G o d s d ie ns t / le
v
o nde rb o u w e d r o o v g in e ns b e s c ho u w
Perspectief is een methode voor het vak Godsdienst/levensbeschouwing. Hierin ontmoet je aan de hand van alledaagse thema’s meerdere vormen van levensbeschouwing en geloof. De wereld om ons heen is er vol van. Door daar op school bewust bij stil te staan, ontwikkel je gaandeweg je eigen perspectief. Een eigen kijk op jezelf, op de ander en op het leven. Perspectief biedt doorlopende leerlijnen voor zowel vmbo (met steeds de leergids als leidraad) als voor vmbo-t/havo/vwo (met steeds één leerboek per leerjaar). De thema’s, projecten, geïntegreerde aandacht voor wereldgodsdiensten en extra Bijbel-gerichte opdrachten vormen samen met een scala aan ondersteunende filmpjes, opdrachten en verhalen voor het digibord een rijk en flexibel inzetbaar leermiddel. Perspectief is een degelijke en eigentijdse methode die docenten ondersteunt en leerlingen leert denken.
leergids vmbo
Deze leergids is van
9006484847_omslag.indd 1
05-08-13 16:08
Perspectief godsdienst/levensbeschouwing voor de onderbouw
vmbo
leergids deel
DĂŠsirĂŠ Brokerhof Hilde van Halm Mattijs Bron
9006484847_bw.indb 1
06-08-13 16:18
Colofon Perspectief Godsdienst/levensbeschouwing voor de basisvorming
Methode-overzicht:
Redactie- en auteursgroep:
vmbo
Désiré Brokerhof, Hilde van Halm, Mattijs Bron,
Lesboek 1
978-9006-48480-9
onder verantwoordelijkheid van Oase Media b.v. Hoevelaken.
Leergids 1
978-9006-48481-6
Lesboek 2
978-9006-48483-0
Aan deze methode werkten verder mee:
Leergids 2
978-9006-48484-7
Zehra Bal, Bill Banning, Emin Baydemir, Inge Brokerhof,
Leer-opdrachtenboek 3/4
978-9006-48486-1
Greet Brokerhof-van der Waa, Naomi Bronkhorst, Gerrie de Haan, Trudy Labuschagne, Halima Özen-el Hajoui, Anne Stael,
vmbo-t/havo/vwo
Rawie Sewnath, Bas van der Sijde, Anne Claudine Tuller,
Leer-opdrachtenboek 1
978-9006-48488-5
Jeroen Windmeijer.
Leer-opdrachtenboek 2
978-9006-48489-2
Leer-opdrachtenboek 3
978-9006-48490-8
Leer-opdrachtenboek 4/5/6
978-9006-48492-2
Ontwikkeling, samenstelling,fotoresearch en opmaak: Oase Media b.v., Hoevelaken Vormgeving: Ontwerpbureau Neo, Velp
digibordbij
Fotografie omslag: Inge Hondebrink, Nijmegen
1 vmhv
978-9006-48494-6
Locatie omslagfoto: Amadeus Lyceum, Vleuten
2 vmhv
978-9006-48495-3
Tekeningen en strips Mees&Mus: Margreet de Heer
3/4 vmhv
978-9006-48496-0
4/5/6 hv
978-9006-48497-7
Over ThiemeMeulenhoff ThiemeMeulenhoff is dé educatieve mediaspecialist en levert educatieve oplossingen voor het Primair Onderwijs, Voortgezet Onderwijs, Middelbaar Beroepsonderwijs en Hoger Onderwijs. Deze oplossingen worden ontwikkeld in nauwe samenwerking met de onderwijsmarkt en dragen bij aan verbeterde leeropbrengsten en individuele talentontwikkeling. ThiemeMeulenhoff haalt het beste uit élke leerling. Meer informatie over ThiemeMeulenhoff en een overzicht van onze educatieve oplossingen: www.thiememeulenhoff.nl of via de Klantenservice 088 800 20 15 ISBN 978 90 06 48484 7 Derde druk, derde oplage, 2015 © ThiemeMeulenhoff, Amersfoort, 2013 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16B Auteurswet 1912 j° het Besluit van 23 augustus 1985, Stbl. 471 en artikel 17 Auteurswet 1912, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan Stichting Publicatie- en Reproductierechten Organisatie (PRO), Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp (www.stichting-pro.nl). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet) dient men zich tot de uitgever te wenden. Voor meer informatie over het gebruik van muziek, film en het maken van kopieën in het onderwijs zie www.auteursrechtenonderwijs.nl. De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden.
Deze uitgave is volledig CO2-neutraal geproduceerd. Het voor deze uitgave gebruikte papier is voorzien van het FSC®-keurmerk. Dit betekent dat de bosbouw op een verantwoorde wijze heeft plaatsgevonden.
9006484847_PERSPECTIEF_BWLGT5.indd 2
27/02/15 11:21
Kijk om je heen Dit boek is van: School:
Klas:
Begin altijd met deze leergids.
Bij de opdrachten staat welke teksten je in het lesboek moet lezen.
1.
Wat is het eerste wat je ziet als je kijkt naar de plaatjes hierboven?
2.
Wat zie je nog meer als je langer kijkt?
3.
Wat heeft dit te maken met het vak levensbeschouwing?
1
Kijken
Lees in het lesboek de tekst ‘Kijken’ (blz. 5). 4.
Welke dingen die met levensbeschouwing te maken hebben, kom jij tegen als je om je heen kijkt?
Beschrijf drie levensbeschouwelijke dingen uit jouw omgeving of plak drie foto’s op die daar iets van laten zien.
0 Kijk om je heen
9006484847_bw.indb 3
3 06-08-13 16:18
2
Zichtbaar
Lees in het lesboek de tekst ‘Privé of niet?’ (blz. 5). 5.
Welke levensbeschouwingen zie je in jouw directe omgeving?
Geef bij elk van de acht stromingen hieronder aan of ze in jouw directe omgeving voorkomen en hoe.
6.
Vind je het goed dat mensen iets van hun levensbeschouwing laten zien?
Geef het aan op de schaal hiernaast: goed
niet goed
Leg je antwoord uit:
Lees in het lesboek de informatie over de acht levensbeschouwingen (blz. 6 t/m 9). 7.
Welke levensbeschouwing vind jij het meest zichtbaar in Nederland?
Teken het symbool van de meest zichtbare levensbeschouwing in de cirkel hiernaast.
4 9006484847_bw.indb 4
Leergids Perspectief deel 2
06-08-13 16:18
5·1
Jezelf In deze les bekijken we het eigene van ieder mens en hoeveel ruimte er is om gewoon te zijn zoals je bent.
1
Ik
1.
Laat zien wie je bent!
Plak een (pas)foto van jezelf op of teken jezelf bij het cijfer 1.
Vul bij het cijfer 2 je eigen profiel in.
Vul daarna de open cirkels in.
j/m
geboren in
humeur
1
2 hekel aan
over mij
leeftijd
hobby’s
school
woonsituatie
helden
sport
droombaan
in het kort
5·1 Jezelf
9006484847_bw.indb 5
5 06-08-13 16:18
Lees in het lesboek de tekst ‘Buitenkant en binnenkant’ (blz. 14). 2
2.
Leren mensen jou echt kennen als ze jouw profiel lezen?
3.
Zijn er ook dingen die ze niet te weten komen?
4.
Welke trefwoorden zou je gebruiken om jouw innerlijk profiel te maken?
Kies drie trefwoorden uit die te maken hebben met jouw binnenkant.
Kies uit de volgende trefwoorden:
Binnenkant
verlegen, brutaal, stil, open, agressief, zelfverzekerd, nieuwsgierig, vriendelijk, rustig, grappig, hartelijk, gesloten, sportief, dromerig, doorzetter, perfectionistisch, driftig, enthousiast, spontaan, fantasierijk, druk, ijdel, angstig, stoer, romantisch, bescheiden.
5.
Vind je het belangrijk dat anderen ook iets van je binnenkant weten?
6.
Vind je het belangrijk dat jij iets van de binnenkant van anderen weet?
Lees in het lesboek de tekst ‘Wees jezelf’ (blz. 14). 3
7.
Wanneer en waar kun je het meest jezelf zijn?
8.
Wat heb jij nodig om echt jezelf te kunnen zijn?
Jezelf zijn
6 9006484847_bw.indb 6
Leergids Perspectief deel 2
06-08-13 16:18
Lees in het lesboek de tekst ‘Ruimte’ (blz. 15). 4
9.
Hoeveel ruimte heb jij nodig?
Kleur in de figuur hiernaast in
Ruimte
de linker helft in hoeveel ruimte jij nodig hebt.
Hoe meer cirkels hoe meer ruimte.
10. Hoeveel ruimte neem jij in?
Kleur in de figuur hiernaast in de rechter helft in hoeveel ruimte jij inneemt.
Hoe meer cirkels hoe meer ruimte.
11. Is er verschil tussen de ruimte die je nodig hebt en de ruimte die je inneemt? Hoe komt dat?
Lees in het lesboek de tekst ‘Kwaliteiten’ (blz. 15). 5
12. Wat zijn jouw sterke kanten?
Vraag aan een van je klasgenoten om drie sterke kanten van jou op te schrijven.
Geef hieronder je commentaar.
Kwaliteiten
5·1 Jezelf
9006484847_bw.indb 7
7 06-08-13 16:18
5·2
Gewoon anders In deze les bekijken we het bijzondere van ieder mens en ook wat mensen juist gemeenschappelijk hebben.
13. Ken jij mensen die opvallen omdat zij ‘anders’ zijn?
1
Wanneer ben je anders? En wanneer ben je gewoon? Geef van beide een voorbeeld.
Anders
14. In plaats van het woord ‘anders’ zul je waarschijnlijk andere woorden gebruiken. Welke?
Noem er tenminste drie:
15. Wat is het verschil tussen ‘anders’ en de woorden die jij gebruikt?
16. Reageer op de stelling: Iedereen is ‘anders’!
Lees in het lesboek de tekst ‘Uniek’ (blz. 17). 17. Zet in het vakje hiernaast een vingerafdruk van
2
Uniek
jouw rechterwijsvinger.
Nu is deze Leergids echt uniek!
Bekijk met een klasgenoot jullie vingerafdrukken. Wat zijn de verschillen?
18. Wat maakt jou verder nog uniek?
Teken een zelfportret of schrijf met woorden op wat jou verder uniek maakt. (Zie opdracht 26 uit het lesboek op blz. 17.)
8 9006484847_bw.indb 8
Leergids Perspectief deel 2
06-08-13 16:18
Bekijk de strip van Mees & Mus op blz. 17 van het lesboek. En het vervolg hieronder: 3
Vreemd
19. Wat denkt Mus? Wat denkt Mees?
20. Wat vind jij van de vreemde vogel?
Lees in het lesboek de tekst ‘Verschillen en overeenkomsten’ (blz. 17-18). 4
21. Welke verschillen zijn er in de klas in
Verschillen
schoenmaat
en
lengte?
Noteer de klasgenoot met de grootste: en de kleinste:
en overeen-
22. Zijn er ook overeenkomsten tussen deze vier leerlingen? Welke?
komsten
Bekijk de foto’s bovenaan blz. 18 van het lesboek en lees het bijschrift. 23. Wat zou je ervan vinden om op school een uniform te dragen?
Geef een voordeel en een nadeel en geef je mening.
5·2 Gewoon anders
9006484847_bw.indb 9
9 06-08-13 16:18
Lees in het lesboek de tekst ‘Gewoon, normaal…’ (blz. 18). 5
24. Wat is volgens jou normaal?
Normaal
Kies één van de zinnen A t/m E, omcirkel de letter en leg in het schrijfvak hieronder je keuze uit. A. Waaraan je zelf gewend bent B. Het gemiddelde C. Wat het meest voorkomt D. Wat het minst opvalt E. Wat er van je verwacht wordt
Vul achter de bovenstaande zinnen A t/m E in hoeveel leerlingen die hebben uitgekozen. Is jouw keuze anders dan die van de meeste anderen of niet? Wat valt je op?
Bekijk de strip van Mees & Mus op blz. 19 van het lesboek. 25. Wat zou jij tegen Mees zeggen als je Mus was?
10 9006484847_bw.indb 10
En wat zou Mees dan weer terugzeggen, denk je?
Leergids Perspectief deel 2
06-08-13 16:18
5·3
Vrouwen en mannen In deze les gaan we na wat de verschillen zijn tussen mannen en vrouwen, niet alleen in het persoonlijk leven maar ook in de samenleving.
26. Wat ben jij?
1
J/M
Kleur het juiste plaatje in een passende kleur:
27. Waaraan kunnen anderen dat – los van je uiterlijk – merken?
Lees in het lesboek de teksten ‘J/M’ en ‘Verschillen’ (blz. 20-21). 28. Vind je de volgende spelletjes, sporten en spullen meer bij meisjes of bij jongens passen?
Teken je eigen (rode) schuifje op de juiste plek.
meisjes
shoppen................................................
vissen ...................................................
rugby ....................................................
babysitten............................................
ruzie uitpraten ....................................
gamen ..................................................
cadeautje kopen ..................................
voetbal .................................................
schaken ................................................
knutselen .............................................
make-up ...............................................
ijshockey ..............................................
dansen ..................................................
jongens
Heb je het schuifje vaak helemaal links of helemaal rechts gezet of juist vaak in het midden?
Vergelijk je score met die van de klas. Wat is je conclusie?
5·3 Vrouwen en mannen
9006484847_bw.indb 11
11 06-08-13 16:18
Lees in het lesboek de teksten ‘Verschillen’ en ‘Feminisme’ (blz. 20-21). 2
29. Welke beroepen zijn typisch geschikt voor mannen of voor vrouwen?
Beroepen
12 9006484847_bw.indb 12
Omcirkel in de onderstaande plaat drie beroepen die volgens jou alleen voor mannen of vrouwen geschikt zijn.
Leg uit waarom je die beroepen alleen geschikt vindt voor mannen of vrouwen.
Bespreek met een klasgenoot jouw uitleg en bekijk ook zijn of haar uitleg.
Probeer elkaar ervan te overtuigen dat de ander ongelijk heeft!
Wat is je conclusie?
Leergids Perspectief deel 2
06-08-13 16:18
Lees in het lesboek de vier informatieblokken op blz. 22-24. 3
30. Hoe is het in de vier stromingen gesteld met de positie van de vrouw?
Vrouwen,
Kies bij elke stroming drie woorden uit de informatie die daarvan iets duidelijk maken en schrijf die in de juiste vakjes hieronder:
mannen, godsdiensten
Lees de vier informatieblokken op blz. 22-24. 31. Maak met de informatie over de vier stromingen de volgende puzzel.
Verticaal 1. In de ..... kerk mogen vrouwen ook ambten bekleden. 2. Als zij joods is dan zijn haar kinderen dat ook. 3. Zij wordt als moeder van Jezus als heilige gezien. 4. Door haar te eren word je weer een krachtige vrouw. 5. De wereldwijde rooms-katholieke kerk wordt door hem geleid. 6. Veel moslima’s zien het dragen van een hoofddoek als een ...... aan God. 7. In de godinnenbeweging staat het in harmonie leven met de ..... centraal. 9. Hier staat een tekst in over het dragen van een hoofddoek of sluier. Horizontaal 8. De vrouw steekt aan het begin van de sabbat de ......... aan. 10. Het ambt van priester, bisschop, kardinaal of paus mag in de katholieke kerk alleen door een ....... worden vervuld. 11. De vrouw is belangrijk want zij geeft het ..... door.
Lees in het lesboek de tekst ‘Dichtbij het hart…’ en bron 8 (blz. 24). 32. Maak een woordspin met zoveel mogelijk woorden die de gelijkwaardigheid van mannen en vrouwen duidelijk maken.
5·3 Vrouwen en mannen
9006484847_bw.indb 13
13 06-08-13 16:18
5·4
Aanpassen of opvallen In deze les hebben we het over mensen die zich niet kunnen of willen aanpassen en daardoor opvallen.
33. Pas jij je gemakkelijk aan of vind je het niet erg om op te vallen?
1
Doe mee aan de poll.
Kijk daarna hoe de klas op de poll gescoord heeft.
Aanpassen
aantal
%
❑ Ik vind het niet erg om op te vallen en doe wat ik zelf wil. ❑ Ik probeer niet zo erg op te vallen, maar wel mezelf te blijven. ❑ Ik pas me eigenlijk altijd aan aan mijn omgeving. ❑ Ik val altijd op en kan me niet aanpassen. 34. Vallen jouw klasgenoten graag op of passen zij zich liever aan? Noteer je conclusie.
Lees in het lesboek de tekst ‘Aanpassen’ (blz. 25). 35. Hoe moet je er in jouw klas uitzien om niet te veel op te vallen? Met andere woorden: Hoe ziet de gemiddelde leerling er bij jou in de klas uit?
Vul hieronder het profiel in van de gemiddelde leerling.
kleding
bril
haar
schoenen
muziekstijl
telefoon
agenda
gedrag
in het kort
14 9006484847_bw.indb 14
Leergids Perspectief deel 2
06-08-13 16:18
Lees in het lesboek de tekst ‘Opvallen’ (blz. 25) en bron 9 (blz. 26). 2
36. Wat is de meest opvallende persoon die je ooit bent tegengekomen?
Opvallen 37. Hoe reageerde Van Velzen op het feit dat hij ‘toch al zo opviel’?
38. Om welke verschillende redenen vallen mensen op, of ze dat nu willen of niet?
!
Vul vijf redenen in, die je kunt bedenken.
Bekijk in het lesboek de foto van de gehandicapte sporter en lees bron 10 (blz. 26-27). 3
39. Vind je de prestatie van deze sporters anders dan wanneer ze geen handicap hadden?
Handicaps
Lees in het lesboek de tekst ‘Mensen met een handicap’ en bron 10 (blz. 26). 40. Vind je het terecht dat de Paralympics minder bekeken worden dan de Olympische spelen?
5·4 Aanpassen of opvallen
9006484847_bw.indb 15
15 06-08-13 16:18
Lees in het lesboek de tekst ‘Talenten’ en bron 11 t/m 13 (blz. 27). 4
41. Maak een portret van iemand in jouw omgeving die opvalt door een speciaal talent.
Plak er een foto bij in het kader.
Talenten
Lees in het lesboek de tekst ‘Opvallen door je geloof’ en bron 14 (blz. 28). 5
42. Kiest Oem Imran ervoor om op te vallen, of kan ze niet anders?
Geloof 43. Wat is jouw reactie op haar keuze om volledig gesluierd door het leven te gaan?
Lees in het lesboek de tekst ‘Opvallen door je geloof’ en bron 15 (blz. 28). 44. Wat is jouw reactie op de keuze van Fieke om haar liefde achterna te gaan?
Lees in het lesboek bron 14 en 15 (blz. 28). 45. Fieke en Oem Imran hebben het beide over ‘vrijheid’.
Wat is de vrijheid die zij bedoelen?
46. Wat heeft vrijheid te maken met het thema ‘anders’?
16 9006484847_bw.indb 16
Leergids Perspectief deel 2
06-08-13 16:18
5·5
Bijzondere mensen In deze les hebben we het over mensen die door hun bijzondere optreden of eigenzinnige denkbeelden de wereld hebben veranderd.
Lees in het lesboek de tekst ‘Mensenzoon’ en bron 16 (blz. 29). 1
47. Wat was het bijzondere van Jezus?
Jezus
Bekijk het schilderij op blz. 29 van het lesboek en lees het bijschrift. 48. Waarom kijkt Petrus zo nors? (Zoek eventueel op: Johannes 13:6-8 en 12-20).
49. Op welke manier heeft Jezus de wereld veranderd?
50. Vorig jaar heb je in deel 1 van Perspectief drie andere bijzondere mensen leren kennen. Ze spelen alledrie een rol in een andere wereldgodsdienst, zoals Jezus in het Christendom.
M
Zet hun namen in de vakjes hieronder en zet erbij waarom ze bijzonder waren.
Jezus
M
S
Lees in het lesboek de tekst ‘Bijzondere mensen’ en de informatieblokken (blz. 30-31). 2
51. Maak duidelijk op welke manier Luther en Turing de wereld hebben veranderd.
Grote figuren
5·5 Bijzondere mensen
9006484847_bw.indb 17
17 06-08-13 16:18
Lees de informatieblokken in het lesboek over Luther en Turing (blz. 30-31). 2
52. Wat kun je nog meer vinden over Luther of Thuring?
Kies één van beide grote figuren uit de geschiedenis.
Grote
Zoek op het internet naar gegevens en plaatjes.
figuren
Maak een collage van alles wat je gevonden hebt.
Laat duidelijk uitkomen op welke manier zij ‘anders’ waren en welke gevolgen dat had.
18 9006484847_bw.indb 18
Leergids Perspectief deel 2
06-08-13 16:18
5·6
Werelden van verschil In deze les ontdekken we de verschillende werelden waarin mensen van verschillende levensbeschouwelijke stromingen leven.
53. Wat zijn de belangrijke dingen in jouw eigen wereld?
1
Vul je naam in in het vakje boven de grote wereldbol.
Maak een woordspin in de grote wereldbol, waarmee je laat zien wat jij belangrijk vindt in
Verschil
jouw ‘wereldje’. Denk aan sport, vrijetijdsbesteding, etc.
Bekijk daarna met vier klasgenoten jullie woordspinnen in jullie wereldbollen.
Zet de namen van je klasgenoten bovenin de vier kleine wereldbollen.
Vul in de kleine wereldbollen in wat er bij de andere vier anders is dan bij jou.
Welke verschillen vallen je op? Wat is je conclusie?
5·6 Werelden van verschil
9006484847_bw.indb 19
19 06-08-13 16:18
Lees in het lesboek de tekst ‘Een andere kijk’ en bron 17 (blz. 32-33). 2
54. Ken je iemand die (oorspronkelijk) uit een ander land komt? Hoe kijkt hij of zij tegen Nederland aan?
Werelden
Vraag hem of haar wat er ‘anders’ is in de Nederlandse samenleving. Noteer dat hier.
Lees in het lesboek de tekst ‘Eén wereld, veel werelden’ (blz. 33). 55. Elke levensbeschouwing is ook een wereld op zich. Ken jij mensen van andere levensbeschouwingen?
Zet hun namen in de betreffende stukken van de ene wereld, die we met elkaar delen.
Lees in het lesboek de informatieblokken op blz. 34 en 35. 56. Tussen de vier levensbeschouwingen bestaan verschillen, maar ook overeenkomsten.
20 9006484847_bw.indb 20
Zet hieronder het eigene en het gemeenschappelijke in de juiste vakjes.
Leergids Perspectief deel 2
06-08-13 16:18
Lees in het lesboek de tekst ‘Compassie’ (blz. 36). 3
57. Hoe wil jij behandeld worden?
Geef in minimaal 3 en maximaal 5 steekwoorden aan hoe anderen jou moeten behandelen.
Compassie
58. Hoe denk je dat andere mensen behandeld willen worden?
59. Leg uit waarom compassie de wereldvrede tot doel heeft.
Heb je in het lesboek de hele paragraaf gelezen? Ook ‘Verschillen binnen stromingen’? 60. Maak dan de volgende puzzel. Verticaal 1. Voor het bidden doen moslims een ..... wassing. 2. Humanisten streven hiernaar. 4. Humanisten geloven niet dat God de wereld heeft gemaakt maar dat God door mensen is ..... 7. Binnen de islam zijn twee grote stromingen: soennieten en ..... 8. Binnen het jodendom bestaat een ...... en een liberale stroming. 11. Christenen ..... vaak voor het eten. 12. Het betekent dat je meevoelt met anderen, ook al ben je het niet met ze eens. 16. Dit betekent in de islam je intentie, de bedoeling waarmee je de dingen doet. Horizontaal 3. Volgens humanisten ontwikkel je ..... in jezelf door goed na te denken over wat een goed leven is. 5. Christenen proberen het voorbeeld van ..... te volgen. 6. Jezus geeft mensen de opdracht om van God en je ..... te houden. 9. Een humanist geeft zelf ..... aan zijn leven. 10. Tussen en binnen levensbeschouwelijke stromingen zijn grote verschillen van ..... en leefstijl. 13. Voor veel christenen is dit een speciale dag. 14. Door dit te dragen laat een moslima haar keuze voor haar geloof zien. 15. Zij bidden vijf keer per dag. 17. Humanisten streven naar een samenleving waarin iedereen ... is.
5·6 Werelden van verschil
9006484847_bw.indb 21
21 06-08-13 16:19
5·7
Samen leven In deze les staan we stil bij wat ons bindt, wat de onderlinge band versterkt en wat het samenleven mogelijk maakt.
61. Samenleven is vaak niet gemakkelijk. Er zijn allerlei dingen die dat lastig maken.
1
Schrijf in de puzzelstukjes zoveel mogelijk dingen op die het samenleven moeilijk maken.
Lastig
Lees in het lesboek de tekst ‘Eén team’ (blz. 37). 2
62. Stel een team samen van zes leerlingen uit jouw klas, inclusief jijzelf. Elk teamlid moet verschillend zijn. Denk aan: geslacht, leeftijd, hobby’s, eigenschappen.
Team
22 9006484847_bw.indb 22
Bepaal wie er in je team zitten. Schrijf hun namen in de poppetjes.
Schrijf onder elk poppetje wat de verschillen zijn.
Schrijf op de onderste lijn of dit volgens jou een goed team is. Waarom wel of niet?
Leergids Perspectief deel 2
06-08-13 16:19
Lees in het lesboek de tekst ‘Integratie’ (blz. 37). 3
63. Welke gebeurtenissen zijn volgens jou samenbindend?
Zet de schuifjes aan de goede kant.
helemaal niet
Samen-
schoolfeest
bindend
voetbalwedstrijd van Oranje
koningsdag
bevrijdingsfestival
verkiezingen
goede doelen actie
kerstfeest
samen eten
sporttoernooi
schoolreis
samenbindend
Lees in het lesboek de tekst 4
‘Rechten en plichten’ (blz. 38). 64. Integratie betekent dat je
Grondwet
elkaar de ruimte geeft. Maar er zijn grenzen. Waar ligt volgens jou de grens? Wat kan wat jou betreft absoluut niet?
Schrijf in het verkeersbord wat volgens jou niet moet kunnen in Nederland.
65. Als iedereen grondrechten heeft, horen daar ook voor iedereen grondplichten bij.
Schrijf bij de drie grondrechten welke plichten daarbij horen.
vrijheid van godsdienst:
vrijheid van meningsuiting:
recht op gelijke behandeling:
5·7 Samen leven
9006484847_bw.indb 23
23 06-08-13 16:19
Lees in het lesboek de tekst ‘Botsende grondrechten’ (blz. 38-39). 4
Grondwet
66. Welke grondrechten botsen in de onderstaande situaties? Schrijf ze op de vrachtauto’s.
Geef met een kleur aan, welk recht in dit geval volgens jou voorrang moet krijgen.
A.
Een cabaretier maakt grove grappen over christenen.
B.
Islamitische homo’s protesteren omdat ze niet meer welkom zijn in de moskee.
67. Welke twee grondrechten zijn er in het geding wanneer de overheid het dragen van een boerka in de openbare ruimte wil verbieden?
Lees in het lesboek de tekst ‘De droom van M.L. King’ en bron 18 (blz. 39-40). 5
68. Schrijf je eigen droom voor de toekomst van Nederland. Gebruik éénmaal het woord ‘anders’.
Droom
24 9006484847_bw.indb 24
Leergids Perspectief deel 2
06-08-13 16:19
Terugblik en evaluatie I
Maak een woordweb van de belangrijkste woorden uit dit thema.
Anders
II
Vertel in een korte samenvatting waar dit thema over ging.
III
Wat vond je het belangrijkste onderdeel?
IV
Wat vond je het leukste onderwerp?
V
Wat vond je de leukste opdracht uit de leergids?
VI
Wat vond je niet leuk en waarom?
VII Over welk onderwerp uit dit thema zou je meer willen weten?
Anders 路 Terugblik en evaluatie
9006484847_bw.indb 25
25 06-08-13 16:19
Begrippenlijst Noteer hier de belangrijkste begrippen bij het thema Anders voor je begrippenlijst.
26 9006484847_bw.indb 26
Leergids Perspectief deel 2
06-08-13 16:19