kiezen. We hebben het grote voordeel dat we ieder model van elk merk in alle aandrijvingen beschikbaar hebben, zodat we hen heel gericht kunnen begeleiden. In DS Automobiles vinden ze een fiscaalvriendelijk premium merk, dat qua afwerkingsgraad en rijcomfort aan de strenge eisen van de premiumrijder voldoet. De b2b-markt vindt bij ons talrijke oplossingen met een gunstige TCO voor de vernieuwing van hun fleet. Ook Citroën scoort sterk met een prima prijskwaliteitverhouding, met de C3 als best verkochte model.”
Door de huidige marktsituatie is het voor wie een nieuwe wagen wil, vaak lang wachten op een nieuwe bolide. “Met Spoticar by Scheerens bieden we hen de geknipte oplossing. We hebben voortdurend een aanbod van een vijftigtal jonge wagens die onmiddellijk beschikbaar zijn. Ook zo dragen we bij tot de best mogelijke mobiliteitsoplossing voor elke klant.”
Onder de naam Free2Move Rent by Scheerens verhuurt de onderneming ook personen- en bestelwagens aan particulieren en zakelijke klanten. “Op die manier voorzien we, zowel voor korte als langere duur, een extra mobiliteitsoplossing”, zegt Tom Detavernier.
Biostoom in Oostende is officieel het fitste bedrijf van Vlaanderen. Ruim 90% van de werknemers komt met de fiets naar het werk. Daar doet het bedrijf heel wat inspanningen voor.
Groene energie opwekken uit restafval, dat is wat Biostoom uit Oostende doet. Het verwerkt op het bedrijventerrein Plassenda le ongeveer 10% van het Vlaamse restafval, wat stroom oplevert voor ongeveer 40.000 huisgezinnen. Maar Biostoom werkt niet alleen op die manier aan een beter milieu. “Sinds de oprichting in 2009 is het een strategische keuze om via het BioFit-pro gramma te zorgen voor een gezonde werkomgeving”, zegt plant manager Luc Lievens. “Medewerkers worden aangezet om geregeld te bewegen en gezond te eten. De frisdranken in de automaten werden vervangen door gezonde alternatieven en er werden core stability-lessen gege ven.” Biostoom is ook een enthousiaste deelnemer aan de Warmste Week, waarbij vaak wordt gesport voor het goede doel. Eerder dit jaar werd Biostoom officieel het fitste bedrijf van Vlaanderen: uit een meting bleek dat in de maand mei de werknemers gemiddeld 15.406 stappen per dag zetten.
Er wordt niet alleen flink gestapt, maar ook gefietst. Biostoom was een enthousiaste deelnemer aan De Fietskaravaan van de provincie West-Vlaanderen, waarbij bedrij ven verschillende fietsen konden testen. Daarna deed het een beroep op het Pen delfonds van de Vlaamse overheid, waarbij subsidies worden toegekend voor het fietsgebruik voor woon-werkverkeer. Voor 4 jaar werd 106.000 euro begroot (waarvan de helft van Biostoom zelf komt en de helft van het Pendelfonds). Na 2 jaar is daarvan al 70.000 euro uitgegeven.
Volgens een berekening van het Pendelfonds telde Biostoom onder de 25 werknemers 11 potentiële fietsers. Maar dat aantal werd flink overschreden. Van de 27 werknemers die er nu aan de slag zijn, komt 92% bijna dagelijks met de fiets
naar het werk. “We zagen ooit een artikel over een bedrijf uit Veurne, waarbij trots werd gezegd dat 60% van hun mensen met de fiets kwamen werken, goed voor 1.770 verplaatsin gen en 28.000 kilometer. Ze claimden nummer één te zijn. Maar van onze 27 mensen fietst 92%, goed voor 1.772 ver plaatsingen per jaar en 45.000 kilometer”, zegt Lievens niet zonder trots.
Alle nodige faciliteiten Biostoom heeft de afgelopen jaren flink geïnvesteerd in het fietsbeleid. Alle werkne mers hebben recht op een fiets. Afhankelijk van hun woonplaats is dat een gewone fiets, een elektrische of een pedelec. Bij de fiets hoort ook een budget voor onderhoud en accessoires, zoals fietstassen, helmen, en veilige hesjes met LED-knipperlichten. Na 4 jaar kunnen de werknemers de fiets overnemen aan 15% van de aankoopprijs.
Bij de stad Oostende ijvert Biostoom voor veilige fietspaden en het bedrijf zorgde ook voor een goede fietsenberging waar de fiet sen kunnen worden opgeladen, douches
Zelf maakt Luc Lievens bijna iedere dag de verplaatsing van zijn woonplaats Ardooie naar Oostende, een afstand van 36 kilometer. “Ik rij met een pedelec en doe er een klein uurtje over. Bij de start vond ik het belangrijk om mee te doen als voorbeeld, maar nu vind ik het gewoon fijn. Als ik door afspraken eens de wagen moet nemen, sakker ik als ik in de file sta.”
en omkleedruimtes. Zo kan het personeel na het fietsen comfortabel aan de werkdag (of nacht) beginnen. “We zien dat fietsen besmettelijk werkt. Niet alleen binnen het bedrijf, maar ook bij de partners en de kinderen van onze medewerkers. Zeker als je een grote afstand aflegt per fiets, werkt dat heel aanstekelijk”, besluit Lievens. (DV - Foto EV)
Het gonst van bedrijvigheid in de ateliers van Addax Motors. De Deerlijkse producent van elektrische bestelwagens maakt, zeker op commercieel vlak, een groeispurt door die zich de komende jaren gewoon zal verderzetten. Om de aanzienlijk stijgende vraag aan te kunnen, komt er in november een nieuwe assemblagelijn. Vanaf 2023 lanceert het bedrijf een 2de model, om op specifieke behoeften van retailklanten in het ‘last mile delivery’-segment te kunnen inspelen.
Addax Motors bereidt zich voor op aanzienlijke expansie
Addax Motors bestaat 6 jaar. De specialist in de assemblage van elektrische bestelwa gens is één van de ondernemingen van de familie Carrette en is gevestigd in bedrijven centrum Blue Oak in Deerlijk. Aanvankelijk liet het bedrijf de voertuigen produceren bij SML in Genk. Sinds 2019 is de assemblage integraal overgeheveld naar Deerlijk.
“De coronacrisis heeft uiteraard ook op ons een impact gehad, maar al bij al mogen we niet klagen. Zeker op commercieel vlak doen we het uitstekend. Dit jaar zullen we zowat 500 elektrische bestelwagens hebben verkocht, dubbel zoveel als in 2021. Eind volgend jaar hopen we de kaap van
de 1.000 te ronden. Tegen 2025 mikken we zelfs op 4.000 voertuigen. We leggen de lat dus hoog, al is die prognose zeker realis tisch, vermits we inspanningen leveren om ons distributienetwerk in heel Europa fors uit te bouwen. In functie daarvan willen we heel wat medewerkers aanwerven”, verdui delijkt CEO Jean-Charles Carrette.
Goed nieuws dus, al gaan er heel wat uitdagingen gepaard met die expansie. “We zijn volop bezig met het opschalen van de productie”, vervolgt Carrette. “De huidige assemblagelijn, die dagelijks goed is voor 2 à 3 voertuigen, schurkt tegen de capaci teitslimiet aan. Daarom installeren we in november een 2de, identieke lijn in een extra
hal. Net als andere maakbedrijven doen we er alles aan om het evenwicht tussen productie en sales zo goed mogelijk te be waren. Het orderboek voor 2022 is volledig vol. Voertuigen die we nu verkopen, rollen pas in januari of februari 2023 van de band. In onze sector is zo’n wachtperiode wel vrij lang.”
“Eind volgend jaar hopen we de kaap van de 1.000 verkochte elektrische bestelwagens per jaar te ronden.”
— JEAN-CHARLES CARRETTE
Intussen klinkt de naam Addax Motors in steeds meer Europese regio’s bekend in de oren.
“Momenteel zijn we actief in 15 landen op het Europees continent”, stipt marketingverantwoordelijke Veerle Blontrock aan. “Het is de ambitie onze voetafdruk nog te verstevigen, zowel in nieuwe landen als in gebieden waar we momenteel eerder nog regionaal actief zijn.
Zo willen we in grote landen zoals Frankrijk, Italië, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk prominenter aanwezig zijn. Export is cruciaal voor dit bedrijf: 95% van onze omzet realiseren we in het buitenland.”
Dat heeft te maken met logistieke besog nes, die het gevolg zijn van de huidige macro-economische situatie. “Veel leve ranciers kunnen niet alle bestelde compo nenten leveren, wat voor vertraging in de assemblage kan zorgen. Bovendien zijn de grondstoffen ook duurder geworden, waardoor de marges onder druk staan. We konden dan ook niet anders dan in sep tember een prijsstijging doorvoeren, maar het effect daarvan zal pas vanaf 2023 echt voelbaar zijn.”
Het Addax-team verwacht veel van het volgende jaar, op diverse vlakken. “De 2de assemblagelijn zal dan hopelijk op volle toeren draaien. Hoewel onze processen sterk gedigitaliseerd en geautomatiseerd zijn, hebben we per productielijn toch 10 à
12 operatoren nodig. Ons product mag dan modern en sexy zijn, we beseffen dat het geen sinecure wordt om die profielen vlot te vinden. Daarnaast kijken we reikhalzend uit naar de verdere vormgeving van ons tweede model.”
De huidige voertuigen zijn gebaseerd op hetzelfde chassis, met diverse opbouwmo gelijkheden. “Die zijn gegeerd bij steden en gemeenten, vooral bij hun groendiensten. Ook de industrie en logistieke bedrijven zijn belangrijke klanten, net als specialisten in last mile delivery. Met het 2de model spelen we sterk in op specifieke behoeften van retailklanten, in functie van fresh delivery”, vervolgt Jean-Charles Carrette. “Die voer tuigen zullen een aangepaste autonomie, snelheid en volume hebben.”
De onderneming werkte de voorbije jaren stevig aan de structuur, om op termijn ope rationeel klaar te zijn voor een productie van 4.000 voertuigen per jaar. Momenteel werken er circa 50 mensen. “Zolang het mogelijk is, zullen we de assemblage uitsluitend in België behartigen”, besluit Jean-Charles Carrette. (BVC - Foto Kurt)
Jean-Charles Carrette.Er rijden momenteel ongeveer 120.000 elektrische en hybride auto’s op onze wegen. Tegen 2030 zullen dat er naar verwachting 1,5 miljoen zijn, onder meer door de verplichte vergroening van het bedrijfswagenpark. Geen wonder dat velen zich afvragen of er straks wel voldoende stroom is om al die autobatterijen opgeladen te krijgen. Fluvius helpt dankzij forse investeringen in het netwerk.
Hans Van Sebroeck is expert Sustainable Mobility bij Fluvius, de beheerder van het elektriciteitsnetwerk. Het investeringsplan 2023-2032 geeft aan wat Fluvius nodig acht om het netwerk paraat te houden. Na een publieke consultatie over de verwachtin gen van diverse stakeholders, is het de onafhankelijke Vlaamse regulator VREG die het plan uiteindelijk goedkeurt. Dat plan wordt ieder jaar bijgestuurd naargelang de behoeften van bepaalde bedrijven of regio’s.
“Op dit moment is er zeker geen capaci teitsprobleem. Waar we wel voor moeten zorgen, zijn voldoende laadpunten, zodat iedereen op tijd zijn auto kan opladen. Dat is nu helemaal in kaart gebracht en bere kend, en wordt volop uitgevoerd”, aldus Van Sebroeck. “Elke gemeente beschikt over potentieelkaarten. Zo weten we waar we op dit moment al laadplekken kunnen voorzien, omdat er voldoende capaciteit is.”
“Fluvius biedt CPO’s (Charge Point Operators) de mogelijkheid om snel advies aan te vragen voor locaties waar concrete interesse bestaat voor het plaatsen van snellaadin frastructuur met aansluiting op het middenspanningsnet. Op die manier worden inzichten meegegeven in de aansluitbaarheid en dus ook de kost en de uitvoeringstermijn voor deze locaties.”
Geen zorgen maken Ook mensen die thuis hun auto opladen hoeven zich absoluut geen zorgen te maken. Zeker voor wie ’s nachts zijn wagen oplaadt, is er geen probleem. Volgens Van Sebroeck loont het wel om te investeren in een slimme laadpaal. Die is iets duurder dan een gewoon oplaadpunt, maar een slimme laadpaal kiest afhankelijk van de beschikbare capaciteit hoe snel de wagen kan opladen. Zeker voor wie zonnepanelen heeft, is dat een verstandige investering. Dan kan de wagen de opbrengst van de zonne-energie gebruiken om voordelig op te laden. Op termijn wordt de energiefac tuur voor particulieren en kleine bedrijven ook aangepast met het capaciteitsta rief, waardoor je meer betaalt bij hoog
piekverbruik. Ook om die reden kan het interessant zijn om een slimme laadpaal te installeren.
Bedrijven installeren bijna standaard slimme laadpalen. Hoe meer elektrische wagens er bij komen, hoe meer capaciteit ze daarvoor nodig hebben. “Bedrijven die twijfelen over hun laadplein, kunnen daarvoor bij Fluvius terecht. Wij kijken naar de laadbehoefte en adviseren bedrijven over de beste aansluiting. We adviseren in samenwerking met de operator van laad palen ook over de laadsnelheid, en of je echt wel een zwaardere aansluiting nodig hebt. In veel gevallen kan dat best nog een paar jaar wachten en win je veel ruimte door ietsje trager op te laden.”
Door eerst bij Fluvius advies in te win nen, neem je als bedrijf geen overhaaste beslissingen. Bovendien geeft het de netwerkbeheerder de ruimte om eerst te investeren waar de behoefte het grootst is. Zo kan Fluvius de eerste investeringsgolf opvangen en kan iedereen blijven genieten van voldoende stroom. (DV)
www.fluvius.be/nl/thema/ duurzame-mobiliteit/ wagen-opladen/
“Wij kijken naar de laadbehoefte en adviseren bedrijven over de beste aansluiting.”
“Goede service blijven leveren”
Gaëtan Van Calster (47) is de nieuwe COO van RS Motors in Ingelmunster, het officiële Porschedealership in West-Vlaanderen. Gaëtan, die 20 jaar ervaring heeft in de automobielsector, wil onder meer inzetten op de service na verkoop en de tevredenheid van de medewerkers. Het pres tigieuze merk heeft met de Porsche Taycan intussen ook een volledig elektrische wagen in het gamma.
Gaëtan is zijn hele leven al gefascineerd door auto’s en alles wat ermee te maken heeft. “Ik ben na mijn humaniora naar Arnhem in Nederland getrokken, om er een opleiding industrieel ingenieur in autode sign te volgen. Die vond je op dat moment nog niet in ons land. Opleidingen auto techniek bijvoorbeeld wel, maar die waren voor mij niet uitgebreid genoeg”, vertelt hij. De voorbije jaren werkte hij onder meer bij Renault en BMW/MINI, maar Porsche maakt het grootste deel uit van zijn carrière: hij heeft er al 15 jaar op de teller staan. Zo was hij 7 jaar lang de verantwoordelijke naver koop voor Porsche België, en daarna 6 jaar directeur van het Porsche Centre Brussels, filiaal van D’Ieteren Group. Tijdens zijn loopbaan werd hij onder andere benoemd tot Young Manager of the Year, een erken ning die wordt uitgereikt door Federauto.
De familie R. Maes, die eigenaar is van RS Motors | Porsche Centre West-Vlaanderen, vroeg hem om er als nieuwe COO de leiding te nemen. “Elk jaar rijden in België een 3.000-tal klanten bij een Porscheconcessie
buiten met de Porsche van hun dromen. Hier in Ingelmunster verkopen we jaarlijks 350 wagens. De verkoopcijfers van Porsche stijgen gestaag in ons land en dat is hier niet anders. Het wordt mijn taak om onze werking zo efficiënt mogelijk te maken zodat we, ook met een groter volume, de zelfde service kunnen blijven bieden.”
Dat service na verkoop enorm belangrijk is, daar is Gaëtan al jaren rotsvast van overtuigd. “Wie de klant ook na de verkoop goede diensten blijft leveren, die heeft zijn volgende auto al verkocht.” Maar goede service blijven leveren, wordt een grote uitdaging. “Vooral met the war on talent die ook in onze sector heerst. Auto’s worden steeds meer computergestuurd en het onderhoudswerk eraan evolueert razend snel. Het wordt alsmaar moeilijker om goed geschoold personeel te vinden. Daarom wil ik ook extra inzetten op de tevredenheid van de medewerkers hier, zodat ze hier niet alleen graag komen werken, maar ook blijven.”
Wie aan sportwagens denkt, denkt al snel aan dat typische geluid van een wagen die wegscheurt. In dat opzicht lijkt het misschien minder evident dat je bij Porsche ook elektrische en hybride wagens kan kie zen. Maar het kan: ook bij Porsche hebben ze begrepen dat elektrische wagens de toe komst worden. “Fiscaal doet de overheid er alles aan om iedereen richting elektrische voertuigen te duwen. Wij zorgen ervoor dat wie graag een Porsche wil, met de Porsche Taycan ook voor een elektrische sportwa gen kan kiezen.”
“Intussen zijn onze elektrische en hy bride wagens samen goed voor de helft van onze verkoop. Vooral wie bij ons een bedrijfswagen koopt, kiest nog wat vaker voor elektrisch, omdat die tot 100% fiscaal aftrekbaar is.” (JM - Foto Kurt)
www.porsche.com/ belgium-west-vlaanderen/
Gaëtan Van Calster.“Intussen zijn onze elektrische en hybride wagens samen goed voor de helft van onze verkoop.”
— GAËTAN VAN CALSTER
Naast het runnen van een groeiend studiebureau voor infrastructuur- en mobiliteitsprojecten, blijft Koen Jonckheere nevenprojecten lanceren. Nieuw is de elektrische wagen die door de medewerkers, bewoners van het cohousingproject en buurtbewoners wordt gedeeld.
Eerder dit jaar keerde het studiebureau terug naar de plek waar het allemaal be gon: het ouderlijk huis langs de Torhoutse Steenweg in Brugge. Koen Jonckheere: “Alles wat ik vandaag doe, bouwt verder op wat mijn ondernemende grootouders en ouders hebben gedaan. Uit dankbaar heid en ter herinnering wilde ik het huis behouden, maar ook omdat afbreken en vervangen door een nieuwbouw bakken energie en materiaal kost. Het is goed dat er vandaag meer aandacht is voor hergebruik, ook bij de inrichting van het openbaar do mein waarbij maximaal bestaande bomen worden behouden.”
Naast het huis werd een nieuwbouw opgetrokken met een ondergrondse parkeergarage en 2 verdiepingen. “Boven is er kantoor- en vergaderruimte voor onze 45 Brugse medewerkers, met ruimte voor verdere groei. Beneden zijn er 3 appar tementen voor cohousingbewoners, die we samen met Jeroen Gaeremynck van Gemeengoed hebben geselecteerd. Het zou zonde zijn om zoveel ruimte in te nemen met een gebouw dat dan elk weekend leegstaat. Nu kunnen de bewoners elke dag gebruikmaken van de gemeenschappelijke tuin, de ruime keuken en living met piano in het oude huis, en benutten ze onze over dekte fietsenstalling om in het weekend hun was te laten drogen. Die synergie zorgt ook voor spontane ontmoetingen.”
Om minder bedrijfswagens in omloop te hebben, stimuleert Jonckheere de me dewerkers met de fiets te komen werken.
“Maar aan wie toch eens 2 wagens nodig heeft, wilde ik wel een alternatief bieden. Op een stadsevenement over elektrisch rij den leerde ik Coopstroom kennen, de Brug se energiecoöperatie die naast PV-installa ties ook inzet op elektrische deelauto’s. Wij kochten de wagen aan en werkten met hen een betalingsregeling uit die voor de beide partijen voordeel oplevert. Wij maken via onze zonnepanelen en openbare laadpaal de wagen rijklaar, en op momenten dat onze medewerkers hem niet gebruiken, is hij ter beschikking van onze cohousers en de buurtbewoners. Er was nog één heikel punt in de samenwerking met Coopstroom, maar na overleg vervingen ze – heel uitzon derlijk – de typische paarse accentkleur op de wagen door blauw,” knipoogt de notoire Clubsupporter. “In ons ultieme scenario breiden we dat wagenpark nog verder uit met een sedan, een bestelwagentje en een minibusje, zodat we voor alle soorten vervoer een elektrisch alternatief hebben voor onszelf en de buurt.”
Studiebureau Jonckheere heeft ook een kantoor in Leuven en start binnenkort in Hasselt. “Ook daar kijken we telkens voor een combinatie met cohousing, in Leuven met een grote studio voor startende jonge ren die nog even aan hun studentenstad gehecht zijn, en in Hasselt met 2 apparte menten. Het aanbieden van een deelauto en andere vormen van interactie met de buurt staat er zeker op onze planning.” (SD - Foto MVN)
www.studiebureaujonckheere.be
“Op momenten dat onze medewerkers de wagen niet gebruiken, is hij ter beschikking van onze cohousers en de buurtbewoners.”
FLYINGGROUP voert jaarlijks 6.000 privé-, charter- en zakenvluchten uit en ondersteunt daarmee de internationale mobiliteit van ondernemers. De voorbije 2 jaar is het aantal vluchtaanvragen sterk gestegen, onder meer door de coronacrisis en de recente malaise bij commerciële vluchten.
Met hoofdzetel in Antwerpen en vestigingen in Brussel, Luxemburg, Parijs, Amsterdam, Genève, Malta en Dubai heeft FLYING GROUP sinds 2019 ook een vestiging op de Internationale Luchthaven Kortrijk-Wevel gem. Gezien de ligging in een economisch bloeiende regio met een uitmuntende bereikbaarheid, was dat een weloverwo gen keuze. FLYINGGROUP werd in 1995 opgericht door voorzitter Bernard Van Mil ders, die dankzij ‘fractional ownership’ de drempel naar een privévliegtuig verlaagde. “Volgens dat principe hebben verschillende mensen een deeltje van een eigendom in handen”, vertelt Sebastien Geers, verant woordelijke voor FLYINGGROUP Kortrijk.
“Op die manier hoeven eigenaars de kosten van een privévliegtuig niet alleen te dragen, maar kunnen ze er wel vlot gebruik van maken.”
De diensten van FLYINGGROUP werden gaandeweg uitgebreid naar Aircraft Management. “Naast het begeleiden van een ondernemer bij de aan- of verkoop van een (deel van een) vliegtuig, ontzorgen we de vliegtuigeigenaars door het volle dige beheer van hun toestel in handen te nemen”, zegt CEO Johan Van Lokeren. “Wij handhaven de luchtwaardigheid van het
vliegtuig, verzorgen alle operationele taken rond een vlucht, zorgen dat er een beman ning beschikbaar is, doen de financiële rapportering en nog veel meer. Alles samen doet FLYINGGROUP op vandaag het beheer van een 45-tal vliegtuigen, goed voor zo’n 12.000 vlieguren per jaar.”
Zowat de helft van die vliegtuigen worden ook beschikbaar gesteld voor ad-hocchar tervluchten. Met name op die chartermarkt is het aantal vluchtaanvragen opmerkelijk gestegen. “In 85% van die gevallen komt de vraag van ondernemers. Daarnaast vliegen we tegenwoordig ook vaker met families of vriendengroepen die er samen op uit trek ken. Ook repatriëringen komen wel eens voor en af en toe hebben we een heuse sportvedette of een wereldster aan boord.”
Privé-, charter- en zakenvluchten worden elk jaar populairder en de coronacrisis versnelde die tendens nog. “Ondernemers ontdekten toen dat privévliegen veel voordelen met zich meebrengt voor hun internationale verplaatsingen omwille van de snelheid, flexibiliteit, efficiëntie en privacy. Voor heel wat ondernemers blijkt dat gemak ook betaalbaarder te zijn dan ze oorspronkelijk gedacht hadden.”
FLYINGGROUP denkt intussen ook aan de duurzame toekomst. “Naast het bouwen van een nieuw hoofdkwartier dat volledig CO2-neutraal is, hebben we ons geënga geerd om een order van 50 eVTOL lucht vaarttuigen (electric Vertical Take-Off & Landing) aan te kopen in de periode tussen 2025 en 2030. Dat engagement is nodig opdat er verder in die nieuwe evoluties ge investeerd zou worden en we de toekomst van onze mobiliteit binnen een duurzame wereld kunnen garanderen.” (JM - Foto Kurt) www.flyinggroup.aero
Op donderdag 29 september bezoeken we met Jong Voka West-Vlaanderen de Kortrijkse vestiging van FLYINGGROUP voor een unieke blik achter de schermen. Je hoort er ook het verhaal van eigenaar en oprichter Bernard Van Milders.
Johan Van Lokeren en Sebastien Geers.Op vrijdag 9 september organiseerden Voka West-Vlaanderen, la Chambre de Commerce Franco-Belgo-Luxembourgeoise en la Chambre de Commerce de Wallonie Picarde het 11de grensoverschrijdend golftornooi in Golf ter Hille in Koksijde. De golfers vertrokken in groepjes voor een Texas Scramble, de niet-golfers trokken na een initiatie naar het Beauvoords Bakhuis voor een boeiend bedrijfsbezoek.
Op dinsdag 13 september waren we met Voka Connect te gast bij Galloo in Menen, een van de belangrijkste recyclagebedrijven van ferro- en non-ferrometalen in West-Europa. We kregen er het ondernemersverhaal van managing director Rik Debaere en CEO Pierre Vandeputte te horen.
Op 8 september wierpen we met Voka Ladies een blik achter de schermen bij de kunstateliers van Slabbinck in Brugge. Aan het hoofd van dit familiebedrijf staat Mirabel Slabbinck, een rasechte West-Vlaamse die met het bedrijf intussen internationale bekendheid verworven heeft. Tijdens dit unieke bedrijfsbezoek ontdekten we deze verborgen parel – sinds jaar en dag gevestigd in Brugge – en vertelde zaakvoerder Mirabel haar persoonlijke bedrijfsverhaal.
Op donderdag 29 september zijn we met Voka Connect te gast bij Den Nachtegael, op de grens van Zonnebeke en Langemark. Met zijn 10 hectare wijngaard en met respect voor de historiek van deze bijzondere locatie, slaagt dit veelzijdige wijnbouwbedrijf erin het karakter van dit terroir te laten terugkomen in wijnen van superieure kwaliteit. Voka Connect is exclusief voor ondernemers, zaakvoerders en plantmanagers van kmo’s met 1 of meerdere medewerkers.
Meer info: Shirley Seynaeve, shirley.seynaeve@voka.be, 0473 89 23 17
Deep democracy empowert mensen om eigen leiderschap op te nemen. Deze beweging kan worden ingezet door visionaire leiders die zich in een meer faciliterende, delende rol durven begeven. Het vraagt van iedereen het lef om te transformeren. En dus hebben we samen ook nood aan tools en metaskills om zo’n overgangsfase van sturend naar delend leiderschap te begeleiden. Je ontdekt er alles over tijdens deze inleidende workshop op 3 oktober.
Meer info: Thomas Dujardin, thomas.dujardin@voka.be, 0491 56 73 02
Een merk lanceren of uitbouwen moet je weldoordacht doen. In deze opleiding, die start op 4 oktober, leer je op een interactieve manier wat de 5 essentiële onderdelen zijn om je merk te lanceren. Een opleiding waarin je zelf effectief aan de slag gaat en diverse concrete oefeningen uitvoert. Verwacht veel interactie, inspiratievolle voorbeelden en tal van praktische tips én individuele coaching.
Meer info: Matthias Derycke, matthias.derycke@voka.be, 0472 33 06 61
Lab: Groeien door overnames dinsdag 27 september 2022 / van 8.30 tot 12.00 uur / Voka West-Vlaanderen, Kortrijk
Kick-off Lerend Netwerk HR Haven Zeebrugge-Oostende dinsdag 27 september 2022 / van 15.30 tot 21.00 uur
Lab: Organisatiedesign van jouw commerciële binnendienst woensdag 28 september 2022 / van 13.30 tot 17.00 uur / Voka | Brugge, Oostkamp
Kick-off Lerend Netwerk Production Teamleader 2022 donderdag 29 september 2022 / van 16.00 tot 20.00 uur
Kick-off Lerend Netwerk Quality 2022 donderdag 29 september 2022 / van 17.00 tot 21.00 uur
Seminarie: Gedeeld leiderschap met deep democracy - een introductie maandag 3 oktober 2022 / van 9.00 tot 17.00 uur / Konvert, Kortrijk
Workshop: Digitale tools voor meer productiviteit dinsdag 4 oktober 2022 / van 8.45 tot 12.15 uur / Voka West-Vlaanderen, Kortrijk
Lab: Hoe een sterk merk creëren? dinsdag 4 oktober 2022 / van 8.45 tot 12.15 uur / Voka West-Vlaanderen, Kortrijk
Vokafé Knokke-Heist - Royal Zoute Golf Club dinsdag 27 september 2022 / van 18.00 tot 20.00 uur / Royal Zoute Golf Club, Knokke-Heist
Te gast bij Finiq donderdag 29 september 2022 / van 12.00 tot 14.00 uur / Finiq, Klerken-Houthulst
Jong Voka visits FlyingGroup donderdag 29 september 2022 / van 18.30 tot 22.00 uur / FLYINGGROUP Kortrijk - JetPark Kortrijk
Voka Connect: Den Nachtegael Winery & Vineyard donderdag 29 september 2022 / van 19.00 tot 21.30 uur / Den Nachtegael Winery & Vineyard, Zonnebeke
Voka Hotspot Woonboulevard De Olifant vrijdag 30 september 2022 / van 8.00 tot 10.00 uur / Woonboulevard De Olifant, Oostende
Te gast bij DL Chemicals donderdag 6 oktober 2022 / van 12.00 tot 14.30 uur / DL Chemicals, Waregem
Voka Hotspot Minus vrijdag 7 oktober 2022 / van 8.00 tot 10.00 uur / Minus, Poperinge
Voka Hotspot Oost meets West bij brouwerij Roman woensdag 12 oktober 2022 / van 8.00 tot 10.00 uur / Brouwerij Roman, Oudenaarde
De meest persoonlijke lease. Car Lease staat voor een unieke, persoonlijke aanpak. Wij bieden een perfecte service op maat én de nodige flexibiliteit. Van professioneel mobiliteitsadvies, over een volwaardige aanloopwagen, tot een all-in support voor de leasing van uw wagenpark: ublijft steeds mobiel. En dit zowel via Vancia Car Lease België als Vancia France C Contacteer ons vrijblijvend op 056 34 57 81 of via vanciacarlease
Eind maart 2022 opende TVH officieel de deuren van haar splinternieuwe hoofdkantoor ‘The Hub’. Het 13.000 m² groot gebouw telt vier verdiepingen die comfort, ergonomie en efficiëntie met elkaar combineren. Bij de kantoorinrichting van het nieuwe bedrijfspand wou het management een zo aantrekkelijk en comfortabele werkomgeving voor haar medewerkers te creëren. Als huisleverancier stond Inofec hen bij met raad en daad, wat zorgde voor een perfecte mix van het juiste meubilair.
Project: 3.500 M2 GROTE SHOWROOM ontdek meer op www.inofec.be/tvh-the-hub