VISIE BESTUUR EN RAAD VAN COMMISSARISSEN OP BESTUREN EN TOEZICHT HOUDEN BIJ STEK Vastgesteld door Raad van Commissarissen en bestuur op 26 januari 2022. Dit document geeft invulling aan artikel 1.1 en 4.7 van de Governancecode Woningcorporaties. De ontwikkeling van een goede governance is een lastig proces dat zich niet laat leiden door algemene regels of sjablonen. Goed toezicht en goede governance is maatwerk. Commissarissen en bestuurders verdienen het om met elkaar die route bij voortduring te vinden. Het argument “zo deed ik het vroeger” of “zo hoort het” diskwalificeert direct. Een nieuwe balans in een nieuwe tijd in een nieuwe context." Goos Minderman, notitie aan RvC Stek 24 april 2020
1. Gezamenlijke visie: het samenspel tussen bestuur en toezicht De Raad van Commissarissen en het bestuur hebben een gezamenlijke visie op besturen en toezicht. Deze visie gaat over de verantwoordelijkheid voor het realiseren van de doelstellingen en de strategie én de onderlinge wisselwerking in rollen. Een goed samenspel tussen bestuur en toezicht stelt eisen aan de inrichting van governance en aan de houding en gedrag van zowel bestuurder als toezichthouder. Belangrijk voor Stek zijn daarin: • Vertrouwen als basis • Actief verantwoorden en leren • Heldere rollen en taken en bevoegdheden • Voldoende checks en balances De basis van het samenspel tussen bestuur en toezicht is ‘het goede gesprek’ tussen RvC en bestuur. Een goed gesprek kan alleen plaatsvinden op basis van een relatie van wederzijds vertrouwen. Hierbij is sprake van een open en transparante uitwisseling van kwalitatief goede informatie en een helder toetsingskader. Voor Stek betekent ‘het goede gesprek’ verder dat er binnen de verhoudingen tussen RvC en bestuur ruimte is om twijfels en dilemma’s te delen en in openheid te bespreken. We gaan daarbij niet op elkaars stoel zitten – we respecteren ieders rol - maar durven elkaar wel open te bevragen over aannames, het besluitvormingsproces en de informatiekwaliteit en gaan een schurend gesprek niet uit de weg. Van belang is dat de Visie vooral materieel gedragen wordt door de deelnemers en mede daardoor flexibel is en zich dient aan te passen aan de omgeving, zonder daardoor bepaald te worden. Dit houdt in dat de Visie leidend is en regelmatig (bijvoorbeeld jaarlijks bij de zelfevaluatie) wordt geijkt, door zowel bestuur als RvC, of deze nog wel voldoet aan de eisen (doelstelling, wet- en regelgeving, Governancecode en bruikbaarheid).
2. Visie op besturen De stichting wordt bestuurd door een eenhoofdig bestuur met een meningsvormend MT. Het bestuur is belast met het besturen van de organisatie en het realiseren van de volkshuisvestelijke doelen. De missie, visie en kernwaarden van de organisatie, zoals vastgelegd in het Ondernemingsplan, zijn hierbij het vertrekpunt.
1