
1 minute read
Proefversie©VANIN
by VAN IN
Afrikaanse samenlevingen stonden niet allemaal tegelijk oog in oog met de kolonisator. De kolonisatie was een proces waarin Afrikaanse leiders los van elkaar bondgenootschappen en verdragen sloten. De Europeanen waren vooral uit op grond en onderwerping. Vanuit Europees opzicht was de koloniale strategie dus wel doelgericht, vanuit Afrikaans perspectief niet. Sommige Afrikaanse leiders sloten verdragen met Europese aanvoerders omdat ze er zelf voordelen in zagen. Zo sloot de machtige Tio-koning een verdrag met de Fransen. De Afrikaanse leiders wisten toen uiteraard niet dat er een totale onderwerping en een koloniaal bestuur zouden volgen. Op langere termijn werden de bestaande machtsstructuren in Centraal-Afrika volledig ontwricht.
2.2 Economische contacten
Centraal-Afrika speelde in het begin van de 19e eeuw al een belangrijke rol in de wereldeconomie. Afrikanen namen actief deel aan de economische uitwisseling met de Europeanen. Vóór 1885 hadden de Europeanen weinig invloed in het Afrikaanse binnenland. Hun aanwezigheid beperkte zich vooral tot nederzettingen aan de kust in functie van die handel. Hun handelsposten langs de kusten waren met het binnenland verbonden via bestaande langeafstandshandelsroutes.
Tijdens de eerste helft van de 19e eeuw verboden de meeste Europese rijken slavenhandel. Dat leidde tot grote economische veranderingen. Ten eerste zochten Afrikaanse handelaars nieuwe handelswaren om te verkopen aan Europa. De handel in onder meer ivoor en rubber nam toe, in ruil voor afgewerkte Europese producten zoals stoffen, geweren, kogels en buskruit. Bepaalde groepen en tussenpersonen, zoals de Tio, specialiseerden zich in zulke commerciële activiteiten en vergaarden zo rijkdom en prestige. Doordat ze toegang hadden tot wapens, konden zij hun macht bestendigen.