Waarom voel je je soms superfit – en soms helemaal niet? Wat is écht gezond eten? En moet je elke dag sporten? In dit project onderzoek je voeding, beweging en leefstijl. Je ontdekt wat gezond leven betekent, wat social media daarover vertelt en hoe jouw eigen gewoontes daarbij passen. Je doet een challenge, maakt een voedings- en bewegingsschema en interviewt iemand over zijn of haar leefstijl.
Daarna ga je zelf aan de slag als fitfluencer. Met filmpjes, podcasts of posts deel je jouw ideeën en inzichten – eerlijk, creatief en inspirerend.
Opdracht 1
PRAKTISCHE OPDRACHTEN DIE BIJ DIT PROJECT HOREN:
1 Gezond leven: wat is dat eigenlijk?
2 Eten en kiezen
3 Bewegen en balans
4 Fitfluencercampagne
BIJ ELKE OPDRACHT STAAT:
✖ een pictogram dat aangeeft of je de opdracht alleen of met je team maakt
✖ wat je nodig hebt om de opdracht uit te voeren
✖ welke bronnen je kunt gebruiken bij het maken van de opdrachten
✖ een tip voor het maken van de opdracht
✖ een instructie en checklist
hoe je de opdracht uit moet voeren
✖ aan welke leerdoelen je werkt
Gezond leven: wat is dat eigenlijk?
Wat is nou écht gezond leven? Gaat het alleen om sporten en groente eten? Of speelt er veel meer mee dan je denkt? Deze week duik je in de wereld van gezondheid. Je gaat onderzoeken wat gezond leven allemaal betekent- voor je lichaam, je geest én in contact met anderen.
Maak een mindmap
In deze opdracht ga je onderzoeken wat een gezonde leefstijl inhoudt. Je maakt een mindmap waarin je laat zien welke factoren invloed hebben op je lichamelijke, geestelijke en sociale gezondheid.
X Leerdoelen
Je werkt in deze opdracht aan de volgende leerdoelen:
✖ Je kunt uitleggen wat een gezonde leefstijl is en welke factoren invloed hebben op lichamelijke, geestelijke en sociale gezondheid.
✖ Je kunt informatie uit bronnen gebruiken om inzicht te krijgen in gezondheid en leefstijl.
✖ Je kunt een mindmap maken waarin je gezondheidsfactoren weergeeft.
X Bronnen
Tekstbron 1.1 Fysieke, psychische en sociale gezondheid
Tekstbron 1.2 Factoren die de gezondheid beïnvloeden
Tekstbron 1.4 Invloed van stress, ontspanning en welzijn
Uitwerkbijlage Mindmap
X Wat heb je nodig
Pennen en stiften
A4-papier
Computer met internet
Bij het maken van je mindmap gebruik je kleuren, symbolen of plaatjes, zodat het overzichtelijk en creatief wordt. De mindmap is het startpunt van je eigen onderzoek naar een gezonde leefstijl.
1.1
1.2
X Uitvoering
Pak de tekstbronnen erbij en zoek op welke factoren invloed hebben op je lichamelijke, geestelijke en sociale gezondheid.
Gebruik de uitwerkbijlage Mindmap. Je maakt een mindmap met de vraag: Wat is gezond leven? Deze vraag staat in het midden van je papier.
Vanuit de drie hoofdvertakkingen (lichamelijke gezondheid, geestelijke gezondheid en sociale gezondheid) vul je de mindmap verder aan. Schrijf bij elke vertakking welke dingen daar invloed op hebben of erbij horen.
Vergelijk je mindmap met die van een klasgenoot. Wat zie je bij de ander wat jij nog niet hebt? Wat kun je nog aanpassen? Bespreek het met elkaar en vul je eigen mindmap aan.
Laat je mindmap controleren door de docent.
Controleer of je alle punten van deze opdracht hebt gedaan. Vink de punten af.
Collage of poster: hoe gezond leef ik zelf?
Je hebt een mindmap gemaakt over wat gezond leven allemaal betekent. Maar hoe zit het met jouw eigen gezondheid? In deze opdracht kijk je eerlijk naar jezelf: wat gaat al goed en wat zou gezonder kunnen? Je maakt een collage of poster met beelden die jouw eigen gezondheid laten zien.
X Leerdoelen
Je werkt in deze opdracht aan de volgende leerdoelen:
✖ Je kunt inzicht tonen in je eigen leefstijl door gezonde en ongezonde gewoontes te benoemen.
✖ Je kunt reflecteren op je gedrag en aangeven wat je al goed doet en wat je nog wilt verbeteren.
X Bronnen
Tekstbron 1.1 Fysieke, psychische en sociale gezondheid
Tekstbron 1.2 Factoren die de gezondheid beïnvloeden
Tekstbron 1.4 Invloed van stress, ontspanning en welzijn
X Wat heb je nodig
Mindmap van opdracht 1
A3 Papier of computer
Gebruik kleuren, afbeeldingen en korte woorden die goed bij jou passen. Zo wordt je collage of poster niet alleen duidelijk, maar ook persoonlijk. Denk goed na over wat je echt wilt laten zien: wat gaat al goed en wat wil je verbeteren?
X Uitvoering
Pak je mindmap van opdracht 1 erbij. Gebruik deze als inspiratie voor je poster of collage.
Pak een leeg vel A3 papier of open een digitaal document. Verdeel dit in twee helften. Linkerkant: wat je nu al doet dat gezond is. Rechterkant: ongezonde gewoontes of dingen die je gezondheid minder goed doen.
Verzamel afbeeldingen of symbolen. Gebruik tijdschriften, kranten, geprinte plaatjes of teken zelf. Je mag het ook digitaal doen.
Plak of plaats de beelden op de juiste plek. Gebruik vooral beeld. Voeg eventueel korte woorden of zinnen toe voor duidelijkheid.
Bespreek je collage of poster met een klasgenoot. Wat valt op? Wat herken je bij elkaar? Wat zou je willen verbeteren?
Schrijf een top 3 aan verbeteringen die je voor jezelf wilt bereiken achterop of onderaan de poster.
Laat je collage of poster beoordelen door de docent.
Controleer of je alle punten van deze opdracht hebt gedaan. Vink de punten af.
Invloed van social media op leefstijl
Social media hebben invloed op hoe je naar jezelf kijkt, wat je koopt, wat je eet en hoe je leeft.
Soms ben je je van die invloed bewust, vaak ook niet. In deze opdracht ga je daar met anderen over in gesprek. Wat volg je eigenlijk allemaal? En hoe gezond is dat?
X Leerdoelen
Jullie werken in deze opdracht aan de volgende leerdoelen:
✖ Je kunt benoemen hoe verschillende social media gebruikt worden om doelgroepen te bereiken.
✖ Je kunt voor- en nadelen van verschillende soorten social media benoemen.
✖ Je kunt je een mening vormen over social media en deze onderbouwen.
✖ Je kunt de invloed van reclame en social media op leefstijl beschrijven.
X Bronnen
Tekstbron 1.2 Factoren die de gezondheid beïnvloeden
Tekstbron 1.15 Media en gezondheid
Uitwerkbijlage Gespreksvragen over social media
X Wat heb je nodig
Computer met Word
Pen en papier.
Luister goed naar elkaar en laat iedereen uitpraten. Ieders mening en antwoord is waardevol, er is geen goed of fout.
1.4
X Uitvoering
Vorm duo’s of kleine groepjes (2- 4 personen).
Gebruik de uitwerkbijlage Gespreksvragen over social media. Kies om de beurt een vraagkaartje en bespreek die met elkaar. Denk na over wat jij zelf ervaart en hoe dat je leefstijl of zelfbeeld beïnvloedt.
Bedenk zelf twee vragen die je gaat toevoegen aan de vragenkaartjes over social media. Schrijf die vragen in de lege rijen onderaan in de tabel.
Kies één inzicht dat je uit het gesprek meeneemt. Schrijf op: wat heeft je aan het denken gezet? Wat zou je misschien willen veranderen in je socialmediagebruik?
Controleer of je alle punten van deze opdracht hebt gedaan. Vink de punten af.
Maak een informatiekaart
In deze opdracht ga je samen met de klas onderzoeken wat welvaartsziekten zijn. Dit zijn ziekten die vaak voorkomen in welvarende landen die vaak te maken hebben met leefstijl, zoals voeding, beweging en stress.
X Leerdoelen
Jullie werken in deze opdracht aan de volgende leerdoelen:
✖ Je kunt het begrip welvaartziekten toelichten en enkele voorbeelden noemen.
✖ Je kunt uitleggen hoe gezondheid en welvaart met elkaar samenhangen.
X Bronnen
Tekstbron 1.3
Uitwerkbijlage Informatiekaart
X Wat heb je nodig
Computer met Word Internet
Gebruik je eigen woorden. Kopiëren is niet de bedoeling. Als je informatie in je eigen woorden opschrijft, onthoud je die een stuk beter!
X Uitvoering
Maak groepjes van twee tot drie personen.
Je docent wijst alle groepjes een welvaartsziekte toe. Ieder groepje krijgt een andere ziekte toegewezen, zodat je straks van elkaar kunt leren.
Zoek informatie over deze ziekte in je tekstbron en met behulp van internet. Op internet gebruik je betrouwbare bronnen zoals websites van het RIVM, Thuisarts.nl of Gezondheidsnet.nl.
Open de uitwerkbijlage Informatiekaart en vul hem in.
Opdracht 1 Gezond leven: wat is dat eigenlijk?
Maak je informatiekaart aantrekkelijk en overzichtelijk. Gebruik kleuren, titels, kaders, icoontjes of tekeningen. Zorg dat het er verzorgd uitziet én dat de informatie duidelijk te lezen en zien is.
Overleg met je docent wanneer jullie je informatiekaart gaan presenteren aan de klas.
Bereid met je groepje een korte presentatie voor van maximaal drie minuten. Vertel samen:
– Wat is de ziekte en wat zijn de belangrijkste feiten?
– Hoe zijn jullie aan de informatie gekomen?
– Wat vonden jullie opvallend of leerzaam?
Presenteer jullie informatiekaart aan de klas. Iedereen uit het groepje vertelt een deel. Spreek duidelijk en houd je aan de tijd.
Luister naar de presentaties van de andere groepjes. Per ziekte noteer je:
– Naam van de ziekte
– Wat is het? (In één korte zin)
– Wat vond jij opvallend of interessant om te horen?
Lever de antwoorden op de vragen in bij je docent.
Controleer of je alle punten van deze opdracht hebt gedaan. Vink de punten af.
2.5
Opdracht 2
Eten en kiezen
Wat stop jij eigenlijk in je lichaam op een dag? En waarom? Deze week onderzoek je wat er in ons eten zit, voor wie het geschikt is en welke keuzes je bewust kunt maken als het gaat om voeding. Je gaat ingrediënten en producten vergelijken, je maakt een voedingsschema voor een gekozen doelgroep, je observeert een gekozen persoon uit je omgeving, je geeft advies over hygiëne.
Ingrediënten en producten vergelijken
Koop je wel eens een energiedrankje? Of een lekkere reep? Waarschijnlijk weet je wel dat die producten niet heel gezond voor je zijn. Er zijn vast gezondere alternatieven die ook lekker zijn. In deze opdracht ga je dit samen met een medeleerling onderzoeken. Jullie vergelijken verschillende producten door de informatie op de verpakking te lezen. Jullie zullen ontdekken dat die niet altijd klopt. Ook leren jullie hoe je gezondere keuzes kunt maken.
X Leerdoelen
Je werkt in deze opdracht aan de volgende leerdoelen:
✖ Je kunt verschillende voedingsproducten vergelijken op basis van calorieën, vetten, koolhydraten en prijs.
✖ Je kunt bewuste productkeuzes maken en onderbouwen.
✖ Je kunt reflecteren op je eigen voedingskeuzes.
X Bronnen
Tekstbron 1.5 Voeding en gezondheid
Tekstbron 1.9 Etiketten lezen
Uitwerkbijlage Vergelijkingsschema Website Nederlands Voedingsstoffenbestand
X Wat heb je nodig
Pen en papier of computer met Word Rekenmachine of reken-app op je computer
Let niet alleen op calorieën, maar ook op vet en koolhydraten zoals suiker. Laat je niet misleiden door ‘gezond’ ogende verpakkingen.
X Uitvoering
Open de uitwerkbijlage vergelijkingsschema.
Kies vijf productparen die je met elkaar gaat vergelijken. Jullie kiezen uit iedere productgroep één vergelijkingspaar.
Vergelijk de gekozen productparen op: calorieën per 100 g/ml, vetten, koolhydraten en prijs per portie.
Vul het vergelijkingsschema in.
Bepaal per productpaar welk product het gezondst is en leg uit waarom. Noteer jullie antwoord op het werkblad.
Geef nu individueel antwoord op de reflectievraag onder aan je werkblad. Zou jij in het vervolg een ander tussendoortje of broodbeleg kiezen? Leg je antwoord uit.
Laat jullie vergelijkingsschema beoordelen door je docent.
Sla je document op als [jouw- naam]vergelijkingsschema voedingsproducten
Controleer of je alle punten van deze opdracht hebt gedaan. Vink de punten af.
Voedingsschema
Wat heb jij eigenlijk aan voeding nodig om goed te kunnen functioneren op een schooldag? En wat als je zwanger bent, topsporter of kind? Iedereen is anders, en dus heeft ook iedereen iets anders nodig als het om voeding gaat. In deze opdracht kruip je in de huid van een specifieke doelgroep. Jij gaat een voedingsschema maken dat past bij wat die persoon echt nodig heeft.
X Leerdoelen
Je werkt in deze opdracht aan de volgende leerdoelen:
✖ Je kunt een voedingsschema voor één dag opstellen voor een specifieke persoon uit een doelgroep.
✖ Je kunt rekening houden met persoonlijke omstandigheden of beperkingen.
✖ Je kunt gezonde keuzes onderbouwen.
X Bronnen
Tekstbron 1.5 Voeding en gezondheid
Tekstbron 1.8 Informatie over voedings- en beweegpatronen
Tekstbron 1.10 Energieverbruik
Tekstbron 1.11 Verantwoord voedingsgedrag
Tekstbron 1.12 Diëten, allergieën en intoleranties
Uitwerkbijlage Voedingsschema
Website Nederlands Voedingsstoffenbestand
Website Voedingscentrum
X Wat heb je nodig
Pen en papier of computer met Word
Internet
Denk vanuit je doelgroep. Wat zijn de wensen, beperkingen of allergieën van je doelgroep?
2.6
maken voor een doelgroep
2.7
X Uitvoering
Kies in overleg met de docent een persoon uit een van de volgende doelgroepen: kinderen van 6 jaar, zwangere vrouwen, fanatieke sporters, senioren (70+), vegetariërs/veganisten, lactose-intolerante personen of studenten met een bepekt budget.
Kies één bijzonderheid bij je gekozen doelgroep-persoon: lust geen tomaat, heeft een notenallergie, eet geen varkensvlees, eet nooit iets met pitjes, heeft een angst voor glibberig eten of eet halal.
Open de uitwerkbijlage Voedingsschema.
Vul het voedingsschema in voor één hele dag: ontbijt, tussendoortjes, lunch, avondmaaltijd en avondsnack. Maak een passend en gezond voedingsschema dat voldoet aan de vereiste voedingswaarde van de Schijf van Vijf. Gebruik hiervoor de website van het Voedingscentrum. Houd rekening met de wensen en beperkingen van de persoon uit de door jou gekozen doelgroep.
Laat je voedingsschema controleren door de docent en leg uit waarom dit voedingsschema aansluit bij de persoon uit de gekozen doelgroep en hoe je rekening hebt gehouden met de bijzonderheid.
Sla je document op als [jouw_naam]voedingsschema voor een dag op de daarvoor afgesproken plek.
Controleer of je alle punten van deze opdracht hebt gedaan. Vink de punten af.
Observeer, rapporteer en adviseer
Weet je hoe makkelijk het is om gewoontes te ontwikkelen zonder daar echt bij stil te staan?
Bijvoorbeeld: wat je eet, hoeveel je beweegt, of juist stilzit. Niet alle gewoontes zijn gezond. Stel je voor dat jij het verschil kunt maken voor iemand in je omgeving door een gezonde tip te geven.gewoon door goed te kijken, te vergelijken en een praktisch advies te geven. Deze opdracht daagt je uit om goed te kijken en iemand uit je eigen omgeving verder te helpen met kleine, haalbare veranderingen.
X Leerdoelen
✖ Je kunt gericht observeren wat iemand eet en hoeveel diegene beweegt.
✖ Je kunt gegevens analyseren en vergelijken met de richtlijnen van een doelgroep.
✖ Je kunt advies geven op basis van een voedings- en bewegingspatroon.
✖ BB: Je kunt je waarnemingen over voeding en beweging rapporteren.
✖ KB: je kunt een gesprek voeren met de geobserveerde persoon over zijn/haar voedings- en leefgewoonte en kunt gericht advies geven.
✖ KB: Je kunt het gevoerde gesprek over voedings- en leefgewoonten rapporteren.
X Bronnen
Tekstbron 1.8 Informatie over voedings- en beweegpatronen
Tekstbron 1.10 Energieverbruik
Tekstbron 1.13 Voedings- en leefgewoonten signaleren en rapporteren
Tekstbron 1.14 In gesprek gaan over gezonde keuzes (KB)
Uitwerkbijlage Observatieschema
Website Voedingscentrum
Website Beweegrichtlijnen
2.8
X Wat heb je nodig
Notitieboek of computer met Word- om je observaties in bij te houden.
Een persoon in jouw omgeving die wil meewerken aan jouw opdracht (bijvoorbeeld iemand uit je gezin, familie of vriendenkring).
Observeer met aandacht, vergelijk met de richtlijnen en geef adviezen die haalbaar zijn voor jouw geobserveerde persoon.
X Uitvoering
Kies een persoon uit je directe omgeving van wie je één dag wilt bijhouden wat hij of zij eet, drinkt en doet. Vraag vooraf toestemming en leg uit wat het doel is van je observatie.
Bekijk het filmpje over de beweegrichtlijnen en bekijk de bron Schijf van Vijf, afgestemd op de persoon die je wilt observeren.
Bekijk wat volgens de bronnen belangrijk is voor de persoon die jij gaat observeren. Wat heeft deze persoon nodig op het gebied van voeding en beweging? Maak hier notities van in de uitwerkbijlage Observatieschema.
Je gaat nu observeren. Observeer één uur lang wat er wordt gegeten of gedronken en hoeveel er wordt bewogen. Vul dit allemaal in op je uitwerkbijlage.
Laat de geobserveerde persoon het observatieschema eet- en beweegdagboekinvullen gedurende één dag. Deze haal je de volgende dag weer op.
Laat je observaties beoordelen door de docent.
Je vergelijkt wat jij hebt geobserveerd en wat op het observatieschema staat met de richtlijnen uit je bronnen. Je onderzoekt of de persoon voldoende heeft bewogen en of hij/zij gezond eet en drinkt. Je kijkt waar nog verbetering mogelijk is voor die dag. Maak twee kopjes in het Word-document: Verbeteringen eten en drinken en 2. Verbeteringen bewegen. Zet onder elk kopje de mogelijke verbeteringen.
Sla je document op als [jouw_naam] observeren op de daarvoor afgesproken plek.
Nu ga je adviezen schrijven. Noteer ze in je Word-verslag. Noem minimaal twee veranderingen die het meeste verschil kunnen maken en leg uit waarom je deze adviezen geeft. Maak in je Word-document een kopje 3. Adviezen. Zet hieronder de veranderingen en uitleg.
je gaat een gesprek voeren met de geobserveerde persoon over zijn/haar voedings- en leefgewoonte en je geeft je adviezen. Vertel wat je hebt gezien en wat je is opgevallen. Benoem wat al goed gaat en wat beter zou kunnen.
Rapporteer je gevoerde gesprek in je Word-document. Je maakt een kopje ‘Gespreksverslag’ en je noteert met wie je hebt gesproken, hoe het gesprek ging en wat er gezegd werd. Noteer ook wat de persoon van je adviezen vond. Sla je Word-document nog een keer op.
Laat al je gemaakte werk beoordelen door de docent.
Controleer of je alle punten van deze opdracht hebt gedaan. Vink de punten af.
Geef advies over hygiëne
Je weet vast wel dat je hygiënisch moet werken als je met eten bezig bent. Bacteriën kunnen zich namelijk snel verspreiden in de keuken. Eén foutje en iemand kan er flink ziek van worden. In deze opdracht worden jullie de expert. Jullie gaan een waarschuwingskaart maken die anderen helpt
om veilig en schoon te werken in de keuken. Want hygiëne redt écht levens. Dit is jullie kans om met creativiteit én kennis het verschil te maken!
X Leerdoelen
Je werkt in deze opdracht aan de volgende leerdoelen:
✖ Je kunt uitleggen waarom hygiëne in de keuken belangrijk is.
✖ Je kunt tips geven over het voorkomen van kruisbesmetting.
✖ Je kunt een boodschap visueel en duidelijk overbrengen.
X Bronnen
Tekstbron 1.6 Hygiëne en gezondheid
X Wat heb je nodig
Computer met Word of Canva
Internet
Papier en knutselspullen
Gebruik niet alleen tekst, maar ook afbeeldingen of pictogrammen.
X Uitvoering
Kies een plek waarvoor jullie een hygiënekaart voor de keuken gaan maken. Denk goed na: waar kunnen er risico’s optreden? Bijvoorbeeld op het aanrecht in de schoolkantine.
Bedenk één onderwerp dat belangrijk is voor de veiligheid of de hygiëne. Bijvoorbeeld: handen wassen of voorkomen van kruisbesmetting.
Schrijf vijf duidelijke waarschuwingen op. Wat is het risico? Wat kan er gebeuren (gevolg)? Wat moet je doen om het te voorkomen (tip)?
Maak een duidelijke en opvallende waarschuwingskaart. Gebruik symbolen of pictogrammen, heldere kleuren en korte en begrijpelijke zinnen.
Als je kaart klaar is, vraag je aan twee andere tweetallen een of meer tips en tops over jullie gemaakte waarschuwingskaart. Verzamel in totaal minimaal twee tips en twee tops.
Laat je waarschuwingskaart controleren door de docent. Van je docent krijgen jullie dan ook nog een tip en een top.
Hang jullie kaart op in de ruimte waar die voor bedoeld is. Gaat jullie kaart over keukenhygiëne? Hang hem dan op in de keuken.
Controleer of je alle punten van deze opdracht hebt gedaan. Vink de punten af. 2.9
Kies en maak een gezonde snack
Scrollen jullie ook weleens langs een influencer die roept dat een snack ‘supergezond’ is? Denk aan brownies van dadels, snickers maar dan supergezond of een energiereep zonder suiker. Maar... klopt dat eigenlijk wel? In deze opdracht duiken jullie in de wereld van misleiding via influencers en bepalen jullie door zelf een snack te maken: is het echt gezond, of lijkt het alleen maar zo?
X Leerdoelen
Je werkt in deze opdracht aan de volgende leerdoelen:
✖ Je weet op basis van de voedingswaarde of een product gezond is.
✖ Je kunt kritisch kijken naar informatie van influencers.
✖ Je kunt je oordeel presenteren en onderbouwen.
✖ Je kunt een snack maken met de gegeven ingrediënten.
X Bronnen
Tekstbron 1.5 Voeding en gezondheid
Tekstbron 1.15 Media en gezondheid
Website Voedingsmiddelentabel
X Wat heb je nodig
Computer met Word en internet
Rekenmachine of reken-app
Notitieboekje/papier
Ingrediënten en keukenspullen om snack te maken
Laat je niet misleiden door mooie foto’s of woorden als ‘natuurlijk’ of ‘suikervrij’. Kijk
altijd naar de ingrediënten en voedingswaarden. En bedenk: gezond betekent niet dat je het onbeperkt kunt eten.
X Uitvoering
Kies een snack die een influencer promoot als gezond.
Onderzoek: wat zegt de influencer over de snack? Wat zijn de ingrediënten? Denk je zelf dat de snack gezond is? Noteer je antwoorden in je notities of op een papier.
Zoek de voedingswaarden op van deze snack. Gebruik hiervoor de website Voedingsmiddelentabel. Noteer hoeveel kcal, vetten, vezels, koolhydraten, vitamines en mineralen er in deze snack zitten. Reken per portie.
Jullie gaan jullie gekozen snack zelf maken. Gebruik de ingrediënten die de influencer aangeeft en volg de bereidingswijze.
Proef de snack en laat je docent ook meeproeven. Let op de smaak, geur, structuur en hoe gezond het aanvoelt.
Kijk terug naar de advertentie van de influencer. Klopt het wat er gezegd werd over de snack? Kijk naar de voedingswaarde én wat je nu zelf hebt ervaren.
Bespreek: wat vinden jullie van de snack? Is het gezond of toch niet? Waaruit blijkt dit?
Vertel jullie eindoordeel aan de docent. Geef daarbij minimaal twee argumenten waarom het wel of niet gezond is.
Controleer of je alle punten van deze opdracht hebt gedaan. Vink de punten af.
3.10
Opdracht 3
Bewegen en balans
Gezond leven heeft te maken met verschillende onderwerpen, zoals gezond eten, goede hygiëne en verantwoord omgaan met social media. In de komende week staat bewegen centraal. Beweging is belangrijk voor je lichaam, maar ook voor je geest.
Breng je beweeg- en dagritme in kaart
Hoeveel beweeg jij eigenlijk op een dag? En hoeveel rust je tussendoor? In deze opdracht ga je twee dagen lang je eigen beweeg- en rustmomenten bijhouden. Hiermee maak je zichtbaar of jouw balans tussen inspanning en ontspanning goed is. Zo leer je beter voor jezelf te zorgen en ontdek je hoe je jouw ritme kunt verbeteren.
X Leerdoelen
Je werkt in deze opdracht aan de volgende leerdoelen:
✖ Je kunt je eigen beweeg- en rustmomenten herkennen en benoemen.
✖ Je kunt inschatten of je voldoende beweegt en voldoende rust neemt.
✖ Je kunt verbeterpunten formuleren voor een gezondere balans tussen inspanning en ontspanning in jouw dagelijks leven.
X Bronnen
Tekstbron 1.7 Dagritme en gezondheid
Tekstbron 1.8 Informatie over voedings- en beweegpatronen
Tekstbron 1.13 Voedings- en leefgewoonten signaleren en rapporteren
Uitwerkbijlage Observatieschema bewegen en rust Website Beweegrichtlijnen
X Wat heb je nodig
Pen en papier
Computer met Word en internet
Zet tijdens deze twee dagen een timer of herinnering in je agenda, zodat je elk dagdeel kunt noteren wat je doet. Zo vergeet je niets en krijg je een eerlijk beeld van je dag.
X Uitvoering
Bekijk het filmpje over de beweegrichtlijnen.
Houd in het Observatieschema bewegen en rust twee dagen bij wanneer je beweegt (bijvoorbeeld fietsen, wandelen, sporten, huishoudelijke taken, of traplopen) en wanneer je rust (bijvoorbeeld zitten, liggen, gamen, tv-kijken, of slapen). Schrijf bij ieder beweeg- of rustmoment hoelang ieder moment duurt.
Na twee dagen beantwoord je de reflectievragen onder aan je observatieschema. Beweeg je genoeg volgens de beweegnorm (minimaal 60 minuten per dag matig intensief bewegen voor jongeren)? Neem je genoeg rustmomenten? Is de balans tussen actief zijn en uitrusten goed voor jou? Wat zou je willen verbeteren? Beantwoord de vragen in vijf tot acht zinnen.
Laat je observatieschema en je reflectievragen beoordelen door je docent.
Sla je document op als [jouw_naam]observatieschema bewegen en rust op de daarvoor afgesproken plek.
Controleer of je alle punten van deze opdracht hebt gedaan. Vink de punten af.
Probeer een challenge uit
Bewegingchallenges zijn razend populair op social media. Misschien heb je ze weleens gezien: 30-day squat challenges, plank challenges of dansroutines van influencers. In deze opdracht gaan jullie zelf zo’n challenge uitproberen! Kies er één uit, doe mee en maak een filmpje. Daarna kijken jullie terug: hoe ging het en wat deed het met jullie?
X Leerdoelen
Je werkt in deze opdracht aan de volgende leerdoelen:
✖ Je kunt een geschikte beweegchallenge kiezen en uitvoeren.
✖ Je kunt jouw ervaring presenteren in een korte video.
✖ Je kunt reflecteren op hoe een challenge bijdraagt aan jouw gezondheid.
X Bronnen
Tekstbron 1.15 Media en gezondheid
X Wat heb je nodig
Computer met internet
Videobewerkingsapp
Word
Videocamera
Gebruik een gratis videobewerkingsapp om jouw challengevideo kort te bewerken of in te korten.
3.11
3.12
X Uitvoering
Zoek een challenge op TikTok, Instagram of YouTube die gericht is op bewegen (bijvoorbeeld: buikspieren trainen, dansen, uithoudingsvermogen vergroten of krachttraining). Zorg dat de challenge realistisch is en past bij jullie beweegniveau.
Doe mee aan de challenge en film jezelf 30 à 60 seconden terwijl jullie samen de challenge uitvoeren. Jullie hoeven niet te spreken in de video. Jullie kunnen je video ook thuis filmen, overleg dit met je docent.
Bewerk de video. Voeg eventueel muziek of tekst toe.
Open een Word-bestand en beantwoord de volgende evaluatievragen:
– Waarom kozen jullie deze challenge?
– Wat vonden jullie ervan om deze challenge uit te voeren?
– Was de challenge zwaar of viel het mee? Leg uit.
– Denk je dat een challenge jou zou kunnen helpen om gezonder te leven? Waarom wel of niet? Geef per persoon antwoord op deze vraag.
Laat jullie video en evaluatievragen beoordelen door de docent.
Sla je document op als [jouw_naam]evaluatievragen challenge op de daarvoor afgesproken plek.
Controleer of je alle punten van deze opdracht hebt gedaan. Vink de punten af.
Maak een beweeg- en dagritmeadvies voor een doelgroep
Niet iedereen leeft zoals jij. Sommige mensen bewegen veel, anderen juist weinig. In deze opdracht kruip jij in de huid van een ander. Samen met een medeleerling maak je een advies op maat: een dagindeling met voldoende beweging én voldoende rust. Zo leer je dat een gezonde leefstijl voor iedereen anders kan zijn.
X Leerdoelen
Je werkt in deze opdracht aan de volgende leerdoelen:
✖ Je kunt een beweeg- en dagritmeadvies opstellen dat past bij een specifieke doelgroep.
✖ Je kunt rekening houden met behoeften, mogelijkheden en beperkingen van anderen.
✖ Je kunt jouw advies presenteren aan anderen.
✖ Je kunt feedback ontvangen.
X Bronnen
Tekstbron 1.7 Dagritme en gezondheid
Tekstbron 1.8 Informatie over voedings- en beweegpatronen
Tekstbron 1.13 Voedings- en leefgewoonten signaleren en rapporteren
Tekstbron 1.14 In gesprek gaan over gezonde keuzes (KB)
Bijlage Casus doelgroepen
Uitwerkbijlage Beweeg- en dagritmeadvies
X Wat heb je nodig
Computer met Word Internet
Probeer realistisch te zijn: wat zou de persoon die jullie hebben gekozen echt kunnen doen?
X Uitvoering
Open de bijlage Casus doelgroepen en kies samen een persoon die jullie aanspreekt om een beweeg- en dagritmeadvies voor te maken.
Maak een overzichtelijke mindmap van jullie gekozen persoon. Zet hierin alle belangrijke informatie over deze persoon. Zo krijgen jullie goed in beeld wie deze persoon is en wat zijn of haar dagritme, gewoontes, klachten en mogelijkheden zijn.
Open de uitwerkbijlage Beweeg- en dagritmeadvies. Maak een dagindeling. Geef aan wanneer de persoon beweegt, rust, eet, werk/leert en slaapt.
Verwerk jullie advies in een presentatie van maximaal vijf minuten. Bereid de presentatie voor: vertel wie je persoon is, laat het beweeg- en dagritmeadvies zien, leg uit welke keuzes jullie hebben gemaakt en waarom. Geef één tip voor deze persoon die hij of zij nu zou kunnen toepassen om direct gezonder te leven.
Wie is de persoon? Beweeg- en dagritmeadvies
Geef jullie presentatie. Vraag na afloop drie tips en drie tops.
Sla jullie document op als [jouw_naam]-beweeg- en dagritmeadvies op de daarvoor afgesproken plek.
Controleer of jullie alle punten van deze opdracht hebben gedaan. Vink de punten af.
Maak een filmpje voor een beweegactiviteit
Jullie worden nu even de beweegcoach! Kies een doelgroep die jullie interessant vinden en bedenk een activiteit van ongeveer tien minuten die goed bij de doelgroep past. Jullie leggen in een video uit wat je gaat doen, hoe je het doet en waarom dit gezond is voor jullie doelgroep. Jullie zorgen ervoor dat jullie doelgroep de oefening meteen kan meedoen.
3.13
X Leerdoelen
Je werkt in deze opdracht aan de volgende leerdoelen:
✖ Je kunt een beweegactiviteit ontwerpen die past bij een specifieke doelgroep.
✖ Je kunt uitleggen waarom deze activiteit gezond is en hoe deze uitgevoerd moet worden.
✖ Je kunt een korte en duidelijke video maken.
✖ Je kunt reflecteren op je werk.
X Bronnen
Tekstbron 1.8 Informatie over voedings- en beweegpatronen
Uitwerkbijlage Feedback beweegactiviteit
X Wat heb je nodig
Videocamera
Computer met videobewerkingsapp
Zorg ervoor dat je tijdens het filmen duidelijk praat en de activiteit langzaam voordoet. Later kun je eventueel tekst toevoegen aan het beeld.
X Uitvoering
Kies één van de volgende doelgroepen: hoogzwangere vrouwen, kinderen bij een kinderopvang, mensen in een rolstoel, ouderen in een verpleeghuis of mensen met een geestelijke beperking.
Bedenk een beweegactiviteit van ongeveer tien minuten. Denk aan een dansje, stretchen, balans- of krachtoefeningen. Zorg dat het aansluit bij wat jouw doelgroep nodig heeft (bijvoorbeeld een rustige, energieke, veilige, of speelse activiteit)
Maak een video van maximaal drie minuten waarin jullie vertellen wie jullie doelgroep is. Daarna leggen jullie uit welke activiteit jullie hebben bedacht en hoe je deze moet uitvoeren. Jullie laten stap voor stap zien hoe je de oefeningen van deze activiteit uitvoert (geef een demonstratie van minstens twee oefeningen). Benoem in de video waarom deze activiteit goed is: bijvoorbeeld voor meer spierkracht, voor ontspanning, om meer energie te krijgen, of voor een betere balans. Vertel ook hoe vaak de doelgroep dit zou kunnen doen per week.
Bewerk jullie video. Voeg eventueel muziek of tekst toe.
Laat jullie video zien aan een ander tweetal en laat hen de oefeningen meedoen.
Vraag het tweetal om feedback. Gebruik hier de uitwerkbijlage Beweegactiviteit voor. Draai vervolgens de rollen om: bekijk de video van het andere tweetal, doe de oefeningen mee en geef feedback.
Vul daarna de reflectievragen in op hetzelfde formulier.
Laat jullie video, gekregen feedback en reflectie beoordelen door de docent.
Sla jullie document op als [jouw_naam]beweegactiviteit op de daarvoor afgesproken plek.
Controleer of jullie alle punten van deze opdracht hebben gedaan. Vink de punten af.
3.14
Bezoek een sport- of gezondheidsorganisatie
Bewegen doe je niet alleen thuis of op school. Er zijn ook organisaties die beweegactiviteiten organiseren voor allerlei verschillende mensen. In deze opdracht gaan jullie op bezoek bij zo’n organisatie, bijvoorbeeld een sportschool, fysiotherapiepraktijk, gezondheidscentrum, buurtsportcoach, yogastudio of sportvereniging. Jullie onderzoeken hoe zij bewegen stimuleren voor verschillende doelgroepen.
X Leerdoelen
Je werkt in deze opdracht aan de volgende leerdoelen:
✖ Je kunt beschrijven hoe een sport- of gezondheidsorganisatie mensen helpt om meer te bewegen.
✖ Je kunt uitleggen welke doelgroepen zij bereiken.
✖ Je kunt een gesprek voeren met behulp van een vragenlijst.
✖ Je kunt een verslag schrijven van het gevoerde gesprek.
✖ Je kunt reflecteren op wat jij geleerd hebt over een gezonde leefstijl.
X Bronnen
Tekstbron 1.8 Informatie over voedings- en beweegpatronen
Uitwerkbijlage Vragenlijst
X Wat heb je nodig
Computer met Word Internet
Bereid jullie bezoek goed voor door van tevoren te kijken op de website of social media van de organisatie. Zo kun je gerichte vragen stellen en weet je al wat meer over wat ze doen. Dit maakt je verslag sterker én het gesprek makkelijker.
X Uitvoering
Kies in overleg met jullie docent een organisatie in de buurt of jullie woonomgeving, zoals: een sportschool of fitnesscentrum, fysiotherapiepraktijk of revalidatiecentrum, wijkcentrum met sportaanbod, dans- of yogastudio of een vereniging met aangepaste sport.
Plan een bezoek aan jullie gekozen organisatie. Overleg wanneer jullie deze organisatie gaan bezoeken. Koppel dit terug aan je docent.
Open de uitwerkbijlage Vragenlijst. Lees de vragen en bedenk samen nog drie extra vragen die jullie gaan stellen tijdens jullie bezoek aan de organisatie.
Ga naar de organisatie en stel de vragen (aan een medewerker) uit de vragenlijst en jullie drie zelfbedachte vragen.
Verwerk de antwoorden in een kort verslag met een beschrijving van de opdracht en de gekozen organisatie. Ook verwerken jullie hierin de vragen met de gekregen antwoorden. Tot
slot geef je antwoord op de volgende vraag: hoe zorgt de organisatie voor een gezonde leefstijl voor haar cliënten?
Laat jullie verslag beoordelen door de docent.
Sla jullie document op als [jouw_naam]vragenlijst [naam organisatie] op de daarvoor afgesproken plek.
Controleer of jullie alle punten van deze opdracht hebben gedaan. Vink de punten af.
4.15
opdracht 4
Fitfluencercampagne
Deze week ga je onderzoeken hoe genotsmiddelen en verslaving invloed hebben op je gezondheid en keuzes. Je leert wat de effecten zijn, hoe je gezonde alternatieven kunt promoten en hoe je anderen hiervoor kunt inspireren. Ook ontwerp je je eigen fitfluencercampagne, waarin jij laat zien hoe je een gezonde leefstijl op een positieve manier kunt overbrengen.
Wat vind jij van genotsmiddelen?
Wat doet roken, vapen of drinken eigenlijk met je lijf, je brein of je keuzes? En waarom doen mensen het, ook als ze weten dat het niet gezond is? In deze opdracht duik je samen met je groepje in de wereld van genotsmiddelen. Je voert een gesprek waarin je kritisch nadenkt over de effecten van middelen op je gezondheid, je gedrag en je toekomst. Dit gesprek neem je op en bewerk je tot een minipodcast of video.
X Leerdoelen
Je werkt in deze opdracht aan de volgende leerdoelen:
✖ Je kunt argumenten geven over de invloed van genotsmiddelen op je gezondheid en leven.
✖ BB: je kunt benoemen wat de kenmerken van verslaving zijn
✖ KB: je kunt uitleggen wat de kenmerken van verslaving zijn
✖ Je kunt een kritisch groepsgesprek voeren en samenvatten.
✖ Je kunt een podcast of video maken met een duidelijke boodschap.
✖ Je kunt informatiebronnen zoeken en selecteren over het gebruik van genotsmiddelen.
X Bronnen
Tekstbron 1.16 Genotsmiddelen en verslaving Uitwerkbijlage Vragenlijst genotsmiddelen
X Wat heb je nodig
Opnameapparatuur/camera
Computer met Word
Videobewerkingsapp
Zorg voor een rustige plek om je podcast of video op te nemen.
4.16
X Uitvoering
Kies als groep een genotsmiddel zoals sigaret of vape, alcohol, wiet of een ander genotsmiddel. Overleg dit met je docent.
Open de uitwerkbijlage Vragenlijst genotsmiddelen en lees alle vragen door.
Jullie weten nu waar de vragen tijdens jullie podcast/video over gaan. Zoek alle informatie over jullie gekozen genotsmiddel op, zodat jullie straks goed voorbereid zijn op het gesprek.
Kies de vorm van het eindproduct: jullie maken òf een podcast òf een video van minimaal zes minuten waarbij jullie alle vragen gaan bespreken.
Voer het gesprek en neem het op. Het gesprek gaat niet alleen over wat jij leuk of lekker of vies vindt, maar over de gevolgen voor je gezondheid en je leven. Zorg dat iedereen aan het woord komt. Spreek duidelijk en luister goed naar elkaar.
Bewerk jullie opname tot een minipodcast of video.
Laat jullie eindproduct beoordelen door de docent.
Controleer of jullie alle punten van deze opdracht hebben gedaan. Vink de punten af.
Maak je fitfluencercampagne
De afgelopen weken heb je gewerkt aan verschillende opdrachten over gezondheid en leefstijl. Denk aan: een podcast opnemen, een gezonde snack maken, een dagritme- en beweegadvies maken. Nu is het tijd om alles samen te brengen. Je gaat nu jouw eigen fitfluencercampagne maken, zodat jij een echte influencer wordt die mensen inspireert om gezonder te leven.
X Leerdoelen
Je werkt in deze opdracht aan de volgende leerdoelen:
✖ Je kunt een campagne ontwerpen die aansluit bij de behoeften, interesses en kenmerken van een doelgroep.
✖ Je kunt een duidelijke en aantrekkelijke boodschap formuleren die motiveert tot een gezonde leefstijl.
✖ Je kunt uitleg geven over de keuzes die je hebt gemaakt voor je onderwerp, doelgroep en boodschap.
X Wat heb je nodig
Computer met internet en een presentatieprogramma
Knutselspullen
Voorgaande uitgewerkte opdrachten
4.17
X Uitvoering
Kies drie gezondheidsopdrachten die je in dit project eerder gemaakt hebt. De opdrachten gaan of over hetzelfde gezondheidsonderwerp (voeding of bewegen bijvoorbeeld) of zijn gemaakt voor dezelfde doelgroep (kinderen of ouderen bijvoorbeeld).
Heb je niet drie opdrachten gemaakt over hetzelfde gezondheidsonderwerp of dezelfde doelgroep? Overleg dan met je docent of je nog extra opdrachten gaat maken.
De opdrachten die je hebt gekozen zijn onderdeel van je campagne. Bedenk een pakkende slogan voor je campagne. Een slogan is een pakkende zin die je aandacht trekt en in je hoofd blijft hangen. Bijvoorbeeld Samen in beweging, samen sterk of Elke stap telt, of je nu 8 of 80 bent.
Maak een logo voor je campagne. Het moet in één oogopslag duidelijk zijn waar je campagne over gaat. Let op dat je logo past bij de boodschap van je campagne.
De docent geeft je een presentatievorm. Bundel de drie gekozen opdrachten voor je campagne in een presentatie. Zorg dat elke uitgewerkte opdracht in de presentatie dezelfde stijl en kleuren heeft die passen bij je logo.
Schrijf een uitleg bij je campagne. Wat is je boodschap? Voor wie is de campagne bedoeld? Waarom is dit belangrijk?
Maak je presentatie en bereid deze voor.
Presenteer je campagne in maximaal vijf minuten. Laat je uitgewerkte opdrachten zien en licht ze toe alsof jij de fitfluencer bent. Spreek duidelijk, enthousiast en overtuigend.
Controleer of je alle punten van deze opdracht hebt gedaan. Vink de punten af.
Reflectie
Je hebt de afgelopen weken veel geleerd en gedaan rond het thema leefstijl en gezondheid. In deze opdracht kijk je terug op wat je hebt gedaan én voorruit naar wat je hiermee wilt doen in je eigen leven of misschien later in je werk.
X Leerdoelen
Je werkt in deze opdracht aan de volgende leerdoelen:
✖ Je kunt terugkijken op je eigen werkproces en op de keuzes die je hebt gemaakt.
✖ Je kunt sterke punten en verbeterpunten benoemen.
X Bronnen
Uitwerkbijlage Reflectie op project Word fitfluencer
X Wat heb je nodig
Computer met Word
Denk aan je rol als influencer. Jij inspireert mensen om gezonder te leven. Maak het aantrekkelijk, duidelijk en geloofwaardig.
Schrijf in je eigen woorden en wees eerlijk over wat goed ging en wat je anders zou doen.
X Uitvoering
Open de uitwerkbijlage Reflectie op project Word fitfluencer. Lees de reflectievragen goed door.
Beantwoord elke vraag zo volledig mogelijk. Gebruik voorbeelden uit jouw eigen gemaakte opdrachten.
Schrijf in hele zinnen. Controleer je tekst op fouten en verbeter ze.
Laat je reflectie beoordelen door je docent.
Sla je document op als [jouw_naam]reflectie op project Word fitfluencer op de daarvoor afgesproken plek.
Controleer of je alle punten van deze opdracht hebt gedaan. Vink de punten af.