Pit taal - groep 4 - maat - blok 1

Page 1

Maat

Groep 4

Blok

1

Bij tante Jet en haar dieren TV_Taal_MAAT_G4_Blok1.indb 1

27/04/2022 14:10


Taal

Maat • Groep 4 • Blok 1 Hoofdstuk 1 en 2 Antwoorden

TV_Taal_MAAT_G4_Blok1.indb 1

27/04/2022 14:10


Pictoʼs Deze opdracht doe je als je tijd hebt. Deze opdracht doe je alleen. Deze opdracht doe je samen. Deze opdracht doe je in een groepje. Dit is een bewegingsopdracht. Deze opdracht schrijf je op een blaadje.

TV_Taal_MAAT_G4_Blok1.indb 2

27/04/2022 14:10


TV_Taal_MAAT_G4_Blok1.indb 4

27/04/2022 14:10


Hoofdstuk 1

Hoe gaat het? ?⃝ ik moet het nog leren

Doelenkaart

⃝↑ ik moet het nog oefenen ⃝✓ ik kan het!

Spreken en luisteren • Ik kan overleggen in een kleine groep.

?⃝

⃝↑

⃝✓

• Ik kan het belangrijkste uit het gesprek navertellen.

?⃝

⃝↑

⃝✓

• Ik kan luisteren naar een verhaal.

?⃝

⃝↑

⃝✓

• Ik kan een verhaal navertellen.

?⃝

⃝↑

⃝✓

?⃝

⃝↑

⃝✓

• Ik kan een ansichtkaart herkennen.

?⃝

⃝↑

⃝✓

• Ik kan bedenken wat ik al weet over een ansichtkaart.

?⃝

⃝↑

⃝✓

• Ik kan een weettekst of schoolboektekst herkennen.

?⃝

⃝↑

⃝✓

• Ik weet wat ik kan doen als ik een woord in de tekst niet begrijp.

?⃝

⃝↑

⃝✓

?⃝

⃝↑

⃝✓

?⃝

⃝↑

⃝✓

Woordenschat • Ik ken de betekenis van 45 nieuwe woorden.

Lezen

Taal verkennen • Ik weet dat er woorden en namen zijn voor mensen, dieren en dingen.

Schrijven • Ik kan een brief schrijven.

TV_Taal_MAAT_G4_Blok1.indb 5

27/04/2022 14:10


Hoofdstuk 1

Les 1

Spreken en luisteren • Ik leer overleggen in een kleine groep. • Ik leer het belangrijkste uit het gesprek navertellen.

Woordenschat • Ik leer de betekenis van 20 nieuwe woorden.

Kijkwoorden

Leeswoorden

het aquarium

de bodem: onderkant van bijvoorbeeld een bak, doos of tas Paul laat de graankorrels vallen op de bodem van de kooi. de halsband: band om de nek van een dier waar een riem aan kan Paul maakt de riem vast aan Robbies mooie halsband.

de goudvis

een handvol: een klein beetje De parkiet krijgt een handvol voer. Dat is genoeg. keffen: hoog blaffen, snel achter elkaar Robbie keft naar de poes van tante Jet: waf, waf, waf!

de graankorrels

kwispelen: bij een hond: met de staart heen en weer gaan De hond is blij als hij Paul ziet en kwispelt dan altijd.

Weetwoorden de hagedis afsluiten de ansichtkaart borstelen de dinosaurus de hamster

de schildpad spierwit spinnen uitlaten de voorraad

de parkiet

6

TV_Taal_MAAT_G4_Blok1.indb 6

27/04/2022 14:10


Bij tante Jet en haar dieren

1

Bekijk de tekening.

2

Maak de vragen. 1 Welke dieren zijn er in de kamer?

2 Heb je zelf een huisdier?

7

TV_Taal_MAAT_G4_Blok1.indb 7

27/04/2022 14:10


3

Luister en kijk naar het verhaal.

4

Je gaat in je groepje praten over huisdieren. Dit is een overleg.

Gesprekstip Luister goed naar elkaar. Laat je klasgenootje uitspreken. Als je iets niet snapt, mag je het vragen.

1 Bedenk eerst: • Welk huisdier vind je een leuk dier? • Hoe verzorg je het huisdier? 2 Maak afspraken met je groepje: • Iedereen mag iets vertellen. • Wie schrijft het op? • Wie vertelt het aan de hele klas?

5

Praat met je groepje. 1 Een klasgenootje schrijft de namen van je groepje op een apart blaadje. Schrijf bij elke naam op wat je hoort. 2 Vertel aan elkaar: • Wie heeft een huisdier? • Hoe verzorg je een huisdier?

6

Wat eten de dieren? Maak een lijstje van vijf huisdieren. Vul achter elk huisdier in wat ze eten. huisdier

wat eet het dier?

8

TV_Taal_MAAT_G4_Blok1.indb 8

27/04/2022 14:10


Hoofdstuk 1

Les 2 1

Luister naar het verhaal.

2

Waar of niet waar?

3

Spreken en luisteren • Ik leer luisteren naar een verhaal. • Ik leer een verhaal navertellen.

Woordenschat • Ik oefen de betekenis van de 20 woorden uit les 1.

waar

niet waar

1 Tante Jet doet de deur open.

2 De hagedis zit bij Devi op schoot.

3 Emre gooit een balletje naar Robbie.

4 De hamster, de schildpad en de dinosaurus zijn huisdieren.

5 Paul legt de graankorrels op de bodem.

6 Emre vindt een ansichtkaart onder de kast.

Wat gebeurt er in het verhaal? Teken een lijn. Tanja gaat op bezoek bij

graankorrels voor de parkiet.

Er zijn nog drie kinderen, namelijk

Robbie vangt het in zijn bek.

Paul gooit het balletje op en

tante Jet.

In de emmer zit een voorraad

zwemt een goudvis.

In het aquarium

Devi, Paul en Emre.

9

TV_Taal_MAAT_G4_Blok1.indb 9

27/04/2022 14:10


4

Wat is er gebeurd? 1 Onderstreep het goede antwoord. a Tante Jet krijgt een

goed | slecht

b Dat kun je aan haar zien. Ze wordt c Tante Jet zegt

bericht. rood | spierwit.

hoera | niets.

2 Wat kan er gebeurd zijn? Vul vier antwoorden in.

5

Wat hoort bij elkaar? Teken een lijn.

de ansichtkaart

een handvol

de bodem

de halsband

• • • •

Het past precies in je hand.

Dit is de onderkant.

Dit stuur je naar familie of vrienden.

Hier zit de riem van de hond aan vast.

10

TV_Taal_MAAT_G4_Blok1.indb 10

27/04/2022 14:10


6

7

Welk woord past bij de zin? Teken een lijn. Kijk naar de vetgedrukte woorden. De hondjes bewegen vrolijk hun staart heen en weer.

afsluiten

Als je een poes aait, gaat ze zacht brommen.

borstelt

Het pak melk moet je goed dichtdoen.

kwispelen

Robbie blaft naar Paul.

uitlaten

Het meisje maakt haar haren netjes.

keft

Een hond moet je buiten laten lopen.

spinnen

Maak een woordparaplu. 1 Zet het woord het huisdier bovenaan. 2 Welke dieren passen eronder? Gebruik de woorden uit les 1.

11

TV_Taal_MAAT_G4_Blok1.indb 11

27/04/2022 14:10


8

Wat is je lievelingsdier? 1 Kies een huisdier uit opdracht 7. 2 Maak een tekening van het dier.

12

TV_Taal_MAAT_G4_Blok1.indb 12

27/04/2022 14:10


Hoofdstuk 1

Les 3

Woordenschat • Ik leer de betekenis van 15 nieuwe woorden.

Lezen • Ik leer een ansichtkaart herkennen. • Ik leer bedenken wat ik al weet over een ansichtkaart.

Kijkwoorden

Leeswoorden

de caravan

de heimwee: je thuis erg missen; je wilt graag naar huis Als ik bij mijn oma logeer, heb ik altijd heimwee. luieren: lekker nietsdoen Ik houd wel van een beetje luieren.

de hangmat

de schaduw: een plek waar het licht van de zon niet schijnt Ik lig onder een palmboom in de schaduw. schitterend: heel mooi Het is schitterend weer. zich vermaken: veel plezier hebben De kinderen vermaken zich in de speeltuin.

de palmboom

Weetwoorden de snorkel het adres de camping duiken de postzegel de tent de steiger

13

TV_Taal_MAAT_G4_Blok1.indb 13

27/04/2022 14:10


De ansichtkaart Lieve Jet,

postzegel

Ik lig hier in een h angmat in de sch aduw. (1) Ik heb een zwem pa k a a n . En een zonnebri l op. Heerlijk om lekker niets te doen, a lleen maar luiere De camping is er n. g mooi met veel palmbomen. (2) Er staan ook veel tenten hier. Ik heb een huisje op wielen, een ca ravan. (3) Het weer is schitt erend. Morgen ga ik naa r het strand. Dan duik ik met mijn snorkel van de steiger af. (4 Het water in de ) zee is lekker fris . Je begrijpt het a l. Ik vermaak me prima. Gelukkig heb ik g een heimwee! (5 ) Groetjes en liefs

van je vriendin A

Aan mevrouw J.

Nona

Bloemenplein 3 2030 WA Nieuw dorp Holanda

nne

het adres

1

Bekijk de ansichtkaart. Maak de vragen. 1 Hoe ziet een ansichtkaart eruit?

2 Waarom zie je een adres en een postzegel?

3 Waarom sturen mensen ansichtkaarten?

14

TV_Taal_MAAT_G4_Blok1.indb 14

27/04/2022 14:11


2

Lees de ansichtkaart. Maak de vragen. 1 Voor wie is de kaart? De kaart is voor 2 Wie heeft de kaart geschreven? De kaart is geschreven door 3 Het is schitterend weer. Wat betekent de zin? 4 Hoe vermaakt Anne zich?

3

Anne vermaakt zich prima. Ze luiert, duikt en snorkelt.

Lees de ansichtkaart nog een keer. Maak de vragen. 1 Wat staat er op een camping? 2 Heb jij wel eens een snorkel gebruikt? Hoe vond je dat? 3 Heb jij wel eens heimwee? Waar was je toen?

4

Bedenk zoveel mogelijk dingen die je kunt doen. Maak de zin af. Bij de tent vermaak ik me met ...

15

TV_Taal_MAAT_G4_Blok1.indb 15

27/04/2022 14:11


5

Maak een tekening van een hangmat in de schaduw.

16

TV_Taal_MAAT_G4_Blok1.indb 16

27/04/2022 14:11


Hoofdstuk 1

Les 4

Woordenschat • Ik oefen de betekenis van 10 nieuwe woorden en van de woorden uit les 3.

Lezen • Ik leer een weettekst of schoolboektekst herkennen. • Ik leer wat ik kan doen als ik een woord in de tekst niet begrijp.

De uil Een uil geeft regelmatig over. Hij eet zijn prooi met huid en haar op. Zelfs de botjes komen in zijn maag. Het vlees gaat naar zijn darmen. De rest wordt een braakbal. Die spuugt hij uit. Zo blijft hij gezond.

1

Lees de tekst De uil.

2

Maak de vragen.

met een vaste tijd ertussen een dier dat door een roofdier opgegeten wordt stukjes van het skelet alles wat je eet, komt in je maag lange buis in je buik. Hier komt het eten na de maag.

1 Deze tekst gaat over de uil. Het is een weettekst. Als je de tekst leest ... ◯ kom je iets te weten over de uil. ◯ lees je een spannend verhaal over een uil. 2 Boven aan de tekst staat waar het over gaat. De titel van de tekst is

17

TV_Taal_MAAT_G4_Blok1.indb 17

27/04/2022 14:11


3

4

Wat hoort bij elkaar? Teken een lijn. het botje

vaak

de camping

zitten in je hand en in de rest van je lijf

regelmatig

deze plak je boven het adres op een kaart

de postzegel

hier staan tenten en caravans

Welk plaatje past bij het woord? Teken een lijn.

uitspugen

de prooi

met huid en haar

het vlees

18

TV_Taal_MAAT_G4_Blok1.indb 18

27/04/2022 14:11


5

Welk plaatje hoort niet bij 'duiken'?

◯ de palmboom

6

◯ de steiger

◯ de snorkel

Welke zin is waar? waar

niet waar

1 Zich vermaken hoort bij plezier.

2 Maag en darmen horen bij je lijf.

3 Luieren hoort bij sporten.

19

TV_Taal_MAAT_G4_Blok1.indb 19

27/04/2022 14:11


7

Maak een woordtrap. Zet de woorden op de goede plek. Kies uit: soms | nooit | altijd | regelmatig Kijk naar het voorbeeld.

veel genoeg weinig niets

Ben jij al in beweging geweest? Wat heb je geoefend?

20

TV_Taal_MAAT_G4_Blok1.indb 20

27/04/2022 14:11


Hoofdstuk 1

Les 5

Woordenschat Dit kan ik nog • Ik herhaal woorden uit groep 3.

Dit kan ik nu • Ik herhaal woorden uit les 1, 3 en 4.

Dit kan ik nog 1

Wat hoort bij elkaar? Teken een lijn. Let op: je houdt twee antwoorden over. Je kunt erin lezen. Er komt elke dag een nieuwe. Het is prachtig. Het is niet lelijk. De timmerman gebruikt het. Het heeft scherpe tanden.

2

• • • • • •

• •

Je kunt het lezen. Het rijmt.

Het is gereedschap. Je haalt er een spijker mee uit een plank.

het gedichtje de tang saai het boek mooi de zaag de krant

Is het goed of fout? Kies het goede antwoord. goed

fout

1 Als je een sprong maakt, zit je op de grond.

2 Als je gaat hardlopen, gebruik je een klomp.

3 Een bij vliegt van plant naar plant.

4 Een hond die gromt, is blij.

5 Als je in een boot klimt, stap je aan boord.

21

TV_Taal_MAAT_G4_Blok1.indb 21

27/04/2022 14:11


3

Welk woord past in de zin? Let op: je houdt twee antwoorden over. Kies uit: de snor | het botje | de kast | de wond | krul | de bril | het stokje in zijn staart.

1 Het varken heeft een 2 Maret moet haar kleren in

leggen.

3 Oma zet

op haar neus.

4 Els plakt een pleister op

op haar arm.

5 De baard en

van oom Peter zijn niet groot.

Dit kan ik nu 1

Wat staat er onder de vlek? Vul het hele woord achter de zin in. 1 Een hage

is een dier dat kruipt.

2 Er zwemmen schitterende vissen in het aqua 3 Een par 4 Een carav

.

is een vogel. is een huisje op wielen.

5 Mijn vader ligt in de hang

te lezen.

22

TV_Taal_MAAT_G4_Blok1.indb 22

27/04/2022 14:11


2

Wat hoort bij elkaar? Teken een lijn. Let op: je houdt twee antwoorden over. zwaaien met je staart

keffen

blaffen

heimwee luieren

• • •

zich vermaken

duiken

kwispelen

het naar je zin hebben

nietsdoen

graag naar huis willen

3

• •

spinnen

Welk woord past in de zin? Let op: je houdt twee antwoorden over. Kies uit: regelmatig | de maag | het botje | de prooi | de hamster | de schildpad | de darmen .

1 De hond knabbelt aan 2 De leeuw gaat op jacht naar 3 Tim gaat 4

. naar het zwembad.

liggen als een lange buis in je buik.

5 Als je eet, komt het eten eerst in

.

23

TV_Taal_MAAT_G4_Blok1.indb 23

27/04/2022 14:11


Hoofdstuk 1

Les 6

Taal verkennen • Ik leer dat er woorden en namen zijn voor mensen, dieren en dingen.

Woorden en namen voor mensen, dieren en dingen Er zijn woorden voor mensen, dieren en dingen. Deze woorden noem je zelfstandige naamwoorden. mens

dier

ding

de juf het kind de agent

de hond het konijn de tijger

de vork het huis de school

Mensen hebben een naam. Een naam vertelt hoe iemand heet.

Sommige dieren en dingen hebben ook een naam.

de juf – Astrid het kind – Karim de agent – Bert

het konijn – Snuffie het huis – Het Jagershuis de school – De Regenboog

Namen schrijf je met een hoofdletter.

1

Bekijk het uitlegblokje.

24

TV_Taal_MAAT_G4_Blok1.indb 24

27/04/2022 14:11


2

3

Is het een naam voor een mens of dier, of een woord voor een ding? Kies de goede antwoorden. naam mens

naam dier

woord ding

1 tante Jet

2 Emre

3 Krieko

4 deur

5 kooi

6 caravan

7 Paul

8 Robbie

Bedenk een titel. Kijk naar het voorbeeld. Vul boven elk rijtje een titel in. namen

woorden

voor

voor

mensen

mensen

Marloes

Vlekje

de zuster

de haas

de hamer

Bart

Spikkel

de meester

de ooievaar

de zon

25

TV_Taal_MAAT_G4_Blok1.indb 25

27/04/2022 14:11


4

De moeder van Paul moet veel doen vandaag. • • • •

Paul naar school brengen. Voer voor Flappie kopen. Scheur in de broek van Niels maken. Met hamster Witje naar de dierenarts.

1 Welke namen voor mensen zie je? 2 Welke namen voor dieren zie je? 3 Welke woorden voor mensen zie je? 4 Welk woord voor een dier zie je? 5 Welke woorden voor dingen zie je?

5

Ken je woorden voor mensen in je familie? Vul er zes in. Voorbeeld: tante

6

Welke dingen gebruik jij elke dag? Vul acht dingen in.

26

TV_Taal_MAAT_G4_Blok1.indb 26

27/04/2022 14:11


Hoofdstuk 1

Les 7

Taal verkennen • Ik oefen het herkennen van woorden en namen voor mensen, dieren en dingen.

1

Welk dier is het?

2

Lees de zinnen. Kleur de woorden voor mensen rood. Kijk naar het voorbeeld. 1 De jongen voert de parkiet. 2 Het meisje aait de hamster. 3 Mijn moeder koopt een brood. 4 Heeft de slager ook worst?

3

Lees de zinnen van opdracht 2. 1 Kleur de woorden voor dieren blauw. 2 Bedenk zelf namen voor dieren. Schrijf de namen op.

3 Kleur bij opdracht 2 de woorden voor dingen geel.

27

TV_Taal_MAAT_G4_Blok1.indb 27

27/04/2022 14:11


4

Maak het lijstje af. Tanja is jarig. Ze trakteert op drop. En ze trakteert op andere dingen. Bedenk er drie dingen bij. 1

drop

2 3 4

5

Welke woorden passen bij het ontbijt? Lisa gaat ontbijten. Welke dingen zet ze op tafel? Kies de goede antwoorden. ▢ de paraplu

▢ de beker

▢ de vork

▢ het boek

▢ het schrift

▢ de theepot

▢ de jas

▢ het brood

▢ het bord

▢ de drop

28

TV_Taal_MAAT_G4_Blok1.indb 28

27/04/2022 14:11


6

Vul de rijtjes in. Vul de namen en woorden in het goede rijtje in. Kies uit: wesp | dokter | Vlekje | Sara | Pim | dolfijn | piloot | Flap | kok | hagedis | Susan | Bonzo namen voor mensen

7

woorden voor mensen

namen voor dieren

woorden voor dieren

Welke klasgenootjes zitten in jouw groep? Vul de namen van klasgenootjes in. meisjes

jongens

namen

Ben jij al in beweging geweest? Wat heb je geoefend?

29

TV_Taal_MAAT_G4_Blok1.indb 29

27/04/2022 14:11


Hoofdstuk 1

Les 8 Boven aan een brief zet je de datum.

Boven aan een brief begin je met een groet.

In het begin zeg je waarom je een brief schrijft. In het midden vertel je wat je meemaakt.

Aan het eind vraag je vaak iets.

Onder aan een brief schrijf je een groet.

Helemaal onder aan de brief staat je naam.

Schrijven • Ik leer hoe ik een brief schrijf.

17 oktober 2021

Hoi Esmee,

Hoe gaat het met jou? Met mij gaat het goed.

Ik ben op bezoek bij ... . ..., ... en ... zijn er ook. Volgende week ben ik jarig. Dan geef ik ... . Op 24 oktober om 5 uur. Kom je ook? Laat het snel weten!

Groetjes,

Tanja

30

TV_Taal_MAAT_G4_Blok1.indb 30

27/04/2022 14:12


1

Wat weet jij al over een brief? Bekijk de brief. Lees de tekst nog niet. 1 Waar staat de datum? 2 Hoe begin je een brief? 3 Hoe eindig je een brief?

2

Lees de brief van Tanja. 1 Voor wie is de brief? De brief is voor 2 Van wie is de brief? De brief is van 3 Kun je de zin afmaken? Zij schrijft de brief omdat …

31

TV_Taal_MAAT_G4_Blok1.indb 31

27/04/2022 14:12


3

4

Waar staan de zinnen in een brief? Kies het goede antwoord. begin

midden

eind

1 Schrijf je snel terug?

2 Hoe gaat het met jou?

3 Ik lig hier in een hangmat.

Kun je de zin afmaken? Lees het midden van de brief. 1 Bij wie is Tanja op bezoek? Ik ben op bezoek bij … 2 Vul drie namen in. Wie zijn er nog meer? en

, zijn er ook.

3 Wat geeft Tanja? Dan geef ik …

5

Schrijf een brief aan je lievelingsdier. Wat wil je vragen? Vul vijf vragen in. 1 2 3 4 5

32

TV_Taal_MAAT_G4_Blok1.indb 32

27/04/2022 14:12


33

TV_Taal_MAAT_G4_Blok1.indb 33

27/04/2022 14:12


Hoofdstuk 1

Les 9

Schrijven • Ik oefen het schrijven van een brief.

Boven aan een brief zet je de datum. Boven aan een brief begin je met een groet. In het begin zeg je waarom je een brief schrijft.

In het midden vertel je wat je meemaakt.

Hoi Sanne, Hoe gaat het met jou? Ik schrijf je omdat

Ik ben vandaag Morgen ga ik

Aan het eind vraag je vaak iets.

Ga je mee? Laat het me

Onder aan een brief schrijf je een groet.

Groetjes van

Helemaal onder aan de brief staat je naam.

34

TV_Taal_MAAT_G4_Blok1.indb 34

27/04/2022 14:12


1

Je gaat een brief schrijven. Je schrijft aan je vriendin Sanne. Vul de datum in.

2

Waarom schrijf je de brief? Bedenk drie dingen.

3

Schrijf het begin. Maak de oranje tekst af.

Hoe gaat het met jou? Ik schrijf je omdat

4

Schrijf het midden van de brief. 1 Kijk naar de rode tekst. 2 Maak de zinnen af en bedenk er nog een zin bij.

Ik ben vandaag ... Morgen ga ik

35

TV_Taal_MAAT_G4_Blok1.indb 35

27/04/2022 14:12


5

Schrijf het eind van de brief. 1 Kijk naar de blauwe tekst. 2 Maak de zin af.

Ga je mee? Laat het me

6

Ben je tevreden met je brief? Lees je brief na. En let daarbij op het volgende: 1 2 3 4

7

Wil je nog iets verbeteren? Schrijf de brief nu netjes op pagina 34. Laat de brief lezen door een klasgenootje. Is de brief goed?

Welk einde hoort bij welke brief? Teken een lijn. een brief aan je oma

Met vriendelijke groet, Ester Koops.

een brief aan de juf of meester

Een dikke kus, Ester.

een brief aan de burgemeester

Groetjes van Ester Koops.

36

TV_Taal_MAAT_G4_Blok1.indb 36

27/04/2022 14:12


Hoofdstuk 1

Taal verkennen

Les 10

Dit kan ik nog • Ik herhaal woorden voor mensen en dieren uit groep 3.

Dit kan ik nu • Ik herhaal woorden voor mensen, dieren en dingen. • Ik herhaal namen voor mensen en dieren.

Dit kan ik nog 1

Wat hoort bij elkaar? Teken een lijn. Let op: je houdt twee antwoorden over. Ik rol graag in de modder.

Ik ben heel erg sterk.

Ik heb een rode vacht.

Ik heb heel mooie veren.

Ik lijk op een paard.

2

• •

de muis

de vos

de pauw

de mier

de ezel

het varken

het schaap

Lees de zinnen. Onderstreep het goede antwoord. 1 Hij wordt later koning. Hij is een

boer | prins.

2 Hij is de broer van mijn moeder. Hij is mijn

broer | oom.

3 Zij is een dochter van mijn moeder. Zij is mijn

nicht | zus.

4 Hij vertelt welk werk ik moet doen. Hij is mijn

baas | vriend.

5 Zij zorgt voor zieke kinderen. Zij is een

juf | zuster.

37

TV_Taal_MAAT_G4_Blok1.indb 37

27/04/2022 14:12


3

Welk dier past in de zin? Zet het woord op de goede plek. Let op: je houdt twee antwoorden over. Kies uit: konijn | worm | kuiken | paard | kat | slak | geit 1 Het

trekt de koets naar het plein.

2 Waarom heeft een

een sik?

3 Er kwam een

uit het ei.

4 Lisa haalt de bange 5 Mijn

uit de boom. heeft lange oren en heet Stampertje.

Dit kan ik nu 1

Raad het woord. Vul de woorden voor mensen in. 1 Deze man bakt brood. 2 Deze vrouw knipt je haar. 3 Deze vrouw melkt koeien. 4 Deze man verft het huis. 5 Deze vrouw maakt mensen beter.

38

TV_Taal_MAAT_G4_Blok1.indb 38

27/04/2022 14:12


2

Wat zijn woorden voor dingen? Schrijf alleen de woorden voor dingen op. Krieko

de hagedis

de hangmat Paul

3

de hamster de brief

tante Jet

de trui

Vlekje de graankorrels

de straat de parkiet

de prins

Vul de rijtjes in. Schrijf de namen en woorden in het goede rijtje. Kies uit: Krieko | de hagedis | de straat | de trui | de hamster | tante Jet | Vlekje | Paul | de graankorrels | de hangmat | de brief | de parkiet | de prins woorden voor dieren

namen voor dieren

39

TV_Taal_MAAT_G4_Blok1.indb 39

27/04/2022 14:12


Taal

Maat • Groep 4  Blok 1

9 789006 662801

TV_Taal_MAAT_G4_Blok1.indb 4

27/04/2022 14:15


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.