1 minute read

Proefversie©VANIN

Next Article
Proefversie©VANIN

Proefversie©VANIN

Door een samenloop van omstandigheden, waaronder een sterke bevolkingstoename, crisissen op het platteland en slechte werkomstandigheden door de toenemende industrialisatie, konden arbeiders in de eerste helft van de 19e eeuw de eindjes nauwelijks aan elkaar knopen. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de arbeiders samen met een aanzienlijk deel van de middenklasse de barricade opgingen om meer inspraak te krijgen in het politieke systeem dat hen allemaal onderdrukte.

5.3 Impact van de revoluties van 1848

In 1848 braken in talloze Europese steden gelijktijdig massademonstraties uit. Dat die demonstraties kort na elkaar gebeurden, is niet toevallig: halverwege de 19e eeuw konden revolutionaire ideeën zich sneller verspreiden door de komst van betere wegen en spoorwegen. Op die manier werden honderdduizenden arbeiders, die in grote delen van Europa hetzelfde miserabele lot waren beschoren, door elkaar opgehitst.

In veel gevallen was het een kleine elite van intellectuele revolutionairen die een concreet eisenpakket aan de vorsten presenteerde. De revolutionairen slaagden er doorgaans in liberale toegevingen af te dwingen. Toch had die golf van revoluties niet dezelfde impact als de Franse Revolutie. Dat kwam deels doordat de heersende vorsten een reeks van toegevingen deden die de opgehitste volksmassa’s tevreden stemden, en deels doordat de opstandelingen het er niet altijd over eens waren wat hun eisen moesten inhouden. Bovendien wilden veel liberalen eigenlijk niet dat arbeiders zouden participeren in het politieke systeem, waardoor de revoluties die in 1848 waren ontstoken snel uitdoofden.

This article is from: