Op verhaal komen

Page 1

Op verhaal komen Verhalen uit het oude testament

l

iaa r e t a m Proef

Leerwerkboek 1 / 2 vmbo-kgt Naam Klas



LEERJAAR VMBO-KGT

1/2

Op verhaal komen Verhalen uit het oude testament

Leerwerkboek

Lennart Becking Marloes Gersen Cor Jongeneelen Lizet Penson (eindredactie) En: Cor Jongeneelen Pieter van Lier Henk van Putten Gerrit Sleeuwenhoek Epko Smit Jaap Veld Albert Wubs


Colofon Op verhaal komen is een lesmethode voor het vak godsdienst en levensbeschouwing vmbo-kgt in alle klassen en niveaus van het voortgezet onderwijs. Verhalen uit het Oude Testament laat leerlingen kennismaken met een aantal Bijbelverhalen, waardoor zij leren inzien dat het ‘verhalen voor het leven’ zijn en ook voor mensen van nu van betekenis kunnen zijn. Vormgeving: Reclamers, Tom Lamers, Veghel Omslagbeeld: Gabriëlle Putuhena, Amersfoort Opmaak: Crius, Hulshout

Dyslexie In de opmaak hebben we zo veel mogelijk rekening gehouden met dyslectische leerlingen.

Over ThiemeMeulenhoff ThiemeMeulenhoff ontwikkelt zich van educatieve uitgeverij tot een learning design company. We brengen content, leerontwerp en technologie samen. Met onze groeiende expertise, ervaring en leeroplossingen zijn we een partner voor scholen bij het vernieuwen en verbeteren van onderwijs. Zo kunnen we samen beter recht doen aan de verschillen tussen lerenden en scholen en ervoor zorgen dat leren steeds persoonlijker, effectiever en efficiënter wordt. Samen leren vernieuwen. www.thiememeulenhoff.nl ISBN 978 9006 48961 3 Derde druk, eerste oplage, 2020 � ThiemeMeulenhoff, Amersfoort, 2020

Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16B Auteurswet 1912 j° het Besluit van 23 augustus 1985, Stbl. 471 en artikel 17 Auteurswet 1912, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan Stichting Publicatie- en Reproductierechten Organisatie (PRO), Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp (www.stichting-pro.nl). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet) dient men zich tot de uitgever te wenden. Voor meer informatie over het gebruik van muziek, film en het maken van kopieen in het onderwijs zie www.auteursrechtenonderwijs.nl. De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden. Deze uitgave is volledig CO2-neutraal geproduceerd. Het voor deze uitgave gebruikte papier is voorzien van het FSC®-keurmerk. Dit betekent dat de bosbouw op een verantwoorde wijze heeft plaatsgevonden.

2


Inhoud 1

Vragen en antwoorden 1.1 Wie ben jij? 1.2 Antwoorden op levensvragen 1.3 Samenvatting van hoofdstuk 1

4 5 11 15

2 Religie

00

3

Waar kom je vandaan?

00

4

Familie - lief en leed 4.1 Familieverhalen 4.2 Stamvaders 4.3 Samenvatting van hoofdstuk 4

16 17 19 29

5 Dromen

00

6

Vrijheid en regels

00

7

Macht onrecht en protest

00

8

Over de liefde

00

3


1

Vragen en antwoorden

1 Vragen en antwoorden

Je zit nu in de brugklas van deze school. Alles is nog nieuw voor je. Sommige klasgenoten ken je misschien al van de basisschool. Of van de sportclub of van iets anders. Maar de meesten moet je nog leren kennen. De docenten zijn waarschijnlijk allemaal nieuw voor je. Maar zij weten ook nog niet wie jij bent. Ze zullen je in de eerste weken vaak naar je naam vragen.

4


1.1  Wie ben jij?

1.1

Wie ben jij?  Achternaam Namen hebben een bepaalde betekenis. Een achternaam kan iets zeggen over het beroep dat iemand vroeger had. Bijvoorbeeld De Boer of Bakker. Soms kun je aan de achternaam zien waar een familie vroeger vandaan kwam. Bijvoorbeeld Van Amersfoort, of De Zeeuw. Misschien heeft jouw achternaam ook een betekenis.

1

Je achternaam Je zit nu in de brugklas van deze school. Alles is nog nieuw voor je. Sommige klasgenoten ken je misschien al van de basisschool. Of van de sportclub of van iets anders. Maar de meesten moet je nog leren kennen. De docenten zijn waarschijnlijk allemaal nieuw voor je. Maar zij weten ook nog niet wie jij bent. Ze zullen je in de eerste weken vaak naar je naam vragen. Waar komt je achternaam vandaan? Als je dit niet weet, vraag het dan aan iemand van je familie. Je kunt het ook zelf in een boek of op internet opzoeken. Scan de QR-code voor tips. Schrijf hieronder waar jouw achternaam vandaan komt.

Voornaam Voornamen hebben ook een betekenis. Sanne bijvoorbeeld komt van een Hebreeuws woord voor ‘lelie’. En Alex komt van een Grieks woord dat ‘beschermen’ betekent. Sommige ouders geven hun kind een bepaalde naam, omdat ze de betekenis ervan belangrijk vinden. Er zijn ook ouders die hun kind de naam geven van opa of oma, of van iemand anders die ze belangrijk vinden. Vaak kiezen ouders gewoon een naam die ze mooi vinden. 5


1

Vragen en antwoorden

2

Jouw voornaam a Wat is jouw voornaam? Schrijf die naam op.

b Leg uit waarom je die naam hebt gekregen. c Zoek de betekenis van je naam op. Scan de QR-code voor de Nederlandse voornamenbank. Beschrijf wat de betekenis van je voornaam is.

Feiten en meningen Hieronder zie je van boven naar beneden de naam VINCENT. Bij elke letter heeft Vincent een woord bedacht en een zin geschreven. In elke zin vertelt hij iets over zichzelf. letters

woorden

zinnen

V

vrienden

Zijn heel belangrijk voor mij.

i

internet

Op sommige sites staan leuke computerspelletjes.

n

Nederland

Daar woon ik.

c

christelijk

Dat is de school waar ik op zit.

e

eten

Het liefst een Big Mac met frites.

n

Nemo

Finding Nemo vind ik een hele mooie tekenfilm.

t

tekenen

Vond ik het leukste vak op de basisschool.

Sommige zinnen van Vincent zijn feiten, andere zijn meningen. Wat is het verschil tussen feiten en meningen? Feiten staan vast en zijn voor iedereen hetzelfde. Bijvoorbeeld: het is een feit dat Amsterdam de hoofdstad van Nederland is. Daar kun je niet een andere mening over hebben. Een ander voorbeeld. Als jij schoenmaat 38 hebt, is dat een feit. En als een andere leerling schoenmaat 41 heeft, is dat ook een feit. Feiten kun je meten en controleren. Meningen zijn persoonlijk. Ze zijn niet voor iedereen hetzelfde. Dus kun je het over meningen met elkaar oneens zijn. Wat de ene leerling een fijn vak vindt, kan voor een ander een saai en vervelend vak zijn.

3

Feit of mening Schrijf in de tabel een F achter de zin als het volgens jou een feit is. En schrijf een M als er volgens jou een mening staat. Welke zinnen van Vincent zijn volgens jou feiten? En in welke zinnen staat zijn mening? Schrijf in de tabel van de naam Vincent een F achter de zin als het volgens jou een feit is. En schrijf een M als er volgens jou een mening staat.

6

M/F


1.1  Wie ben jij?

4

Zeg het met je eigen naam Schrijf hieronder van boven naar beneden je naam, zoals in het voorbeeld van Vincent. Vertel nu iets over jezelf met behulp van de letters van jouw naam. • • • • •

Schrijf achter elke letter een woord, dat met die letter begint. Met dat woord maak je een korte zin, die iets over jou zegt. Probeer ongeveer evenveel meningen op te schrijven als feiten. Schrijf een M achter een mening en een F achter een feit. Ruil je boek met je buurman of buurvrouw en lees wat hij of zij heeft geschreven. letters

woorden

zinnen

M/F

Vragen en antwoorden Als iemand iets vertelt, kan dat over een feit of over een mening gaan. Maar ook wanneer je iets vraagt, kan dat over feiten of meningen gaan. Als je aan een klasgenoot vraagt wanneer de repetitie Engels is, vraag je naar een feit. Maar als je vraagt of hij de repetitie Engels moeilijk vond, vraag je naar zijn mening.

5

Feiten Hieronder staan vijf vragen naar feiten. Als je een antwoord niet weet, mag je het opzoeken.

a Wanneer was de eerste lesdag in dit schooljaar? b Hoe heet jullie docent Nederlands? c Op welke datum ben je jarig? d In welke straat woon je? e Wat is de omtrek van de aarde?

7


1

Vragen en antwoorden

6

Meningen Je kunt mensen ook naar hun mening over iets vragen. Er zijn dan verschillende antwoorden mogelijk. Wat is jouw mening? Schrijf op. a Welke muziek vind jij goed?

b Wat is volgens jou belangrijk om gelukkig te zijn? c Welk tv-programma vind jij het beste? d Wat vind jij van voetballen? e Vind jij dat met geld alles te koop is?

Levensvragen Veel vragen in de vorige opdrachten gingen over het leven van alledag. Je kon er waarschijnlijk gemakkelijk een antwoord op geven. Zulke vragen noemen we gewone vragen. Er zijn ook vragen die niet zo gemakkelijk zijn. Bijvoorbeeld vragen over de zin en de betekenis van je leven. Zulke vragen noemen we levensvragen. Enkele voorbeelden van levensvragen zijn: • Is er een God die alles geschapen heeft? • Wat is een goede manier van leven? • Is er een leven na de dood? Je kunt de antwoorden hierop niet zo gemakkelijk vinden als bij de gewone vragen.

7

Gewone vraag of levensvraag a Kijk nog eens naar de vragen en antwoorden van opdracht 6. Welke vraag is een gewone vraag en welke een levensvraag? Als je de vraag een gewone vraag vindt, zet je een G in het hokje ervoor. Als het een levensvraag is, zet je er een L in. a Welke muziek vind jij goed? b Wat is volgens jou belangrijk om gelukkig te zijn? c Welke tv-programma vind jij het beste? d Wat vind jij van voetballen? e Vind jij dat met geld alles te koop is?

8


1.1  Wie ben jij?

8

Levensvragen Je kent vast de film The Lion King (De Leeuwenkoning) wel.

Scan de QR-code voor een samenvatting van het verhaal.

a Op een avond heeft Simba een gesprek met zijn vader. Simba

Pap?

Vader Musafa

Ja.

Simba

We zijn vrienden hè? We blijven altijd bij elkaar, hè?

Simba stelt zijn vader twee vragen. Waarom zijn dit twee levensvragen?

Vader Musafa

Simba, ik zal je iets vertellen dat MIJN vader me vroeger ook verteld heeft. Zie je die sterren daarboven? Alle grote koningen die vroeger over het Koninkrijk hebben geheerst, kijken vanaf die sterren naar ons...

Simba

Echt?

b Vader Mufasa vertelt iets aan Simba. Vind jij dat Mufasa een antwoord geeft op de tweede vraag van Simba? Kies ja of nee, en maak je antwoord af. Ja | Nee, want

9


1

Vragen en antwoorden

Vader Musafa

Ja! Dus als je je later eens eenzaam voelt, onthoud dan dat die koningen altijd bij je zijn om je te steunen. Net als ik!

c Wat betekent dit antwoord, volgens jou, voor Simba?

9

Doodgegaan Denk jij wel eens terug aan iemand die gestorven is? Of aan een huisdier dat is doodgegaan?

Schrijf op om wie of wat het gaat en wat je dan denkt.

Na de dood Veel mensen denken wel eens over de dood na. Ze vragen zich af wat er na de dood gebeurt. Er is geen mens die dat precies weet. Sommigen stellen zich er wel iets bij voor. Bijvoorbeeld dat je na je dood 'ergens' komt waar het mooi is en waar iedereen gelukkig is. Anderen denken dat het bij de dood is afgelopen. Dat er daarna helemaal niets meer is.

10

Wat is er na de dood? Lees Na de dood. Geloof jij dat met de dood alles afgelopen is? Omcirkel ja of nee en schrijf erachter waarom je dat gelooft. Ja | nee, want

10


1.2  Antwoorden op levensvragen

1.2

Antwoorden op levensvragen  Waar vind je antwoorden op jouw levensvragen? Simba kreeg van zijn vader Mufasa een antwoord op zijn vraag: 'Blijven we altijd bij elkaar?' Ook jouw ouders zullen je soms antwoorden op levensvragen geven, of andere mensen, zoals bijvoorbeeld je opa of oma. Je kunt ook door een bijzondere gebeurtenis een antwoord krijgen op een levensvraag. Je kan ook zelf antwoorden op levensvragen proberen te vinden door er bijvoorbeeld met vrienden en vriendinnen over te praten. Soms krijg je een antwoord in een boek, film of tv-programma of op internet.

11

Antwoord op een levensvraag Noem een levensvraag, waar jij voor jezelf een antwoord op hebt. Zet erbij wat het antwoord is, en van wie of door wat je het antwoord hebt gekregen of gevonden: • • • • • •

van je ouders? van andere familieleden (opa, oma, broer, zus, oom, tante)? van vrienden? door een bijzondere gebeurtenis? door een boek, film of muziek? door iets anders?

De vraag: Van wie of door wat antwoord? Het antwoord:

11


1

Vragen en antwoorden

12

Een lied over een levensvraag Ken je een lied dat antwoord geeft op een levensvraag? Gebruik internet om zo'n lied te zoeken als je er niet meteen een weet. Beantwoord de volgende vragen. a Wat is de titel van het lied?

b Wie zingt of zingen dit lied? c Over welke levensvraag gaat dit lied? d Wat is het antwoord op deze levensvraag in dit lied?

Verhalen voor je plezier In verhalen kun je ook antwoorden op levensvragen vinden. Dat is niet bij alle verhalen zo: sommige zijn alleen maar leuk, grappig, spannend of eng. Deze verhalen zijn bedoeld om ons te vermaken.

13

Leuke of spannende verhalen a Noem twee verhalen: een leuk of grappig verhaal en een spannend of eng verhaal. Het mag een verhaal uit een boek zijn of een verhaal uit een film. Schrijf ook op waarom je het verhaal leuk, grappig, eng of spannend vond. Een leuk of grappig verhaal:

Een spannend of eng verhaal:

Verhalen met een boodschap Er zijn verhalen die bedoeld zijn om ons iets te leren. Het zijn verhalen met een boodschap. Deze verhalen kunnen ook spannend of leuk zijn, maar het gaat uiteindelijk om de diepere betekenis. Dit soort verhalen kunnen antwoorden op levensvragen geven. Sommige verhalen met een boodschap zijn echt gebeurd. Ze gaan dan bijvoorbeeld over gebeurtenissen uit de geschiedenis. Ze worden verteld met de bedoeling dat we er iets van leren of dat we begrijpen dat bepaalde dingen niet opnieuw mogen gebeuren. Ook verhalen die niet echt gebeurd zijn, die dus door de vertellers of schrijvers bedacht zijn, kunnen een diepere betekenis hebben. Bij zo'n verhaal moet je proberen te begrijpen welke boodschap of diepere betekenis erachter zit .

14

Verhalen met een boodschap Jij hebt al veel verhalen met een boodschap gehoord, gelezen of in een film gezien. Hierover gaan de volgende vragen. a Welk verhaal ken je dat echt is gebeurd en een boodschap heeft?

12


1.2  Antwoorden op levensvragen 

b Wat is die boodschap? c Welke verhaal ken je dat niet echt is gebeurd maar wel een boodschap heeft? d Wat is die boodschap?

15

Verschillende soorten verhalen Hieronder worden vier verschillende verhaalsoorten met een boodschap of een diepere betekenis beschreven. Geef bij elke verhaalsoort twee voorbeelden. Dat kan een boek of een film zijn.

Mythe Mythen zijn verhalen waarin goden, godinnen of andere bovenmenselijke wezens de hoofdpersonen zijn. Vaak geven mythen een verklaring voor een natuurverschijnsel of voor andere dingen die de mensen vroeger niet begrepen.

a Geef twee voorbeelden van mythen.

Legende Een legende is een verhaal over een gebeurtenis uit het leven van een belangrijk historisch persoon, bijvoorbeeld een heilige of een koning. In een legende wordt verteld welke bijzondere dingen zo'n persoon heeft gedaan, vaak als kind al. Niet alles in het verhaal hoeft echt gebeurd te zijn. Het gaat erom dat de hoofdpersoon uit de legende een voorbeeld is voor de mensen.

b Geef twee voorbeelden van legenden.

13


1

Vragen en antwoorden

Fabel Een fabel is een verhaal met een levensles. Fabels willen ons iets leren over de manier waarop mensen met elkaar moeten omgaan. In een fabel zijn dieren vaak de hoofdrolspelers, maar de boodschap is natuurlijk voor de mensen bedoeld.

c Geef twee voorbeelden van fabels.

Sprookje Een sprookje is van oorsprong een oud volksverhaal met personen, dieren en dingen die in het echte leven niet bestaan of niet kunnen. Sprookjes hebben een symbolische betekenis. Ze gaan vaak over tegenstellingen als goed en kwaad, arm en rijk, groot en klein. Een sprookje begint vaak met 'Er was eens ...' en eindigt vaak met 'Ze leefden nog lang en gelukkig.'

d Geef twee voorbeelden van sprookjes.

Oude verhalen Sommige van dit soort verhalen met een boodschap of diepere betekenis zijn al heel oud. Veel mythen bijvoorbeeld behoren tot de oudste verhalen ter wereld.

16

Een zelfgekozen verhaal met een boodschap a Zoek een verhaal met een boodschap of een diepere betekenis dat nog niet in dit boek of in de les is genoemd. Het mag een mythe, legende, fabel of sprookje zijn. Je kunt gebruikmaken van de QR-code bij het zoeken naar een verhaal. Wat is de titel van dit verhaal?

b Noem de hoofdpersonen van dit verhaal en leg uit wat hun rollen zijn. c Is dit verhaal een mythe, legende, fabel of sprookje? Geef uitleg bij je antwoord.

14


1.2  Samenvatting van hoofdstuk 1

d Uit welk land komt dit verhaal? Waaruit blijkt dat?

e Wat is de boodschap of de diepere betekenis van dit verhaal?

Op verhaal komen In het Nederlands bestaat de uitdrukking 'op verhaal komen'. Daarmee wordt bedoeld dat je uitrust en weer kracht krijgt. Dit boek gaat over allerlei verhalen die mensen antwoorden op levensvragen geven. De verhalen helpen te ontspannen en geven levenswijsheid. Daarom is de titel van dit boek Op verhaal komen.

1.3 17

Samenvatting van hoofdstuk 1 Belangrijke woorden uit dit hoofdstuk Hieronder zie je de belangrijke woorden uit dit hoofdstuk. antwoorden levensvragen boodschap meningen fabels mythen feiten sprookjes legenden verhalen Schrijf deze woorden uit het hoofdstuk op de juiste plaats in de gaten in de tekst. Leer deze samenvatting daarna goed. staan vast en zijn voor iedereen hetzelfde. zijn persoonlijk. Ze zijn niet voor iedereen hetzelfde. zijn vragen die te maken hebben met de zin en de betekenis van je leven. Mensen zoeken naar

op die vragen. kunnen daarbij helpen.

Vooral de verhalen met een In

.

wordt verteld over goddelijke wezens en hoe de wereld is ontstaan. vertellen over bijzondere gebeurtenissen uit het leven van een

belangrijk persoon. In

zijn dieren vaak de hoofdrolspelers, maar de boodschap is voor

de mensen bedoeld. In

komen figuren en dingen voor, die in het echte leven niet bestaan

of niet kunnen. Ze gaan over goed en kwaad en hebben altijd een gelukkig einde.

15


4

Familie - lief en leed

4 Familie - lief en leed

Het vorige hoofdstuk ging onder andere over de vraag waar jij vandaan komt. Wie is jouw familie? Wat zijn de verhalen van jouw familie? Je hebt een stamboom ingevuld die vanaf jou terug de tijd in ging naar je overgrootouders. Wat je in een stamboom ook nog kan invullen, zijn je je broers en zussen en tantes en ooms.

16


4.1 Familieverhalen

4.1 1

Familieverhalen  Broers en zussen, ooms en tantes a Heb jij broers en zussen? Schrijf hun naam op en vertel erbij hoe oud ze zijn. Naam

Leeftijd

Naam

Leeftijd

b Heb jij ooms en tantes? Zo ja, noem er twee. Geef ook aan wat het familieverband van hen met je vader of moeder is.

2

Naam

jongere / oudere   broer / zus   van mijn vader / moeder.

Naam

jongere / oudere   broer / zus   van mijn vader / moeder.

Jouw familie a Vertel over jouw familie. Waar wonen jullie? Heb je een eigen kamer? Wat is jouw positie in het gezin: ben je de oudste of de jongste? Met wie ga je veel om en met wie minder? Misschien wonen niet alle broers en zussen meer thuis? En misschien wonen er nog anderen bij jullie in huis? Het kan zijn dat je soms bij je vader en soms bij je moeder woont, omdat ze gescheiden zijn. Hoe gaat dat dan? Schrijf dit op een apart blaadje. Je kunt er ook foto's bij plakken.

3

Jaloers op je familie

Ben je wel eens jaloers geweest op je broer of zus of op iemand anders van je familie? 17


4

Familie - lief en leed

Schrijf op waarom je jaloers was en wat je toen hebt gedaan.

Kaïn en Abel De eerste boeken van het Oude Testament zijn eigenlijk ook een soort familieverhalen. Een onderwerp dat vaak in die familieverhalen voorkomt, is jaloezie. Het begint al met de kinderen van Adam en Eva, de broers Kaïn en Abel. Dat verhaal staat beschreven in Genesis 4.

Kaïn en Abel Adam en Eva, de eerste mensen, waren het paradijs uitgestuurd. Ze moesten nu zelf voor alles zorgen. Adam en Eva kregen een kind, een zoon. Ze noemden hem Kaïn. Later werd er nog een tweede zoon geboren, die noemden ze Abel. Kaïn werd een boer. Abel werd een herder. Op een dag legde Kaïn op een schaal wat van zijn oogst. Hij zei: ‘Ik geef dit aan God om hem te laten zien dat ik dankbaar ben.’ Abel vond het wel een goed idee. Hij legde wat vlees van de dieren die hij geslacht had op een schaal. Toen kreeg Kaïn het gevoel dat God meer naar Abel keek dan naar hem. Hij kneep boos zijn handen in elkaar en keek erg jaloers. God vroeg hem: ‘Waarom kijk je zo? Als je zo blijft kijken, ga je nog verkeerde dingen doen.’ Maar Kaïn liep weg, draaide zich nog een keer om en zei kortaf tegen Abel: ‘Kom mee.’ Toen ze samen op het veld waren, sloeg Kaïn Abel dood. Daarna liep Kaïn weg. Maar God riep hem: ‘Kaïn, waar is Abel?’ Kaïn antwoordde: 'Dat weet ik niet. Moet ik soms waken over mijn broer?' God zei: ‘Wat heb je gedaan, Kaïn? Er ligt bloed op de aarde. Vervloekt ben jij!'

4

Vragen over Kaïn en Abel Beantwoord de vragen over het verhaal van Kaïn en Abel. a Wie werd er jaloers op wie?

b Waardoor werd die persoon jaloers?

18


4.2 Stamvaders

c Wat wil de jaloerse persoon bereiken? d Hoe wil die persoon dat doen? e Lukt dat? Geef uitleg bij je antwoord.

5

Leerverhaal a God vraagt aan Kaïn: Waar is Abel? Waarom stelt God volgens jou die vraag aan Kaïn?

b Wat antwoordt Kaïn? c Wat vind je van dit antwoord? Geef uitleg bij je antwoord.

d Het verhaal van Kaïn en Abel wordt ook wel 'leerverhaal' genoemd. Wat zou het ons kunnen leren?

4.2 Stamvaders  Stamvaders We hebben al geleerd dat de eerste boeken van het Oude Testament eigenlijk een soort familieverhalen zijn. In veel van die verhalen speelt Abraham een belangrijke rol. Abraham krijgt een zoon: Isaak. En Isaak krijgt een zoon: Jakob. In het Oude Testament worden Abraham, Isaak en Jakob de stamvaders (aartsvaders) van het Joodse volk genoemd.

19


4

Familie - lief en leed

Nomaden In het boek Genesis uit het Oude Testament staat dat Abraham is geboren in de stad Ur. Die plaats ligt nu in Irak. Zijn vader Terach besluit om met zijn familie en hun vee naar het noorden te trekken. De families leven in die tijd als nomaden. Dat wil zeggen dat ze van de ene plaats naar de andere trekken, op zoek naar gebieden waar eten en drinken is voor henzelf en hun vee. Na een lange tocht gaat de familie van Abraham wonen in Haran. Deze plaats heet nu Harran / Charan en ligt in Turkije bij de grens met Syrië . Daar krijgen Abraham en zijn vader volgens joodse en islamitische verhalen een flink meningsverschil.

6

Een andere mening a Heb jij wel eens een andere mening dan je vader of moeder? Vertel er kort over.

b Wat doen jij en je vader of moeder als jullie het niet met elkaar eens zijn? Beschrijf dit kort.

Geloof Abraham en zijn vader Terach krijgen een meningsverschil over het geloof. Net als de meeste mensen in Haran aanbidt Terach meerdere goden, zoals de zon, de maan en de sterren. Hij offert aan godenbeelden. Maar Abraham is ervan overtuigd dat er maar één, onzichtbare God bestaat, één Almachtige aan wie de zon, de maan en de sterren hun bestaan te danken hebben.

20


4.2 Stamvaders

Abraham krijgt van God de opdracht krijgt om Haran te verlaten. Hij moet op weg gaan naar een land dat God hem zal wijzen. In dat nieuwe land zal hij de stamvader van een groot volk worden. Abraham vertrouwt erop dat het goed is om God te gehoorzamen. Samen met zijn vrouw Sara en al hun bezittingen gaat hij op reis naar 'het beloofde land'. Na een lange reis komen ze in Kanaän, een gebied waar nu de landen Israël en Palestina liggen. Abraham gelooft dat hij zijn bestemming heeft bereikt en gaat wonen in de buurt van de plaats Sichem. Die stad heet nu Nablus en ligt op de Westelijke Jordaanoever in Palestina. Ka sp isc he Z

TURKIJE

ee

Haran Nineve

CYPRUS

Assur

e

LIBANON Damascus

Sichem Jeruzalem ISRAËL

Eu

fra

Jordaan

e

ds an ell d d Mi

IRAN

is

Ze

r Tig

SYRIË

at

Babel

IRAK

Dode Zee JORDANIË

Ur

Rietzee Memphis Sinaï

SAOEDI-ARABIË

r zi

Nijl

Pe

EGYPTE

sc

h

e

Rode Zee

7

0

100

200 km

Go

lf

De route van Abraham a Teken op de kaart wat de route van Abraham was volgens het verhaal in Genesis. b Scan de QR-code voor het werkblad. Hoeveel kilometer heeft Abraham ongeveer gereisd? Volg de aanwijzingen op het werkblad om dit uit te rekenen.

Isaak en Ismaël Wanneer Abraham een aantal jaren in Kanaän woont, maakt zijn vrouw Sara zich zorgen. Hoe kan Abraham nu de stamvader van een groot volk worden als zij helemaal geen kinderen hebben? En de tijd dringt! Abraham wordt steeds ouder en Sara lijkt onvruchtbaar. De enige oplossing die zij kunnen bedenken is dat Abraham een kind verwekt bij Hagar, de slavin van Sara. Volgens de gewoonten van die tijd werd dat kind dan de wettige opvolger van Abraham. En zo gebeurt het. Hagar wordt zwanger en zij baart een zoon: Ismaël.

21


4

Familie - lief en leed

Maar enkele jaren later bevalt Sara toch nog van een kind. Het is een zoon die de naam Isaak krijgt. Dan ontstaat er een familieruzie over de vraag wie de belangrijkste zoon is. Wie is de wettige opvolger van Abraham? Sara is de wettige vrouw van Abraham. Zij vindt dat haar zoon, Isaak dus, de erfgenaam van Abraham moet zijn. Hagar vindt dat haar zoon, Ismaël dus, als oudste zoon het eerstgeboorterecht heeft en daarmee het recht op de grootste erfenis. Abraham weet niet voor wie hij moet kiezen. Maar dan hoort Abraham weer de stem van God. Deze stem zegt hem dat hij afscheid moet nemen van Hagar en Ismaël. Hij moet hen wegsturen. God zegt er wel bij dat ook Ismaël de stamvader van een volk zal worden. Zo worden Isaak en Ismaël dus allebei de stamvader van een groot volk. Volgens het verhaal in Genesis is Isaak een van de stamvaders van het Joodse volk; volgens het verhaal in de Koran is Ismaël een van de stamvaders van het Arabische volk.

Abraham: vader van alle gelovigen Abraham is niet alleen voor het Joodse volk belangrijk als stamvader, maar ook voor de moslims en de christenen. Hij wordt ook wel 'vader van alle gelovigen' genoemd. Voor joden, christenen en moslims is hij het grote voorbeeld van de gelovige die luistert naar de stem van God. Er staat een beroemd verhaal in het Oude Testament dat laat zien hóe ver Abraham gaat in het luisteren naar de stem van God. Abraham krijgt van God de opdracht om zijn zoon Isaak te offeren. Abraham gehoorzaamt. Hij bindt Isaak vast, pakt zijn mes en heft zijn arm omhoog om zijn zoon te doden. Maar een engel houdt hem tegen en zegt: 'Dood je zoon niet! God heeft nu gezien hoe groot je geloof is.' Abraham pakt dan een ram en offert het dier in plaats van zijn zoon. Volgens de Koran was Ismaël de zoon die bijna werd geofferd.

8

Isaak en Ismaël Wat zijn Ismaël en Isaak van elkaar? Welke familieband hebben ze?

a Bekijk de foto.

22


4.2 Stamvaders

Wat wil de fotograaf met deze foto duidelijk maken, denk je?

9

Jodendom en islam Het verhaal van Abrahams offer speelt ook en belangrijke rol in de islam en in het jodendom. Beide religies hebben zelfs twee feesten die naar dit verhaal verwijzen. a Het offerfeest Moslims vieren het offerfeest. Volgens de Koran was het niet Isaak, maar Ismaël die bijna door zijn vader werd geofferd.

Scan de QR-code voor meer informatie en een opdracht hierbij.

23


4

Familie - lief en leed

b Joods nieuwjaar (Rosj Hasjana) Bij het joodse nieuwjaar wordt op een ramshoorn geblazen. Dit verwijst naar het ram dat Abraham in plaats van zijn zoon offerde.

Scan de QR-code voor meer informatie en een opdracht hierbij.

Jakob en Esau Isaak trouwt met Rebekka. Ze krijgen een tweeling, Esau en Jakob. Esau is de lievelingszoon van Isaak, maar Rebekka geeft meer om Jakob. Jakob is de jongste van de twee. Toch wordt hij, en niet Esau, stamvader van het Joodse volk. Maar dat is niet zonder problemen gegaan. Hoe dat ging, lees je in het verhaal hieronder. Maar eerst moet je iets weten over een joodse traditie. Volgens die traditie had de oudste zoon meer rechten dan zijn jongere broers. Hij kreeg het grootste deel of zelfs de hele erfenis. Hij werd leider van de andere familieleden. Dit eerstgeboorterecht gaf de vader officieel aan zijn oudste zoon door een zegen uit te spreken: hij wenste hem met God het beste voor de toekomst.

Jakob en Esau Ook het verhaal van Jakob en Esau staat in het boek Genesis van het Oude Testament. Hieronder in de vorm van een rollenspel. Er zijn vijf leerlingen nodig voor de rollen van verteller, Isaak, Rebekka, Esau en Jakob. Speel het gesprek na.

24

Verteller (m/v)

Rebekka

Isaak

Esau

Jakob


4.2 Stamvaders

De tweelingbroers Esau en Jakob zijn ongeveer veertig jaar oud. Vader Isaak is al oud en blind. Het wordt tijd om eens met zijn oudste zoon Esau over de toekomst te praten.Op een bepaald moment zijn Isaak en Esau alleen. Ze weten niet dat Rebekka in de buurt is. Esau, luister eens. Ik moet met je praten. Nu even niet, vader, ik moet nog weg. Wat ga je nog zo laat in de middag doen? Het wordt bijna donker. Ik ga nog even jagen. De herten komen nu juist bij het water drinken. We hebben al een hele tijd geen wild gegeten. Goed idee, ik heb wel trek in een lekker stuk vlees. En pluk dan ook wat van die bessen. Die smaken er lekker bij. Als we gegeten hebben, heb ik je iets heel belangrijks te zeggen. Goed? Maar waarover wil je me dan spreken? Je weet, ik ben oud. Ik zal niet lang meer leven. En ik wil met je praten over mijn opvolging. Jij bent tenslotte mijn oudste zoon. Wanneer we samen gegeten hebben, zal ik zorgen dat jij het hoofd van de familie wordt. Goed, tot straks, vader. Esau ging snel weg. Jagen vond hij geweldig. Over zijn rechten en plichten als oudste maakte hij zich meestal niet zo druk. Maar nu was dat anders. Je vader opvolgen? De belangrijkste in de familie zijn? Dat leek hem wel wat. Maar Esau was helemaal vergeten wat er een tijdje geleden was gebeurd. Toen hij een keer thuis kwam, had Jakob linzensoep gekookt. Esau had enorme honger, omdat hij hard gewerkt had. Hij wilde maar één ding: eten, eten en nog eens eten. En toen bedacht Jakob een slim plan. ‘Zullen we ruilen? Jij de linzensoep en ik de rechten van de oudste zoon? Dan word ik de baas van de familie.’ ‘Mij best’, had Esau gezegd. Die rechten interesseerden hem toen veel minder dan het bord soep. Rebekka had het gesprek tussen Isaak en Esau gehoord. Ze ging direct naar Jakob toe en vertelde hem alles. Jakob, we moeten snel iets doen. We moeten twee lammetjes laten slachten. Dan gaan we een jachtschotel voor je vader maken. Isaak is blind, dus hij ziet het verschil toch niet. En dan maakt hij jóu de baas van de familie. Ja maar, dat merkt vader toch zo. Lamsvlees smaakt heel anders dan wild. En als ik iets zeg, dan hoort hij toch direct dat het mijn stem is. Bovendien heeft Esau enorm veel haar op zijn armen en handen, dat voelt vader toch als hij mij aanraakt.

25


4

Familie - lief en leed

Daar vinden we wel wat op. We doen veel peper en zout en allerlei andere kruiden door het eten. Dan smaakt zelfs lamsvlees net als reerug. Maar dat haar dan? En mijn stem? Je trekt gewoon wat oude kleren van Esau aan. Als je vader die ruikt, zal hij denken dat jij Esau bent. We plakken gewoon wat geitenhaar op je armen. Hij kan het niet zien, want hij is blind. Hij zal het echt niet merken. En praat maar met een zware stem. Dan lijk je op Esau. Zo gebeurde het. Rebekka en Jakob voerden hun plan uit. Jakob zag er wel raar uit toen hij bij zijn blinde vader Isaak kwam. Vader, hier ben ik. Esau, je oudste zoon. Is er wat met je stem? Je praat zo raar? Kom eens bij me zitten. Nee hoor. Alles is goed. Gewoon een beetje verkouden geworden tijdens het jagen. Ik heb een jachtschotel voor je gemaakt. Door de heerlijke vleesgeur werd Isaak afgeleid. Hij merkte niet dat hij met Jakob zat te praten in plaats van met Esau. Na de heerlijke maaltijd zei Isaak tegen Jakob dat hij het hoofd van de familie zou worden. Luister mijn zoon: onze God heeft mijn vader Abraham en mij beloofd dat het goed met ons zal gaan. Zo zal hij ook aan jou een goede toekomst geven. Het zal je goed gaan in het land waar je woont. Ook met je dieren en met de mensen van wie je houdt, zal het goed gaan. God zal je beschermen tegen alle kwaad. Dat belooft God aan jou, mijn zoon. Ik zegen je. Bedankt vader. Met deze zegen weet ik zeker dat we een goede toekomst zullen hebben. Jakob nam afscheid en ging snel naar zijn moeder Rebekka. Het ging goed, moeder. Ik ben nu leider van de familie. En vader heeft me beloofd dat het goed met ons zal gaan. Mij kan niets gebeuren. God zal voor mij zorgen. Jakob was net weg, toen Esau met zijn jachtschotel aankwam. Hij was nog doodmoe. Eerst een hert schieten en villen. Dat is een heel karwei. En daarna moest hij nog zo’n vleesschotel maken. Hij was er een paar uur mee bezig geweest.

26


4.2 Stamvaders

Vader, kijk eens, je lievelingsgerecht. Nee dank je, ik heb al gegeten... Wat is dat nou: ik had toch beloofd een jachtschotel voor je te maken! Ja, maar Esau, die heb ik toch al van je gehad. En ik heb je daarna verteld dat je leider van de familie wordt en dat God goed voor je zal zorgen. Hoe kan dat nou? En toen kwamen Isaak en Esau erachter wat Jakob had gedaan. Die bedrieger! Esau zag opeens wat de gevolgen waren: Jakob was de baas en niet hij. Aan Jakob was beloofd dat hij een goede toekomst zou hebben, maar niet aan hem. Esau was woedend en teleurgesteld tegelijk. Vader, alsjeblieft, zegen mij ook! Dat kan niet, mijn zoon, ik kan maar één keer zo’n zegen geven. Maar kom hier. Jij blijft mijn oudste. Ook voor jou zal de toekomst goed zijn. God laat niemand in de steek. Ook zonder die belofte is er voor jou een toekomst weggelegd. Esau liep woedend weg, op zoek naar zijn broer. Jakob heeft mij nu al twee maal bedrogen. Eerst toen het ging over mijn rechten als oudste zoon en nu bij de zegen van mijn vader. Waar is hij? Ik ga hem vermoorden! Maar Esau kon zijn broer niet vinden. Op advies van zijn moeder was Jakob gevlucht.

27


4

Familie - lief en leed

Verzoening In het boek Genesis wordt verteld wat Jakob jaren later deed om het weer goed te maken met Esau. Jakob wilde namelijk weer terug naar zijn geboorteland, maar hij was bang dat Esau hem nog steeds wilde vermoorden. Hij stuurde daarom heel veel geiten, schapen en kamelen naar Esau in de hoop dat zijn broer niet kwaad op hem zou blijven. Toen hij zelf bij Esau aankwam, ontving die hem met open armen. En niet vanwege het grote cadeau, maar omdat hij zo blij was zijn broer Jakob weer te zien.

10

Bedrogen en weer goedgemaakt De volgende vragen gaan over jezelf. Neem even de tijd om na te denken en schrijf dan de antwoorden op.

a Ben jij wel eens door iemand bedrogen? Zo ja, vertel wat er gebeurde.

b Heeft degene die jou heeft bedrogen, later geprobeerd het goed te maken? Zo ja, hoe heeft hij of zij dat proberen te doen?

c Hoe heb jij daarop gereageerd?

28


4.3  Samenvatting van hoofdstuk 4

4.3 Samenvatting van hoofdstuk 4  11

De stamboom van Abraham

Vul de stamboom van stamvader Abraham in. Alle antwoorden staan in de verhalen uit het boek Genesis die je in dit hoofdstuk gelezen hebt.

29


www.opverhaalkomen.nl

Over Op verhaal komen Dit boek vertelt over verhalen uit het Oude Testament. Dit is het eerste deel van de Bijbel, het heilige boek van de christenen. Deze verhalen staan ook in de Joodse Tenach. Bovendien komen enkele belangrijke personen en gebeurtenissen ook voor in de Koran, het heilige boek van de moslims. Het zijn dus verhalen die een rol spelen in verschillende culturen en die voor veel mensen van betekenis zijn. De verhalen uit het Oude Testament komen uit een heel andere tijd, toen het bestaan van goden nog vanzelfsprekend werd gevonden. Die tijd is allang voorbij, maar deze verhalen worden nog steeds verteld. Voor mensen van nu kunnen deze verhalen heel waardevol zijn. Je kunt jezelf en het alledaagse leven erin herkennen. Ook kun je door deze verhalen worden geïnspireerd. Die verhalen hebben te maken met thema's uit het dagelijks leven, met vragen zoals: • Hoe is alles begonnen? • Bestaat er een god of goden? • Waar kom ik vandaan? • Is met de dood alles afgelopen? • Hoe ga ik om met familie en vrienden? • Van welke toekomst droom ik? • Hoe ga ik om met vrijheid en regels? • Hoe komt het onrecht in de wereld en wat kan ik eraan doen? • Hoe kunnen we onze wereld leefbaar houden? • Wat doet verliefdheid met mij? Met Op verhaal komen kun je ontdekken welke waarde de verhalen uit het Oude Testament voor jou hebben.

Lennart Becking Marloes Gersen Cor Jongeneelen Lizet Penson (eindredactie)

En: Cor Jongeneelen Pieter van Lier Henk van Putten Gerrit Sleeuwenhoek Epko Smit Jaap Veld Albert Wubs


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.