
5 minute read
Afscheidsinterview met Johan Dorresteijn
Afscheidsinterview met Johan Dorresteijn van de raad van bestuur
Begin deze maand heeft Johan Dorresteijn afscheid genomen als lid van de raad van bestuur van ons ziekenhuis om met pensioen te gaan. De Maasstadter vraagt hem terug te kijken op 46 jaar werken in de ziekenhuiszorg. Een carrière die bijna in de kiem was gesmoord door een paard voor de ingang van het Academisch Ziekenhuis Utrecht. Een actie van leerling-verpleegkundige Johan om een laatste wens van een patiënte van de afdeling Neurochirurgie in vervulling te laten gaan: haar paard nog een keer te zien. Waardering van de patiënte, woede bij neurochirurg professor Verbiest over alles wat het paard had kunnen vernielen …
Advertisement
Waarom hij op 18-jarige leeftijd voor de ziekenhuiszorg heeft gekozen? Als middelste zoon uit een boerengezin viel een toekomst als pastoor of boer uit. Johan moest wat anders kiezen. “Toen ik als jongen voetbalde en iemand brak een been en hij werd vervolgens met de ambulance afgevoerd, ging ik al het liefst mee om te kijken hoe ze zo iemand helpen. Belangstelling voor de zorg was er al jong.” Na de MULO en MEAO, bleek dat zijn passie niet bij boekhouden lag. Wel wilde hij bij een ziekenhuis aan de slag. “Dat werd het Academisch Ziekenhuis Utrecht (AZU) waar ik begon met de A-opleiding, ziekenhuiszorg. Daarna heb ik de B-opleiding gedaan, psychiatrie. Daar had en heb ik nog steeds veel aan. Je leert hoe mensen in elkaar zitten als je met psychiatrische patiënten werkt.”
Eerste Hulp Een vervolgstap was de Spoedeisende Hulp: “Het ziekenhuis dacht dat ik verstand had van mensen vanwege de psychiatrie. Relatief jong, ik was een jaar of 23, kwam ik in de leiding van de afdeling. Daar ontdekte ik dat voorwaarden scheppen zodat er goed gewerkt kan worden, ongelooflijk veel uitmaakt. Eigenlijk beschouwde ik managen in die periode niet als echt werken! Later heb ik een studie bedrijfskunde gedaan. Een leuke studie als je werkt, want dan herken je organisatieprincipes.” Een aansprekende daad had te maken met de nieuwbouw voor de Eerste Hulp in het AZU, gepland op de vierde verdieping, dicht bij de kamer van de hoogleraar! Samen met de ambulancedienst heeft Johan zich druk gemaakt om dat te voorkomen en de raad van bestuur ging om. De Eerste Hulp kwam op de begane grond, met een enorme ambulancesluis. In het Diakonessenhuis Utrecht/Zeist runde hij samen met een collega onder de directie het ziekenhuis. Zijn opleider was directeur Jan Jongerius. “Toen Jan naar het Sint Elisabeth Ziekenhuis in Tilburg ging, zei iedereen: dan ga jij zeker mee? Dat was niet mijn plan, maar zo ging het wel in 1997. Het Sint Elisabeth Ziekenhuis - voor de fusie - en het Maasstad Ziekenhuis zijn vergelijkbaar qua omvang en qua ambities: topklinisch, veel pioniers met drijfkracht, de duale structuur met zorgeenheden. Het glas van de mensen in Tilburg is altijd halfvol.”
Unieke tijd in Havenziekenhuis De Rotterdamse periode begon in 2007, als directeur van het Havenziekenhuis. Een unieke tijd. Het Havenziekenhuis was overgenomen door het Erasmus MC. Er kwam een nieuw beleidsplan met twee speerpunten: de tropen- en reizigersgeneeskunde, en de geriatrie. Er was van oudsher een mentaliteit van snel helpen en servicegericht zijn. Belangrijk voor zeevarenden en binnenschippers, die snel moesten terugkeren naar hun schip. Een leuke patiëntenpopulatie, met aan de ene kant de mensen van de boot en aan de andere kant de Rotterdammers, vooral uit Kralingen voor wie het Haven de ‘buurtsuper’ was. “De ingezette koers van een klantvriendelijk ziekenhuis sloeg aan. Toen ik in 2012 wegging, stonden we er financieel netjes
Johan Dorresteijn
voor. Ik vind het ontzettend jammer dat het concept van het ziekenhuis verloren is gegaan. Wel ben ik er bijzonder trots op dat het gelukt is met andere Rotterdamse ziekenhuizen de Havenpolikliniek te realiseren.”
Boven Lyon Het Maasstad Ziekenhuis kwam half 2012 in zicht. Het beeld dat Anton Westerlaken en hij vaak samen fietsten, corrigeert hij. Wel kwam de vraag – onder meer maar niet alleen via Anton – of hij de oversteek naar de Zuidoever wilde maken. “Toen heb ik goed nagedacht, ben met de trein naar Avignon gegaan en daar vandaan teruggefietst naar Nederland. Bij Lyon kwam de motivatie. Het Havenziekenhuis was stabiel en als ik met mijn kennis en ervaring, ook met crisissituaties, mee kon helpen het Maasstad Ziekenhuis goed te laten functioneren en in verbinding kon laten komen met de andere ziekenhuizen in Rotterdam, wilde ik dat doen. Na akkoord van de adviesorganen, ben ik juli dat jaar gestart.”
“Een van de mooiste ervaringen is het vertrouwen van de verzekeraars toen we bij het omvallen van het Ruwaard Van Putten Ziekenhuis, samen met het Ikazia Ziekenhuis en Het Van Weel-Bethesda Ziekenhuis, de zorg hebben overgenomen in Spijkenisse. Een andere mooie ervaring is dat we relatief snel het vertrouwen van de Inspectie terugwonnen in onze kwaliteit van werken. Belangrijk is dat het Erasmus MC ons ondersteunde bij onze ambitie voor meer medische opleidingen, zoals KNO, dermatologie en pathologie waardoor we in 2015 een topklinisch ziekenhuis met STZstatus konden worden. In datzelfde jaar kregen we ook de JCI-status als eerste niet-academisch ziekenhuis. Het doel van onze voorgangers van Clara en Zuider werd daarmee gerealiseerd. Anton en ik vonden dat wij in dat opzicht op de schouders van onze voorgangers stonden. Wij hadden veel waardering voor hun moed en stappen. Een laatste mooie ervaring is het lidmaatschap van de Santeon groep. We horen daarmee bij de Champions League van de topklinische ziekenhuizen!”
Verpleegkundigen zorgen dat alles op de afdeling doorgaat Terugkijkend, heeft hij zich hard gemaakt voor kwaliteit en veiligheid, verbinding en de beroepsgroep verpleegkundigen. “Professionals die hard werken en zich niet altijd laten horen. Ze zorgen ervoor dat alles op de afdeling doorgaat, ook als het heel druk is, zoals bij de griepperiode. Mijn verwachting is dat we in Santeonverband beleid ontwikkelen waardoor het extra aantrekkelijk wordt voor verpleegkundigen om in een Santeon ziekenhuis te werken. We zien een trend van meer HBO-verpleegkundigen. Over vijf jaar zullen verpleegkundigen vaker zowel binnen als buiten het ziekenhuis werken, bijvoorbeeld om chemotherapie bij patiënten thuis te geven. Gespecialiseerd verpleegkundigen kunnen hun specifieke kennis overdragen op praktijkondersteuners. Bij chronische ziektebeelden, zoals COPD, MS en Parkinson kunnen we meer in de omgeving van de patiënt doen.”
“Tegen alle medewerkers zeg ik: jullie hebben jarenlang gewerkt voor waar we nu als ziekenhuis staan. Als bestuurder kun je dat faciliteren, jullie doen het werk! De achterliggende periode is hard gewerkt aan een goede overdracht. Voor mij is het plezierig dat ik veel vertrouwen heb in de bestuurlijke capaciteiten van Wietske en Peter. Wietske neemt mijn taken allemaal over. Iedereen, de raad van toezicht, adviesorganen, alle medewerkers, medische staf en vrijwilligers wil ik enorm bedanken voor de goede samenwerking.”