9789006978315_inkijkexemplaar

Page 1

Code+ Basisleergang Nederlands voor anderstaligen A1 - A2 Basisleergang Nederlands voor anderstaligen

Basisleergang Nederlands voor anderstaligen

Code+ is een methode voor hoogopgeleide anderstaligen om snel en efficiënt Nederlands te leren. Met Code+ leer je Nederlands aan de hand van concrete taaltaken. Je kunt het onder begeleiding van een docent of zelfstandig doorwerken. Code+ bestaat uit 4 delen. Met elk deel zet je een niveaustap in het Europees Referentiekader (ERK). - Deel 1: 0 - A1 - Deel 2: A1 - A2 - Deel 3: A2 - B1 - Deel 4: B1 - B2 Als je alle vier de delen van Code+ succesvol hebt doorlopen, kun je met een gerust hart het Staatsexamen Nt2 Programma II doen. Elk deel bestaat uit een boek met opdrachten en bijbehorend materiaal op het online leerplatform www. nt2plus.nl. Hier vind je oefeningen voor bijvoorbeeld luisteren, woorden en grammatica. Ook kun je online gemakkelijk je vorderingen volgen.

DEEL 2

DEEL 2

A1 – A2

Code + is ontwikkeld door ervaren docenten van de Universiteit van Amsterdam en de Vrije Universiteit Amsterdam die zelf lesgeven aan hoogopgeleide Nt2leerders. Ze zijn deskundig op het gebied van Nt2 én ze weten wat werkt in de praktijk. Met Code+ leg je dan ook de basis voor een succesvol leven in Nederland!

A1 - A2

9 789006 978315

3205_NT2_Cover_Code+D2.indd All Pages

12/04/18 13:07


Code+2-v6.indd 1

6/02/19 07:37


deel 2 Basisleergang Nederlands voor anderstaligen A1-A2

Code+2-v6.indd 1

6/02/19 07:37


COLOFON Didactisch concept Het didactisch concept van Code+ is ontwikkeld door de Universiteit van Amsterdam, Instituut voor Nederlands Taalonderwijs en Taaladvies (INTT) en de Vrije Universiteit van Amsterdam, VU-NT2. Auteurs UvA-INTT: Nicky Heijne, Marten Hidma, Karolien Kamma VU-NT2: Titia Boers, Gerrie Gastelaars, Anne Hammers, Vita Olijhoek Eindredactie Code+ deel 2 is een herziening van CODE Plus Takenboek deel 2. De eindredactie was in handen van Anne Hammers (VU-NT2) en Karolien Kamma (UvA-INTT). Redactie Rinske Piek, Piek - leren en interactie, Huissen Basisontwerp serie NT2+ Studio Fraaj, Rotterdam Vormgeving en opmaak Hannie van den Berg Grafische Vormgeving en DTP, Houten Tekenwerk Studio Imago, Ivan en Ilia Illustraties Fotografie Peter Bak – omslagfotografie Isis Vaandrager – styling t.b.v. de omslagfotografie Zie verder illustratieverantwoording op bladzijde 235. Online platform Enigmatry, Rotterdam Bij alle uitgaven van Code+ hoort een digitale applicatie: www.nt2plus.nl Klantenservice uitgeverij ThiemeMeulenhoff: 033 - 448 3700

Over ThiemeMeulenhoff ThiemeMeulenhoff ontwikkelt zich van educatieve uitgeverij tot een learning design company. We brengen content, leerontwerp en technologie samen. Met onze groeiende expertise, ervaring en leeroplossingen zijn we een partner voor scholen bij het vernieuwen en verbeteren van onderwijs. Zo kunnen we samen beter recht doen aan de verschillen tussen lerenden en scholen en ervoor zorgen dat leren steeds persoonlijker, effectiever en efficiënter wordt. Samen leren vernieuwen. www.thiememeulenhoff.nl Dit boek wordt op twee manieren geleverd: - boek plus voucher: ISBN 978 90 06 97833 9 - boek plus licentie: ISBN 978 90 06 97831 5 Derde druk, vierde oplage, 2019 © ThiemeMeulenhoff, Amersfoort, 2018 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16B Auteurswet 1912 j° het Besluit van 23 augustus 1985, Stbl. 471 en artikel 17 Auteurswet 1912, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan Stichting Publicatie- en Reproductierechten Organisatie (PRO), Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp (www.stichting-pro.nl). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet) dient men zich tot de uitgever te wenden. Voor meer informatie over het gebruik van muziek, film en het maken van kopieën in het onderwijs zie www.auteursrechtenonderwijs.nl. De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die des­ondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden

Deze uitgave is volledig CO2-neutraal geproduceerd. Het voor deze uitgave gebruikte papier is voorzien van het FSC®-keurmerk. Dit betekent dat de bosbouw op een verantwoorde wijze heeft plaatsgevonden.

Code+2-v6.indd 2

6/02/19 07:37


INHOUD 4

5

HOOFDST UK 1

27

HOOFDST UK 2

53

HOOFDST UK 3

73

HOOFDST UK 4

97

HOOFDST UK 5

123

HOOFDST UK 6

149

HOOFDST UK 7

181

HOOFDST UK 8

201 220 221 222 223 232 234 235

Code+2-v6.indd 3

Uitleg van de symbolen

Dat is een koopje! Wat kan ik voor u doen? Lees eerst de bijsluiter Alleen is maar alleen Hoe gaat het met je studie? Naar het museum En wat doe jij? Het laatste nieuws Antwoorden Overzicht Grammatica en spelling Overzicht Routines Overzicht Cultuur Alfabetische woordenlijst Onregelmatige werkwoorden Instructiezinnen Nederlands - Engels Illustratieverantwoording

6/02/19 07:37


Uitleg van de symbolen Deze opdracht maak je online op de computer. Je gaat naar een tekst luisteren, een video of een illustratie bekijken, oefenen met nieuwe woorden, met grammatica en spelling of met routines. Ga naar www.nt2plus.nl en kies voor Code+.

Dit is een taalwijzer. In dit boek zijn twee soorten taalwijzers: Grammatica en spelling en Routines. Op www.nt2plus.nl staan deze taalwijzers ook en kun je er oefeningen bij doen.

Bij sommige opdrachten hoort een werkblad. De werkbladen krijg je van je docent.

Sommige opdrachten doe je niet in de klas, maar buiten het lokaal of buiten de school. Je moet dan bijvoorbeeld naar een winkel.

Bij deze opdracht moet je iets zoeken op internet.

Deze opdracht doe je met een andere cursist samen.

Deze opdracht doe je met twee andere cursisten.

Deze opdracht doe je met de hele groep.

Dit is een luisteropdracht. Je luistert naar een tekst en beantwoordt de vragen. Het kan ook zijn dat de docent je een liedje laat horen.

Dit is een leesopdracht. Je leest een tekst en beantwoordt de vragen.

Dit is een schrijfopdracht.

Dit is een spreekopdracht. Je voert een gesprek met een of meerdere andere cursisten of je vertelt iets aan de hele groep.

Code+2-v6.indd 4

6/02/19 07:37


HOOFDSTUK 1

DAT IS EEN KOOPJE!

TAAK 1

5

HO OF DST UK 1

Dat is een koopje! Dit hoofdstuk gaat over kopen en verkopen.

Code+2-v6.indd 5

6/02/19 07:37


6

HOOFDSTUK 1

DAT IS EEN KOOPJE!

INTRODUCTIE

Introductie

Wat leer je?

Code+2-v6.indd 6

Taak 1 Taak 2 Taak 3 Taak 4

Afrekenen in een winkel. Advertenties lezen en begrijpen. Apparaten kopen. Inkopen doen voor een feestje.

6/02/19 07:37


HOOFDSTUK 1

DAT IS EEN KOOPJE!

INTRODUCTIE

7

Wat koop je bij de supermarkt, de boekwinkel en de kledingwinkel? Vul in. de supermarkt:

de boekwinkel:

de kledingwinkel:

Code+2-v6.indd 7

6/02/19 07:37


8

HOOFDSTUK 1

DAT IS EEN KOOPJE!

TAAK 1

Taak 1

Afrekenen in een winkel

Voorbereiden 1

Wat hoort bij elkaar? Kruis aan.

1 Kan ik contactloos betalen? 2 Hebt u terug van € 100? 3 U kunt uw pas insteken en uw pincode intoetsen.

Code+2-v6.indd 8

m m m

m m m

m m m

2

Doe de opdrachten online: Hoofdstuk 1 ➔ Taak 1 ➔ Voorbereiden ➔ Luisteren.

3

Doe de opdrachten online: Hoofdstuk 1 ➔ Taak 1 ➔ Voorbereiden ➔ Woorden 1 en 2.

6/02/19 07:37


HOOFDSTUK 1

DAT IS EEN KOOPJE!

TAAK 1

9

Routines

Afrekenen Kopen Verkopen Kan ik afrekenen? Het kost € 2,40. € 3,50 alstublieft. Dat is dan € 293,87. Hebt u terug van € 50? Nee sorry, ik kan wel pinnen.

Hebt u het ook kleiner? Gaat uw gang. / Ga je gang.

Ik wil graag pinnen. Kan ik pinnen? Kan ik contactloos betalen?

U kunt ook contant betalen. U kunt uw pas insteken en uw pincode intoetsen. U kunt uw pas vlak bij het apparaat houden.

Ik kan ook contant betalen. Ik heb het ook contant.

Hebt u het gepast? Hebt u misschien 50 cent?

Dat lukt wel. Ik heb genoeg kleingeld. Ik heb geen contant geld.

4

Doe de opdrachten online: Hoofdstuk 1 ➔ Taak 1 ➔ Voorbereiden ➔ Routines.

Uitvoeren

5

Voer zes gesprekjes. Eén cursist is verkoper, de ander klant. De klant wil afrekenen. Gebruik de informatie op het werkblad. Voer de gesprekjes. Wissel van rol na drie gesprekken.

Code+2-v6.indd 9

6/02/19 07:37


10

HOOFDSTUK 1

DAT IS EEN KOOPJE!

TAAK 1

Afronden

6

Lees de vragen en de tekst. Beantwoord de vragen. 1 Het aantal pinbetalingen groeit, het aantal contactloze betalingen wordt kleiner. a waar b niet waar 2 Nederlanders betalen kleine bedragen… a steeds vaker contant. b vooral contactloos. c steeds meer met de pinpas. 3 Op welke plaatsen betalen mensen vooral contactloos? a in kledingwinkels b in de kantine c bij het benzinestation 4

Welke zinnen horen bij contactloos betalen? Kruis aan. contactloos betalen Een pincode intoetsen m Een pinpas vlak bij het apparaat houden m Kleine bedragen tot € 25 m Bedragen boven € 25 m Kost minder tijd m

Betalen in Nederland Nederlanders betalen steeds minder vaak met contant geld. In 2010 gebruikten ze hun pinpas ongeveer 2,1 miljard keer, in 2016 3,5 miljard keer en het aantal pin­ betalingen groeit nog steeds. In 2016 pinden Nederlanders bij ongeveer 55 procent van alle betalingen. Vooral in supermarkten, bij benzinestations en in kleding- en schoenenwinkels gebruikten ze de pinpas. Nederlanders betalen kleine bedragen tegenwoordig vooral contactloos. Om te ­betalen moet je je pinpas vlak bij het pinapparaat houden. Het aantal contactloze betalingen groeide in 2016 tot 630 miljoen. Contactloos betalen kost minder tijd. Je hoeft namelijk geen pincode in te toetsen. Het kan alleen voor bedragen tot € 25. Daarom gebeurt het bijvoorbeeld vooral in het café, de kiosk of de kantine. Maar ook in de supermarkt kun je voor kleine bedragen contactloos betalen.

Code+2-v6.indd 10

6/02/19 07:37


HOOFDSTUK 1

7

DAT IS EEN KOOPJE!

TAAK 1

11

Beantwoord de vragen. Bedenk eerst dit: welke kleren draag je? Wat heb je bij je? 1 Wat heb je het eerst gekocht en wat het laatst?

2 Wat was het duurst?

3 Waar heb je het gekocht?

4 Wanneer heb je het gekocht?

5 Hoe heb je betaald?

Code+2-v6.indd 11

Vergelijk je antwoorden met twee medecursisten.

6/02/19 07:38


12

HOOFDSTUK 1

DAT IS EEN KOOPJE!

TAAK 2

Taak 2

Advertenties lezen en begrijpen

Voorbereiden 1

Wat hoort bij elkaar? Vul de goede letter in. Wat is te koop? a een meubel b een computer

Code+2-v6.indd 12

c een muziekinstrument d een auto

e kleding f een apparaat

6/02/19 07:38


HOOFDSTUK 1

1

DAT IS EEN KOOPJE!

TAAK 2

13

Te koop

Bank, kleur blauw, 4 jaar oud,

2

Piano, 1930, zwart, veel ­gebruikt. Tegen elk aan­ nemelijk bod. 06 - 44254753.

in goede staat. Vraagprijs: € 260, 020 - 6112536. 3

Wasmachine, 4 programma’s, 8 jaar oud, goede machine. Moet weg. Prijs: € 80, erik@hotmail.com.

4

Laptop: Acer met tas, programma’s en usb-aan­ sluiting. 1 jaar oud, zo goed als nieuw. Nu voor de halve prijs: € 230, 06 - 40213752.

5

Citroën 2CV, uit 1984, 117.248 km, in redelijke staat. Prijs: € 2950, 06 - 44545663.

6

Trouwjurk, 1 keer gedragen, zo goed als nieuw. Koopje: € 200. barbara.halla@hotmail.com.

2

Doe de opdrachten online: Hoofdstuk 1 ➔ Taak 2 ➔ Voorbereiden ➔ Luisteren.

3

Doe de opdrachten online: Hoofdstuk 1 ➔ Taak 2 ➔ Voorbereiden ➔ Woorden.

Routines

Advertenties begrijpen Staat (conditie) Zo goed als nieuw (z.g.a.n.) In goede staat In redelijke staat (Veel) gebruikt Prijs Slechts vijftig euro / Maar twintig euro. (Dat is een) koopje! Dat vind ik een goede prijs. Nu voor de halve prijs. Tegen iedere prijs / Tegen elk aannemelijk bod (t.e.a.b.).

Code+2-v6.indd 13

4

Doe de opdrachten online: Hoofdstuk 1 ➔ Taak 2 ➔ Voorbereiden ➔ Routines.

6/02/19 07:38


14

HOOFDSTUK 1

DAT IS EEN KOOPJE!

TAAK 2

Uitvoeren

5

Lees de vragen en de advertenties. Beantwoord de vragen. 1 Je wilt voor jezelf een fiets kopen. Je wilt niet meer dan € 170 betalen. Hij moet heel goed zijn. Welke kies je? Waarom? Er kunnen meer antwoorden goed zijn. m 1 m 4 Fiets. Merk: Batavus. In prima staat. Vraagprijs: € 350. 06 - 25768432

Herenfiets. Goede, nette fiets. Weinig gebruikt. Prijs: € 140. 013 - 4215432

m 2

Meisjesfiets. Zo goed als nieuw. Moet weg. Tegen elk aannemelijk bod. 023 - 6528579

Damesfiets, 7 versnellingen. In redelijke staat. Prijs: € 110. 06 - 21436587

m 3

Racefiets, 24 versnellingen. Z.g.a.n. Koopje. Vraagprijs: € 165. 072 - 9786540

m 5

2 Je wilt een koelkast kopen. Je wilt niet meer dan € 100 betalen. De koelkast mag wel oud zijn. Je hebt een gezin met vijf kinderen. Welke kies je? Waarom? Er kunnen meer antwoorden goed zijn.

Code+2-v6.indd 14

m 1 m 3 Campingkoelkast, 60 x 90 cm. Houdt al uw frisdrank koud. Slechts € 50. 06 - 63542231

Koelkast, tafelmodel. Prijs: € 25. 026 - 6781852

m 2

Koelkastje, klein model, voor op de boot. Merk Ignis. Z.g.a.n. Vraagprijs: € 50. 06 - 13416503

Grote koelkast, 2 deuren, apart deel voor groente. Moet weg omdat we kleiner gaan wonen. Tegen iedere prijs. 010 - 4476769

m 4

6/02/19 07:38


HOOFDSTUK 1

DAT IS EEN KOOPJE!

TAAK 2

15

Afronden

6

Kies tweedehands eetkamerstoelen.

Werk samen. Bekijk de advertenties op het werkblad. Je woont in Amsterdam. Je wilt eetkamerstoelen kopen op internet. Welke stoelen kies je en waarom? Wat is belangrijk bij jouw keuze? Kiezen jullie dezelfde stoelen? Of vinden jullie andere stoelen mooi?

Voorbeeld:

Ik kies de stoelen van advertentie 1 want die zijn niet duur. Ik wil ook niet meer dan vier stoelen. De verkoper woont dichtbij en de stoelen zijn in goede staat. De kleur beige vind ik ook mooi.

Code+2-v6.indd 15

6/02/19 07:38


16

HOOFDSTUK 1

DAT IS EEN KOOPJE!

TAAK 3

Taak 3

Apparaten kopen

Voorbereiden 1

Je wilt een televisie kopen. Wat vind je belangrijk? Vul in. 1 Niet belangrijk  2  Belangrijk  3  Heel belangrijk    De prijs.    De kwaliteit.    Het merk.    De televisie moet goed in mijn kamer passen: kleur, groot of klein.    De garantie.

Code+2-v6.indd 16

2

Doe de opdrachten online: Hoofdstuk 1 ➔ Taak 3 ➔ Voorbereiden ➔ Luisteren.

3

Doe de opdrachten online: Hoofdstuk 1 ➔ Taak 3 ➔ Voorbereiden ➔ Woorden.

6/02/19 07:38


HOOFDSTUK 1

DAT IS EEN KOOPJE!

TAAK 3

17

Uitvoeren

4

Lees samen het voorbeeld. Cursist A is de verkoper. Cursist B is de klant. Verkoper Dag meneer, kan ik u helpen? Klant Ik zoek een nieuwe wasmachine. Verkoper Wat voor wasmachine zoekt u? Wast u bijvoorbeeld veel? Klant Ik was niet veel, ik woon alleen. Maar ik wil wel een goed merk. Verkoper Misschien is deze machine wat voor u. Het is een goed merk. Hij heeft tien programma’s, u kunt vijf kilo wassen en hij kost € 569. Klant Dat lijkt me goed. Hoelang is de garantie? Verkoper Twee jaar. Drie jaar garantie kost € 35 extra. Klant Prima, ik neem deze met extra garantie. Verkoper Goed, loopt u even mee?

5.1

Voer het gesprek.

Je wilt een wasmachine kopen. Cursist A is de verkoper. Cursist B is de klant. Gebruik de informatie op het werkblad. Cursist A begint de dialoog.

5.2

Voer het gesprek. Je wilt een telefoon kopen. Cursist B is de verkoper. Cursist A is de klant. Gebruik de informatie op het werkblad. Cursist B begint de dialoog.

Code+2-v6.indd 17

6/02/19 07:38


18

HOOFDSTUK 1

DAT IS EEN KOOPJE!

TAAK 3

Afronden

6

Doe de opdrachten online: Hoofdstuk 1 ➔ Taak 3 ➔ Afronden ➔ Luisteren. Je hoort hoe het gesprek van opdracht 5.1 kan gaan.

7

Herhaal opdracht 5.1.

Cultuur

Wie doen de boodschappen?

Kruis aan. Nederland 1 Mannen en vrouwen kopen samen apparaten, meubels en auto’s. m 2 Moeders kopen kleren voor de kleine kinderen in het gezin. m 3 Grotere kinderen kiezen in de winkel hun eigen kleren. m 4 Mannen en vrouwen kopen hun eigen kleren. m 5 Veel mensen doen één keer per week boodschappen in de supermarkt. m 6 De moeder van een gezin doet de meeste boodschappen. m 7 De winkels zijn zeven dagen per week van ’s morgens vroeg tot in de avond open. m

Code+2-v6.indd 18

Vergelijk je antwoorden met twee medecursisten.

Bespreek samen de antwoorden.

Land van herkomst m m m m m m m

6/02/19 07:38


HOOFDSTUK 1

DAT IS EEN KOOPJE!

TAAK 4

19

Taak 4

Inkopen doen voor een feestje

b

a

c

d

g c

f

e

h

Voorbereiden 1

Wat hoort bij elkaar? Vul de goede letter in. 1    3 flessen cola: 3 halen, 2 betalen: € 2,98 2    appelsap en sinaasappelsap: nu € 0,99 per pak 3    aanbieding: duopak koffie van het huismerk: € 3,13 4    voor de halve prijs: fles rode wijn, 0,75 l - (€ 4,99) € 2,49 5    fles witte wijn van het huismerk: € 2,99 6    zak chips, bij 2 stuks 10% korting: (€ 1,78) € 1,60 7    kilo jonge kaas voor € 8,58 8    tweede voor de halve prijs: 2 kratten bier van € 17,98 voor € 13,48

Code+2-v6.indd 19

6/02/19 07:38


20

HOOFDSTUK 1

DAT IS EEN KOOPJE!

TAAK 4

2

Doe de opdrachten online: Hoofdstuk 1 ➔ Taak 4 ➔ Voorbereiden ➔ Luisteren.

3

Doe de opdrachten online: Hoofdstuk 1 ➔ Taak 4 ➔ Voorbereiden ➔ Woorden.

Uitvoeren

4.1

Neem een advertentiekrantje van een supermarkt mee naar de les.

4.2

Bespreek wat jullie gaan kopen voor het feestje. Kies een van de volgende situaties. Jullie gaan boodschappen doen voor een feestje. ­Gebruik de advertentiekrantjes van opdracht 4.1. Bespreek wat jullie gaan kopen. 1 Jullie willen een feestje geven voor de groep. Kies wat jullie gaan kopen voor € 100. Schrijf op wat jullie willen kopen. 2 Je bent geslaagd voor je rijexamen. Je wilt een feest geven voor dertig mensen bij je thuis. Iedereen moet iets kunnen drinken en eten. Probeer zo veel mogelijk dingen te ­kopen die iedereen lekker vindt. Kies wat jullie gaan kopen voor € 150. Schrijf op wat jullie willen kopen. 3 Je dochtertje wordt zes jaar. Je geeft een feestje voor haar. Er komen zes kinderen. Probeer zo veel mogelijk dingen te kopen die kinderen lekker vinden. Kies wat jullie gaan kopen voor € 50. Schrijf op wat jullie willen kopen.

Code+2-v6.indd 20

6/02/19 07:38


HOOFDSTUK 1

DAT IS EEN KOOPJE!

TAAK 4

21

Afronden

5

Bespreek wat jullie hebben gekocht. Bespreek ook wie het meest heeft kunnen kopen.

Cultuur

Vaste prijzen of niet? De prijs van een heleboel dingen in Nederland is vast. Dat ­betekent dat je niet kunt praten met de verkoper over een lagere prijs (= afdingen). Bij sommige dingen is dat heel duidelijk. Voor groente of fruit, kleren en andere niet zo grote en dure artikelen op de markt of in een winkel betaal je gewoon de prijs die erop staat of die de verkoper ervoor vraagt. Dit is niet zo bij spullen die niet nieuw zijn: tweedehands spullen. Daarbij is het juist heel normaal als je onderhandelt: je probeert minder te betalen. Ook bij tweedehands auto’s is de vraagprijs meestal niet de prijs die je er echt voor betaalt; je betaalt bijna altijd minder. Ook bij andere grote artikelen, zoals een nieuwe wasmachine, kun je proberen om een ­lagere prijs te betalen. Zeker als je in een winkel twee dingen tegelijk koopt, bijvoorbeeld een wasmachine en een koelkast. Probeer dan te onderhandelen over de prijs. Je zegt ­bijvoorbeeld: ‘Als ik ze nu allebei neem, kunt u dan iets aan de prijs doen?’ Twee derde van de Nederlanders tussen 25 en 50 jaar onderhandelt vaak bij een koop. Ze onderhandelen vooral bij autodealers (60%), op tweedehands markten (59%) en bij winkels met apparaten voor in huis, zoals wasmachines en koelkasten (57%). Op tweedehands websites zoals Marktplaats onderhandelt 40% over de prijs. Een kwart van de mensen vindt onderhandelen makkelijk en leuk, want daarna betaal je vaak minder voor een product. Vooral mannen onderhandelen; drie kwart probeert wel eens af te dingen. Bij de vrouwen is dat maar 59%. Zij vinden onderhandelen moeilijker.

Slot

1

2

Schrijf een advertentie.

Doe de opdrachten online: Hoofdstuk 1 ➔ Slot.

Je gaat samenwonen met je vriend(in). Jullie hebben allebei een set eetkamerstoelen en jullie willen er een verkopen. Schrijf een kleine advertentie voor in de supermarkt.

Code+2-v6.indd 21

6/02/19 07:38


22

HOOFDSTUK 1

DAT IS EEN KOOPJE!

GRAMMATICA EN SPELLING

Grammatica en spelling Dit is de theorie bij Grammatica en spelling. Doe de opdrachten online: Hoofdstuk 1 ➔ Oefenen ➔ Grammatica en spelling.

Taak 1 Grammatica - Het substantief

Het diminutief Als je wilt zeggen dat iets klein is, kun je een diminutief gebruiken. het pak de fles de zegel het raam de woning het ding

het pakje het flesje het zegeltje het raampje het woninkje het dingetje

Een diminutief maak je met -je, -tje, -pje, -kje of -etje achter het substantief. Het substantief in de diminutiefvorm heeft altijd het artikel (lidwoord) het. Let op: soms heeft het diminutief een andere betekenis. het brood ➔ het broodje het bier ➔ het biertje (= een glas bier)

Code+2-v6.indd 22

6/02/19 07:38


HOOFDSTUK 1

DAT IS EEN KOOPJE!

GRAMMATICA EN SPELLING

23

Grammatica - Het verbum

Het imperfectum (regelmatig) In 2010 gebruikten Nederlanders hun pinpas ongeveer 2,1 miljard keer. In 2016 pinden ze 3,5 miljard keer keer. Nederlanders reisden ook steeds meer met de OV-chipkaart. Ze pinden om geld op de kaart te laden. Singularis subject 1 ik 2 je / jij / u 3 ze / zij, hij

gebruiken pinnen verhuizen gebruikte pinde verhuisde gebruikte pinde verhuisde gebruikte pinde verhuisde

Pluralis 1 we / wij 2 jullie 3 ze / zij

gebruikten pinden verhuisden gebruikten pinden verhuisden gebruikten pinden verhuisden

1a Hoe maak je het regelmatig imperfectum? gebruik - te gebruik - ten

verhuis - de verhuis - den

ik-vorm + te(n) / de(n)

1b Wanneer gebruik je -te(n) of -de(n)? Kijk naar de infinitief. Neem de laatste letter vóór -en: gebruiken, pinnen, verhuizen Is die laatste letter een s, f, t, k, ch, of p? (SoFTKeTCHuP). Kies dan -te of -ten (ik) gebruik ➔ gebruikte (singularis) / gebruikten (pluralis) Is die laatste letter een andere letter? Kies dan -de of -den (ik) pin ➔ pinde (singularis) / pinden (pluralis) (ik) verhuis ➔ verhuisde (singularis) / verhuisden (pluralis) (let op: verhuizen)

Code+2-v6.indd 23

6/02/19 07:38


24

HOOFDSTUK 1

DAT IS EEN KOOPJE!

GRAMMATICA EN SPELLING

Grammatica - Het verbum

Het imperfectum (onregelmatig) Mijn oma had geen wasmachine. Mijn vader was vroeger huisarts. Wat deed jouw vader voor werk? Ik kwam gisteren te laat op school. We gingen op maandag altijd voetballen. Singularis subject 1 ik 2 je / jij, u 3 ze / zij, hij

hebben had had had

zijn was was was

doen deed deed deed

komen kwam kwam kwam

gaan ging ging ging

Pluralis 1 we / wij 2 jullie 3 ze / zij

hadden hadden hadden

waren waren waren

deden deden deden

kwamen kwamen kwamen

gingen gingen gingen

Het imperfectum van onregelmatige werkwoorden moet je leren. Daar zijn geen regels voor. Achter in dit boek staat op blz. 232 een lijst met onregelmatige werkwoorden. Kijk verder voor informatie in het woordenboek.

Code+2-v6.indd 24

6/02/19 07:38


HOOFDSTUK 1

DAT IS EEN KOOPJE!

LEZEN EN SCHRIJVEN

25

Lezen en schrijven

1

Lees de tekst en de vragen. Beantwoord de vragen. 1 Wat is de beste titel voor deze tekst? a Jongeren eten het vaakst buiten de deur. b Ouderen gaan het vaakst uit eten. c Nederlanders houden niet van koken. 2 Jongeren betalen per keer meer geld in een restaurant dan ouderen. a waar b niet waar 3 Wat hoort bij elkaar? 1 Ongeveer 30 procent van Nederlanders… a 2 10 procent van de Nederlands… b 3 Ruim 20 procent van de Nederlanders… c 1 ___

2 ___

tussen de 60 en 70 jaar gaat minstens één keer per week uit eten. tussen de 37 en 50 jaar gaat minstens één keer per week uit eten. tussen de 18 en 36 jaar gaat minstens één keer per week uit eten.

3 ___

Nederlanders eten steeds meer buiten de deur. In plaats van zelf te koken, gaan ze vaker in een restaurant eten of ze bestellen eten en laten dat bezorgen. Dit zegt het het FoodService Instituut Nederland (FSIN), dat jaarlijks kijkt naar waar mensen precies hun eten en drinken kopen. Vooral jongeren tussen 18 en 36 jaar eten vaak hun maaltijden buiten de deur: 29 procent van hen doet dat minimaal 1 keer per week. Bij Nederlanders tussen de 37 en de 50 is dat 21 procent en bij ouderen tussen de 60 en 70 jaar maar 10 procent. Maar: die jongeren eten wel goedkoper. Ze betalen per keer € 19,42, ­terwijl ouderen € 30,66 per keer uitgeven. Ruim een derde van de jongeren laat daarnaast minstens één keer per maand een maaltijd thuis bezorgen, zoals pizza of Chinees. Ze bestellen dat via internet. ­Jongeren doen dat vrij impulsief: de meesten jongeren denken niet lang na voordat ze via internet eten bestellen.

2

Schrijf een e-mail aan meneer Jansen. Vraag informatie. Je wilt een tweedehands fiets kopen. Je ziet op internet de advertentie die hiernaast staat. Je wilt meer weten over deze fiets (denk aan de kleur, dames- of herenfiets, hoe oud hij is, de prijs, buiten of binnen gestaan, enzovoort).

Code+2-v6.indd 25

Te koop: sportieve fiets, in perfecte staat. p.jansen@yahoo.com

6/02/19 07:38


26

HOOFDSTUK 1

DAT IS EEN KOOPJE!

WOORDENLIJST

Woordenlijst Taak 1 afrekenen apparaat, het bak, de bedrag, het beker, de benzinestation, het betaling, de broodje, het contant gebruiken genoeg groeien hoeven insteken* intoetsen kantine, de kauwgom, de kiosk, de kleding, de kleingeld, het lukken pak, het pas, de passen (geld) pincode, de procent, het sparen tegenwoordig terughebben van* tijdschrift, het verkopen* vooral zegeltjes, de

Code+2-v6.indd 26

Taak 2 aannemelijk advertentie, de apart bod, het college, het deel, het deur, de frisdrank, de hout, het ieder koelkast, de koopje, het leer, het materiaal, het meisje, het merk, het meteen muziekinstrument, het net (nette) programma, het redelijk slechts staat, de stelen (gestolen)* vraagprijs, de weg moeten* weinig Taak 3 aanbieding, de batterij, de beeld, het garantie, de gegevens, de geluid, het maar opschrijven* televisie, de wassen* zelf

Taak 4 chips, de duidelijk examen, het heleboel (een heleboel) huismerk, het iedereen krat, het maar (slechts) makkelijk mazzel, de moeilijk noot, de olijf, de sap, het sinaasappel, de slagen spullen, de stuk(je), het (per stuk) tweedehands uitgeven* zak, de Slot allemaal overal Lezen en schrijven altijd impulsief nadenken* (over)

6/02/19 07:38


HOOFDSTUK 1

DAT IS EEN KOOPJE!

TAAK 1

27

H OOF DST UK 2

Wat kan ik voor u doen? Dit hoofdstuk gaat over diensten.

Code+2-v6.indd 27

6/02/19 07:38


28

HOOFDSTUK 2

WAT KAN IK VOOR U DOEN? INTRODUCTIE

Introductie

Wat leer je?

Code+2-v6.indd 28

Taak 1 Taak 2 Taak 3 Taak 4

Een pakket versturen.  Informatie vragen over de openbare bibliotheek. Een bankrekening openen. Informatie vragen en geven op het gemeentehuis.

Doe de opdrachten online: Hoofdstuk 2 ➔ Introductie.

6/02/19 07:38


HOOFDSTUK 2

WAT KAN IK VOOR U DOEN?

TAAK 1

29

Taak 1

Een pakket versturen

Voorbereiden 1

Welke woorden horen bij ‘een pakket versturen’? Kruis aan. m de PostNL-locatie m het paspoort m de brievenbus m het gewicht m lezen

Code+2-v6.indd 29

m m m m m

het postpakket de agenda telefoneren de plattegrond bezorgen

6/02/19 07:38


30

HOOFDSTUK 2

2.1

WAT KAN IK VOOR U DOEN?

TAAK 1

Lees de vragen en de tekst. Beantwoord de vragen. 1 Sarah woont in Amsterdam. Ze stuurt een boek naar haar vriendin in Groningen. Het boek weegt 1 kilo. Het pakket past niet in de brievenbus. Hoe moet ze het versturen? a als brief b als pakket c als aangetekende post 2 Je vriendin in Duitsland gaat op zaterdag trouwen. Je stuurt haar een pakket met een mooi cadeau. Het pakket weegt 4 kilo. Je verstuurt het pakket op donderdag. Wanneer ontvangt je vriendin haar cadeau? a Op vrijdag of zaterdag b Op zaterdag of zondag c Op maandag of dinsdag 3 Je woont in Rotterdam. Je vriend in Maastricht is woensdag jarig. Je stuurt een kaartje. Je doet de kaart op dinsdag om 17.00 uur op de bus. Krijgt de vriend de kaart op zijn verjaardag? ________________ 4 De ambassade stuurt je paspoort met een visum naar je toe. Hoe versturen ze het? a Als een brief b Als een pakket c Als aangetekende post

Een pakket versturen De PostNL-locatie Je verstuurt pakketten niet meer bij het postkantoor. Je kunt meestal gewoon naar de kiosk of de supermarkt gaan. Daar hebben ze een balie van PostNL. Daar kun je het pakket versturen. Het tarief Pakketten hebben allerlei verschillende maten. Op de PostNL-locatie kun je speciale dozen kopen. Daar doe je de spullen in die je wilt versturen. Wil je een zwaar pakket versturen? Dan moet je meer betalen, omdat het gewicht het tarief bepaalt. Bij de balie van PostNL wegen ze het pakket. Een pakket mag niet zwaarder dan dertig kilo zijn. Pakketten naar het buitenland zijn natuurlijk duurder. Soms past een pakket in de brievenbus. Dan moet je het ook als een pakket versturen, maar betaal je minder. Bezorgen Een postbezorger bezorgt het pakket in Nederland meestal binnen 24 uur. Pakketten naar het buitenland zijn langer onderweg. Een pakket versturen naar BelgiĂŤ of Duitsland duurt twee tot drie werkdagen. Een pakket buiten Europa is meestal een week onderweg.

Code+2-v6.indd 30

6/02/19 07:38


HOOFDSTUK 2

WAT KAN IK VOOR U DOEN?

TAAK 1

31

De brievenbus Brieven en kaarten kun je sturen via de brievenbus. Wil je een kaartje sturen voor een speciale gebeurtenis, zoals een verjaardag of een huwelijk? Verstuur de kaart dan op tijd. Als je post vóór 18.00 uur op de bus doet, komt hij binnen Nederland de volgende dag aan. Maar let op: op zondag en maandag wordt er geen post bezorgd in Nederland. Op de brief plak je een postzegel. Die kun je kopen bij locatie van PostNL. Belangrijke post Verstuur je belangrijke post zoals een paspoort of een diploma? En wil je zeker weten dat de post aankomt? Stuur je post dan aangetekend. Je krijgt een bewijs dat de post is verstuurd. De persoon die de post krijgt, zet zijn handtekening als hij de post ontvangt. De tarieven voor post versturen veranderen regelmatig. Op de www.postnl.nl kun je zien hoeveel je moet betalen om je brief of pakket te versturen.

2.2

Kijk op internet. Beantwoord de vragen. Kijk op www.postnl.nl. 1 Kijk bij PostNL-locaties en vul je postcode in. Waar is een locatie van PostNL bij jou in de buurt? ________________ 2 Hoeveel kost het versturen van de post uit vraag 1, 2, 3 en 4 van opdracht 2.1? 1 ________________ 2 ________________ 3 ________________ 4 ________________

3

Code+2-v6.indd 31

Doe de opdrachten online: Hoofdstuk 2 ➔ Taak 1 ➔ Voorbereiden ➔ Luisteren.

6/02/19 07:38


32

HOOFDSTUK 2

4

WAT KAN IK VOOR U DOEN?

TAAK 1

Wat hoort bij elkaar? Vul de goede letter in. Wat wil je weten? 1 Wanneer het pakket wordt bezorgd. 2 Hoeveel het kost om het pakket te versturen. 3 Of je de post via de brievenbus kunt versturen. 4 Hoeveel het pakje weegt. Wat vraag je? a Past dit pakket in de brievenbus? b Hoe zwaar is dit pakket? c Hoeveel moet ik betalen? d Wanneer komt het pakket aan? 1    2    3    4

5

Doe de opdrachten online: Hoofdstuk 2 ➔ Taak 1 ➔ Voorbereiden ➔ Woorden 1 en 2.

Routines

Een pakket versturen Ik wil dit pakket versturen. Ik wil dit pakket naar het buitenland versturen. Ik wil deze brief aangetekend versturen. Hoe zwaar is het pakket? Wat kost het om dit pakket te versturen? Wanneer komt het pakket aan? Wanneer wordt het pakket bezorgd?

Code+2-v6.indd 32

6

Doe de opdrachten online: Hoofdstuk 2 ➔ Taak 1 ➔ Voorbereiden ➔ Routines.

6/02/19 07:38


HOOFDSTUK 2

WAT KAN IK VOOR U DOEN?

TAAK 1

33

Uitvoeren 7

Lees de vragen op de volgende bladzijde en bekijk de folder over de pakketten. Beantwoord de vragen.

Pakketten

Duur in werkdagen

Europa België, Duitsland, Frankrijk Zwitserland Italië, Spanje

2-3 2-3 3-5

Buiten Europa Australië Brazilië Canada Suriname Verenigde Staten

6-8 6-9 5-6 5-8 3-6

Landen EUR 1

Wereld

België, Luxemburg, Denemarken, Duitsland, Frankrijk, Italië, Oostenrijk, Spanje, Verenigd Koninkrijk, Zweden Albanië, Andorra, Bosnië-Herzegovina, Bulgarije, Cyprus, Estland, Finland, Gibraltar, Griekenland, Groenland, Hongarije, Ierland, Kroatië, Letland, Litouwen, Liechtenstein, Macedonië, Malta, Moldavië, Montenegro, Noorwegen, Oekraïne, Polen, Portugal, Roemenië, Servië, Slovenië, Slowakije, Tsjechië, Turkije, Wit-Rusland, IJsland, Zwitserland alle andere landen

EUR 1 EUR 2 Wereld

0 - 2 kg € 13,00 € 18,50 € 24,30

EUR 2

Code+2-v6.indd 33

2 - 5 kg € 19,50 € 25,00 € 34,30

5 - 10 kg € 25,00 € 31,00 € 58,30

10 - 20 kg € 34,00 € 40,00 € 105,30

6/02/19 07:38


34

HOOFDSTUK 2

WAT KAN IK VOOR U DOEN?

TAAK 1

Het is dinsdag 26 oktober. Jullie willen een pakket versturen naar tante Tanya in Suriname. Tante Tanya is op 6 november jarig. Jullie kiezen welke dingen jullie in het pakket willen doen. Het versturen van het pakket mag niet duurder zijn dan 30 euro. – – – – – – – – – –

een bloes (gewicht: 200 gram) 2 boeken (gewicht per boek: 500 gram) een pak hagelslag (gewicht: 400 gram) 2 T-shirts (gewicht per T-shirt: 100 gram) sokken (gewicht: 60 gram) een trui (gewicht: 250 gram) kaas (gewicht: 500 gram) 2 panty’s (gewicht per panty: 30 gram) een pak koekjes (gewicht: 250 gram) 2 potten pindakaas (gewicht per pot: 550 gram)

1 Welke dingen doen jullie in het pakket?

2 Hoe zwaar is het pakket?

3 Hoeveel kost het versturen van het pakket?

4 Hoeveel werkdagen duurt het maximaal voor het pakket in Suriname aankomt?

8

Voer het gesprek. Cursist A is de klant. Cursist B werkt bij de PostNL-locatie. Gebruik de informatie uit opdracht 7. Cursist A Je wilt weten: – hoeveel het kost om het pakket te versturen; – hoelang het duurt voor het pakket in Suriname aankomt.

Geef ook antwoord op de vragen van cursist B.

Cursist B

Geef antwoord op de vragen van cursist A, de klant. Stel zelf vragen over: – waar het pakket naartoe moet; – wat er in het pakket zit.

Wissel van rol.

Code+2-v6.indd 34

6/02/19 07:38


HOOFDSTUK 2

WAT KAN IK VOOR U DOEN?

TAAK 1

35

Afronden

9

Doe de opdrachten online: Hoofdstuk 2 ➔ Taak 1 ➔ Afronden ➔ Luisteren. Je hoort hoe het gesprek van opdracht 8 kan gaan.

10

Voer twee gesprekken. Cursist A werkt bij de PostNL-locatie. Cursist B is de klant. Hij wil een pakket versturen naar het buitenland. Gebruik de informatie uit opdracht 7. Kies zelf een land. Loop rond. Doe de opdracht nog een keer met een andere cursist.

Code+2-v6.indd 35

6/02/19 07:38


Code+ Basisleergang Nederlands voor anderstaligen A1 - A2 Basisleergang Nederlands voor anderstaligen

Basisleergang Nederlands voor anderstaligen

Code+ is een methode voor hoogopgeleide anderstaligen om snel en efficiënt Nederlands te leren. Met Code+ leer je Nederlands aan de hand van concrete taaltaken. Je kunt het onder begeleiding van een docent of zelfstandig doorwerken. Code+ bestaat uit 4 delen. Met elk deel zet je een niveaustap in het Europees Referentiekader (ERK). - Deel 1: 0 - A1 - Deel 2: A1 - A2 - Deel 3: A2 - B1 - Deel 4: B1 - B2 Als je alle vier de delen van Code+ succesvol hebt doorlopen, kun je met een gerust hart het Staatsexamen Nt2 Programma II doen. Elk deel bestaat uit een boek met opdrachten en bijbehorend materiaal op het online leerplatform www. nt2plus.nl. Hier vind je oefeningen voor bijvoorbeeld luisteren, woorden en grammatica. Ook kun je online gemakkelijk je vorderingen volgen.

DEEL 2

DEEL 2

A1 – A2

Code + is ontwikkeld door ervaren docenten van de Universiteit van Amsterdam en de Vrije Universiteit Amsterdam die zelf lesgeven aan hoogopgeleide Nt2leerders. Ze zijn deskundig op het gebied van Nt2 én ze weten wat werkt in de praktijk. Met Code+ leg je dan ook de basis voor een succesvol leven in Nederland!

A1 - A2

9 789006 978315

3205_NT2_Cover_Code+D2.indd All Pages

12/04/18 13:07


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.