Leerstofoverzicht
Opdrachten doorwerken via de ‘blokroute’
Woordenschat
Lezen
Schrijven
Spreken, kijken en luisteren
hoofdstructuur – functies inleiding en slot – objectief, subjectief – hoofdgedachte – publiekgerichtheid
schrijfdoel en briefsoort – opbouw zakelijke brief – zakelijke e-mail – ingezonden brief – klachtenbrief – sollicitatiebrief met cv
doorvragen, actief luisteren – zakelijk gesprek – lichaamstaal bij gesprek – sollicitatiegesprek – onderhandelings- of toelatingsgesprek
Zakelijk communiceren
1
functie-eisen – beroepen – formele taal
Taalverzorging en taalbeschouwing (1)
2
Spelling en interpunctie werkwoordspelling – samenstelling – aaneenschrijven – interpunctie
Formuleren verkeerd woordgebruik – afkorting – stijlfouten – ambiguïteit
Taalbeschouwing samenstelling – afleiding – synoniemen, antoniemen en homoniemen
Informeren en uiteenzetten
3
woorden uit de media
tekstverbanden en signaalwoorden – tekstsoort en tekstvorm – functiewoord – alinea en kernzin – publiekgerichtheid – beeld – samenvatten
beeldkeuze – instructie – informatie zoeken, selecteren en verwerken – hoofd- en substructuur – onderwerp, hoofdgedachte en deelonder werp
hoofd- en substructuur – aantekeningen maken – spreekplan – feit en mening – instructie geven – presentatie houden
betoog – activerende tekst – opbouw alinea – standpunt en argument – soorten argumenten – tekststructuur
reclametekst met beeld – betrouwbaarheid – standpunt en argument – soorten argumenten – tekststructuur – schrijfplan
discussie en lichaamstaal – standpunt en argument – betogen – vergaderen en notuleren – hoofd- en substructuur
Betogen en activeren
4
betekenis afleiden – woorden rond betogen
Taalverzorging en taalbeschouwing (2)
5
Spelling en interpunctie hoofdletter of kleine letter – meervoudsvormen – apostrof – trema – liggend streepje – verkleinwoord
Formuleren fouten in zinsbouw – verwijswoord – tekst herschrijven
Taalbeschouwing etymologie – leenwoord – Griekse en Latijnse elementen – neologisme – taalverandering
Betogen, beschouwen en amuseren
6
betekenis afleiden – woorden bij tekstdoel – woorden die worden verward
tekststructuren – beschouwing – opbouw redenering – argumentatie – bijzonder taalgebruik
pictogram en cartoon – documentatiemap – column en weblog – beschouwing – hoofd- en subargument – bijzonder taalgebruik
argumenten vergelijken – beschouwing – oproep – stijlmiddelen
vraagtechniek – argumentatie schema – tegenargument – drogreden – retoriek – stijlmiddelen
invloed beeld – opbouw redenering – argumentatie schema – tegenargument – drogreden – beeldspraak
argument en tegenargument – argumentatieschema – drogreden – debat – discussie
Argumenteren
7
woorden rond argumenteren – woorden die worden verward
Taalverzorging en taalbeschouwing (3)
8
Spelling en interpunctie afkortingen en letterwoorden – getallen en cijfers – klemtoon en uitspraaktekens – woorden als alle(n) – bijvoeglijke naamwoorden
Formuleren stijlfouten – stijlverbetering
Taalbeschouwing Standaardnederlands – dialect – groepstaal – taalregister
Schematiseren en structureren
9
woorden uit examenvragen en -teksten
tekststructuur – argumenteren – samenvatten
promotiemateriaal – informatie in beeld – enquête – onderzoeksrapport – essay
publiekgerichtheid – interview – presentatie en discussie
teksten met examenvragen – geleide samenvatting – voorbeeldexamen Lezen
onderwerp afbakenen – hoofd- en deelvragen – gedocumenteerde tekst – betoog of beschouwing
presenteren – discussiëren of debatteren
Examen doen
10
6
woorden uit examenvragen en -teksten