keek vermoeid omhoog. ‘Maar voordat ze hier kunnen komen, moeten ze nog eerst het ijs over. Alleen goede en pure mensen zullen hier kunnen komen. Het kwaad bestaat hier niet.’ Ik sloeg mijn arm nog strakker om mams en paps heen. ‘Het is gelukt’’, fluisterde ik zacht. Gelukt. Ik zuchtte diep en keek rond in de prachtige gevulde wereld, terwijl ik genoot van de compleetheid, de liefde en het pure geluk achter nevel.
46