
7e Jaargang. N°. 9. September 1899.
7e Jaargang. N°. 9. September 1899.
BESTUUR VAN DEN N. S.: Dr. A. VAN RHIJN, Voorzitter; H. J. DEN HERTOG, Onder-Voorzitter; B. WIELING, Groningen, Penningmeester; H. D. B. MEIJER, Geldersche Kade 37, Amsterdam, Secretaris; J. P. RUNSINK.
REDACTIE: H. J. DEN" HERTOG, Marnixkade 43, Amsterdam; J. F.S. ESSEH, J. F. HEEMSKERK, J. W. TE KOLSTÉ, Dr. A. G. OLLAND, C. TINHOLT.
Van dit blad, dat omstreeks den 20sten van iedere maand gratis aan de Bondsleden wordt toegezonden, zijn extra-nummers verkrijgbaar ii 13 cents en een geheele jaargang fi f 1.5», eveneens slechts voor Bondsleden. Als lid van den Bund betaalt men fi.öli contributie. Nadere inlichtingen verschaft deSecretaris.
INHOUD: Bondszaken ; Nog een enkel woord over onzen Internationalen Wedstrijd; H. E. Atkins (biographie); Problemen; Binnenlandsch Nieuws; Buitenlandsch Nieuws; Aan de Hollanders, die belang stellen in de Londensche tornooien en schaakwereld (vervolg); Partijen van het Meestertornooi — Eerste klasse te Londen; Partijen van den Internationalen Hoofdklassewedstrijd te Amsterdam; Eindspelen; Correspondentie.
Bondszaken.
Nieuwe Leden.
C. J. J. Sixma Baron van Heemstra, A. P. Wirix, Amsterdam. 's Gravenhage. J. J. Krone, „ Jhr. A. C. Druijvesteijn, Amsterdam. L. Olivier Boelstra, Leeuwarden.
Schaakspellen.
Zij, die nog in 't bezit wenschen te komen van een goed en goedkoop stel stukken, moeten zich haasten; ze zijn bijna uitverkocht. (Zie Juli-afl. blz. 166.)
DE BONDS-SECRETARIS.
Nog een enkel woord over onzen Internationalen Wedstrijd.
Ons plan, om in dit nummer een artikel van zekere uitvoerigheid te wijden aan ons eerste Internationaal Tornooi, kan niet worden uitgevoerd. Wij hadden ons voorgesteld, een overzicht te geven van het spel van elk der deelnemers, toegelicht door de eindspelen hunner meest interessante partijen. Dit nu is ons niet mogelijk, want wij hebben slechts een klein deel der gespeelde partijen bij de hand, aangezien de meeste zijn toegezonden aan de verschillende deelnemers, ter bewerking voor het uit te geven congresboek. Spijt het ons aan den eenen kant, dat wij de verwezenlijking van ons plan moeten opgeven, aan den anderen kant doet het ons genoegen, dat wij nu over de noodige ruimte kunnen beschikken, om een aantal partijen van den Internationalen Wedstrijd op te nemen en ook nog een deel der copij, waarvoor wij in het vorige nummer geen plaats hadden.
Wij maken van deze gelegenheid gebruik, om toch nog even te wijzen op het 11
202
kranige figuur, dat onze Hollandsche kampioenen in dit tornooi hebben gemaakt. Het mag een verblijdend feit heeten, dat na Atkins, die immers verre bleek uit te munten boven al zijn mededingers, drie Nederlanders het hoogst uitgekomen zijn. (Zie blz. 193 der Augustus-aflevering). Neemt men hierbij nog in aanmerking, dat Tresling in de eerste ronden beneden zijne werkelijke kracht speelde, dat Olland op 't laatst nog eens de onaangename gevolgen moest ondervinden van „het onderste uit de kan te willen halen" (men zie later zijne partij met Partaj!) en dat van Foreest ook nog al eens bepaald ongelukkig was, dan moet men wel komen tot de conclusie, dat in een volgenden Internationalen Wedstrijd voor de Hollanders het grootste succes te verwachten is. Thans is het dus duidelijk, ook voor hen, die eerst nog twijfelden, dat deze eerste Internationale Bondswedstrijd door meerdere moet worden gevolgd.
Het is ons aangenaam, hier eenige biographische aanteekeningen te kunnen publiceeren betreffende den eersten-prijswinner van den „Internationalen", ons door hem zeiven, op ons verzoek, met de meeste bereidwilligheid verstrekt.
H. E. Atkins
werd den 2osten Augustus 1872 te Leicester geboren. Hij werd in 1887 lid van de schaakclub aldaar, en speelde sinds 1889 voor Leicester in club-matches aan het eerste bord. Hij ontving zijne eerste opleiding in zijne geboorteplaats aan de „Wyggeston School," en werd in September '89 student in de wiskunde aan de Universiteit te Cambridge. Hij speelde van '91 tot '94 aan 't eerste bord in de jaarlijksche matches met de Universiteit van Oxford. In Juni 1893 slaagde hij bij het examen als No. 9 in de iste (d. i. de hoogste) klasse, gelijk uitkomend met een anderen candidaat, het volgende jaar behaalde hij een diploma-ie klasse in de tweede afdeeling van de „Mathematical Tripos" x) en in '95 werd hij eervol vermeld voor de beantwoording eener prijsvraag. Hierop volgde spoedig zijne benoeming tot leeraar in de wiskunde aan het „Weymouth College," waar hij tot Januari '98 werkzaam bleef, om toen in gelijke betrekking over te gaan naar de „Country and Technical School" te Northampton.
In 1895 kwam hij met Loman als No. 2 uit in het Internationale Tornooi voor Amateurs te Hastings. (Maroczy was No. 1). In '96 won Atkins den in prijs in het „Amateur Tournament" te Clifton en in '97 eveneens den in prijs in een dergelijken wedstrijd te Southampton 2). In Januari '99 won hij in het tornooi te Craigside den 2n prijs (Burn den isten) en in April '99 kwam hij te Birmingham weer als No. 2 beneden Burn uit. Zijn score in de kabel-matches met Amerika is: in '96 remise tegen Delmar, in '97 gewonnen tegen Burille, in '98 remise tegen Hymes, in '99 verloren tegen Showalter.
Atkins is sedert 1895 in 't bezit der „British Amateur Chess Championship Cup.''
1) d. i. Het jaarlijkscb examen in de wiskunde aan de Universiteit te Cambridge. (Tripos beteekent letterlijk drievoet. Voorbeen was het bij dit examen gebruikelijk, dat de candidaten plaats namen op krukjes met drie pooten.)
2) Zie Tijdschrift r. d. N. S. U., 1897, blz. 213 en 214.
Problemen.
Redacteur: H. J. DEN HERTOG, Marnixkade 43, Amsterdam.
N.B. Verzoeke beleefd problemen, oplossingen en andere bydragen, tot deze rubriek behoorende, aan den redacteur te adresseeren. No. 705. B. J. M Markx, No. 706. B. J. M. Markx, te Leiden. te Leiden.
Mat in 2 zetten. No. 707. B. J. M. Markx, te Leiden.
Mat in 2 zetten. No. 708. J. van Dijk Azn., te de Lier.
Mat in 2 zetten. No 709. J. van Dijk Azn., te de Lier.
Mat in 2 zetten. No. 710. N Maximoff, te St. Petersburg („Strategie").
Mat in 2 zetten.
Mat in 2 zetten.
No. 711. Dr. van Heycop ten Ham, No 712. S. Zimmermann Java. (Tornooi der „St. Petersburger Zeitung".) Bohemen. („Ceské Listy Sachové".)
Mat in 3 zetten.
No. 713. B. Mikyska, Bohemen. („C. L. S.")
Mat m 3 zetten.
No 714. B. G. Laws, te Londen. („Ruy Lopez".)
Mat in 3 zetten.
No. 715. K. Traxler, Bohemen. (_C: L. S.")
Mat in 3 zetten.
No. 716. W. A. Shinkman, te Grand Kapids. („British Ch. M.")
Mat in 3 zetten.
Mat in 4 zetten.
205
Oplossingen der Juli-problemen. 687. i. 114 enz. — 688. i. Dg2 enz.— 689. i. I)bi enz. — 690. i. Td4, cb2 : 2. Dei enz. i . . ., Kd4: 2. gh5: -J- enz. 1 ..., fg5 : 2. Te4 enz. 1 .. ., P.-v? 2. Ld6 (:)f enz. 1 ., a5 2. ghs: enz. 1 ., anders 2. b4t enz. - 691. r Lh8, Kf5 : 2. Kg7 enz. 1 .., IChy 2. Tf6 enz. 1 ., K.h6 2. KY7 enz. — 692 1, Td27 a5 2. Lc2"f", Kt"4 3. La4, g5 4. f3, g4 5. fg4: enz. 1 ..g5 2. Le2-J-, Ke4 3. Lg4, 35 4. b3, a4 5. ba4: enz.
Gcede oplossingen ontvingen wij van: A. Korst, te £ergen op Zoom (alle) en H. I\iendes da Costa, te Amsterdam (687, 688 en 691).
Verbetering.
De auteur van probleem No. 699 verzoekt, op f7 een zwarten pion te willen bijvoegen. Daardoor wordt de nevenoplossing 1. f7 onmogelijk.
Een merkwaardig voorval
op het gebied der probleemwedstrijden mag zeker genoemd worden het feit, dat de beide volgende, elkander zoo zeer gelijkende problemen mededongen en bekroond werden in hetzelfde tornooi, n.1. dat der „Brighton Society''. Wij voor ons kennen, met t oog op de economische bewerking, zonder aarzelen aan Lane's probleem den voorrang toe boven dat van Mackenzie.
A. F. Mackenzie, te Kingston. (Ie Prijs.)
Mat in 2 zetten.
H. F W. Lane, te Stroud. (3e Prijs.)
Mat in 2 zetten.
Correspondentie.
D., te sG. — Uw vierzet is nu correct; toch nemen wij hem liefst niet op. Er zit geen idee in. Voor toezending van nieuwe, door u samengestelde drie- of tweezetten houden wij ons zeer aanbevolen.
M., te L. Nos. 314 en 343 worden geplaatst. De nos. 311, 313, 320 (niet economisch, wel reine matstellingen), 326 (minder mooie sleutelzet), 340 en 350 wellicht ook. — Nos. 312, 315 (nevenopl. 1. Dc5 :f), 325 (nevenopl. 1. Df6), 333, 341 (nevenopl. 1. Db3 :), 342, 348 (nevenopl. 1. DhSf), 353 (nevenopl. 1. Pf7f), 358 (nevenopl. 1. Üh3), 359, 364, 382 (nevenopl. 1. Dg3), 383 (daal na 1 i Ke5), 366 (nevenopl. 1. Db5:f), 367, 377 en 385 (nevenopl. in 2 zetten: 1. l'l'3f) kunnen wij tot ons leedwezen niet opnemen. Nieuwe bijdragen zien wij gaarne tegemoet. Wilt u den heer C. eens vragen, of hij soms ook weer iets gereed heeft voor ons Tijdschrift?
v. D., te d. L. — De tweezetten nos. 38, 40 en 42 en de vierzet no. 39 zijn voor ons Tijdschrift minder geschikt. De overige nummers uwer laatste zending worden waarschijnlijk gepubliceerd.
P r o b I e e m-0 plossingswedstrijd.
Oplossingen der problemen 31—36.
No 31. 8 oplossingen: 1. KfS> 1. Kf6, 1. Kf7, 1. Kg7, 1. Kh5, 1. Khy, .. Tg4, 1. Tf+. Per abuis is op C2 een zwarte pion wegge.aten, waardoor de aardige auteurs-oplossing (1. Dd7) niet opgaat De neven-oplossingen blijven echter bestaan. - No. 32. I. Kda, kfó Lb2+ • 1 dXeó 2. Pfd7±; 1 .... dj 2. Pbd7±; 1 ..., Ptó 2 f4±. - No. 33. 6 oploss.ngen: 1. Kc2, 1. Ke3, 1. ke4, '• e3. '• Db7'
1 DxL — NO. 34. 1. Pb4, C6XP 2. LXhz, KXhz 3. Th6±; 1..., LXP 2. Pc2, L onv. 3. Tbi±. - No. 35 2 oplossingen: 1 Key (auteurs) en 1 Ld7 No 36 1. Le6, P X L 2. Pd4, PXP 3. Lf2, P onv. 4. b7± [2..., Pc7 3. Pc6, Poo 4. b7 =t ; 2 ..., P anders 3. Pb5, P onv. 4. b/± ot Pc7±.] 1...., Pb7 2. Kc7, P onv. 3. Ld5f, Pc6 of Pb7 4. LXc6± ofLb7±; P anders 2. Ld5±.
Verbetering.
Probleem No. 28 heeft slechts 2 oplossingen. De schijnbare nevenoplossing I. Df8, Kfs 2. Dg8 faalt op 2 ..., Pe3.
Overzicht van den Probleem-oplossingswedstrijd. No. Aantal punten.
F. 1. Schotel, Amst.
A Korst, Berg. op Z.
A. Okkinga, Dronrijp
D. Keestra, Leeuwarden
H. v. Beek, Naaldwijk
S. Kamstra, Leeuwarden
W. J. L.Verhoeven, Kamp
H. Mendes da Costa,Amst
J. Reyalt, Gemert
J. Belt, Amsterdam
W. Houtsma, Heilo
Mr.G.A.Visscher, Kampei
207 Binnenlandsch Nieuws.
's-GRAVENHAGE. — In Maart 1899 werd er in „Discendo Discimus" een kleine wedstrijd gehouden, met toepassing van 't oude stelsel Meijer, echter met de bepaling, dat hij, die bij loting afviel en den derden prijs kreeg, den eersten of tweeden prijswinner mocht uitdagen. De leiding was opgedragen aan de H.H. d'Aumerie, te Kolsté en Oskam. Voor de drie klassen hadden zich opgegeven de heeren v. Houten (I), d'Aumerie (II), Mann (1), te Kolsté (Ij, Kramers (III), Wesseling (II), Dewald (III), Oskam (II), Marescot (III), Gumplovicz (I), Coenen (III), de Jong Cleyndert (II). De volgorde der prijswinners was: Oskam, d'Aumerie, Coenen.
Onderlinge matches worden druk gespeeld: te Kolsté verloor er een tegen Oskam (die f7 en zet vóór kreeg) met 3—1—1 ; Wesseling verloor er een tegen Oskam met 5—2—o, terwijl een match te Kolsté-Mann in vollen gang is, en voor eerstgenoemde gunstig staat 1). Wanneer zal 't bestuur besluiten, prijzen voor dergelijke matches uit te loven, zooals — geloof ik — wel te Amsterdam geschiedt? — Hier volgt een der partijen tusschen te Kolsté en Oskam. No. 594. Wit: Oskam. Zwart: te Kolsté. t- e4 e6
8. D g4 De7 (geeft pion f7 vóór).
2. d4 ds 9. L d3 o—o 15. D hsf K e7
3. Pc3 P f6 10. Dh4 D f7 16. P g6f Kd7
4. L g5 Le7 11. Ph3 a6 17. P f8: Df8:
5- e5 Pfd7 12. P f4 Pb6
18. Lg6 P c6
6. h4! L g5: 13. Lg6: Dg7 19. 0-0-0 D f4-j7- hgs: gó 14. Lh7.-f K f7
20. Kbi en Wit won.
Deze partij bewijst, dat men, pion en zet vóór gevende, niet ongestraft Fransch spelen kan.
LEIDEN. — In eene buitengewone vergadering van het „Leidsch Schaakgenootschap" gaf de heer Rud. Loman den 23n Aug. 1.1. eene blindséance van zes partijen. Hij won tegen de heeren Wilhelmy Damsté, Horschman en van Groningen Jr., maakte remise tegen Enderle en Dr. A. van Rhijn, en verloor tegen S. van Groningen.
De séance begon om half acht en was vóór elf uur geëindigd; zij werd door een groot aantal belangstellenden, onder wie verscheidene dames, bijgewoond.
De partijen gaven opnieuw een schitterend getuigenis van Loman's buitengewone begaafdheid als blindspeler.
ARNHEM. — In de „Arnhemsche Schaakvereeniging" speelde Zaterdag den 2n September 1.1. de heer J. F. Heemskerk, eerelid der vereeniging, 18 partijen simultaan, waarvan hij er 12 won, 1 remise maakte tegen den heer van Driest en 5 verloor tegen de heeren Ciccolini, de Vries, Stlsholz, Hoendervanger en Kuyk.
Buitenlandsch Nieuws.
LONDEN. — Vóór het vertrek der buitenlandsche meesters, die aan het Internationale Tornooi alhier hebben deelgenomen, kwam Rosenthal van Parijs over, ten einde zich van hunne mededinging in den Internationalen Wedstrijd te Parijs,
1) Voor den winner is door de heeren M. en E. Edersheim een prijs van / 20 uitgeloofd. Op 'toogenblik is de stand: M. 1, t. K. 4, rem. 1.
2O8 die in 1900 zal plaats hebben, te verzekeren. Men zegt, dat allen de uitnoodiging hebben aangenomen.
PARIJS. — In den loop van deze maand vertrekt Janowski weer naar New-York voor zijn tweede „officiëele" match met Showalter.
Janowski heeft Lasker uitgedaagd tot een match om het Kampioenschap der Wereld. Lasker heeft onmiddellijk aangenomen, doch over het aantal partijen en den tijd, waarop de match een aanvang zal nemen, zijn de beide meesters het nog niet eens. Ook is nog niet bepaald, waar men spelen zal. In elk geval zal het niet te Londen zijn, want Janowski kan niet best tegen het klimaat dezer stad.
BERLIJN. — Den 27sten Juli 1.1. overleed op „Storchnest" in Posen Tassilo von Heydebrand und der Lasa, in den ouderdom van bijna 81 jaren. Hij behoorde tot het vermaarde „zevengesternte" 1), dat omstreeks 1840 aan den Duitschen schaakhemel schitterde. Een werkzaam aandeel nam hij in de stichting der „Berliner (later „Deutsche") Schachzeitung" en vooial in de samenstelling van het beroemde „Handbuch des Schachspiels". Hij was de grootste schaakhistoricus, die ooit geleefd heeft. R. I.P.
Aan de Hollanders, die belang stellen in de Londensche tournooien en schaakwereld.
(Vervolg.)
Alvorens het Double-Round-Master-Tournament te bespreken, wil ik eerst het Single-Round-Master-Tournament behandelen. De deelnemers waren Marshall (Brooklyn), Physick (Londen), Marco (Weenen), Mieses (Berlijn), Jones, Jackson, Dr. Smith en Müller (allen Londen), Esser (Leiden), Prof. Tabountschikoff (Rusland), Erskine (Londen) en Dr. Klimsch (Weenen), en in deze volgorde waren 'zij aan het eind van den wedstrijd.
Marshall, een jongeling van 21 jaren, die in de rechten heet te studeeren, doch meer een studie van het schaakspel maakt, is van middelbare lengte, mager doch gespierd. Zijn gelaat, dat door baard noch snor getooid wordt, alleen door rossig blond hoofdhaar, is verre van schoon. De oorzaak hiervan moet gezocht worden in de wanverhouding van deszelfs lengte en breedte, den dunnen, zeer grooten en sterk gebogen neus en de groote, vooruitstekende kin; hoewel dus niet schoon, is het geheel, vooral door den neus, niet onartistiek. Zijn persoon is niet indrukwekkend, zijn optreden heeft dikwijls iets kinderlijks. Hij staat in Amerika als een zeer sterk speler geboekt. Hij zei me, een geheel jaar aan de studie van de Stonewall-voortzetting gewijd te hebben, en desniettegenstaande had hij met die variant geen succes. Hij geeft vele schaaklessen in deftige kringen, zoodat hij hierdoor wekelijks eenige ponden verdient. Volgens hem heeft Pillsbury veel gestudeerd in schaak, evenals hij zelf. Zijn sympathie voor de persoon van Showalter is veel grooter dan voor die van Pillsbury. Showalter is volgens hem hel type van een Amerikaan. Marshall is in weerwil van zijn eigenaardigheden een aati1) Bleilow, Hanstein, Mayet, Horwitz, v. d. Lasa, v. Bilguer en Schorn.
2C>9
genaam persoon, die ook veel belang stelt in sport en zelf aan amateur-roei- en fiets wedstrijden deelneemt. Door dit laatste is zeker zijn rug ietwat gekromd. Zijn spel was krachtig en onbevangen.
Geheel anders was dat van Physick, die in iedere partij op remise speelde en slechts won als zijn tegenpartij een blunder maakte of winst wilde forceeren. Hij moet zeer gelukkig geweest zijn, want hij wordt zwakker geacht dan Jones, Jackson, Dr. Smith, Atkins en Lawrence. Niet Jacobs, Belhngham en Gunston zijn echter sterker dan alle Engelsche spelers in dit tornooi, zooals het Tijdschrift van Juni ons wist te vertellen; integendeel, zij zijn zwakker dan Jackson en nauwelijks gelijk in kracht aan de andere Eng. deelnemers. Physick is 46 jaar, doch lijkt ouder door zijn moeilijken gang en door grijze haren, die reeds hier en daar zijn snor en hoofdhaar niet meer zwart doen lijken. Ook zijn beven doet hem ouder schijnen. Marco met zijn dikken rooden neus en zijn bijna nooit in rust zijnde tong mag ik genoegzaam bekend achten. Hij heeft een kleinen thermometer op zijn hoed, die hem hetzij omtrent de temperatuur van zijn hoofd, hetzij omtrent die der omgeving moet inlichten. Men ziet hem nooit zonder een pak boeken en papieren in zijn linkerhand.
Mieses, die met Jones 4den en 5den prijs deelde, was op een hooger plaats verwacht. Ofschoon hij correspondent van eenige couranten schijnt te zijn, geloof ik niet, dat hij hieraan zijn gering succes te wijten heeft, want men ziet hem weinig bezig en soms ging hij voor een geheelen dag naar een badplaats of zoo; eerder zou dit bezwaar voor Marco gelden, ware het niet, dat hij altijd dit werk gedaan heeft, ook in doublé Round Tournaments enz. Bovendien werd er in het S. R. T. nooit vóór 6>., noch na ioj. gespeeld. Jones is een goed theoreticus, die ook het middenspel krachtig weet te voeren, doch in het eindspel geenszins een baas is. In meerdere partijen was hij in het eindspel een pion vóór, zonder de partij te kunnen winnen. Voor zwart speelt hij evenals Dr. Smith steeds Fransch. Jackson werd vóór den wedstrijd algemeen als candidaat voor den eersten prijs genoemd. Hij is dan ook ongetwijfeld een kolossaal speler, die zonder boekengeleerdheid over het schaakspel prachtige partijen levert, die uitmunten door brilliancy. Hij is een sympathiek kalm persoon, die in gezicht en spel iets op Janowski gelijkt, doch grooter en meer gebogen neus heeft. In voorkomen en manieren overtreft hij den Poolsch-Franschen meester echter verre. In sommige partijen speelde hij goed, o. a. tegen Mieses en Marco. Tegen den eerste won hij; den tweede overspeelde hij geheel, doch verloor, na kwaliteit en pion vóór te zijn geweest, door een fout. Ongetwijfeld kwam hem een hoogere plaats toe. Dr. Smith is eveneens een sympathiek persoon. Zijn spel is soliede, zijn voorkomen reusachtig. Ook Müller is een sterk speler, die reeds in zijn jeugd (een 20 è. 30 jaar geleden) grooten aanleg toonde. Hij speelde met succes in matches tegen onzen landgenoot, den heer Loman, doch speelt wisselend in kracht. Prof. Tabountschikoff, een stoere breedgeschouderde Rus, speelde sommige partijen zeer sterk, o. a. tegen Marshall (welke partij hij had moeten winnen, doch door een blunder verloor), maar tegen anderen soms zeer zwak, o. a. tegen Dr. Smith en Jackson. Zooals hij mij zei, kwam dit, doordat zijn vrouw zoo ziek was en hij telkens afwisselende telegrammen 11*
iió
Omtrent haar toestand kreeg. Ook Tschigorin noemde hem een goed speler. Erskine verdiende ongetwijfeld evenals Dr. Klimsch geen hoogere plaats. De partijen van Erskine werden alle met aandacht door zijn jeugdige en beminnelijke echtgenoote gevolgd. Dr. Klimsch speelde altijd gesloten, doch voelde steeds den grond langzaam maar zeker onder hem wegzakken. Ongetwijfeld had dit tornooi een aangenaam verloop en behoefden de deelnemers zich in hun leegen tijd niet te vervelen, door het gelijktijdig plaats hebbende D. R. T., doch vooral ook door de verschillende invitaties van clubs tot dinners of uitstapjes in de omgeving van Londen. Waarschijnlijk zal er in 1901 een soortgelijk tornooi in Schotland zijn. J. F. S. E. (Slot volgt).
Partijen van het Meestertornooi — Eerste klasse te Londen. No. 595.
Gespeeld den 3den Juni 1899. Wit: Lasker.
Zwart: Blackburne.
Spaansche Partij.
1. e4 es 17. h3e) hsü') 33- p g3 : p f2 t
2. P f3 P c6 18. L e3 a5!5) 34. Kgi P di :
3. Lbs d6 19. bs T c8 35. P f5 L f5:
4. d4 Ld7 20. T ci P C5 36. ef5: Dd2
5. d5a) P b8 21. P d2 h4 37. Tedi: D C2:
6. Ld3b) L e7
7. Pc3 P f6
22. P e2 gs! h) 38. T bei D f5 :
23. L g5'•') Tg8
39. P b6 T d8
8. P e2 c6c) 24. Lh4:j) L h3: 40. P C4 P b7
9. C4 P a6 25. L g3 L e6
10. P g3 P C5 26. T ei k) P g4
11. L C2 b5
12. b4 Pb7
27. P fi L g5
28. Tbi1) Th8
13. dc6: L c6: 29. P C3m) L f4
14. cb5: L b5 : 30. P d5") D g5
15. a4 L d7
16. o—o g6! d )
41. P e3 D f4
42. Kf2 D a4:
43. T C7 P C5
44. T hi Td7
45. T c8| Ke7
46. T hh8 Dd4
31. f30) T h1f!!p) Wit geeft de partij op.
32. Khi: E g3 : •) Meer gebruikelijk is hier des:; de gekozen zet lijkt mij natuurlijker. speelde hem dan ook met goeden uitslag in 1893 in Hilversum tegen van Lennep.
b) Ik speelde toen PC3, wat ook goed is; maar de hier gekozen zet Ld3 is beter, omdat hij aan Zwart meer moeilijkheden overlaat; Ld7 en Pb8 staan elkander, evenals zoo dikwijls in de Fransche partij, leelijk in den weg.
c) In deze variant der Spaansche partij maakt deze zet altijd den pion d6 gevaarlijk zwak. Beter lijkt mij toe Lg4, gevolgd door Pbd7.
d) Zwart staat nu beslist ongunstig. Zijn eenige kans is een aanval op de witte Koningsstelling; Blackburne bereidt dien door den gekozen zet meesterlijk voor en speelt het vervolg der partij prachtig. Bij goed tegenspel van Wit moet echter het zwarte spel te gronde gaan.
211
e) Hier begint Wit al zijne stelling te verzwakken; de bedoeling zal wel geweest zijn, Lh6 te spelen, wat nu niet kan om Pg4. Zwart belet echter Lh6 door den volgenden zet, zoodat Wit's 17de zet alleen zijn eigen stelling verzwakt.
) Deze zet, die nu Lh6 belet, is daarom zoo mooi, omdat hij schijnbaar de aanvalskansen van Zwart opgeeft, en de aanval van Zwart alleen mogelijk blijft door het pionoffer op gs, dat inderdaad vijf zetten later volgt, maar nu reeds moet voorzien zijn door Zwart. Dit is ook de reden, waarom 17. h3 een zeer begrijpelijke zet was, en een zeer vergeeflijke fout.
s) Noodzakelijk, om Toren a8 speelbaar te maken. Blackburne offert alles op, om den aanval zoo sterk mogelijk te maken, en geeft dus liever aan Wit een vrij-pion op den Damevleugel, dan dat hij een stuk te weinig voorden aanval op den Koningsvleugel zou hebben.
h) „Deutsches Wochenschach" zegt hiervan: „een zeer sterk pion-offer, dat echter noodzakelijk is, omdat f4 dreigt." Nu is dit volkomen waar, maar het miskent toch Blackburne's buitengewoon talent. Het verband tusschen Zwart's 16de, 17de, 18de en 22ste zetten bewijst duidelijk, dat dit offer niet door den nood werd afgedwongen, maar lang vooruit berekend, voorzichtig voorbereid was en daarna op het juiste oogenblik gebracht werd.
') Wel de beste zet; op f3 zou volgen PI15; op andere zetten g4.
') Maar nu doet Lasker een zwakken zet! Voor de hand lag toch Lf6: en daarna Kh2. Hier is het keerpunt der partij.
k) Ook f4 komt in aanmerking, maar ook dan heeft Wit geen mooi spel, omdat na ef4: en Lf4: de punten e4, e3, g3 en g2 zwak zijn.
') Na f4 zou Zwart spelen ef4: en (zoowel na Lf4: als na Pf4:) Df6!
"') Ook nu zou f4 beantwoord worden door ef4: en Df6.
°) 3°- Lf4:, ef4: 31. f3 zou aanleiding geven tot het sierlijk offer Pe4:, dreigende Db6f of Dh4.
") Wit denkt uit alle moeilijkheid te zijn geraakt en geeft juist nu aan Zwart Stand der partij na den 3lsten zet van Wit. sreWenheid tnr —r.: O C —" VJ11C1 lUlllUnatie. Het alternatief was 31. Pfe3. Als Zwart dan den witten g-pion wil verdubbelen, wint Wit door (31.. ., Lg3:?) 32. Pg4 :, Lg4: 33. Dg4:, Dg4: 34. Pfóf en Wit is een vrij-pion vóór, in veilige stelling; 33. Lh2| of 32. of 33. Thif baten hierbij evenmin. Daarentegen heeft Zwart na 31. Pfe3, Pe3: 32. Pe3.-, Lg3: 33- fg3 Dg3: winnend spel. En ook was 31 - Pfe3 niet beter dan de gekozen zet, ondanks een kwaliteits-offer, dat Wit met vrij goede kansen schijnt te kunnen brengen, (bijv. 31 , Pe3: 32. Te3:!, Le3: 33. Pe3: en Wit staat vrij veilig), want Zwart heeft dan een anderen weg tot overwinning, aldus: 31. Pfe3, Pe3: 32. Te3:, Dh6!
33. Kfi, Dhif 34. Ive2, Lg4f 35. f3, Dg2:f 36. Lf2, Le3: en Zwart wint, of 35- Tf3, Dg2:, en Zwart wint ook.
p) Een prachtig slot, dat Lasker geheel verraste; zie diagram. De rest der partij behoeft geen commentaar. J. F. H.
No. 596.
Gespeeld den 20sten Juni 1899. Wit: Blackburne. Zwart: Lasker.
1. d4 d5 15. D d3 h6') 29. T C4: T b8 j|
2. P f3 P f6 16. Lh4f) T ac8 30. T C2 Kh8i'
3. e3 e6 17. T adi s) P ds ! h) 31. T eci °) Dg4
4. Ld3 P bd7 18. Lg3 bs ! 32. f3 D h4:
5. P bd2 L d6 19. P d2 P 7b6! 33. fe4: T e4:p)
6. e4a) de4: 20. a3 as 34. T c8t T c8:
7. P e4: b6 21. Tci 34!') 35- Tc8:| Kh7
8. o—o L b7 22. h4j) f5! 36. Dbx P f6
9. Pd6:| cd6:b) 23. L h2 Dd7k) 37. dsq) g6
10. T ex o—o 24. D g3 f4 38. T C7f K h8 r)
n. LgS I»c7 25. Dd3 es! 39. T ci T e2
12. C3 T fe8c) 26. C4') bc4: 40. Khi P g4
13. Lbs Lc6d) 27. Pc4: e4!!m) 41. Tc8t Kg7
14. L c6: Dc6: 28. Dfi") PC4: 42. T C7t Kf6 Wit geeft de partij op a).
') Een zet, die mij niet bevalt. Mieses mag hij blijkbaar ook niet voldoen, want hij zegt er van: „Nothwendig, da sonst e6—e5 geschieht." Dit moet natuurlijk onjuist zijn. De stellingen zijn nog gelijk en, is de zet e4 voor Wit niet best, dan is es evenmin best voor Zwart. — Ik houd het er voor, dat de beste voortzetting is o—o en daarna hetzij b3 en Lb2, hetzij Tei, om dan, indien mogelijk, C4 en later e4 te spelen. Ook kwam in aanmerking dadelijk 6. C4. Zie voorts noot b).
b) Nu heeft Zwart een Looper laten ruilen tegen een Paard, maar daarentegen ie. een Looper met vrije diagonaal naar Wit's koningsstelling; 2e. vrije c-lijn, die meer waard is dan Wit's vriie e-lijn, omdat juist die diagonaal de c-lijn snijdt in c6 en omdat Zwart meester is op ds en es. Dit voordeel is natuurlijk niet voldoende om te winnen, maar het is toch reden om 6. e4 af te keuren, omdat het de leiding van den loop der partij uit Wit's handen in die van Zwart doet overgaan.
c) Om es te dreigen. Wit maakt er echter gebruik van, om Zwart's Looper af te ruilen; daarom kwam in aanmerking, eerst a6 te spelen. Echter kon bs dan waarschijnlijk niet volgen, omdat Wit wel 13. a4 zou antwoorden op 12... a6. d) Zwart moet dit wel doen, zoo hij niet op f6 een dubbelpion wil krijgen. e) Dit is geen verzwakking van den Koningsvleugel, want Wit heeft geen voldoende aanvalslijn, om daarvan gebruik te maken. Zwart's eenige winstkans schuilt in een pionnenstorm, en daartoe is h6 noodzakelijk als voorbereiding.
f) Beter lijkt mij Lf6: en de partij zal toch waarschijnlijk wel remise worden. s) Een tempoverlies; waarschijnlijk om es te beletten; maar dit kan toch niet na Taci om: 17. Taci, es? 18. Lf6:, Pf6: 19. des :, de5 : 20Pe5 : . of >85 t8. Lg3, g4 19. Ph4, ej? 20. des:, des: 21. Pfs, tegelijk dreigend Pd6 en Ph6 : -j-.
213
h) Deze zet en de volgende twee vormen een prachtig manoeuvre, om zich voor aanval en verdediging goed op te stellen, zonder gevaar van afruil.
') Nu ondervindt Wit, hoe noodlottig het tempoverlies van den i7den zetwas; door dezen zet toch belet Zwart de blijkbaar door Wit bedoelde voortzetting b3 en C4, waarmee Zwart's stellingsoverwicht zou verdwijnen (na b3 zou PC3: niet opgaan; niet om Pbi wegens b4 maar om Ld6 :).
J) Wit staat „unheimisch". Zwart dreigt met een aanval door g5, f5, Tcj en Tg7; het lijkt mij echter toe, dat Wit nog niet h4 behoeft te spelen, om dat te verijdelen. Reeds f4 lijkt mij iets beter dan [14, en ook misschien f3, gevolgd door Te2 en na f5 Tcei.
Het is prachtig te zien, hoe fijn Lasker van deze verzwakking der witte Koningsstelling gebruik maakt.
k) Dadelijk g5 deugt niet om Dg3.
') Deze voor de hand liggende poging, om tot afruil te komen, deugt niet. Beter was 26. de5:, de5: 27. Te4, Df5 28. Df3 en Wit kan zich nog wel verdedigen (g5, dan als antwoord g4.)
m) De weerlegging van 26. C4; zie diagram.
") Gedwongen, want na 28. Pb6: volgt Tci: 29 Tci:, ed3: 30. Pd7:, d2 en Zwart wint, en na 28. Te4: volgt Te4: 29. De4:, Dbj! en Wit verliest Paard C4.
Stand der partij na den 27en zet van Wit. o) Qp ïl. Dcd ZOU nu voken Tbc8 12. De2, Tc2 :33. Dc2 :,f3 en Zwart wint. Daarom moest Zwart zorgen, dat DC4 X d5 niet tevens schaak gaf. Echter kon Wit zich veel beter verdedigen door 31. Da6, dreigend Dc6 en na f4—f3, Dd6: en Dg3. Zwart kan dan niet antwoorden Tb6, want dan volgt 32. DC4 en geen der zwarte Torens kan naar de c-lijn. Het beste is dus wel voor Zwart 31. (Da6), Tbc8 32. Tc8:, Tc8: 33. Da5! en Wit dreigt
Dd5 :, Te4: en eventueel Lf4 : of l)a4: Zwart moet dan wel den aanval voortzetten met Dfs 34. Da4e3 35. f3!, Tc2 (niet 35. fe3:, Pe3:!) en zal dan vermoedelijk wel winnen, maar Wit heeft nog heel wat meer kansen dan na den gekozen zet Teci.
p) Niet Pe3, om Df2.
q) Dreigend Te8.
r) Kg8 deugt niet, omdat dan de zwarte Toren niet mag spelen, om Dg6: -]-. ") Eene der degelijkste partijen, die ooit in een tornooi werden gespeeld.
J. F. H.
Partijen van den Internationalen Hoofdklassewedstrijd te Amsterdam. No. 597. Gespeeld den lOn Augustus 1899. Wit: H. E Atkins. Zwart: D. Bleykmans. llollumlsclie partij.
1. d2 — d4 f7 —f5
2. c2 — c4 e7 — e6
3. P bl — c3 P g8 — f6
4. P gl — f3 c7 — c6
5. L cl — f4 d7 — d6
Met de bedoeling', eerlang e5 te doen volgen. Ware het mogelijk, dit plan op bevredigende wijze te verwezenlijken, dan zou de verdediging 1. ..., f5 zeer goed mogen heeten. Bij volkomen juist spel van Wit kan Zwart echter niet tot het opschuiven van den e-pion geraken.
6. e2 — e3 L f8 — e7
7. h2 — h3 0 — 0
8. L fl — d3 L c8 — d7
9. D dl — c2 P b8 — a6
10. a2 — a3 c6 — co
11. T al — dl T a8 — c8
] 2. 0 — 0 Dd8 —e8
13. L f4 — h2 De8 — h5
14. L d3 — e2 D h5 — e8
Op 14. . .., g5 zou volgen: 15. Pe5, I)e8 16. Pd7:, Dd7: 17. dc5:, Pc5: 18. Pb5, en Wit wint een pion.
15. d4 X c5 d6 X cö
16. P f3 — e5 L d7 — c6
Hier was Pb8, gevolgd door Pc6, beter.
17. P e5 X c6 b7 X c6
Neemt Zwart met de I)ame, dau volgt:
18. Lfd, l)b6 19. Pa4, Da5 30. Lb7 :
18. D c2 — a4 P a6 — b8
19. L e2 — f3 P f6 — d7
20. D a4 X a7 e6 — e5
21. e3 — e4 g7 — g6
22. T fl — el L e7 — d8
23. T el — e2 P d7 — b6
24. e4 X f5 T f8 — f7
25. D a7 — a5
25. Te5:? dan 25...., Df8! 26. Da5, Pc4: en Zwart wint de kwaliteit.
25. P b8 — d7
26. P c3 — bl T f8 X f5
27. D a5 — c3 L d8 — c7 liet eenige middel tot verdediging van den e-pion. (Wit dreigde 28. g4.)
28. L f3 X c6 T f5 — f6
29. .Lc6 —e4 D e8 — f7
30. D c3 — c2 K g8 — g7
31. Le4 — d5 D f7 — f8
32. P bl — c3 T c8 — d8
33. P c3 — e4 P b6 X d5
34. c4 X d5 T f6 — b6
35. P e4 — g5 D f8 — f6
36. P g5 — e6f T b6 X e6
37. d5 X e6 D f6 X e6
38. T e2 — d2 D e6 — e7
39. b2 — b4 L c7 — b6
40. b4 X c5 L b6 — c7
Op -40...., Lc5 : zou natuurlijk volgen :
41. Td7 Td7 : 42. Td7 Dd7:43. Le5:t en 44. Dc5 :
41. D c2 —c3 Kg7 —g8
42. c5 — c6 P d7 — c5
43. T d2 X. d8f L c7 X d8
44. D c3 X e5 Opgegeven. (Opmerkingen van H. E. ATKINS.)
«5
N°- 598. Gespeeld den 14n Augustus 1899.
Wit: H. E. Atkins.
Zwart: Dr. N. Mannheimer. Geweig-erd Dameg-aiiibiet.
1. d2 — d4 d'7 — d5
2. c2 — c4 e7 — e6
3. P bl — c3 P g8 — f6
4. L cl — g5 L f8 — e7
5. e2 — e3 0 — 0
6. P gl — f3 b7 — b6
7. L fl — d3 d5 X c4
8. L d3 X c4 L c8 — b7
Ö. 0 — 0 Pb8—d7
10. D dl — e2 c7 — c5
11. L g5 — f4 P f6 — hö
Niet goed, zooals later blijkt. 11...., cd4gevolgd door Pd5, was beter.
12. L f4 — e5 T a8 — c8
13. L c4 — b3 g7 — g6
14. T al — dl P d7 X e5
15. P f3 X e5 D d8 — c7
16. f2—f4 Ph5 g7
Eeter was 16 cd4: benevens 17...., Nu krijgt Zwart een zeer lastig spel.
Stand der partij na den 16en zet van Zwart.
18. P c3 X d5 L b7 X d5
19. L b3 X d5 T c8 — d8
20. D e2 — c4 L e7 — d6
21. P e5 — g4 P g7 — e8
22. f4 — f5 h7 — h5
22 Td7, dan 23. Bc3!
Stand der nartii na den 22sten zet van 7u,art
17. d4 — d5! e6 X d5
23. f5 X g6 !! h5 X g4
24. T fl X f7
Hier won 24. Dg4 : ook. Bijv. 24. (l)g'4:), Kg7 25. gf7 :f, Kh6 26. Dli4t, gevolgd door Dg5f enz. Of: 24 , Lh2 :f
25. Khl, Dg3 26. Dh5 enz. 24 T f8 X f7
25. g6 X f7f K g8 — L8
Op 25...., Kf8 zou gevolgd zijn: 26. fe8: 1)|, Ke8: 27. Pe4f, L)e7 28. Lc6f, Kf8 29. Tflf, 30. Dg4:f enz.
26. D c4 — c3f K h8 — h7
26. .Pg7, dan 27. Df6.
27. L d5 — e4f K h7 — h6
28. D c3 — h8f K h6 — g5
29. T dl — d5"f* Opgegeven.
(Opmerkingen van H. E. ATKINS.)
ii6
No. 599. Gespeeld den 8n Augustus 1899. Wit: Dr. N Mannheimer. Zwart: Dr. C. Trimborn.
Weener Partij.
1. e2 — e4 e7 — e5
2. P bl — c3 P g8 — f6
3. f2 — f4 d7 — d5
4. f4 X e5 P f6 X e4
5. P gl — f3 L f8 — b4
6. L fl — e2
Gewoonlijk geschiedt hier 6. De2, Lc3: 7. dc3 : Dr. Mannheimer beproeft in deze partij een geheel nieuwe ontwikkelingsmethode.
6 c7 — c6
7. 0 — 0
Wit offert een pion en straks nog de kwaliteit, om een veelbelovende aanvalsstelling te verkrijgen.
7 D d8 — b6f
8. d2 — d4
Na 8. Khl, 1'faf 9. Tf2:, Df2: 10. d4 kan Zwart de schijnbaar opgesloten Dame door 10...., Lg4 11. Lf4, Lf3: 12.Lf3 Dh4 bevrijden. In elk geval behoudt Wit ook dan goede aanvalskansen.
8 P e4 X c3
9. b2 X c3 L b4 X c3
10. L cl — a3! L c3 X al 11. D dl X al P b8 — d7
Veiliger was in elk geval li6, waarop Wit 12. Del enz. zou hebben kunnen spelen. 12. L a3 — d6
De Looper staat hier uitstekend. Intusschen kwam ook de volgende voortzetting in aanmerking: 12. Pg5, Pe5: 13. Khl, h6 14. Pf7 :, Pf7: 15. Lh5, Le6 16. Lf7 :f (minder goed is 16. Tf7 : wegens 0—0—0), Lt7: 17. Delf, KdS 18. Tf7:, (Te8 19. Le7|'- enz.) Of: 12. (Pg5), f6 13. Lh5f,
Stand der partij na den llden zet van Zwart.
g6 14. ef6: benevens 15. Delf. (Zie diagram.)
12
Db6 — d8
13. Dal — el P d7 — f8
14. D el — g3 P f8 — e6
Eene betere verdediging bood Pg6 en Le6. 15. Dg3 —f2! Dd8 — d7
16. P f3 — h4 h7 — h5
Ook bij g6 17. Df'6 komt Zwart niet vrijer te staan. De meest aanbevelenswaardige voortzetting was misschien nog Stand der partij na den 18n zet van Zwart.
16. b6 benevens Lb7 en 0—0 ib. v bb benevens Lb7 0—0—0.
217 0.
20. P e7 X c6ft K d8 — e8
17. Ph4 —f .5 g7 — g6
18. P f5 — e7 Ke8 —d8
Op Th7 volgt 19. Pg8 met beslissende dreiging op t'6. De partij krijgt uu ten slotte nog een uiterst humoristisch verloop. (Zie diagram.)
19. D f2 — f6 T h8 — h7
21. P c6 — b8 i) d7 — d8
Of TbS : 22. Lb5 !! benevens 23. De7+.
22. L e2 — böf L c8 — d7
23. P b8 X d7 a7 — a6
24. Df6X f7f! Th7Xf7
25. P d7 — f6±
(Opmerkingen van E. SCHALLOPP.)
"0buu - Cxespeeld den 15n Augustus 1899.
Wit: Dr. A. G. Olland
Zwart: H. E. Atkins. Spaansche I'artij.
1. e2 — e4 e7 — e5
2. P gl — f3 P b8 — c6
3. L f1 — bö P g8 — f6
4. 0 — 0 d7 — d6
5. d2 — d4 P f6 — d7
Deze verdediging, afkomstig van Tschigorin, geeft Zwart een gedrongen spel.
6. P bl — c3 L f8 — e7
7. P c3 — e2 0—0
8. P e2 — g3 L e7 — f6
9. c.2 — c3 Kg8 —h8?
10. L cl — e3 P c6 — e7
11. D dl — d2 c7 — c6
12. L b5 — d3 d6 — d5
13. T al — dl e5 X d4
14. c3 X d4
l)e geïsoleerde pion, dien Wit hierdoor krijgt, is volstrekt niet zwak, zooals uit het vervolg blijkt.
14 d5 X e4
15. P g3 X e4 P e7 —- d5
16. L d3 —- bl! P d7 — b6
17. P e4 x f6 Dd8 x f6
18. Dd2 —d3
Wit staat thans belangrijk beter dan Zwart. De tekstzet is echter niet de sterfc-
ste, om den aanval mede te beginnen. 18. Lg5, Dd6 19. Peö was de juiste voortzetting. L9. ., f6 gaat dan bezwaarlijk wegens 20. I)d3, g6 21. Pg6 :f, hg6: 22. Dg6 : enz.
18 g7 — g6
19. L e3 — h6 T f8 — e8
20. L h6 — g5
Beter is dadelijk 20. Pe5, om op 20 , Lf5 21. Df3 te laten volgen. Zwart krijgt nu gelegenheid, den aanval te keeren.
20 D f6 — g7
21. P f3 — e5 f7 —f6
22. L g5 — h6 D g7 — g8
23. P e5 — f3 L c8 — f5
2 l8
24. D d3 — b3 L f5 X bl
25. T dl X bl T e8 — e4
26. T fl — el T a8 — e8
27. T el X e4 T e8 X e4
28. D b3 — a3
Om te beletten, (lat Zwart na Tel de Dame naar e6 speelt.
28. ... a7 — a6
29. T bl — el T e4 X el
30. P f3 X el ü g8 — e8
31. p el — f3 De8 —e7
32. D a3 — d3 D e7 — e6
33. h2 — h4
Tegelijk aanvals- en verdedigingszet.
33. . . . Pd5 —e7
34. D d3 — a3 P b6 — d5
35. Da3 —c5 P e7 — f5
In aanmerking kwam 35. .. . b6, om te beletten, dat de witte Dame op de 8e lijn komt.
36. L h6 — d2 D e6 — e7
37. D c5 — a7 P f5 — d6
38. D a7 — b8f K h8 — g7
39. h4 — h.5 ! g6 — g5
Op 39...., gh5: zou volgen 40. Ph4, met winnend spel.
40. g2 — g4
Ter voorbereiding van h6, waarop thans volgen kon 40 Kh6: 41. Ph4, Kh5!
40. ... D e7 — d7
Veiliger voor Zwart was voorzeker
40. . ., h6.
41. h5 — h6f! K g7 X h6
42. L d2 X g5f ! ?
Wit had moeten spelen: 42. Df8t, waarop volgen kon : 42. ..., Kg6! 43. Dg8|, Dg7 44. De6, Pe4 (De7, dan 45. Pg5: met ongeveer gelijk spel) 45. Lg5h6! 46. Ph4|, Kh7 47. Lel en Wit behoudt den
aanval, zonder een pion te verliezen. — De gekozen zet is alleen goed, wanneer Zwart den Looper neemt.
42. ... K h6 — g7 !
Op 42...., fg5 : zou volgen: 43. Df8f, Dg7 44. Dd6:
43. Lg5— h6f?
Beter was in elk geval nog, den Looper nnar h4 te spelen, daar na een stuk verloren gaat.
43. . . . K g7 X h6
44. D b8 — f8f Dd7—g7?
Door 44. . . . Kg6 kou Zwart het gewonnen stuk behouden; bijv. 44. ., Kg6
45. DgS-[-, Dg7 46. De6, De7 ! (niet 46 , Pc4, daar dan 47. Ph4f wint) 47. Ph4f, Kg5' 48. Pf3f, Kf4 en wint.
45. g4 — göf
Nog het beste.
45. . . . f6 X g5
46. D f8 X d6f Dg7 — f6
Zwart heeft nu een pion meer, hetgeen na afruil der Dames gelijk staat met winst der partij.
47. Dd6 — g3
Sterker is 47. Dh2f eu daarna Dh3. 47. D f6 — f5 !
48. P f3 — e5 P d5 — f4
49. K gl — h2 P f4 — e6
50. P e5 — g4f?
Door 50. Pd3 kon Wit den Dameruil voorloopt tegengaan.
50. . . . K h6 — g7
51. P g4 — e3 D f5 — f4
52. d4 — d5 D f4 X g3f
53. f2 X g3 c6 X d5
No. 601.
219
54. P e3 X d5 h7 — h5
55. K h'2 — g2 K g7 — g6
56. K g2 — f3 K g6 — f5
57. P d5 — e3f K f5 — e5
58. P e3 — c4f K e5 — d5
59. P c4 — a5 ? b7 — b6 !
60. P a5 — b3 P e6 — d4f Opgegeven.
(Opmerkingen van Dr. A. G. Olland.)
Gespeeld den 14den Augustus 1899.
Wit: Dr. A. G Olland.
Zwart: D. Bleykmans.
IMiilidor's Verdediging'.
1. e2 — e4 e7 — e5
2. P gl — f3 d7 — d6
3. d2 — d4 e5 X d4
4. P f3 x d4 d6 — d5
5. e4 x d5 D d8 x d5
6. P bl — c3 L f8 — b4
7. D dl — d3 P g8 — e7
8. L cl — d2 Lb4 x c3
9. L d2 x c3 0 — 0
10. L fl — e2 Pb8 — d7
10. ., Dg2: is uiterst gevaarlijk, daar Wit dan na 11. 0—0—0 een hevigen aanval pp den zwarten koningsvleugel zou beginnen.
11. 0 — 0 Pd7— f6
12. T al — dl
Ten gevolge van de zwakke opening, die Zwart gekozen heeft, staat Wit beduidend beter. Thans had hij echter 12. Dg3 moeten spelen; bijv. 12. I)g3, c6 13. L(3, Pf5 14. l'f'5 •, Df5: 15. Tfel enz., met overwegend spel.
12. . . . c7 — c6
13. Dd3 g3 Pe7 — g6
13...., Pe4 wordt weerlegd door 14.
Dg7:|, Kg?: 15. Pf5ff, Kg6 L6. Pe7 :f, gevolgd door Pd5: 14. p d4 — b3 P f6 — e4 !
15. D g3 — e3 D d5 — e6 16. Lc3 — b4 Tf8 —e8
17. L e2 — d3
Dreigende: 18. Le4:, De4: 19. ])e4:,
Tel: 20. TdSf, met volgend mat. Beter was echter, met dezelfde dreiging: 17. Lf3, Pf6 18. Dc3!
17. . . . P e4 — f6
18. D e3 — g3 D e6 — g4
19. L b4 — d6 D g4 — a4
20. T fl — el L c8 — g4
20...., Da2: gaat niet wegens 21. La3. 21. f2—f3 Te8 x elf
22. T dl x el Lg4 — e6
23. P b3 — c5
W it heeft niets beters om het dreigende Da2: en Lb3 : te pareeren.
23. . . . Da4 — d4f
Op 23. ., Da2 : zou 24. b3 gevolgd zijn. 24. Kgl— hl Pf6 —h5
Op 24...., I)b2 : kon volgen 25. Lg6 :, hg6 : 26. Pe6 :, fe6: 27. Dg6 :, Da2 : 28.
220
Le5, 1'eS 2!). Ld4 enz., met beslissenden aanval voor Wit.
25. D g3 — g5 Dd4 x d6
26. D g5 x h5 L e6 X a2
Een zeer gevaarlijk experiment. 26. Te8 was de juiste voortzetting.
27. b2 — b3 ! b7 — b6
28. Pc5 — e4 D d6 — b4
29. T el — dl T a8 — d8
30. D h5 — g4 !
Dreigende, door Pf6f de Dame te winnen.
30. . . . c6 — c5
In aanmerking kwam 30...., Td3:; doch na 31. cd3Db3: (Lb3:, dan 32. Pf6f en wint de Dame) 32. Dc8t, l'f8
33. Pf2 enz. blijft Wit in het voordeel.
31. h2 —- h3
Stand der partij na den 3lsten zet van Wit.
No. 602.
31... . L a2 x b3
Zwart krijgt nu drie pionnen voor zijn stuk, hetgeen echter weldra blijkt niet voldoende te zijn. Beter was 31...., c4! waarop volgen kon: 32. Pf2, Dc5 33. Lc4:, Tdl :f 35. PdlPe5 36. De4, Pc4 :
37. bc4Lc4: 38. Da8f, Df8 39. Da7:, met ongeveer gelijk spel. (Zie diagram.)
32. c2 x b3 D b4 x b3
33. p e4 — f2 T d8 — d4
34. D g4 — f5 c5 — c4
35. L d3 — c2 T d4 x dij1
36. P f2 x dl D b3 — b4
37. D f5 _ e4 D — e4
Dreigende Da8f.
37. . . . b6—b5
Beter is 37. a5, daar Wit nu den a-pion kan veroveren.
38. Pdl — e3
Wit prefereert echter een aanvalszet.
38. D b4 — elf?
39. K hl — h2 a7 — a5
40. D e4 — e8f P g6 — f8
41. L c2 — e4 !
Na dezen zet is Zwart verloren.
41. D el — b4
42. P e3 — f5 g7—.g6
43. L e4 — d5 Opgegeven.
(Opmerkingen van Dr. A. G OLLAND.)
Gespeeld den lOden Augustus 1899. Wit: W. Schwan. Zwart: Jhr. A. E. van Foreest. Onregelmatige Opeiiiii»-.
1. f2 — f4
De veiligste tegenzet.
2. e2 — e3
3. P gl — f3
4. c2 — c3
d7 — d5
e7 — e6
P g8 — f6
c7 —- c5
5. L fl — d3
6. L d3 — c2
7. d2 — d4
8. 0 — 0 P b8 — c6
L f8 — e7 b7 — b6 P f6 — e4
Zwart had eerst door Lb7 het Paard op c6 moeten beschermen.
9. P bl — d2 f7 — f5
10. L c2 — a4!
Wit wint nu de kwaliteit.
10. . . . L c8 — d7
11. Pd2 xe4
Of 11. Lc6:, Lc6: 12. Peo, l)c7 13. Dho|, Kd8 14. Pf7f enz.
11. . . .
12. La4 x c6
13. L c6 x a8
14. T fl — f2
15. Ddl — h5f?
f5 X e4
e4 x f3
f3 x g2
D d8 x a8
Deze en de volgende zet, waardoor tijd verloren wordt, geven Zwart gelegenheid, de pionnen op te breken, en tevens zijne Loopers in het spel te brengen.
15.
16. D h5 — h3?
17. e3 X d4 e6 — e5
18. D h3 x g2 e5 x d4
19. c3 x d4 Ld7 — f5
20. Lel — d2 0 — 0
21 Tal—cl
Hier is Tel wellicht beter.
21. . . . Le7
22. Ld2 — c3
23. T f2 — e2
24. Dg2 — h3
25. Te2 — e3??
Een grove foutzet.
T f8 — e8
L f5 _ e4
D a8 — c6
Op eo staat de Dame, met 't oog op Tf8, te gevaarlijk; Dh3 is echter ook niet goed (vgl. den 17n zet van Zwart.)
16. ... c5 x d4
Wit: J. Dimer
1. e2 — e4
25. ... L f6 x d4
26. L C3 — d2 L e4 — f5
27. Dh3 —g3?
g7 — g6 — f6
Beter ware 27. Tc6Lh3: 28. Kf2, met remise-kansen (Loopers van ongelijke kleur.)
27. . . . T e8 X e3 !
Een elegant slot, — Wit geeft de partij op. (Opmerkingen van W. SCIIWAN.-)
No. 603. Gespeeld den 15den Augustus 1899.
Zwart: Jhr. A. E. van Foreest Tweepaardenspel in <le naliand.
e7 e5 I Zwart langs de open g-lijn heeft niets te
2. P gl — f3 P b8 — c6
3. L fl — c4 P g8 — f6
4. d2 — d4 e5 X d4
5. 0 — 0 L f8 — c5
6. e4 — e5 d7 — d5
7. e5 X f6 d5 X c4
8. T fl — elf
Wit krijgt een goed spel door 8. fg7
Tg8 9. Lg5, Le7! (f6 zou spoedig tot verlies voor Zwart leiden) 10. Le7 benevens
Pd4: De dan te verwachten aanval van beteekenen.
8 L c8 — e6
9. P f3 — g5 (Zie diagram..)
9 ... . g7 — g6 !?
[Daar de heer Dimer bij dezen zet behalve een ! ook een ? plaatst, meenen wij hier te moeten citeeren wat Jhr. 1). van Foreest indertijd naar aanleiding van 9 , g7 — g6 heeft opgemerkt (T. v. d. N. S. B. 1896, blz. 196.) Red.
//Beter (dan 9...., Df6:?? waarmede Zwart in de bedoelde partij zelfmoord pleegde) is 9...., Dd5! 10. Pc3, Df5
Stand der partij na den 9den zet van Wit.
11. Pe4, Lb6! (beter dan O—O—0) en Zwart kan, zooals de theorie aangeeft, inet voorzichtig spel zijn voordeel handhaven. — Wij meenen evenwel, dat 9. ., g6 hier de zet is, die Zwart onder alle omstandigheden het betere spel verschaft, en nog aan te bevelen boven l)dö. In een matchpartij tusschen Loman en mij in 1888 speelde Wit (Loman) daarop 10. Pe6: en het vervolg was: fe6 : 11. Te6 :f,Kf'7 12. Del?, Dd5 18. Te2, Tae8 14. Lf4, Te2: 15. De2:, TeS 16. Dfl, Pb4 17. Pa3, d3 en Zwart won gemakkelijk.
De heer Tresling, die mij op den zet g6 opmerkzaam maakte, analyseerde indertijd met mij deze voortzetting. Wij vonden, dat 10. Te6:t de eenige wijze voor Wit is, om den aanval nog wat vast te houden. Daarop kan volgen i (de beste speelwijze voor Wit uit tallooze varianten, veel te uitvoerig om te dezer plaatse uit te werken) fe6: 11. f71, Kd7 ('t beste) 12. Pc3', Le7! (eenige goede zet voor Zwart; op De7 bijv. volgt 13. Pd5!! en No. 604.
wint) 13. Pce4, Lg5: 14. Pcof, Kc8! 15. Pe6:, D~ 16. f81), Tf8: 17. PfS:, Df8: ('t beste) 18. Lg5 : en Zwart blijft in het voordeel."!
10. ü dl — g4 ?
Hier moest Df3 geschieden, waarop Zwart 't best met 0—0 voortgaat, bij twijfelachtigen uitslag. 10 Dd7 kan niet, daar Wit door 11. Te6:t, fe6: 12. f71» K .-v; 19. Pe4 in weinige zetten wint. Ook 10...., Ld6 verliest, wegens 11. Pe6:, fe6: 12. Te6:f, Kf7 13. Ïe7f, en Wit wint de Dame.
Na den zet in den tekst is Wit verloren.
10 D d8 — d5
11. p bl — d2 Ke8 — d7
12. P g5 X e6 f7 X e6
13. P d2 — e4 L c5 — d6
14. P e4 X d6 c7 X d6
15. L cl — h6 P c6 — e5
16. Dg4 — g5 T h8 — e8
17. T el X e5 D d5 X e5
18. f6 —f7 Te8 —f8
19. D g5 X e5 d6 X e5
20. L h6 X f8 T a8 X f8
21. c2 — c3 K d7 — d6
22. T al — cl K d6 — d5
23. f2 — f4 T f8 X f7
24. f4 X e5 d4 — d3
25. b2 — b3 T f7 — f5
26. T cl — bl T f5 X e5
Opgegeven.
(Opmerkingen van J. DTMIÏR.)
Gespeeld den 12den Augustus 1899. Wit: J. Dimer. Zwart: Dr A G-. Ollaxid.
1. e2 — e4 2. P bl — c3 e7
Weeiier Partij. - e5 3. L fl — c4 P b8 — c6 4. d2 — d3 P g8 — f6 L f8 — b4
5. P gl — e2 d7 — d6
V\ it speelde Pge2, daar hij d5 verwachtte.
6. () _ O L c8 — e6
7. P c3 — d5
Van twijfelachtige waarde.
7
L e6 X d5
8. L c4 X d5 P f6 X d5
9. e4 X dö P c6 — e7
10. c2 — c3 L b4 — c5
11. D dl — a4f ?
Een zwakke voortzetting! Eenvoudig en goed was 1], Db3, gevolgd door Khl en f4. Interessant, doch vóór het bord moeilijk te berekenen was: 11. d4, ed4: 12.
Pd4:, Pd5: 13. Pf5!?, c6 14. Pg7:|, Kd7
15. Dg4f, Kc7 enz.
11
Dd8 — d7
12. Da4 X d7f K e8 X d7
13. c3 — c4 f/ — f5 !
14. L cl — d2 c7 — c6
15. d5 X c6 P e7 X c6
16. L d2 — c3 ! T h8 — g8 !
1 t. T al — dl
De juiste voortzetting was 17. a3, om dan met ladl het opschuiven van den d-pion voor te bereiden.
17 L c5 — b4 !
18. L c3 x b4 P c6 x b4
19. a2 — a3 P b4 — c6
20. f2 — f4 T a8 — e8
21. d3 — d4 e5 x f4
22. P e2 x f4 T e8 e4
23. P f4 — d5
De beste zet. \\ it ottert een pion, om ten minste het betere spel te behouden.
23 T e4 x d4
24. T dl x d4 p c6 x d4
223
25. T fl — dl Pd4 — e6
26. b2 — b4 b7 — b6
27. P d5 — c3 Tg8 — c8 !
28. P c3 — b5 T c8 x c4
29. T dl x d6f
2!). Pd6:?, dan Td4! Dezen zet had Wit bij het doorrekenen van het pion-offer over 't hoofd gezien.
29 K d7 — e7
30. T d6 — d3 a7 — a6
31. P b5 — d6 ?
Een foutzet. Na 31. Pc3 behield Wit remise kansen.
31 T c4 — cl")"
32. K gl — f2 g7 — g6
33. g2 — g4
Noodig, om het Paard te bevrijden.
33 Tel—c6
34. P d6 — b7 f5 x g4
35. a3 — a4 T c6 — c2*("
36. K f2 — g3
Stand der partij na den 36sten zet van Wit.
oö T c2 — g2f /eer fijn gespeeld en ver doorgerekend
37. Kg3 x g2 P e6 - f4t
38. K g2 — g3 P f4 x d3
39. a4 — a5 b6 — b5
40. K g3 x g4 Ke7 — d7
41. K g4—f3 Kd7 — c7
42. K f3 — e3
Kc7 x b7
43. Ke3 x «13 Kb7 — c6
44. Kd3 — e4 Kc6—d6
45. Ke4 — d4 g6—g5
224
46. Kd4 — e4 li7 — h6
47. Ke4 — d4 h6 — h5
48. Kd4 •—- e4 Kd6 — e6
49. Ke4 — d4 g5 — g4
Opgegeven.
(Opmerkingen van J. DIMER.)
Eindspelen.
Uit eene consultatiepartij, den i6n Juli 1899 te Szegedin gespeeld.
R. Hauser en P. Kende (Zwart.)
19. K h1 X gz P h5 — f4f !
20. Kg2 X h2 1 Op Khi volgt eveneens Dd7, met beslissende kracht.
20. ... Dc7 — d7!
2 r. Kh2 — gi 1) dj— I13
Opgegeven.
Uit eene onlangs te Praag gespeelde partij.
Dr. B. Boucek (Zwart.)
V. Onitiu en M. Trifunatz (Wit.)
Er volgde:
16. . . . L c8 X I13 !
17. P d4 — bs
Eene aardige, doch vergeefsche poging om de partij te redden. — 17. gh3:, dan Pf4, met overweldigenden aanval, en 17. fe4:, dan Lhaf 18. Khi,Tf2:! 19. Tf2:, Pg3f en mat in 3 zetten.
17. L d6 — h2f
E11 niet ab5:?, wegens 18. 1 >d5:f en 19. Oh5:
18. Kgi — hi L h3 X g2|
J. Partaj (Wit.)
1. f5 —f6! Pe8xf6
2. L e3 —•d4 ! D es — dó
3. Tg3 X g7f! Kg» X g7
4. Ddi — g4t Kg7 — h8
5. Dg4—h4 Opgegeven.
Correspondentie.
F., te H.; A. Y., te L. en Ave, te R. — Partijen in dank ontvangen. Wij zullen zoo spoedig mogelijk onderzoeken, of zij geschikt zijn voor publicatie.