Groep 7-8
Inhoud
Zonder regels geen verkeer
Stel je voor dat er in het verkeer geen verkeersregels zouden zijn. Hoe hard mag dan een auto rijden? Waar mag jij lopen en fietsen en waar niet? Wie heeft er voorrang?
Bestaat ‘voorrang’ dan nog wel? Verkeer zonder regels, je moet er niet aan denken… Gelukkig zijn er wel regels die ervoor zorgen dat het verkeer geen puinhoop wordt. Iedereen die aan het verkeer meedoet, moet zich aan die regels houden. Jij dus ook. Misschien ben je al bezig je voor te bereiden op het schoolverkeersexamen door de Oefeningen voor het schoolverkeersexamen te maken.
Auteurs
H.J. Schrama
H.J.P. Struijlaart
Foto’s
ARKA media BV
Over ThiemeMeulenhoff
Cartoons
Job van Gelder
Vormgeving
Inpladi bv, Cuijk
Ontwerp omslag Eduardo Media
Daarin staat bij iedere vraag een verwijzing naar een of meerdere tekstnummers van dit Opzoekboek voor het schoolverkeersexamen. Als je wilt weten waarom een antwoord op een vraag in de Oefeningen goed of fout is kun je daarover meer informatie vinden in dit Opzoekboek. Het Opzoekboek helpt je de regels, borden en begrippen te leren en ermee om te gaan. Dan slaag je vast voor je Schoolverkeersexamen!
Je zult zien dat als je je aan de regels houdt, iedereen veilig aan het verkeer kan meedoen.
ThiemeMeulenhoff ontwikkelt zich van educatieve uitgeverij tot een learning design company. We brengen content, leerontwerp en technologie samen. Met onze groeiende expertise, ervaring en leeroplossingen zijn we een partner voor scholen bij het vernieuwen en verbeteren van onderwijs. Zo kunnen we samen beter recht doen aan de verschillen tussen lerenden en scholen en ervoor zorgen dat leren steeds persoonlijker, effectiever en efficiënter wordt.
Samen leren vernieuwen.
www.thiememeulenhoff.nl
ISBN 978 90 066 6124 8
Eerste druk, derde oplage, 2022
© ThiemeMeulenhoff, Amersfoort, 2020
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16B Auteurswet 1912 j° het Besluit van 23 augustus 1985, Stbl. 471 en artikel 17 Auteurswet 1912, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan Stichting Publicatie- en Reproductierechten Organisatie (PRO), Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp (www.stichting-pro.nl). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet) dient men zich tot de uitgever te wenden. Voor meer informatie over het gebruik van muziek, film en het maken van kopieën in het onderwijs zie www.auteursrechtenonderwijs.nl.
De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden.
Deze uitgave is volledig CO2-neutraal geproduceerd. Het voor deze uitgave gebruikte papier is voorzien van het FSC®-keurmerk. Dit betekent dat de bosbouw op een verantwoorde wijze heeft plaatsgevonden.
Gedrag in het verkeer 3 De plaats van voetgangers 4 Borden voor voetgangers 6 Afspraken voor voetgangers 7 De plaats voor fietsers 8 Borden voor fietsers 10 Stoppen en je fiets parkeren 12 Kenmerken van een goede fiets 13 Veilig fietsen 14 Veilig oversteken 15 Het zebrapad 16 Afslaan 18 Inhalen 20 Gewone kruisingen 21 Speciale kruisingen 22 Voorrangskruisingen 23 Borden en tekens bij een voorrangskruising 24 Kruisingen met verkeerslichten 26 Borden bij kruisingen met verkeerslichten 28 Rotondes 29 Uitritten 30 Speciale voorrangsregels 31 Vertrekkende auto’s 32 Eenrichtingsweg en tegenliggers 33 Verschillende regels voor voetgangers en bestuurders 34 Speciale voertuigen 35 Spoorwegovergang en brug 36 Tram en bus 38 Meerijden 40 Gevaarlijke situaties 41 ‘Pas op’ verkeersborden 42 Verkeersagenten en verkeersregelaars 44 Overzicht verkeersborden 45 Begrippen 52 Register 55
2
Gedrag in het verkeer
Je bent dagelijks in het verkeer. Het is fijn als je beleefd en vriendelijk bent als je aan het verkeer deelneemt. Kwetsbare groepen mensen hebben extra steun nodig. Denk aan:
• Blinden en gehandicapten. Zij hebben ‘recht op een ongehinderde doorgang’.
• Kleine kinderen. Zij letten minder goed op. Ze doen soms dingen die je niet verwacht. Houd daarom rekening met hun gedrag.
• Oudere mensen. Hou er rekening mee dat zij soms wat langzamer zijn in het verkeer.
Ben je gehaast? Boos? Moe? Zorg dat jouw stemming geen invloed heeft op jouw gedrag in het verkeer of op de veiligheid van andere verkeersdeelnemers. Houd je in alle gevallen aan de regels. Blijf beleefd en vriendelijk naar andere verkeersdeelnemers.
Soms kan een groep mensen de verkeers veiligheid in gevaar brengen.
Het allerbelangrijkste is dat je je veilig gedraagt in het verkeer. Je moet letten op de veiligheid van jezelf. Maar óók op de veiligheid van andere mensen in het verkeer. Onveilig verkeersgedrag is verboden. Zorg ervoor dat je:
• Niet afgeleid wordt. Het gebruik van een mobieltje op de fiets is daarom verboden.
• Alle verkeersregels en verkeersborden goed kent.
• Niemand hindert.
• Altijd duidelijk laat zien wat je van plan bent.
• Goed zichtbaar bent voor andere verkeersdeelnemers, vooral in het donker.
• Bij slecht weer extra goed oplet.
Zie ook: 13, 31, 34, 103, 110
Je mag de verkeersveiligheid niet in gevaar brengen als je in een groep bent. Als je niet goed oplet kun je in een groep andere verkeersdeelnemers in gevaar brengen.
• Sta je met meer mensen bij elkaar, dan kun je het zicht voor anderen beperken.
• Reis je met een groep in de bus of tram, dan kun je zo druk aan het praten zijn dat je niet goed oplet bij het uitstappen.
• Soms denk je dat het stoer is om te laten zien dat je de verkeersregels niet opvolgt. Dat is onveilig.
Zie ook: 104
In het verkeer kun je kiezen voor veilig gedrag. Het meisje op de stoep doet dat wel.
Kwetsbare mensen, zoals blinden, hebben in het verkeer extra steun nodig.
1 3 2
3
De plaats van voetgangers
Dit zijn allemaal voetgangers.
Je bent voetganger als je buiten loopt. Ook de volgende verkeersdeelnemers zijn voetganger:
• iemand op skeelers;
• iemand die rijdt met een step, skelter of skateboard;
• iemand die loopt met een fiets aan zijn hand;
• iemand in een rolstoel of scootmobiel;
• iemand die een rolstoel of kinderwagen duwt;
• iemand met een rollator;
• iemand die hardloopt, een jogger;
• spelende kinderen op straat.
Er is één aparte regel. Als je paardrijdt of loopt met een paard aan de hand ben je volgens de verkeerswet geen voetganger maar een bestuurder. Dat geldt ook voor een pony, ezel of koe.
Zie ook: 14
Een voetganger moet op de stoep lopen. Dat geldt ook voor alle verkeersdeelnemers die tot de voetgangers gerekend worden. Denk aan de voetgangers die genoemd zijn in tekstnummer 4. Zij moeten allemaal op de stoep lopen.
Er zijn twee aparte regels:
• Skaters en skeelers moeten op het voetpad. Maar omdat zij soms erg snel gaan, mogen ze ook op het fietspad of de fietsstrook.
• Als je paardrijdt of met een paard aan de hand loopt ben je een bestuurder. Je moet dan, net als andere bestuurders, rechts op de rijweg ‘rijden’.
Er is geen stoep. De voetganger loopt op het fi etspad.
De skater mag als hij snel gaat ook op het fi etspad.
De skater is een voetganger en rijdt op de stoep.
Er is geen stoep. De voetganger loopt op de fi etsstrook.
Als er geen stoep is, maar wel een fietspad moeten voetgangers op dit fietspad lopen. Dit geldt ook voor een bromfietspad of voor een fietsstrook. Een fietspad herken je aan deze borden:
Zie ook: 22, 23
5 6
4
4
Voetgangers mogen op de weg of in de berm lopen als er geen stoep, voetpad, fietspad, bromfietspad of fietsstrook is. Je doet dit als er echt geen mogelijkheid is om ergens anders te lopen. Je mag zelf weten aan welke kant je loopt. Maak daarbij altijd de veiligste keuze. Dat betekent:
• Loop als het kan in de berm.
• Loop helemaal links of helemaal rechts van de rijweg. Dus niet op het midden van de weg.
• Loop zo dat je het verkeer goed ziet aankomen. In de buitenbocht kun je alles goed overzien. Loop daarom rechts als de weg een bocht naar links maakt en loop juist links als de weg een bocht naar rechts maakt.
• Blijf zo veel mogelijk aan één kant, steek niet onnodig over.
• Loop achter elkaar als je met andere mensen bent.
De jongen loopt aan de kant waar hij het verkeer goed kan zien aankomen.
De kinderen lopen in de berm.
Ze kunnen het verkeer goed zien aankomen.
Loop je in de berm dan kun je het beste het volgende doen:
• Loop aan de kant met de breedste berm.
• Als aan de ene kant van de weg water is (sloot, kanaal, rivier), loop dan aan de andere kant.
De jongen loopt veilig in de berm, maar niet te dicht bij het water.
9 Hier is een erf
In een erf mag je overal op de weg lopen en spelen. Alle bestuurders moeten hier langzaam rijden.
Je mag bestuurders niet onnodig hinderen. Je moet daarom goed uitkijken en aan de kant gaan voor bestuurders. Bestuurders van rechts hebben voorrang.
Je herkent een erf aan dit bord.
Dit bord geeft aan dat het erf eindigt. Dan gelden weer de gewone verkeersafspraken.
Hier houdt het erf op
De meisjes mogen in het erf op de weg spelen. Maar ze moeten wel goed blijven uitkijken.
8 7
5
Borden voor voetgangers
Voetgangers moeten de aanwijzingen van verkeersborden die voor voetgangers gelden opvolgen.
Dit bord geeft aan dat de voetgangers gebruik moeten maken van het voetpad. Dat geldt dus ook voor skaters, skeelers, iemand op de step of op een skelter, iemand met de fiets aan de hand, iemand in een rolstoel, iemand die een rolstoel duwt of hardlopers.
Als je in een voetgangersgebied komt, zie je soms dit bord. Hier mogen alleen voetgangers komen. Je ziet het vooral in winkelstraten in steden.
Als je dit bord ziet is het verboden om hier te lopen.
Als het verplichte voetpad ophoudt, zie je dit bord.
Voetgangers mogen geen gebruikmaken van het ruiterpad. Iemand op een paard is volgens de regels geen voetganger, maar een bestuurder. Er bestaan speciale paden voor ruiters. Die herken je aan dit bord.
Voetgangers moeten de aanwijzingen van verkeersborden voor auto’s opvolgen als die eigenlijk ook iets aangeven voor voetgangers.Dit bord geeft aan dat hier een autoweg is. Je mag hier niet lopen of fietsen.
Het einde van het ruiterpad herken je aan hetzelfde bord, maar nu met een rode streep erdoor.
Hetzelfde geldt voor dit bord. Het geeft aan dat hier een autosnelweg is. Ook hier mag je niet lopen of fietsen.
Autoweg
Autosnelweg
Voetpad
Einde voetpad
Verboden te lopen
Voetgangers gebied
Ruiterpad
Einde ruiterpad
10 11 12
6
Afspraken voor voetgangers
De kinderen kunnen beter op een veilige plaats spelen.
Als je met de fiets aan de hand loopt, ben je een voetganger en moet je je houden aan de regels voor voetgangers. Je loopt dus op de stoep.
Wanneer er geen stoep, voetpad, fietspad, bromfietspad of fietsstrook is, mag je met de fiets aan de hand op de weg of in de berm lopen. Je mag zelf weten aan welke kant je loopt. Maak daarbij altijd de veiligste keuze. Als je met een wagentje loopt, gelden dezelfde regels als wanneer je met de fiets aan de hand loopt.
Voetgangers mogen andere weggebruikers niet hinderen of in gevaar brengen. Let vooral op blinden, gehandicapten, oudere mensen en kleine kinderen. Zij zijn kwetsbaar. Soms is het fijn als je ze kunt helpen. Let ook goed op bij bus- en tramhaltes. Zorg ervoor dat je wachtende mensen niet hindert of in gevaar brengt. Ga nooit in een groep bij elkaar staan op de hoek van de straat of stoep. Anders belemmer je het uitzicht voor het andere verkeer.
De jongen en het meisje lopen veilig met de fiets aan de hand.
Verkeersdeelnemers moeten weten of ze binnen of buiten de bebouwde kom zijn. De bebouwde kom is het gebied waar veel bebouwing is. Je ziet meer huizen, scholen, kerken en straten. Je herkent de grens van de bebouwde kom aan dit bord.
Het einde van de bebouwde kom herken je aan dit bord
De verkeersregels zijn binnen en buiten de bebouwde kom soms anders:
• Buiten de bebouwde kom mogen auto’s en bromfietsers sneller rijden dan daarbinnen. Auto’s kunnen dus veel sneller langs je heen rijden.
• Buiten de bebouwde kom moeten bromfietsers meestal op het fietspad rijden, maar binnen de bebouwde kom juist op de rijbaan. Dat wordt geregeld door verkeersborden. Buiten de bebouwde kom rijden (snel rijdende) bromfietsers op het fietspad, waar jij als fietser ook rijdt. Extra opletten dus!
• Buiten de bebouwde kom moet een bus die vertrekt bij de halte voorrang geven aan alle bestuurders op de rijweg. Maar binnen de bebouwde kom moet je de bus die vertrekt bij een halte juist voor laten gaan.
Bebouwde kom.
Einde bebouwde kom.
Hinder niemand als je op straat speelt.
13 15 14
7
Fietsers mogen geen wegen inrijden als verkeersborden aangeven dat dit niet mag. Als je dit bord ziet is het verboden om hier te fietsen.
Fietsers moeten aanwijzingen van verkeersborden die aangeven in welke richting ze moeten rijden opvolgen.
• Dit bord geeft aan dat je rechts voorbij moet rijden. Vaak zie je dit bord bij een vluchtheuvel.
• Dit bord geeft aan dat je rechtsaf moet slaan. Je mag dus niet rechtdoor rijden of linksaf slaan.
Verboden voor fi etsers. Rechtsaf slaan.
Na dit bord mag je ook niet fietsen, en er mag hier ook geen brommer of tractor rijden.
Verboden voor fi ets bromfi ets en tractor.
Rechts voorbijrijden
• Dit bord geeft aan dat je hier rechts of links voorbij mag rijden. Ook dit bord zie je soms bij een vluchtheuvel.
• Dit bord geeft aan dat je rechtdoor moet rijden of rechtsaf moet slaan. Je mag dus niet linksaf slaan.
Fietsers moeten er rekening mee houden dat ze aan het eind van een weg soms niet verder kunnen rijden. Een doodlopende weg herken je aan dit bord.
Soms kunnen fietsers en bromfietsers bij zo’n weg wel verder rijden. De weg gaat dan bijvoorbeeld over in een fietspad. Dit wordt aangegeven met een onderbord.
Rechts of links voorbijrijden
• Dit bord geeft aan dat je rechtdoor moet rijden. Je mag dus niet linksaf of rechtsaf slaan.
Doodlopende weg.
Doodlopende weg uitgezonderd fi ets en bromfi ets.
Rechtdoor rijden of rechtsaf slaan.
• Dit bord geeft aan dat je linksaf of rechtsaf moet slaan. Je mag dus niet rechtdoor.
Rechtdoor rijden.
Rechtsaf of linksaf slaan.
27 11
25 26