9789006978346_inkijkexemplaar

Page 1

Code+ Basisleergang Nederlands voor anderstaligen A2-B1 Basisleergang Nederlands voor anderstaligen

Basisleergang Nederlands voor anderstaligen

Code+ is een methode voor hoogopgeleide anderstaligen om snel en efficiënt Nederlands te leren. Met Code+ leer je Nederlands aan de hand van concrete taaltaken. Je kunt het onder begeleiding van een docent of zelfstandig doorwerken.

Elk deel bestaat uit een boek met opdrachten en bijbehorend materiaal op het online leerplatform www.nt2plus.nl. Hier vind je oefeningen voor bijvoorbeeld luisteren, woorden en grammatica. Ook kun je online gemakkelijk je vorderingen volgen.

A2 – B1

Code + is ontwikkeld door ervaren docenten van de Universiteit van Amsterdam en de Vrije Universiteit Amsterdam die zelf lesgeven aan hoogopgeleide Nt2leerders. Ze zijn deskundig op het gebied van Nt2 én ze weten wat werkt in de praktijk. Met Code+ leg je dan ook de basis voor een succesvol leven in Nederland!

DEEL 3

DEEL 3

Code+ bestaat uit 4 delen. Met elk deel zet je een niveaustap in het Europees Referentiekader (ERK). - Deel 1: 0 - A1 - Deel 2: A1 - A2 - Deel 3: A2 - B1 - Deel 4: B1 - B2 Als je alle vier de delen van Code+ succesvol hebt doorlopen, kun je met een gerust hart deelnemen aan het Staatsexamen Nt2 Programma II.

A2 - B1

9 789006 978346

3205_NT2_Cover_Code+D3.indd All Pages

25/06/18 09:18


Code+3-v3.indd 392

26/06/18 11:54


deel 3 Basisleergang Nederlands voor anderstaligen A2-B1

Code+3-v3.indd 1

26/06/18 11:48


COLOFON Didactisch concept Het didactisch concept van Code+ is ontwikkeld door de Universiteit van Amsterdam, Instituut voor Nederlands Taalonderwijs en Taaladvies (INTT) en de Vrije Universiteit van Amsterdam, VU-NT2. Auteurs UvA-INTT: Nicky Heijne, Marten Hidma, Karolien Kamma VU-NT2: Titia Boers, Gerrie Gastelaars, Hinke van Kampen, Vita Olijhoek, Carola van der Voort Eindredactie Code+ deel 3 is een herziening van CODE Plus Takenboek deel 3. De eindredactie was in handen van Karolien Kamma (UvA-INTT) en Anne Hammers (VU-NT2). Redactie Rinske Piek, Piek - leren en interactie, Huissen Beeldredactie Eduardo Media, Stampersgat Basisontwerp serie NT2+ Studio Fraaj, Rotterdam Vormgeving en opmaak Hannie van den Berg Grafische Vormgeving en DTP, Houten Tekenwerk Studio Imago, Ivan en Ilia Illustraties Fotografie Peter Bak – omslagfotografie Isis Vaandrager – styling t.b.v. de omslagfotografie Zie verder illustratieverantwoording op bladzijde 387. Online platform Enigmatry, Rotterdam Bij alle uitgaven van Code+ hoort een digitale applicatie: www.nt2plus.nl Klantenservice uitgeverij ThiemeMeulenhoff: 033 - 448 3700

Over ThiemeMeulenhoff ThiemeMeulenhoff ontwikkelt zich van educatieve uitgeverij tot een learning design company. We brengen content, leerontwerp en technologie samen. Met onze groeiende expertise, ervaring en leeroplossingen zijn we een partner voor scholen bij het vernieuwen en verbeteren van onderwijs. Zo kunnen we samen beter recht doen aan de verschillen tussen lerenden en scholen en ervoor zorgen dat leren steeds persoonlijker, effectiever en efficiënter wordt. Samen leren vernieuwen. www.thiememeulenhoff.nl Dit boek wordt op twee manieren geleverd: - boek plus voucher: ISBN 978 90 06 97836 0 - boek plus licentie: ISBN 978 90 06 97834 6 Derde druk, eerste oplage, 2018 © ThiemeMeulenhoff, Amersfoort, 2018 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16B Auteurswet 1912 j° het Besluit van 23 augustus 1985, Stbl. 471 en artikel 17 Auteurswet 1912, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan Stichting Publicatie- en Reproductierechten Organisatie (PRO), Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp (www.stichting-pro.nl). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet) dient men zich tot de uitgever te wenden. Voor meer informatie over het gebruik van muziek, film en het maken van kopieën in het onderwijs zie www.auteursrechtenonderwijs.nl. De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die des­ondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden.

Deze uitgave is volledig CO2-neutraal geproduceerd. Het voor deze uitgave gebruikte papier is voorzien van het FSC®-keurmerk. Dit betekent dat de bosbouw op een verantwoorde wijze heeft plaatsgevonden.

Code+3-v3.indd 2

26/06/18 11:48


INHOUD 4

5

HOOF DST UK 1

29

HOOF DST UK 2

59

HOOF DST UK 3

83

HOOF DST UK 4

Kijk eens om je heen! Hier woon ik Wie ben ik?

Aan tafel!

109

HOOF DST UK 5

131

HOOF DST UK 6

157

HOOF DST UK 7

179

HOOF DST UK 8

205

Als haringen in een ton Een gat in mijn hand Jong en oud Tijd voor jezelf HOOF DST UK 9

Helemaal op de hoogte

229

HOOF DST UK 10

251

HOOF DST UK 11

273

HOOF DST UK 12

Au!

In topvorm

Hebt u zelf nog vragen?

297

HOOF DST UK 13

319

HOOF DST UK 14

342 368 369 370 381 382 385 387

Code+3-v3.indd 3

Uitleg van de symbolen

Lachen is gezond Daar ben ik het niet mee eens! Antwoorden Overzicht Grammatica Overzichten Woordbetekenis, Reflectie en Cultuur Alfabetische woordenlijst Instructiezinnen Nederlands - Engels Onregelmatige werkwoorden Bronvermelding Illustratieverantwoording

26/06/18 11:48


Uitleg van de symbolen Deze opdracht maak je online op de computer. Je gaat naar een tekst luisteren, een video of een illustratie bekijken, oefenen met nieuwe woorden, met grammatica en spelling of met routines. Ga naar www.nt2plus.nl en kies voor Code+.

Dit is een taalwijzer. In dit boek zijn vier soorten taalwijzers: Grammatica, Woordbetekenis, Verbindingen en Idioom. Op www.nt2plus.nl staan deze taalwijzers ook en kun je er oefeningen bij doen.

Bij sommige opdrachten hoort een werkblad. De werkbladen krijg je van je docent.

Sommige opdrachten doe je niet in de klas, maar buiten het lokaal of buiten de school. Je moet dan bijvoorbeeld naar een winkel.

Bij deze opdracht moet je iets zoeken op internet.

Deze opdracht doe je met een andere cursist samen.

Deze opdracht doe je met twee andere cursisten.

Deze opdracht doe je met de hele groep.

Dit is een luisteropdracht. Je luistert naar een tekst en beantwoordt de vragen. Het kan ook zijn dat de docent je een liedje laat horen.

Dit is een leesopdracht. Je leest een tekst en beantwoordt de vragen.

Dit is een schrijfopdracht.

Dit is een spreekopdracht. Je voert een gesprek met een of meerdere andere cursisten of je vertelt iets aan de hele groep.

In deze opdracht werk je met een groepje aan de vorm van de taal. Je moet samen een tekst ­reconstrueren die de docent heeft voorgelezen.

Code+3-v3.indd 4

26/06/18 11:48


H OO FDST UK 1

Kijk eens om je heen! Dit hoofdstuk gaat over de omgeving waarin je leeft.

Code+3-v3.indd 5

26/06/18 11:48


6

HOOFDSTUK 1

KIJK EENS OM JE HEEN!

TAAK 1

Introductie

Wat leer je? 1

Taak 1 De buurt waarin je woont beschrijven. Taak 2 Discussiëren over het hebben van huisdieren. Taak 3 Een mening vormen over dieren-, natuur- en milieuorganisaties. Taak 4 Iets vertellen over een Nederlands landschap.

Beschrijf je eigen omgeving en buurt. Met welke woorden kun je de omgeving en de buurt beschrijven waar je nu woont? En met welke woorden de omgeving en de buurt van je jeugd? Kies uit de woorden en zet ze in de ‘woordspin’. • druk - rustig • mooi - lelijk • schoon - vies • vlak - met bergen • stad - dorp • veel groen - weinig groen • hoge huizen - lage huizen • brede straten - smalle straten

Code+3-v3.indd 6

26/06/18 11:48


HOOFDSTUK 1

KIJK EENS OM JE HEEN!

TAAK 1

7

omgeving en buurt jeugd

omgeving en buurt nu

2

Beschrijf de overeenkomsten en verschillen tussen je buurt van nu en je buurt van vroeger. Welke overeenkomsten en welke verschillen zie je tussen je buurt van nu en de buurt van je jeugd? Schrijf ze op.

Code+3-v3.indd 7

26/06/18 11:48


8

HOOFDSTUK 1

KIJK EENS OM JE HEEN!

TAAK 1

Taak 1

e buurt waarin je woont D beschrijven

Voorbereiden 1

Kies één van de zinnen en maak de zin af. 1

Ik woon het liefst in een stad, want

2

Ik woon het liefst in een dorp of op het platteland, omdat

Code+3-v3.indd 8

2

Lees de zinnen en de tekst. Zijn de zinnen waar of niet waar? 1

Max woont in een rustige straat in de stad. a waar b niet waar

2

In zijn straat staan een paar bomen. a waar b niet waar

3

Hij vindt het prettig dat er veel buitenlanders in zijn buurt wonen. a waar b niet waar

4

Als Max wil uitgaan, moet hij naar het centrum van de stad. a waar b niet waar

5

Hij vindt het fijn dat er veel verschillende kleine winkels in zijn buurt zijn. a waar b niet waar

26/06/18 11:48


HOOFDSTUK 1

6

KIJK EENS OM JE HEEN!

TAAK 1

9

Max wil over een paar jaar verhuizen. a waar b niet waar

Mijn buurt en mijn straat 1

5

10

15

20

Ik ben Max en hier woon ik. Dit is mijn huis. Tenminste, het is geen eigen huis, maar een appartement in een groot gebouw. Ik ben er nog niet zo lang geleden komen wonen. Eerst deelde ik een huis met een paar vrienden; dit is het eerste huis voor mij alleen. Aan alle kanten wonen buren. Boven me, onder me en naast me. Het huis ligt midden in de stad aan een drukke straat met aan beide kanten winkels. Het is een vrij brede straat. De straat is niet echt mooi, maar ook niet echt lelijk. Jammer genoeg is nergens een beetje groen te zien. Nergens staat een boom. Wel heel veel afvalbakken, met het afval vaak ernaast. De buurt waar ik woon is wel oké. Er wonen mensen van heel verschillende nationaliteiten en dat vind ik wel leuk. En als ik even weg wil, hoef ik de buurt niet uit. In mijn eigen straat zijn een paar cafés en op het Hobbemaplein zit een grote bioscoop. Daar hebben ze altijd de nieuwste films. Wat ik ook erg prettig vind, zijn alle winkels. Je kunt bij ons in de buurt van alles krijgen: eten en drinken uit alle landen van de wereld, er is een winkel waar je sigaretten, kranten en tijdschriften kunt kopen en verder zit er een kleine supermarkt en een apotheek. Het enige waar ik echt een hekel aan heb, is al dat afval op straat. De gemeente probeert daar wel wat aan te doen, maar niets helpt. Als de mensen zelf niet willen … Al met al ben ik behoorlijk tevreden over de buurt waar ik woon. Als ik een gezin zou hebben, zou ik misschien wel naar een rustigere buurt met meer bomen willen verhuizen. Maar voor mij als alleenstaande is dit prima: alles bij de hand en dicht bij het centrum. De komende jaren blijf ik er lekker wonen.

3

Doe de opdrachten online: Hoofdstuk 1 ➔ Taak 1 ➔ Voorbereiden ➔ Luisteren.

4

Doe de opdrachten online: Hoofdstuk 1 ➔ Taak 1 ➔ Voorbereiden ➔ Woorden.

Uitvoeren 5

In wat voor buurt en straat woon je zelf? Beantwoord de vragen. 1

Staat je huis in een dorp, een stad of buiten een dorp of een stad?

2

Staat je huis in een buurt met vooral Nederlanders of wonen er ook veel buitenlanders in je buurt?

3

Zijn er veel gebouwen met minder dan twee verdiepingen in je buurt of vooral gebouwen met meer dan twee verdiepingen?

4

Zijn er winkels dicht bij je huis? Zo ja, wat voor winkels?

Code+3-v3.indd 9

26/06/18 11:48


10

HOOFDSTUK 1

KIJK EENS OM JE HEEN!

5

TAAK 1

Zijn er cafés, restaurants en bioscopen in je buurt?

6

Kunnen de kinderen goed buiten spelen?

7

Staan er veel bomen in je straat?

8

Wat vind je van je straat en van je buurt?

6.1 Voer een gesprek over de buurten waar jullie wonen.

Cursist A stelt de vragen van opdracht 5 aan cursist B. Cursist B gebruikt zijn antwoorden op de ­vragen om iets over zijn buurt te vertellen. Wissel van rol.

6.2 Vergelijk jullie buurten en jullie mening daarover.

7

Voer een gesprek. Vul het schema in. Praat met elkaar over jullie leefomgeving. Maak samen een lijstje van positieve en negatieve punten en vul het schema in. Kijk naar het voorbeeld. positief negatief

veel groen

weinig winkels

Afronden

8

Schrijf over je eigen leefomgeving. Een vriend van je komt binnenkort een paar dagen naar jouw stad en wil in een hotel gaan slapen. Je vindt het leuker als hij bij jou komt logeren. Schrijf hem een brief van 125-150 woorden. Geef­ informatie over hoe je woont en over de buurt waar je huis staat. Gebruik de resultaten van opdracht 5, 6 en 7.

Code+3-v3.indd 10

26/06/18 11:48


HOOFDSTUK 1

KIJK EENS OM JE HEEN!

TAAK 2

11

Taak 2

Discussiëren over het hebben van huisdieren

Voorbereiden 1

Beantwoord de vragen. 1

Zoek het woord ‘huisdier’ op in het woordenboek. Aan welke positieve en negatieve dingen denk je bij dit woord? Schrijf op.

positief

2

negatief

Hebben mensen huisdieren in het land waar je vandaan komt? Welke dieren hebben ze?

Code+3-v3.indd 11

26/06/18 11:48


12

HOOFDSTUK 1

2

KIJK EENS OM JE HEEN!

Lees de tekst, bekijk de afbeelding en beantwoord de vragen.

1

5

10

3

TAAK 2

Ruim de helft van de Nederlandse huishoudens heeft ĂŠĂŠn of meer huisdieren. Vooral gezinnen met kinderen hebben vaak huisdieren. In bijna 40 procent van alle huishoudens is een kat of hond aanwezig.

1

Hoeveel huishoudens in Nederland hebben geen huisdier? a meer dan 50% b minder dan 50%

2

Waar of niet waar? Er zijn meer honden dan katten in Nederland. a waar b niet waar

Lees de vragen en de tekst. Beantwoord de vragen. 1

In de tekst wordt een aantal redenen genoemd om een huisdier te nemen. Schrijf er drie op.

2

Welke hiervan vind jij een goede reden?

3

Op welke dingen moet je volgens de tekst letten als je een huisdier neemt?

4

Wat vind jij belangrijk als je een huisdier neemt?

Code+3-v3.indd 12

26/06/18 11:48


HOOFDSTUK 1

KIJK EENS OM JE HEEN!

TAAK 2

13

Een huisdier 1

5

10

15

Redenen Waarom nemen mensen eigenlijk een huisdier? Daar zijn verschillende redenen voor. Een huisdier wordt door de meeste mensen gewoon gezellig gevonden. Veel dieren zijn lekker zacht; je kunt met ze knuffelen en met ze spelen. Vooral kinderen vinden dat belangrijk. Voor andere mensen geldt dat ze het prettig vinden om voor een dier te zorgen of dat ze het leuker vinden om met een hond te wandelen dan alleen. Een hond is voor veel mensen een trouwe vriend. Belangrijke aspecten Maar als mensen besluiten een huisdier te nemen, dan moeten ze in staat zijn er goed voor te zorgen en ze moeten dat ook willen. Ze moeten niet de hele dag van huis zijn. Een hond bijvoorbeeld moet op z’n minst een paar keer per dag naar buiten, ook als het regent … Dat kan een nadeel zijn. Ook moet je rekening houden met het huis en de buurt waar je woont en het geld dat het kost om ze te verzorgen en eten te geven en niet te vergeten: de tijd. Realiseer je dit goed voordat je een beslissing neemt over het nemen van een huisdier. Welke huisdieren? Welke huisdieren worden er gehouden? Vroeger had je een hond of een kat, misschien een vogel of een konijn in de tuin. Maar dat is verleden tijd. Tegenwoordig hebben mensen allerlei vreemde dieren als huisdier. Je houdt het niet voor mogelijk welke dieren ze hebben! Schildpadden worden al heel gewoon gevonden, maar in sommige huizen kruipen zelfs slangen en alligators rond. Veel mensen vinden het interessant om een bijzonder dier te hebben. Ze vergeten gewoon dat deze dieren helemaal niet in ons land passen en al helemaal niet in een kooi.

4

Doe de opdrachten online: Hoofdstuk 1 ➔ Taak 2 ➔ Voorbereiden ➔ Luisteren.

5

Doe de opdrachten online: Hoofdstuk 1 ➔ Taak 2 ➔ Voorbereiden ➔ Woorden.

Uitvoeren 6.1 Zijn ze wel of niet geschikt als huisdier? Kruis aan.

Welke dieren zijn volgens jou geschikt als huisdier en welke niet? Je kunt zelf nog andere dieren noemen.

geschikt als huisdier niet geschikt als huisdier

schildpad

n

n

kat

n

n

hond

n

n

vogel

n

n

konijn

n

n

goudvis

n

n

slang

n

n

n

n

n

n

6.2 Voer een gesprek over het hebben van huisdieren.

Praat samen over het ingevulde schema van opdracht 6.1. Leg ook uit waarom je een dier wel of niet geschikt vindt als huisdier.

Code+3-v3.indd 13

26/06/18 11:48


14

HOOFDSTUK 1

KIJK EENS OM JE HEEN!

TAAK 2

7.1 Ben je het eens of niet eens met de onderstaande stellingen? Kruis aan.

mee eens 1 Een huisdier is gezellig. n 2 Een huisdier is vies. n 3 Een huisdier helpt tegen de eenzaamheid. n 4 Een kat moet naar buiten kunnen. n 5 Mijn huisdier mag bij mij op bed slapen. n 6 Een huisdier is belangrijk voor de ontwikkeling n van kinderen. 7 Een vogel hoort niet in een kooi en een vis hoort n niet in een aquarium.

niet mee eens n n n n n n n

7.2 Discussieer met elkaar over de stellingen van 7.1.

Afronden

8

Doe de opdrachten online: Hoofdstuk 1 ➔ Taak 1 ➔ Afronden ➔ Luisteren.

Reflectie

Preposities Preposities kan je op verschillende manieren gebruiken.

In de volgende zinnen gebruik je een prepositie om een positie of locatie aan te geven:

Mijn kat slaapt bij mij op bed. Voor mijn huis staan twee bomen. De hond ligt onder de tafel. Preposities worden ook gebruikt in vaste combinaties. Daar zit meestal geen logisch systeem in. Je moet ze uit het hoofd leren in combinatie met het substantief of het verbum waar ze bij horen.

1

Dat landschap lijkt op de omgeving van mijn jeugd. Je moet goed voor je huisdier zorgen. Onder het eten kijken ze vaak televisie. In Code+ deel 3 en deel 4 vind je veel gebruikte combinaties met preposities bij het onderdeel ‘verbindingen’ aan het eind van ieder hoofdstuk.

Beantwoord de vragen. 1

Gebruik je in jouw taal ook preposities?

2 Gebruik je ze ook in combinatie met bijvoorbeeld een substantief of een verbum?

Code+3-v3.indd 14

2

Vergelijk je antwoorden met twee medecursisten.

3

Bespreek de resultaten van opdracht 1 en 2.

26/06/18 11:48


HOOFDSTUK 1

KIJK EENS OM JE HEEN!

TAAK 3

15

Taak 3

Een mening vormen over dieren-, natuur- en milieuorganisaties

Voorbereiden 1

Lees de citaten. Ben je het ermee eens? 1 ‘Het beschermen van de natuur en het milieu moet de hoogste prioriteit hebben. Het is onze taak om te zorgen voor de aarde. We kunnen er geen schade aan blijven toebrengen. Als we zo doorgaan, blijft er niets over voor onze kinderen en de kinderen van onze kinderen.’ a eens b oneens c geen mening

Code+3-v3.indd 15

2

‘Het is belangrijk dat er regels zijn over hoe mensen met dieren om moeten gaan. Dit geldt zowel voor productiedieren (koeien, varkens, kippen) als voor huisdieren. De overheid moet controleren of mensen zich ook aan deze regels houden.’ a eens b oneens c geen mening

3

‘De hele discussie over het milieu en het gebruik van energie gaat niet over mij. Ik als persoon heb daar maar heel weinig invloed op. De dingen die ik kan doen, veranderen toch niet echt iets aan de problemen.’ a eens b oneens c geen mening

26/06/18 11:48


16

HOOFDSTUK 1

2

KIJK EENS OM JE HEEN!

TAAK 3

Lees de vragen en de teksten. Vul de schema’s in. Wat is het doel van de organisatie?

Hoe probeert de organisatie dat doel te bereiken?

Vereniging Natuurmonumenten 1

5

10

De vereniging Natuurmonumenten werkt aan een schoon Nederland met voldoende ruimte voor de natuur. De natuur en het landschap zijn namelijk erg belangrijk voor mensen. Natuurmonumenten wil dan ook dat de mensen de natuur ingaan en van de natuur genieten. Daardoor worden ze zich ook bewust van de waarde van de natuur voor ons allemaal. Natuurmonumenten beschermt de natuur, het landschap en de cultuur door gebieden aan te kopen en er op een professionele manier voor te zorgen. Ook probeert zij mensen te laten zien dat natuur� en landschapsbescherming belangrijk is voor Nederland. Dit doet zij door de Nederlandse samenleving te informeren over haar werk. Een belangrijk middel daarbij is bijvoorbeeld het tijdschrift dat de vereniging uitgeeft. naar: www.natuurmonumenten.nl

Code+3-v3.indd 16

26/06/18 11:48


HOOFDSTUK 1

KIJK EENS OM JE HEEN!

TAAK 3

17

Dierenbescherming 1

5

De Dierenbescherming is de grootste organisatie in Nederland die voor alle dieren opkomt: huisdieren, landbouwdieren, dieren in de natuur en proefdieren (dieren die gebruikt worden voor onderzoek). De Dierenbescherming krijgt de steun van bijna 200.000 mensen (leden, donateurs en vrijwilligers). Medewerkers van de Dierenbescherming controleren de omgeving en leefsituatie van dieren, zorgen ervoor dat dieren zonder huis een thuis krijgen in een asiel, en verzorgen educatieve programma’s voor de jeugdclub ‘Kids for Animals’. Daarnaast is er de Dierenambulance die zieke of gewonde dieren naar een dierenarts of dierencentrum vervoert. Naar: www.dierenbescherming.nl

Greenpeace Nederland 1

5

10

Stichting Greenpeace is een onafhankelijke internationale milieuorganisatie met kantoren in veertig landen. Over de hele wereld vraagt Greenpeace aandacht voor milieuproblemen en stimuleert zij het zoeken naar oplossingen. Het doel is een wereld met een schoon milieu. Greenpeace voert actie, overlegt en doet onderzoek. De acties van Greenpeace vallen op doordat de actievoerders vaak echt hun lichaam gebruiken. Denk bijvoorbeeld aan de Greenpeacemedewerkers die in kleine bootjes op zee hun spectaculaire acties uitvoeren. Daarbij probeert Greenpeace altijd zo veel mogelijk publiciteit te zoeken voor haar acties. In Nederland voert Greenpeace onder meer actie voor de sluiting van de kerncentrale in Borssele. Naar: www.greenpeace.nl

3

Doe de opdrachten online: Hoofdstuk 1 ➔ Taak 3 ➔ Voorbereiden ➔ Woorden 1 en 2.

Uitvoeren

4.1 Presenteer een organisatie waar je in opdracht 2 over hebt gelezen.

Cursist A vertelt iets over Vereniging Natuurmonumenten, cursist B iets over de Dierenbescherming en cursist C iets over Greenpeace. De andere twee cursisten stellen vragen als ze meer willen weten.

4.2 Van welke organisatie zou je lid willen worden en van welke niet? Voer een gesprek.

5

Wat willen jullie nog meer weten over deze organisaties? Formuleer per organisatie twee vragen. Bijvoorbeeld: Hoeveel leden heeft deze organisatie? Natuurmonumenten

Dierenbescherming

Greenpeace

Code+3-v3.indd 17

26/06/18 11:48


18

HOOFDSTUK 1

KIJK EENS OM JE HEEN!

TAAK 3

6 Waarom wil je van die organisatie lid worden? Voer een gesprek.

Alle cursisten lopen rond. Vraag aan een andere cursist welke organisatie hij heeft gekozen. Vraag ook waarom. Vertel zelf ook welke organisatie je hebt gekozen en waarom. Voer zo’n gesprek met nog twee andere cursisten.

Afronden

7

Tel hoeveel mensen er voor elke organisatie hebben gekozen. Wat waren de belangrijkste argumenten om voor een organisatie te kiezen? Vul met de groep het schema in.

aantal keren gekozen

twee belangrijke argumenten

8

Zoek informatie op de website van de organisaties. Zoek het antwoord op de vragen die je bij opdracht 5 hebt geformuleerd. Schrijf de antwoorden op. Natuurmonumenten

Dierenbescherming

Greenpeace

Code+3-v3.indd 18

26/06/18 11:48


HOOFDSTUK 1

KIJK EENS OM JE HEEN!

TAAK 4

19

Taak 4

I ets vertellen over een Nederlands landschap

Voorbereiden

1

Lees de tekst en beantwoord de vragen. 1

Abdelrahman Ahmed uit Soedan zegt dat Nederlanders veel van hun grond houden en dat elk klein stukje grond in gebruik is als tuin. Waarom is er in Nederland zo veel aandacht voor elk klein stukje grond, denk je? Schrijf in een paar zinnen je reactie op.

2. Hij ziet ook een groot verschil in hoe mensen met de natuur omgaan in Nederland hoe dat in ­Soedan gebeurt. Er is ook verschil tussen Nederland en het land waar jij vandaan komt? Zo ja, welk verschil?

Alle natuur is cultuur 1

5

10

Code+3-v3.indd 19

‘Ik verbaas me steeds weer over het Nederlandse landschap. Op dit kleine stukje aarde zie ik zo veel verschillen! Dat komt door de natuur, maar vooral ook door de mens. In Nederland wordt elk klein stukje grond dat beschikbaar is, systematisch gebruikt. Zelfs wat hier natuur genoemd wordt, wordt nog verzorgd. Alle natuur in Nederland is cultuur. Jullie natuur wordt beheerd door de boeren. Bossen zijn een vorm van landbouw. De Nederlanders houden zo veel van hun grond dat in dorpen en steden ook elk klein stukje grond in gebruik is als mooi verzorgde tuin. De mensen hier geven ook veel geld uit aan hun eigen stukje grond. Daaraan kun je zien dat iedere Nederlander in zijn hart een boer is. In Soedan is dat anders. Daar wordt alleen geboerd om er wat aan te verdienen. Lukt dat niet, dan gaat men weg om iets anders te doen.’

26/06/18 11:48


20

Code+3-v3.indd 20

HOOFDSTUK 1

KIJK EENS OM JE HEEN!

TAAK 4

2

Doe de opdrachten online: Hoofdstuk 1 ➔ Taak 4 ➔ Voorbereiden ➔ Luisteren.

3

Kijk naar de afbeeldingen en lees de teksten. Wat hoort bij elkaar? Zet de goede letter bij de foto.

1 _______

2 _______

3 _______

4 _______

5 _______

6 _______

a

‘Het lijkt zo gewoon, zo Hollands, maar dit vind ik nou mooi. Dat vlakke, strakke landschap van de polder met de koeien en hier en daar een rij bomen. Dat vind ik veel mooier dan de heuvels. Hier is het landschap open en daar houd ik van.’

b

‘Het strand is hier prachtig. Dit is een plek waar de natuur nog de baas is. En dan die luchten met die wolken! Je kunt er uren wandelen zonder iemand tegen te komen. Ik neem dan graag de hond mee. Dit is mijn favoriete landschap.’

c

‘Mijn favoriete landschap is een heidelandschap. Het is rijk aan dieren en lage planten. In ­augustus en september kleurt de heide zo prachtig paars, dan wandel ik er graag. Door de stilte en de rust vergeet je alle stress.’

26/06/18 11:48


HOOFDSTUK 1

4

KIJK EENS OM JE HEEN!

TAAK 4

d

‘Ik houd niet zo van de natuur. Geef mij maar de stad, met alle lichtjes. Dit is Rotterdam. Die skyline langs de rivier is toch prachtig! Ik houd echt van de moderne architectuur. Dat maakt Rotterdam voor mij zo bijzonder.

e

‘Nederlands is toch het mooist in Limburg. De heuvels met de kleine dorpjes, het lijkt wel het buitenland. Het is mooi in de zomer als alles groen is, maar ook in de herfst is het er prachtig met al die kleuren. Als ik in deze streek ben, krijg ik echt een vakantiegevoel.’

f

‘Prachtig hè, zo’n brede rivier die door het landschap stroomt. De boot die voorbijvaart. het leven en de tijd lijken hier even stil te staan. Daar kan ik uren naar kijken. Ik kom dan echt tot rust.’

21

Zoek een afbeelding. Zoek op internet een afbeelding van een landschap in Nederland dat je heel mooi vindt. - Waar is dit landschap? - Waarom vind je dit landschap zo mooi? - Heb je het wel eens in het echt gezien? Neem de afbeelding mee naar de les.

5

Doe de opdrachten online: Hoofdstuk 1 ➔ Taak 4 ➔ Voorbereiden ➔ Woorden 1 en 2.

Uitvoeren

6.1 Lees de vragen en kijk nog een keer naar de video. Beantwoord de vragen.

Noteer kort je antwoorden. 1

In welke tijd van het jaar is de video gemaakt?

2

Je ziet in het begin van de video een bordje ‘stiltegebied’. Wat betekent dat?

3

In welk deel van Nederland is de man? Waarom denk je dat?

4

De man heeft het over ‘de berg’. Weet je wat het hoogste punt is van Nederland? En wat het ­laagste?

5

Beschrijf het landschap waarin de man loopt.

6

De man vertelt waarom hij dit landschap zo mooi vindt. Schrijf dit op in twee zinnen.

Code+3-v3.indd 21

6.2 Bespreek samen de antwoorden.

26/06/18 11:48


22

HOOFDSTUK 1

KIJK EENS OM JE HEEN!

TAAK4

Voer een gesprek over de afbeeldingen die jullie bij opdracht 4 hebben gekozen.

7

Vertel elkaar waarom je dit landschap zo mooi vindt. Weet je ook waar het is? Heb je het wel eens gezien?

Schrijf een stukje voor de krant van ongeveer 50 woorden over het Nederlandse landschap.

8

Een krant gaat een themanummer maken over ‘het Nederlandse landschap’. Ze vinden het leuk als buitenlanders hun kijk op dat landschap geven. Ze willen graag dat jij een stukje over jouw favoriete landschap schrijft. Denk aan wat je verteld hebt bij opdracht 7.

Afronden

Maak een overzicht van de landschappen die jullie hebben gekozen.

9

Cultuur

De watersnoodramp van 1953 1

5

10

15

20

25

Nederland vecht al eeuwenlang tegen het water. Een groot deel van Nederland ligt namelijk onder zeeniveau. Daarom wordt het land beschermd door dijken en duinen. Zonder deze dijken en duinen zou bijvoorbeeld de stad Utrecht aan zee liggen. In 1953 ging het fout. In de nacht van 31 januari op 1 februari braken de dijken. Grote delen van Zeeland en de Zuid-­ Hollandse eilanden overstroomden. Hele dorpen verdwenen onder water. Ruim 1800 mensen en bijna 200.000 dieren ­verdronken. 70.000 mensen konden niet meer in hun huizen blijven. Deze gebeurtenis staat bekend als de ­watersnoodramp. Na deze ramp werden er dammen gebouwd om de veiligheid in het gebied te verhogen. Eerst wilde men ook een dam bouwen in de Oosterschelde; het unieke zoutwatermilieu zou dan verdwijnen. Er kwamen protesten van vissers en van natuur- en milieu­organisaties. Ten slotte nam men het besluit om een alternatief te bouwen: de dam in de Oosterschelde wordt alleen gesloten als het niveau van het water extreem hoog is. Zo winnen beide: mens én natuur.

Lees de vragen en voer een gesprek. 1 Zijn er in je land van herkomst wel eens overstromingen of andere natuurrampen? 2 Wordt het landschap in je land van herkomst veranderd om de mensen te beschermen tegen de natuur?

Code+3-v3.indd 22

26/06/18 11:48


HOOFDSTUK 1

KIJK EENS OM JE HEEN!

SLOT

23

Slot

1

Lees de tekst en de opdracht. Doe de opdracht.

Zorg voor de natuur en het milieu 1

5

10

15

Veel Nederlanders zijn zich ervan bewust dat het belangrijk is om goed te zorgen voor de natuur en het milieu. Nederland is klein en er leven zo veel mensen op dit kleine stukje van de aarde dat Nederlanders bijna niet anders kunnen. De overheid stimuleert maatregelen om de natuur en het milieu te beschermen. Zo wordt er geïnvesteerd in wind- en zonne-energie, mogen winkels geen gratis plastic tasjes meegeven en zijn er wetten waarin regels voor het omgaan met de natuur en het milieu zijn vastgelegd. Ook het verminderen van het energieverbruik is al lange tijd een belangrijk doel van de regering. Thuis en in de eigen omgeving proberen veel Nederlanders milieubewust te leven. Dat kun je zien aan kleine dingen, zoals het apart houden van verschillende soorten afval: papier, glas, plastic. Afval van groente en fruit en afval uit de tuin worden vaak apart gehouden van het andere afval. Hierdoor kan het materiaal makkelijker opnieuw gebruikt worden. Ook zie je bijvoorbeeld dat veel Nederlanders de fiets gebruiken voor korte afstanden, bijvoorbeeld tussen huis en school. Opvallend is wel dat het autogebruik blijft toenemen en dat veel Nederlanders het geen probleem vinden om met het vliegtuig op vakantie te gaan. Toch is vliegen, van alle manieren van reizen, het slechtst voor het milieu! Je zou kunnen zeggen dat veel Nederlanders wel milieubewust zijn, maar dat ze dat af en toe even vergeten ‌

Denk je dat deze maatregelen helpen om een beter milieu te krijgen? Kruis aan. Ja, zeker! Een beetje. Ik weet Nee, ik denk het niet. van niet. 1 Rijden met een elektrische auto. n n n n 2 Minder plastic tasjes gebruiken. n n n n 3 Oud papier apart houden van het n n n n andere afval. 4 De fiets gebruiken in plaats van de auto. n n n n 5 Lampen kopen die minder energie gebruiken. n n n n 6 Het licht uitdoen als je een kamer uitgaat. n n n n 7 De kraan pas opendraaien als je klaar bent n n n n met tandenpoetsen.

2

Vergelijk je antwoorden met twee medecursisten. Bespreek samen de antwoorden en vertel hoe jij voor het milieu zorgt. Vertel ook wat er in je land van herkomst gedaan wordt om het milieu te verbeteren.

3

Bespreek samen de antwoorden. Praat ook over overeenkomsten en verschillen tussen de zorg voor het milieu in Nederland en in je land van herkomst.

Code+3-v3.indd 23

26/06/18 11:48


24

HOOFDSTUK 1

KIJK EENS OM JE HEEN!

VERBINDINGEN EN IDIOOM

Verbindingen en idioom Dit zijn de verbindingen en het idioom van hoofdstuk 1. Doe de opdrachten online: Hoofdstuk 1 âž” Oefenen âž” Verbindingen en idioom.

Verbindingen Taak 1 delen met herinneringen hebben aan Taak 2 beslissingen nemen over rekening houden met zorgen voor

Taak 3 actie voeren tegen/voor lid worden van opkomen voor schade toebrengen aan

Idioom Taak 1 er gloeiend bij zijn ieder dubbeltje omdraaien

Code+3-v3.indd 24

Taak 2 dat is verleden tijd geen sprake van hoe kom je daar nou bij? iets (niet) voor mogelijk houden iets uit je hoofd zetten ik moet er niet aan denken

26/06/18 11:48


HOOFDSTUK 1

KIJK EENS OM JE HEEN!

GRAMMATICA EN WOORDBETEKENIS

25

Grammatica en woordbetekenis Dit is de theorie bij Grammatica en woordbetekenis. Doe de opdrachten online: Hoofdstuk 1 ➔ Oefenen ➔ Grammatica en woordbetekenis.

Taak 1 Grammatica - De conjunctie

Want en omdat 1 2 3

Ik woon het liefst in een dorp, want kinderen kunnen er veilig buiten spelen. Ik woon het liefst in een dorp, omdat kinderen er veilig buiten kunnen spelen. Omdat kinderen er veilig buiten kunnen spelen, woon ik het liefst in een dorp.

Want en omdat hebben dezelfde betekenis: ze geven allebei een reden aan. Maar: Na want volgt een hoofdzin (zin 1): - De persoonsvorm staat op de 2e plaats. - Het subject staat op de 1e of de 3e plaats. - Alle andere werkwoorden staan aan het eind

Na omdat volgt een bijzin (zin 2 en 3): - Het subject staat direct na de conjunctie. - De persoonsvorm én de andere werkwoorden staan aan het eind van de zin. - Staat de bijzin voor de hoofdzin (zin 3)? Dan begint de hoofdzin met de persoonsvorm en daarna volgt het subject (inversie). Let op: Het antwoord op een waarom-vraag begint altijd met omdat: Waarom woon je het liefst in een dorp? Omdat ik van rust houd.

Grammatica: Er

Er: plaats Ik woonde in de Rijndijkstraat. De eerste huizen zijn er rond 1889 gebouwd. We woonden in een arbeidersstraat. De sfeer was er anders dan in de Kanaalstraat. Mijn huis is een appartement in een groot gebouw. Ik ben er nog niet zo lang geleden komen wonen. Voor mij is deze buurt prima. Ik blijf er voorlopig lekker wonen. Je kunt er gebruiken om te verwijzen naar een plaats die eerder is genoemd. Aan het begin van een zin gebruik je daar. Daar was de sfeer anders dan in de Kanaalstraat.

Code+3-v3.indd 25

26/06/18 11:48


26

HOOFDSTUK 1

KIJK EENS OM JE HEEN!

GRAMMATICA EN WOORDBETEKENIS

Taak 2 Grammatica - De zin

De vraagzin als bijzin Lees de volgende vraagzinnen: Waarom nemen mensen een rat als huisdier? Waar kan ik een schildpad kopen? Wanneer ga ik de hond uitlaten? Hoeveel geld kost de verzorging van zijn hond? Ze beginnen met een vraagwoord: waarom, waar, wanneer of hoeveel De persoonsvorm staat op de 2e plaats De andere werkwoorden staan aan het eind van de zin. Lees nu de volgende zinnen: hoofdzin bijzin Ik begrijp niet waarom mensen een rat als huisdier nemen. Weet jij waar ik een schildpad kan kopen? Mijn moeder vraagt wanneer ik de hond ga uitlaten. Hij vertelde me hoeveel geld de verzorging van zijn hond kost. Je kunt een vraagzin ook als bijzin gebruiken. Dat noemen we een indirecte vraagzin. In de hoofdzin staat dan een verbum zoals begrijpen, weten, vragen of vertellen. Daarna volgt de bijzin: De bijzin begint met het vraagwoord. De persoonsvorm en de andere werkwoorden staan aan het eind van de zin.

Code+3-v3.indd 26

26/06/18 11:48


HOOFDSTUK 1

KIJK EENS OM JE HEEN!

LEZEN EN SCHRIJVEN

27

Lezen en schrijven

1

Lees de tekst.

Steeds dikkere vrienden 1

De hond snoept te veel, de kat blijft binnen op de flat. Het gevolg: 30 tot 50 procent van de Nederlandse honden en katten is te zwaar en dat is ongezond.

5

Huisdieren nemen de leefstijl van hun baasjes over. Uit onderzoek blijkt dat honden steeds dikker worden naarmate ze langer bij een eigenaar met overgewicht wonen. Als wij op de bank zitten met een zak chips of een blokje kaas, geven we het dier ook wat lekkers, maar die tussendoortjes bevatten veel calorieën en zijn onnodig. Bovendien krijgen veel dieren niet voldoende beweging. Ieder jaar worden er afslankwedstrijden voor dieren georganiseerd. Te dikke dieren moeten op dieet onder begeleiding van een dierenarts.

10

15

20

2

Max, een labrador uit Odijk, werd door zijn eigenaar naar de dierenarts gebracht toen hij 46 kilo woog en ziek was. Hij moest meteen op dieet. ‘Het was wel afzien voor Max, hoor’, zegt zijn baasje. ‘Ik had hem al die tijd veel te veel brokken gegeven. Wist ik veel. Ik was afgegaan op wat er op de verpakking van het voedsel stond. Ik had er niet bij stilgestaan dat hij al lang te zwaar was.’ Max is 14 kilo afgevallen, snurkt niet meer en rent en springt weer als hij buiten is. Ook kan hij weer gewoon plassen. Door zijn overgewicht moest hij bij het plassen gaan zitten. Poes Kitty is ook enorm opgeknapt nadat hij 3,7 kilo was afgevallen. Zij woog 10 kilo. Dat kun je vergelijken met een gewicht van 180 kilo bij de mens. Het viel niet mee om de kat aan het bewegen te krijgen. Haar baasje kocht bij de dierenwinkel een balletje met gaten erin. Die gaten vulde ze met brokjes en daar wilde de kat wel achteraan rennen.

Beantwoord de brief en geef advies. Je buurjongen van vroeger heeft een heel lieve hond die Sam heet. Je krijgt een brief van hem waarin hij vertelt dat het niet goed gaat met zijn hond. Sam is ziek, loopt slecht en is zo dik dat hij bijna niet meer in de auto past. Schrijf een antwoord. Geef advies over een gezonde leefstijl voor Sam. Begin je brief met een aanhef en eindig met een groet en je naam.

Code+3-v3.indd 27

26/06/18 11:48


28

HOOFDSTUK 1

KIJK EENS OM JE HEEN!

WOORDENLIJST

Woordenlijst Intro berg, de beschrijven* jeugd, de overeenkomst, de vies Taak 1 achtergrond, de arbeider, de beide bouwen buitenlander, de doordat enige, het gevaarlijk herinneren, zich kanaal, het molen, de platteland, het rand, de sigaret, de uitbreiden vlak weiland, het zwemmen* Taak 2 bejaarde, de gelden* hond, de kat, de knuffelen konijn, het kooi, de kruipen* laten* nadeel, het ongedierte, het rat, de reden, de ruim schildpad, de slang, de uitlaten* verstaan* verzorgen vogel, de zacht

Code+3-v3.indd 28

Taak 3 argument, het bereiken beschermen discussie, de doel, het energie, de internationaal invloed, de kerncentrale, de landschap, het middel, het natuur, de organisatie, de overheid, de overleggen proefdier, het professioneel publiciteit, de regel, de samenleving, de spectaculair steun, de stichting, de stimuleren vereniging, de waarde, de

spiegeling, de springen* stilte, de streek, de stromen terechtkomen* uitmonden uitslijten* vechten* veiligheid, de verbazen, zich verdrinken* winnen* zand, het Slot kraan, de lamp, de regering, de tandenpoetsen uitdoen* wet, de Lezen en schrijven begeleiding, de

Taak 4 beek, de beheren beschikbaar bord, het bos, het breken* dam, de flink gebied, het geul, de heide, de kabel, de landbouw, de merken overstromen ramp, de rivier, de rust, de slee, de slingeren

26/06/18 11:49


Code+ Basisleergang Nederlands voor anderstaligen A2-B1 Basisleergang Nederlands voor anderstaligen

Basisleergang Nederlands voor anderstaligen

Code+ is een methode voor hoogopgeleide anderstaligen om snel en efficiënt Nederlands te leren. Met Code+ leer je Nederlands aan de hand van concrete taaltaken. Je kunt het onder begeleiding van een docent of zelfstandig doorwerken.

Elk deel bestaat uit een boek met opdrachten en bijbehorend materiaal op het online leerplatform www.nt2plus.nl. Hier vind je oefeningen voor bijvoorbeeld luisteren, woorden en grammatica. Ook kun je online gemakkelijk je vorderingen volgen.

A2 – B1

Code + is ontwikkeld door ervaren docenten van de Universiteit van Amsterdam en de Vrije Universiteit Amsterdam die zelf lesgeven aan hoogopgeleide Nt2leerders. Ze zijn deskundig op het gebied van Nt2 én ze weten wat werkt in de praktijk. Met Code+ leg je dan ook de basis voor een succesvol leven in Nederland!

DEEL 3

DEEL 3

Code+ bestaat uit 4 delen. Met elk deel zet je een niveaustap in het Europees Referentiekader (ERK). - Deel 1: 0 - A1 - Deel 2: A1 - A2 - Deel 3: A2 - B1 - Deel 4: B1 - B2 Als je alle vier de delen van Code+ succesvol hebt doorlopen, kun je met een gerust hart deelnemen aan het Staatsexamen Nt2 Programma II.

A2 - B1

9 789006 978346

3205_NT2_Cover_Code+D3.indd All Pages

25/06/18 09:18


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.