7 minute read

Reflectie

Next Article
N=1

N=1

Een supervisor en een supervisant gaan een korte periode intensief met elkaar om. Een tijd van jezelf tegenkomen, reflectie en heel veel leren. En dat geldt meestal voor beide partijen.

Foto's: De Beeldredacteur

Advertisement

Leertherapie zelf invullen

Leertherapie was een heikel punt voor Yvonne. Ondanks haar passie voor het gedachtegoed van Aaron Beck en andere grondleggers, koos ze er daarom bijna voor om de opleiding tot cgt’er niet te volgen. Om persoonlijke redenen was ze al eens naar een psycholoog gegaan; ze had geen zin om weer door haar persoonlijke misère heen te gaan. Betty wist haar ervan te overtuigen dat leertherapie niet het opentrekken van een beerput hoeft te betekenen.

Tijdens onze intake was ik sceptisch. Van een eerdere leertherapeut had ik afscheid genomen, omdat hij het over mijn verleden wilde hebben. Dat was verplicht, zei hij. Betty maakte ik telefonisch al duidelijk dat ik daar geen behoefte aan had. Ze wist me gerust te stellen. ‘Kom maar langs’, zei ze, ‘dan zien we wel hoe het gesprek loopt.’ Tijdens die intake voelde ik me al snel op mijn gemak bij haar. Betty is een ervaren therapeut met een duidelijke visie, die degene tegenover haar de ruimte geeft om zelf met gespreksonderwerpen te komen.

Ze vroeg me waar ik het wél over wilde hebben. Ik ben een vakidioot en had een ervaren dame voor me, die ook nog eens met mensen met een beperking had gewerkt. Dus ik vroeg haar hoe ze aankijkt tegen cgt bij deze doelgroep, of ze vindt dat mensen met een beperking kinderen mogen krijgen en wat zij vindt van het tekort aan psychologen bij deze doelgroep. Onze sessies gebruikte ik om te sparren en om van Betty te leren. We voerden discussies, lieten elkaar interessante literatuur lezen en deelden werkervaringen met elkaar.

Natuurlijk prikte ze door me heen en hadden we het op een bepaald moment ook over mijn persoonlijke uitdagingen. Maar dan wel altijd met als doel om mij als cgt’er verder te brengen. Ik herinner me een afspraak die ik eigenlijk had willen afzeggen. Ik had een volle agenda, kamp met diabetes en was die dag ontzettend moe. Ze zag het en confronteerde me ermee. ‘Wanneer is het genoeg?’, vroeg ze. Ik herkende het, ook in mijn werk. Nee zeggen is geen optie. En een cliënt met een depressie help ik graag, maar psychiatrische cliënten vind ik eigenlijk interessanter. Mensen met een persoonlijkheidsstoornis of een verstandelijke beperking vormen een rode draad in mijn werkzame leven. Waar kwam dat vandaan? En dus: wat maakt mij authentiek? Door daar dieper op in te gaan, leerde ik mijn authenticiteit bewust en als kracht in te zetten. Dat gebruik ik nu nog steeds.

Of mijn verleden helemaal niet ter sprake is gekomen? Jawel. Je voert zo’n vijftig uur gesprekken met elkaar, dan komt het er op een bepaald moment wel op. Heftige gebeurtenissen hebben altijd een uitwerking en ook dat had invloed op de manier waarop ik cliënten benader en waarop zij mij kunnen triggeren. Maar we hebben er nooit iets heel groots van gemaakt en er nooit een hele sessie aan gewijd omdat dat verplicht was. Betty had een duidelijk doel voor ogen en pikte op waarvan zij dacht dat het aan

Supervisant

Yvonne van Aarle volgde de opleiding tot cgt’er van 2015 tot 2016. Daarnaast werkte ze in een instelling met lichamelijk en verstandelijk beperkte mensen. Anno 2021 volgt Yvonne de opleiding tot psychotherapeut.

dat doel zou bijdragen. Ze zag dat mijn verleden veel met mijn zelfbeeld had gedaan. Op een subtiele manier nam ze dat mee in onze gesprekken.

Tijdens onze laatste sessie gaf ze me een boek. Niemandskinderen: de gevolgen en verwerking van een onveilige jeugd. Hierin staat mooi beschreven wat families doen om het niet te hoeven hebben over wat in het verleden is gebeurd. Dat heeft me geholpen om het systeem waar ik vandaan kom te begrijpen. Ik denk dat dat het belangrijkste is geweest wat ik uit onze sessies heb meegenomen. Betty heeft mij en mijn wensen gerespecteerd, maar we hebben wel besproken wat zij echt nodig vond. Dat waardeer ik.”

“IK LEERDE MIJN AUTHENTICITEIT BEWUST EN ALS KRACHT IN TE ZETTEN”

Supervisor

Betty Butz is sinds 2013 supervisor en leertherapeut voor de VGCt. Daarnaast werkt ze als klinisch psycholoog en psychotherapeut.

Ik vertrouw er altijd op dat in ons vak op ieder potje een dekseltje past. Er zijn zó veel verschillende mensen en tijdens behandelingen ga je soms zo diep in op het persoonlijke leven, dat het belangrijk is dat er een klik is tussen cliënt en therapeut. Toen Yvonne binnenkwam, twijfelde ik eerlijk gezegd of ik de juiste leertherapeut voor haar zou zijn. Ze heeft een hele enthousiaste en aanwezige persoonlijkheid; er kwam echt even iemand binnen. Dat gaf mij een onrustig gevoel. Bovendien waren we zo verschillend, dat ik me afvroeg of ik haar zou kunnen begrijpen en of ik haar dus goed zou kunnen begeleiden. Ik vind het lastig onder woorden te brengen, maar dat zorgde denk ik voor de twijfel.

Ons kennismakingsgesprek verliep soepel. Ik stelde haar wat vragen en ik was onder de indruk van haar doorzettingsvermogen. Haar doelgroep is niet de makkelijkste en daarbij heb je met groepsleiders te maken die het perspectief van de psycholoog niet altijd begrijpen. Wat ze vertelde over haar handelen, gaf me de indruk dat ze een goed reflecterend vermogen had. En ondanks dat ze heel duidelijk wist waar ze het niet over wilde hebben, had ze ook duidelijk voor ogen wat ze wilde leren en dus waar ze het wél over wilde hebben. Voor mij zat een nieuwsgierige en leergierige supervisant. Aan het einde van het gesprek was mijn twijfel verdwenen.

In mijn werk – ook als leertherapeut – hou ik van structuur. Starten met een kennismaking, een test doen met de leerstijlen van Kolb, leerdoelen formuleren en die steeds als uitgangspunten gebruiken.

Het lijkt mij heel prettig dat je als cliënt of supervisant weet wat je aan het doen bent en waar dat uiteindelijk toe leidt. Bij Yvonne hielp het erg om die structuur aan te brengen. Zoals ik zei; ze was wat onrustig toen ze binnenkwam. Het gaf mij rust op het moment dat we de sessies hadden gekaderd.

We voerden mooie gesprekken over ons vak; hoe ga je om met overdracht en tegenoverdracht, hoe blijf je zelf gezond en hoe hou je voldoende afstand? Maar het gesprek kwam soms ook uit op haar persoonlijke leven. Yvonne had dan aangegeven dat ze het niet over haar verleden wilde hebben; ik heb niet forcerend geprobeerd dat onderwerp te vermijden. Ik wil me richten op de hulpvraag. In Yvonnes geval door te focussen op haar blinde vlekken en door die te verminderen. Dan kun je uitkomen op onderwerpen waar degene tegenover je niet direct rekening mee hield. Wanneer dat gebeurde, ging ik wel na of de timing voor haar passend was en of ze het er ook over kón hebben. Overigens bespraken we dergelijke zaken alleen als ik vond dat deze persoonlijke gesprekken een doel dienden, namelijk inzicht in het eigen handelen vergroten. Had ik het gevoel dat dat niet zo was, dan hoorde ik het verhaal aan, maar parkeerde ik het ook weer. Als ik merk dat een supervisant vastloopt in behandeling door zijn of haar eigen geschiedenis, adviseer ik om er – al dan niet op een ander moment – extra hulp voor te zoeken. Leertherapie is daar niet altijd de juiste plek voor. Ik vind niet dat ik door te verwijzen, mijn supervisanten in de kou laat staan. Ik denk zelfs dat het veiligheid kan bieden door je als supervisor aan je rol, de kaders en de gemaakte afspraken te houden. Wat ons traject mooi symboliseert, is de keer dat Yvonne in een effen wintertrui binnenkwam. Een heel contrast met de kleurige, gebloemde en geruite patronen die ze normaal altijd droeg. ‘Wat een rust komt er binnen’, zei ik tegen haar. Dat vond ik oprecht en ik kan me voorstellen dat een neutralere kledingkeuze ook een rustiger effect op haar cliënten zou kunnen hebben. Ze reageerde niet echt, maar later merkte ik dat ze vaker rustige kleding koos. Dat is Yvonne; bedachtzaam en openstaand voor feedback.

Al mijn supervisanten geef ik aan het einde van een traject een boek dat ik bij hen vind passen. Als aandenken, maar ook als dank voor het vertrouwen. Mooi dat Niemandskinderen in de smaak viel bij Yvonne. Ik merkte dat in de familiesferen wat werd getriggerd. Je hoeft gebeurtenissen niet expliciet te benoemen om iemand stappen te laten maken.”

“JE HOEFT GEBEURTENISSEN NIET EXPLICIET TE BENOEMEN OM IEMAND STAPPEN TE LATEN MAKEN”

This article is from: