Perspectief godsdienst/levensbeschouwing voor de onderbouw
vmbo
lesboek deel
DĂŠsirĂŠ Brokerhof Hilde van Halm Mattijs Bron
Met tekeningen van Margreet de Heer
Colofon
Perspectief Godsdienst/levensbeschouwing voor de basisvorming
Methode-overzicht
Désiré Brokerhof, Hilde van Halm, Mattijs Bron, onder verantwoordelijkheid van Oase Media b.v. Hoevelaken.
vmbo Lesboek 1 Leergids 1 Lesboek 2 Leergids 2 Leer-opdrachtenboek 3/4
Aan deze methode werkten verder mee
vmbo-t/havo/vwo
Zehra Bal, Bill Banning, Emin Baydemir, Inge Brokerhof, Greet Brokerhof-van der Waa, Naomi Bronkhorst, Gerrie de Haan, Trudy Labuschagne, Halima Özen-el Hajoui, Anne Stael, Rawie Sewnath, Bas van der Sijde, Anne Claudine Tuller, Jeroen Windmeijer.
Leer-opdrachtenboek 1 Leer-opdrachtenboek 2 Leer-opdrachtenboek 3 Leer-opdrachtenboek 4/5/6
Redactie- en auteursgroep
Ontwikkeling, samenstelling, fotoresearch en opmaak Oase Media b.v., Hoevelaken
978-9006-48480-9 978-9006-48481-6 978-9006-48483-0 978-9006-48484-7 978-9006-48486-1
978-9006-48488-5 978-9006-48489-2 978-9006-48490-8 978-9006-48492-2
digibordbij 1 vmhv 2 vmhv 3/4 vmhv 4/5/6 hv
978-9006-48494-6 978-9006-48495-3 978-9006-48496-0 978-9006-48497-7
Vormgeving: Ontwerpbureau Neo, Velp Fotografie omslag: Inge Hondebrink, Nijmegen Locatie omslagfoto: Amadeus Lyceum, Vleuten Tekeningen en strips: Margreet de Heer
Lesboek 2 vmbo 978-9006-48483-0 NUR 132 Derde druk, eerste oplage ThiemeMeulenhoff ontwikkelt leermiddelen voor Primair Onderwijs, Algemeen Voortgezet Onderwijs, Beroepsonderwijs en Volwasseneducatie en Hoger Beroepsonderwijs. Meer informatie over ThiemeMeulenhoff en een overzicht van onze leermiddelen: www.thiememeulenhoff.nl of via onze klantenservice (088) 8002015 of vo@thiememeulenhoff.nl
© ThiemeMeulenhoff, Amersfoort, 2013 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16B Auteurswet 1912 j° het Besluit van 23 augustus 1985, St.bl.471 en artikel 17 Auteurswet 1912, dient men de daarvoor wettelijke verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Publicatie- en Reproductierechten (PRO), Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp. Voor het overnemen van (een) gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet 1912) dient men zich tot de uitgever te wenden. De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden.
Inhoudsopgave Kijk om je heen
4
Over godsdienst en levensbeschouwing in het leven van alledag.
Legenda In dit boek kom je de volgende soorten vragen en opdrachten tegen:
11
Bij de gele strepen staan denkvragen voor jezelf en discussievragen om te bespreken in de klas.
Over uniek zijn, normaal, vrouwen en mannen, aanpassen of opvallen, bijzondere mensen en samenleven.
Bij de blauwe strepen staan opdrachten om alleen of met een groepje klasgenoten uit te voeren.
5 Anders
project helden.
42
6 Verzet
45
Over nee zeggen, protesteren, demonstreren, dwarsliggers, profeten, geweld, geweldloosheid en aanvaarding. project arm en rijk
In de tekst staan woorden in kleur afgedrukt. Dit zijn belangrijke begrippen en personen, waarvan je de betekenis moet kennen. Maak zelf een begrippenlijst. In elk thema vind je informatie over verschillende levensbeschouwelijke stromingen. De opdracht die daarbij hoort, heet:
Stromingen-opdracht
66 Elke stroming heeft zijn eigen symbool.
7 Goed fout
69
Over ongelukken, ziekte, misdaad en straf, zonde en lijden, berouw hebben, vergeven en vergeten. project symbolen
96
8 Groeien
99
Over volwassen worden, meetellen, overgangsriten, grenzen verleggen, verliefdheid en liefde, seksualiteit en geestelijke groei.
Leergids Bij dit lesboek hoort een ‘Leergids’. Die leidt je stap voor stap door de leerstof van dit lesboek met allerlei vragen en opdrachten. Begin altijd met de leergids. De opdrachten waarbij je internet nodig hebt, vind je op:
WWW. nline perspectief-o .nl
Kijk om je heen
Dit is het tweede boek Perspectief. Met nieuwe thema’s en projecten, die allerlei levensbeschouwingen in beeld brengen. Het kan je helpen om je eigen kijk op het leven verder te ontwikkelen.
Een levensbeschouwing is een persoonlijke kijk op het leven. Die heeft iedereen, gelovig of niet. Dat is de ene kant: de privé-kant. Maar er is ook een maatschappelijke kant. Levensbeschouwing en geloof gebeuren dagelijks om je heen. Om iets van geloof en levensbeschouwing te begrijpen, moet je beginnen met goed om je heen te kijken. Dat doen we dus in dit boek.
4
Tweede jaar Dit is het boek voor het tweede jaar op de middelbare school. Vorig jaar heb je kennisgemaakt met acht verschillende stromingen. Je hebt de kern van elke stroming al wel leren kennen. Maar er is zoveel meer. Daarom gaan we dit jaar verder met nieuwe thema’s en projecten. Daarin gaan we precies hetzelfde doen als vorig jaar: we bekijken wat mensen denken en doen van
verschillende kanten. En dan valt er veel nieuws te ontdekken. We richten ons op dezelfde acht stromingen als vorig jaar. 1 Weet je zonder in het boek te kijken welke acht stromingen in dit boek voorkomen? 2 Kun je uitleggen waarom dit boek ‘Perspectief’ heet?
Kijken
Privé of niet?
Als je reist door Arabische landen wordt het openbare leven beheerst door minaretten en sluiers. Dat zie je vanzelf. In Azië is het geloof overal om je heen. Op het eerste gezicht is dat hier anders. Nuchtere Hollanders laten niet zo heel veel zien van wat er bij hen van binnen leeft. Toch valt er ook hier veel te ontdekken. Als je maar goed kijkt. Gebouwen, mensen, reclame. Er is van alles wat met geloof en levensbeschouwing te maken heeft. En in de krant en op het nieuws vind je dagelijks berichten die duidelijk maken dat geloof en levensbeschouwing heel actueel zijn. Met de kennis die je in dit vak opdoet, kun je de wereld om je heen beter begrijpen. En je ontwikkelt ook stap voor stap je eigen kijk op het leven.
Veel mensen in de westerse wereld vinden dat geloven privé is. Ze zeggen: ‘Iedereen mag geloven wat hij wil, als niemand er maar iets van merkt.’ Geloven hoort ‘achter de voordeur’, vinden ze. Voor mensen die geloven is dat een rare gedachte. Want geloof heeft te maken met heel je leven. Je geloof is terug te vinden in wat je eet, welke kleren je draagt en hoe je huis is ingericht. Niet alleen wat je denkt, maar heel je doen en laten wordt beïnvloed door je geloof. Dan kun je moeilijk tegen iemand zeggen: ‘Geloven doe je maar thuis.’ Je kunt je geloof moeilijk thuis laten.
Heb je op weg van huis naar school wel eens opgelet wat je allemaal tegenkomt, dat met levensbeschouwing te maken heeft? Denk bijvoorbeeld aan een kerk, een begraafplaats of een kunstwerk. Misschien is er een straat met een naam die herinnert aan een belangrijk figuur uit de kerk van vroeger. 3 Wat heb je op vakantie in het buitenland van godsdienst en levensbeschouwing gezien? 4 Welk actueel bericht uit de krant of van tv heeft te maken met godsdienst of levensbeschouwing? 5 Foto’s maken Maak een fotoverslag van minimaal vijf foto’s van wat er te zien is op jouw dagelijkse route naar school. Elke foto moet iets met levensbeschouwing te maken hebben. Leg uit waarom je die foto’s gemaakt hebt.
Gevolg is dat geloof op allerlei manieren te zien is. De bronzen kandelaar met ‘Shalom’ erop en het kruis langs de weg op de plek van het ongeluk hebben met geloof te maken. Welk vlees je koopt heeft te maken met je kijk op het leven. En wat zou je denken van yoga-oefeningen? Of van de boeddhabeeldjes in het tuincentrum? Veel gedachten van mensen om je heen hebben met geloof te maken. Alleen kun je gedachten niet zien. Maar de zichtbare dingen kunnen er wel toe leiden dat je gaat praten over wat mensen denken. Zelfs als ze dan niets blijken te geloven, heeft dat met levensbeschouwing te maken!
Stromingen-opdracht 6 Collage maken Maak een collage van allerlei dingen van nu die volgens jou met religie te maken hebben. Schrijf je commentaar erbij. Laat je inspireren door de informatie op de volgende vier bladzijden.
Kijk om je heen
5
Thuis in de hoek van de kamer In dit boek gebruiken we symbolen om de verschillende godsdiensten aan te geven. Voor het jodendom is dat de menora. Een kandelaar met zes armen, die ruimte biedt aan zeven kaarsen. In de tempel in Jeruzalem stond vroeger een heel grote menora van goud. De kandelaar was gemaakt volgens de precieze voorschriften die Mozes volgens het verhaal in de Tora van God kreeg. Toen de Romeinen de tempel in 70 na Chr. vernietigden, is de menora verdwenen. De menora kom je nog regelmatig tegen. Het is het officiële symbool van de staat Israël. Maar je ziet de kandelaars vaak van brons of koper ook bij mensen thuis. Dat zullen dan overigens geen joden zijn. Die hebben eventueel een chanoekia in huis. Die ziet er ongeveer net zo uit, maar dan met acht armen. De chanoekia wordt gebruikt bij de viering van het Chanoekafeest.
Langs de kant van de weg In Nederland is het christendom al eeuwenlang de belangrijkste en grootste godsdienst. Daar zijn nog veel sporen van terug te vinden. Schilderijen, boeken en monumenten bevatten vaak allerlei christelijke symbolen. Het bekendste symbool is waarschijnlijk het kruis. In dit boek wordt het ook als het symbool voor het christendom gebruikt. Jezus stierf aan het kruis. Na drie dagen bleek zijn graf leeg. Jezus had de dood overwonnen. Allerlei mensen dragen vandaag de dag een kruisje, ook mensen die niet geloven. Je vindt het in allerlei sieraden terug. En je ziet het ook langs de weg, bij bermmonumenten. En natuurlijk op kerkhoven en op militaire begraafplaatsen. In de bergen zie je kruizen op de toppen. Het kruis is een algemeen symbool geworden voor het leven dat sterker is dan de dood.
6
Op de markt en in de supermarkt De islam is de snelst groeiende godsdienst in Nederland. Moslims hebben hun eigen gebruiken en regels. Voor mensen die dat niet gewend zijn, is dat vreemd. En soms zelfs bedreigend. Maar dat komt omdat ze niet weten hoe het zit. Sommige islamitische regels hebben te maken met voedsel. Over wat je wel en niet mag eten. Er zijn ook speciale regels voor het slachten van dieren. Voedsel dat op de goede manier bereid is, wordt ‘halal’ genoemd. Halal betekent: toegestaan. Varkensvlees is haram. Dat betekent: verboden. Alcohol en verdovende middelen zijn ook haram. Op de markt kun je al lang halal levensmiddelen kopen. Maar ook in supermarkten zijn er tegenwoordig speciale halal-vakken. Dat is wel zo makkelijk wanneer moslims boodschappen doen. Dan hoeven ze niet meer te twijfelen of het geschikt is voor hen.
In de sportschool Op duizenden sportscholen in het land werken mensen zich dagelijks in het zweet. Ze werken aan een gezond en fit lichaam. Dat vinden veel mensen belangrijk. Naast de steps-, spinning- en bodyshapelessen, bieden steeds meer sportscholen ook yogales aan. Yoga brengt rust en ontspanning. En je werkt tegelijk aan je lijf. Van oorsprong is yoga vooral bedoeld als een manier om te mediteren. Door te mediteren, oefen je je lichaam en je geest. Voor hindoes is het een goede manier om te werken aan verlossing uit de cirkel van leven, sterven en opnieuw geboren worden. Bij yoga is het oorspronkelijk niet van belang dat je je been in je nek kunt leggen of dat je lekker rustig wordt. Voor hindoes gaat het meer om het verkrijgen van inzicht dat uiteindelijk verlossing biedt. De populaire vorm van yoga die je in de sportschool doet, staat dan ook een eind af van de religieuze oorsprong.
Kijk om je heen
7
In het tuincentrum Voor veel mensen is de tuin een kleine oase. Lekker met je handen in de aarde wroeten, werkt heel ontspannend. En het is heerlijk om bezig te zijn met planten die groeien en bloemen die bloeien. Met mooi weer kun je er luieren en zonnen. Of barbecuen en gezellig eten en drinken met vrienden. Maar de tuin is ook een plek geworden om even tot rust te komen. Het is dan ook niet vreemd dat je in veel tuinen een boeddhabeeld ziet staan. Mensen zetten zo’n beeld niet neer omdat ze boeddhist zijn. Het beeld straalt iets uit van inkeer, rust en bezinning. Het boeddhabeeld mediteert in je tuin en daar word je zelf ook meteen een beetje rustig van. In het tuincentrum zie je hele rijen met verschillende boeddhabeelden staan. De houding van de handen hebben een speciale betekenis, maar die kent bijna niemend die zo’n beeldje koopt.
Op straat Op straat lopen mensen. Als het druk is lopen er heel veel mensen. Tussen die mensen lopen aanhangers van allerlei verschillende godsdiensten: christenen, moslims en hindoes. Soms kun je goed zien welke godsdienst ze hebben. Soms ook helemaal niet. Aan humanisten kun je bijna nooit zien welke levensbeschouwing ze hebben. Hun levensbeschouwing is meer een manier van denken en minder zichtbaar. Daarom zijn er ook weinig mensen lid van het Humanistisch Verbond. Toch zijn er veel mensen met een humanistische levensvisie. Die geloven in mensen. Geloof in mensen is wijd verbreid in de westerse cultuur. Zelfs een christelijke omroep als de NCRV heeft als slogan: ‘wij geloven in mensen.’ Ze zeggen dat omdat het veel mensen aanspreekt. Als je dus bij al die mensen op straat in het hoofd zou kunnen kijken, zou je heel wat humanistische gedachten tegenkomen.
8
In het tijdschriftenvak van de boekwinkel Als je een kijkje neemt in de eindeloze reeks tijdschriften in de kiosk, dan vind je ook een afdeling over lifestyle. In veel van die bladen staan rubrieken met nieuwe artikelen en hebbedingetjes. Lekkere zeepjes in de vorm van een lotusbloem. Geurtjes, wierook, kaarsjes. Kruiden, olie, gezonde voeding. Of je vindt er een bijzonder boekje met wijze spreuken. Of een sieraad van speciale stenen. De spulletjes zien er wat oosters uit. Mensen die op zoek zijn naar ‘iets’ om in te geloven, zijn er vaak extra in geïnteresseerd. In tijdschriften worden ook wellness-arrangementen aangeboden. Met een ‘hot stone massage’ of een behandeling voetzonereflexologie. Of een workshop tarotkaarten lezen. Het zijn allemaal kleine stukjes uit verschillende religies en levensbeschouwingen. Mensen die niet bij een speciale godsdienst horen, kunnen ze gebruiken als bouwstenen voor hun levensbeschouwing.
Op de camping? Wat kun je om je heen zien van een a-godsdienstige levensbeschouwing? Aan de ene kant heel weinig. Want wat mensen niet zo erg bezighoudt, kun je natuurlijk niet goed zien. Aan de andere kant zie je juist heel veel a-godsdienstigheid om je heen. Mensen die doordeweeks werken en in het weekend feesten. Gewoon van elke dag genieten en ‘uit het leven willen halen wat erin zit’. Dat klinkt in elk geval niet erg godsdienstig. Nou ja, iemand die wel gelooft kan ook genieten. Maar voor zo iemand is genieten niet het enige waar het om draait in het leven. Zie je veel a-godsdienstigen op de camping? Dat hoeft niet. Christenen kamperen ook. Er zijn zelfs christelijke campings. Je hebt geen speciale plek waar je a-godsdienstigen kunt vinden. Ze zijn eigenlijk overal. Dus vast ook wel op de camping.
Kijk om je heen
9
5
anders
5·1
Jezelf
In deze les bekijken we het eigene van ieder mens en hoeveel ruimte er is om gewoon te zijn zoals je bent.
Je bent een mens. Niet meer en niet minder. Net als alle andere mensen om je heen… Kun je gewoon jezelf zijn? Accepteren de anderen jou zoals je bent? Of trek je je liever terug in jezelf en laat je niet zoveel merken van wat er van binnen bij je leeft?
Leergids Dit is het lesboek. Begin altijd met de leergids. Daarin staan de verwijzingen naar de teksten uit dit lesboek.
Kunnen al die verschillende mensen om je heen ‘zichzelf’ zijn?
12
Profiel Op veel sociale media moet je een profiel van jezelf aanmaken. Je vult een aantal vragen in om anderen te laten zien wie je bent en wat je doet. Het is een korte kennismaking met jouw uiterlijke kenmerken en bijzonderheden. Als je zo’n profiel leest van iemand anders, dan krijg je meteen al een beeld van hem of haar. Heb je een idee wat voor types Rick, Naima, Dennis en Kim zijn? (Zie bron 1 t/m 4.) Lees bron 1 t/m 4. 1 Welk van deze vier profielen vind jij het meest bijzonder? Waarom?
2 Op wie lijk jij zelf het meest? Wat herken je vooral? 3 Met wie van deze vier zou je bevriend willen zijn? En met wie helemaal niet? 4 Raden maar! Maak op een los papiertje een profiel zoals in bron 1 t/m 4. Vul iets in bij: Over mij, Woonsituatie, Helden, Sport en Passie. Schrijf je naam er niet bij! De papiertjes worden verzameld en w een voor een voorgelezen. Steek je hand op, zodra je weet over w wie het gaat.
bron 1
bron 2
Profiel van Naima Over mij: mijn vriendinnen zijn alles voor me Leeftijd: 14 jaar School: VMBO zorg en welzijn Woonsituatie: met mijn ouders en broertjes Helden: Ashton Kutcher, Cory Monteith (Finn uit Glee!!!) Sport: nee, dank je Passie: shoppen In het kort: Het leukste van school vind ik: mijn vriendinnen zien! We zijn echt bff’s vanaf de allereerste dag op school. In het weekend komen we ook vaak bij elkaar: lekker dvd’tje kijken of naar de stad. Ik koop té veel tassen...
Profiel van Rick Over mij: een dag niet gesport, is een dag niet geleefd Leeftijd: 15 jaar School: Topsport Talentschool Woonsituatie: met moeder en zus Helden: Messi Sport: Voetbal Passie: Voetbal In het kort: Ik wil de beste voetballer van de wereld worden. Ik volg een druk trainingsprogramma. Op mijn school houden ze daar gelukkig rekening mee. De dag dat ik voor Ajax gescout werd, was de mooiste dag van mijn leven.
bron 3
bron 4
Profiel van Dennis
Profiel van Kim Over mij: ‘Zij die weten, spreken niet; zij die spreken, weten niet.’ (Chinese wijsheid) Leeftijd: 15 jaar School: HAVO Woonsituatie: met adoptieouders, pleegzusje en echte broer Helden: Epke Zonderland Sport: turnen Passie: Chinese taal en cultuur In het kort: Ik ben als baby geadop teerd. Mijn ouders hebben mij en mijn broertje uit een weeshuis gehaald. Ik wil alles weten over mijn geboorteland en mijn cultuur. Daar lees ik alles over en ik leer Chinees.
Over mij: --Leeftijd: 15 jaar School: omdat het moet Woonsituatie: gewoon thuis Helden: ik ben mijn eigen held Sport: gamen Passie: --In het kort: boeit niet
5 Hoe is het om iets over jezelf te schrijven? 6 Kun je iemand makkelijk herkennen aan zijn of haar profiel? 7 Lijken sommige profielen op elkaar? Hoe kan dat?
5·1 Jezelf
13
bron 5 Super! ‘Ik zie allemaal van die leuke foto’s op facebook met allemaal groepjes meisjes die heel veel lol hebben en die heel de tijd van die vrolijke berichtjes schrijven als: ‘Het was super met je Eva!’ Dan denk ik: kon ik dat maar schrijven. Het lijkt wel alsof iedereen een veel boeiender leven heeft dan ik.’ Meisje, 14 jaar
Op facebook kan
Buitenkant en binnenkant
iedereen zien hoeveel
Facebook wordt ook wel eens spottend ‘feestboek’ genoemd. Gezellige uitjes, vakanties, feestjes – het ene blije gezicht na het andere komt voorbij. Ook de ‘wat doe je’-opmerkingen zijn meestal vrolijk of avontuurlijk. Op facebook laat je jezelf van je beste kant zien. Dan kan iedereen zien hoe mooi je bent, hoeveel leuke vrienden je hebt en welke geweldige dingen je allemaal doet. Dat is natuurlijk maar één kant van het verhaal. Want iedereen is wel eens verdrietig. Er zitten dingen tegen. Of de dagen verlopen gewoon grijs en saai. Rondkijkend op facebook zou je kunnen vergeten dat je niet de enige bent die daar last van heeft. (Zie bron 5.) Dan lijkt het alsof iedereen een flitsend leventje leidt en dat jij de enige bent die er wel eens de pest in heeft… Het leven aan de buitenkant – zoals dat op facebook te zien is – ziet er soms heel anders uit dan het leven aan de binnenkant voelt.
leuke vrienden je hebt en welke geweldige dingen je allemaal doet.
Lees bron 5. 8 Kun je op facebook echt zien wie je bent? 9 Ben je op facebook jezelf? 10 Ben je wel eens jaloers net als het ‘meisje van 14’ uit bron 5? 11 Zijn er mensen die je alleen kent via internet? Denk je dat je ze herkent als je ze ontmoet? 12 Hoe groot is bij jou het verschil tussen de binnenkant en de buitenkant?
14
13 Stemmingen Vertel hoe jouw dag er vandaag tot nu toe uitziet. Doe dat op drie manieren: a. alsof het de leukste dag ooit is b. zoals het werkelijk is c. alsof het één groot drama is. Let op: Wat je hebt beleefd vandaag is in alle drie de gevallen gelijk! Probeer door het kiezen van verschillende woorden, verschillende stemmingen over te brengen.
Wees jezelf Er zijn situaties waarin je twijfelt wat je het beste kunt doen. Twee klasgenoten hebben ruzie. Moet je je ermee bemoeien? Als je dat doet, vinden ze je misschien een bemoeial. Maar als je het niet doet, vinden ze je kil en ongeïnteresseerd. ‘Wees jezelf,’ zeggen ze tegen je. Ja, maar zo gemakkelijk is het niet om ‘jezelf’ te zijn. Als je zegt wat je vindt, kan dat heel beroerd uitpakken. Ze lachen je uit of laten je links liggen. Als je doet wat je zelf wilt, val je misschien wel uit de toon. Als je jezelf bent, vinden anderen je misschien wel raar en gaan ze je pesten. Dat wil je niet. Je wilt dat anderen je leuk vinden. Dat ze je begrijpen. 14 Wat is ervoor nodig om jezelf te zijn? 15 Bij wie kun je echt jezelf zijn? 16 Wie is er volgens jou echt zichzelf? 17 Ken je mensen die teveel zichzelf zijn? 18 In welke situaties vind je het moeilijk om jezelf te zijn?
19 Toneelstukje Bedenk een situatie waarin je helemaal jezelf kunt zijn. w Laat in een kort toneelstukje zien, hoe je je in die situatie voelt. 20 Tekenen Je kunt je lichaam zien als een soort ‘huis’ en daarin zit iets wat jou maakt tot wie jij bent. ‘Jezelf zijn’ zou je kunnen omschrijven als: aan de buitenkant laten zien hoe je je vanbinnen voelt of wat je vanbinnen vindt. Waar zit dat ‘zelf’ bij jou vanbinnen? Teken de omtrek van een menselijk w lichaam en geef aan op welke plek volgens jou het ‘zelf’ van een mens zit
Ruimte Elk mens heeft ruimte nodig. Ruimte om te bewegen, te praten, jezelf te uiten, zonder dat dit gelijk botst met anderen. Hoeveel ruimte iemand nodig heeft, hangt ervan af: sterke persoonlijkheden en leidersfiguren nemen veel ruimte in. Ze zijn nadrukkelijk aanwezig en bepalen de loop van het gesprek. Schuchtere of verlegen types hebben in hun nabijheid niet veel ruimte. Als je verlegen bent, maak je jezelf klein. Maar je hebt ook mensen die vooral aan de buitenkant veel ruimte innemen. Van binnen zijn ze eigenlijk maar klein. Mensen met ‘een grote mond en een klein hartje’. Omgekeerd heb je mensen die meestal heel stil zijn. Maar als ze iets zeggen, dan is het ook echt de moeite waard. In een groep heb je altijd mensen die veel ruimte innemen en mensen die zichzelf klein maken. Kunnen zij zichzelf zijn?
Krant Maak bij deze les de voorpagina voor de Anders dan anderen Krant. Zie blz. 16.
21 W elke mensen in je omgeving nemen opvallend veel ruimte in? 22 Ken je mensen die zichzelf weg cijferen?
Kwaliteiten Ieder mens heeft bepaalde kwaliteiten: eigenschappen die sterker ontwikkeld zijn dan bij anderen. Vaak is het voor anderen duidelijker wat die kwaliteiten zijn. Jij bent
eraan gewend en vindt jezelf gewoon. Daarom kunnen anderen beter zien wat je sterke kanten zijn en kunnen zij jou helpen die te ontdekken. 23 G roepsopdracht Schrijf de namen van je groepsgenoten naast elkaar. w Werk samen het lijstje met eigenschappen door. w Zet de eigenschappen bij de naam of namen als ze erbij passen. Vertel vervolgens aan elkaar welke w eigenschappen er opgeschreven zijn. w Schrijf de eigenschappen die de anderen bij jouw naam hebben gezet in je schrift. Geef met kleurtjes aan wat je ervan w vindt: rood = ‘dat herken ik niet zo bij mezelf.’ groen = ‘wat fijn dat anderen dat ook in mij herkennen.’ blauw = ‘ik vind het een compliment dat anderen mij zo zien.’ w Het lijstje met eigenschappen is: betrouwbaar, rustig, behulpzaam, precies, grappig, bescheiden, enthousiast, bedachtzaam, spontaan, flexibel, stabiel, kritisch, zelfverzekerd, moedig, makkelijk.
5·1 Jezelf
15
anders dan anderen krant Tijdens het werken aan het thema ‘Anders’ maak je met de klas een krant. Bij elke paragraaf maakt één groep een onderdeel. Spreek met je docent af welk onderdeel jij met je groepje gaat maken. Op deze bladzijde van het boek zie je een korte samenvatting van de opdrachten. De complete instructie vind je op Perspectief-online.
Voorpagina Maak een groepsfoto of een beeldcollage van jullie klas met een bijschrift voor de voorpagina. Zorg dat iedereen uit je klas erop staat. Bedenk een leuke kop voor de voorpagina.
Van de redactie Schrijf een column ‘Van de redactie’ voor jullie krant: hoe anders of hoe gewoon is jullie klas? Welke bijzonderheden zijn er over de leerlingen in jullie klas te melden?
Dubbelverhaal Bedenk een verhaal. Maak twee versies voor de krant: het ene met een vrouw en het andere met een man als hoofdpersoon. Wat zijn de verschillen tussen jongens en meisjes in die situatie?
Interview Maak een interview met iemand die zich niet kan of wil aanpassen. Is het voor hem of haar lastig of juist leuk om op te vallen?
Reportage / cartoon Maak een reportage en/of een cartoon over iemand uit de ‘Denk-Anders’-clip van DWDD. Waarom staat die persoon op de lijst en wat vinden jullie daarvan?
Ingezonden brief Maak in een ingezonden brief aan de redactie duidelijk welke drie mensen volgens jullie in de ‘Denk-Anders-Clip’ hadden moeten staan en waarom.
Column(s) Schrijf één of twee columns onder de titel ‘Mijn wereld’. Ga in op de vraag waar jij persoonlijk in gelooft en waaraan je dat kunt zien. Of wat jij nou echt belangrijk vindt in het leven.
16
Advertentie Maak een advertentie voor een activiteit of een actie om de samenleving beter te maken. Kies een bestaande actie of bedenk er zelf een. Zijn alle bijdragen compleet? Maak de krant dan op en laat hem printen voor iedereen.
5·3 Vrouwen en mannen
5·2
Gewoon anders
In deze les bekijken we het bijzondere van ieder mens en ook wat mensen juist gemeenschap pelijk hebben.
Geen mens is hetzelfde, want iedereen is weer anders. Elk mens heeft iets unieks. Dat maakt het soms lastig om elkaar te begrijpen. Of om te bepalen wat normaal is. Maar aan de andere kant schept dat ook juist een band. Want als je allemaal anders bent, is dat eigenlijk ook weer gewoon.
Uniek
Vertrouwd of vreemd
Hoe bestaat het: zoveel mensen op deze wereld en er is werkelijk niemand zoals jij. Er zijn waarschijnlijk veel mensen met dezelfde kleur ogen. Er zijn vast wel mensen met hetzelfde soort haar. Misschien is er iemand te vinden die heel veel op jou lijkt, maar precies hetzelfde zijn jullie toch niet. Want er zijn altijd kleine verschillen. Vingerafdrukken bijvoorbeeld zijn nooit hetzelfde. Daarom staat iemands vingerafdruk in zijn paspoort. Je vingerafdruk bewijst dat jij het bent. Maar er is vast veel meer waardoor jij je onderscheidt van anderen. Wat zijn jouw unieke eigenschappen?
Het feit dat je uniek bent, betekent dat je verschilt van iedereen om je heen. Soms is het verschil maar klein. Dan lijk je in veel opzichten op andere mensen. En je voelt je thuis bij hen en zij bij jou. Ook al zijn je vrienden allemaal een tikje anders, toch klikt het en is het contact met hen vertrouwd. Maar soms zijn de verschillen groot. Tegenover sommige mensen kun je je een vreemde voelen. Het lijkt wel alsof zij in een compleet andere wereld leven. Jij vindt hen maar raar. En zij jou waarschijnlijk ook.
24 Op welke manier ben jij anders dan anderen? 25 Wat maakt jou uniek? 26 Tekenen Teken een zelfportret. Het portret hoeft niet te ‘lijken’. Laat vooral zien wat jou uniek maakt.
27 Bij welke anderen voelt het contact vertrouwd? 28 Wanneer is ‘anders’ niet prettig? 29 Welke mensen vind je vreemd? 30 Wat vinden anderen vreemd aan jou?
Verschillen en overeenkomsten Eigenlijk is het wel zo handig dat mensen verschillen. Dan kun je elkaar gemakkelijk herkennen. Bij een eeneiige tweeling zie je niet zo gauw wie wie is. Bij hen moet je extra goed zoeken naar de verschillen. Maar ze zijn er wel!
5·2 Gewoon anders
17
In veel landen dragen kinderen een uniform op school.
Nederlanders vinden vaak dat alle Aziaten op elkaar lijken. Ze vinden het lastig om Koreanen, Chinezen en Japanners uit elkaar te houden. Omgekeerd vinden Aziaten vaak weer dat alle Europeanen er hetzelfde uitzien. Kennelijk krijg je pas oog voor de verschillen als je een beetje aan elkaar gewend bent. Toch hebben mensen ook veel overeenkomsten. Iedereen heeft een lichaam met armen en benen, een gezicht met ogen, neus en mond. In een gemiddelde klas dragen veel leerlingen dezelfde soort schoenen, ook al hebben ze een verschillende schoenmaat. De meeste meisjes hebben lang haar. De meeste leerlingen kleden zich zo’n beetje hetzelfde. Ze willen niet teveel opvallen of buiten de groep vallen. Maar helemaal niet opvallen zoals een grijze muis willen ze ook weer niet. Zo is het een wankel evenwicht: mensen willen een beetje anders zijn en ook een beetje gewoon. 31 Wat zijn de opvallende verschillen tussen de leerlingen in je klas? 32 Wat zijn de overeenkomsten? 33 Waar let jij vooral op? Op de overeenkomsten of de verschillen?
Krant Maak bij deze les het ‘van de redactie’ voor de Anders dan anderen Krant. Zie blz. 16.
18
Bekijk de foto’s bovenaan de bladzijde. 34 Zou het dragen van een schooluniform het leven op school anders maken? Leg je antwoord uit. 35 Schrijfopdracht Wat moet je doen om ‘gewoon’ te zijn? w Beschrijf de regels waaraan je je moet houden om niet buiten de groep te vallen.
Gewoon, normaal… Als iedereen uniek is en anders dan anderen, wat is dan gewoon en wat is normaal? De meeste mensen vinden zichzelf gewoon en normaal. Ze zijn gewend aan hun eigen manier van doen. Iedereen die anders is, wijkt af van hun eigen norm. Is er een algemene norm? Iets waaraan de meeste gewone mensen kunnen voldoen? Of is dat een vergissing en is het juist gewoon dat mensen allemaal anders zijn? We bekijken een voorbeeld om een antwoord op deze lastige vragen te vinden.
Ongewone mensen In de film ‘Little Miss Sunshine’ maak je kennis met allerlei ongewone mensen. Het zevenjarige meisje Olive Hoover mag meedoen aan een missverkiezing. Maar ze is daar met haar grote bril en stevige postuur helemaal het type niet voor. Toch onderneemt de familie de lange reis ernaartoe. Een wonderlijke reis van een wonderlijke familie. Haar opa is nog altijd een oude hippie. Haar vader heeft het trainingsprogramma ‘Refuse to lose’ bedacht, maar niemand is erin geïnteresseerd. Haar oom is een miskende wetenschapper met zelfmoordneigingen. Hij mag niet alleen thuisblijven en gaat dus ook mee op reis. De 15-jarige broer van Olive, Dwayne, heeft zo zijn eigen problemen: hij praat al negen maanden niet meer. Het wonen bij zijn familie is een hel voor hem. Intussen probeert Olives moeder de boel bij elkaar te houden. In de film is het steeds de vraag wie er nu eigenlijk normaal is en wie er afwijkt van de
bron 6
Little Miss Sunshine is een roadmovie. De hele familie van Olive gaat op reis omdat ze mee gaat doen met een miss-verkiezing.
norm. Is het normaal om mee te doen aan een missverkiezing als je niet graatmager bent? Is het normaal om niet te praten als je het niet naar je zin hebt? Is het normaal om Olive te steunen, ook al heeft ze nauwelijks kansen? Is het normaal om iemand uit te sluiten van de wedstrijd als ze anders is dan de andere meiden? Allemaal lastige vragen. Want het ligt er maar net aan van welke kant je het bekijkt! (Zie bron 6.) 36 W at is het unieke van Olive en haar familieleden? 37 Waarom zou het niet normaal zijn voor Olive om mee te doen met de missverkiezing? 38 Wie is er in het verhaal van ‘Little Miss Sunshine’ het meest normaal? En wie het minst? 39 40 41
Lees bron 6. aarom wordt Olive uitgelachen? W Welke rollen zijn er omgekeerd? Waarom komt uiteindelijk iedereen die meedoet aan de verkiezing over als heel vreemd? 42 Wat is volgens jou normaal?
Rollen omgekeerd Na de nodige toestanden bereikt de familie Hoover eindelijk de missverkiezing. De kleine Olive valt volledig uit de toon – alle andere meisjes zien er totaal anders uit en gedragen zich anders. Olive voelt dat natuurlijk ook wel. Haar vader en haar broer willen voorkomen dat ze afgaat en stellen voor om maar niet mee te doen. Maar dan grijpt Olives moeder in. Ze zegt: ‘Laat haar gewoon zichzelf zijn. Als ze dit wil, dan mag ze dit doen. En wij zullen haar steunen!’ En dat doen ze ook. Als Olive wordt uitgelachen om haar uitdagende dansje, dat ze van haar vreemde opa heeft geleerd, staat haar familie op om haar aan te moedigen. En als anderen proberen Olive van het podium te halen, dansen haar vader, haar broer en haar oom met haar mee. De rollen zijn dan allang omgekeerd: iedereen die meedoet aan de missverkiezing komt over als heel vreemd. En de familie Hoover is een gezellige, warme familie waar je je zo bij zou willen aansluiten.
43 Rollenspel Bedenk een voorbeeld van normaal en abnormaal gedrag in een van de volgende situaties: - thuis - op school - bij een begrafenis - in een drukke winkel - bij het uitgaan - tijdens een familiediner - bij een voetbalwedstrijd van Oranje w Laat in een kort rollenspel zien wat je bedacht hebt. 44 Definitie maken Maak in eigen woorden een definitie van ‘normaal’. w Bespreek met de klas welke definities er zijn gemaakt en probeer één definitie te maken, waarmee iedereen het eens is.
5·2 Gewoon anders
19
5·3
Vrouwen en mannen
In deze les gaan we na wat de verschillen zijn tussen mannen en vrouwen, niet alleen in het persoonlijk leven maar ook in de samenleving.
Vrouwen zijn anders dan mannen. Uiterlijk natuurlijk, maar ook innerlijk. Vrouwen en mannen hebben andere interesses, andere voorkeuren, andere gevoelens. Het maakt nogal wat uit of je met een man of een vrouw te maken hebt. Hun plaats in de samenleving is dan ook heel verschillend.
Kun jij bij een baby zien of het een jongetje of een meisje is?
20
J/M Wanneer je een baby ziet, moet je vaak aan de ouders vragen of het een jongetje of een meisje is. Dat kun je niet zomaar zien aan het gezicht, het haar of de lichaamsbouw. Vaak doen de ouders wel hun best om duidelijk te maken of het een jongetje of een meisje is. Er is beschuit met rose of met blauwe muisjes. Er hangt een blauwe ‘Hoera een jongen’-slinger voor het raam of bezoekers komen met een lief rose jurkje voor de baby. Mensen doen ook verschillend tegen jongens en meisjes. Uit onderzoek blijkt dat meisjes vaak ‘schattig’ en ‘lief’ genoemd worden. Jongetjes worden eerder ‘stoer’ en ‘sterk’ genoemd. Als het kind groter wordt, worden de verschillen nog meer benadrukt. Jongetjes en meisjes krijgen natuurlijk verschillende kleding aan, maar ze krijgen ook verschillend speelgoed. Is dat omdat het zo hoort, of komen de verschillen uit de kinderen zelf? Gaat een jongen als vanzelf buiten rennen en voetballen? En vinden alle meisjes het leuk om te knutselen? Of is het de omgeving, die dit gedrag stimuleert?
45 Als jij later een kind zou krijgen, zou je dan liever een zoon of een dochter willen? Waarom? 46 Gaan docenten op school verschillend om met jongens en meisjes? Zo ja, noem een voorbeeld. 47 Welke dingen doe jij speciaal met je vader? En wat doe je vooral met je moeder? Zijn er dingen die je alleen met een van beiden bespreekt?
Verschillen Dat mannen en vrouwen van elkaar verschillen, is aan de buitenkant al te zien. Mannen zijn over het algemeen groter. Ze zijn meer behaard en hebben meer spieren. Vrouwen zijn ronder en zachter. Ze zijn erop gebouwd om kinderen te baren en te voeden. Zijn er ook verschillen aan de binnenkant? Recent onderzoek laat zien dat mannenhersenen er anders uitzien dan die van vrouwen. En dus vertonen mannen ander gedrag dan vrouwen. Veel jongens vechten liever een ruzie uit, dan dat ze erover praten. En veel vrouwen rijden op zoek naar
een parkeerplek liever een straatje om dan dat ze ergens strak moeten inparkeren. Toch gaan dit soort uitspraken altijd over gemiddelden. Over wat er ‘in het algemeen’ geldt. Uitzonderingen zijn er genoeg. Want natuurlijk zijn er ook mannen die heel goed over hun gevoelens kunnen praten. En er zijn zat vrouwen die zonder problemen hun auto overal kwijt kunnen. Maar dat kunnen ook de uitzonderingen zijn die de regel bevestigen… 48 Wat vind jij typisch gedrag van een jongen? En wat van een meisje? 49 Denk jij dat dit gedrag is aangeleerd of dat het is aangeboren? Leg je antwoord uit. 50 Zijn er volgens jou dingen die jongens beter kunnen dan meisjes? En omgekeerd? Hoe komt dat? 51 Zijn er ook beroepen die speciaal geschikt zijn voor mannen? En wat zijn echte vrouwenberoepen?
Voorvechters van vrouwenrechten
Feminisme
zoeken naar de
Hoe het ook komt, mannen en vrouwen verschillen van elkaar in gedrag en interesse. Maar ook al zijn mannen en vrouwen niet gelijk aan elkaar, ze zijn wel gelijkwaardig. Ze zijn evenveel waard. Dat klinkt logisch, maar toch is de praktijk anders. Nog altijd verdienen vrouwen minder dan mannen, ook al doen ze hetzelfde werk. Vrouwen zijn vaker overbelast. Vrouwen kunnen minder makkelijk een toppositie bereiken. Op allerlei terreinen is de macht in handen van blanke mannen. Zeker, er is in veel landen al heel veel veranderd. Vaak is de positie van vrouwen
juiste balans tussen man en vrouw.
bron 7 Women inc. Als je iets wilt veranderen, is het handig om met elkaar samen te werken. In je eentje bereik je minder dan met een grotere groep. Dat is de gedachte achter Women inc. Onder het motto ‘vergroot je kansen’ organiseren zij lezingen, workshops, ontmoetingen en discussies voor vrouwen. Met elkaar maken deze vrouwen zich sterk voor gelijke be loning. Ze ijveren voor meer vrouwelijke deskundigen op tv én naar meer mogelijkheden voor mannen om een deel van de zorgtaken in het gezin op zich te nemen.
een stuk beter dan honderd jaar geleden. Maar er is nog veel te verbeteren. (Zie bron 7.) Feminisme is de strijd voor gelijkwaardigheid van mannen en vrouwen. Feministen vinden dat vrouwen evenveel kans moeten hebben op een goede baan. Dat vrouwen evenveel moeten verdienen als mannen. En dat vrouwen niet als vanzelfsprekend voor de kinderen moeten zorgen. 52 Weet je uit eigen ervaring voorbeelden van vrouwen en mannen die in de praktijk niet gelijkwaardig zijn? 53 Vind je het terecht dat er (nog altijd) feministen actief zijn? 54 Vind jij het goed als de overheid grote bedrijven dwingt om meer vrouwen in de top van het bedrijf te benoemen? 55 Wil jij als man later een fulltime baan of wil je ook tijd besteden aan kinderen en huishouding? Lees bron 7. 56 Ga via Perspectief-online naar de website van ‘Women inc.’ en kijk welke actuele acties en activiteiten er zijn te vinden. w Welke activiteit vind je het meest aansprekend?
5·3 Vrouwen en mannen
21
Vrouwen, mannen, godsdiensten Bijbel Ester speelde als vrouw een belangrijke rol bij de redding van haar volk. Kijk hoe zij de onderminister Haman te slim af was.
In elke godsdienst spelen vrouwen een belangrijke rol, maar in de dagelijkse praktijk worden vrouwen nogal eens achtergesteld bij mannen. Is dat de ‘wil van God’ of worden oude teksten verkeerd uitgelegd? Of is het de tijdgeest van toen die van invloed is geweest? In de meeste godsdiensten zijn er grofweg twee opvattingen. De ene groep vindt dat vrouwen geen openbare rol hoeven te vervullen. Ze willen de vrouw beschermen, omdat zij het fysiek al zwaar genoeg heeft. Want kinderen krijgen en opvoeden is een zware taak. Daarom worden ze vrijgesteld van andere zware taken, die mannen beter kunnen doen. En de vrouwen zelf kiezen ook vaak voor zorgende taken. Zij vinden dat dit hun kwaliteit is. De andere groep mensen vindt dat allemaal achterhaald. Zij vinden dat vrouwen gewoon dezelfde taken kunnen vervullen als mannen. En omgekeerd, natuurlijk.
57 Vind jij dat vrouwen en mannen dezelfde taken kunnen vervullen? 58 Vind je dat vrouwen het zwaarder hebben dan mannen? 59 Moeten vrouwen beschermd worden? En hoe kun je dat dan het best doen?
Stromingen-opdracht 60 De strijd tussen mannen en vrouwen draait vaak om ongelijkheid en ondergeschiktheid. Ook binnen de godsdiensten. Is de man de baas over de vrouw? Kunnen vrouwen heilige taken vervullen? Daar zijn verschillende verhalen over te vertellen. w Lees de informatie op de volgende pagina’s. w Geef bij elke stroming in één zin weer hoe de positie van de vrouw is. w Beoordeel of er in de verschillende stromingen sprake is van onderdrukking van de vrouw.
Moeder
Moeder en dochter bij de sabbatskaarsen.
22
Hoewel iemand zich tot het jodendom kan bekeren, gebeurt dat niet vaak. Jood ben je door je geboorte. Bepalend hiervoor is de moeder: is zij joods, dan zijn haar kinderen dat ook. Dat geeft de vrouw een bijzondere plek. Hiervoor bestaat natuurlijk ook een heel praktische reden: er kan twijfel over bestaan wie de vader van een kind is. Die twijfel is er over de moeder nooit. Toch worden in de geslachtsregisters in de Tora vooral mannen genoemd! In het traditionele jodendom heeft de vrouw haar taken thuis. Terwijl de man in de synagoge de dienst uitmaakt, is de vrouw in huis het belangrijkst. Zij steekt aan het begin van de sabbat de kaarsen aan. Volgens traditionele joden worden vrouwen niet achtergesteld. Vrouwen en mannen hebben elk hun eigen plek. Ieder is even waardevol. In de meer vrije, liberale joodse gemeenten zijn wel vrouwelijke rabbijnen te vinden, die de Tora mogen bestuderen en de gebeden in de synagoge mogen doen.
Ambten
De heilige maagd Maria wordt
In de christelijke kerken zijn verschillende ambten te vervullen. Dat zijn speciale taken. Bij protestanten heb je dominees, diakenen en ouderlingen. Meestal mogen vrouwen én mannen deze ambten vervullen. In de rooms-katholieke kerk vind je priesters, bisschoppen en kardinalen. Al deze ambten mogen alleen door mannen worden vervuld. De paus die de leiding heeft over de wereldwijde rooms-katholieke kerk is ook altijd een man, want hij wordt gekozen uit de kring van kardinalen. Voor ambtsdragers geldt hier het celibaat: zij mogen niet trouwen en mogen geen omgang hebben met een vrouw. Want het was een vrouw, Eva, die als eerste zondigde tegen de wil van God. Aan de andere kant wordt Maria als moeder Gods vereerd. Zij is voor veel gelovigen de meest bijzondere heilige. In veel christelijke gezinnen is het de moeder die de kinderen het geloof bijbrengt. Veel vrouwen zijn ook actief als vrijwilliger in de kerk.
over de hele wereld aanbeden.
Hoofddoek
Een hoofddoek of niet? Ook
In de islam is de hoofddoek al gauw een twistpunt. In de Koran staat: ‘En zeg tot de gelovige vrouwen dat zij hun ogen neerslaan en hun schaamstreek kuis bewaren en dat zij hun sieraad niet openlijk tonen, behalve wat gewoon al zichtbaar is. En zij moeten sluiers over hun boezem dragen…’ (Soera 24:10.) Zoals vaak kan ook deze heilige tekst op verschillende manieren worden uitgelegd. Sommigen lezen erin dat een vrouw een nikaab moet dragen, anderen dat een hoofddoek genoeg is en weer anderen lezen er vooral in dat een vrouw zich niet open en bloot aan iedereen moet vertonen. In de discussies over de hoofddoek staan twee partijen soms fel tegenover elkaar. De ene partij ziet de hoofddoek als een door mannen bedacht machtsmiddel om vrouwen te onderdrukken. De andere partij ziet de hoofddoek als een eerbetoon aan God, een teken dat je moslima bent, waarvoor je als vrouw zelf kiest.
moslima’s maken verschillende keuzes.
23
5·3 Vrouwen en mannen
23
Godinnenbeweging
Viering tijdens de ‘Goddess
Er zijn mensen die beweren dat iedereen in de oertijd de moedergodin vereerde. Het zijn immers de vrouwen die het leven doorgeven. Wetenschappelijk gezien is er nauwelijks iets bekend over die ‘oertijd’. Maar de godinnenbeweging baseert zich op oude verhalen en rituelen van de hekserij. Ze verbindt die met ideeën over een meer spirituele en natuurlijke levensstijl. Centraal staat het leven in harmonie met de natuur. De godinnenbeweging vertelt over de sterke, innerlijke kracht van vrouwen. Die is eeuwenlang onderdrukt, met name door het christendom. Door de Godin te eren, word je weer een krachtige vrouw – zoals een vrouw eigenlijk bedoeld is. Vooral in Engeland is de beweging sterk. Elk jaar is er in Glastonbury een internationale ‘Goddess Conference’ om de Godin te eren en het vrouwzijn te vieren. Ook in Nederland kun je een opleiding tot priesteres van de Godin volgen.
Conference’ in Glastonbury.
Dichtbij het hart... In het joods-christelijke scheppingsverhaal wordt verteld over de schepping van de vrouw uit de rib van de man. Dat verhaal heeft bijgedragen aan de ondergeschikte positie van de vrouw. In het gedicht ‘Women’ wordt een andere uitleg gegeven. (Zie bron 8.) Zo kun je het dus ook bekijken… 61 Hoe komt het dat het scheppingsverhaal wel wordt gezien als bewijs van de ondergeschikte positie van de vrouw?
Krant Maak bij deze les het dubbelverhaal voor de Anders dan anderen Krant. Zie blz. 16.
24
Lees bron 8. 62 Het gedicht is geïnspireerd op het verhaal in Genesis 2:21-25. Lees ook de bijbeltekst. Wat vind je van de uitleg in het gedicht? Vind je dat de dichter gelijk heeft? Leg je mening uit. 63 Gedicht of rap schrijven Schrijf samen met iemand van het andere geslacht een rap over mannen en vrouwen.
bron 8 Women Woman was created from the rib of man, not from his head to be above him nor his feet to be walked upon but from his side to be equal near his arm to be protected and close to his heart to be loved
w Bedenk samen of je het over de verschillen of de overeenkomsten wilt hebben. w Op welke manier vullen mannen en vrouwen elkaar aan?
5路4 In deze les hebben we het over mensen die zich niet kunnen of willen aanpassen en daardoor opvallen.
Aanpassen of opvallen Iedereen is wel een beetje anders. Om niet te veel op te vallen, zul je je dus moeten aanpassen. Soms kan dat niet. Als je heel klein bent of in een rolstoel zit, bijvoorbeeld. Dan val je vanzelf op. Maar ook als je een bijzonder talent hebt, is dat opvallend. Hoe lastig of hoe leuk is dat?
Aanpassen Twijfel je wel eens over wat anderen van je denken? Of wat je moet doen om erbij te horen? Natuurlijk wil je graag dat iedereen je leuk vindt. Dat ze je begrijpen en waarderen. Vaak zul je je dan een beetje moeten aanpassen. Dat gaat min of meer vanzelf. Je vindt meestal wel hetzelfde leuk, stoer of mooi als je vrienden. Dan is het niet zo moeilijk om je aan te passen. Als je je niet aanpast, loop je de kans dat je te veel opvalt. Sommigen mensen kiezen daar zelf voor. Met een speciaal kapsel of opvallende kleren passen ze niet in het gewone plaatje. Of ze vallen op door een bijzondere hobby of muziekkeuze. Sommigen worden ermee gepest, anderen worden geaccepteerd: hij of zij is nu eenmaal zo.
Een kameleon neemt de kleur aan van zijn omgeving om niet op
64 Vind je het vervelend om je aan te passen? Of om op te vallen? 65 Wanneer moeten anderen zich aan jou aanpassen, vind je? 66 Wat is er gangbaar in jullie klas? 67 Wat moet een nieuwkomer in jullie klas doen om opgenomen te worden?
68 Als iemand zich in de klas niet aanpast, zich anders kleedt of een vreemde hobby heeft, wordt hij of zij dan gepest? 69 Rollenspel Bedenk een situatie waarin je zo min mogelijk wilt opvallen. Laat in een rollenspel zien hoe je dat doet.
Opvallen Veel mensen kunnen kiezen of ze zich aanpassen of niet. Meestal bewandelen ze een veilige middenweg door een beetje zichzelf te zijn en zich een beetje aan te passen. Zo val je niet te erg op 茅n ga je niet op in de massa. Maar er zijn ook mensen die deze keuze niet hebben. Zij vallen gewoon op. Ze worden aangestaard of nagewezen zonder dat ze er iets aan kunnen doen. Mensen die erg dik zijn, bijvoorbeeld. Of mensen met littekens van brandwonden in hun gezicht. Of mensen die erg lang zijn of juist erg klein. (Zie bron 9.)
te vallen.
5路4 Aanpassen of opvallen
25
Krant Maak bij deze les het interview voor de Anders dan anderen Krant. Zie blz. 16.
26
bron 9
bron 10
Klein van stuk De muzikant Roel van Velzen is een stuk kleiner dan de gemiddelde man. En daar worden steeds vragen over gesteld. Hoe leuk of vervelend zou dat zijn? Van Velzen: ‘Mensen willen altijd weten hoe het is om zo klein te zijn. Ik vind dat best een moeilijke vraag. Ik weet niet hoe het is om dat niet te zijn.’ Zijn stagnerende groei, maakte hem tot een onzekere puber. ‘In die tijd waren mijn klasgenoten mijn enige houvast. Ik wilde erbij horen. Hoe ik dat deed? Simpel: de juiste kleren kopen, proberen goed in de groep te passen. Meisjes? Ach, ik had wel eens een vriendinnetje, maar durfde net als iedereen op die leeftijd weinig te ondernemen. Nu komen er meisjes naar me toe en zeggen: ‘Ik vond je leuk!’ Had ik dat toen maar geweten!’ ‘Als ik alles over zou doen, zou ik veel meer van mijn eigen kracht uitgaan, me minder aanpassen. Maar ja: ik viel al zo op!’
Rolstoelbasketbal Wanda Zandbergen is zestien en zit in een rolstoel. Ze vertelt: ‘Toen ik twaalf was, moest mijn rechter onderbeen worden geamputeerd. Ik heb de tijd in het ziekenhuis en het jaar daarna erg veel moeten leren. Ik heb toen veel gebeden. Dat gaf me steun. Soms voel ik mij eenzaam. Leeftijdsgenoten begrijpen vaak niet hoe ik me voel. Lichamelijk ben ik anders, maar door mijn lichamelijke beperking ben ik geestelijk ook al wat verder. Op een sportdag kreeg ik een basketbal in mijn handen en nu doe ik fanatiek rolstoelbasketbal. Het is vooral leuk omdat iedereen in het team gehandicapt is en dus zijn we allemaal gelijk. Rolstoelbasketbal is een uitlaatklep voor me. Ik ben erdoor uit mijn depressie gekomen. Ik hoop in 2016 naar de Paralympics in Brazilië te gaan. Door te sporten met andere gehandicapten, voel ik me niet zo gehandicapt meer!’
Bron: Dagblad Trouw.
Bron: Wandasport.nl
70 Wie valt er in jouw omgeving op? 71 Zou je bevriend kunnen zijn met iemand die heel anders is? 72 Heb jij wel eens het idee dat jij heel anders bent dan anderen?
geraakt. Mensen met een handicap zien er soms heel ongewoon en opvallend uit. Maar als je ze wat beter leert kennen, wen je daaraan. Ze hebben ook gewoon gevoelens, verlangens en dromen, net als iedereen.
Lees bron 9. 73 Waaruit kun je afleiden dat Van Velzen zich toch ook wilde aanpassen? 74 Eigenlijk beantwoordt Van Velzen de vraag hoe het is om zo klein te zijn wel. Wat is zijn antwoord? 75 Wat betekent: uitgaan van je eigen kracht?
76 Hoe anders zijn gehandicapten eigenlijk? 77 Door welke handicaps wordt je leven volgens jou het meest ‘anders’?
Mensen met een handicap Ook mensen met een handicap hebben er niet voor gekozen om ‘anders’ te zijn. Ze zijn zo geboren of ze zijn later gehandicapt
Lees bron 10. 78 Welke invloed heeft de handicap van Wanda op haar omgang met leeftijd genoten? 79 Welke droom heeft Wanda? Wat vind je van haar droom? 80 Welke drie redenen heeft ze om rolstoelbasketbal te doen?
bron 11 Muzikaal Michael is dertien en uitzonderlijk muzikaal. Als kind werd hij altijd al rustig door muziek. Toen hij vijf was, heeft zijn moeder hem aangemeld bij de muziekschool. Michael kan erg goed piano spelen. Hij droomt ervan om een goede musicus te worden en zelf muziek te gaan componeren. Hij houdt van Mozart, Bach en rockmuziek. Gehandicapte sporter bereikt de finish.
81 Uitzoeken Probeer via internet te weten te komen hoe het nu met Wanda Zandbergen gaat. Is ze bezig haar droom te verwerkelijken? 82 Ervaren Laat je door iemand in een (oude) rolstoel rondrijden. Of boots een w andere handicap na door met een blinddoek te lopen of je onderbeen aan w je bovenbeen vast te binden en met krukken te lopen. Hoe ervaar je de fysieke last van een handicap? Hoe is het, denk je, om dit altijd zo te moeten doen?
bron 12 Gek van bussen Kevin is vijftien en is helemaal gek van bussen. Hij kent de hele dienstregeling van Drenthe en Overijssel uit zijn hoofd. Als er ergens een nieuwe bus rijdt, herkent hij die meteen. Iedereen vindt dat maar raar en denkt dat hij erg zijn best moet doen om dat allemaal te onthouden. Maar dat gaat bij hem eigenlijk vanzelf.
Talenten
Bijbel Jezus zegt tegen zijn leerlingen in het evangelie: ‘Word niet gelijkvormig aan deze wereld.’ Een oproep om als gelovig christen juist ‘anders’ te zijn. Wat houdt dat in?
Mensen die ‘anders’ zijn, hebben vaak beperkingen. Zij kunnen dingen niet, die mensen normaal wel kunnen. Daardoor vallen ze op. Maar er zijn ook mensen die opvallen door een bijzonder talent of een speciale interesse. Mensen die anders zijn doordat ze ergens heel goed in zijn. Zo kun je dus op heel veel verschillende manieren ‘anders’ zijn! In bron 11 t/m 13 maak je kennis met drie jongeren met bijzondere talenten. 83 Ken jij mensen met een bijzonder talent? 84 Zou jij een bijzonder talent willen hebben en daardoor opvallen? 85 Interview Interview iemand met een bijzonder talent. Bedenk vier vragen: twee over
bron 13 Eigen baas Merel heeft na schooltijd geen tijd om op school te blijven hangen. Ze moet aan het werk in haar biologische tuin. Merel is zestien en heeft haar eigen bedrijf. Op haar kamer kan gepind worden en elke woensdag brengt ze met haar bakfiets de boodschappen naar haar klanten. Daar verdient ze een leuk zakcentje mee.
dat bijzondere talent en twee over hoe het is om op te vallen. Werk het interview uit in vier vragen w met vier antwoorden.
5·4 Aanpassen of opvallen
27
bron 14
bron 15
Rechtlijnige moslima Oem Imran draagt een nikaab die haar hele lichaam bedekt, zelfs haar handen. Voor haar geloof neemt ze strikte regels in acht – tot grote schrik van haar gematigde ouders en de rest van haar omgeving. Maar de regels van Allah zijn belangrijker dan de omgang met familie en anderen, vindt ze. Ze is gescheiden van haar man. Hij vond het gênant om met haar over straat te lopen. Oem Imran vindt zichzelf een goed geïntegreerde ‘kaaskopmoslima’. Mensen die haar tegenkomen op de markt, denken daar heel anders over. Die vinden dat ze ‘anders’ is, dat ze zich moet aanpassen en dat ze haar gezicht moet laten zien. Ze reageert fel op die kritiek. Ze vindt de vrijheid waar Nederlanders de mond vol van hebben maar schijn. ‘Ik val niemand lastig en dat is voor mij belangrijk. In Nederland moet je je aanpassen, moet je zijn zoals iedereen. Maar dat is geen vrijheid! Vrijheid om te zijn wie je bent, dat moet toch kunnen?’
Leven als non Fieke heeft een gematigd katholieke opvoeding gehad; haar ouders waren niet erg bezig met het geloof. En Fieke zelf ook niet. Als ze op de havo zit, doet ze een snuffelstage in een klooster. Daar wordt er iets in haar geraakt. Ze weet ineens: dit moet ik gaan doen. Het is haar ‘roeping’. Dat betekent dat ze zich als het ware door God zelf geroepen voelt om in het klooster te gaan leven. In het klooster leert zuster Elvira Maria haar alles over het geloof en het leven als non. Haar dagelijks leven kent een strak ritme van vroeg opstaan, bidden en mediteren. Daarnaast doet ze huishoudelijk werk en is er soms wat tijd voor ontspanning. Maar wel altijd binnen de muren van het klooster. Haar ouders en vriendinnen hadden best moeite met haar besluit. Fieke niet. ‘Ik ben verliefd op Jezus en ik ga mijn liefde achterna,’ zegt ze. ‘Mijn echte vrijheid ligt in Jezus.’
Bron: www.eo.nl/jong
Bron: www.eo.nl/jong
Opvallen door je geloof
Bijbel Jezus zegt tegen zijn leerlingen in het evangelie: ‘Word niet gelijkvormig aan deze wereld.’ Een oproep om als gelovig christen juist ‘anders’ te zijn. Wat houdt dat in?
28
In je klas zitten waarschijnlijk weinig jongeren die uitgesproken gelovig zijn of die hun hele leven aan het geloof zouden willen wijden. Toch zie je meisjes met een hoofddoek op straat, waardoor iedereen meteen ziet dat ze moslima zijn. Het kan zelfs nog opvallender, zoals bij Oem Imran. Zij gaat volledig gesluierd door het leven. Dat roept veel reacties op in haar omgeving. Mensen vinden het bedreigend, overdreven en ze gaan ervan uit dat zij onderdrukt wordt. Voor Oem Imran heeft haar niqaab te maken met vrijheid. (Zie bron 14.) In de westerse maatschappij is geloven vooral iets voor privé en je bent al heel serieus als je iedere zondag naar de kerk gaat. Maar het kan nog opvallender, zoals
bij Fieke. Zij is kort na de havo ingetreden in een klooster. Ze voelt het als haar roeping om haar hele leven aan God te wijden. (Zie bron 15.) Lees bron 14 en 15. 86 Wat vind je van de keuzes van Oem Imran en Fieke? 87 Beiden hebben het over vrijheid. Wat betekent vrijheid voor hen? 88 Wat vind je van de kritiek van Oem Imran dat de gangbare vrijheid maar schijn is? 89 Wat heeft anders-zijn en opvallen met vrijheid te maken? 90 Wat vind je het meest opvallend aan Oem Imran en Fieke?
5·5
Bijzondere mensen
In deze les hebben we het over mensen die door hun bijzondere optreden of eigenzinnige denkbeelden de wereld hebben veranderd.
Elk mens is een beetje bijzonder. Maar de grote figuren uit de wereldgeschiedenis zijn de echt opvallende mensen. Zij hebben de wereld in hun tijd veranderd. Soms hebben ze nog altijd invloed op ons leven nu, soms zonder dat wij dat weten.
Jezus wast de voeten van Petrus. Schilderij van Ford Madox Brown (1821-1893).
Mensenzoon Jezus was een heel bijzonder iemand. Zijn geboorte heeft tweeduizend jaar geleden een heel nieuw tijdperk ingeluid. Het is gebruikelijk te tellen in jaren vóór en ná Christus. Jezus was bereid mensen te accepteren, die door iedereen werden ontweken. Hij ging niet zomaar af op de buitenkant van mensen, maar was in staat te zien wie iemand werkelijk van binnen is. Door zijn vijanden werd Jezus ‘vriend van tollenaars en zondaars’ genoemd. (Zie bron 16.) Een tollenaar was iemand die in dienst van de Romeinse bezetter zorgde voor het innen van de belasting. Iedereen haatte tollenaars omdat zij zich verrijkten ten koste van anderen. Jezus ging met deze mensen om, omdat hij zich juist wilde inzetten voor de mensen die van het goede spoor waren afgedwaald. Jezus werd door zijn leerlingen en tijd genoten al gezien als opvallend en anders. Ze herkenden in hem de redder die al door de profeten was aangekondigd. Zij noemden hem ‘mensenzoon’. Volgens christenen is hij zelfs ‘Zoon van God.’
bron 16 Tollenaars en zondaars Toen Jezus verderging, zag hij bij het tolhuis een man zitten die Matteüs heette, en hij zei tegen hem: ‘Volg mij.’ Hij stond op en volgde hem. Toen hij thuis aanlag voor de maaltijd, kwam er ook een groot aantal tollenaars en zondaars, die samen met hem en zijn leerlingen aan de maaltijd deelnamen. De Joodse leiders zagen dit en zeiden tegen zijn leerlingen: ‘Waarom eet uw meester met tollenaars en zondaars?’ Hij hoorde dit en gaf als antwoord: ‘Gezonde mensen hebben geen dokter nodig, maar zieken wel.’ Bron: Matteüs 9:9-13 NBV
91 Vind je Jezus een bijzonder iemand? 92 Wat bedoelen mensen als ze hem ‘redder’, ‘mensenzoon’ of ‘Zoon van God’ noemen? 93 Waarom haatte men tollenaars? 94 Welk risico nam Jezus door om te gaan met tollenaars en zondaars? Lees bron 16. 95 Wat willen de Joodse leiders weten? 96 Wat vind jij van het antwoord van Jezus? Wat bedoelt hij ermee? 97 Welke mensen van nu kun je met ‘tollenaars en zondaars’ vergelijken?
5·5 Bijzondere mensen
29
Bijzondere mensen Krant Maak bij deze les de reportage, cartoon of ingezonden brief voor de krant. Zie blz. 16.
Iemand heeft eens gezegd ‘Progress was never created by ordinary people.’ In goed Nederlands: ‘Gewone mensen hebben nooit vooruitgang gebracht.’ Nee, juist mensen die anders durven zijn en hun nek willen uitsteken, kunnen verandering en vooruitgang brengen. De grote figuren uit de geschiedenis hebben nieuwe wegen gezocht en ongewone keuzes gemaakt. Zij waren bereid om anders te denken en anders te doen. Soms zelfs tegen wil en dank.
Beroemd schilderij van de jonge Luther, geschilderd door de Duitse schilder Lucas Cranach de oudere (1472-1553).
Maarten Luther ‘Hier sta ik, ik kan niet anders...’ Het is 31 oktober 1517. Een rooms-katholieke monnik slaat met luide hamerslagen een brief met 95 stellingen op de deur van de kerk in Wittenberg. Het zijn hamerslagen die het christendom voorgoed zullen veranderen.
30 30
Op deze twee bladzijden maken we kennis met twee bijzondere figuren uit de geschiedenis: een monnik die voor een ommekeer zorgde in de christelijke kerk en een baanbrekend wetenschapper die door zijn homoseksualiteit in zijn tijd niet geaccepteerd werd.
Stromingen-opdracht 98 Lees de informatie op de volgende pagina’s en vat samen wat het bijzondere van deze twee personen was.
De man die dit deed, Maarten Luther, stond kritisch tegenover de rooms-katholieke kerk van zijn tijd. In de kerk waren er allerlei misstanden, die Luther aan de kaak stelde. Macht en geld leken veel belangrijker dan de boodschap van het evangelie. Een van de misstanden was de handel in aflaten. Oorspronkelijk was een aflaat een document waarop stond hoe je het goed had gemaakt, nadat je een zonde had begaan. Vaak werd de zonde afgekocht met een geldbedrag. Aan het einde van de Middeleeuwen was dit uitgegroeid tot een winstgevende handel. Luther kwam hiertegen in opstand. Hij besloot alles waarmee hij het niet eens was in de kerk op te schrijven en spijkerde zijn brief op de kerkdeur. Hij vond dat de kerkleiders misbruik maakten van hun macht. Omdat de Bijbel alleen beschikbaar was in het Grieks en Latijn, konden ‘gewone’ mensen hem niet zelf lezen. Priesters en bisschoppen konden gelovigen daardoor makkelijk van alles wijsmaken. De leiders van de kerk waren niet blij met Luthers kritiek. Hij moest onderduiken. Op zijn onderduikadres besloot hij de Bijbel in zijn moedertaal, het Duits, te vertalen. Zo kon iedereen de Bijbel zelf lezen en de boodschap van de kerk controleren. De opstand van Maarten Luther was het begin van de reformatie, de hervorming. Hierdoor ontstonden naast de rooms-katholieke kerk nieuwe protestantse kerken.
Het 1,5 ton wegende standbeeld van Alan Turing, gemaakt door Stephen Kettle. Het is gemaakt van een half miljoen stukjes leisteen.
Alan Turing Alan Turing was een oorlogsheld, een briljant wiskundige en de grondlegger van de moderne computerwetenschap. Zijn naam is bij veel mensen onbekend. Toch was hij een van de belangrijkste wetenschappers van de vorige eeuw. Alan Mathison Turing werd geboren in Londen op 23 juni 1912. Al vroeg had hij grote interesse voor wiskunde. Na zijn studie ging hij aan het werk als
onderzoeker in Cambridge. Daar ontwikkelde hij de Turingmachine. Daarmee legde hij de basis voor de techniek van de computers die wij vandaag de dag gebruiken. Een baanbrekende uitvinding die de wereld volkomen zou veranderen. In de Tweede Wereldoorlog speelde Turing een belangrijke rol bij het kraken van de Enigma, de codeermachine die de Duitsers gebruikten voor het versturen van geheime boodschappen. Zo heeft hij de geallieerden enorm geholpen in hun strijd tegen de vijand. In 1945 werd Turing voor zijn verdiensten tijdens de oorlog beloond met de Orde van het Britse Imperium. Turing viel niet alleen op door zijn wiskundig inzicht. Tijdens zijn leven heeft hij er nooit een geheim van gemaakt homoseksueel te zijn. In die tijd was homoseksualiteit in Engeland bij wet verboden. Daarom werd Turing na de oorlog aangeklaagd en veroordeeld. Ook mocht hij zijn werk bij de Britse Geheime Dienst niet meer voortzetten. Voor de buitenwereld leek zijn straf hem niet veel te doen. Maar op 8 juni 1954 vond zijn schoonmaakster Turing dood in zijn huis. Naast zijn lichaam lag een half opgegeten, vergiftigde appel. Volgens de lijkschouwer was het zelfmoord. Pas veel later is zijn naam gezuiverd. In 2009 bood de Engelse premier Gordon Brown zijn excuses aan voor de behandeling van Turing. Het is schokkend dat de man die tijdens de Tweede Wereldoorlog de codes van de Duitsers wist te breken, later als homoseksueel werd vervolgd.
Er wordt beweerd dat het logo van Apple een eerbetoon is aan Alan Turing als grondlegger van de computer. De appel met het hapje eruit zou verwijzen naar zijn dood en de kleuren van het logo lijken op de vlag waarmee homo’s strijden voor gelijke rechten. Maar er zijn meer verklaringen. Zo heeft een van de topmensen van het bedrijf ooit uitgelegd dat het logo verwijst naar het scheppingsverhaal, waarin Eva eet van de boom van de kennis van goed en kwaad. Het logo verwijst dan dus naar de ‘byte of knowledge’, het hapje kennis dat de computer binnen het bereik van mensen heeft gebracht. Er zijn nog meer verklaringen voor dit logo, dat wereldwijd bekend is geworden. Maar de maker van het logo – Rob Janoff – noemt in een interview al die verklaringen onzin. Hij heeft het hapje uit de appel gehaald om te laten zien dat het een appel is en geen kers.
31
5·5 Bijzondere mensen
31
5·6
Werelden van verschil
In deze les ontdekken we de verschillende werelden waarin mensen van verschillende levensbeschouwelijke stromingen leven.
Wij leven allemaal op één planeet, maar eigenlijk leeft ieder mens ook in een eigen wereld. Die wereld wordt bepaald door wat je denkt en doet, door wat je gewend bent en daardoor gewoon vindt. Voor iedereen zijn dat weer andere dingen. Dus leef je als mensen vaak in heel verschillende werelden.
32
Een andere kijk De polonaise lopen tijdens een feestje, beschuit met muisjes bij de geboorte van een baby of een verjaardagskalender op de wc – de meeste Nederlanders kijken daar niet vreemd van op. Maar een buitenlander zal zich over deze typische gewoontes waarschijnlijk zeer verbazen. Soms kan het verrassend zijn om te ontdekken hoe iemand uit een andere cultuur tegen jouw manier van leven aankijkt. Je
ontdekt dat de dingen die voor jou heel gewoon zijn, voor een ander niet vanzelfsprekend zijn. En andersom verbaas jij je waarschijnlijk net zo, als je kennis maakt met een andere cultuur. Nilgün Yerli verhuisde op haar tiende vanuit Turkije naar Nederland. In columns schreef ze over haar kennismaking met de Nederlandse leefstijl. (Zie bron 17.)
bron 17
Maatschappij Als je Nederlander wilt worden moet je een inburgeringscursus volgen. Je leert dan de bijzonderheden van het dagelijks leven in Nederland. Wat moet een nieuwe Nederlander minimaal weten om toegelaten te worden?
Gastenpantoffels Een van de eerste dingen die mijn moeder zo raar vond aan Nederlanders, was dat ze met schoenen aan het huis binnengaan. Ze kon dat niet begrijpen. Ze vond Nederlanders zo schoon… Toen wij voor het eerst bij onze buren waren uitgenodigd, stonden we demonstratief met z’n allen voor de deur onze schoenen uit te doen. De buren waren verontwaardigd en riepen: ‘Nee, nee, dat hoeft niet.’ We deden het toch. In Turkije hebben alle huizen gastenpantoffels, bijna in alle standaardmaten. Maar hier niet. Logisch, je hoeft je schoenen ook niet uit te doen. Onze buren hadden geen gastenpantoffels, dus daar zaten we met z’n allen op onze sokken. Je voelt je wel meteen thuis op deze manier, moet ik zeggen. Uit: Nilgün Yerli, ‘Turkse Troel’.
99 Ken jij mensen die de Nederlandse manier van leven raar vinden? 100 Met welke typische Nederlandse gewoontes krijgt iemand te maken die vanuit een ander land hier komt wonen? 101 Wat vind jij vreemd aan de leefstijl van mensen die in Nederland zijn komen wonen? 102 Welke typische gewoontes zijn er bij jou thuis? 103 Heb jij wel eens bij anderen thuis of in andere landen gebruiken gezien die jij raar vond? Lees bron 17. 104 Waarom kon de moeder van Nilgün niet begrijpen dat Nederlanders hun schoenen aanhouden in huis? 105 Er zijn ook wel Nederlanders die hun schoenen in huis uitdoen. Waarom? 106 Hebben jullie gastenpantoffels thuis?
Eén wereld, veel werelden Iedereen heeft zo zijn eigen gewoontes en leeft op zijn eigen manier. Die leefstijl hangt samen met je levensbeschouwing, want daaraan ontleen je je waarden en normen. Veel van jouw keuzes hebben te maken met jouw kijk op het leven, al is het soms onbewust. Iedereen leeft dus in zijn eigen wereld, waarin werk of school, hobby’s en sport, familie en vrienden een plaats hebben. En die wereld deel je met mensen die ongeveer eenzelfde kijk op het leven hebben. Samen onderscheid je je van anderen, die anders tegen het leven aankijken. Zo zijn er dus veel werelden die naast elkaar bestaan. Leefwerelden van christenen en moslims, bijvoorbeeld. Door hun verschillende manier van geloven zijn hun werelden anders. Maar ze geloven wel allebei in God. De wereld van een humanist is weer anders, want daarin komt geen God voor. En de wereld van een a-godsdienstige is nog weer anders, omdat die weer heel andere dingen belangrijk vindt. Veel verschillende werelden… En toch leven we uiteindelijk allemaal in één en dezelfde wereld. Lees de informatie op blz. 34 en 35. 107 Vind je dat Halima, Mattijs, Bas en Max hun eigen wereld goed onder woorden brengen? 108 In welke persoon herken je jezelf het meest en welke persoon vind je het meest ‘anders’?
Stromingen-opdrachten 109 Tussen een christen en een moslim zijn duidelijke verschillen. Ook tussen een humanist en een a-godsdienstige. Maar er zijn ook overeenkomsten. Maak in een strip een overeenkomst of verschil duidelijk. 110 Kies één van de personen uit en schrijf hem of haar een korte brief of e-mail als reactie. Je kunt daarin ook kritische vragen stellen of erin vermelden wat je mist in zijn of haar verhaal.
5·6 Werelden van verschil
33
Halima is… moslima ‘In Nederland is het niet makkelijk om moslima te zijn. Ik heb altijd het gevoel dat ik me moet bewijzen. Voor mij is de islam een levenswijze. Het gaat om het toepassen van het geloof en niet alleen om gebedjes opdreunen en
Mattijs is… christen ‘Christen-zijn betekent voor mij dat ik probeer het voorbeeld van Jezus te volgen. Met anderen omgaan zoals hij dat deed. Daar draait het om voor mij. Christen-zijn betekent niet dat ik mij aan
34
braaf de regeltjes volgen. Op mijn negentiende ben ik een hoofddoek gaan dragen. Ik was toen hard op zoek naar mezelf. Ik wilde meer doen voor mijn geloof. Via mijn hoofddoek wilde ik dat ook aan de wereld laten zien. In mijn familie was ik een van de eerste meisjes die vrijwillig een hoofddoek ging dragen. Mijn vader was trots op me, maar zei wel: ‘Dit is geen spelletje, dus denk er goed over na en zorg dat je er altijd voor honderd procent achter kunt staan!’ Daarnaast gaf hij me mee dat de hoofddoek zonder het gebed niet veel waarde heeft. Wij moslims bidden vijf keer per dag. In het begin vond ik dat erg moeilijk. Ik zag erg op tegen de rituele wassing die je voor het gebed moet doen. Nu vind ik het fijn om te bidden, dan ik kan even met Allah praten en hem om raad vragen. In de islam heb je ‘nya’: je ‘intentie’. Dat is de bedoeling waarmee je de dingen doet. Die zit in je hart en niemand kan die zien, alleen God. Niet de straffende God die ik uit mijn middelbareschooltijd ken, maar de barmhartige God, die altijd bij me is en me helpt als ik het moeilijk heb.‘
allerlei regeltjes moet houden. Op school moet ik dat best vaak uitleggen. Klasgenoten vragen dan of ik echt elke zondag naar de kerk moet of dat ik echt eerst moet trouwen voordat ik met iemand naar bed mag. Maar voor mij draait het niet om die dingen. Ik vind het belangrijker om mij bezig te houden met wat ik wél moet doen. Mijn geloof draait om Jezus. Hij geeft mij de opdracht om van God en van mijn naasten te houden zoals ik van mezelf houd. Dat probeer ik dus: goed zijn voor anderen, ook ver weg. En ja, daarnaast ga ik op zondag naar de kerk en bid ik voor mijn eten. Zondag is voor ons een speciale dag. Na de kerk gaan we naar huis en eten we met elkaar. Ook gaan we dan vaak op bezoek bij familie. Soms leest mijn vader na het avondeten een stuk voor uit de Bijbel. Op vrijdagavond ga ik naar de jongerenclub. Daar komen ook andere jongeren van de kerk. We lezen uit de Bijbel maar doen ook vaak gewoon leuke dingen. Ik geloof dat God mij wil helpen om goed te leven, maar ik ben zelf verantwoordelijk voor het maken van de goede keuzes.’
Bas is… humanist ‘Humanist-zijn betekent voor mij dat ik zelf vorm geef aan mijn leven. Er is geen God die het leven zinvol maakt en dus moet ik zelf zin aan het leven geven. Als humanist volg je niet zomaar klakkeloos regels en geboden op.
Max is… a-godsdienstig ‘Eigenlijk heb ik helemaal geen zin om na te denken over het leven of om daarover te praten. Het wordt al gauw wat slap gezeur, vind ik. Ik weet niet of er een God is. Ik houd me daar
35
Je denkt goed na of een regel goed voor je is of niet. Waardigheid en wijsheid ontwikkel je in jezelf en dat doe je door goed na te denken over wat een goed leven is. In humanistisch vormingsonderwijs heb ik geleerd om mijn mening en mijn eigen ideeën goed onder woorden te brengen. Maar ik heb net zo goed geleerd te luisteren naar wat anderen belangrijk vinden. Als humanist laat ik mij inspireren door films zoals ‘Intouchables’ of ‘As it is in Heaven’ en ook door goede boeken. Maar ik laat me niet zomaar iets wijs maken. Zo geloof ik niet dat God de wereld en de mens geschapen heeft, maar dat God bedacht is door mensen. Ik vind eerlijk-zijn en respect hebben voor iedereen het allerbelangrijkste wat er is. Humanisme houdt voor mij in: het streven naar menslievendheid. Dat betekent samen werken aan een humane, menselijke samenleving waarin iedereen gelijkwaardig is. Niemand mag gepest of buitengesloten worden omdat hij bijvoorbeeld toevallig roodharig, gehandicapt, moslim of homo is.’
gewoon niet zo mee bezig. Mensen die geloven, weten dat allemaal zo precies. Dan denk ik: hoe kun je dat nou allemaal weten? Ik vind het prima dat andere mensen geloven, hoor, maar ik kan me er niks bij voorstellen. Ik merk nooit wat van God, dus… Vroeger ging ik wel naar de kerk, omdat dat moest. Ik heb ook op een christelijke school gezeten, maar het heeft me nooit zo geboeid. Natuurlijk vind ik dat je eerlijk moet zijn, dat je respect moet hebben voor elkaar en dat je er geen puinhoop van moet maken. Maar daar hoef je toch niet gelovig voor te zijn? Dat spreekt gewoon vanzelf. Als iedereen normaal doet tegen elkaar, dan hoeven er toch helemaal geen ruzies of oorlogen te zijn? Wat belangrijk is in mijn leven? Nou, mijn vrienden, sporten, een goede opleiding volgen en genieten van alle leuke dingen. Mijn vriendin en mijn familie zijn ook belangrijk voor me, maar daar hoef je toch niet over te praten? Laten we gezellig een biertje drinken, dat is veel leuker dan nadenken over dit soort dingen.’
5·6 Werelden van verschil
35 35
Tussen én binnen levensbeschouwelijke stromingen zijn grote verschillen van inzicht en leefstijl. Vaak vindt iedereen van zichzelf dat hij de beste en mooiste levensbeschouwing heeft. De anderen hebben het bij het verkeerde eind. Dat heeft in de loop der eeuwen al vaak tot ruzies en oorlogen geleid. Terwijl juist iedereen zich zou moeten inzetten voor die ene wereld, die alle mensen samen tot één goede wereld moeten maken. 111 Hoe komt het dat er binnen een groep altijd weer verschillen ontstaan? 112 Heeft iemand het automatisch bij het verkeerde eind als zijn geloof of levensvisie anders is dan die van jou? 113 Geloof je dat alle mensen samen één goede wereld kunnen maken?
Compassie
Karen Armstrong, de Britse initiatiefneem-
Verschillen binnen stromingen
ster van het ‘Hand-
Nu lijkt het misschien alsof alle christenen op dezelfde manier geloven en leven. Of dat alle moslims hetzelfde zijn. Toch is dat helemaal niet zo. ‘De’ moslim of ‘de’ christen bestaat niet. Binnen het jodendom bestaat een orthodoxe en een liberale, meer vrije stroming. Er zijn rooms-katholieke, oosters-orthodoxe en protestantse christenen. En er zijn zelfs heel veel verschillende protestantse kerken. Binnen de islam zijn er kort na het leven van de profeet Mohammed twee grote stromingen ontstaan vanwege een ruzie over de opvolging van de profeet: de soennieten en sjiieten. Zelfs binnen het humanisme zijn er verschillen. Je hebt humanisten die anti-godsdienstig zijn, terwijl anderen wel openstaan voor religie. En onder a-godsdienstigen is er natuurlijk zoveel verschil, dat je eigenlijk niet eens goed van een stroming kunt spreken. Daarvoor zijn alle a-godsdienstigen veel te verschillend.
vest voor Compassie’ dat de wereldvrede tot doel heeft.
Krant Maak bij deze les de column(s) voor de Anders dan anderen Krant. Zie blz. 16.
36
Veel levensbeschouwingen schrijven voor dat je goed moet zijn voor je medemens. Maar omdat de verschillen tussen en binnen de grote stromingen vaak uitvergroot worden, leidt dat tot conflicten. Om een brug te slaan tussen de verschillende religies schreef Karen Armstrong samen met religieuze leiders van jodendom, christendom en islam het ‘Handvest voor Compassie’. Compassie betekent dat je meevoelt met anderen, ook al ben je het niet met ze eens. Deze boodschap van compassie is terug te voeren op de Gulden Regel. Die komt in alle grote religies en levensbeschouwingen voor en luidt: ‘Behandel anderen, zoals je zelf behandeld wilt worden.’ Als deze boodschap van compassie centraal staat, kunnen levensbeschouwelijke stromingen ondanks hun onderlinge en interne verschillen een bron van vrede voor de wereld zijn. 114 Hoe komt het dat er conflicten ontstaan tussen mensen van verschillende religies of levensbeschouwingen? 115 Kan de gezamenlijke Gulden Regel leiden tot onderling begrip en compassie?
5·7
Samen leven
In deze les staan we stil bij wat ons bindt, wat de onderlinge band versterkt en wat het samenleven mogelijk maakt.
Ondanks alles wat bij andere mensen anders is, moeten we toch met elkaar samenleven. Daarbij gelden rechten en plichten voor iedereen. Soms botsen die en is het lastig de grenzen te bepalen van wat kan en mag. Samenleven is een droom die alleen werkelijkheid wordt als je elkaar de ruimte geeft.
Bij teamsporten hebben alle leden van het team elkaar hard nodig, hoe verschillend ze ook zijn.
Eén team
Integratie
De een slaat een kruisje aan het begin van de wedstrijd. De ander trekt altijd eerst zijn linkersok aan omdat dit geluk brengt. Weer een ander doet mee aan de ramadan en is daarom extra vroeg opgestaan om voor zonsopkomst toch wat te kunnen eten. Een sportteam bestaat uit verschillende spelers. Allemaal hebben ze hun eigen rituelen en gebruiken. Toch vormen ze samen één team met één doel: winnen! Ook op school, op straat en thuis leef je samen met mensen die anders zijn dan jijzelf. Meestal gaat dat best goed. Maar met ruim 16 miljoen Nederlanders in een klein landje krijg je wel te maken met de gewoontes van anderen. En die zijn soms heel anders dan jij gewend bent. In de klas, in een sportteam of in een gezin leer je met deze verschillen omgaan.
In Nederland hebben altijd al mensen uit verschillende culturen samengeleefd. Dat gaat niet vanzelf. Soms botsen de verschillende gewoontes en gebruiken. Dat was al zo in de zestiende en zeventiende eeuw. Toen kwamen er joden uit Spanje en Portugal en protestanten uit Frankrijk naar Nederland. Nu zijn er moslims uit Marokko en Turkije, christenen uit Iran en hindoes uit Suriname bij gekomen. En dat is niet eens alles. De variatie is nog veel groter.
116 Kan dat volgens jou: een team vormen met verschillende mensen uit verschillende culturen? 117 Wat is daar volgens jou voor nodig?
‘Buitenlanders’ die in Nederland willen komen wonen, moeten een inburgerings cursus volgen. Het idee is dat je de taal moet spreken om hier te kunnen aarden. Ook moet je goed op de hoogte zijn van de belangrijkste gebruiken. Je moet de normen en waarden kennen die hier gelden. Aan de ene kant moeten nieuwkomers zich dus aanpassen. Bijvoorbeeld: een Engelsman kan hier niet links blijven rijden. Dan gaat het fout. Aan de andere kant moeten die nieuwkomers ook hun eigen leven kunnen leiden. Niet iedereen hoeft bloemkool met een saucijsje te eten. Natuurlijk moet je soms wennen aan mensen die er anders uitzien, anders doen, of anders geloven. Er is altijd een spanningsveld. Je wilt iedereen in zijn of haar waarde laten en tóch ook een samenleving vormen, waar samenhang in zit. Integratie is nooit ‘klaar’. Je moet er aan blijven werken. Pas als je dat doet, wordt er in een samenleving echt samen geleefd. 118 Wat is volgens jou nodig om goed met elkaar samen te leven? 119 Waardoor is het lastig om je aan anderen aan te passen?
5·7 Samen leven
37
Deze grondrechten zijn tegelijk ook verplichtingen. Als je recht hebt op gelijke behandeling, betekent dat ook dat je de vrijheid van een ander moet respecteren. Vrijheid van godsdienst betekent, dat een ander zijn eigen geloof mag hebben. En de vrijheid van meningsuiting betekent, dat je een ander nooit de mond mag snoeren. Zo zijn onze grondrechten tegelijk grondplichten tegenover anderen.
Het eerste artikel van de Nederlandse grondwet op het gebouw van ‘Art. 1 Midden Nederland, antidiscriminatie bureau’ in Utrecht.
120 Stellingen Bespreek in een lagerhuis-debat de volgende stellingen: a. Aanpassen betekent altijd dat de ‘liefde’ van twee kanten moet komen. b. Nederlanders zouden ook een cursus moeten volgen om ‘buitenlanders’ te accepteren. c. Als je ergens gastvrij wordt ontvangen is dat geen recht maar een gunst. 121 Cijfer geven Bekijk de foto hierboven. Geef een cijfer van 1 tot 10 voor de uitvoering van deze regel in het dagelijks leven. Leg uit waarom je dit cijfer geeft.
Rechten en plichten Soms zijn de verschillen tussen culturen zo groot dat het samenleven onder druk komt te staan. In Nederland zijn de rechten en plichten voor alle inwoners in de grondwet vastgelegd. Iedereen in de samenleving moet zich daaraan houden. Deze grondrechten zorgen ervoor dat iedereen zich veilig kan voelen. Het bekendste recht is artikel 1: het recht op gelijke behandeling. Discriminatie op grond van godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook is verboden. Ook het recht op vrijheid van godsdienst en het recht op vrijheid van meningsuiting vinden veel mensen belangrijk.
38
122 Waarom zou het onveilig zijn als er geen grondrechten waren? 123 Wat is volgens jou het belangrijkste grondrecht? 124 Leg uit waarom gelijke behandeling, vrijheid van godsdienst en vrijheid van meningsuiting niet alleen rechten, maar ook plichten zijn.
Botsende grondrechten Veel Nederlanders vinden de ‘vrijheid van meningsuiting’ een erg belangrijk recht. Je hoeft aan niemand toestemming te vragen om je mening te uiten. Ook als een ander het niet met jou eens is. Toch zijn er grenzen aan deze vrijheid. In de grondwet staat dat je recht op vrijheid van meningsuiting en vrijheid van godsdienst hebt ‘behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens de wet’. Dit betekent dat je altijd binnen de grenzen van de wet moet blijven. Het lastige is: soms botsen grondrechten met elkaar. Bijvoorbeeld de ‘vrijheid van meningsuiting’ en het ‘verbod op discriminatie’. Je mag toch zeggen wat je wilt? Ja, maar iemand bewust discrimineren mag niet. Mag je in zo’n geval dan toch niet zeggen wat je wilt? Ook de godsdienstvrijheid kan botsen met andere rechten, bijvoorbeeld met het recht op gelijke behandeling. Er ontstond bijvoorbeeld een stevige rel toen een pastoor homoseksuelen niet toeliet tot de eucharistie. Sommige andere kerken waren het daar helemaal niet mee eens. En ook de homoseksuelen zelf kwamen natuurlijk op voor hun belangen. Volgens de godsdienstvrijheid mag een pastoor vinden dat homoseksuelen niet thuishoren in de kerk. Maar homo’s hebben het recht net zo behandeld
Maatschappij Elk jaar wordt op tal van scholen de ‘Dag van respect’ georganiseerd. Aan iedere beschaafde samenleving ligt ‘respect’ ten grondslag. Respect voor jezelf, voor elkaar en de wereld waarin wij leven. Is er in de klas en op school genoeg respect voor elkaar? Wat kun je doen om hieraan met elkaar te werken?
125 Welke grondrechten botsen in het voorbeeld van de pastoor die homoseksuelen niet in zijn kerk wilde toelaten? 126 Is er een grens aan de vrijheid van meningsuiting? 127 Stellingen Bespreek de volgende stellingen met elkaar: a Vrijheid van meningsuiting geldt altijd. b Als je een grap maakt over iets wat voor een ander belangrijk is, dan toon je geen respect. c Het recht op de vrijheid van meningsuiting is minder belangrijk dan het recht op gelijke behandeling. d De grens van de vrijheid van meningsuiting is bereikt als mensen elkaar bewust beledigen en haat zaaien. e De regering moet optreden als iemand misbruik maakt van de vrijheid van meningsuiting.
Eén dag per jaar stilstaan bij de noodzaak om elkaar de ruimte te geven.
te worden als andere gelovigen. En er mag niet gediscrimineerd worden op grond van seksuele geaardheid of op grond van iemands geloof. Hoe moet je daar nog uitkomen? Meestal worden dit soort zaken door de rechter beslist. Hij weegt af welk recht in een bepaald geval het zwaarst weegt.
De droom van Martin Luther King In de samenleving van de Verenigde Staten was er halverwege de vorige eeuw veel ongelijkheid. De slavernij was wel afgeschaft, maar zwarte mensen werden door de rassenwetten niet menswaardig behandeld. Van een samenleving van blanken en zwarten was geen sprake. Mensen met een donkere huidskleur hadden bijvoorbeeld geen recht op een zitplaats in de bus; ze moesten opstaan voor blanken als het te vol werd. Zo waren er veel meer regels waardoor blanken werden bevoordeeld en zwarten werden benadeeld. Er was dus geen sprake van een gelijke behandeling of een verbod op discriminatie zoals in Artikel 1 van onze Grondwet. Martin Luther King heeft gestreden voor gelijke rechten van blanken en zwarten in Amerika. Hij was tegen discriminatie en onderdrukking, maar heeft nooit geweld gebruikt. Vooral zijn vlammende toespraken hadden een enorme uitwerking op mensen. Uiteindelijk heeft King die strijd wel
5·7 Samen leven
39
Bijbel Martin Luther King baseerde zijn toespraken op profetische teksten uit het bijbelboek Jesaja. Welke overeenkomst is er tussen het visioen van Jesaja en de droom van King?
Dominee Martin Luther King tijdens zijn wereldberoemde toespraak in 1963.
40
met de dood moeten bekopen. Op 4 april 1968 is hij vermoord. De meest indrukwekkende toespraak van King was: ‘I have a dream’. Hij hield die toespraak tijdens een grote mars naar Washington in 1963. (Zie bron 18.) Toen Barack Obama in januari 2009 werd beëdigd als eerste zwarte president van de VS, zagen velen dit als een vervulling van de droom van King. 128 Wat heeft de strijd van M.L. King te maken met de grondrechten in onze grondwet? 129 Welke voorbeelden ken je van ongelijke behandeling van mensen in onze tijd? 130 Wat heeft volgens jou de strijd tegen de rassenwetten in Amerika te maken met integratie, respect en compassie? Lees bron 18. 131 Heeft King gelijk als hij zegt dat alle mensen gelijk geschapen zijn? Leg je antwoord uit. 132 Wat heeft het leven van King met het thema ‘Anders’ te maken? 133 Is de droom van King werkelijkheid geworden? Leg je antwoord uit.
bron 18 ‘I have a dream…’ ‘Ik heb een droom… Dat dit volk op een dag op zal staan en zal begrijpen wat wij vanzelfsprekend vinden: dat alle mensen gelijk geschapen zijn! Ik heb een droom… Dat eens op de rode heuvels van Georgia de zoons van vroegere slaven en de zoons van vroegere slaven eigenaren als broeders aan één tafel zullen zitten. Ik heb een droom… Dat eens zelfs de staat Mississipi, een staat die nu wordt verstikt door de hevigste onderdrukking, zal worden herschapen in een oase van vrijheid en recht. Ik heb een droom… Dat mijn vier kleine kinderen eens zullen leven te midden van een volk dat hen niet zal beoordelen naar de kleur van hun huid, maar naar de inhoud van hun karakter.’ Uit: Coretta King, Mijn leven met Martin Luther King
Elk jaar is er een actiedag van NLdoet.
Samen leven kan
Duizenden vrijwilli-
Je merkt het als het Nederlands voetbalelftal speelt. Het is stil op straat tijdens de wedstrijd. De spanning is voelbaar in de oranje gekleurde huizen. En als ‘we’ gewonnen hebben ontstaat er een waar volksfeest. Ineens staan wij allemaal achter Oranje. Op zo’n moment vallen alle verschillen even weg. Een voetbalwedstrijd of een andere grote gebeurtenis verbindt de mensen in de samenleving met elkaar. Toch blijven de onderlinge verschillen bestaan. Vraag de mensen naar hun favoriete muziek of sport, naar hun geloof of naar de gewoontes in hun gezin, en je merkt gauw genoeg dat iedereen anders is. En er zijn altijd mensen die weinig hebben met voetbal of liever niet zoveel met anderen te maken willen hebben. Meestal kunnen we daar wel mee leven. Maar als je niet uitkijkt, zorgen deze verschillen ervoor dat je uit elkaar groeit. Dat je elkaar niet begrijpt en niet meer met elkaar omgaat.
gers knappen klusjes op in heel het land.
Krant Maak bij deze les de advertentie voor de Anders dan anderen Krant. Zie blz. 16.
In Nederland zijn er organisaties die mensen met elkaar in contact proberen te brengen. Want als je elkaar ontmoet, weet
je wat voor de ander belangrijk is en leer je de ander begrijpen. En als je elkaar kent, ontstaat er ook gemakkelijker een onderlinge band. Zo organiseert het Oranje Fonds ieder jaar ‘NL-Doet’. Dit is een dag waarop iedereen zich van zijn beste kant kan laten zien en meehelpt met klusjes in de buurt. Mensen ontmoeten elkaar en leren elkaar kennen. Dat maakt de samenleving sterker. Want zo ontdek je dat er genoeg is wat ons samenbindt. 134 Wat vind jij ervan dat Nederlanders zich meer één volk voelen wanneer ‘Oranje’ moet voetballen? Werkt dat bij jou ook zo? 135 Welke nationale gebeurtenissen zijn er nog meer samenbindend? 136 Actiedag Ga via Perspectief-online naar de website van het Oranje Fonds en kijk welke activiteiten zij organiseren om de samenleving sterker te maken. Welke activiteit spreekt jou het meest w aan? Waarom? Wat zou jij in jouw omgeving kunnen w doen tijdens de actiedag van NL-Doet?
5·7 Samen leven
41
project
1 lden
Superhe
helden Superman, Spiderman en Batman... Echte superhelden die nergens voor terugschrikken. Met hun superkrachten en bovenmenselijke eigenschappen zetten ze hun eigen leven op het spel om anderen te beschermen. Vaak zonder er iets voor terug te verwachten. Ze lopen niet met hun goede daden te koop en blijven het liefst anoniem. Maar, een stripheld is slechts een held op papier. Bestaan er ook echte helden? Heldenverhalen zijn van alle tijden. Elk volk en elke tijd kent zijn eigen held of heldin. Er zijn helden die alleen voorkomen in mythen en legendes. Deze verhalen dienden als voorbeeld voor mensen. Of ze maakten een bepaalde eigenschap van een god duidelijk. Maar er bestaan ook echte historische helden. Vaak worden hun daden wat groter gemaakt dan ze in werkelijkheid waren. Dat hoort erbij. Robin Hood was een Engelse volksheld. Jeanne d’Arc verjoeg in haar eentje het Engelse leger en was dus een Franse heldin. En in Nederland hebben we met Piet Hein en Michiel de Ruyter echte zeehelden. Ook godsdiensten kennen hun helden. Mannen en vrouwen die ondanks vervolgingen vasthielden aan hun geloof. Mensen die opkwamen voor armen, zieken, weduwen en wezen.
42
Een held is iemand die uitblinkt in moed en niet terugschrikt voor gevaren. Een held kan niet tegen onrecht en heeft een sterk gevoel voor verantwoordelijkheid. Een held wordt bewonderd om zijn daden. Dat klinkt allemaal groots. Maar ben je ook een held als je opkomt voor iemand die gepest wordt? Of als je geld geeft aan een goed doel? Dit project gaat over helden. Helden dichtbij en ver weg, van vroeger en van nu. Mythische helden en echte helden. Wanneer ben je eigenlijk een held? En hoe gaan we met helden om? Dat ga je ontdekken tijdens dit project ‘Helden’. Op de website: www.perspectief-online.nl vind je alle opdrachten met de nodige uitleg.
n echte taal’. Ee s n a v n a enselijke n. ‘De m Superma Met zijn bovenm om te r ld. ltijd klaa superhe taat hij a t. s n e t h c kra rech tegen on strijden ken eld en te n superh elke e ig e je zelf at zien w aat zien Bedenk arin je la a w ip bezit. L r t een s uw held jo n e t h c zet. superkra held zich voor in w waar jou