
6 minute read
Kosten Euro 7 zwaar onderschat
Het EU-voorstel rond de normen voor Euro 7 zou vier tot tien keer meer kosten dan wat de Europese Commissie heeft berekend. Dit blijkt uit een studie die werd uitgevoerd in opdracht van ACEA.
jan@tlv.be
ACEA is de organisatie van Europese voertuigfabrikanten. De door de Europese Commissie voorgestelde Euro 7-normen zullen de productiekosten voor auto’s, bestelwagens, vrachtwagens en bussen doen toenemen. ACEA liet een studie uitvoeren door Frontier Economics om de toegenomen kosten te berekenen. Uit deze studie is gebleken dat de productiekosten voor auto’s en bestelwagens met verbrandingsmotor met 2.000 euro zullen toenemen en met ongeveer 12.000 euro voor dieselvrachtwagens en bussen. Deze cijfers liggen vier tot tien keer hoger dan de schattingen van de Europese Commissie, die de prijsstijgingen geschat hebben op 180 à 450 euro voor auto’s en bestelwagens en 2.800 euro voor vrachtwagens en bussen.
Directe en indirecte kosten
De kritiek van ACEA op de berekeningen van de Commissie gaat onder meer over het feit dat enkel de directe kosten in rekening werden gebracht, met name de kosten voor investeringen en uitrusting. De voertuigfabrikanten houden, in tegenstelling tot de Europese wetgevers, vanzelfsprekend ook rekening met de indirecte kosten. Een voorbeeld hiervan is een hoger brandstofverbruik, dat met 3,5% kan toenemen tijdens de gehele levensduur van een vrachtwagen. Concreet komt dit neer op een toename van 20.000 euro voor een langeafstandstrekker.
Zware investeringen, weinig milieu-impact
ACEA wijst erop dat Europa met de huidige Euro 6-normen nu al de strengste uitstootnormen (NOx en fijne deeltjes) hanteert in heel de wereld. Dankzij de talrijke uitstekende technologische ingrepen is de uitstoot nauwelijks meetbaar.
De Europese voertuigenindustrie is bovendien meer dan bereid om de uitstoot nog meer te verminderen, maar Euro 7 is hiervoor niet de beste manier. Een positieve impact op het milieu kan sneller bereikt worden door over te schakelen op elektrificatie. Europa verplicht de voertuigenindustrie om zwaar te investeren in een norm, die weinig of geen impact zal hebben op het milieu. De vrachtwagenfabrikanten zouden deze middelen veel liever investeren in alternatieve aandrijvingen.
Vanaf 2027?
Mocht het voorstel van de Commissie het halen, zouden de nieuwe Euro 7-normen ingaan in juli van 2027. Het voorstel van verordening legt onder meer nieuwe normen op uitlaatgassen die in eerdere normen niet aan bod kwamen. De Commissie focust zich ook op de uitstoot van fijnstofdeeltjes door de reminstallatie en microplastics die vrijkomen van de banden. Dit geldt ook voor elektrische voertuigen.
In het voorstel is er ook sprake van normen rond de duurzaamheid van batterijen in auto’s en bestelwagens. Die moeten ervoor zorgen dat batterijen minder snel moeten worden vervangen, wat op zijn beurt de vraag naar grondstoffen moet verminderen.
In het voorstel zijn ook regels voorzien om te verhinderen dat er lichtzinnig wordt omgesprongen met de nieuwe normen. Via sensoren in het voertuig zullen controlediensten makkelijk (digitaal) toegang hebben tot de voertuigdata.
Tracy voor varkens
Tracy, het online traceersysteem van Belpork, moet vanaf 4 september 2023 verplicht worden gebruikt. Naast Tracy treedt ook de nieuwe versie van het BePork-kwaliteitshandboek en BePork-reglement in werking.
laura.peeraer@tlv.be
Tracy maakt opvolging van BePork-gecertificeerd varkensvlees doorheen de volledige productieketen mogelijk. De tracering verloopt aan de hand van digitale traceringsdocumenten die door iedere schakel van de varkenskolom worden opgemaakt.
We zetten de voornaamste wijzigingen in kader van Tracy voor je, als vervoerder van levende varkens, op een rijtje.
Vervoersmiddelen/chauffeurs
Je zal van elke wijziging, zoals een indiensttreding van een chauffeur of een nieuw voertuig, melding moeten maken via jullie eigen Tracy-platform.
Verplaatsingsdocument
Voortaan zal je als vervoerder het BePork-verplaatsingsdocument moeten aanmaken in Tracy. Dit moet gebeuren voor ieder vervoer van BePork-biggen, (op)fokvarkens en -vleesvarkens. Er zullen meerdere verplaatsingsdocumenten moeten worden opgemaakt wanneer er meerdere laad- of losplaatsen of meerdere diercategorieën zijn. Concreet moet er één verplaatsingsdocument voor één verplaatsing van één diercategorie zijn. Alle gegevens moeten uiterlijk bij het lossen online ingegeven zijn in Tracy.
Opgelet, het Bepork-verplaatsingsdocument vervangt echter voorlopig nog niet het wettelijk verplaatsingsdocument. Je zal beide documenten moeten invullen bij ieder vervoer van BePork-varkens.

Je draagt als vervoerder de verantwoordelijkheid voor het ingeven van de informatie in Tracy in volgende situaties:
1. Als de varkenshouder zelf zijn eigen BePork-varkens vervoert.
2. Als je varkens vervoert tussen inrichtingen binnen België.
3. Als je als Belgisch transportbedrijf varkens importeert of exporteert.
Voor meer informatie kan je terecht op de website van Belpork.
Intermodaal vervoer
De opstart van de River Terminal Roeselare zit in de laatste rechte lijn. Het overslagcentrum langs het kanaal Roeselare-Leie zal nog voor de zomer operationeel zijn. POM West-Vlaanderen heeft ondertussen Transferium aangesteld als concessiehouder.
jan@tlv.be
In 2020 startten de werken voor de bouw van de rivierterminal in opdracht van De Vlaamse Waterweg en POM West-Vlaanderen. De fonkelnieuwe terminal bestaat uit een kaaimuur van 230 meter waar schepen aanmeren, en een kaaiplateau als opslagruimte van 18.000 m². Het moet ondernemingen stimuleren om het vervoer van onder meer grondstoffen via de binnenvaart te laten verlopen. Via de River Terminal in Roeselare wordt een duurzaam transportalternatief geboden aan bedrijven die geen eigen toegang hebben tot de waterweg.

Aanbesteding
Om een uitbater voor de terminal aan te stellen, werd een aanbestedingsprocedure uitgeschreven. De concessie werd toegekend aan Transferium. De voorbije twintig jaar kende dit bedrijf een flinke groei en bouwde het aan een sterke reputatie als stevedore (laden en lossen van schepen) binnen de cement-, bouwstoffenen grondindustrie. Transferium is nu al actief in de havens van Brussel en Gent. De onderneming heeft ook ervaring in de sector van de circulaire goederenstromen. Met Transferium Biomass slaan ze de brug tussen partijen die biofuels recupereren en de bedrijven die ze gebruiken als alternatieve brandstoffen.
Belgisch wegvervoer in troebel water
Start 2023 niet rooskleurig frederic@tlv.be
2023 is niet meteen goed gestart voor de Belgische transportsector. Dit is de belangrijkste conclusie van de meest recente conjunctuurenquête van het ITLB. Deze bevestigt wat ook al uit de faillissementscijfers van het eerste kwartaal blijkt.
De economische bedrijvigheid is met 0,1% gegroeid in de eurozone en met 0,2% in de Europese Unie. Onze Belgische economie deed het iets beter met een bbp-groei van 0,4%. Gemiddeld werd 70,3 % van de totale afstand met een lading afgelegd in vergelijking met 69,2 % in het kwartaal ervoor en 69,3 % een jaar terug.

Vervoeractiviteit
Toch heeft de Belgische sector van het beroepsgoederenvervoer over de weg een moeilijk kwartaal achter de rug. De vervoeractiviteit is vertraagd in vergelijking met voorgaand kwartaal. De gewogen saldi van de antwoorden bedragen -6,5% op nationaal vlak en -11,9% op internationaal vlak. Het gewogen saldo is het gewogen verschil tussen het aantal ondernemingen (in %) dat een stijging signaleert en het aantal ondernemingen (in procent) dat een daling signaleert in vergelijking met voorgaand kwartaal.
Prijsevolutie
In vergelijking met voorgaand kwartaal signaleert gemiddeld bijna 60% een verhoging van de kostprijs in het nationaal vervoer en in het internationaal vervoer was dit net niet de helft. De gewogen saldi van de antwoorden bedragen +34,2% op nationaal vlak en +22,2% op internationaal vlak. In het spoor van de gestegen kostprijs hebben veel vervoerders hun vrachtprijs naar boven toe aangepast, al is dat meestal niet voldoende om de kostprijsevolutie bij te kunnen benen. De gewogen saldi van de antwoorden bedragen +22,5% in het nationaal vervoer en +14,5% in het internationaal vervoer. Tal van vervoerders verklaren dat het kostenniveau op veel vlakken gestegen is (onderhoud, verzekeringen, tolheffing…) en de dieselprijs blijft hoog, maar vooral de Belgische loonindexering speelt hen parten.
Tewerkstelling
Het aantal tewerkgestelde chauffeurs is volgens de enquête lichtjes gestegen. Dit kwartaal signaleren tal van vervoerders dat ze moeilijkheden ondervinden bij het invullen van een vacature voor een bediende. Toch is en blijft het chauffeurstekort een knelpunt voor de sector: 29,3% van de bedrijven verklaart een chauffeur te willen aanwerven en voor de bedienden bedraagt het zelfs 46%. De te lage instroom van jonge chauffeurs is een oud zeer voor de sector. Voor velen lijkt het chauffeursberoep een plan B, waardoor de juiste motivatie veelal ontbreekt, aldus tal van vervoerders. Aardig wat kandidaat-chauffeurs geven aan dat het beroep moeilijk te combineren is met hun familieleven en verkiezen daarom een job met meer normale werkuren buiten het weekend.
Liquiditeit
Het aantal bedrijven met liquiditeitsmoeilijkheden is toegenomen in vergelijking met het laatste kwartaal van 2022. Gemiddeld meldt 11,3% van de vervoerders dat ze te kampen hebben met liquiditeitstekorten ten opzichte van 8,8% in voorgaand kwartaal. Maar in de overeenkomstige periode van het jaar ervoor lag het wel een stukje hoger: toen bedroeg het 14,2%.
De belangrijkste oorzaak van de liquiditeitsproblemen blijft de laattijdige betalingen van opdrachtgevers, terwijl de vervoerders wel tijdig moeten voldoen aan hun betalingsverplichtingen. Gemiddeld staan vervoerders een betalingstermijn van 36 dagen toe, maar in de praktijk moeten ze gemiddeld acht dagen langer wachten op hun geld. Een al penibele liquiditeitssituatie wordt zo nog hachelijker in tijden van dalende omzet, aangezien de vaste kosten blijven doorlopen.
Investeringen
Tot slot zien we dat het aantal investeringen iets verhoogd is ten opzichte van voorgaand kwartaal. Gemiddeld signaleert 30,8% van de vervoerders dat hun bedrijf een investering gerealiseerd heeft in vergelijking met 27,1% in het kwartaal ervoor en 32,5% in dezelfde periode van het jaar ervoor.