Pit groep 6 projectboek

Page 1

Handleiding Groep6

Colofon Concept

ProjectteamThiemeMeulenhoff MariaHettyvandenBerg

Auteur AriskaBonnema

Redactie Patsboem!educatief

Vormgevingenopmaak deontwerpers.nl

Beeldverwerving Eduardomedia

Beeld Shutterstock,TUDelft,WisMon

OverThiemeMeulenhoff

ThiemeMeulenhoffontwikkeltzichvaneducatieve uitgeverijtoteenlearningdesigncompany.We brengencontent,leerontwerpentechnologiesamen. Metonzegroeiendeexpertise,ervaringenleeroplossingenzijnweeenpartnervoorscholenbijhet vernieuwenenverbeterenvanonderwijs.Zokunnen wesamenbeterrechtdoenaandeverschillentussen lerendenenscholenenervoorzorgendatleren steedspersoonlijker,effectieverenefficiënterwordt.

Samenlerenvernieuwen. www.thiememeulenhoff.nl ISBN9789006152630 Versie1.1

©ThiemeMeulenhoff,Amersfoort2022

Allerechtenvoorbehouden.Nietsuitdezeuitgavemag wordenverveelvoudigd,opgeslagenineengeautomatiseerd gegevensbestand,ofopenbaargemaakt,inenigevormof openigewijze,hetzijelektronisch,mechanisch,doorfotokopieën,opnamen,ofeniganderemanier,zondervoorafgaandeschriftelijketoestemmingvandeuitgever.

Voorzoverhetmakenvankopieënuitdezeuitgave istoegestaanopgrondvanartikel16BAuteurswet1912j° hetBesluitvan23augustus1985,Stbl.471enartikel17 Auteurswet1912,dientmendedaarvoorwettelijkverschul digdevergoedingentevoldoenaanStichtingPublicatie­en ReproductierechtenOrganisatie(PRO),Postbus3060,2130 KBHoofddorp(www.stichting­pro.nl).Voorhetovernemen vangedeelte(n)uitdezeuitgaveinbloemlezingen,readers enanderecompilatiewerken(artikel16Auteurswet)dient menzichtotdeuitgevertewenden.Voormeerinformatie overhetgebruikvanmuziek,filmenhetmakenvankopieën inhetonderwijsziewww.auteursrechtenonderwijs.nl.

Deuitgeverheefternaargestreefddeauteursrechtente regelenvolgensdewettelijkebepalingen.Degenendie desondanksmenenzekererechtentekunnendoengelden, kunnenzichalsnogtotdeuitgeverwenden.

DezeuitgaveisvolledigCO2­neutraalgeproduceerd. Hetvoordezeuitgavegebruiktepapierisvoorzienvan hetFSC®­keurmerk.Ditbetekentdatdebosbouwopeen verantwoordewijzeheeftplaatsgevonden.

Inhoud

OverdePitProjecten

Project 1 Helpeengoeddoel!

Project 2

14-17

Superconstructies 18-21

Project 4 Duurzaameten 22-25

Project 5 Waterleeft! 26-29

Project 6 Onderdegrond 30-33

3-9
10-13
Jouwdroomvakantie
Project 3
2 PROJECTPITHANDLEIDING•GROEP6

IndePitProjectengaanleerlingenaandeslagmetactuele,aansprekende onderwerpen.Ditgebeurtvolgenshetprincipevanonderzoekendenontwerpend leren:leerlingendoenonderzoek,werkenaaneeneindproductenpresenteren dat.Zezettendaarbijhuntaalvaardighedenvolopin.

De Pit Projecten besteden aandacht aan wereldoriëntatie, burgerschap en sociaal-emotionele thema’s. Tegelijk werken leerlingen in de projecten aan hun taalvaardigheden, woordenschatuitbreiding én 21e-eeuwse vaardigheden, zoals digitale geletterdheid. De Pit Projecten gaan over verschillende concrete onderwerpen.

Project1 Helpeengoeddoel!•Maatschappij

Project2 Jouwdroomvakantie•Aardrijkskunde

Project3 Superconstructies•Techniek

Project4 Duurzaameten•Natuurenmilieu

Project5 Waterleeft!•Biologie

Project6 Onderdegrond•Geschiedenis

Taalvaardighedenenwoordenschat

Leerlingen passen in de Pit Projecten toe wat ze leren in de taallessen. Het is belangrijk om leerlingen daar ook bewust van te maken. Het gaat bijvoorbeeld om het toepassen van de geleerde stappenplannen, het uitvoeren van strategieën en het gebruiken van begrippen.

Ook is er in de projecten volop aandacht voor impliciete en expliciete woordenschatuitbreiding. Je werkt met de leerlingen bij een aantal projecten aan een woordweb. Hierin komen woorden te staan die met het thema, en dus met elkaar, samenhangen.

21e-eeuwsevaardigheden

Leerlingen werken in de Pit Projecten ook aan hun 21e-eeuwse vaardigheden. Door onderzoek te doen, aan de slag te gaan met coöperatieve werkvormen, informatie op te zoeken en te reflecteren, ontwikkelen ze de volgende vaardigheden:

communiceren;

samenwerken;

socialeenculturelevaardigheden;

zelfregulering;

kritischdenken;

creatiefdenken;

probleemoplossen;

mediawijsheid,ICT-basisvaardigheden,informatievaardigheden en computational thinking (oftewel:digitalegeletterdheid).

Leerlijndigitalegeletterdheid

De Pit Projecten bevatten een leerlijn digitale geletterdheid. Bij elk project staat een overzicht van de doelen van digitale geletterdheid.

GROEP6•PROJECTPITHANDLEIDING 3

Opbouwvandeprojecten

Voor elk leerjaar zijn er zes Pit Projecten. Elk project bestaat uit vijf stappen (vijf lessen). Elk project heeft een vaste opbouw, die aansluit bij de cyclus van onderzoekend en ontwerpend leren (OOL).

Onderzoekendenontwerpendleren

Pit Projecten zijn – zoals gezegd – gebaseerd op het principe van OOL. Leerlingen beantwoorden de onderzoeksvraag volgens een vaste cyclus (onderzoekend leren). Ook als ze een oplossing voor een probleem ontwerpen, volgen ze vaste stappen (ontwerpend leren).

resenter

e

ud e

Onderzoeken

C

Ontwerpen

4 PROJECTPITHANDLEIDING•GROEP6
2 .V erk e n n e n 1. Verwonderen 5 .
cnol
r
n 6. P
en 4 .Onderzoekuitvoeren 3.Onderzoekopzetten
2 .Ideeë n ve r z a m e el n en sel ect e r e n 1.Probleemverkennen enformuleren 6. Presenteren enselecteren 5 .T est e n e n 3.Conceptenuitwerken o pti mal i s e r e n 4 .Prototypemaken

Decycluskomtalsvolgtterugindelesopbouw:

Stap1

Verwonderenenverkennen Stap

Onderzoekopzetten Stap

Onderzoekuitvoeren Stap

Concluderen Stap

Presenteren

GROEP6•PROJECTPITHANDLEIDING 5
2 →
3 →
4→
5 →

Deleerlingennemenindelessendevolgendestappen:

Stap1→Verwonderenenverkennen

Elk project start met een verwonderingsvraag over het onderwerp. Dit kan ook een interessant probleem zijn in de vorm van een vraag. De vraag – die concreet en leerlinggericht is – daagt leerlingen uit tot nadenken.

Stap2→Onderzoekopzetten

De leerlingen zetten in deze stap het onderzoek op. De opdrachten begeleiden hen in het zorgvuldig formuleren van een onderzoeksvraag en eventuele deelvragen. Ook kiezen ze de onderzoeksmethode(s), zoals een interview, enquête, experiment of bronnenonderzoek.

Stap3→Onderzoekuitvoeren

De leerlingen voeren in deze stap het onderzoek uit. Daarbij zijn twee deelstappen te onderscheiden:

• stapsgewijs het onderzoek uitvoeren; • de resultaten bekijken (deze ordenen en checken of ze volledig zijn).

Stap4→Concluderen

In deze stap trekken leerlingen conclusies op basis van hun resultaten. Ook werken ze aan hun eindproduct. Dit vormt de opstap naar de presentatie, waarin leerlingen de conclusies gaan delen.

Stap5→Presenteren

Tot slot presenteren de leerlingen de resultaten en conclusies van hun onderzoek. Daarbij zijn er drie deelstappen: het presenteren, zelf terugkijken en tips en tops ontvangen.

Ontwerpendleren

Bijsommigeprojectengaandeleerlingeneenontwerpmaken.Destappen2,3en4 zijnindezeprojectenandersdandievandeonderzoeksprojecten.Indezestappen richtendeleerlingenzichophetopzettenvanhetontwerp,hetmakenenhettesten vanhetontwerp.OokhierbegeleidtPITdeleerlingenstapvoorstapdoorhetproces.

Vragenmachientje

Met het Vragenmachientje kunnen leerlingen controleren of hun onderzoeksvraag goed is. Ze doorlopen de stappen van het machientje. Als ze op alle vragen ‘ja’ kunnen antwoorden, dan hebben ze een goede onderzoeksvraag.

Jouwrol

Jij bent in de projecten vooral coach: je stelt veel vragen, stimuleert de motivatie, geeft effectieve feedback en reflecteert samen met leerlingen op het leren en het geleerde.

6 PROJECTPITHANDLEIDING•GROEP6

Taaldenkgesprekken

De projecten bieden kansen voor het voeren van taaldenkgesprekken. Een taal denkgesprek daagt leerlingen uit tot actief meedoen, meedenken en meepraten.

Het gesprek gaat over een krachtige kwestie: een probleem waar niet één enkele oplossing voor is, maar waar veel denkrichtingen mogelijk zijn. De lijn en de uitkomst van zo’n gesprek liggen niet van tevoren vast. Leerlingen verwoorden actief en uitgebreid hun ideeën over het probleem. Zulke uitgedaagde taalproductie is een bewezen effectieve manier om de taalvaardigheid van de leerlingen te vergroten.

In de projecten kan het taaldenkgesprek op twee manieren plaatsvinden:

1. als preteaching: je gaat van tevoren het gesprek aan met een klein groepje; 2. tijdens stap 1 ‘Verwonderen en verkennen’: je deelt de klas in groepjes in, sluit aan bij een groepje en houdt met dat groepje een taaldenkgesprek.

Elk project start in stap 1 met een verwonderingsvraag met bijbehorend visueel materiaal, bijvoorbeeld foto’s of tekeningen. Het prikkelt de nieuwsgierigheid, zet leerlingen aan het denken, activeert hun voorkennis en daagt uit tot taalproductie vanuit die voorkennis. Kortom: een uitstekende start voor een taaldenkgesprek.

Vaakroeptdevraagenhetvisuelemateriaaloptotbeschrijven,vergelijkenen verklaren,zekeralsheteenonderwerpisbinneneenzaakvak.Eentaaldenkgesprek alsopeningvaneenprojectvereistdetoepassingvaneenspecifiekdidactischmodel.

Taaldenkgesprekken indezaakvakken

Krachtige kwestie voorleggen

Ruimte scheppen

Redenerenin hetzaakvak

Leerlingen

Leerkracht

Onderzoekendehouding

Damhuis,R.&Tammes,A-C., (2019).Didactischmodel Taaldenkgesprekkeninde zaakvakken.In:Tammes,A-C., (2019).Taaldenkgesprekkenin dezaakvakles.In:A.Mottart enS.Vanhooren(red.), DrieëndertigsteConferentie OnderwijsNederlands,Gent (p.4-8).Gent:Skribis.

8 PROJECTPITHANDLEIDING•GROEP6
Zaakvakcontext aanbieden Denkstappen expliciet maken Inhoudelijke kwaliteit stimuleren

Interactievaardighedenineentaaldenkgesprek

Houd steeds voor ogen dat de leerlingen actief zijn. De leerlingen zijn de sprekers, als leerkracht zorg je voor diepgang en continuïteit.

Kenmerkend voor jouw interactievaardigheden zijn:

• focussen op de inhoud, niet op de vorm van de uiting van de leerling;

• aanmoedigen tot taalproductie door verbale (instemmend hummen) en non-verbale luisterresponsen (knikken);

• ruimte geven aan de leerling: stiltes laten vallen en zo de leerling de tijd en gelegenheid geven na te denken en zijn gedachten onder woorden te brengen;

• alleen als een gesprek niet verder komt, een verdiepende vraag stellen of een prikkelende bewering (denkpunt) doen;

• geeft de leerling maar een korte reactie, dan spoor je hem na een stilte aan met een vragende blik, hummen en het herhalen van het laatste belangrijke woord in zijn uiting. De leerling zegt bijvoorbeeld alleen maar: ‘Dan moeten ze in een kooi.’

Als leerkracht kun je meer taalproductie uitlokken door te vragen: ‘Een kooi?’;

• parafrases alleen gebruiken als check: hebben we je goed begrepen?

(Niet voortdurend na iedere bijdrage van een leerling: anders verstoor je het natuurlijke verloop van het gesprek.)

GROEP6•PROJECTPITHANDLEIDING 9

Helpeengoeddoel!

Deleerlingenzoekenuitopwelkemanierzehetmeestegeld kunnenverdienenvooreengoeddoelenpresenterenhun resultatenopeenwetenschappelijkeposter.

Doelenreferentiekader

Deleerlingoefent/leert:

•hetuitdrukkenvaneenovertuigingofmening.

•hetuitdrukkenvaninstemmingofafkeuringopdevisie vananderen.

•hetschrijvenvaneenverslagmetbehulpvaneenstramien.

•hetgebruikvantitelsentekstkopjes.

Transfer

Doelendigitalegeletterdheid

Deleerlingoefent/leert:

•hetformulerenvaneeninformatievraagvanuiteen informatiebehoefte.

•hetverzamelenvaninformatiemetbehulpvandegekozen zoekstrategie.

•hetopmakenvantekstenenpagina’sineentekstverwerker.

Leerlijn Stap Doel Specifiekeles

Sprekenenluisteren 1Ikleeroverleggenineenkleinegroep.

1Ikleereengespreksamenvatten.

3 Deleerlingenmakeneentaakverdeling.

Woordenschat1Uitbreidingvandewoordenschat(woordweb,opstellendefinities)

Schrijven 5Ikoefenhetschrijvenvaneensamenvatting.

Begrippen

•divers

•doneren

•inzamelen

•methode

Boekentips

•MoniekvanderZijl, Goede doelen (2022)

Websites

•www.goededoelen.nl

Filmpjes

Groep6–H3–les1(2Fdoel)

Groep6–H3–Les1(2Fdoel)

Groep6–H8–Les8/9(1Fdoel)

Zoekopinternetnaarreclamefilmpjesvangoededoelen(bekijkzeweleerstzelf,omtezien ofzenietteheftigzijn).Bekijkeenofmeerderevandezefilmpjesmetdeklas.

Uittips

Demeestegoededoelenhebbengeenfysiekelocatievoorbezoekers.Vraagdaaromeen vrijwilligerofhijofzijindeklaswilvertellenoverzijnofhaargoededoel.

10 PROJECTPITHANDLEIDING•GROEP6
PROJECT1

Extrainstructie

Ouderinformatie

Wijsvoorditprojecttweeleerlingenaandieoverdit projecteenkortstukjeschrijvenvoordenieuwsbriefofde ouderbriefvanuitdeschool.Hetbestekunnenzedaarin week4meebeginnen.Uiteraardkomenerookfoto’sbij vanweek5,hetpresentatiemoment.

Preteaching

Taaldenkgesprek(optioneel)

Gavoorafmeteengroepjeleerlingeneentaaldenkgesprek aanoverdeopeningspaginavanhetproject.Hetgaatin ditprojectovergoededoelen,maarwatis‘goed’eigenlijk?

Wanneeriseendoeleengoeddoel?Zijnbepaaldegoede doelenbelangrijkerdanandere?Moetiedereenietsdoen voorofgevenaaneengoeddoel?KanNederlandzonder goededoelen?Stel,jegeeftopstraatietsaaneendakloze. Isdatdanookeengoeddoel?

Hetprojectstapvoorstap

Stap1•Verwonderenenverkennen

Indezestaplerendeleerlingenmeerovergoededoelen. Watiseengoeddoeleigenlijk?Waaromzoujeeen goeddoelsteunenenhoezoujedatkunnendoen?

Deleerlingendenkenhieroverna.

Bekijksamenmetdeleerlingendeverwonderingspagina. Watzienze?Watzijnovereenkomsten(bijvoorbeeld: allemaalhalenzegeldopvooreengoeddoel,hetzijn allemaalkinderendiedeactiesuitvoeren)enverschillen tussendekrantenartikelen(bijvoorbeeld:verschillende goededoelen,verschillendemanierenvangeldophalen)? Welkegoededoelenkennendeleerlingen?Hoezoudenze zelfgeldkunnenophalenvooreengoeddoel?Wathebben zeovervooreengoeddoel?

Opdracht1 Deleerlingenmakeneenwoordwebover goededoelen.Waardenkenzeaanbijeen‘goeddoel’? Bespreekdeantwoordenkortklassikaalna.

Definitiegoeddoel

Eengoeddoelwordtmeestalgedefinieerd alsietsvanalgemeenbelangdatgesteund kanwordendoorgeldofgoederen.Algemeen belangisietsdatvoordehelesamenleving wenselijkofnuttigis.

Opdracht2 Deleerlingenoverleggeningroepjeswateen goeddoelnueigenlijkis.Ditdoenzeaandehandvan voorbeeldenwaaringeldofspullenwordeningezameld voorverschillendedoeleinden.Waaromvindende leerlingenheteneweleengoeddoelenhetandereniet? Bespreekditkortnadoorperstellingtevragenwelk groepjewatheeftingevuld.Geeféénoftweegroepjes debeurtomkortuitteleggenwaaromzedatvinden.De verslaggeverantwoordtnamenshetgroepje.Hetwordt pasechtinteressantalsergroepjeszijndieeenandere meninghebben.Vraagdanzoveelmogelijkdoor.Waarom vindenzehetwelofnieteengoeddoel?Watzouer moetenveranderenzodathetweleengoeddoelis? Watzegtdatovergoededoelen?

Eengoeddoeldienthetalgemeenbelang.Alsjenaarde definitiekijkt,zoudenalleen4,5en6echtegoededoelen zijn.2isnietechteengoeddoelindezindathetgeen algemeenbelangdient,hetisweleengoededaad.

Opdracht3 Opbasisvandeopgedanekennisinopdracht 2bedenkendeleerlingeneendefinitievaneengoeddoel.

Opdracht4 Deleerlingenbrainstormenoverhoezeeen goeddoelzoudenkunnenhelpen.Zebedenkenmanieren waaropgeldofspulleningezameldkunnenworden.

Opdracht5 Deleerlingenschrijventweedingenopdieze zelfwillenwetenovergoededoelen.

Opdracht6 Deleerlingenzoekenhetantwoordopin boekenofopinternet.

GROEP6•PROJECTPITHANDLEIDING 11

Stap2•Onderzoekopzetten

Indezestapkiezendeleerlingeneengoeddoelvoorhun onderzoekendenkenzenaoveronderzoeksmanieren.

Maakvoordatjestartmetdezestapdegroepjesvoordit project.Degroepjesmakensamendeopdrachten.

Opdracht1 Eerstbedenkendeleerlingenwelkegoede doelenzealkennenenschrijvenzeopwaarhetdoelzich voorinzet.Kennenzeweldenaam,maarnietwaarvoorhet is?Dezemogenzeopzoekenopinternet.

Opdracht2 Leerlingenzoekenopinternetnogvijfgoede doelenenhundoelstellingop.

Opdracht3 Uitdelijstmetgoededoelenvanopdracht1 en2kiesthetgroepjegezamenlijkééndoeluitvoorhun onderzoek.Zegevenookaanwaaromzeditdoelgekozen hebben.

Opdracht4 Deleerlingenbedenkeneenonderzoeksvraag. Dezeisgrotendeelsalgegeven,hetisvooralbelangrijk datdeleerlingenhemzospecifiekmogelijkmaken. Bijvoorbeeld:hoekunnenwezoveelmogelijkkleren ophalenvoorstichtingVluchtelingenWerk?Enniet:hoe kunnenwehetmeestegeldofdemeestespullenophalen vooronsgekozendoel?GebruikhetVragenmachientjeop bladzijde7indezehandleidingofopbladzijde88inhet projectschriftommetdekinderentecontrolerenofhun vraageengoedeonderzoeksvraagis.

Opdracht5 Nudeonderzoeksvraagbekendis,denkende leerlingenterugaandemanierenomspullenofgeldopte halen,zoalsbedachtinstap1.Zekiezentweemanieren dievolgenshenhetmeestsuccesvolzijnenleggenuit waarom.Denkhierbijbijvoorbeeldaan:Watmoetjeer allemaalvoordoenenluktdatook?Hebjedespullendie jeervoornodighebt,ofmoetjediekopen?Hoekomen mensenerachterdatjegeldofspulleninzamelt?

Opdracht6 Deleerlingenbedenkenhoezemensen gaanbevragenvoorhunonderzoek.Ditkunnenzeop verschillendemanierendoen:

•schrijfeenbriefofmail

•eenvragenlijst

•vraagmensenopstraat

•eenoproepopsocialmediaenvraagmensenomte stemmen

Helpdegroepjesopwegdiehetlastigvinden.

Stap3•Onderzoekvoorbereidenenuitvoeren

Indezestapbereidenleerlingenhetonderzoekvooren voerenzehetonderzoekuitomantwoordtekrijgenop deonderzoeksvraag.

Opdracht1 Deleerlingendenkennaoverhoezede deelnemersinformerenoverhetonderzoek;waaromdoen zehetonderzoek,wathoudthetgoededoelin,hoekrijgen zeinformatieoverpersoonsgegevensvandedeelnemers enhoekunnendedeelnemershunkeuzemotiveren.

Opdracht2 Deleerlingenmakeneenplanning.Zedenken naoverwatzenogmoetendoenvoorzemensengaan benaderen:eenmailopstellen,eenvragenlijstmakenof ietsanders.Afhankelijkvanwelkemanierdeleerlingen hebbengekozen,kanditgedeeltelijkofhelemaaltijdens dezestapwordenuitgevoerd.Helpgroepjesdiehetlastig vindenmethetmakenvaneenvragenlijst,eenmailofeen formulier.Leteropdaterruimteisvoorderespondenten omaantegevenwaaromzevooreenbepaaldemaniervan inzamelenkiezen.

Geefalshuiswerkopdatdeleerlingentenminstevijftien reactiesverzamelenvóórdevolgendestap.

12 PROJECTPITHANDLEIDING•GROEP6

Stap4•Concluderen

Indezestapdenkendeleerlingennaoverwelke conclusieszeuithetonderzoekkunnentrekken.

Opdracht1 Deleerlingenverdelendegroepjespermanier vaninzamelen.Deleerlingenwillenerachterkomenwelke inzamelmanierhetmeestegeldzalopleveren,alsjede groepjespermaniervaninzamelenverdeelt,kunjegaan tellenwelkedemeeste‘stemmen’heeft.Deleerlingen verdelenvervolgenshunreactiesingroepjesenbekijken deze.Ookkijkenzeofereenmaniervaninzamelen duidelijkuitspringt.

Opdracht2 Deleerlingenkijkenofwoonplaatsinvloed heeftopdeantwoordendiegegevenzijn.Bespreekdit kortklassikaalna.Alsnegenvandetienmensenuiteen dorpéénmanierkiezen,daniserwaarschijnlijkwelinvloed vanwoonplaats.Alséénvandetweemensenuiteendorp éénmanierkiest,dankunjedaarniksoverzeggen.Er hebbenmaartweemensenuiteendorpmeegedaan,dus misschienwaserwelsprakevantoeval.

Hetisgoedmogelijkdatdeleerlingenhetonderzoek vooralindeeigenomgevinggaanuitvoeren.Stimuleerde leerlingendaaromomookbijvoorbeeldfamilieledenuit anderewoonplaatsen(stadofdorp)tebevragen.

Opdracht3 Jekuntookkijkenofleeftijdinvloedheeft opdeantwoordendiemensenhebbengegeven.Kiezen bijnaallemensenjongerdan20jaarvoordezelfde inzamelmanier,dankanhetzijndatleeftijdinvloedheeft opdeantwoordenvanjeonderzoek.

Opdracht4 Opbasisvanopdracht1t/m3komende leerlingentoteenconclusie.Zeschrijvenopwaarom demeestemensenhebbengekozenvooreenbepaalde manier.

Stap5•Presenteren

Indezestapmakendeleerlingeneenechtewetenschappelijkeposterenpresenterendezeaanhun klasgenoten.

Opdracht1 Deleerlingenbekijkeneenwetenschappelijke posterenschrijvendeverschillendeonderdelenop. Deverschillendeonderdelenvandeposterzijn:methode, resultaat,doelvanhetonderzoek,conclusie,auteurs. Bespreekditklassikaalna,omtezorgendatiedereende juisteantwoordenheeft.

Opdracht2 Nudeleerlingenopdehoogtezijnvande verschillendeonderdelenendeinhoudvandeonderdelen vaneenwetenschappelijkeposter,makenzeeenopzet doorinkernwoordenopteschrijvenwelkespecifieke informatieuithunonderzoekwaarkomt.

Opdracht3 Deleerlingenmakenhunposter.Ditkan oppapier,maarookdigitaal(endangeprint).Hetliefst minimaalopA3-formaat(echtewetenschappelijkeposters zijnvaakA1-formaat).

Opdracht4 Deleerlingenbekijkenelkaarsposters.Geef elkeleerlingtweekleurenpost­itsvoorelkgroepje.Opde enekleurmogenzeeentopschrijvenenopdeandereeen tip.Zelezendepostersenplakkendeingevuldepost­its ernaast.

Opdracht5 Deleerlingenblikkenterugophetprojecten beantwoordenhiervragenover.Watvondenzehetleukste vanditproject?Watvondenzehetminstleuk?Welketip hebbenzevoorkinderendieditvolgendjaargaandoen? Hoezoudenzeditprojectbeschrijveninvijfwoorden?

GROEP6•PROJECTPITHANDLEIDING 13

Hetprojectboek Groep 6 Handleiding

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.