Deel A Luistervaardigheid
Bij zowel gespreksvaardigheid als spreekvaardigheid doe je allerlei dingen om het gesprek, de instructie, de presentatie zo goed mogelijk te laten verlopen, bijvoorbeeld:
• je probeert de informatie die je wilt overbrengen zo goed mogelijk te ordenen;
• je probeert het gesprek zo vlot mogelijk te laten verlopen; • je probeert communicatiestoornissen te voorkomen of zo snel mogelijk te verhelpen.
General phrases | Algemene uitdrukkingen Hier volgt een aantal uitdrukkingen die je kunt gebruiken om vlot te leren spreken.
A30
Opening / Bringing something up for discussion – Beginnen / Onderwerp ter sprake brengen
• I’d like to talk to you about… • By the way, I’d like to ask you something.
• Could I have a word with you? • There is something I need to
• Ik wil het met u hebben over... • Tussen haakjes, ik wil u graag iets vragen.
• Kan ik u even spreken? • Er is iets dat ik met u moet bespreken.
discuss with you.
• Theo, would you know if…? • Theo, weet jij of...? • I say, Tom, do you happen to know • Zeg, Tom, weet jij toevallig wanneer...? when…?
• Have you got a minute? A31
Giving an example – Voorbeeld geven
• Let me give you an example. • for example / for instance • To illustrate this… A32
• Heeft u een ogenblik tijd voor mij? • Laat me u een voorbeeld geven. • bijvoorbeeld • Om dit te illustreren...
Stressing – Benadrukken
• I’d like to stress / emphasise / underline that…
• It’s very important / vital / essential / of the utmost
• Ik wil graag benadrukken / onderstrepen dat...
• Het is heel belangrijk / essentieel / van het allergrootste belang.
importance.
• It’s absolutely necessary. 18
• Het is absoluut noodzakelijk.