De formules vind je gedeeltelijk terug in BINAS tabel 35C2 Vloeistoffen, 35D1 Stromende elektriciteit, 35D2 Elektrisch veld en tabel 83A Longen In de BINAS tabellen 84E, 88D, 88E, 88F en 88G vind je gegevens die van belang zijn in dit katern. Opgaven
CE
PT
23 Op veel plaatsen in het bloedstelsel zijn chemoreceptoren aanwezig. Deze meten de zuurstofconcentratie in het bloed. Bij een tekort aan zuurstof in een vat geeft de chemoreceptor het signaal dat de vaatspieren moeten ontspannen. Hierdoor neemt het debiet ter plaatse toe. a Waarom wordt de stromingsweerstand minder als de vaatspieren zich ontspannen? Het hart pompt per minuut 5,5 L rond. Een gedeelte van de bloedsomloop bestaat uit 10 adertjes parallel aan elkaar. Deze bloedvaten hebben alle dezelfde diameter en lengte. De druk over deze aders is in deze situatie 100 mm Hg. b Toon aan dat de weerstand van de één adertje gelijk is aan 1,4∙109 Pa s/m3. Door lokale inspanning ontstaat er zuurstoftekort in bloedvat A. Door zelfregulatie ontspannen de vaatspieren, waardoor de weerstand van dit bloedvat halveert. Hierdoor stroomt er meer bloed door het vat. De viscositeit van de vloeistof is niet veranderd. c Bereken met welke factor de straal van bloedvat A is toegenomen. d Bereken de druk over de aders in deze toestand.
N
24 Een kreeft is koudbloedig. Dat wil zeggen dat dit dier zijn lichaamstemperatuur aanpast aan de omgeving. Een kreeft beweegt zich in water van 10 °C. Bij een kreeft geldt voor de doorlaatbaarheid voor kaliumionen en natriumionen P K : P Na = 100 : 1. De invloed van de overige ionen wordt buiten beschouwing gelaten. In tabel A.5 staan de concentraties binnen en buiten de cel. In de cel (mmol/L)
Buiten de cel (mmol/L)
K+
150
2,0
Na+
15
150
CO
Ion
Tabel A.5
a Bereken de membraanspanning. In het instituut voor kunstmatige intelligentie in San Diego hebben onderzoekers zenuwcellen bij een kreeft vervangen door neuro-implantaten. De eigenschappen van deze implantaten komen overeen met de gegevens van een kreeftenaxon met een lengte van 8,0 nm. Zie tabel A.6.
50
Kater n A