9789006392548_inkijkexemplaar_Verhalen_uit_de_Bijbel_1_vmbo-bk

Page 1

Verhalen uit de Bijbel

1VMBO BK

Van horen zeggen

Lennart Becking Cor Jongeneelen

Lizet Penson (eindredactie)

1VMBO BK

Colofon

Van horen zeggen is een lesmethode voor het vak godsdienst en levensbeschouwing in alle klassen en niveaus van het voortgezet onderwijs.

Dit deel laat leerlingen nadenken over levensbeschouwelijke thema’s aan de hand van verhalen uit de Bijbel.

Dit boek is onderdeel van het LRN-line-pakket met 978 90 06 39250 0

Bewerking voor vmbo-bk: Wilma de Hoog (Op schrift), Enschede

Vormgeving: Reclamers, Tom Lamers, Veghel

Omslag: iStock / Getty Images Plus / Burak GULER, Inzet polaroid: Shutterstock / Renata Sedmakova

Illustraties: Josje van koppen, Rotterdam; Cartografie: EMK, Deventer

Opmaak: Crius, Hulshout

Dyslexie

In de opmaak hebben we zo veel mogelijk rekening gehouden met dyslectische leerlingen.

Over ThiemeMeulenhoff

ThiemeMeulenhoff ontwikkelt slimme flexibele leeroplossingen met een persoonlijke aanpak. Voor elk niveau en elke manier van leren. Want niemand is hetzelfde. We combineren onze kennis van content, leerontwerp en technologie, met onze energie voor vernieuwing. Om met en voor onderwijsprofessionals grenzen te verleggen. Zo zijn we samen de motor voor verandering in het primair, voortgezet en beroepsonderwijs.

Samen leren vernieuwen.

www.thiememeulenhoff.nl

ISBN 978 90 06 39254 8

LRN-line editie (tweede druk), eerste oplage, 2023 © ThiemeMeulenhoff, Amersfoort, 2023

Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16B

Auteurswet 1912 j° het Besluit van 23 augustus 1985, Stbl. 471 en artikel 17 Auteurswet 1912, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan Stichting Publicatie- en Reproductierechten Organisatie (PRO), Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp (www.stichting-pro. nl). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet) dient men zich tot de uitgever te wenden. Voor meer informatie over het gebruik van muziek, film en het maken van kopieën in het onderwijs zie www.auteursrechtenonderwijs.nl.

De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden.

Deze uitgave is volledig CO2-neutraal geproduceerd. Het voor deze uitgave gebruikte papier is voorzien van het FSC®-keurmerk. Dit betekent dat de bosbouw op een verantwoorde wijze heeft plaatsgevonden.

2

Beste leerling,

Voor je ligt het boek 1 vmbo BK van Van horen zeggen. Dit boek laat je nadenken over levensbeschouwelijke onderwerpen. Dit gebeurt aan de hand van verhalen uit het Oude Testament.

Een hoofdstuk bestaat altijd uit dezelfde onderdelen. Op de eerste bladzijde staat een inleiding op het onderwerp van het hoofdstuk. Hier staan ook de leerdoelen voor het hoofdstuk.

De eerste paragraaf van elk hoofdstuk begint met een Om te beginnen-opdracht. Dat is een opdracht waarin je nadenkt over wat het thema van het hoofdstuk voor jou betekent. Of het is een opdracht waarmee je bekijkt wat je al weet over het onderwerp.

De laatste paragraaf van het hoofdstuk sluit af met een En nu jij-opdracht. Je gaat dan het geleerde toepassen.

Ieder hoofdstuk eindigt met Tot slot. Door middel van een QR-code kun je een overzicht met de begrippen bij het hoofdstuk downloaden. Daarna maak je een samenvattende opdracht waarin die begrippen terugkomen.

Deze paragraaf eindigt altijd met een grotere opdracht waarin je met de stof uit het hele hoofdstuk aan de slag gaat.

In dit boek staan ook pictogrammen.

Doe de opdracht met een medeleerling.

Doe de opdracht in een groepje.

Doe de opdracht met de klas.

Gebruik internet.

Denk na over wat dit voor jou betekent.

Een uitdagende opdracht.

Dit boek kun je samen met de digitale leeromgeving gebruiken in de les. Dit boek is van jou persoonlijk, dus je mag er aantekeningen in maken. Na dit schooljaar mag je het boek houden. Het is ook een persoonlijk document dat weergeeft hoe je op dit moment tegen bepaalde levensbeschouwelijke onderwerpen aankijkt.

Wij wensen je veel succes en plezier met dit deel van Van horen zeggen.

3
5
1 Vragen en antwoorden 6 1.1 Wie ben jij? 7 1.2 Feiten en meningen 8 1.3 Levensvragen 10 1.4 Antwoorden op levensvragen 12 1.5 Tot slot 16 2 Religies 18 2.1 Wereldreligies 19 2.2 Religies in Nederland 22 2.3 Andere religies 24 2.4 Heilige boeken 26 2.5 Tot slot 28 3 Waar komen wij vandaan? 30 3.1 Waar kom jij vandaan? 31 3.2 Hoe is de wereld ontstaan? 32 3.3 Hoe is de mens ontstaan? 36 3.4 Tot slot 42 4 Familieverhalen 44 4.1 Jouw plaats in je familie 45 4.2 De broers Kaïn en Abel 46 4.3 Stamvader Abraham 47 4.4 Isaak en Ismaël 50 4.5 Jakob en Esau 53 4.6 Tot slot 57 5 Dromen 58 5.1 Verschillende dromen 59 5.2 Jozef, de dromer 62 5.3 Dromen over de toekomst 65 5.4 Tot slot 69 5.5 Eindopdracht - Jouw toekomstdroom 69 6 Vrijheid en regels 70 6.1 Leven in vrijheid 71 6.2 Slavernij en bevrijding 72 6.3 Regels en afspraken 76 6.4 De Tien Geboden 77 6.5 Leefregels voor alle mensen 80 6.6 Tot slot 83 Tijdbalk 86
Inhoud

1 Vragen en antwoorden

Een meisje stelt vragen en een jongen geeft antwoorden. Misschien vraagt ze of hij goed in wiskunde is. Of ze vraagt wat hij vindt van de school. En misschien vraagt ze waarom het uit is met zijn vriendin.

Op de eerste vraag kan de jongen makkelijk een antwoord geven. Over de tweede vraag moet hij misschien even nadenken. En op die laatste vraag wil hij misschien helemaal geen antwoord geven.

In dit hoofdstuk gaat het over vragen en antwoorden.

In dit hoofdstuk leer je:

• over de betekenis van je voor- en achternaam,

• het verschil tussen een feit en een mening,

• het verschil tussen een gewone vraag en een levensvraag,

• wat verhalen met een boodschap zijn,

• wat mythen zijn.

6
© Shutterstock / LightField Studios
Vragen en antwoorden 1

1.1 Wie ben jij?

Je zit nu in de eerste klas van de middelbare school. Alles is nog nieuw voor je. Sommige klasgenoten ken je misschien al van de basisschool. Of van de sportclub of van iets anders. Maar de meesten moet je nog leren kennen. De docenten zijn allemaal nieuw voor je. Maar zij weten ook nog niet wie jij bent. Ze zullen je in de eerste weken vaak naar je naam vragen.

1 Om te beginnen – Wie is wie?

Om de beurt ga je staan en vertel je:

• je voornaam en je achternaam,

• van welke basisschool je komt,

• welke klasgenoten je al kent en waarvan je ze kent.

Achternamen

Namen hebben een bepaalde betekenis. Een achternaam kan iets zeggen over het beroep dat iemand vroeger had. Bijvoorbeeld De Boer of Bakker. Soms kun je aan de achternaam zien waar een familie vroeger vandaan kwam. Bijvoorbeeld Van Amersfoort, of De Zeeuw.

2 Je achternaam

Waar komt jouw achternaam vandaan?

Als je dit niet weet, vraag het dan aan iemand van je familie. Je kunt het ook zelf in een boek of op internet opzoeken. Scan de QR-code.

a Wat is jouw achternaam?

b Waar komt jouw achternaam waarschijnlijk vandaan?

Voornamen

Voornamen hebben ook een betekenis. Vera bijvoorbeeld komt van een Latijns woord dat 'waarheid' betekent. En Alex komt van een Grieks woord dat 'beschermen' betekent. Sommige ouders geven hun kind een bepaalde naam, omdat ze de betekenis ervan belangrijk vinden. Er zijn ook ouders die hun kind de naam geven van opa of oma, of van iemand anders die ze belangrijk vinden. Vaak kiezen ouders gewoon een naam die ze mooi vinden.

3 Je voornaam

a Wat is jouw voornaam?

b Leg uit waarom je deze voornaam hebt gekregen.

c Zoek de betekenis van je naam op in de Nederlandse voornamenbank. Scan de QR-code.

7
1.1 Wie ben jij?

1.2 Feiten en meningen

Een naam zegt iets over je ouders, maar eigenlijk niets over jou. Toch kun je woorden bedenken die wel iets over jou zeggen. Bijvoorbeeld de vijf woorden in de tabel.

woorden zinnen

vrienden Zijn heel belangrijk voor mij.

internet Op sommige sites staan leuke computerspelletjes.

christelijk Dat is de school waar ik op zit.

eten Het liefst een Big Mac met frites.

tekenen Vond ik het leukste vak op de basisschool.

/ M

| M

Sommige zinnen in de tabel zijn feiten, andere zijn meningen. Wat is het verschil tussen feiten en meningen?

Feiten staan vast en zijn voor iedereen hetzelfde.

Bijvoorbeeld: Het is een feit dat Amsterdam de hoofdstad van Nederland is. Daar kun je niet een andere mening over hebben. Een ander voorbeeld: Als jij schoenmaat 38 hebt, is dat een feit. En als een andere leerling schoenmaat 41 heeft, is dat ook een feit. Feiten kun je meten en controleren.

Meningen zijn persoonlijk. Ze zijn niet voor iedereen hetzelfde. Dus kun je het over meningen met elkaar oneens zijn. Wat de ene leerling een fijn vak vindt, kan voor een ander een saai en vervelend vak zijn.

4 Feit of mening?

Welke zinnen in de tabel zijn volgens jou feiten? En in welke zinnen staat een mening? Schrijf in de laatste kolom van de tabel of het een feit (F) of een mening (M) is.

5 In jouw woorden

Vertel nu iets over jezelf. Gebruik de tabel op de volgende bladzijde.

• Schrijf in de eerste kolom van de tabel vijf woorden die belangrijk voor je zijn.

• Maak met elk woord een korte zin die iets over jou zegt.

• Schrijf een F achter een feit en een M achter een mening.

• Bekijk de ingevulde tabel van je buurman of buurvrouw.

• Bespreek elkaars zinnen: zijn het feiten of meningen?

8
F
F
F
| M
F
| M
F
| M
F
| M
Vragen en antwoorden 1

Vragen en antwoorden

Als iemand iets vertelt, kan dat over een feit of over een mening gaan. Maar ook wanneer je iets vraagt, kan dat over feiten of meningen gaan. Als je aan een klasgenoot vraagt wanneer de repetitie Engels is, vraag je naar een feit. Maar als je vraagt of hij de repetitie Engels moeilijk vond, vraag je naar zijn mening.

6 Feiten

Beantwoord de volgende vijf vragen naar feiten. Je mag het antwoord opzoeken.

a Wanneer was de eerste lesdag in dit schooljaar?

b Hoe heet jullie docent Nederlands?

c Op welke datum ben je jarig?

d In welke straat woon je?

e Wat is de omtrek van de aarde?

7 Meningen

Je kunt mensen ook naar hun mening over iets vragen. Er zijn dan verschillende antwoorden mogelijk. Wat is jouw mening?

a Welke muziek vind jij goed?

b Wat is volgens jou belangrijk om gelukkig te zijn?

c Welk tv-programma vind jij het beste?

d Wat vind jij van voetballen?

e Vind jij dat met geld alles te koop is?

9 woorden zinnen F / M
1.2 Feiten en meningen

1.3 Levensvragen

Veel vragen in de vorige opdrachten gingen over het leven van alledag. Je kon er waarschijnlijk gemakkelijk een antwoord op geven. Zulke vragen noemen we gewone vragen.

Er zijn ook vragen die niet zo gemakkelijk zijn. Bijvoorbeeld vragen over de zin en de betekenis van je leven. Zulke vragen noemen we levensvragen

Enkele voorbeelden van levensvragen zijn:

• Is er een God die alles geschapen heeft?

• Wat is een goede manier van leven?

• Is er een leven na de dood?

Je kunt de antwoorden hierop niet zo gemakkelijk vinden als bij de gewone vragen.

8 Gewone vraag of levensvraag

Kijk nog eens naar de vragen en antwoorden van opdracht 7

Welke vraag is een gewone vraag en welke een levensvraag?

a Welke muziek vind jij goed? gewone vraag | levensvraag

b Wat is volgens jou belangrijk om gelukkig te zijn? gewone vraag | levensvraag

c Welk tv-programma vind jij het beste? gewone vraag | levensvraag

d Wat vind jij van voetballen? gewone vraag | levensvraag

e Vind jij dat met geld alles te koop is? gewone vraag | levensvraag

9 Levensvragen

Ken je de film The Lion King (De Leeuwenkoning)?

Scan de QR-code voor de trailer en een samenvatting van het verhaal.

Goti07 / Shutterstock

©

a Op een avond heeft Simba een gesprek met zijn vader.

Pap?

Ja.

We zijn vrienden hè? We blijven altijd bij elkaar hè?

10
Simba stelt zijn vader twee vragen. Leg uit waarom dit levensvragen zijn. Vragen en antwoorden 1

b Als antwoord vertelt vader Mufasa iets aan Simba.

Simba, ik zal je iets vertellen dat MIJN vader me vroeger ook verteld heeft. Zie je die sterren daarboven? Alle grote koningen die vroeger over het Koninkrijk hebben geheerst, kijken vanaf die sterren naar ons ...

Echt?

Vind jij dat Mufasa een antwoord geeft op Simba's vraag of ze altijd bij elkaar blijven? Kies ja of nee en maak je antwoord af.

Ja | Nee, want

c Mufasa gaat verder.

Ja! Dus als je je later eens eenzaam voelt, onthoud dan dat die koningen altijd bij je zijn om je te steunen. Net als ik!

Wat denk je dat dit antwoord voor Simba betekent?

Denken aan de dood

Veel mensen denken wel eens over de dood na. Er is niemand die precies weet wat er is na de dood. Sommigen stellen zich er wel iets bij voor. Bijvoorbeeld dat je na je dood 'ergens' komt waar het mooi is en waar iedereen gelukkig is. Anderen denken dat het bij de dood is afgelopen. Dat er daarna helemaal niets meer is.

10 Wat is er na de dood?

a Aan welke overleden persoon of welk overleden huisdier denk jij nog wel eens? Vertel ook wat je dan denkt.

b Geloof jij dat met de dood alles afgelopen is?

Kies ja of nee en schrijf erachter waarom je dat gelooft.

Ja | Nee, want

11
1.3 Levensvragen

1.4 Antwoorden op levensvragen

Simba kreeg van zijn vader Mufasa een antwoord op zijn vraag: 'Blijven we altijd bij elkaar?' Ook jouw ouders geven soms antwoorden op levensvragen. Je kunt ook door een bijzondere gebeurtenis een antwoord krijgen op een levensvraag.

Je kunt ook op andere manieren antwoorden op levensvragen krijgen, bijvoorbeeld door een film of muziek.

11 Antwoord op een levensvraag

a Noem een levensvraag waar jij voor jezelf een antwoord op hebt.

b Wat is het antwoord op jouw levensvraag?

c Hoe ben jij aan het antwoord op jouw levensvraag gekomen?

Bijvoorbeeld:

• van je ouders

• van andere familieleden (opa, oma, broer, zus, oom, tante)

• van vrienden

• door een bijzondere gebeurtenis

• door een boek, film of muziek

• door iets of iemand anders.

12 Een lied over een levensvraag

Ken je een lied dat antwoord geeft op een levensvraag?

Zoek op internet als je niet meteen een lied weet. Beantwoord de volgende vragen.

a Wat is de titel van het lied?

b Wie zingt of zingen dit lied?

c Over welke levensvraag gaat dit lied?

d Wat is het antwoord op deze levensvraag in dit lied?

Verhalen kunnen antwoord geven

In verhalen kun je ook antwoorden op levensvragen vinden. Niet in alle verhalen, want sommige zijn alleen maar leuk, grappig, spannend of eng. Maar van andere verhalen kun je iets leren. Die verhalen kunnen ook spannend of leuk zijn, maar het gaat uiteindelijk om de diepere betekenis. Het zijn verhalen met een boodschap.

12
© ImageFlow / Shutterstock Vragen en antwoorden 1

Leuke of spannende verhalen

Noem een leuk of spannend verhaal. Het mag een verhaal uit een boek zijn of een verhaal uit een film. Schrijf ook op waarom je het verhaal leuk of spannend vindt.

Een leuk of spannend verhaal:

Waarom vind je dit verhaal leuk of grappig?

Verhalen met een boodschap

Sommige verhalen met een boodschap zijn echt gebeurd. Ze gaan dan bijvoorbeeld over gebeurtenissen uit de geschiedenis. Ze worden verteld met de bedoeling dat we er iets van leren of dat we begrijpen dat bepaalde dingen niet opnieuw mogen gebeuren. Er zijn ook verhalen die niet echt gebeurd zijn, maar die wel een boodschap hebben.

14 Verhalen met een boodschap

Welk verhaal (boek of film) met een boodschap ken jij? Vertel ook welke boodschap je uit dit verhaal kunt halen.

Verhaal:

Boodschap:

Mythen

Er zijn verschillende soorten verhalen met een boodschap. Zo heb je bijvoorbeeld mythen. Een mythe is een verhaal waarin goden, godinnen of andere bovenmenselijke wezens de hoofdpersonen zijn. Vaak geven mythen een verklaring voor dingen die de mensen niet begrepen en die ze eng vonden.

Een voorbeeld van een mythe is het IJslandse verhaal De wolven van Ymir

De wolven van Ymir

a In het begin was er helemaal niets op de wereld. In het noorden lag een grote massa sneeuw en ijs. En helemaal in het zuiden was een gloeiend hete vulkaan. Het ijs en de hitte kwamen steeds dichter bij elkaar. Toen ze met elkaar in contact kwamen, begon het ijs te smelten.

b Uit het smeltende ijs kwam de reus Ymir tevoorschijn. Ymir kreeg een heleboel reuzenkinderen. Ze kwamen onder zijn oksels en tussen zijn tenen vandaan. Uit het ijs kwamen ook drie goden tevoorschijn. Ze waren broers en de oudste heette Odin.

13 13
1.4 Antwoorden op levensvragen

c De drie goden vonden dat Ymir veel te groot werd. Ze werden bang voor hem, dus besloten ze hem te doden. Odin doodde Ymir met een speer. Samen hakten de godenbroers het lichaam van de reus in stukken. Van de stukken maakten ze de heuvels en de bergen. En van het haar van Ymir maakten ze de bossen.

d Daarna besloten de goden dat er licht moest komen op de donkere wereld. Ze maakten een groot vuur. Van de vonken uit het vuur maakten ze de sterren. Uit de grote gele en witte vlammen maakten zij de zon en de maan.

e De kinderen van Ymir waren woedend dat hun vader vermoord was. Ze wilden wraak nemen op Odin en zijn broers. Daarom lieten ze twee wolven los, die de zon en de maan moesten verslinden. Elke dag jagen de wolven op de zon en de maan.

f Eén keer in de maand kan de ene wolf een paar happen uit de maan bijten. Maar de maan groeit telkens weer aan. De andere wolf achtervolgt de zon, maar hij kan die bijna nooit te pakken krijgen. Soms lukt het de wolf om de zon in te halen, en dan pakt hij hem in zijn bek. Maar dan merkt hij dat de zon te heet is om door te slikken. De wolf spuugt de zon dan weer uit.

g Maar de twee wolven worden nooit moe. Er komt dus een dag dat zij het licht van de zon en de maan zullen verslinden.

15 De wolven van Ymir

Het IJslandse verhaal De wolven van Ymir gaat over het begin van de wereld. Ook verklaart deze mythe enkele natuurverschijnselen.

Lees het verhaal nog een keer en beantwoord de vragen. De letters van de vragen wijzen naar de letters van de alinea's. Dus in die alinea kun je een antwoord vinden.

a Wat was er op de aarde voordat er levende wezen ontstonden?

b Uit het smeltende ijs kwamen twee soorten levende wezens tevoorschijn. Welke levende wezens kwamen het eerst tevoorschijn? En welke levende wezens daarna?

Het eerst:

Daarna:

c Waar komen de heuvels en bergen en bossen vandaan, volgens dit verhaal?

d Hoe zijn de zon, de maan en de sterren ontstaan, volgens dit verhaal?

e Hoe gingen de kinderen van Ymir wraak nemen op de goden?

14
Vragen en antwoorden 1

f De wolven krijgen de zon en de maan soms te pakken. Beantwoord de vragen.

1 Wat doet een van de wolven met de maan?

2 Wat doet de andere wolf met de zon?

3 Welke twee gebeurtenissen in de natuur worden hiermee verklaard?

16 Levensvragen in De wolven van Ymir

Op welke (levens)vragen geeft de mythe De wolven van Ymir antwoord? Noem er minstens drie.

17 En nu jij – Jouw verhaal met een boodschap

Zoek een verhaal met een boodschap of een diepere betekenis. Kijk bijvoorbeeld in de Volksverhalen Almanak (scan de QR-code). Maar je kunt ook zelf op internet zoeken. Let op: Het mag geen verhaal zijn dat al in de klas besproken is.

a Wat is de titel van het verhaal?

b Noem de hoofdpersonen van dit verhaal. Vertel ook wat hun rol in het verhaal is.

c Wat is de boodschap of de diepere betekenis van dit verhaal?

15
• •
• • •
• • • • •
1.4 Antwoorden op levensvragen

1.5 Tot slot

Scan de QR-code voor een overzicht van de begrippen bij dit hoofdstuk.

18 Samenvatting

Zet de belangrijke woorden uit het hoofdstuk op de goede plaats in de tekst.

Kies uit: antwoorden – boodschap – feiten – levensvragen – meningen – mythen – verhalen – vragen. Leer deze samenvatting daarna goed.

Mensen stellen elkaar vaak , bijvoorbeeld om elkaar beter te leren kennen.

staan vast en zijn voor iedereen hetzelfde.

zijn persoonlijk. Ze zijn niet voor iedereen hetzelfde.

zijn vragen die te maken hebben met de zin en de betekenis van je leven.

Mensen zoeken naar op die vragen.

kunnen daarbij helpen. Vooral de verhalen met een

In spelen goden en goddelijke wezens de hoofdrol. Ze gaan bijvoorbeeld over het ontstaan van de wereld.

19 Eindopdracht – Jouw levensvragen

a In deze eindopdracht ga je zelf aan de slag met jouw levensvragen. En je gaat ook andere mensen ernaar vragen. Wat zijn belangrijke levensvragen voor jou? En welke antwoorden heb je daarop?

• Bedenk twee levensvragen die jij belangrijk vindt.

• Schrijf op wat jouw antwoord is op deze twee vragen.

• Leg uit waar elk antwoord vandaan komt. Bijvoorbeeld: je hebt het zelfmeegemaakt of je hebt het op internet of de televisie gezien.

• Stel jouw twee levensvragen aan nog twee mensen. Kies bijvoorbeeld je vader of moeder en nog iemand anders.

• Vul de tabel op de volgende bladzijde in.

16
Vragen en antwoorden 1

Mijn levensvraag 1: Mijn levensvraag 2:

mijn antwoord antwoord van antwoord van

vraag 1 antwoord: Heb ik van:

vraag 2

antwoord: Heb ik van:

b Vergelijk de verschillende antwoorden bij de levensvragen en waar ze vandaan komen. Beschrijf wat de verschillen zijn.

• Vindt iedereen hetzelfde of zijn er verschillen?

• Zijn de meningen van jong en oud verschillend?

• Zijn er verschillen of overeenkomsten waar de antwoorden vandaan komen?

Beoordeel jezelf.

Zijn de levensvragen allemaal echte levensvragen (en niet gewone vragen)?

Heb je de tabel met vragen en antwoorden helemaal ingevuld?

Heb je duidelijk opgeschreven wat de verschillen zijn tussen de antwoorden op jouw levensvragen?

17
1.6 Tot slot

Over Verhalen uit de Bijbel

Bijbelverhalen komen uit een heel andere tijd, toen het bestaan van goden nog vanzelfsprekend werd gevonden. Die tijd is allang voorbij, maar de mythische verhalen worden nu nog steeds verteld. Voor mensen van nu kunnen deze verhalen heel waardevol zijn. Mensen herkennen zichzelf en het alledaagse leven erin. Maar ook kunnen mensen erdoor worden geïnspireerd.

Die verhalen hebben te maken met vragen uit het dagelijks leven, zoals:

• Hoe is alles begonnen?

• Waar kom ik vandaan en waar ga ik naartoe?

• Hoe ga ik om met mijn familie?

• Van welke toekomst droom ik?

• Hoe ga ik om met vrijheid en regels?

Lennart Becking

Cor Jongeneelen

Lizet Penson (eindredactie)

9 789006 392548
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.