5 minute read

VEILIGHEIDSVOORRADEN AARDOLIE

Next Article
BUNKERING

BUNKERING

90 DAGEN NETTO-INVOER

Elke lidstaat van de Europese Unie en van het Internationaal Energie Agentschap (IEA) moet een minimumhoeveelheid veiligheidsvoorraad aanhouden die overeenkomt met een kwart (90 dagen) van zijn jaarlijkse netto invoer van aardolieproducten. Ten minste één derde van deze voorraad moet hierbij aangehouden worden onder de vorm van de afgewerkte aardolieproducten die in de desbetreffende lidstaat het meest verbruikt worden. Bij een nationale of internationale crisis zullen die voorraden worden ingezet om markttekorten op te vangen.

Het beheren en aanhouden van deze voorraden is de taak van het opslagagentschap APETRA, een nv van publiek recht met sociaal oogmerk. Het merendeel van APETRA’s stocks zijn eigendom van het agentschap. De eigen voorraden betreffen zowel afgewerkte aardolieproducten als ruwe aardolie.

De ontbinding van de Belgische Petroleumunie en de integratie van haar leden in Brafco in 2015 vroeg om een wijziging van de statuten van APETRA. Sinds 2019 zetelt een afgevaardigde van de Federatie in de raad van bestuur van het Agentschap.

De nationale voorraadplicht bedroeg in 2021 zo’n 3,09 miljoen ton ruwe aardolieequivalent (r.a.e.), wat een aanzienlijke daling betekende tegenover in 2020 (3,7 miljoen ton r.a.e.). Reden hiertoe was de daling van de consumptie van motorbrandstoffen door de Corona lockdownmaatregelen. Vanaf 1 juli 2022 zal de voorraadplicht opnieuw stijgen, zij het niet tot op het precorona niveau.

APETRA-BIJDRAGE

De bijdrage voor de financiering van APETRA wordt elk kwartaal berekend voor de verschillende productcategorieën met als belangrijkste variabele de internationale aardolieprijzen. Elke bijdrageverlaging of verhoging wordt onmiddellijk en integraal verrekend in de maximumprijs op de dag waarop ze van kracht wordt. Brafco brengt haar leden daarvan op de hoogte via haar website.

In april 2020 zakten de aardolieprijzen op de internationale markt naar een historisch dieptepunt. Deze daling van het meest bepalende element in de formule voor de berekening van de bijdrage, gecombineerd met een bruuske consumptievermindering ingevolge de coronacrisis, zette de federale regering er toe aan om een minimumniveau voor de APETRAbijdrage (‘floor’) in te voeren. Tot 1 oktober 2021 bevond de APETRA bijdrage zich op dit minimumniveau om vanaf het vierde kwartaal 2021 terug te stijgen.

AANKOOP EN VERKOOP/OPSLAG

Wie aardolieproducten of zgn. tickets (reserveringen van stocks met een aankooprecht in geval van een bevoorradingscrisis) aan APETRA wil verkopen of voor het Agentschap productverversingen wil doen, kan zich kandidaat stellen om opgenomen te worden op de shortlist voor de respectieve raamovereenkomst. De kandidaten ontvangen dan alle openbare aanbestedingen die het Agentschap in het kader van die raamovereenkomst zal lanceren.

Bedrijven kunnen met het Agentschap ook opslagcontracten afsluiten. De voorraden die APETRA beheert, moeten ondergebracht worden in ‘in aanmerking komende depots’. Dergelijke depots moeten een minimumcapaciteit hebben van 5000 m³, beschikken over welbepaalde laad en losfaciliteiten

en voldoen aan specifieke toegankelijkheidsvoorwaarden (bv. gelegen zijn in zeehavens of aan waterwegen). Het Agentschap heeft op regelmatige basis nood aan opslagcontracten om andere contracten die verstrijken, te vervangen.

In de periode midden 2020 – midden 2021 kwam een aanzienlijk aantal van de opslagcontracten einde looptijd. Het vervangen van deze contracten gebeurde via de aanbestedingsronde van eind 2019 en was een ideaal moment om te diversifiëren binnen het gamma van de eigen stocks. APETRA verschuift in de komende jaren zijn voorraden verder naar meer benzine. Gelet op de energietransitie kunnen hier in de toekomst andere producten bijkomen.

Bedrijven die de APETRA tenders voor opslagcapaciteit willen ontvangen, kunnen zich aanmelden voor APETRA’s shortlist.

AARDOLIECRISISBELEID

Welke situaties worden beschouwd als een bevoorradingscrisis? Wat gebeurt er in dat geval, wie neemt deze beslissing en wat zullen de maatregelen zijn? Wat betekent dit voor de ondernemingen?

In de in 20182020 uitgewerkte wetgeving wordt een onderscheid gemaakt tussen een internationale en nationale bevoorradingscrisis:

• Bij internationale bevoorradingsproblemen roept het Internationaal

Energie Agentschap in Parijs een crisissituatie uit. Tijdens een dergelijke IEA Collective Action zal APETRA, na groen licht gegeven door de

Minister van Energie, de veiligheidsstocks injecteren via een vraag tot aanbiedingen (call for bids) met verkoop van de voorraden aan de hoogst biedende koper(s). Opzet is immers om de internationale aardoliemarkt meer liquide te maken. Deze injectiemethode is eenvoudig en snel, werd door APETRA al toegepast in de Libiëcrisis en is APETRA’s normale verkoopwijze. De Minister van Energie kan, als het IEA hierom vraagt, de ingezette voorraden beperken tot bepaalde types van aardolie of de inzet afleiden naar bepaalde IEA lidstaten. • Bij nationale bevoorradingsmoeilijkheden beslist de federale ministerraad om al dan niet de situatie als een bevoorradingscrisis te erkennen. Wordt een dergelijke crisis daadwerkelijk uitgeroepen, dan zal APETRA, na akkoord van de Minister van Energie, de veiligheidsvoorraden in regel injecteren via een zgn. ‘vrijgave’. Hierbij biedt

APETRA zijn stocks tegen marktprijs aan aan de aardoliebedrijven hoog in de nationale distributieketen (de zgn. primaire deelnemers). Deze bedrijven zullen de Belgische markt verder volgens hun normale stromen beleveren. De nationale aanpak is in zoverre flexibel dat de

Minister van Energie, mocht dit opportuner zijn, kan beslissen om deze nationale procedure niet in beweging te zetten, maar te gaan voor een call for bids of een andere maatregel.

Midden maart 2021 organiseerden de Algemene Directie Energie van de FOD Economie en APETRA een informatiesessie voor deze primaire deelnemers, sectorfederaties en betrokken overheidsinstanties. In aansluiting hierop is een crisisoefening georganiseerd naar de primaire deelnemers van diesel toe.

In de zomer van 2021, na de tragische overstromingen in de provincie Luik en met een blokkering van de sluis van Monsin tot gevolg, riep de federale ministerraad een bevoorradingscrisis uit en werd een inzet van de veiligheidsvoorraden voorbereid. De heropening van de sluis maakte de depots die achter de sluis liggen opnieuw toegankelijk en de maatregel overbodig.

Voor meer info over het aardoliecrisisbeleid, zie website van de FOD Economie (https://economie.fgov.be/nl/themas/energie/bevoor

radingszekerheid/coordinatie-van-het/aardolie/vaak-gestelde-

-vragen-over-de) en die van APETRA.

Voor alle informatie over APETRA’s activiteiten, algemene voorwaarden en procedures: www.apetra.be

Evolutie van de APETRA-bijdrage

10

9

8

7

6

1e kwartaal 2021 2e kwartaal 2021 3e kwartaal 2021 4e kwartaal 2021 1e kwartaal 2022 2e kwartaal 2022

(benzine) in euro/m3 (gasolie en kerosine)* in euro/m3 (zware stookolie) in euro/ton

(*) : De bijdrage op kerosine gebruikt voor de reguliere luchtvaart en cargo bedraagt sedert 01.07.2013 de helft van de bijdrage voor de productcategorie II.

This article is from: