
1 minute read
Proefversie©VANIN
by VAN IN
Bron 2: De bestuurlijke organisatie onder Willem I
De koning doet wetsvoorstellen en kan wetten goed- of afkeuren.
Willem I
WETGEVENDE MACHT parlement (= Staten-Generaal)
Eerste Kamer voor het leven benoemd door de koning
Tweede Kamer gekozen via getrapte verkiezingen
Cijnskiezers duiden Provinciale Staten aan, die vervolgens de Tweede Kamer kiezen.
Bron 3:
Regeert via koninklijke besluiten.
UITVOERENDE MACHT ministers benoemd door de koning, die hen ook kan ontslaan
Ministers zijn geen verantwoording verschuldigd aan het parlement, enkel aan de koning.
RECHTERLIJKE MACHT rechters voor het leven benoemd door de koning
Vanaf 1 januari 1823 mag voor alle openbare zaken alleen het Nederlands gebruikt worden in de provincies Limburg, Antwerpen, Oost- en West-Vlaanderen. Tot die datum wordt taalvrijheid geduld. Zuid-Brabant en de Waalse provincies vallen niet onder dit besluit. Maar de koning behoudt zich het recht voor alle Vlaamse gemeenten uit Zuid-Brabant en de Waalse provincies het gebruik van het Nederlands op te leggen. Voor de Vlaamse gemeenten uit de Waalse provincies zal dat alleen gebeuren op hun eigen verzoek.
Bron: Taalbesluit. (15 september 1819).