3 minute read

1.2 Feiten en meningen

Een naam zegt iets over je ouders, maar eigenlijk niets over jou. Toch kun je woorden bedenken die wel iets over jou zeggen. Bijvoorbeeld de vijf woorden in de tabel.

woorden zinnen vrienden Zijn heel belangrijk voor mij. internet Op sommige sites staan leuke computerspelletjes. christelijk Dat is de school waar ik op zit. eten Het liefst een Big Mac met frites. tekenen Vond ik het leukste vak op de basisschool.

/ M

| M

Sommige zinnen in de tabel zijn feiten, andere zijn meningen. Wat is het verschil tussen feiten en meningen?

Feiten staan vast en zijn voor iedereen hetzelfde.

Bijvoorbeeld: Het is een feit dat Amsterdam de hoofdstad van Nederland is. Daar kun je niet een andere mening over hebben. Een ander voorbeeld: Als jij schoenmaat 38 hebt, is dat een feit. En als een andere leerling schoenmaat 41 heeft, is dat ook een feit. Feiten kun je meten en controleren.

Meningen zijn persoonlijk. Ze zijn niet voor iedereen hetzelfde. Dus kun je het over meningen met elkaar oneens zijn. Wat de ene leerling een fijn vak vindt, kan voor een ander een saai en vervelend vak zijn.

4 Feit of mening?

Welke zinnen in de tabel zijn volgens jou feiten? En in welke zinnen staat een mening? Schrijf in de laatste kolom van de tabel of het een feit (F) of een mening (M) is.

5 In jouw woorden

Vertel nu iets over jezelf. Gebruik de tabel op de volgende bladzijde.

• Schrijf in de eerste kolom van de tabel vijf woorden die belangrijk voor je zijn.

• Maak met elk woord een korte zin die iets over jou zegt.

• Schrijf een F achter een feit en een M achter een mening.

• Bekijk de ingevulde tabel van je buurman of buurvrouw.

• Bespreek elkaars zinnen: zijn het feiten of meningen?

Vragen en antwoorden

Als iemand iets vertelt, kan dat over een feit of over een mening gaan. Maar ook wanneer je iets vraagt, kan dat over feiten of meningen gaan. Als je aan een klasgenoot vraagt wanneer de repetitie Engels is, vraag je naar een feit. Maar als je vraagt of hij de repetitie Engels moeilijk vond, vraag je naar zijn mening.

6 Feiten

Beantwoord de volgende vijf vragen naar feiten. Je mag het antwoord opzoeken.

a Wanneer was de eerste lesdag in dit schooljaar?

b Hoe heet jullie docent Nederlands?

c Op welke datum ben je jarig?

d In welke straat woon je?

e Wat is de omtrek van de aarde?

7 Meningen

Je kunt mensen ook naar hun mening over iets vragen. Er zijn dan verschillende antwoorden mogelijk. Wat is jouw mening?

a Welke muziek vind jij goed?

b Wat is volgens jou belangrijk om gelukkig te zijn?

c Welk tv-programma vind jij het beste?

d Wat vind jij van voetballen?

e Vind jij dat met geld alles te koop is?

1.3 Levensvragen

Veel vragen in de vorige opdrachten gingen over het leven van alledag. Je kon er waarschijnlijk gemakkelijk een antwoord op geven. Zulke vragen noemen we gewone vragen.

Er zijn ook vragen die niet zo gemakkelijk zijn. Bijvoorbeeld vragen over de zin en de betekenis van je leven. Zulke vragen noemen we levensvragen

Enkele voorbeelden van levensvragen zijn:

• Is er een God die alles geschapen heeft?

• Wat is een goede manier van leven?

• Is er een leven na de dood?

Je kunt de antwoorden hierop niet zo gemakkelijk vinden als bij de gewone vragen.

8 Gewone vraag of levensvraag

Kijk nog eens naar de vragen en antwoorden van opdracht 7 a Welke muziek vind jij goed? gewone vraag | levensvraag b Wat is volgens jou belangrijk om gelukkig te zijn? gewone vraag | levensvraag c Welk tv-programma vind jij het beste? gewone vraag | levensvraag d Wat vind jij van voetballen? gewone vraag | levensvraag e Vind jij dat met geld alles te koop is? gewone vraag | levensvraag

Welke vraag is een gewone vraag en welke een levensvraag?

9 Levensvragen

Ken je de film The Lion King (De Leeuwenkoning)?

Scan de QR-code voor de trailer en een samenvatting van het verhaal.

Goti07 / Shutterstock

© a Op een avond heeft Simba een gesprek met zijn vader. b Als antwoord vertelt vader Mufasa iets aan Simba.

Pap?

Ja.

We zijn vrienden hè? We blijven altijd bij elkaar hè?

Simba, ik zal je iets vertellen dat MIJN vader me vroeger ook verteld heeft. Zie je die sterren daarboven? Alle grote koningen die vroeger over het Koninkrijk hebben geheerst, kijken vanaf die sterren naar ons ...

Echt?

Vind jij dat Mufasa een antwoord geeft op Simba's vraag of ze altijd bij elkaar blijven? Kies ja of nee en maak je antwoord af.

Ja | Nee, want c Mufasa gaat verder.

Ja! Dus als je je later eens eenzaam voelt, onthoud dan dat die koningen altijd bij je zijn om je te steunen. Net als ik!

Wat denk je dat dit antwoord voor Simba betekent?

Denken aan de dood

Veel mensen denken wel eens over de dood na. Er is niemand die precies weet wat er is na de dood. Sommigen stellen zich er wel iets bij voor. Bijvoorbeeld dat je na je dood 'ergens' komt waar het mooi is en waar iedereen gelukkig is. Anderen denken dat het bij de dood is afgelopen. Dat er daarna helemaal niets meer is.

10 Wat is er na de dood?

a Aan welke overleden persoon of welk overleden huisdier denk jij nog wel eens? Vertel ook wat je dan denkt.

b Geloof jij dat met de dood alles afgelopen is?

Kies ja of nee en schrijf erachter waarom je dat gelooft.

Ja | Nee, want

This article is from: