VMT Food 1 (2019)

Page 1

THEMA

Technologie Xxxxxx & automatisering xxxx

EDITIE 1 • MAART 2019

Klaar voor de toekomst als Factory of the Future Productie verpakking vereist expertise

Canada gaat voor groen eiwit

Meerwaarde van cobots

In-vitrovlees is geen vlees

EĂŠn systeem borgt voedselveiligheid

Clusterbeleid herwaardeert grondstoffen

Robots werken samen met de mens

De juridische toekomst van kweekvlees


2

IN DIT NUMMER

COVERSTORY Colruyt Fine Food Meat 2 is Fabriek van de Toekomst.

6

Thema Technologie & automatisering Technologie en automatisering zijn twee van de in totaal zeven transformaties van de Fabriek van de Toekomst. Lees over de laatste ontwikkelingen op pagina 6 tot 21.

28 PRODUCTIE VAN

VERPAKKING VEREIST EXPERTISE EN KUNDE Rombouts borgt met één systeem de voedselveiligheid.

34

CANADA IN DE BAN VAN GROENE EIWITTEN

Met superclusterbeleid krijgen grondstoffen meer waarde.


VMT FOOD 1 • maart 2019

3

Inhoud

Redactioneel

Inhoud 4 Meest gelezen op vmtfood.be 6 Coverstory: Colruyt Fine Food Meat 2, Factory of the Future 2019 10 Column: Geert Jacobs 12 De visie van Sirris en Flanders’ Food door… Filiep Vincent en Bart Van Damme 16 Waar bieden cobots meerwaarde? 20 Expertpanel: Hoe wordt u een voedingsfabriek van de toekomst? 24 De (juridische) toekomst van in-vitrovlees 26 IFFA; Vleesmachinemarkt

Industrie 4.1 komt al in beeld Het eerste kwartaal dit jaar is bijna afgelopen, maar ik wil niet voorbijgaan aan het vijfjarig bestaan van VMT Food.be in België. Wat is een mooier cadeau dan een verfrissing van het magazine, dat u nu in uw handen heeft. U zult zien dat er nieuwe rubrieken bij zijn gekomen en rubrieken zijn verdwenen. Voor de agenda, technisch en ingrediëntennieuws kunt u de website vmtfood.be raadplegen. Wekelijks is er ook de VMT Food.be nieuwsbrief met het laatste nieuws. In de eerste editie van VMT Food kijken we ook vooruit met onder meer het thema Technologie & Automatisering. Beide zijn twee belangrijke transformaties binnen Industrie 4.0 en de Fabriek van de Toekomst. Naast de reportage over Colruyt Fine Food Meat 2, dat recent de Factory of the Future Award 2019 kreeg uitgereikt. Sirris en Agoria, de initiatiefnemers van deze prestigieuze innovatieprijs geven daarbovenop hun visie op Industrie 4.0 en denken al aan Industrie 4.1. Collaboratieve robots komen in beeld. Ze dragen het potentieel in zich om operatoren te ondersteunen in hun dagelijkse taken. Omdat de drempel vooralsnog hoog blijkt, slaan Sirris en Flanders’ FOOD de handen ineen om de nieuwe robotgeneratie versneld te introduceren. Welzijn en werkbaar werk staan hoog op de agenda van bedrijven, ook hier staat VMT Food. be bij stil in een interview met Alimento.

ontwikkelt zich

YVES DE GROOTE

dynamisch

redactie@vmtfood.be

28 Rombouts heeft alle processen in eigen handen 31 Alimento werkt aan werkbaar werk 34 Canadees clusterbeleid herwaardeert peulvruchten 38 Colofon

Volg ons ook op social media /@VMTfood

/VMT Food Group

Foto cover: Colruyt Group

Uitgelicht Maintenance In de industriële wereld staat een slim onderhoudsbeleid garant voor een optimale productie. 27-28 maart, Antwerpen

Food Forward Event Hoe ziet de voeding van de toekomst eruit? Wat zijn de uitdagingen van industrie 4.0? 24 april, Brussel

Packcontact Nieuwe wetgeving, druk vanuit ketenpartners en consumentenorganisaties dwingt om constant te innoveren. 25 april, Roeselare Kijk voor de volledige agenda op: vmtfood.be/ agenda


op vmtfood.be

Tetra Top, de innovatieve kartonnen fles van Tetra Pak, won binnen de M.A.D.E. Awards de eerste prijs in de categorie Verpakkingsinnovatie. De duurzame verpakking is 100% recycleerbaar. De M.A.D.E.-beurs, het belangrijkste Franse retailersevenement, vindt plaats op 19 en 20 maart in Parijs.

Belgische voedingsbedrijven pakken de vorming van de potentieel gevaarlijke stof acrylamide met succes aan. De nieuwe EU-aanpak blijkt volgens Fevia te werken. De federatie van de Belgische voedingsindustrie, vindt een pleidooi voor striktere wettelijke limieten nu niet aan de orde.

FOTO: FLANDERS’ FOOD

Colruyt Fine Food Meat 2 en Lavetan ontvingen woensdag 6 februari de Factory of The Future Awards voor het eerst, De Trog voor de tweede keer. Vlaamse voedingsbedrijven evolueren steeds meer naar hoogtechnologische omgevingen die zich aanpassen aan de uitdagingen van de Industrie 4.0. “Om de noodzakelijke transformaties naar fabrieken van de toekomst door te voeren vragen heel wat KMO’s bijkomende ondersteuning. Flanders’ FOOD, de speerpuntcluster van de Vlaamse agro-voedingssector, helpt bedrijven dan ook met raad en daad�, zegt Jan Vander Stichele, voorzitter van Flanders’ FOOD: “De winnaars van de Factory of the Future Awards tonen dat elk voedingsbedrijf, ook de vele KMO’s, stappen kan zetten om zich aan te passen aan de vereisten van de industrie 4.0. Flanders’ FOOD staat klaar om voedingsbedrijven daarbij te ondersteunen. Zo lanceren we op 26 maart Transformers, een reeks studiedagen waarin we focussen op de verschillende transformaties die bedrijven kunnen inzetten om een fabriek van de toekomst te worden.�

Jan Vander Stichele: “Heel wat KMO’s vragen bijkomende ondersteuning.�

Op deze pagina’s vindt u een overzicht van het meest gelezen nieuws op vmt.nl van de afgelopen maand. Altijd op de hoogte blijven? Neem een online abonnement op vmtfood.be met toegang tot alle artikelen en verdieping.


VMT FOOD 1 • maart 2019

!

Colruyt Group verminderde bij een tiental producten uit het kinderassortiment het zout-, suiker- of vetgehalte of vermeerderde het vezelgehalte. Smaaktesten wijzen uit dat de kinderen de verbeterde producten nog steeds lekker vinden. Verder werden veertien producten uit het oorspronkelijke assortiment Boni Selection Kids verwijderd, omdat ze niet passen in een evenwichtig voedingspatroon van kinderen. Hiervan verdwijnen zes producten volledig uit dit assortiment. Acht producten worden niet langer in een kids-verpakking aangeboden maar blijven deel uitmaken van het Boni Selection huismerk. Colruyt Group wil producten die niet thuishoren in een evenwichtig voedingspatroon voor kinderen niet extra stimuleren bij deze doelgroep. Zo verzekert Colruyt Group ouders dat producten van haar huismerk Boni Selection, in kleurrijke en voor kinderen aantrekkelijke verpakkingen met figuurtjes, nutritioneel verantwoord zijn.

! PEULVRUCHTEN Hype of trend? “Een hype ĂŠn trendâ€?, legt Bram Van Looveren, business development manager bij Casibeans uit. “Binnen vijf jaar eten we dubbel zo veel peulvruchten. â€? INFORMATIE VRIJGEVEN NestlĂŠ geeft informatie vrij over de leveranciers van zijn vijftien belangrijkste grondstoffen, ten behoeve van een volledig zichtbare bevoorradingsketen. ALCOHOLVRIJE GIN Charlotte Matthys, bioingenieur aan UGent , brengt eigen alcoholvrije gin op de markt.

#

GOODLIFE FOODS Izico Food Group gaat verder als GoodLife Foods. De nieuwe naam verwijst ook naar de overname van een Brits vegetarisch merk.

Dankzij het revolutionaire Sublimation-proces dat door Phibo Industries ontwikkeld werd, kunnen voedingsbedrijven nu rekenen op optimale hygiĂŤnische eigenschappen en een reinigbaarheid tot op het microbiĂŤle niveau van voedings-contactoppervlakken.

BIO LEKKERDER Consumenten vinden producten lekkerder en gezonder wanneer ze een bio-label dragen.

Voedingsmachinebouwers kunnen hun installaties nu voorzien en aanleveren met de unieke en permanente SUBLIMOTION-finishing. Deze leidt in de productieomgeving bovendien tot efficiĂŤnter CIP-en, minder onderhoud aan apparatuur en minder stilstand van de productielijn. Kortom, meer ĂŠn kwalitatiever eindproducten!

GEVRIESDROOGDE AARDAPPELEN ILVO, HOGENT en TRIAS begeleiden lokale Peruaanse landbouwcoĂśperatie en universiteit bij de productie van witte gevriesdroogde aardappelen.

De Korrel Beheer BV | Tolboomweg 16 | 3784 XC Terschuur | The Netherlands T +31 (0)88 55 777 55 | F +31 (0)88 55 777 33 | info@dekorrelbeheer.nl | www.dekorrelbeheer.nl

" " $

EUROPESE DATABANK De transparantie van voedselrisicobeoordelingen verbetert met Europese databank van onderzoeken. CRISP SENSATION Een innovatief voedselcoatingssysteem zorgt zonder frituur voor een knapperig korstje. AARDBEIPLUKROBOT Octinion stelde haar autonome aardbeiplukrobot voor tijdens de vakbeurs Fruit Logistica in Berlijn.


6

TECHNOLOGIE & AUTOMATISERING

Bart Parewijck: “De Factory of the Future Award versterkt ons imago van een professionele aanbieder op de markt.”


VMT FOOD 1 • maart 2019

7

Coverstory

Colruyt Fine Food Meat 2 Factory of the Future 2019 INTELLIGENTE PRODUCTIE EN WELZIJN STAAN CENTRAAL Intelligente productietechnieken en aandacht voor opleiding en welzijn van de werknemers zorgen bij de Factory of the Future 2019 Colruyt Group Fine Food Meat 2 voor meer efficiëntie. Multifunctionaliteit van de fabriek ligt aan de basis van het modulaire ontwerp. Tekst Yves De Groote Beeld Colruyt Group

“Bij Colruyt Group stond de Factory of the Future Award niet op de radar toen we startten met het ontwerp van de nieuwbouw van Colruyt Group Fine Food Meat 2. Pas na de realisatie vroegen we ons af of we de prijs niet zouden kunnen winnen,” blikt Bart Parewijck, productiedirecteur bij Colruyt Group Fine Food terug. “Fine Food Meat 2 is een uitbreiding van Fine Food Meat, twee jaar geleden.” De site van 18 duizend vierkante meter is ontworpen voor de productie, versnijding van charcuterie, traiteurgerechten, maar ook vegetarische producten voor de retailformules van Colruyt Group (Colruyt, OKay, Bio-Planet, Cru en Spar). Er zijn een drietal gescheiden productflows en een twintigtal verpakkingslijnen voor intern verpakken. Voordien vond het verpakken plaats bij derden. Het productievolume is circa 12 duizend ton per jaar. Het aantal medewerkers bedraagt 300 en in 2025 zouden dat er 450 moeten zijn.

Samenwerken “Met de deelname aan de Factory of the Future Award wilden we in de eerste plaats al onze medewerkers in het zonnetje zetten”, benadrukt de productiedirecteur. “De prestigieuze Factory of the Future Award leent zich hier uitstekend voor. “De nieuwe fabriek is het resultaat van samenwerking tussen medewerkers uit de organisatie.” Daarnaast is de prijs belangrijk voor het imago van het voedingsbedrijf binnen Colruyt Group. “We moeten top of mind zijn bij de inkopers van de verschillende

retailformules. Natuurlijk zijn we default supplier, maar de prijs versterkt ons imago van een professionele aanbieder op de markt.” Volgens Parewijck is het assessment van het bedrijf door een deskundige jury mooi meegenomen. “Verbeterpunten komen naar boven en die zijn belangrijk om een volgende stap te zetten naar de toekomst.”

Efficiëntieverbetering

“We wilden in de eerste plaats onze medewerkers in het zonnetje zetten.”

Door de vergaande koppeling van verschillende machines in met name de charcuterielijnen en robotisering, is het voedingsbedrijf erin geslaagd de efficiëntie met niet minder dan 10% tot 30% te verhogen. Zo wordt op de snelste lijn tot 8000 kilogram charcuterie per dag versneden en verpakt tegen een snelheid van 120 in plaats van 50 verpakkingen per minuut. De snij-installatie of slicer is uitgerust met een röntgenscanner voor het optimaal snijden van het vlees voor de verpakkingsgrootte. Uiteraard vindt gewichtscontrole plaats. Bovendien ziet een camerasysteem toe op de positionering, juistheid en leesbaarheid van het etiket op de verpakking. Met name de houdbaarheidsdatum wordt gecontroleerd, vanwege de voedselveiligheid. Parewijck: “In de vorige fabriek vonden de productiewerkzaamheden plaats op werkposten, waar meerdere manuele handelingen plaatsvonden. Vlees werd met een kar van werkpost naar werkpost verplaatst.” De productiedirecteur wijst er ook op dat voor alle hoge-capaciteitsproductielijnen end of line gekozen is voor verpakkingsrobots. “Drie robots leggen de plakken in een bakje, sluiten het bakje en zetten het


8

TECHNOLOGIE & AUTOMATISERING

bakje in een doos, waarna de doos met behulp van een robot wordt gestapeld op een pallet.” De automatisering en robotisering dragen volgens Parewijck bij aan het welzijn van de medewerkers: minder belasting van het lichaam, terwijl de productiviteit toeneemt. Uit ergonomische overwegingen verplaatsen de operatoren de zware vleeskarren, met een totaalgewicht tot 7.000 kilogram, niet meer zelf, maar met transpaletten die elektrisch aangedreven zijn. In de nieuwe fabriek volgt het management de

Lessen deelname Factory of the Future Gevraagd naar de lessen van deelname aan de Factory of the Future Award raadt Parewijck voedingsbedrijven allereerst aan om niet alleen goed na te denken op welke domeinen ze wil scoren. Minstens even belangrijk is het antwoord op de vraag of de organisatie er klaar voor is. “Deelnemen aan de Factory of the Future Award vraagt heel wat inspanningen van de totale organisatie: voorbereidingen op het assessment en de rapportering.” Tegelijk moet goed overwogen worden waarom het bedrijf wil deelnemen aan de wedstrijd. Het bedrijf meer in de kijker zetten? Medewerkers motiveren? “Het is jammer niets meer met de award te doen dan hem in de kast te zetten of op het bureau van de directeur.”

Als voedingsbedrijf binnen Colruyt Groep is de extra aandacht aan kwaliteit evident.

efficiëntie op de voet dankzij geavanceerde OEE-analyses voor de verschillende lijnen. “We houden vooral de productieverliezen in het oog, zodat we de lijnen verder kunnen optimaliseren. Meten is weten.” Parewijck denkt hierbij in het bijzonder aan het verder reduceren van stilstanden op de lijnen, kortere omsteltijden en reductie van afval.

Kwaliteit staat voorop Als voedingsbedrijf binnen Colruyt Groep is de extra aandacht voor kwaliteit evident, onderstreept de productiedirecteur. Vanuit die optiek is bij het ontwerp extra aandacht besteed aan voedselveiligheid. “We gaan verder dan wat de wetgeving ons voorschrijft”, merkt Parewijck op. Enkele voorbeelden? De plafonds in de fabriek zijn opvallend hoger, waardoor geen condensatiedruppels ontstaan die dus ook niet op de producten terecht kunnen komen. Gescheiden rioolsystemen voor de low-, medium- en high-care-zones in de fabriek voorkomen kruiscontaminatie. Een geavanceerd traceersysteem - een MES-oplossing - geeft volledige transparantie over alle stappen in de productie. Een eventuele recall is daardoor snel geregeld.

Modulair ontwerp Bij het ontwerp van het gebouw was multifunctionaliteit de leidraad. “Als Colruyt Group beslist om


VMT FOOD 1 • maart 2019

9

Coverstory

Op de snelste lijn wordt tot achtduizend kilogram charcuterie per dag versneden.

zijn vleesverwerking in de toekomst elders onder te brengen, kan het gebouw makkelijk een nieuwe invulling krijgen”, verduidelijkt de productiedirecteur. “Gekozen werd voor een box in box-inrichting voor de verschillende productieafdelingen. Bijna alle technische uitrustingen zijn ondergebracht boven op de box. “Zo beperken we de overlast van onderhoud en herstellingen tot een minimum.” Het deursysteem, uitgerust met detectiezones en lasers, zorgt ervoor dat de deuren automatisch open en dicht gaan. De deuren in de koude zones hebben verwarmde frames, zodat ze niet vastvriezen wanneer ze gesloten zijn. In gekoelde ruimtes is er als veiligheidsmaatregel vloerverwarming voorzien, zodat reinigings- of productiewater geen ijslaag kan vormen. In ruimtes met vloeistoffen op hoge temperatuur zijn speciale hittebestendige vloertegels geplaatst.

Betrokkenheid medewerkers Vanaf het begin waren de medewerkers uit alle lagen van de organisatie nauw betrokken bij het ontwerp van het nieuwbouwproject. Dit gebeurde in werkgroepen. De productiedirecteur geeft hiervoor twee redenen aan. “Veel medewerkers werken al lange tijd bij het bedrijf en beschikken over de nodige kennis en expertise wat betreft het verwerken en verpakken van vlees. Alle ideeën en vragen werden uitgebreid besproken en beantwoord. We hebben zo een rijkdom aan informatie vergaard voor de nieuwe state-of-the-art-fabriek.” De tweede reden is dat de medewerkers terechtkomen in een vergaand geau-

tomatiseerde productie en daarop afgestemde productieorganisatie. “De werkpostorganisatie moest plaats maken voor een lijnorganisatie.”

Operator Plus-programma

Profiel Colruyt Group Fine Food Meat produceert en levert vers vlees, vleeswaren en traiteurartikelen aan de verschillende winkelformules van Colruyt Group. Fine Food Meat 2 is de uitbreiding die 2 jaar geleden werd geopend. De site van 18.000 m² is bestemd voor productie en verpakking van charcuterie, traiteurgerechten en vegetarische producten. Eens de vestiging op volle toeren draait, zal Colruyt Group Fine Food Meat de grootste vlees- en charcuterieproducent van het land zijn.

Gevolg is ook dat de profielen van de medewerkers veranderden. Parewijck: “We startten daarom met het Operator Plus-programma. Productiemedewerkers moesten evolueren naar lijnoperators.” Een veertigtal medewerkers coördineren nu een volledig productie-atelier of productielijn. Ze kregen niet alleen een opleiding over sociale interacties op de werkvloer tussen medewerkers, maar ook over communicatie tussen machines. “Belangrijk is dat deze medewerkers zich bewust moeten zijn dat bijvoorbeeld een verandering van een instelling op de ene machine impact kan hebben op de hele productielijn.” Dat is nog niet alles. “De operators zijn nu ook in staat om kleine storingen zelf op te lossen.”

Planningscel De nieuwe voedingsfabriek binnen Colruyt Groep versterkte ook haar planningscel. “Vooral de administratieve functies zijn uitgebreid”, aldus Parewijck. De afdeling optimaliseert de productiecapaciteit en garandeert de continuïteit van de productie. “Een perfecte service aan onze afnemers staat voorop.” Bestellingen en prognoses worden vertaald naar productieorders en planningen. Bij het opmaken van de planning is het belangrijk rekening te houden met de hele product- en productieketen. Samen met het aankoopteam zorgt het planningsteam ervoor dat voorraden binnen de marges blijven. •


10

TECHNOLOGIE & AUTOMATISERING

Column

Applaus voor de topsporters van de industrie Fabrieken van de Toekomst zijn echte topsporters: dag in dag uit werken ze hard, met oog voor detail en met een duidelijke focus om het verschil te maken en te blijven maken. Geen uitdaging gaan ze uit de weg, geen transformatie is hen te veel. En de Vlaamse voedingsindustrie? Die loopt mee in de voorhoede met een aantal straffe kampioenen. Eén van die kampioenen is Colruyt Fine Food in Halle, dat op 6 februari jl. samen met negen andere bedrijven de Factory of the Future Award in ontvangst mocht nemen. Vooral zijn duidelijke toekomstvisie en de transformaties die het bedrijf onderging om deze te helpen waarmaken, maken van Colruyt Fine Food een echte Fabriek van de Toekomst. Agoria en Sirris reiken al sinds 2015 jaarlijks de Factory of the Future Awards uit. Deze zijn een moment van bekroning voor de koplopers in een begeleidingsprogramma dat erop gericht is de (maak) industrie zo concurrentieel te maken dat ze haar productieactiviteiten kan blijven verankeren in ons land en op die manier maximaal kan bijdragen aan een welvarende en duurzame samenleving. Een fabriek van de toekomst investeert in digitalisering, in slimme processen en producten en in een productie van wereldniveau. Bovendien gaat ze doordacht om met energie en materialen en heeft

ze aandacht voor de betrokkenheid, creativiteit en autonomie van haar medewerkers. Momenteel volgen zo’n achthonderd bedrijven dit begeleidingsprogramma. Onder hen ook de dertig bedrijven die nu al de felbegeerde titel van Factory of the Future mogen voeren. Voor de voedingssector zijn dat, naast Colruyt Fine, Biobakkerij De Trog, Rousselot, Nuscience, Dekeyzer-Ossaer, Lantmännen Unibake en Lavetan. Deze dertig bedrijven investeerden de voorbije jaren meer dan 850 miljoen euro in infrastructuurvernieuwing, digitalisering en automatisering. Daarnaast steeg hun tewerkstelling met vijftien procent, het bewijs dat robotisering en automatisering niet ten koste van de werkgelegenheid gaan. En het verhaal is nog niet ten einde: we mikken in de nabije toekomst op de tweeduizend resterende maakbedrijven die momenteel nog niet actief zijn in het programma. Onze oproep aan die bedrijven is alvast duidelijk: neem in de periode van maart tot juni deel aan onze roadshow langs de Factories of the Future, laat u inspireren door hun good practices en zet vervolgens zelf zo snel mogelijk ook ùw eerste stappen. Want ook in uw bedrijf schuilt ongetwijfeld een topsporter…

Geert Jacobs - geert. jacobs@agoria.be Geert Jacobs is Innovation Expert bij Agoria


)SHURLKHSL

Co-Packing Food FROZEN

CHILLED

AMBIENT

%UDQFKH VSHFLÀHNH SURFHVVHQ IDEULHNHQ PRQLWRULQJ HQ UHSRUWLQJ WUDFHHUEDDUKHLG UHFHSWXUHQRSWLPDOLVDWLH NZDOLWHLWVPDQDJHPHQW HQ YHHO PHHU +HW ! YRRU GH YOHHVEUDQFKH +HW GHNW DOV WRWDDO RSORVVLQJ (53 )$&725< (53 HQ KHW 0(6 DI

"

www.blankedale.be Pastorijstraat 118 - 3300 Tienen Tel: 016/80 46 46 (vraag naar Peter Swings) - sales@blankedale.be

"


12

TECHNOLOGIE & AUTOMATISERING

De visie van Sirris en Flanders’ Food door…

Filiep Vincent en Bart Van Damme Een Factory of the Future blinkt uit in de manier waarop deze met energie en materialen omgaat. Creatieve en betrokken werknemers werken er met een state-of-the-art productieapparaat in slimme en duurzame processen. Het resultaat: een wendbaar en futureproofbedrijf, dat producten met een hogere toegevoegde waarde aflevert. Tekst Bart Van Damme en Filiep Vincent Beeld Flanders’ FOOD

Wat de Factories of the Future gemeen hebben, is dat ze, om aan kop te blijven binnen hun sector, slim investeren in state-of-the art productiemiddelen. In deze bedrijven worden de machines aangepast aan de nieuwe productieprocessen, of helemaal op maat gemaakt. Door de stijgende vraag naar productvariatie zal men naast lijnen voor bulkproductie ook investeren in snel ombouwbare systemen. De frontrunners zijn de bedrijven die een eigen technology roadmap ontwikkelen waarin technologieontwikkeling en marktvraag aan elkaar gekoppeld worden en gekeken wordt op middellange en lange termijn. Digital Factories

Meer en meer machines, kleppen, pompen, aandrijfsystemen, maar ook gereedschappen en meetinstrumenten worden ‘slim’, wat wil zeggen dat er sensoren, rekencapaciteit en connectiviteit aanwezig zijn. Het verbinden van deze slimme toestellen maakt het mogelijk processen en fabrieken horizontaal en verticaal te integreren en te automatiseren, waardoor er efficiënter gewerkt kan worden, responstijden korter zijn en menselijke fouten geëlimineerd worden. Helaas zijn er op twee belangrijke gebieden nog hinderpalen die de horizontale en verticale integratie in de weg staan: interoperabiliteit en cyberveiligheid. Interoperabiliteit betekent dat sensoren, toestellen, machines van verschillende types, merken en

besturingssystemen vlot met elkaar kunnen communiceren en interageren. De realiteit is echter dat er in veel bedrijven meestal een mix van systemen is, gegroeid doorheen de jaren. Willen deze systemen toegevoegd kunnen worden aan de slimme asset, zullen aanzienlijke engineeringkosten gemaakt moeten worden om de hard- en software daarvoor geschikt te maken. De tweede hinderpaal bij het verbinden van systemen ligt op het gebied van cyberveiligheid. Veel bedrijven zijn terughoudend met het verbinden van hun productiesystemen met het internet, uit angst voor mogelijk verlies van confidentiële informatie, risico op veiligheidsincidenten of technisch falen door hacking of sabotage. Door technologieaanbieders en overkoepelende organisaties wordt hard gewerkt om de obstakels op deze terreinen weg te nemen. Smart Factories

Met een modern en digitaal geconnecteerd machinepark is de basis gelegd voor een slimme en wendbare fabriek. In de Fabriek van de Toekomst moeten de volgende capaciteiten aanwezig zijn: 1. Complexiteit beheersen Naast de grote runners, moeten productinnovaties elkaar snel kunnen opvolgen voor de veeleisende en soms wispelturige voedingsklanten. Producten en processen worden complexer, terwijl de bedrijfs-


VMT FOOD 1 • maart 2019

13

De visie

De machine moet de mens begrijpen en niet andersom. Bart Van Damme

door de vermindering van de cognitieve last te koppelen aan kwaliteits- en productiviteitsverbetering.

context onzekerder wordt. Kunnen omgaan met deze complexiteit, onzekerheid en onvoorspelbaarheid wordt een vaardigheid die steeds belangrijker wordt. 2. Operatoren ondersteunen in hun taak Naast typische ‘machinevaardigheden’ (snelheid, precisie, consistentie), worden menselijke vaardigheden als creativiteit, probleemoplossend vermogen en veelzijdigheid steeds crucialer. Het herontwerpen van de taakinhoud van Operator 4.0 vormt een belangrijke uitdaging in de transformatie van complexe organisaties. Technologie laat toe om nieuwe werkvormen en manieren van samenwerken te ontwikkelen en nieuwe interactiescenario’s uit te werken. De inzet van cobots of exoskeletons kan de fysieke last wegnemen en terzelfdertijd een meer consistente kwaliteit en een productiviteitsverhoging opleveren. 3. First-time-right-kwaliteit mogelijk maken Cognitieve assistentiesystemen, zoals pick-to-lightsystemen, digitale werkinstructies en augmented reality kunnen eveneens een win-win-verhaal opleveren,

CV Bart Van Damme Ir. Bart Van Damme heeft als bio-ingenieur in de levensmiddelentechnologie een brede ervaring opgedaan in het bedrijfsleven. Als Innovatiemanager bij Flanders’ FOOD, de speerpuntcluster voor de Vlaamse Agrifood sector, is hij verbonden aan een hele reeks Industrie 4.0-projecten, waaronder de ondersteuning van Vlaamse voedingsbedrijven naar een Factory Of The Future.

4. Snelheid en wendbaarheid vergroten Quick Response Manufacturing is een interessant recept om de snelheid en de wendbaarheid van een organisatie te verbeteren, zowel in de werkplaats als in de kantooromgeving. Een belangrijk principe hierbij is het creëren van zelfsturende of zelforganiserende teams die ruimere taken toegewezen krijgen en meer regeltaken opnemen. Hierdoor evolueert een complexe organisatie, waar ingewikkelde sturingssystemen nodig zijn om heel veel simpele taken op veel verschillende werkplekken aan te sturen en te coördineren, in een verhoudingsgewijs simpele organisatie die relatief weinig, maar bredere en complexere taken moet coördineren.

Voedingsbedrijven van de toekomst Enkele jaren geleden startte Agoria samen met hun technologiepartner Sirris, een actieplan om bedrijven te helpen ‘transformeren’ naar Fabrieken van de Toekomst. Dit aan de hand van zeven transformaties: het programma Made Different. Sindsdien werden acht voedingsbedrijven Factory Of the Future op een totaal van ongeveer dertig bedrijven. Niet slecht dus. De voedingssector loopt zeker niet achter op de andere industriële sectoren. Veel managementsystemen die typisch zijn voor de ‘maakbedrijven’ (denk aan lean) zijn inmiddels ook doorgedrongen bij de voedingsbedrijven. Meer dan ooit is het in de zeer competitieve voedingssector belangrijk zich te wapenen voor de toekomst. De marges voor voedingsproducten zijn immers vrij laag - er is veel prijsdruk door de retailers - en er is, over de grenzen heen, bikkelharde concurrentie. Meer informatie: www.madedifferent.be


14

TECHNOLOGIE & AUTOMATISERING

“Don’t move information to authority, move authority to information” Filiep Vincent

Industry 4.1, de toekomst

CV Filiep Vincent Ing. Filiep Vincent is project ingenieur Smart & Digital Factory bij Sirris, het collectief centrum voor de Belgische technologische industrie. Zijn expertise ligt in het domein van collaboratieve robots en flexibele industriële automatisering. Naast toegepast onderzoek, adviseert hij kleine en grote bedrijven in deze domeinen.

5. Transparantie creëren “Don’t move information to authority, move authority to information” is het motto van een transparante organisatie. Via op maat gemaakte operator dashboards wordt de juiste hoeveelheid informatie op het juiste moment en op de juiste plaats aan de operatoren op de werkvloer aangereikt. Hetzelfde geldt voor de productieleider, procesingenieur, onderhoudstechnieker, logistiek medewerker en kwaliteitsmedewerker. Deze dashboards laten mensen toe om op basis van de meest actuele en correcte informatie de juiste beslissingen te nemen en handelingen te stellen. 6. Geconnecteerde productiesystemen Om dergelijke dashboards te kunnen creëren zijn realtime data nodig. Hiervoor moet de fabriek digitaal gemaakt worden. Succesvolle editie 2019

Gezien het enorme aantal voedingsbedrijven in Vlaanderen is er wel nog een hele weg af te leggen. Het concept van de Factory of the Future kan zeker nog winnen aan bekendheid. De zeer succesvolle editie van dit jaar zal hopelijk voedingsbedrijven aanzetten om zichzelf ook eens een spiegel voor te houden. •

Nieuwe mens-machine interfaces. Om met technologie te kunnen interageren, is heel wat expertise en specifieke kennis nodig. Denk aan het programmeren en bedienen van robots, PLC’s. In de evolutie van collaboratieve robots en assistieve systemen op basis van augmented reality, wordt bij het ontwerp heel wat aandacht besteed aan een mensgerichte gebruikerservaring. Systemen worden meer en meer zo ontworpen dat de machine de mens leert begrijpen in plaats van andersom. Nieuwe industrial internet of things-architecturen. Rigide, sterk hiërarchisch gestructureerde architecturen maken plaats voor gedistribueerde systemen van loosly coupled services. Daarmee kunnen functionaliteiten continu toegevoegd en verbeterd worden. Dat geldt dus niet alleen voor de fysieke processen en de organisatie rond het productiesysteem, maar ook voor de betrokken ICT-systemen. Nieuwe manieren van leren. In de klassieke automatisering wordt uitgegaan van “programmeren” van zowel machines als mensen. Eenmaal de kinderziekten uit de programma’s en procedures zijn weggewerkt, wordt het ontwerp bevroren. In een complexe bedrijfscontext zal meer en meer nood zijn aan continu verbeteren door de combinatie van machine learning en menselijk “actief leren”.


THIS IS INCREASING PRODUCTIVITY Parker Automation Controller Parker Servo Drives

PLC + HMI motion controller M2M-communicatie Dual LAN netwerken en opties voor Ethernet/IP De PSD is zonder twijfel de start van een nieuwe generatie van aandrijvingslijnen. Het PSD assortiment is gericht op markten zoals, voedings- en verpakkingsindustrie, materiaal vormers, textiel-, papier- en kunststof machines. Naast de PSD heeft Parker een nieuwe Automation Controller (PAC) ontworpen voor de wereldwijde machinemarkt. De Parker Automation Controller (PAC) combineert machine logica, geavanceerde real-time motion control en visualisatie in een prestatiegerichte oplossing.

parker.nl


16

TECHNOLOGIE & AUTOMATISERING

Cobots als meewerkend voorwerp COLLABORATIEVE ROBOTS MOETEN SAMENWERKEN MET MEDEWERKERS Collaboratieve robots, cobots, dragen het potentieel in zich om operatoren te ondersteunen in hun dagelijkse taken. Omdat de drempel vooralsnog hoog blijkt, slaan Sirris en Flanders’ FOOD de handen ineen om met het ColRobFood-project cobots versneld te introduceren bij voedingsbedrijven. Tekst Valerie Couplez

Robots zijn gemeengoed in de voedingsindustrie. Toch blijven er nog heel wat manuele processen waar traditionele automatisering en robotinstallaties geen rendabel antwoord op kunnen bieden. De uitdagingen waar voedingsproducenten voor staan, zijn groter dan ooit. Het eisenpakket van de millennial betekent dat de voedingsindustrie een steeds grotere variëteit aan producten moet kunnen maken voor een steeds lagere prijs, zonder in te boeten aan kwaliteit. Bedrijven die rendabel willen produceren, moeten met andere woorden hun productieapparaat kunnen transformeren naar een flexibel, responsief en adaptief systeem. Automatisering is dan het antwoord, maar in de praktijk blijken heel wat manuele operaties zich daar moeilijk toe te lenen. Typische robotinstallaties brengen meestal hoge investeringskosten met zich mee en vragen om ander, technisch geschoold personeel. Geen sinecure in de arbeidsmarkt vandaag. Het antwoord op de behoefte flexibel en laagdrempelig te kunnen automatiseren, kwam als een kleine twist op een gekend product: de collaboratieve robot ofwel cobot.

COBOTS Cobots zijn in de eerste plaats ontwikkeld om op een veilige manier samen te werken met de mens.

Niet voor elke toepassing Deze compacte robots zijn in de eerste plaats ontwikkeld om op een veilige manier samen te werken met de mens. Ze vergen ook minder investeringskosten het programmeren kan iets eenvoudiger verlopen dan bij de klassieke robot. Ze moeten echter de duimen leggen op het gebied van snelheid en laadvermogen. Niet elke toepassing zal zich lenen voor cobots, niet in de maakindustrie, maar zeker ook niet in de voedingsindustrie. Het gaat immers vaak om producten met veel variaties. Daarnaast moet voedselveiligheid voorop staan in een voedingsverwerkende omgeving. De cobots moeten dan ook tegen een stootje kunnen op het vlak van reiniging en bij voorkeur ook eenzelfde hygiënisch DNA hebben als men van andere machines zou verwachten. Ze zullen daarom eerder van pas komen in verpakkingslijnen en bij kwaliteitscontrole.

Voordelen cobots achterhalen De voedingsnijverheid blijkt vooralsnog dus wat achterop te hinken in het verwelkomen van cobots. Voor


VMT FOOD 1 • maart 2019

17

Achtergrond

Sirris en Flanders’ FOOD het signaal om met een nieuw project de drempel voor voedingsbedrijven te helpen verlagen. Met hun ColRobFood-project willen de initiatiefnemers een aantal basisbouwblokken ontwikkelen en valideren (generieke en schaalbare concepten die met beperkte inspanning geïntegreerd kunnen worden in bestaande productiesystemen bij KMO’s). Ook willen ze proof-of-conceptdemonstraties realiseren en praktische richtlijnen opstellen, zodat cobots versneld geïntroduceerd en geïntegreerd raken in voedingsbedrijven. Ze willen aantonen waar een zeer groot potentieel aanwezig is en waar er op korte termijn een grote impact kan gerealiseerd worden. Men wil dus achterhalen of cobots voordelen kunnen bieden ten opzichte van de klassieke robots voor voedingsbedrijven. Hiervoor wordt een beroep gedaan op voedingsbedrijven, integratoren en technologieaanbieders. Zij zullen in werkgroepen aan de slag gaan rond dit onderwerp. Het project is opgestart in september vorig jaar en zal nog doorlopen tot 31 augustus 2020.

Uitdagingen voor cobots Waardoor de cobot vooralsnog niet dezelfde populariteit geniet in de voedingsindustrie, heeft te maken met een aantal specifieke uitdagingen. Deze zijn meteen ook de vier thema’s waar het project op zal focussen en hebben te maken met de zintuigen van de cobot.

Handen voor de cobot In de eerste plaats zal er naar zijn ‘handen’ gekeken worden. Zoals gezegd, moeten er in de voedingsindustrie vaak producten met een verschillende geometrie en oppervlaktestructuur behandeld worden. Dat vraagt om specifieke en multifunctionele grijpers die zich niet alleen kunnen aanpassen aan het product om een waaier aan producten efficiënt te manipuleren, maar ook op alle vlakken van de voedselveiligheid goed

scoren. Ze moeten dus gemaakt zijn van food grade materialen die zich eenvoudig laten reinigen.

Ogen voor de cobot Minstens even belangrijk zijn de ‘ogen’ voor de cobot. Om een product te kunnen grijpen, moet het eerst gedetecteerd worden. Daarenboven voert de operator bij het verplaatsen van producten vaak al een kwaliteitscontrole uit. Het visiesysteem moet ook hierin kunnen uitblinken, al dan niet in samenwerking met de operator. De technologische mogelijkheden zijn er alvast, gaande van eenvoudige RGB-camera’s tot meer hightech 3D-camera’s of spectrale systemen.

Bedrijven die rendabel wil produceren, moeten hun productieapparaat transformeren naar een flexibel, responsief en adaptief systeem.

Gevoel voor de cobot Bepaalde voedingswaren vragen om een fluwelen toets om geen beschadiging op te lopen tijdens manipulatie. Denk aan fruit, pralines, eieren … De cobot zal dus in staat moeten zijn om zijn kracht te doseren in functie van het product. Het project zal dan ook onderzoeken welke sensitieve technologie hiervoor in aanmerking kan komen.

Mens-robotsamenwerking Een cobot is gemaakt om zij aan zij te werken met operatoren, waarbij hij veelal het repetitieve of ergonomisch belastende werk voor zijn rekening neemt, zodat de operator zich kan focussen op waardevoller werk zoals kwaliteitscontrole. Dit moet in alle veiligheid kunnen gebeuren, wat betekent dat de werkpost misschien een nieuwe indeling moet krijgen om zo een veilige mens-robotsamenwerking mogelijk te maken. Tegelijkertijd mag het programmeren weinig tijd in beslag nemen, zodat er snel kan gewisseld worden tussen producten. • Valerie Couplez is freelance journaliste

Cobots zijn laagdrempelig en flexibel


P U B L I R E P O R TA G E

Parker Automation Controller (PAC)

Kosten besparen met PAC en PSD Parker Hannifin ontwerpt voor wereldwijde machinemarkt Parker Hannifin ontwierp de Parker Servo Drives (PSD), die zonder twijfel het begin zijn van een nieuwe generatie aandrijvingslijnen. Daarnaast ontwikkelde het de Parker Automation Controller (PAC) voor de wereldwijde machinemarkt. PAC combineert machinelogica, geavanceerde realtime motion control en visualisatie in een prestatiegerichte oplossing.

PSD: Parker Servo Drive De Parker PSD is speciaal ontworpen als servo-aandrijving die passend is voor alle geografische gebieden. Hij is beschikbaar in twee versies: 1. de PSD-S, een standalone-versie die direct is aan te sluiten op het elektriciteitsnet; 2. de PSD-M, een multi-as aandrijving waarbij per module tot drie servomotoren zijn aan te sturen. Dit laatste maakt de PSD-M-versie zeer geschikt voor centrale automatiseringssystemen, waarbij meerdere drives nodig zijn. Vergeleken met andere producten, is de Parker PSD de meest compacte multi-as servo-aandrijving die beschikbaar is op de markt. De drives zijn van groot belang in de systeemoplossingen van Parker, waarbij ook het feedbacksignaal tussen de drive en motor volledig is geĂŻntegreerd in de motorkabel. Hiervoor is dus geen aparte kabel meer nodig. Ook wordt er gebruikgemaakt van het nieuwe PAC-controleplatform, dat communiceert via een EtherCAT-bussysteem.


P U B L I R E P O R TA G E

PAC: Parker Automation Controller EtherCAT-communicatie voor aandrijving biedt samen met I/O en de Parker Automation Manager een oplossing voor de meest veeleisende toepassingen. Het zorgt voor een enkelvoudige, intuïtieve omgeving voor de ontwikkeling van een industriële gestandaardiseerde programmering, machine-machinecommunicatie en netwerkconnectiviteit om – waar nodig – realtime informatie te bieden. De PAC is ontwikkeld om gemakkelijk in te voegen binnen bestaande fabrieksnetwerken en zorgt voor verbindingen met externe apparaten. De PAC wordt standaard geleverd met een verscheidenheid aan communicatieprotocollen, inclusief een OPC-server, Modbus TCP, EtherCAT, dual LAN-netwerken en opties voor Ethernet/IP, Profinet en Profibus. Kortom, deze intelligente multi-axis controller produceert sneller codes en vermindert de ingebruiknametijd en -kosten. Engineers kunnen aandrijvingen maken voor de complexe en veeleisende machines van de toekomst. •

Parker zorgt al 100 jaar voor verbetering van productiviteit en winstgevendheid.

Over Parker Hannifin Parker Hannifin is wereldwijd marktleider in aandrijvings- en besturingstechnologieën. Parker zorgt al 100 jaar voor de verbetering van de productiviteit en winstgevendheid van zijn klanten in vele verschillende industriële en mobiele markten.

Meer informatie? Neem contact op met Parker Hannifin Benelux, Nijverheidsweg 3, 3341 LJ Hendrik Ido Ambacht, Nederland T 31 (0)541 585 000, E parker.benelux@parker.com I www.parker.nl @ParkerHannifinBenelux @ParkerBenelux @Parker Hannifin Benelux

Parker Servo Drives (PSD)


20

TECHNOLOGIE & AUTOMATISERING

Expertpanel Hoe wordt u een voedingsfabriek van de toekomst?

François de Hemptinne Business Group Leader Food & Beverage Technology Solutions, Agoria

Alain Wayenberg Business Group Leader Manufacturing Industries

“De zeven sleuteltransformaties die het programma Made Different geïdentificeerd heeft, vormen de perfecte leidraad voor voedingsproducenten die de stap willen zetten naar fabriek van de toekomst. En de sector is zeker bereid daar werk van te maken. Het mooiste bewijs daarvoor is dat er al heel wat bedrijven uit food & beverage tot Factory of the Future gekroond zijn. Dat de voedingsindustrie Industrie 4.0 omarmt, heeft alles te maken met de uitdagingen die vandaag en morgen op hun pad zullen komen. De vraag om meer variatie in producten, snellere marktintroductietijden, hogere kwaliteit, garanties voor de voedselveiligheid, traceerbaarheid van farm to table… kan eigenlijk alleen maar beantwoord worden met automatisering en digitalisering. De basis daarvoor is communicatie en is eigenlijk in elke industrietak en voor elk bedrijf hetzelfde. Machines moeten met elkaar en met boven- en onderliggende systemen kunnen ‘praten’ om de efficiëntie op te drijven. Dat vraagt enerzijds om een fysieke communicatie-infrastructuur en anderzijds om open en gestandaardiseerde systemen, zodat er geen afzonderlijke interface per machine mogelijk is. Dan is het zaak de onbenutte data met slimme oplossingen in te zetten, zodat machines (met machine learning en artificiële intelligentie) zich continu kunnen aanpassen aan nieuwe producten, processen en KPI’s.”

“Millennials staan op een andere manier in het leven en dat geldt ook voor hun consumptiepatroon. Ze willen gezonde keuzes, clean labels en transparantie. En ook diversificatie (vegan, zoutvrij, vetarm …) is belangrijker dan ooit. Voor de fabrikanten van levensmiddelen en van voedingsmachines is het cruciaal om deze tendensen te begrijpen om de voedingsfabriek van de toekomst te kunnen bouwen. De productie zal bestaan uit kleinere batches dan voorheen, omdat de consument meer keuze wil. De kwaliteit moet in elke productiestap tot in de puntjes gegarandeerd zijn en mag niet verschillen van productiebatch tot productiebatch. Er gaat echter een heel samenspel van parameters, productkennis en procesknowhow achter schuil om die perfectie te kunnen bereiken. Automatisering en digitalisering zijn de sleutels om dit waar te maken en rendabel te blijven produceren. Data worden het nieuwe goud. Wie al zijn processen met een digitale ruggengraat verbindt, heeft meer vat op het geheel en krijgt inzichten om voortdurend bij te sturen of te optimaliseren. Het goede nieuws voor onze Belgische voedingsbedrijven is, dat er in België veel expertise aanwezig is om de stap naar de fabriek van de toekomst te helpen zetten.”


VMT FOOD 1 • maart 2019

21

U hoeft zich niet blind te staren op Industrie 4.0 en alle buzzwoorden die daar bij horen. Digitalisering is eigenlijk alleen maar een manier om de uitdagingen van vandaag te beantwoorden. En die zijn legio, zoals u weet. Maar wat moet u nu doen om ook zo een voedingsfabriek van de toekomst te worden? Vier experten buigen hun hoofd over deze vraag. Tekst Valerie Couplez, freelance journaliste

Thierry Van Eeckhout Vice President for Sales Digital Factory bij Siemens

Stijn Pauwels Business Group Leader Industry Manufacturing Industries, Agoria “De Belgische voedingsnijverheid is een rijke lappendeken van kleine familiebedrijven. In tegenstelling tot de grote automatiseringsgolf van de jaren 90, is Industrie 4.0 wel degelijk geschoeid op de leest van KMO’s. Het gaat om het ontwikkelen van machines en productielijnen die meerdere functionaliteiten herbergen om snel te kunnen schakelen tussen producten. Niet meer één machine ter vervanging van een manuele interventie. Neen, met een en dezelfde machine kunnen voortaan zowel de brede wikkels voor kerst rond de verpakking aangebracht worden, als de smalle linten voor Valentijn. Dat is de meerwaarde van flexibele automatisering en de belofte van digitalisering. De uitdaging voor KMO’s bestaat erin om de juiste focus en de juiste missie voor ogen te houden. Er zijn immers zoveel aspecten aan Industrie 4.0, zoveel mogelijke technologische keuzes: RFID, augmented reality, artificiële intelligentie, cobotica … Maar dan moet je in eerste instantie je eigen processen al goed hebben. Er zal in de voedingsfabriek van de toekomst zeker een plaats blijven voor ambacht en authentieke processen. Ten dele zijn consumenten daar ook naar op zoek in hun eis naar meer traceerbaarheid en kwaliteit. Automatisering zal echter nodig zijn om het tempo van een snel veranderende wereld bij te houden.”

“In welke tak van de voedingsindustrie u ook actief bent, vier drijfveren kenmerken voedingsproducenten vandaag. Het draait allemaal om het verbeteren van de snelheid, de flexibiliteit, de kwaliteit en de efficiëntie, terwijl intussen de veiligheid (voedselveiligheid, cybersecurity, machine safety …) op alle mogelijke niveaus gegarandeerd moet blijven. Wie erin slaagt om deze hordes te nemen, zal zich een voedingsfabriek van de toekomst mogen noemen en een veel sterkere concurrentiepositie innemen. Automatisering en digitalisering zijn nodig om dit werkelijkheid te maken. Bovendien bieden ze mogelijkheden om toegevoegde waarde te realiseren die nieuwe businessmodellen inspireert. Van belang is in de eerste plaats om een holistische benadering te hanteren voor alle processen, merken en generaties op de werkvloer. Wie de data over zijn product, zijn processen en zijn performance weet te koppelen op een centraal platform, zal de sleutels in handen krijgen om continu te verbeteren. De reële fabriek krijgt met andere woorden een digital twin. Een geïntegreerd, open ecosysteem maakt het produceren van de toekomst mogelijk. De eerste stap daarnaartoe is transparantie op de werkvloer. Zorg dat je alle gegevens uit de productielijn samenbrengt en visualiseert. Dat zal het verborgen potentieel van machines zichtbaar maken en bottlenecks in de productie onthullen. Transparantie toont de weg naar laaghangend fruit.”


22

ECONOMIE EN BEDRIJVEN

AS4 viert 20-jarig bestaan HET LEADERSHIPTEAM VAN AS4 OVER DE TOEKOMST VAN KWALITEITSMANAGEMENT AS4 viert dit jaar zijn twintigjarig bestaan. In deze periode is het adviesbureau uitgegroeid tot een referentie in de voedingsindustrie inzake kwaliteitsmanagement met drie vestigingen in Vlaanderen en meer dan dertig experts op payroll. In 2018 noteerde AS4 voor het vijfde jaar op rij een groeicijfer van meer dan 20%. Het leadershipteam, bestaande uit Senior Partner Kathleen Malfroy en Regionaal Managers Ini Retore, Grietje Van Weert en Fréderique Hendrerickx, beantwoordt vragen over de toekomst van kwaliteitsmanagement. Tekst Yves De Groote Beeld AS4

Wat zijn volgens jullie de belangrijkste ontwikkelingen in de voedingsindustrie van de afgelopen jaren? Rétore: “De belangrijkste ontwikkeling is voornamelijk de transparantie binnen de sector. De consument wil weten wat men eet en men wil weten waar voedingsmiddelen vandaan komen. Daarnaast is er ook veel aandacht voor gezonde voeding en een verhoogde bewustwording inzake allergenen en allergenenvrije voeding. Novel foods en nanotechnologie hebben gezorgd voor meer diversiteit binnen de voedingsindustrie, maar ook voor interessante uitdagingen op vlak van kwaliteitsmanagement.” Van Weert: “Transparantie is inderdaad een belangrijke ontwikkeling geweest. Globalisatie en de normalisering van online shoppen, ook in voedingswaren, vraagt meer transparantie omtrent de oorsprong en samenstelling van producten. Dit zorgt ervoor dat we meer rekening moeten houden met nieuwe gevaren zoals voedselfraude. Klanteneisen en claims worden hierdoor een essentieel onderdeel van een kwaliteitsmanagementbeleid, daar waar men vroeger enkel werkte aan voedselveiligheid. Daarnaast denk ik ook aan het grotere aanbod van kant-en-klaar maaltijden of convenience food en vers samengestelde producten op de retailmarkt. Dit zorgt voor een langere logistieke keten van dit type producten waarbij de houdbaarheid de grootste uitdaging vormt.” Hendrerickx: “De uitbereiding van het kwaliteitsmanagementsysteem, waarbij er niet enkel meer wordt gekeken naar voedselveiligheid, heeft ervoor gezorgd dat kwaliteitsmanagement een centrale positie binnen vele voedingsbedrijven heeft ingenomen. Kwaliteitsmanagement speelt zich niet enkel meer af op de kwaliteitsafdeling maar doorheen het hele bedrijf. Er is hierdoor een bijkomende mentali-

teitswijziging ontstaan binnen de voedingsindustrie waardoor men elke dag als mogelijke auditdag begint te zien. Een mentaliteitswijziging die uiteraard werd bespoedigd door de onaangekondigde audits en controles. Een evolutie die we alleen maar kunnen aanmoedigen.”

Digitalisatie

Bewustwording

Transparantie

Mentaliteitswijziging

Wat staat ons op kwaliteitsgebied te wachten in 2019? Van Weert: “De retail zal meer inspelen op de bewustere keuzes van consumenten. ‘Wat je eet, is wat je bent’ en ‘Wat je eet, heeft een invloed op de toekomst’ zijn maar twee voorbeelden van slagzinnen die de houding van een steeds groter deel van de consumenten samenvat. Momenteel zien we bijvoorbeeld Carrefour hier al op inspelen door de verbanning van E-nummers. Het is een grote uitdaging voor de voedingsindustrie om aan deze eisen te voldoen. Ook de vraag naar minder plastic en het vermijden van dierenleed zorgt ervoor dat een voedingsbedrijf zich op verschillende vlakken zal moeten aanpassen.” Hendrerickx: “Ik verwacht dat de Brexit een grote impact zal hebben op vlak van kwaliteit, zeker gezien de huidige onzekerheid. De te verwachte wijzigingen naar transporttijden zullen ervoor zorgen dat we óf de houdbaarheid van producten moeten verlengen óf andere transportmogelijkheden zullen moeten zoeken. Om de voedselveiligheid te kunnen blijven garanderen zullen er een hoop maatregelen bijkomen. “ Rétore: “Alle medewerkers van een voedingsbedrijf zullen zich almaar meer bewust worden van voedselveiligheid doorheen alle stappen van het productieproces. Er zal een voedselveiligheidscultuur doorheen het hele bedrijf ontstaan. Implementatie van voedselveiligheid op de werkvloer wordt belangrijker dan in het bezit zijn van de geschreven procedure. Naast het verdere door-


VMT FOOD 1 • maart 2019

23

Partnerbijdrage

dringen van readiness zullen ook de doorlopende uitdagingen inzake resources zorgen voor veranderingen in kwaliteitsmanagement.”

HET LEADERSHIPTEAM VAN AS4.

Wat zijn volgens jullie de belangrijkste evoluties om in het oog te houden de komende jaren?

Van links naar rechts: Ini Rétore, Kathleen Malfroy, Fréderique Henderickx en Grietje Van Weert.

Hendrerickx: “De digitalisering binnen de voedingsindustrie, ook op vlak van kwaliteit, zal zich verder ontwikkelen zeker op vlak van de kwaliteitscontrole en registraties. Ondernemingen die niet altijd kwaliteit kunnen garanderen, zullen het heel moeilijk krijgen. Digitalisering is dan een logische stap om die garantie steeds te kunnen bieden.” Rétore: “Ik verwacht een terugkeer naar de basis binnen de voedingsindustrie. De consument verwacht opnieuw pure producten zonder toevoegingen. Ook een verhoging van intoleranties bij consumenten zal resulteren in een hogere kwaliteit en diversiteit van allergenenvrije voeding.” Van Weert: “ De verwachtingen en eisen van consumenten zullen inderdaad een steeds grotere impact hebben op de voedingsindustrie. Een eis voor minder plastic zal een push geven voor een ecologische make-over van de verpakkingen. Momenteel zien we al een grotere maatschappelijke bewustwording naar dierenwelzijn, wat zorgt voor een evolutie in vegetarische producten. Nieuwe technologieën en automatisatie zullen moeten ingeschakeld worden om flexibiliteit te kunnen bieden aan de continue veranderingen in de maatschappij op gebied van reglementeringen en op vlak van kwaliteitsmanagement.”

Hoe gaan jullie daar als AS4 zijnde op inspelen? Malfroy: “Digitalisatie is dus ontzettend belangrijk. Het belang van het documentaire wordt ondergeschikt aan de realisaties op de werkvloer. Dit valt alleen maar toe te juichen en is sinds het ont-

staan een focuspunt voor AS4. Wij zien documenten als middel en niet als doel om voedselveiligheid en kwaliteit op de werkvloer te realiseren. Onaangekondigde audits die de laatste tijd meer en meer geëist worden vanuit de retail, hebben dit effect alleen maar versterkt. We moeten er echter voor zorgen dat de druk wordt weggehouden van de kwaliteitsdienst, zodat men ook de tijd heeft om deze uitdaging tot een goed einde te brengen. Digitalisatie is hierbij een essentieel deel van de puzzel. AS4 heeft op vandaag een aparte business unit voor digital solutions die de komende jaren exponentieel verder zal groeien. De klanten die de stap richting digitalisatie reeds hebben gezet zijn lyrisch. De cijfers naar tijdsbesparing en efficiëntie toe zijn indrukwekkend en de foutenmarge gaat drastisch naar beneden waardoor klachten en recalls ook afnemen. Naast digitalisatie, is het gebrek aan gekwalificeerde kandidaten voor kwaliteitsfuncties op de Belgische markt een belangrijk item om in de gaten te houden. Wij bieden al jaren Interim Management aan om tijdelijke capaciteitsproblemen op te lossen, maar we zien een stijgende vraag naar Managed Services. Een volledige outsourcing van de kwaliteitsdienst.”

Hoe zien jullie AS4 nog verder evolueren? Rétore: “Ik zie de grote focus op de digitalisering van het kwaliteitsmanagementsysteem alleen maar verder uitbreiden. Deze digitalisatie loopt nu al tot op de werkvloer. Verdere uitwerking hiervan zorgt ervoor dat de mogelijkheden tot efficiëntiewinst quasi eindeloos zijn.” Hendrerickx: “Ik verwacht dat we zullen evolueren naar een kwaliteitscoach van het gehele voedingsbedrijf in plaats van enkel de kwaliteitsdienst. De mentaliteitswijziging naar een voedselveiligheidscultuur met zicht op readiness zal hier een grote drijfveer in spelen.” •


24

WETGEVING & TOEZICHT

De toekomst van in-vitrovlees ENIGE JURIDISCHE VERSCHILLEN EN OVEREENKOMSTEN IN DE VS EN EU Op 16 november 2018 maakten het USDA en de FDA in de VS een gemeenschappelijk regelgevend kader bekend voor in-vitrovlees. Hun rolverdeling is duidelijk, maar niet welk juridisch kader van toepassing is. Tekst Katia Merten-Lentz

De bekendmaking van de United States Department of Agriculture (USDA) en de Food and Drug Administration (FDA) is een nieuwe stap richting het opstellen van regelgeving voor in-vitro vlees. Beide besloten om gezamenlijk toezicht te houden op de productie van in-vitro- of kweekvlees in overeenstemming met hun reguliere competenties: de FDA houdt toezicht op de toepassing van celkweektechnologie en het USDA op de productie en etikettering. Nog niet duidelijk is, welke regelgeving van toepassing is. De wettelijke status moet, net als de etikettering, worden vastgesteld voordat dit vlees op de markt kan worden gebracht.

Status en veiligheidsbeoordeling De regelgevingskaders van de VS en de EU zullen hoogstwaarschijnlijk van elkaar gaan verschillen. De eerste belangrijke hobbel is dat het zeer lastig is om in-vitrovlees onder de definitie van vlees te brengen zoals gedefinieerd in de Federal Meat Inspection Act (FMIA), aangezien deze tot uitgangspunt neemt dat vleesproducten afkomstig zijn van een karkas. Indien de FMIA niet van toepassing is op kweekvlees, zijn de regels over conventioneel voedsel waarschijnlijk van toepassing en kan de Biotechnology Policy van de FDA eventueel uitkomst bieden bij het analyseren van de status van kweekvlees.

Voedingsadditief?

Er is nog geen wettelijke definitie of benaming voor kweekvlees.

De kweekmethode omvat het gebruik van een celkweekmedium. Op grond daarvan kan de FDA deze stoffen beschouwen als voedingsadditieven, aangezien zij op zichzelf niet als levensmiddel worden geconsumeerd, maar opzettelijk bij de verwerking van levensmiddelen worden gebruikt. Als dit het geval is,

moeten ze voor marktintroductie goedgekeurd worden, tenzij ze voldoen aan de Generally Recognized As Safe (GRAS)-criteria. Bovendien moet de veiligheid van de primair gebruikte stamcellen worden bevestigd, aangezien het genetisch gemodificeerde cellijnen betreft. Dit kan eventueel een probleem opleveren, omdat de US Consumers Union al heeft opgemerkt dat “deze cellijnen karaktertrekken vertonen van kankercellen”.

Wettelijke status in de EU In de EU is de wettelijke status van in-vitrovlees al vastgelegd. De Novel Food Verordening spreekt expliciet over voedsel geproduceerd door celculturen of weefselculturen afkomstig van dieren. Om als een nieuw voedingsmiddel tot de Europese markt toegelaten te kunnen worden, moeten de producenten een aanvraag met alle relevante gegevens indienen. Als het product voldoende veilig wordt geacht na een wetenschappelijke beoordeling van de EFSA, kan de Commissie per verordening besluiten om het invitrovlees toe te laten. De Commissie heeft recentelijk nog bevestigd dat tot nu toe geen aanvraag voor toelating van in-vitrovlees is ingediend. Dit betekent dat in-vitrovlees voorlopig nog niet op de markt kan worden gebracht en dat, indien dit toch wordt geprobeerd, dergelijk vlees nog in beslag zal worden genomen door de autoriteiten.

Etikettering van in-vitrovlees De Novel Food Verordening bepaalt dat wanneer nieuwe voedingsmiddelen worden toegevoegd aan de EU-lijst van toegelaten nieuwe voedingsmiddelen, er vereisten kunnen worden gesteld met


VMT FOOD 1 • maart 2019

Achtergrond

DE WETTELIJKE STATUS betrekking tot etikettering. Een en ander om de consument zo volledig mogelijk te informeren over het voedingsmiddel. Dit kan bijvoorbeeld door een beschrijving van het product of de samenstelling ervan. Het is zeer waarschijnlijk dat deze vereisten ook zullen worden gesteld voor de etikettering van invitrovlees.

Definitie van vlees

etiketteringsdoeleinden): “De skeletspieren van als voor de menselijke consumptie geschikt erkende zoogdier- en vogelsoorten, met de van nature ingesloten of aanhangende weefsels (…)”. In-vitrovlees bestaat nimmer uit “skeletspieren” (spieren die worden aangestuurd door het somatisch zenuwstelsel) noch uit “natuurlijk” opgenomen of aangehecht weefsel. Dit betekent dat de term “vlees” niet kan worden gebruikt bij de huidige status van de EU-wetgeving. Precies hetzelfde probleem geldt voor de VS, waar in-vitrovlees ook niet exact overeenkomt met de definitie van meat food product volgens de FMIA. In de EU zijn er ook nog andere specifieke kwesties met betrekking tot de etikettering van vlees die niet één op één zijn toe te passen op in-vitrovlees. Verschillende verordeningen stellen het vereiste dat het land van oorsprong of de plaats van herkomst dient te worden vermeld. Voor in-vitrovlees, waarbij geen dier geboren, gefokt of geslacht is, zal het vrijwel onmogelijk zijn om deze regeling toe te passen. In de VS werd eenieder de mogelijkheid geboden om tot aan 26 december 2018 hun opmerkingen en zienswijzen bekend te maken ten aanzien van de wetgevingskwestie met betrekking tot kweekvlees. De standpunten die de FDA en de USDA naar verwachting hierna zullen bekendmaken, zullen hopelijk meer licht werpen op de hoofdlijnen voor VS-wetgeving voor in-vitrovlees. Voor de EU zal waarschijnlijk alleen de indiening van een novel-foodaanvraag bij de EFSA een proces in gang zetten naar een wetgevingskader. •

Bovendien voldoet in-vitrovlees niet aan de huidige Europese definitie van “vlees”. Volgens de verordening is de definitie van vlees (voor

Mr Katia Merten-Lentz is partner bij advocatenkantoor Keller en Heckman LLP

Consumenteninformatie Nadat in-vitrovlees op de markt is toegelaten, zal in elk geval de Algemene Verordening betreffende voedselinformatie aan consumenten van toepassing zijn. De toepassing hiervan kan echter problematisch worden. Er geldt op grond van deze verordening bijvoorbeeld een verplichting om op het etiket de benaming van het voedingsmiddel aan te duiden. Bij de benaming van in-vitrovlees kan dat moeilijk worden. Gezien het feit dat het voedingsmiddel nog niet op de markt is, is er geen wettelijke en evenmin een algemeen gebruikelijke benaming. Verschillende namen bestaan nu naast elkaar (in-vitrovlees, kweekvlees, labvlees, enzovoorts) en de keuze van de naam ligt daarbij vrij gevoelig. Aangezien de belangrijkste doelstelling van de verordening is te verzekeren dat eerlijke, duidelijke en nauwkeurige informatie wordt verstrekt aan de consument, bijvoorbeeld over de productiemethode, lijkt het zeer aannemelijk dat marktdeelnemers ervoor moeten zorgen dat de productnaam duidelijk maakt dat het vlees is gekweekt in een lab.

van kweekvlees moet, net als de etikettering ervan, nog worden vastgesteld voordat dit vlees op de markt kan worden gebracht.

25


26

ECONOMIE & BEDRIJVEN

Achtergrond Achtergrond

IFFA Digitale oplossingen winnen aan belang.

Productiewaarde vlees in 2026: 1,5 biljoen euro VLEESMACHINEMARKT ONTWIKKELT ZICH DYNAMISCH De wereldwijde vraag naar vleesverwerkende machines steeg de afgelopen 10 jaar met 30% tot bijna 1,9 miljard euro, zegt Beatrice Fraese van VDMA, voorafgaand aan de zeventigste editie van de vakbeurs IFFA. “In de opkomende economieën wordt een inhaalslag gemaakt.” Tekst Yves De Groote Beeld Messe Frankfurt

Investeringen in verpakkingsmachines, automatiseringsoplossingen en andere machines voor de vleesindustrie komen hier nog bij. Beatrice Faese, consultant bij VDMA (de Duitse machine-industrie, red.) schat die markt op minimaal 1 miljard euro. “Dan zijn er ook nog de lokale markten.” De Duitse fabrikanten van vleesverwerkende machines zijn met 29% (2017) de grootste leveranciers ter wereld, voor Nederland (22%) en Italië (9%). Europa is met 46% veruit de grootste afzetmarkt, waarvan driekwart de EU-lidstaten. Azië (16%) en Noord-Amerika (16%) staan op de tweede en derde plaats. In de landenlijst staat België met een afzetvolume van 44 miljoen euro op 15 in de top 20. VDMA concludeert dat het investeringsniveau in de sterke industrielanden hoog is, maar de vraag naar machines stijgt geleidelijk toch vooral in de opkomende regio’s Azië, Latijns-Amerika en Afrika.

Wereldwijd stijgende consumptie VDMA schat de vooruitzichten voor de toeleverende industrieën positief in. Faese: “De wereldbevolking groeit, de uitgaven aan voeding stijgen met name in de opkomende economieën, waar een inhaalslag wordt gemaakt door de toenemende welvaart.” Enkele cijfers: +10% voor Azië, voor Latijns-Amerika +12% en Midden-Oosten +18%.

1%

Daling vleesvolume 2017-2022: -1% in West-Europa.

IFFA 2019 Met ongeveer 63.000 bezoekers uit circa 142 landen (2016), 1.036 exposanten uit 49 landen op 109.900 vierkante meter, is IFFA, van 4-9 mei in Messe Frankfurt, de internationale ontmoetingsplaats voor de vleessector. www.iffa.com

Voor 2022 verwacht deze Duitse machinebouwvereniging een wereldwijd verkoopvolume van 260 miljoen ton. In 2026 zal de globale productiewaarde van vlees om en nabij de 1,5 biljoen euro bedragen, een stijging van 38% ten opzichte van 2017.

Europese consumptie In West-Europa liggen de cijfers anders, gezien het hoge vleesconsumptieniveau en de deels stagnerende markt. Voor de periode 2017-2022 voorspelt VDMA een daling van 1% in afzetvolume. Trends als vegetarisch of veganistisch eten spelen hierbij een rol. Daartegenover staan de stijgende uitgaven voor kwalitatief beter vlees en vleesproducten, met meer aandacht dierenwelzijn en duurzame productketens, en niet te vergeten de smaak. Aan verpakkingstrends kan ook niet voorbij worden gegaan. Productcycli worden korter. “Bij investeringen staan daarom vooral oplossingen voor procesoptimalisatie, verhoging van de rentabiliteit en de efficiëntie van de hele productielijn voorop, bijvoorbeeld door integratie van bewerkingen in één productielijn. Digitale oplossingen winnen aan belang”, blikt Faese vooruit op de IFFA. De Industrie 4.0, vertaald in de vleesfabriek van de toekomst, is volgens haar de voornaamste drijfveer voor innovatie in de vleesindustrie. “Dit zullen de bezoekers ook terugvinden op de IFFA.” •


Women in Food Special Guest: Dominique Monami

Om alle vrouwelijke managers in de voedingsindustrie in de bloemen te zetten, organiseert AS4 op 29 maart 2019 een Women in Food event omtrent innovatie, leadership, uitdagingen en samenwerking in de voedingsindustrie.

Inschrijven kan tot 25 maart 2019. Gratis event. Enkel voor vrouwelijke managers uit de voedingsindustrie.

Meer informatie:

https://goo.gl/Z3Qtiv

Programma: 10:00 - Ontvangst 10:30 - Kathleen Malfroy - Senior Partner AS4 11:00 - Marleen Flemings - CEO Umami Catering 11:30 - Dominique Monami - mental coach 12:30 - Networking lunch


28

PRODUCT & VERPAKKING

Productie van verpakking vereist expertise en kunde EÉN SYSTEEM BORGT VOEDSELVEILIGHEID Voor de productie van koffiefilters produceert Rombouts Koffie ook de filters. Dankzij het voedselveiligheidssysteem, gebaseerd op de (inter)nationale en private-labelstandaarden, staat het bedrijf borg voor de kwaliteit van hun koffie. Voedingsbedrijven die overwegen om ook hun primaire verpakking zelf te produceren, komen voor een grote uitdaging te staan”, zegt Kathleen Malfroy van AS4. Tekst Yves De Groote Beeld Rombouts Koffie

PRAKTIJK Product- en productie-eisen moeten altijd vertaald worden naar de praktijk.

“Heel wat zaken op gebied van kwaliteitsmanagement kunnen overkoepeld beheerd worden, maar een aantal heeft toch een andere insteek nodig, bijvoorbeeld het beheren van specifieke gevaren van verpakkingsmigratie en de integratie van de verplichte GMP’s. Een doorlichting van de noden van het bedrijf door een ervaringsdeskundige is dan ook een aanrader en zeker geen overbodige luxe”, aldus Kathleen Malfroy, senior partner bij AS4.

Koffiefilter, een primeur Voor de Wereldtentoonstelling in Brussel in 1958 vond Rombouts Koffie de individuele koffiefilter uit, een primeur. Dankzij deze revolutionaire vondst kunnen koffiedrinkers zelf een kopje zetten met een perfect gedoseerde hoeveelheid gemalen koffie, gebrand volgens de traditionele methode. Het bedrijf ontstond in 1896, toen Frans Rombouts in Antwerpen een koffiebranderij begon. In 1989 verhuisde het bedrijf naar een nieuwe branderij langs de A12 in Aartselaar. De koffiebrander, tegenwoordig actief in 35 landen, is gecertificeerd voor de voornaamste internationale voedselveiligheidsstandaarden als de BRC Global Standard For Food Safety en de BRC-Packaging, the Global Standard for Packaging and Packaging Materials en de private-labelstandaarden van de grootste internationale retailers. Kathleen Malfroy noemt als voorbeeld Tesco. “De Tesco Food Manufacturing Standard (TFMS) geldt als een van de strengste voor de voedingsindustrie.” AS4 begeleidde niet alleen de opbouw van het


VMT FOOD 1 • maart 2019

29

Reportage

ROMBOUTS KOFFIE zag al snel het belang in van de BRC-Packaging standaard.

BRC- Packaging

documentatiesysteem, nodig voor de verschillende normen. Het adviesbureau werkte de documenten uit op maat van het bedrijf, conform de eisen van de certificaten. Daarnaast implementeerde het, samen met Rombouts Koffie, de praktische vereisten en samen werden haalbare oplossingen gezocht om te voldoen aan die eisen. “De kwaliteitsdienst nam het initiatief in dit soort projecten”, voegt Malfroy toe. “Om een implementatie van een norm te kunnen doen slagen, is steun nodig van het management en medewerking van diverse diensten binnen het bedrijf, zoals de productieafdeling, HR, de technische dienst en de schoonmaakploeg.”

Belang BRC-Packaging standaard Rombouts Koffie zag al snel het belang in van de BRC-Packaging standaard (zie kader). “Ze waren in 2012 een van de eerste voedingsbedrijven in België”, weet Kathleen Malfroy. “Dit voedingsbedrijf koopt niet alleen koffiebonen die wordt gebrand, gemalen en verpakt. Voor de productie van koffiefilters koopt het bedrijf ook het granulaat en het filterpapier voor de productie van de volledige filters inclusief het deksel, die vervolgens in een sleeve en daarna in een kartonnen doos verpakt worden. Rombouts heeft hiermee alle processen in handen.” Als geen ander heeft de Belgische onderneming zicht op de kwaliteit en de voedselveiligheid van haar producten. Naast koffiefilters, produceert Rombouts Koffie ook koffiepods, pads en uiteraard koffies verpakt in gemetalliseerde kunststofzakken en metalen blikken.

Uitdagingen De voornaamste uitdaging is volgens de AS4 senior partner steeds de product- en productie-eisen binnen een bepaalde norm te vertalen naar de praktijk. “De eisen gesteld aan verpakkingen zijn streng, de eisen gesteld naar de voeding nog strenger. Je moet als externe begeleider zeker zijn van je stuk om een bedrijf het verschil te laten zien en om de juiste maatregelen in de praktijk te nemen. Een bedrijf mag nooit te weinig voorzorgsmaatregelen nemen en moet ook niet te ver van de realiteit blijven.”

Lessen De voornaamste les die Malfroy trekt uit een implementatie van de BRC Packaging (en ook van de andere, verwante normen in de verpakkingsindustrie) is dat het op zoek moet gaan naar een praktische aanpak op de werkvloer. “Je moet bewustzijn creëren bij het personeel van het feit dat de geproduceerde verpakking een gevaar kan vormen voor de consument en dat het productieproces perfect moet worden beheerst. Zo kan een te hoge temperatuur voor ongewenste migratie zorgen, een verkeerde kleurstof kan voor chemische contaminatie zorgen en een technisch onderhoud dat voor metaalschilfers zorgt in de verpakking kan leiden tot ernstige klachten bij de consument. In de verpakkingsindustrie is daarnaast de traceerbaarheid van alle componenten een uitdaging en stelt het onderzoek naar migratie veel eisen aan de kunde en de expertise van het kwaliteitsteam. Vooral daarvoor zoeken verpakkingsproducenten hulp bij externe adviseurs.” •

De BRC-Packaging, the Global Standard for Packaging and Packaging Materials, een initiatief van het British Retail Consortium en het Institute of Packaging, volgt op het succes van de BRC Global Standard For Food Safety. De BRCPackaging-standaard werd ontwikkeld voor de producenten van verpakkingsmaterialen voor de voedingsindustrie, maar kan ook worden toegepast op vergelijkbare producten met voedselcontact, zoals koffiefilters. Alle standaarden zijn gebaseerd op de veertien GMP-basisvoorwaarden en HACCP. Deze basisvoorwaarden gaan over reiniging en desinfectie, ongediertebestrijding, water en luchtkwaliteit, ketenbeheersing, personeel, infrastructuur, onderhoud, afval, grondstoffen, traceerbaarheid, allergenen, contaminanten, productinformatie en werkprocedures.


Fruit & Groente Snijoplossingen Urschel voor verschillende verkleiningen van u product. Urschel werkt met u samen en deelt nieuwe snijtechnologie voor winstgevende oplossingen die passen bij uw einddoelen. Elke machine is uitgevoerd in roestvrijstaal en gemaakt volgens de kwaliteitsnormen van Urschel. Wij geven ondersteuning en service voor lange levensduur van uw machine.

Bediening met één druk op de knop bespaart tijd en arbeidskosten. De machines zijn ontworpen voor een continue, ononderbroken productie tegen een zo hoog mogelijke capaciteit. Urschel ziet u als partner voor een langdurige samenwerking met toegewijde service en onderdelen wanneer u deze nodig heeft. Neem contact op met Urschel en ontdek hoe wij u kunnen ondersteunen met de ontwikkeling van u product.

Neem contact met ons op voor een gratis demonstratie met uw product. URSCHEL B.V. | netherlands@urschel.com | www.urschel.nl ® Urschel, Urschel logo symbol, and The Global Leader in Food Cutting Technology are registered trademarks of Urschel Laboratories, Inc. U.S.A.


VMT FOOD 1 • maart 2019

MENS & LOOPBAAN

31

Achtergrond

Alimento is er voor de werkgever en werknemer WERKEN AAN WERKBAAR WERK IS EVIDENT “2018 was voor ons een topjaar”, zegt Henk Dejonckheere van Alimento, het sectorfonds van de voedingsindustrie. “Dertigduizend werknemers volgden via ons een opleiding, we publiceerden een gesmaakt boek over werkbaar werk en de technische opleidingen op maat braken helemaal door. Maar 2019 wordt nog beter met de lancering van foodatwork.be en de verdere groei van ons e-learning platform.” Tekst Yves De Groote Beeld Alimento

De voedingsindustrie staat voor de uitdaging om talenten aan te trekken en op te leiden, zodat ze ook in hoogtechnologische productieomgevingen kunnen werken. Bij de Belgische voedingsbedrijven staan er steevast zo’n vijftienhonderd vacatures open en met zo’n dertig nieuwe vacatures per dag gaat dit aantal niet snel dalen. Tegelijk zijn de ondernemingen op zoek naar een grote verscheidenheid aan profielen. De uitdaging is dan ook om competente werknemers aan te trekken, op te leiden en om te scholen, om al die jobs ook morgen in te kunnen vullen. “Dit is dan ook de eerste missie van Alimento,” zegt directeur Henk Dejonckheere. “In 2018 leidden meer dan driehonderd externe opleidingsverstrekkers ruim dertigduizend medewerkers op in de voedingsindustrie. We zijn geëvolueerd van een opleidingspartner naar een partner voor de arbeidsmarkt. Binnen de voedingsbedrijven zorgen we dat medewerkers op de juiste plaats zitten en kunnen blijven zitten.”

Promoten voedingsindustrie

Er staan steevast zo’n 1500 vacatures open.

Een tweede, minstens even belangrijke missie is het promoten van de voedingsindustrie als interessante werkgever. Dejonckheere verwijst naar de succesvolle Food At Work Days die tot doel hebben om jongeren en werkzoekenden warm te maken voor een carrière in de voedingsindustrie. “Onder deze naam werken we trouwens ook aan een nieuwe website: foodatwork.be. Grote en kleine bedrijven krijgen daar de kans om zichzelf te promoten en vacatures te plaatsen. Dit project met Fevia wordt het uithangbord van de sector om aan employer branding te doen.” Daarnaast promoot Alimento ook STEMinitiatieven in het onderwijs om de band tussen de industrie en de opleidingen science, technology, engineering en mathematics in de verf te zetten.

Technische opleidingen

HENK DEJONCKHEERE: “Voor dit jaar hopen we vanuit Alimento met nog meer maatregelen voedingsbedrijven te ondersteunen.”

Onder de naam Vinto werkt Alimento ook samen met technische scholen voor opleidingen op maat van het bedrijf. Deze vinden plaats in de bedrijven zelf of in de scholen die hun infrastructuur ter beschikking stellen. Werknemers krijgen zo meer technisch inzicht en een diepgaander kennis, waardoor ze de installaties op de werkvloer beter leren kennen en bedienen. En beter geschoold personeel is natuurlijk goed voor de productiviteit en efficiëntie op de werkvloer. “In 2018 hebben zestig docenten uit het technisch onderwijs – tot volle tevredenheid – meer dan duizend medewerkers in bijna honderdvijftig bedrijven opgeleid.” Dejonckheere ziet ook voordelen voor de onderwijsinstellingen. “De docenten raken beter bekend met de voedingsmiddelenproductie en de ontwikkelingen in de voedingsindustrie, waar uiteindelijk ook de onderwijsinstellingen en de studenten alleen maar


32

MENS & LOOPBAAN

de vruchten van kunnen plukken.” Om de opleidingen optimaal af te stemmen op de behoeften van een bedrijf, ontwikkelde Vinto een screeningstool die de technische kennis van de operatoren en technici in kaart brengt. Het individueel opleidingstraject en globaal opleidingsplan voor een bedrijf zijn hierop geënt.

E-learning voedselveiligheid Moviemento is een nieuw online opleidingsplatform dat Alimento samen met Nikata ontwikkelde om de werknemers binnen de sector bij te scholen op het vlak van voedselveiligheid. “Alimento doet hiervoor beroep op experts uit de markt”, onderstreept Dejonckheere. “Aan de ontwikkeling van de basiscursus werkten we twee jaar.” Deze nieuwe tool helpt bedrijven om individuele leertrajecten uit te werken voor nieuwe en bestaande medewerkers, uitzendkrachten en jobstudenten en dit ongeacht hun takenpakket of profiel. “De kwaliteitsmanager kan in detail volgen wie wanneer welke module heeft gevolgd en met welk resultaat”, legt de directeur van Alimento uit. “In 42 gebruiksvriendelijke modules komen 6 hoofdstukken aan bod: HACCP, wettelijke verplichtingen en commerciële normen, GMP’s, kritische controlepunten, Food Defense ... Letterlijk alles wat van tel is voor een voedingsbedrijf kan je hiermee onderwijzen.” Aangezien alles netjes bijgehouden wordt, kan de verantwoordelijke in geval van een interne of externe audit alle attesten met een eenvoudige druk op de knop printen. Het platform wordt ondertussen gebruikt door 4.200 werknemers van 35 toonaangevende voedingsbedrijven uit België, Nederland en Groot-Brittannië.

IN 2018 HEBBEN

Werken aan werkbaar werk

60 docenten uit het technisch onderwijs meer dan 1000 medewerkers in bijna 150 bedrijven opgeleid.

Om medewerkers in de voedingsbedrijven zo lang mogelijk aan het werk te kunnen houden, riep Alimento het project ‘Werken aan Werkbaar Werk’ in het leven. Doel van dit project is bedrijven aantrekkelijker te maken en zo te vermijden dat werknemers het bedrijf verlaten. Een werkbare job is volgens de Vlaamse werkbaarheidsmonitor (2004-2016) een job waarvan je niet overspannen of ziek wordt, die boeiend en motiverend is, kansen biedt om bij te leren en voldoende ruimte laat voor gezin en privéleven. Slechts een kleine helft van de werknemers in de voedingssector (43%) vindt dat het met al die elementen in hun job goed zit. Om het werk werkbaarder te maken stelt Alimento tien sporen met mogelijke maatregelen voor. Dejonckheere verwijst naar het omvangrijke boek Werkbaar Werk – Inspiratie voor voedingsbedrijven. “Alimento is al langer bezig met deze materie en heeft al een heus aanbod uitgewerkt voor enkele van de problemen die in het boek aan bod komen: coaching van leidinggevenden, een opleidings- en loopbaanbeleid en een specifiek beleid voor oudere werknemers zijn voorbeelden van sporen waarvoor bedrijven ook bij Alimento kunnen aankloppen.” Dat werkbaar werk ook voor de bedrijven belangrijk is, spreekt voor zich. Nog altijd volgens Dejonckheere: “Opleiding helpt werknemers om hun werk beter te doen en om mee te kunnen met de veranderingen op de werkvloer, een loopbaan lang.” Het voorkomt eveneens dat een bedrijf werknemers verliest bij nieuwe technologische en andere evoluties. E-learning biedt als voordeel dat medewerkers het programma kunnen volgen wanneer het hen past. “Voor dit jaar hopen we vanuit Alimento met nog meer maatregelen voedingsbedrijven te ondersteunen,” besluit Dejonckheere. •


Thema’s 2019

! % '& ! % # " #$ & % ' #$%!# &( "#! & % "#! $ ' #! %# &( "#! $ % # & %) & % # ( # $ !*$ #% ( # !!# & % & % # " ! &( "#! $ % $ # ! $ & '!!# ' $ !' # " #$ & % ( % %

VMT food 1

13-mrt

Technologie & automatisering

VMT food 2

12-jun

Reiniging, desinfectie & hygiĂŤnisch ontwerp

VMT food 3

25-sep

Verpakkingen & logistiek

VMT food 4

27-nov

Analyse & kwaliteit

""" !#

Alle genoemde data zijn publicatiedata. Sluitingsdatum voor redactionele bijdragen is 6 weken voor publicatie. Sluitingsdatum voor adverteren is 2,5 week voor publicatie.

61 W G - 2 D E G E N E R A T I E GE N E R AT IE 2 K O M T N U O P D E M A R K T M E T F U N C T IE S E N O P T IE S O M T E V O L D O E N A A N D E H U ID I GE E N T O E K O M S T I GE M A R K T B E H O E F T E N

Eenvoudige navigatie tussen verschillende systeemschermen met de nieuwe Touch Pilot

Geluiddempende compressorkast

Nu is de 61WG verkrijgbaar in 17 uitvoeringen met een nominale verwarmingscapaciteit van 25 tot 230 kW

Externe communicatie met Modbus, Bacnet of Lon

carrierbenelux.com


34

INGREDIËNTEN

Canada in de ban van groene eiwitten MET SUPERCLUSTERBELEID KRIJGEN GRONDSTOFFEN MEER WAARDE Canada is een van ‘s werelds grootste exporteurs van granen en peulvruchten. Tot voor kort gingen deze zonder verdere bewerking de grens over. Dat moet anders, vinden ze in het op één na grootste land ter wereld. Met een forse financiële injectie van de overheid gaat de agri- en foodsector zich richten op het verwaarden van de enorme berg agrarische grondstoffen die provincies als Manitoba, Saskatchewan en Alberta produceren. Vooral in plantaardige eiwitten liggen kansen. Tekst Maurice de Jong

Zo’n 250 machines en apparaten staan er in het Saskatchewan Food Industry Development Centre, kortweg Food Centre, in het Canadese Saskatoon. De nadruk wil Shannon Hood-Niefer, hoofd technologie en innovatie, echter leggen op de specifieke expertise van het centrum: extrusie. De organisatie begeleidt vooral kleine en middelgrote bedrijven in innovatietrajecten en in het op de markt brengen van voedingsmiddelen. “We helpen hen ook bij het opschalen.” Twee extruders heeft het Food Centre tot zijn beschikking: een voor onderzoek en ontwikkeling, en een voor kleine productie. “We nemen tarwebloem en linzen, voegen water en olie toe en dan wordt het

‘Van het verwerken van tarwe weten we meer dan van peulvruchten.’

In het Canadese Grains Institute (CGI) in Winnipeg worden ook pilots gedaan met graanproducten als pasta’s.

geëxtrudeerd om de gewenst vorm te krijgen”, vertelt Hood-Niefer. Extrusie leent zich perfect voor de productie van vleesalternatieven: “Toen we begonnen met testdraaien hiervan was dat lastig, maar nu hebben ze het bij het Food Centre inmiddels wel onder de knie. De afgelopen vijf jaar verdienden we veel geld met het helpen ontwikkelen van veganistische producten. Dit beslaat inmiddels zestig procent van ons werk”, zegt Hood-Niefer die promoveerde op de functionaliteit van zetmeel in peulvruchten en ook expert is in de verwerking van erwtenmeel met behulp van de extrusietechnologie. En dan te bedenken dat het Food Centre begon als expert op het gebied van vleesverwerking. Tijden veranderen. Verwaarding plantaardige eiwitten Voedingsmiddelenbedrijven richten zich meer en meer op de verwaarding van plantaardige eiwitten. Daarom richtte Canada ook Protein Industries (PIC) op. PIC is een van de vijf topsectoren - of superclusters zoals de Canadezen ze noemen - van het Federal Supercluster Initiative (2017-2022), naar het evenbeeld van het Nederlandse topsectorenbeleid. PIC richt zich op prairieprovincies Manitoba, Saskatchewan en Alberta. De ander superclusters zijn kunstmatige intelligentie (Quebec), geavanceerde productie (Ontario), digitale technologie (British Columbia) en de maritieme sector. Voor de vijf clusters stelt de overheid C$ 950 miljoen (Canadese dollars) beschikbaar. PIC ontvangt C$ 153 miljoen. Het is duidelijk wat de prairieprovincies te doen staat (en zoals PIC meldt in haar communicatie): het verwaarden van Canadese gewassen als granen en peulvruchten die volop in deze provincies groeien. Het supercluster, waarin bedrijven, wetenschap en


VMT FOOD 1 • maart 2019

35

Reportage

overheden nauw samenwerken, dient in zeven tot tien jaar tijd 40.000 extra directe en 120.000 indirecte banen te creëren plus voor zo’n C$ 40 miljard aan directe (buitenlandse) investeringen te realiseren. Ook buitenlandse partijen met kennis van verwerking van plantaardige eiwitten zijn welkom in Canada.

Winnipeg in Manitoba Al ruim 45 jaar werkt het Canadese Grains Institute (CIG) in Winnipeg samen met de graanindustrie in de waardeketen, zowel nationaal als internationaal. Niet alleen in de teelt, ook in de verwerking en de productontwikkeling staat de non-profitorganisatie diverse partijen bij. CIG huisvest dan ook laboratoria, maalmachines en proeffabrieken. Dat het instituut zetelt in de hoofdstad van de provincie van Manitoba is geen toeval: de provincie is een belangrijke exporteur van landbouwproducten als canola (Canadees koolzaad) en tarwe. Bovendien hebben zestien graanbedrijven hier hun hoofdkwartier. Peulvruchten Sinds 2013 is CIG ook actief in peulvruchten, een belangrijke bron van plantaardige eiwitten. Zo testen medewerkers in een project hoe eiwitten van peulvruchten zich gedragen als je ze in brood verwerkt. Dan is vooral de smaak een uitdaging. “Peulvruchten bevatten een hoge hoeveelheid vezel en nutritionele voordelen. Maar natuurlijk moet ook de smaak goed zijn”, zegt directeur graankwaliteit Elaine Sopiwnyk. Steeds meer klanten willen hun producten clean label of willen extra eiwitten toevoegen aan hun graanproducten. CIG helpt dit te bewerkstelligen. Momenteel

HET RICHARDSON CENTRE FOR FUNCTIONAL FOODS in Winnipeg, onderdeel van de Universiteit van Manitoba, huisvest drie proeffabrieken. In deze milling room worden granen als haver, tarwe en gerst op pilotschaal gefractioneerd.

test het instituut ontbijtgranen in een extruder met dubbele schroef om verschillende vormen te creëren. Het is de bedoeling om hier peulvruchten aan toe te voegen. “We willen een eiwitclaim kunnen toevoegen aan het product. Peulvruchten verhogen namelijk de voedingswaarde. De uitdaging blijft de smaak van de gele erwten goed te krijgen. Het is ons bijna gelukt”, lacht Sopiwnyk. In de pilotbakkerij vinden experimenten plaats met het verwerken van peulvruchten in koeken. “Om te kijken te kijken hoe ze in het product reageren.” CIG moet nog heel veel experimenteren met de verwerkingsmogelijkheden van peulvruchten. Hiervoor heeft de organisatie een eigen verwerkingsfaciliteit. Het draait hier om het toevoegen van waarde door verwerking van peulvruchten, die een grote variëteit kennen. “We bekijken hier hoe ze zich gedragen bij het vermalen en of er bepaalde kwaliteitsspecificaties zijn voor het eindproduct waar we rekening mee moeten houden”, aldus de directeur graankwaliteit. “Splijten we bijvoorbeeld de peulvrucht, dan verliezen we vezel. Dat willen we voorkomen want de meeste mensen krijgen hiervan te weinig binnen.” De Canadese focus ligt op het verwaarden van plantaardige eiwitten. Sopiwnyk: “Met een proteïnepercentage tussen de 20% en 30% lenen peulvruchten zich hier uitstekend voor.” Maar er valt nog veel te leren voor CIG: “In tegenstelling tot tarwe weten we nog relatief weinig van peulvruchten.” En dan zijn er consumenten die moeten wennen aan de smaak en de textuur. “Maak je pasta van bijvoorbeeld erwten, dan zijn de kleur (donkerder), textuur en smaak anders. Veel van onze cliënten willen dit niet.” Ook signaleert


36

INGREDIËNTEN

dergelijke producten te verwachten. Samen met startup Nature Hemp ontwikkelde het Richardson Centre een zuivelvrije koffiecreamer gebaseerd op hennep. Komende zomer komt het op de markt. Begin 2019 wil Nature Hemp een eigen fabriek beginnen in West-Canada: het liefst in Manitoba omdat daar ook al hennep wordt verbouwd.

ze dat er nog veel geheimzinnigheid heerst rond onderzoek naar de toepassingen van peulvruchten. Hennep Manitoba mag dan een groot exporteur van granen zijn, misschien wordt de provincie dat in de (verre) toekomst ook wel van hennep. Eén dag na de legalisering van wiet afgelopen oktober was het spul vrijwel geheel uitverkocht. De Canadese voedingsmiddelenindustrie ziet potentie om hennep te verwerken in voedingsmiddelen. In tegenstelling tot wiet bevat hennep een laag percentage THC (niet meer dan 0,2%). Bij een hoger percentage is er sprake van wiet of marihuana en kunnen gebruikers high worden. Manitoba is er erg trots op dat Manitoba Harvest, de grootste hennepfabrikant die zijn eigen lijn voedingsproducten met hennep verkoopt, zich binnen de provinciegrenzen bevindt. Hennep houdt ook de University of Manitoba bezig. Het Richardson Centre for Functional Foods and Nutraceuticals, onderdeel van de universiteit, doet veel onderzoek naar de toepassingen. Zo testen medewerkers de peptiden in de plant die de bloeddruk kunnen verlagen. En uit tests blijkt dat die inderdaad lager wordt, bevestigt directeur Peter Jones. Dus je kunt ze al in voedingsmiddelen gebruiken met de gezondheidsclaim: “Verlaagt de bloeddruk”? “Nog niet: ons onderzoek zit pas in een beginstadium”, zo geeft hij aan. “Eerst moeten we ons onderzoek publiceren en dan een dossier indienen bij Health Canada (dat onder het Canadese ministerie van volksgezondheid valt, red.). En dat laatste is heel veel werk.” Koffiecreamer “Eerder waren er niet veel data over henneponderzoek. De legalisatie schept een nieuw perspectief waardoor we ons onderzoek sneller kunnen doen”, aldus Jones. “Je kunt nu al best veel producten met hennep vinden. Maar dat ze een bepaalde werking hebben is niet wetenschappelijk onderbouwd.” Zeker nu de legalisering een feit is, vallen meer van

In het Food Centre in Saskatoon staan in totaal zo’n

250 MACHINES en apparaten. Het centrum is voor het merendeel van zijn inkomsten afhankelijk van commerciële bedrijven. De provinciale overheid financiert 15% van het budget.

Verwerking grondstoffen Naast het tonen van onderzoeks- en ontwikkelingsfaciliteiten, wil Manitoba ook aan de buitenwereld laten zien dat dit de juiste plek is om te investeren in mogelijkheden om grondstoffen verder te verwaarden. Onlangs nog investeerde het Franse Roquette C$ 400 miljoen in wat de “grootste erwtenverwerkingsfabriek” ter wereld moet worden. Richardson International uit Winnipeg steekt C$30 miljoen in een innovatiecentrum en een R&D-faciliteit om samen met de voedingsmiddelenindustrie onderzoek te kunnen doen naar toepassingen van grondstoffen. Richardson International verwerkt vooral canola tot canola-olie. Maar het bedrijf wil verder kijken dan dat, “om te kijken of er toegevoegde voedingsoplossingen zijn voor onze klanten”, zegt Jean Marc Ruest, manager corporate affairs van Richardson International. “Ook onderzoeken we de mogelijkheden van gewassen die we nog niet verwerken, zoals sojabonen.” Over ongeveer een jaar opent de nieuwe faciliteit met vier verdiepingen zijn deuren in Winnipeg die werk biedt aan vijftig mensen. Natuurlijk zet het bedrijf in op de verwaarding van plantaardige eiwitten. “Dat is maar één element, maar we gaan natuurlijk kijken naar veel meer.”

Saskatoon in Saskatchewan

Nu wiet gelegaliseerd is, komen er ook meer producten met hennep.

Saskatchewan geldt als de ultieme akkerbouwprovincie van Canada. Het gebied is grotendeels vlak, twee keer zo groot als Duitsland en telt slechts 1,1 miljoen inwoners. Niet voor niets is er zo’n 18,9 miljoen landbouwgrond beschikbaar, 40% van Canada’s totale areaal. Daarmee geldt Saskatchewan als Canada’s voornaamste regio voor het telen van granen, oliezaden en peulvruchten. Het grootste deel verdwijnt over de grens naar vooral de Verenigde Staten (exportwaarde C$ 3,6 mld) en China (C$ 2,8 mld). Zo komt 41% van alle geëxporteerde linzen wereldwijd uit Canada. Maar de ‘broodmand’ van de wereld - tarwe is Saskatchewans grootste gewas - wil meer waarde toevoegen aan de gewassen. “We hebben erwtenverwerkingsfaciliteiten, en dat aantal neemt ook toe, maar we exporteren onze gewassen vooral als ruwe grondstof”, zegt Alex Fallon, ceo van de Saskatoon Economic


VMT FOOD 1 • maart 2019

37

Reportage

Development Authority (SREDA). Om de switch goed te kunnen maken heeft de regio meer technische en technologische kennis nodig en niet te vergeten: investeringen. Zo stelt Saskatchewan Value-Added Agriculture Incentive (SVAI) een belastingreductie van 15% in het vooruitzicht bij kapitaalinvesteringen. Kennis textuur en smaak Betekent dit dat ook kapitaal en kennis uit Europa hard nodig is? Gavin Conlacher, provinciaal directeur internationale betrekkingen, beaamt dit. Vooral op het gebied van smaak en textuur van eindproducten is kennis nodig. “We hebben onze belanghebbenden verzocht contacten te leggen in de Nederlandse Food Valley-regio voor nieuwe technologieën.” Met welke partijen er precies contacten zijn kan hij niet zeggen. “Duitsland en Nederland zijn leidend in de plantaardige-eiwitindustrie. De eerste technologieën waar wij op stuitten, kwamen daarvandaan.” Hij weet dat Canadezen, net als West-Europeanen, op producten met plantaardige eiwitten zitten te wachten. Meer peulvruchtenverwerking in Canada is onontkoombaar. “Ja, absoluut. Er komen veel nieuwe investeringen aan voor fractioneringsprojecten. We hebben plaats voor vier of vijf fractioneringsfaciliteiten van wereldklasse in deze provincie. We hebben genoeg water en afvalwaterzuiveringen om dit waar te maken. En er groeien hier genoeg peulvruchten.” Het Food Centre in Saskatoon is hier druk mee. De functionaliteit van groene eiwitten is nog altijd een uitdaging, weet ingrediëntenwetenschapper Ricky Lam. “Hoe gedragen deze ingrediënten zich bijvoorbeeld in de extruder? Soms is er voor tien- tot twintigduizend Canadese dollars aan laboratoriumtests nodig om hierachter te komen.” Waar Aziaten de smaak van verwerkte peulvruchten in eindproducten al goed kennen, is dat bij

TWAALF internationale journalisten krijgen uitleg over de werkzaamheden van het Canadese Grains Institute (CIG).

Amerikanen niet het geval. “Soms proberen we de smaak te veranderen. Hoe we dat doen? Dat is vertrouwelijke info.”

Calgary in Alberta Met zijn hoge spiegelende wolkenkrabbers ziet het anderhalf miljoen zielen tellende Calgary er nog steeds uit als een echte olie- en gasstad. Toch keert het tij: uit cijfers van 2016 blijkt dat de voedingsmiddelenindustrie (C$ 14,5 mld in verkopen) voor de eerste keer olieraffinage oversteeg als grootste industriële sector. Alberta zet dus in op diversificatie van haar economie, want de kritiek op fossiele brandstoffen als milieuvervuilend en niet-duurzaam neemt toe. Net als Manitoba en Saskatchewan wil de provincie - waar volgens sommigen het beste rundvlees vandaan komt - werk maken van plantaardige eiwitten. Dennis McKnight van Plant Proteins Alberta hoopt dat er over een jaar of tien acht verwerkers of fractioneringsfaciliteiten in zijn provincie zijn. In de PIC staat dat door de groei van de agrifoodsector, Canada in een decennium de tweede food- en agri-exporteur ter wereld wordt.

SHANNON HOOD-NIEFER, vice-president Innovation and Technology leidt de journalisten rond in het Food Centre in Saskatoon. Bijna elke Canadese provincie heeft een eigen food centre. Al deze centra waar pilots worden gedraaid en onderzoek wordt gedaan, hebben ieder eigen specialisaties. Hood-Niefer: “Onze specialisatie is extrusie, in Alberta (buurprovincie) is dat hogedrukpasteurisatie (HPP). Dat kunnen wij hier niet.”

Nederland Dat zou betekenen dat Canada (nu vijfde) Nederland voorbijgaat als ’s werelds tweede voedselexporteur. Dat ziet McKnight niet snel gebeuren. Eerst moet het door de overheid beloofde geld (C$ 153 mln) voor het PIC maar eens beschikbaar komen. “Europa heeft zeven jaar voorsprong op de rest van de wereld in het werken met plantaardige ingrediënten en fracties. We hebben een grote Nederlandse populatie in Alberta en we handelen op bilateraal niveau al intensief. We hebben nog veel te leren als het gaat om het toevoegen van waarde aan agrarische grondstoffen. Dat biedt kansen voor de Nederlanders”, lacht McKnight. • Maurice de Jong is redacteur bij VMT Nederland


38

COLOFON

VMT Food is hét mediaplatform voor de voedings- en drankenindustrie in Vlaanderen, België. VMT Food is een betrouwbare informatiebron voor directieleden en management op het gebied van quality assurance, productie, marketing en sales, inkoop, R&D en productontwikkeling. VMT Food verschijnt vier keer per jaar en is per 1 maart 2019 een uitgave van Vakmedianet. Vakmedianet nam VMT en VMT Food over van MYbusinessmedia en in maart vinden de overgang naar de nieuwe eigenaar en de verhuizing plaats. Redactieadres (België) Gemeenteplein 43-1 8300 Knokke-Heist E redactie@vmtfood.be I www.vmtfood.be

Adjunct-hoofdredactie (België) Yves De Groote T +32 (0)50 - 623520 E redactie@vmtfood.be Eindredactie Heleen van der Male E h.male@mybusinessmedia.nl Met medewerking van: Agoria, FAVV, Fevia, Flanders’ FOOD, Food Pilot, ILVO Media-adviseurs Monique van Neutegem T +31 (0)6 - 50449402 E m.neutegem@mybusinessmedia.nl Anneloes Veerman T +31 (0)6 - 12707014 E a.veerman@mybusinessmedia.nl

Uitgever Suzanne Wanders T +31 (0)570 - 504328 E s.wanders@mybusinessmedia.nl

Belgische klanten Trevi nv Thomas Lannoo en Gilles Dhaenens T +32 (0)9 - 3606216 E gilles.dhaenens@trevi-regie.be

Hoofdredactie (Nederland) Willem-Paul de Mooij T +31 (0)570 - 504386 E w.mooij@mybusinessmedia.nl

Marketing Ina Jolij T +31 (0)570 504 332 E i.jolij@mybusinessmedia.nl

ADVERTEERDERSINDEX AS4 N.V.

pagina 22 + 23 + 27

AZO N.V.

pagina 15

Beko Technologies B.V.

pagina 33

Blankedale

pagina 11

CSB System Benelux B.V.

pagina 11

De Korrel Beheer B.V.

pagina 5

Parker Hannifin B.V.

pagina 15 + 18 + 19

Urschel B.V.

pagina 30

UTC HVAC Benelux B.V.

pagina 33

Yama Products B.V.

pagina 40

Vormgeving Colorscan bv, www.colorscan.nl Druk Drukkerij Roelofs, Enschede Abonnementen Nederland Voor vragen over abonnementen, bezorging en/of adreswijzigingen, kunt u bellen met onze Klantenservice. T +31 (0)570 - 504300. E vmt@mybusinessmedia.nl. MYbusinessmedia BV, VMT Food, Postbus 58, 7400 GA Deventer Kennismakingsabonnement € 49,- (i.p.v. € 79,-)* *prijzen zijn excl. 6% BTW en € 3,95 administratiekosten. Jaarabonnement geldt tot wederopzegging. Nieuwsbrief Wilt u de gratis wekelijkse e-mailnieuwsbrief ontvangen? Aanmelden: www.vmtfood.be/nieuwsbrief

Vakmedianet Bezoekadres Prinses Margrietlaan 3 2404 HA Alphen aan den Rijn Correspondentie-adres Postbus 448 2400 AK Alphen aan den Rijn ISSN 2352-5924 Niets uit deze uitgave mag zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever openbaar worden gemaakt of verveelvoudigd, waaronder begrepen het reproduceren door middel van druk, offset, fotokopie of microfilm of in enige digitale, elektronische, optische of andere vorm. Publicaties geschieden uitsluitend onder verantwoording van de auteurs. Alle daarin vervatte informatie is zorgvuldig gecontroleerd. De auteurs aanvaarden echter geen aansprakelijkheid voor de gevolgen van eventuele onjuistheden.


Energietransitie

Digitale transitie

Eiwittransitie

Voedselverspilling

Start-ups

BEELD: WESTEND61 / 123RF

Gezonde innovatie

Food in transitie Het Food Future Event van VMT geeft u in één dag een overzicht van de belangrijkste ontwikkelingen op het gebied van eiwit,- energie- en digitale transitie, gezonde innovatie, voedselverspilling en start-ups. Tijdens het plenaire ochtendprogramma geven vier sprekers uit de voedingsmiddelenketen hun visie op deze thema’s. In het middagprogramma gaan we de diepte in met voldoende aanbod van actuele onderwerpen middels 4 parallelsessies die we binnenkort aankondigen.

Food Future Event Dinsdag 9 april NBC Nieuwegein VMT abonnees betalen € 395,- (excl. btw)

Wederom reiken Voeding Nu en VMT de Jaarprijs Goede Voeding uit. Kortom, genoeg redenen om u vandaag nog aan te melden en met ons op 9 april een duik in de toekomst te nemen.

Uw bedrijf ook profileren bij vakprofessionals in de voedingsmiddelenindustrie? Neem voor vrijblijvend advies contact op met onze media-adviseurs: Monique van Neutegem m.neutegem@mybusinessmedia.nl +31 (0) 6 50 44 94 02

Anneloes Veerman a.veerman@mybusinessmedia.nl +31 (0) 6 12 70 70 14

De prijs voor niet-abonnees bedraagt € 495,- (excl. btw).

Kijk voor meer informatie en/of inschrijven op: vmt.nl/foodfuture


Customized sauces Soy sauces Umami ingredients Herbs and spice extracts Seasonings Natural avours

www.yama.nl


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.