Tijdschrift 1897 - september

Page 1


5e Jaargang. N°. 9. September 1897.

TIJDSCHRIFT

VAN

DEN

NEDERLANDSCHEN SCHAAKBOND.

BESTUUR VAN DEN N. S.: ür. A. VAN RHIJN, Voorzitter; H. J.DEN HERTOG, Onder-Voorzitter

W. H. M.DE VEER, Haarlemmerstraat 99, Amsterdam, Penningmeester; H. D. B.MEIJER, G-eldersohe Kade 37, Amsterdam, Secretaris; J. P. RUNSINK.

REDACTIE: H. J. DEN HERTOG, Marnixkade 43, Amsterdam; Mr. J. D. TRESUNG; W. B. H. MEINERS.

Van «lil blad, dat omstreeks den -20sten van iedere maand gratis aan de Bondsleden wordt toegezonden, zgn extra-nummers verkrijgbaar ii 15 cents en een geheele jaargang S f 1.50, eveneens slechts voor Bondsleden. Als lid van den Bond betaalt men fi.SH contributie. Nadere inlichtingen verschaft deSecretaris

INHOUD: Bondszaken; Problemen; Binnenland; Buitenland; Twee eindspelstudies van A. Troïtzky; Eindspelen; Partijen, gespeeld in de Hoofdklasse van den Grooten Bondswedstrijd te Utrecht; Correspondentie; Laatste berichten Bondszaken.

Nieuwe Leden.

A. de ICIerck, Katwijk aan Zee. R. Dolman, De Bilt. B. Rosenberg, Amsterdam. C. Jonker, Utrecht. F. H. van den Helm, Maarseveen. N. Willemsen, Rotterdam. Joh. W. P. Dewald Jr., 's Gravenhage. Joh. M. Keuning, Beetsterzwaag. Aug. Veraart, Amsterdam.

Tot Rechtstreeksch. Lid lieten zich overschrijven:

H. J. Daniels, Utrecht. | P. J. A. J. Meulemeester, Zwolle, en verder de navolgende leden van het Rotterdamsch Schaakgenootschap •.

H. F. J. Güppertz, J. Huinck, F. Ketner, A. J. Lütterbach, J. M. Schnitzler, A. Th. Wulffraat, S. Cohen en Dr. C. J. Cornelis.

Dank zij de ijverige bemoeiingen van den heer J. E. M. Hoes telt het Rotterdamsch Schaakgenootschap (Buitengewoon lid) thans reeds 28 rechtstreeksche leden, terwijl ik de, voor den Bond port uitwinnende opdracht ontving, de afleveringen van het Tijdschrift voor de clubleden voortaan aan één adres op te zenden.

Moge dit goede voorbeeld, al ware het alleen wat betreft de toezending van het 1ijdschrift, bij andere buitengewone leden navolging vinden!

* * *

De heer J. P. Runsink, te Groningen, heeft zijne benoeming tot lid van het Hoofdbestuur aangenomen.

* *

_ * Ter opruiming van den overtolligen voorraad worden de Jaargangen 1893 en 13

I78

1895 van het Tijdschrift è. f 1.13 per jaargang verkrijgbaar gesteld, bij toezending van het bedrag aan den Secretaris. Jaargang 1895 is vooral interessant, omdat daarin voorkomen de partijen, gespeeld in de Meestertornooien te Hastings, Leipzig en New-York.

Kleine wedstrijd te Amsterdam op Zondag 10 October a. s., in de bovenzaal van café „De Roode Leeuw", Vijgendam. Aanvang precies half tien.

Voor dezen wedstrijd gelden dezelfde bepalingen als voor den onlangs gehouden wedstrijd te Dordrecht (zie Juni-aflevering), echter met dit verschil, dat de aangifte tot deelneming vóór of uiterlijk op Zaterdag 9 October in mijn bezit moet zijn, met toezending van f 0.30 inleggeld voor de iste ronde. Het is het eenvoudigst, mij een postwissel te zenden en daarop tevens te vermelden, in welke klasse men wenscht mede te spelen. Er wordt gespeeld in twee klassen. Zij, die in de Groote Bondswedstrijden tot de Hoofdklasse behooren, zijn verplicht aan de ie klassespelers f-pion en zet voor te geven.

Het plan was eerst, dezen wedstrijd op 3 October te houden, maar aangezien hij dan zou samenvallen met den feestdag te Leiden, en de Leidsche bondsleden steeds trouw de kleine wedstrijden bezoeken, is 10 October als datum gekozen. Het Bestuur vertrouwt, dat wederom velen aan dit concours zullen deelnemen.

Dat de aangifte voor den Wedstrijd vooraf moet geschieden, is nieuw. De ondervinding heeft mij geleerd, dat voor de goede orde deze bepaling noodzakelijk is. •—• Postwissels moeten Vrijdag 8 October, brieven met f 0.30 in postzegels kunnen Zaterdag;/;ör^<?« 9 October nog verzonden worden.

Bandjes

kunnen geleverd worden voor de jaargangen 1893, '94 '95 '96 en '97 è. ƒ0.50 per stuk, mits opgave en bedrag vóór 15 December 1897 in mijn bezit zijn. Deze mededeeling komt ditmaal vroeger dan andere jaren, hoofdzakelijk ten gerieve van de Bondsleden buiten Europa.

Het blijkt noodig, nog eens te herhalen, dat zij, die thans Afdeelingslede?i van den Bond zijn, dat ook in het vervolg kunnen blijven, op volkomen dezelfde voorwaarden als tot dusver. Alleen de wijze, waarop zij ter Algemeene Vergadering stemmen, is veranderd, en dat nog wel ten voordeele van die afdeelingsleden, welke minder dan f t.25 contributie betalen.

DE BONDSSECRETARIS.

Problemen.

Redacteur: W. R H. MEINERS, Nassaukade 76, Amsterdam.

W'B' t°e aTeXren" and6r6 bÜdrag6n' t0t d6Ze

*No. 489. J. van Dijk Az., te de Lier.

iU. & ZlüttüJLl.

No. 491. L. N. de Jong, te Oude-Wetering. I *

*No. 490. J. van Dijk Az., te de Lier.

Mat in 2 zetten.

*No. 493. L. Benima, te Winschoten.

Mat in 2 zetten.

*No. 492. A. van Eelde, te Deventer.

Mat in 3 zetten.

' • : I

Mat in 2 zetten.

*No. 494. R. van Dam, te Leiden.

Mat m 3 zetten.

*No. 495. A. van Eelde,

No. 496. Karl Traxler, te Deventer. te Dnesice, (le Prijs „Tidsskrift for Skak").

lV_Lcl L XXX «J

No. 497. Valentin Marin, te Barcelona, (2e Prijs „Tidsskrift for Skak").

Mat in 3 zetten.

No. 498. J. Möller, te Kopenhagen, (3e Prijs „Tidsskrift for Skak").

Mat in 3 zetten.

No. 499. J. A. Ros, te Upsala, (4e Prijs „Tidsskrift for Skak").

Mat in 3 zetten.

No. 500. L. N. de Jong, te Oude-Wetering, (le Eerv. Verm. „Tidsskrift for Skak").

Mat in 3 zetten.

Mat in 3 zetten.

Oplossingen der Juli-problemen.

465. Twee oplossingen, i. Laz (auteurs) en i. Lf8f. 466. i. Las enz467x. Dgj enz. 468. i. Pd3 enz. 469. i. Dgi enz. 470. t Dbi, onv:; 2. De4:t enz. 4/1 i. Dai, Lat:; 2. Tbs enz. 1.—, LC5:; 2. Da6 enz; anders eerder mat. 472. 1. I Cj, KC5:; 2. 1 b6 enz. 1.—, Ke6; 2. Lg4 :f enz. 1.—, Pf2 :; 2. Pd3 enz. 1.—, Pf6; 2. Tc6f enz. 1.—, Lbi; 2. Pc4f enz. 1.—, Lds; 2. Tds :f enz1.—, anders; 2. Pe4t enz., of eerder mat. 473. Drie oplossingen. 1. Ph8 (auteurs). 1. Dai en 1. Dbs. 474. j. Tbó, Lb6: ; 2. Dg7 enz. 1.—, Lb8; 2. La4 enz. i._, Ld8; 2. Pb7f enz. 1.—, anders; 2. esf enz. 475. 1. Da4, Tf6:f; 2. Ke8 enz. x' ' ^f anders; 2. Ld2 enz. 1.—, d2; 2. Le1/ enz., of eerder mat. 1.—, anders; 2. Leif enz., of eerder mat. 476. 1. Pd8, Kf6; 2. Pdóf, Ke5; 3. Pbs enz. 1.—; 2.—, Ke7; 3. P8 b7 enz. 1.—; 2.—, Kg7; 3. Peóf enz. 1.—, Kd?; 2. Te2, KC5; 3. Tb2 enz. —

Goede oplossingen ontvingen wij van : A. Korst te Bergen op Zoom (alle), ook nog van ,4.63, H. Mendes da Costa te Amsterdam (alle, behalve 4.69 en 475), ook nog van 463, /. /. Colpa te Leiden (alle), //. H. van der Goot te Harich (alle, behalve 475), P. Moo?ien te Venlo (alle), ƒ. W. Krol te Heerlen (465 tot 469)', B. Muller — Thijm te Breda (.476, 468 en 4Ó9), W. van Kooy te Voorburg (4.65 tot 469).

Correspondentie.

A. V. E. te D. Wij hebben twee van uw problemen geplaatst; hieronder vindt gij een antwoord op uw vragen. P. M. te V. Uw probleem laat een nevenoplossing toe: 1. Lg7:f, onv.; 2. Pd4enz.

Probleem-wedstrijd.

Met No. 495 is de rubriek drie-zetten voor den wedstrijd voltallig. Bij correctbevinding der problemen, volgt zoo spoedig mogelijk de uitspraak van de Jury.

Uit de probleem-wereld.

KOPENHAGEN. — In het Juli-nummer van het Deensche „Tidsskrift for Skak" wordt de uitslag medegedeeld van den door dat blad uitgeschreven internationalen probleemwedstrijd. Onder Nos. 497—500 geven wij de problemen der prijswinners.

Ons Bondslid en medewerker de Heer L. N. de Jong, heeft er de eer van ons land op schitterende wijze hoog gehouden Van de 111 mededingende problemen, verkreeg zijn probleem de eerste eervolle vermelding, een succes, des te grooter, als men weet, dat onder de mededingers de meest bekende probleemcomponisten

voorkwamen. Auteurs, die op schaakgebied reeds lang hun sporen hebben verdiend, Jespersen, Chocholous, Erlin, Pradignat, Nemo, Dahl, Keidanski, Slater, Valle, Mackenzie en anderen, waren zijn concurrenten.

Wij wenschen hem hartelijk geluk met zijn overwinning.

In datzelfde tornooi zond ook nog een ander landgenoot een paar problemen in; jammer genoeg, werd hij echter niet tot den wedstrijd toegelaten, daar de Jury meende, dat de wijze van inzending ongeoorloofd was.

In haar verslag lezen wij daaromtrent het volgende.

„De opgaven 79 en 80 („Yvonne" A en B) meenden wij ter zijde te moeten leggen. Deze opgaven bevatten hetzelfde idee, verschillend bewerkt, en de vervaardiger laat het aan de Jury over, te beslissen, welke van deze zij de voorkeur schenkt. Wij meenen het recht te moeten betwisten, op deze wijze mede te dingen. Het is voor den componist van bepaalde beteekenis, de eindkeuze te maken tusschen verschillende bewerkingen van zijn idee en het kan niet de taak zijn der Jury, om een maker daarin te helpen.

Als twee, ieder voor zich, zelfstandige opgaven, kunnen zij niet beschouwd worden, zonder terstond met elkaar in collisie te komen".

Bedoelde inzender vraagt nu ook onze meening.

Wij zijn het geheel met de Deensche Jury eens.

Wanneer alle inzenders eens op dezelfde wijze handelden, en de Jury een keuze lieten doen uit hunne inzendingen, dan zou er geen sprake meer zijn van een onpartijdige Jury. Ook zou een teleurgesteld inzender, na de uitspraak der Jury, wel eens kunnen beweren, dat zij nu ook juist de slechtste bewerking had uitgezocht. Of er zou zich het geval kunnen voordoen, dat een der bewerkingen nevenoplosbaar bleek te zijn. En wat dan, indien de Jury juist die bewerking gekozen had? Zou de inzender dan soms het recht hebben, te zeggen: „dan had de Jury mijne problemen maar beter moeten onderzoeken; ik eisch dus een nieuwe uitspraak"! ?

Neen, ook onze meening is, dat de taak der Jury alleen moet bestaan in het beoordeelen der ingekomen problemen, terwijl het doen eener keuze, uit verschillende bewerkingen van een zelfde idee, geheel aan den inzender moet worden overgelaten.

Het doet ons natuurlijk leed, dat den geachten inzender, door zijn wijze van inzenden, de gelegenheid ontnomen werd, mede te dingen, vooral, daar we zoo gaarne zien, dat onze Nederlandsche componisten zich ook in Buitenlandsche wedstrijden met succes vertoonen. Daardoor toch krijgt onze naam in het Buitenland, ook op probleem-gebied, een goeden klank.

Nu reeds kunnen wij op het verblijdende verschijnsel wijzen, dat er daar reeds meer acht geslagen wordt op hetgeen er bij ons voorvalt. Het //Wochenschach," dat reeds meermalen problemen van Nederlandsche componisten publiceerde, bevat in zijn nummer van 29 Aug. 11. niet minder dan 8 Nederlandsche problemen van de H. H. Benima, Colpa, v. Beek, Okkinga, Mendes da Costa en Markx, en hoewel we ons, zonder twijfel, over het algemeen, nog lang niet met de Buitenlandsche componisten kunnen gelijkstellen, constateeren wij toch, dat de inhoud (constructie en idee) van de tegenwoordig inkomende problemen, reeds veel beter

^3

is dan die van vorige zendingen. Wij sporen H.H. probleemliefhebbers dan ook aan, veel Buitenlandsche problemen te bestudeeren, en zich toe te leggen, op het aanbrengen van reine matstellingen, met gebruikmaking van zoo weinig mogelijk materiaal. Misschien, dat we ons dan na eenigen tijd, veilig naast onze Buitenlandsche schaakcollega's kunnen plaatsen.

BERLTJN. - De „Berliner Schachgesellschaft" besloot in hare vergadering van 20 Aug. 11., een probleemwedstrijd te houden op groote schaal. Het comité ontving de opdracht, de voorwaarden bij het begin van het congres bekend te maken. Wij komen hierop dus later terug.

RIGA. De redactie van de schaakrubriek in het te Riga verschijnende Lettische maandblad Austrums schrijft een probleemwedstrijd uit voor 2—zetten, onder de bekende voorwaarden: nog niet gepubliceerde problemen, voorzien van een motto; de oplossing en de naam van den componist in een afzonderlijke enveloppe, waarop hetzelfde motto voorkomt.

De prijzen zijn: ie 25, 2e 15 en 3e 10 Roebel.

De Jury bestaat uit de H.H. C. Behting, Th. Breede en H. Adolphi.

Termijn van inzending: 27 Januari 1898. Adres: Pastor H. Adolphi in Adsel per Riga und Walk (Russland).

WARSCHAU. — De uitslag van den probleemwedstrijd, uitgeschreven door den „Kurjer Warszawski," is de volgende: ie Prijs, L. Vetesnik te Ossegg. 2e Prijs, Ottmar Nemo te Weenen. 3e Prijs, Feigl en Nemo te Weenen. 4e Prijs, S. Zimmermann te Praag.

Indien de ruimte het toelaat, publiceeren wij de prijsproblemen in het volgend nummer.

Binnenland.

AMSTERDAM. — In eene, ook door niet-leden zeer druk bezochte buitengewone vergadering der „Amsterdamsche Schaakclub" gaf Loman Woensdagavond 25 Aug. 11. eene uitmuntend geslaagde blindséance. Hij won tegen de HH. Haje (Spaansche partij), de Jongh {Geweigerd Koningsgambiet), ten Tusschedé (Fransehe Partij met Steinitz-aanval), Schotel (Weener Partij) en Klein (Gambiet in de Nahand), en verloor aan Bord I tegen den Heer Vos (Geweigerd Damegambiet). 5:1, een prachtig resultaat!

I)e match Van Lennep — D. Bleykmans werd door eerstgenoemde met 3: o: o gewonnen. Een der bij deze gelegenheid gespeelde partijen zal in dit Tijdschrift worden gepubliceerd.

UTRECHT. In de schaakclub ,,Utrecht" werd eenigen tijd geleden een consultatie-match gespeeld tusschen de HH. Dr. A. G. Olland en D. W. van Rennes

eener-, en J. W. te Kolsté en G. H. B. Hogewind anderzijds. Laatstgenoemden wonnen met 5:3:2.

Een onmiddellijk daarop gespeelde match tusschen ür. Olland en Te Kolsté werd door eerstgenoemde gewonnen met 10 :2 : 2.

KAMPEN. In den hier ter stede verschijnenden „Nuntius Gymnasiorum", twee-wekelijksch gymnasiaal tijdschrift, komt ook eene schaakrubriek voor, waarvan de leiding aanvankelijk was toevertrouwd aan den Heer G. Verdoes Kleijn Jr., te Rotterdam, om later over te gaan in handen van den Heer G. C. A. Oskam, te 's Gravenhage.

De poging, om langs dezen weg de beoefening van ons edel spel in gymnasiastenkringen te propageeren, verdient ten zeerste te worden gewaardeerd.

De degelijke inhoud der rubriek zal niet weinig bijdragen tot het bereiken van het gestelde doel.

Moge zij groeien en bloeien!

LEIDEN. — Sedert eenigen tijd verschijnt in het „Leidsch Dagblad" eene interessante schaakrubriek onder redactie der Leidsche Schaakvereeniging ,,Morphy".

Secretaris-Redacteur is de heer J. F. S. Esser, Noordeinde 18.

De rubriek bevat binnen- en buitenlandsch schaaknieuws, partijen en problemen.

De bijzondere leiding der afdeeling: Problemen is opgedragen aan den heer J. J. Colpa. Aan den oplossings-wedstrijd wordt deelgenomen door een tiental schakers, en een viertal anderen „hors concours".

Ook voor den bloei van deze schaakrubriek koesteren wij de beste wenschen.

ROTTERDAM. — In de September-vergadering van het Rotterdamsch Schaakgenootschap deelde het bestuur de plannen mede, die het in het a. s. speelseizoen denkt ten uitvoer te brengen. Het zal zooveel mogelijk trachten, afwisseling te brengen, ten einde den lust en den ijver voor het edele spel gaande te houden.

De notatie-wedstrijd zal ditmaal gewijzigd worden, n.1.:

Van October 1897 tot Mei 1898 zal er een doorloopende wedstrijd gehouden worden. Elke maand wordt ééne partij gespeeld, telkens met dezelfde persoon, zoodat ieder 4 partijen met Wit speelt. Men heeft eene door het Bestuur vastgestelde spelopening te kiezen.

De inleg wordt bepaald op 50 ct. voor den geheelen wedstrijd.

Er zullen 3 prijzen zijn, terwijl als premie 2 prijzen worden toegevoegd voor correcte notatie.

Het noteeren wordt echter niet verplichtend gesteld.

Het Bestuur tracht met dezen wedstrijd het doel te bereiken, dat de leden in eene bepaalde opening zich goed zullen inwerken, en rekent op eene groote deelneming.

Aan de verschillende schaakverenigingen brengt de Secretaris, de Heer J. Hoes (v. Oldenbarneveldstr. 47, Rotterdam) in herinnering, dat bij hem nog exemplaren der handleiding bij de notatie verkrijgbaar zijn, (50 ex. £l f r.50; 25 ex. k fi.— atzonderlijke ex. 5 ct.).

i8s Buitenland.

BERLIJN. In eene op Vrijdag, 20 Augustus 11. gehouden buitengewone vergadering der „Berliner Schachgesellschaft" deelde Albert Heyde namens het Congres-comité o. a. mede, dat men, ofschoon men het congres eerst in 1898 dacht te houden, toch maar besloten heeft, het dit jaar reeds te organiseeren, en wel hierom, dat de vereenigde schaakclubs te Weenen plannen hebben gevormd voor een Internationaal Meestertornooi in 1898, met buitengewoon hooge geldprijzen tot een totaal-bedrag van 30,000 Mark. (Dit tornooi denkt men te doen samenvallen met het regeerings-jubileum van den keizer van Oostenrijk.)

Voor het Meestertornooi te Berlijn hebben zich niet minder dan 29 spelers aangemeld, waaronder Metger, Tschigorin, Alapin, Schiffers, Burn, Janowski, Blackburne, Schlechter, Englisch, Winawer, Charousek, Teichmann, von Bardeleben en Marco.

Zeer tot zijn leedwezen zal dus het Comité eenige der meesters moeten afwiizen.

WIKSBADEN. Den i2den Augustus 11. overleed alhier, in den ouderdom van 63 jaren, Dr. Antonius van der Linde.

Den i4den November 1833 te Haarlem geboren, werd hij op kosten dier gemeente opgeleid tot onderwijzer; in 1853 haalde hij zijn „derden rang". Twee jaar daarna begaf hij zich naar Leiden, om daar in de theologie te studeeren. In 1859 predikant te Amsterdam geworden, legde hij na een tweejarige werkzaamheid aldaar zijn ambt neder, om zich terug te trekken op het landgoed „Winkelsteeg bij Arnhem, waar hij zijne theologische en philosophische studiën voortzette. Hij werd in Februari 1862 te Göttingen gepromoveerd tot Doctor theol. et phil.

Van algemeene bekendheid mag geacht worden, dat hij tengevolge van de uitgave van zijn voornaamste Nederlandsche werk: „De Haarlemsche Costerlegende wetenschappelijk onderzocht" (1870) in woedenden strijd geraakte met die landgenooten, welke — het kostte wat 't wilde — aan Mainz den voorrang boven Haarlem wilden betwisten.

Van der Linde weerde zich dapper, maar de strijd kostte hem veel moeitevollen arbeid en zijn vermogen bovendien.

Hij trok nu naar Duitschland, waar hij in 1876 werd benoemd tot bibliothecaris der Rijksbibliotheek te Wiesbaden.

Aan de Coster-legende bracht hij den genadeslag toe door de uitgave van zijn boek over Gutenberg (1878) en zijne „Gesc.hichte der Erfindung der Buchdruckerkunst" (Berlijn, 1886/87).

Van der Linde schijnt indertijd een der eerste Nederlandsche schaakspelers geweest te zijn. Wat hiervan waar is, valt moeilijk uit te maken: wij weten het alleen uit zijn eigen geschriften, en daarin zou men in den regel wat meer onpartijdigheid hebben gewenscht.

Ren door hem geredigeerd Nederlandsch schaaktijdschrift: „De Schaakwerld", dat slechts een jaar bestond, voldeed volstrekt niet aan de hier te lande sinds

i86

geruimen tijd gevoelde behoefte. Door zijn onheusch optreden tegen hen, die destijds in ons land op schaakgebied als eminente mannen golden, maakte de redacteur zich voor goed onmogelijk.

Voor alles was Van der Linde schaakte/eerde. Zijn uitgebreide talenkennis maakte het hem mogelijk, een diepgaand onderzoek in te stellen naar den oorsprong van het schaakspel en zijne verbreiding over de wereld, en tevens de alleroudste schaakliteratuur toegankelijk te maken voor den hedendaagschen amateur. Hier volgt een chronologisch overzicht van Dr. van der Linde's werken over het schaakspel.

Katalog seiner Schachbibliothek, Brussel 1864. Schaakbibliotheek (catalogus), Utrecht, Gr. A. van De Schaakpartijen van Gioachino Greco, Nijrae- Hoffen, 1875. gen 1865.

Het Schaakspel in Nederland, Utrecht 1875. Studiën, Theologie, Bibliografie, Schaakspel, De Kerkvaders der Schaakgemeente, Utrecht 1875. Utrecht 1868. Leerboek van het Schaakspel, Utrecht 1876. Schachlittcratur, bibliographische Skizze, den Beginselen van het Schaakspel, Utrecht 1877. Haag 1870. Das erste Jahrtausend der Schachlitteratur (850— Das Schachspicl des XVI. Jahrhunderts nach une- 1880), Berlijn,Julius Springer, 1881 (bevat eene dierten Quellen, Berlijn, Julius Springer,1874. opgave van 3362 schaakwerken.)

Geschichte und Litteratur des Schachspiels, 2 Quellenstmliën zur Geschichte des Schachspiels, deelen, Berlijn, Julius Springer, 1874 (het Berlijn 1881. hoofdwerk van Van der Linde.)

Tot in lengte van dagen zal onder de kenners van ons edel spel de herinnering levendig blijven aan Dr. Antonius van der Linde, den grootsten schaak-historicus der igde eeuw. — R. I. P.

NEW YORK. — Het zomer-congres der „New York State Chess Association" werd van 2 tot 7 Augustus 11. gehouden op een der Thousand Islands in de St. Laurens-rivier. In den kamp om de „Staats-Zeitung Challenge Cup" bereikten Steinitz en Lipschtltz een gelijk resultaat; de beslissing in dezen is nog niet gevallen. In een „Team Match Tournament" tusschen den staat New York en Pennsylvania 1) won de New York-team met 25' tegen 23£. De iste prijs werd toegekend aan Pillsbury, de 2de aan Hodges, de 3de en 4de werden gedeeld door De Visser en Kemeny, en de 5de prijs werd gedeeld door Hanham en Shipley.

De Heer James Frotingham, te Brooklyn, heeft bij het gerecht een aanklacht ingediend tegen Steinitz, die, naar de bewering van den klager, hem eene som van niet minder dan 9000 dollars schuldig is. Steinitz zegt daarentegen, dat Frotingham slechts nog 75 dollars van hem krijgt.

De meester schijnt indertijd geld geleend te hebben, om zijn „Modern Chess Instructor" te kunnen uitgeven, en tevens schijnt hij Frotingham een zeker aandeel in de winst te hebben beloofd.

Wij hopen binnenkort de uitspraak in dit „schaak-proces" te kunnen bekend maken.

1) Beide staten brachten een //team" van 7 spelers in 't veld. Elk lid der New York-team had nu eene partij te spelen met elk lid der Pennsylvania-team.

x87

LONDEN. — De „British Chess Club" is verhuisd naar Carrington House 4, Whitehall Court. L)e nieuwe clublokalen (schaak-, lees-, billard-, en kaartspelzaal) moeten bepaald luxueus zijn ingericht.

O. C. Müller won een kleine match tegen Loman met 4:0: 1.

In het iste klasse-tornooi der „City of London Chess Club" hebben Blackburne (5 van de 7 gew.) en Mr. Evans (4.; van de 6 gew.) de leiding.

MEXICO. — Een match om het kampioenschap van Mexico tusschen Manuel Marquez—-Sterling en Antonia Escontria bleef onbeslist. Slol-stand: M. — Sterling 4, Escontria 4, Remise 4.

HASTINGS. — Janowski gaf den 25sten Augustus 11. in Queen's Hotel, alhier, eene simultaanvoorstelling van 33 partijen, waarvan hij er in ruim 3J uur 26 won, 4 remise maakte en slechts 3 verloor.

SOERABAIA. — De heer K. A. B. Zorn—Winter, secretaris-penningmeester der S. S. C., schrijft ons:

Op voorstel van het bestuur hield de „Soerabaiasche Schaakclub" onlangs een huishoudelijken wedstrijd, waaraan twaalf leden deel namen. Ieder had met elk der overigen 2 partijen te spelen, in 't geheel dus niet minder dan 22 partijen!

Ofschoon dit op een zoo warm plaatsje als Soerabaia, en voor personen, waarvan de meesten vermoeiende dagelijksche bezigheden hebben, waarlijk geen geringe eisch was, werd er toch met veel lust en ijver gespeeld. — Deze wedstrijd is in Juli 11. geëindigd. Hier volgt een overzicht van den uitslag: No: Deelnemers: Aantalpunten:

1. K. A. B. Zorn—Winter 19,;

2. F. C. E. Bousquet 18

3. F. K. Overduijn 17

4. M. F. Onnen

5. G. Buijs Cz Iti

6. J. Westhofïf 1

7. II. J. van Ledden Hulsebosch njna „Stichkampf".

8. U. von Faber J

9. F. Dittrich 7

to. J. F. H. Koopman 6 11. W. Assé

12. F. I. van Win 21

Twee eindspel-studies van A. Troïtzky, te St. Petersburg.

Wit begint en wint.

Wit begint en wint. (Oplossingen in te zenden vóór 5 November 1897. Adres: Marnixkade 43, Amsterdam.)

Eindspelen.

In eene op 22 October 1887 te Amsterdam gespeelde partij ontstond na de zetten: 1. e-i. « 2. Pfa. Pc6 5. Pm. •' sj / U \J1 e6 4. d4, cd4: 5. Pd4:, a6 6. Le2, Pf6 7. o—o, d5 8. eds:, Pd5:?9_ Pds:, eds: 10. Lf3, Le7 de diagramstelling.

M. Klemantaski (Zwart).

In eene onlangs in Rusland gespeelde partij ontstond na den i7den zet van Wit de positie van onderstaand diagram : Grigoriefï (Zwart). 188

Er volgde: n. 04!, Pd4: 12. Dd4:, dc4: 13. Dg7 Lf6 14. Teif, Le6 15. Te6:f! en Zwart gaf de partij op. * * *

Er volgde: 17 , Pf2 :! 18. Tf2: (Dbs, dan 18 , Dfs 19. Lb2, Ld6! enz.), Tf2 : 19. ICf2 :, Lh4f 20. g3, Dh3 ! 21 Dd5:f Kh8 22. gh4:? (22. Dg2 was de zet), Tf8f 23. Ke2, Dfi| 24. Ke3_ Te8f, en Wit abandonneerde.

Brillant slot eener in 1896 te Barcelona gespeelde partij.

tT Rnmiflrn ^7wn.rt^

J. Victor (Wit).

Zwart won op de allerschoonste manier : i , Th2:! 2. Kh2:, Pg4|!! 3. fg4:> Lc6 (dreigt Th8f met weldra volgend mat) 4. Lh6, Th8 5. g5, Dds 6.

g4> Thó:f! 7. gh6Dhif 8. Kg3, g5 en Wit abandonneerde, daar het mat niet meer te pareeren is.

Eindsteliing eener onlangs te Kopenhagen gespeelde partij.

C. Dahl (Zwart)

N. N (Wit).

Zwart forceerde het remis door de volgende fijne voortzetting: 1 ..., Th6f

2. TI14, Dd2! 3. Kh3 (Gedwongen! Op 3. Khi volgt 3..., Ddij- 4. Kh2, Dgif ! 5. Kh3, Dhif enz.), Dd3f 4. Kh2, Dd2 snz.

Partijen, gespeeld in de Hoofdklasse van den Grooten Bondswedstrijd te Utrecht.

(9—13 Augustus 1897).

SIo. 428. Wit: R. J. Loman

Zwart: Dr. A. G. Olland. lU-Opeiiiii»-.

T - <^4 ds 8. b4 a6 15. P g3 T fe8

2. Pf3 P f6 9. Lea D 07 16. P f5 L f8

3. e3 L f5a) 10. Lb2 h6c) 17. Tgi K h8

4- c4 e6 11. Ld3?d) Lg4?e) 18. des : P es :

5- Pc3 c6 12. Pe2 o—o 19. K f1? K) g6??h)

6a3 Pbd7 13. h3 L f3:?f) 20. f4 P ed7

7- c5?b) Ee7? 14. gf3: es 21. Dg4 K h7')

22. D h4 D d8

23. P d6 L d6 :

24. cd6 : T g8 k) 25. f5 Pe4')

26. fg6 :f T g6 : m)

27. D f 4 ? ") Dg8

28. K e2 T f8

29. D f 5 Pdf6??°)

30. Lf6: Pd6: 31. D f4 Pe4

32. L e4: de4: 33- Dfs Opgegeven.

a) De ontwikkeling van dezen Looper naar b7 verdient de voorkeur, daar Wit nu met 04 en DL>3 een sterken aanval op den Damevleugel kan inleiden.

b) Dezen zet nu te spelen is niet sterk (wel, wanneer de Looper op f4 staat), want Zwart had nu door 7 a5, gevolgd door 8 b6 en eventueel e5 het betere spel kunnen verkrijgen.

c) Deze zet is niet recht te begrijpen; sterker was 10 . . .Pe4.

d) Van weerskanten worden er zwakke zetten gedaan. De witte Koningslooper is zoowel op den Konings-, als op den Koninginnevleugel te zeer noodig, om hem thans reeds ten afruil aan te bieden; beter ware 11. Pa4 om e$ te voorkomen, en event. Pe5 te spelen.

e) Veel sterker ware hier: 11 Ld3: 12. IM3 :, e5 13. de5 :, Pes : 14. Pe5 :, Des : 15. Pdi, Dg5-

f) Hier ware in ieder geval 13 ... Lfs te verkiezen, om den sterken Looper d3 „zu beseitigen"; het is toch een grove miskenning der positie, nu af te ruilen, daar Wit thans alles gereed heeft voor een doodelijken aanval: een open g-lijn, sterke Loopers op d3 en b2, terwijl Zwart's rochadestelling verzwakt is door het opspelen van pion I17. Op 13 Lfg zou kunnen volgen 14. Lf5 :, ef5 : I5-Pg3, f4 16. Pfs, Tfe8.

*) Zwak gespeeld! Wit moest natuurlijk den Koningslooper behouden en 19. LC2 spelen. Op 19... Pc4 volgt dan: 20. I-.C3, Dh2 21. TCe2, en Wit staat uitmuntend.

'') Deze zet is geheel foutief, daar nu de kracht van den Looper op b2 verdubbeld wordt; Zwart schijnt zich geen gevaar bewust, anders zou hij wel 19 . . . Pd3: gespeeld hebben, gevolgd door 20 Te6 of Dd8, want Wit dreigde: 20. Ph6 :

') Op 21 ...I,g7 volgt: 22. Pg7 : !, Pg4 : 23. Pe8:| en wint.

k) Op 24...Pg8? volgt: 25. f5, Dh4: 26. fg6 :f, fg6 : 27. Lg6:+; op 24... Pe4 25. Dg4, Pdfó 26. Dg2, Dd6 : 27. f3 en wint.

') Hier had Zwart de partij kunnen rekken door 25 gs 26. Dd4, b6 enz.

m) Door dezen zet verliest Zwart de kwaliteit; beter ware fg6 :

") Hier had Wit door: 27. Dd8 :, Td8: 28. f3 de kwaliteit kunnen winnen.

°) Deze zet doet een stuk verliezen; de partij was evenwel niet meer te redden, daar Wit 30. 114, 31. h5 dreigde. D. BLEYICMANS.

No. 429. Wit: J W. te Kolsté. Zwart: Dr. A. G. Olland.

Eng'clsclie Partij.

1. e4 es 2. P f3 P c6

3. C3 P f6 *)

4. d4 Pe4:b)

5. ds P b8

6. Ld3 c ) Pf6 d )

7. P e5: d6

8. LbsfO Ld 7

9. P d7 : P bd7 : 10. o—o L e7

ri. f4') o—o

12. D f3 s) P b6!

i9i

13- Tdi?'1) P bd5: 18. P C3') P C3:!

14. 04') c6

19. D C3: L f6

15. L có: D b6| 20. D C2 T fe8

23. b3 T ae8

24. T ei gó1)

25. T e2: T e2: 16. Khi bcó: 21. T bi T e7 Opgegeven."1)

17. cds: P d5: 22. L d2k) T e2

a) Dit en f5 zijn de juiste antwoorden in deze opening. — 3 d5, welke zet langen tijd met voorliefde werd gespeeld, schijnt na de latere onderzoekingen (zie bijv. de analyses van v. Popiel en v. Bardeleben, Deutsche Schachz. 1894) als een minder goede verdediging beschouwd te worden.

b) Ook d5 kan hier gespeeld worden. Minder juist is ed4:

c) Ook De2 komt in aanmerking, om denafruil van Looperd3 naPc5 tevoorkomen.

d) Sterker is Pc5, om den gewichtigen Koningslooper af te ruilen: 7. Pe5: Pd3:f 8. Pd3:, Le7 enz.

e) Pf3 zouden wij prefereeren; de Looper staat op d3 zeer goed.

f) Deze voortzetting bevalt mij niet; sterker is Lg5-

B) Foutief. Ld7: was noodzakelijk, om pionverlies te voorkomen.

h) Daar de d-pion toch verloren is, ware het beter geweest, door Ld3, Pbd5 : 14. I,d2, gevolgd door C4 en PC3 de officieren in het spel te brengen. De tekstzet is slecht: hij verknoeit de witte partij geheel, zooals spoedig blijkt. ') Op Tds:, Pds: 15. Dds: volgt natuurlijk c6. — ') Wit is radikaal verloren, daar hij niet alleen een pion minder heeft, maar ook een slechte positie. Er is niet veel beters dan de tekstzet. Op Pd2 volgt Pe3.

k) Iets beter is nog b3- — ') Zeer juist. Dadelijk Df2 zou beantwoord worden door 25. Te2:, Te2: 26. Dc6:! en nu kan Td2:, wegens 27. De8 + niet volgen.

m) Want het verlies van den Looper kan Wit niet meer vermijden ; op 26. Tfi volgt: Dd4 27. Tdi, Df2 en wint. Zwart heeft de partij krachtig gespeeld. Jhr. D. VAN FOREEST. No. 430. Wit: Dr. A. G Olland. Zwart: W. B. H Meiners.

Spaaiisclie Partij.

T- e4 es 15. a3 Eas?c) 29. L C2 I,e7

2. P f3 P c6 16. Df4! L C7 30. P h5 C5

3. L b5 a6 17. D114 D d6d) 31. 114 T g4

4. L a4 Pf6 18. Lf6: gf6: 32. T e7:! k) D e7 :

5. o—o bs 19. Pe2e) L f s 33. Df6:f Df6:

6. L b3 P e4: 20. f4 Kh8?f) 34. Pf6: cd4:

7- Tei d5 21. Pg3 Ld7 35. Pd7: T h4:

8. d3 P f6 22. f5 T g8 36. cd4: T d4:

9. P es: P e5: 23. T e2 T gs 37. f6 T d8

10. Te5:t?a) Le6 24. Taei! Tf8s) 38. P es T f8

11. Lgs Ld6 25. Dh6! L d8h) 39. T e2 T f4

12. T ei o—o 26. d4!!') T fg8

40. P f7 K g8

13. P C3 c6 27. C3 Df4?j) 41. Ph6j- K h8

14. D d2 L b4b) 28. T f2 D d6

42. T e~] Opgegeven.

tQ2

a) Dr. Olland, die weinig of nietsaan theoretische studiën doet, speeltde openingen dikwijls minder sterk. 10. f4, Le6 11. fe5 Pd7 is hier voor Wit voordeeliger.

b) Minstens tempo-verlies.

c) De Looper moest naar dó of e7 terug.

d) Was hier 17...., Te8 en afruil der Koninginnen op fó niet te prefereeren? Dan toch had Zwart een eindspel met twee Loopers, en nu wordt de witte Dame vrij lastig.

e) Beter dan Te3, waarop Zwart met Dt.4. de Koninginnen kon afruilen.

') Zwak! Lg6 was de zet, bijv.: 20.... Lgó 21. f5, Lf5: 22. Tfi, Lg6 23. Tfó:, Dd7 (dreigt Ld8) enz. Speelt Wit op den 2isten zet anders, dan stelt Zwart zich door 21 . . . ., f<; veilig.

e) f5 kan niet genomen worden; vgl. 24 Lfs: 25. Te8f, Te8: 26. Te8:f, Kg7 27. Phsf en wint. Tag8 lijkt ons evenwel sterker dan Tf8.

h) Lf5:? dan: 26. Te8, Kg8 27. Tie7 en wint.

') Meesterlijk gespeeld! De pion kan nog steeds niet genomen worden: 26 Lfs: 27. Pf5; . Tf5: 28. C3!, Tgs 29. Lc2, Tg7 30. Te8 (dreigt Lh7:) Kg8 31. Ti e3 en wint, daar Lh7 : niet meer te pareeren is.

j) Df8 en afruil der Koninginnen lag nog al voor de hand.

k) 't Begin van 't einde!

J. W. TE KOLSTÉ.

No. 431. Wit: Dr. A. G. Olland. Zwart: D. Bleykmans.

Spaansclie Partij.

1. e4 es 15. L C4t K h8 29. D a6:') I14

2. P f3 P c6 16. T fei L d7") 30. L e5m) 113!!")

3. Lbs gó1) 17. Dc2 L g4 31. K fi°) L es :

4. d3b) L g7 18. d4 ! Lf3: 32. D e2!p) D d7

5. L g5c) Pge7 19. gf3: P có 33. D C2 L gy")

6. P C3 h6! 20. D e4f) D d7e) 34. a4 D e6

7. LI14 g5 21. Ld3! L f6 35. D da D dsr)

8. L g3 dó 22. L b5 h) ed4 : ') 36. T C3 L d4 : ? •)

9. P ds L eó 23. cd4: aó') 37. T 07: Des')

10. P e7: D e7 : 24. L có : bcó : 38. T C4! D h2 : u)

11. 03 f 5 ! 25. T aci T ae8 39. D d4 :f K g8

12. efs : L f5: 26. D d3 D g7 k) 40. D dst K h8

13. o—o o—o 27. T e8: T e8: 41. f4??v)Dg2|!!

4. D a4 Pd8?d) 28. Tcó: h5 ! 42. D g2: T eif

*93

43. K ex : hg2: 47. f4 Dds

51 TC3 ds 44- fg5 •' g1 D+ 48. Ke3 K f 6

52. T d3 Dgif

45. Ke2 D g5 : 49-Tc3 Kf5

S3-Kf3 ^4 46. b3 K g7 w) 50. T C4 Ddi Opgegeven.

a) Een weinig gespeelde, minder goede verdediging van de Spaansche partij. Zooals bekend is, zijn Pf6 en a6 de juiste voortzettingen. '*) Sterker is d4, ed4 : 5. Pd4 Lg7 6. Le3 enz. Ook 4. o—o, Lg7 5. 03 komt in aanmerking.

c) Voor beter houden wij hier Le3- De tekstzet bevordert de ontwikkeling der zwarte partij, zooals duidelijk uit het vervolg blijkt.

(1) Tot hiertoe heeft Zwart zeer goed gespeeld en de betere stelling gekregen. I)e gekozen zet is echter niet juist, daar Zwart nu eenige tempo's en daardoor zijn positievoordeel verliest. Beter ware Ld7. Op 15. Lc4f, Kh8 16. Dc2 bijv. krijgen wij dezelfde stelling als in de partij na den i7en zet van Wit, met dit verschil, dat Wit zijn Toren niet heeft gespeeld en het zwarte Paard nog op c6 staat, waar 'tin de partij pas op den igen zet weer komt. Op 14 Ld7 15. I)e4 kan volgen: a6 16. Lc4f, Kh8 17. d4, Lfs enz.

c) Dadelijk Lg4 wordt met 17. I,d5 beantwoord.

f) Weer goed gespeeld. Wit heeft nu ongetwijfeld het betere spel gekregen, gedeeltelijk ten gevolge van Zwart's zwakken i4en zet.

s) Zeer in aanmerking kwam hier Lf6, om 21. Ld3 met ed4:! te beantwoorden : 22. De7 Pe7 : 23. cd4 : (Te6, dc3 : 24. Taei, Tae8 25. Lg6, Pg6 : 26. Te8 cb2 : enz.), Tae8 enz.

Op 20 Lf6 21. Dg6 (f5) Dh7 ;

Op 20 Lf6 21. d5, Pb8 ! 22. Kg2, Pd7 enz.

h) Sterker is o. i. d5 ! om het Paard uit het spel te brengen. Na Pd8 (b8) heeft Wit veel kans op een mooien aanval, in te leiden door Kg2, Thi, h4enz., terwijl Zwart nog vrij gedrukt staat door de voortdurende matdreiging op h7, den slechten stand van zijn Paard en a-Toren. De tekstzet geeft een vrij gelijk eindspel. ') d5 zou Zwart een pion kosten: 23. Lc6 :, bc6 : 24. Dg6. ') Weer niet d5, om Lg3 zoo lang mogelijk buiten spel te houden. Er volgt nu een zeer interessant eindspel, van weerszijden goed gespeeld.

k) Een fijne zet, schijnbaar ten doel hebbende, pion d4 te winnen, maar in werkelijkheid een aanval op Wit's Koningsvleugel inleidende.

') Ook fijn, maar onjuist, zooals uit het vervolg blijkt. Beter ware 1:3.

m) Dit redt het schijnbaar verloren stuk, want op de5: volgt natuurlijk Tf6 :

°) Zeer mooi en beslissend! De kracht van dezen zet was door Wit blijkbaar over 't hoofd gezien.

°) Noodzakelijk. Op Lf6 : wint Teif.

p) Op des : is Wit verloren: Des: 33. Tci (Kgi, Dd$ !) Dh2 : en wint.

q) Zwart kon den d-pion gerust nemen, want op 34. TC7 : zou hij door Dbst 35. DC4 ('t beste), De5 gemakkelijk hebben gewonnen.

') Veel sterker ware hier g4! 36. TC3 (op f4 of fg4: wint Dds;op 36. ds,Dg6) 14

Lhó! 37. Ddi (gedwongen), Dds. Wit kan zich nu niet meer roeren en Zwart kan gemakkelijk winnen, bijv. 38. Td3 (om 05 te voorkomen. 38. Kgi is doodelijk, wegens gf3: 39' Tf3:> Df3:!) Tf4 39- b4, Te7 4°as, LI12: 41. Dei (Te3, Te3: 41. fe3g3 en wint) Df5, en Zwart wint.

s) Wederom niet juist, want Wit krijgt nu remisekansen. Waarom niet eenvoudig C5?

') Na dezen zet kon de partij remise worden. Maar Zwart heeft niet veel anders; alleen Te5 kwam nog in aanmerking.

") Zwart kan zijn Looper niet redden: op Les bijv. volgt Te4. — En op 38 ds kan Wit eveneens remise houden door 39. Td4Dh2: 40. Th4fü gh4 : 41. Dhóf enz.

") Dit kost Wit de partij, die hij met Dd4f en Ddsf remise kon houden. De tekstzet, waarmee Wit op winst speelt, ziet er inderdaad ook verleidelijk genoeg uit, en het even mooie als onverwachte antwoord van Zwart lag werkelijk niet voor de hand.

w) Het slot behoeft geen commentaar. Zwart moet door zijn vrij-pion gemakkelijk winnen.

Jhr. D. VAN FOREEST.

No. 432. Wit: R J. Loman. Zwart: J. W. te Kolsté. Weener Partij.

1. e4 es 12. fg6: fg6: 23. Tbi! TI17

2. PC3 P c6•) 13. o—o De7 24. Tf3 Tf7>)

3. g3 L 05 14. Dei o—o—o 25. T fb3 b6

4. Lg2 P f6 15. 33 g5 26. es L bs

5. Pge2b) dóc) 16. b4 cb4: 27. P C3 L C4

6. h3 Le6 17. ab4: D b4: 28. T3b2?k) Tdf8??'

7. d3 h6 18. c3?!f) D dó? s) 29. D e3 Tfó

8. f4 Ph5 d ) 19. d4 aó h ) 30. cbó: cbó :

9. f5 Ld7 20. La3 D gó 31. Lf8: P d7

10. Pa4 gó!") 21. ds Pb8 32. L e7 Ti 7

11. PC5: des: 22. C4 L e8 33 dó Opgegeven ") In aanmerking komt hier de verdediging: 2 , Ptó, om na 3. g3 met ds 4. eds:, Pds: 5. Lg2, PC3: 6. bc3:, Les voort te gaan. b) Mieses, van wien deze behandeling der Weener-opening afkomstig is, speelt hier ook wel 5. Pa4.

c) Zeer in aanmerking komt hier 5 aó, om op 6. Pa4 den I ,ooper terug te trekken, wiens behoud in deze stelling dit tempo-verlies wel waard is.

der

!95

d) Zwak gespeeld; het Paard staat hier niet gunstig. 8 gó was m.i. beter.

e) Verleidelijk ware hier 10 Pd.4, hetwelk echter ten gunste van Wit uitvalt; vgl. 10.... Pd4 11. PC5:, Pe2: (indien 11.... dc5dan 12. Pd4:, Pg3: 13. Pf3, Phi: 14. Lhi: en Wit is in 't voordeel) 12.

De2 Pg3: 13- Dg4, Phi: 14- Pd7 =, h5 i5- d£5> Dë5: l6LgS--> Pg3 n- PeS '•>

des: 18. Lh4, Pfs : 19. efs: en Wit is in 't voordeel.

*) Wit geeft hier een pion op, om tot den aanval te komen. Beter was echter de eenvoudige voortzetting: 18. Db4:, Pb4: 19. Ta7:, Kb8 20. Tas, PC2 : 2I - Tes : enz. B) Veel beter ware hier: 18.... Db6| 19. d4 (19. Khi, Tdf8 20. La3, Tfi: 21. Dfi:, De3 en Zwart staat beter) Tdf8! (19.... ed4:? 20. cd4:, Pd4: 21. Pd4:( Dd4: 22. Le3, Dd6 23. Ta7, Lc6 24. Tf7 en Wit wint) 20. Le3, Pas 21. Tbi, Lbs 22. Lf2, Da6, en Zwart kan zijn voordeel behouden. Zie diagram. h) Nemen kan Zwart niet; vgl. 19.... ed4: 20. cd4:, Pd4: 21. Pd4:, Dd4:f 22. Le3, Dd6 (het beste) 23. Ta7 :, Le6 (Lbs 24- Tf7 0 24- Dai!, Ug3: (Dd3 25. Ta8, Kd7 26. Td8:, Td8: 27. Tdi en wint) 25. Ta8f, Kd7 26. Tdif, Ke7 27. Lest en wint.

') Zwart heeft niet beter; 24.... De4: ging niet wegens 25. Tfb3, DC4: 26. Tb7:, Pd7 27. Tci, Dei: 28. Dei:, Kb7: 29. dst, en Wit wint. Behalve de zet in den tekst kwam nog in aanmerking 24 bs of c6, maar ook dan krijgt Wit door 25. Tfb3 enz. het beste spel.

k) Waarom niet 28. Tb4? Op den zet in den tekst had Zwart immers 28 Ld3 kunnen laten volgen.

') Deze slechte zet doet het spel direct verliezen. Behalve het zooeven vermelde 28.... Ld3 kon Zwart ook nog spelen 28.. bs; volgde hierop 29. c6 (dreigende De3 en Da7), dan Pc6: 30. dc6:, Dc6: en Zwart heeft 3 pionnen voor het stuk en is eenigszins vrijer komen te staan.

No. 433. Wit: D. Bleykmans Zwart: Dr. A. G. Olland

Eng-elsche Partij.

le 4 e 5

2. P f3 Pc6

7- Pc3 Lb4

8. Ld3 L g4

13. Df3: f6?

14. ef6:e) T f6: 3- c 3 Pt6

9- L e 3 P ge7 i S D hs g6

4- d4 ed4:?a) 10. 0—0 D d7

16. Ddi T af8

5- e5 P g8b) 11. T ci o—o 17. P e2 Ld6

6cd4: ds 12. h3c) L f3:d)

18. L gs T6f7

Stand
partij na den 18den zet van Wit.

ig. f4f) K g7

20. L e7: P e7 :

21. D d2 c6

22. T f3 DC7

23. g3 K h8

24. T cfi D d7

25. Kg2 b6g)

26. L bi! 05

28. 33 T b8!

29. .La2 04

30. P 03 1) b7

31. Dd4f Kg8

37. T C3 Tab3

38. g4 T 03 :

39. P C3 : P d6

40. T d2 T b6

32. LC4: dc4: 41. P d5 T aó

33. D d6: Pf5

34. Dds Dds

42. a4 Kf7

43. P C3

35. P d5: T b2 :f. Als remise afgebroken h).

27. dc5: bes : 36- Tif2 T fb7

Stand der partij na den 13den zet van Zwart.

Dit niet p de j uiste zet

b) Beter dan Pd5, welken zet Gunsberg in de eerste partij van zijn match met Tschigorin in 1890 speelde.

c) In aanmerking kwam ook Dc2.

d) Hier was Lf5 het beste.

e) Onjuist. Wit had kunnen winnen door Pd5:, Pds :, (fes : 15. Pe7 Üe7 :(!)

16. De4, g6 17. I/C4"t-, Kh8 18. des:, Des: 19. Des:f, Pes: 20. Ld4, gevolgd door f4 en wint) 15. Lfs, Dd8 (Df7 16. eó) 16. Leóf' Kh8 17. Dds :, Dds : 18. Lds: en Wit blijft een pion vóór, met gewonnen spel. Zie diagram.

f) In aanmerking kwam Lh6.

g) Om op winst te spelen is dit voortrukken van de b- en c-pionnen voor Zwart de eenige manier. Wit bewijst echter uitnemend de zwakte van de centrumpionnen, die Zwart bekomt. Zwart krijgt evenwel tegenover die zwakte voldoend equivalent in het beheerschen der b-lijn.

h) Een over 't algemeen goed gespeelde partij. Mr. J. D. TRESLING.

No. 434. Wit: Dr. A. G. Olland. Zwart: R. J. Loman. Spaansche Partij.

1. e4 es 12. f4 f6a) 23. P d3: ed3 :

2. Pf3 P c6 13. T ei Df7 24. D d3 : cds :

3. L bs Pfó 14. C4 fes: 25. D ds :f D eó 4 )

4. o—o P e4 : 15. P f3 e4 26. L a7 : T a7 :

5. d4 L e7 16. P es Dfs 27. D d6 : D e3f

6. T ei P d6 17. P C3 ds 28. Khi L b7

7. L c6: bc6 : 18. P c6: L dó 29. T gi T aó

8. des: P b7 19. P ds : T e8 30. D C7 L c8

9. D e2 o—o 20. L e3 P d3 31. f5

10. Tdi Pes 21. T edi D d7 b) Remise. e)

11. Pd4 D e8 22. P cb4c) c6

*) Hier moet 12 ... f5 geschieden, gevolgd zoo mogelijk door ds, Ld7 en Pe4 of eó.

197

b) Het begin eener mooie combinatie van Zwart. ") Op 22. Pd4 volgt c6 23. Pc3, Lf4 : enz.

d) Dezen zet had Wit waarschijnlijk over 't hoofd gezien.

e) Er is niet de minste reden, om het spel hier als remise af te breken. Partijen, waarin de ééne zijde een stuk vóór is tegen eenige pionnen, worden bijna nooit remise. Zwart had moeten trachten, met Dame, twee Torens en Looper een aanval op de witte Koningsstelling te initieeren. N. W. VAN LENNEP No. 435. Wit: W. B. H. Meiners. Zwart: Dr. A. G. Olland.

Spaaiisclie Partij.

i- e4 es 9. c3b) L e7c) 17. Tfik) P f3f

2. Pf 3 Pc6 10. Tei 1 ) o—o 18. Khi P h 4

3-Lb5 a6 11. Pd4 De8 e ) 19. L h 3 >) T d 3 m )

4. L a4 P f6 12. P e6:?f) fe6: 20. P a3") P d2

5. o—o P e4: i3 Le3«) P e5 : 21. Ld2:°) T h3 : 6- d4 bs 14. Lds:") Td8!>) 22. T gi L d6

7- L b3 ds 15. Le6:f K h8 23 f4 D g3

8. des : ") L e6 16. 1) b3j) D g6 Wit geeft op.

a) De nu verkregen positie is van de bekende stellingen, uit de Spaansche partij ontstaande, voor Zwart misschien de allersterkste. Met het oog daarop lijkt m'j 5- Pc3) welke zet Wit altijd het vrijere spel verschaft, beter dan de hier gekozen voortzetting.

b) Deze zet is noodzakelijk, om den witten Looper het veld C2 te openen en Pd4 voor te bereiden.

c) Vroeger speelde men hier ook LC5; de hier gespeelde zet is echter beter.

d) Op 10. Pd4 kan volgen Pes: 11. f4, PC4 12. f5, Ld7 i3 Pd2, Pf6 14. Pc4 :, bc4 •' 15- LC2, 0—0 16. l)f3, gevolgd door g4, en Wit heefteen kansrijk spel.

e) En niet Dd7 wegens 12. Pe6:, feó: (of De6:) i3 Te4:

) Een zet als deze, die Zwart s centrum versterkt en hem een gewichtige torenlijn opent — en dat alles, terwijl Wit in ontwikkeling ten achteren is —, zou alleen stand der partij na den ISden zet ,an Zwart. goed kunnen zijn, als Wit er ongeveer de waarde van een stuk door kon winnen. Daar hij echter hoogstens een pion wint, is de zet reeds daarom slecht. Na den tekstzet is het witte spel reeds zeer moeilijk te houden; Pd2 had moeten geschieden.

s) Op Lds: zou nu ook Td8 gevolgd zijn.

b) Wit speelt consequent, — maar 't is de consequentie van een foutzet.

') Zeer goed! De wijze, waarop Zwart van Wit's zwak spel gebruik maakt, is zoo energiesch mogelijk.

') Hier had Wit om twee redenen Dea

ig8

moeten spelen. Ten eerste, omdat het de beste zet is en ten tweede om de dan zoo merkwaardige e-lijn te vormen, louter uit officieren bestaande. Op 16 Dg6 had dan kunnen volgen: 17. f4 (eenige zet), De6: (Pd3 18. f5) 18. fes:, Des: 19. Pd2 (Ld4, Td4: 20. cd4:, Dd4:| 21. De3, Les), Pd2: 20. Ld2 Lcsf 21. Khi (Le3, Tfe8 22. Kf2, Df4 23. Df3, Td2f), Dds 22. Des !, Des: 23. Tes:, Td2: 24. TC5:, Tf?2 25. TC7, h6 26. Tgx, Tb2:; Zwart wint nu den a-pion en waarschijnlijk de partij. Zie diagram.

k) Nu zou f4 tegen Pf3f niet meer helpen.

') Op g3 volgt Pf2:f 21. Kgi, De4 22. Tf2De3: en mat in eenige zetten.

m) Zeer sterk gespeeld!

n) Op S3 zou volgen: Te3: 21. fe3:, Pf2f 22. Tf2:!, De4t 23. Kgi (Lg2, Tf2:) De3: 24. DC2, Les en wint.

°) Verplaatst de Dame zich, dan gaat voor Wit een Toren verloren. — Er volgt nu een verrassend slot, door Zwart geheel in den geest van zijn vorig spel gespeeld. Mr. J. D. TRESLING.

No. 436. Wit: D. Bleykmans. Zwart: J. W. te Kolsté.

Engelsche Partij.

1. e4 es 15. f3 Tfe8f) 29. D b2 Les

2. Pf3 P c6 16. C4! 5 ) L dó h ) 30. D C3: L C3

3. C3 ds 17. PC3 Tei:t? 31. Tb3 L b4

4. D a4 de4:") 18. T ei : T e8 32. a3 a4

5. P es: D ds 19. P e4 L es 33. T d3 L as

6. P c6: bcö: 20. Kfi! gó 34. T d8 Kf6

7. L C4 D d7 21. Pf6:f Df6: 35. K e2 K e7

8. o—o Pf6b) 22. L e4 L e4: 36. T a8 L C3

9. T ei c) L e7 23. D e4 : Kg7?') 37. T a4: f6

10. d3 ed3: 24. Lf4

11. L d3: o—o

Lf4: 38. T a8 L d4

25. D e8: D b2 : 39. 34 f5

12. D C2 C5 ! 26. g3 L dó 40. as

13. L d2 L b7d) 27. D e2 D C3 Opgegeven.

14. Lf5e) D có

28. T bi a5?')

a) Beter dan deze overigens gebruikelijke zet is Steinitz' verdediging 4 waarop volgen kan: 5. Lbs, Pge7 6. eds Dds : 7. o—o, Le6 8.d4, ed4: 9. cd4:, o—o—o met ongeveer gelijk spel.

Door 4 ..., de4 : krijgt Zwart een geïsoleerden dubbelpion, een nadeel, dat bij goed spel van Wit niet weder is op te heffen, en tot verlies der partij moet leiden. (Zie noot c).

b) In aanmerking komt ook Ld6, waarop Wit wel is waar door 9. Lbs Lb7 (op 9 cbs : volgt natuurlijk De4 :f en wint) 10. De4 :f, Pe7 een pion kan winnen, maar daardoor juist de tegenpartij een snelle ontwikkeling en den aanval bezorgt.

") Volgens Bilguer de juiste voortzetting, die tot gelijk spel voert. Op de volgende wijze kan Wit echter zijn voordeel vasthouden: 9. d3 !, ed3: 10. Lgs, Le7

I99

ii. Lf6 Lf6 : 12. Teif, Le7 13. Ld3 Lb7 (13 o—o, dan De4 met matdreiging op h7) 14. Pa3 en het is moeilijk, voor Zwart een voldoende verdediging te vinden. Op 14. .., IM3: kan volgen 15. Tadi, Dfs ! (op Dg6 wint Te7 :f) 16. Ob4, Df6 17. Db7 o—o 18. PC4 en Wit blijft in het voordeel.

d) Zeer in aanmerking kwam 13 04!, een pion-offer, dat Zwart eenige gewichtige tempo's verschaft, waardoor hij een kansrijken aanval op den witten Koningsvleugel kan inleiden, bijv. 13... C4 14. Lc4Lb7 15. Lgs ?, Dg4 16. Lfl> Dg5 : r7- Te7 :, Pd5 met prachtigen aanval. Speelt Wit 14. Lfi, wat sterker is, dan kan Zwart op verschillende wijzen den aanval beginnen, bijv. door Les of Te8. ') Deze voor de hand liggende zet is zwak, want niet alleen staat de Looper op f5 ongunstig, maar bovendien krijgt Zwart nu gelegenheid, zich de beste positie te verschaffen. 14. C4 ! was de juiste zet.

stand der partij na den I5den zet van Wit. ')

Beide partijen schijnen het gewicht, ii T77777,„r I dat in het he'/PttPn van nA nf*\f>rrr*n ie- nmt r 0 in te zien. Zwart kon nu de onjuistheid van Wit's i4en zet aantoonen, door 15 c4 te spelen. Op 16. Te7 : volgt 16 Dcst I7- Te3, Tfe8 18. Kf2, Te5 ! (op andere zetten kan Wit zich nog voldoende verdedigen) 19. Le4 ?, Le4 : 20. fe4 :, Te4 : 21. Ke2, Te3 :f 22. Le3 :, Te8 23. Dd2, Pds en wint.

Ook na 19. Lg4, Lh3 20. LI17 :f of andere zetten moet Zwart winnen.

Speelt Wit na 15 C4 niet Te7 :, dan behoudt Zwart overwegend positie-voordeel.

KinHeliiV I Wituitstekend.

) Sterker dunkt mij 16 g6, gevolgd door Tad8, zoo de Looper naar d3 teruggaat.

') Een vergissing door tijdgebrek. Zwart verliest de kwaliteit en hiermede de partij. Na 23 ... De6 is er nog geen winst voor Wit te zien, hoewel hij door den slechten stand van Zwart's pionnen op den Damevleugel iets in het voordeel blijft.

') Verhaast Zwart's ondergang, daar Wit nu de Koninginnen kan afruilen.

DR A. G. OLLAND.

Correspondentie.

c. T., te Amsterdam. — Deze Talamedes liet zich toch wel wat al te gemakkelijk om hals brengen! J. S. M., te Amsterdam. — Uwe bereidwilligheid, om aan ons Tijdschrift mede te werken, stellen wij ten zeerste op prijs. Toch kunnen wij het ons toegezonden Evans-gambiet niet plaatsen, le omdat er in de partij geen enkele bijzonder interessante combinatie voorkomt, 2e omdat dè namen der spelers ontbreken. — Ten slotte veroorloven wij ons de opmerking, dat deze bijdrage niet aan den probleem-redacteur had moeten gezonden worden. K. A. B. Z.-W., te Soerabaia. — Dank voor uw bericht! De ons toegezonden remise-partij zal zoo spoedig mogelijk worden onderzocht.

20Ó

Laatste Berichten.

Op den vooravond van het Internationale Schaakcongres te Berlijn waren in het club-lokaal der „Berliner Scliachgesellschaft" de meeste deelnemers aan de tornooien reeds bijeen. Tusschen de meesters Metger, Schifïers, Teichmann (IVit) en Charousek, Marco, Stichting {Zwart) werd eene consultatie-partij gespeeld, waarvoor door den Heer Julius Rosenheim een prijs ten bedrage van 30 Mark was uitgeloofd. De partij werd remise en de prijs derhalve onder de zes deelnemers verdeeld.

Het „Meisterturnier"' telt 20 deelnemers. Voor hunne namen zie men onderstaand overzicht. Te elfder ure werd Schottlander, die bericht zond, niet te kunnen meespelen, door Walbrodt vervangen.

In het „Hauptturnier" strijdt de Amsterdammer D. Bleykmans voor de eer van Nederland. Voor zijn succes koesteren wij de beste wenschen!

Stand, der tornooien op Vrijdag-avond, 17 September 1897. Meestertomooi (5 partijen gespeeld).

1. Alapin—St. Petersburg: 21/2- "• Marco—Weenen: 4Vs-

2. Albin—Weenen: 1.

12. Metger—Kiel: 21/2-

3. v. Bardeleben—Berlijn: teruggetr. 13. Schifïers—St. Petersburg: 2i/2.

4. Blackburne—-Londen: 41/2.

5. Burn—Liverpool: 2.

6. Caro—Londen: 3.

14. Schlechter—Weenen: 2.

15. Stichting—Brackrade: 2.

16. Teichmann—Londen: 3.

7. Charousek—Hongarije: 2. 17. Tschigorin—St. Petersburg: 2v.d. 4.

8. Cohn—Berlijn: 2. iB. Walbrodt—Berlijn: 3 v. d. 4.

9. Englisch—Weenen: 3.

10. Janowski—Parijs: 4.

19. Winawer—Warschau: 2.

20. Zinkl—Weenen: 1.

Hauptturnier (8 partijen gespeeld). Groep I. Groep II.

1. Bleykmans—Amsterdam: 7 (!)

1. v. Batsmegyey—Mtlnchen: 4V2 v.

2. Brennert—Berlijn: 21/2- d. 7.

3. Dinge—Berlijn: 21/2.

4. Fuchs—Mtlnchen : 4 v. d. 7.

2. Bauer—Berlijn: ^/2.

3. Beek—Königsberg: 4 v. d. 7.

5. Gladenbeck—Berlijn: 3 v. d. 7. 4. Brody—Hongarije: 4 v. d. 7.

6. Heinrichsen—Berlijn: 5'/a- 5- Btlnger—Berlijn: 4 v. d. 7.

7. Keidanski—Berlijn: 3V2. 6. Doppler—Berlijn: 7.

8. Kohier—Spandau: 1 v. d. 6.

7. Hirschler—Neurenberg: 3 v. d. 7.

9. v. Popiel—Lemberg: 6% v. d. 7. 8. Hülsen—Beelitz: 4.

10. Raabe—Hamburg: 3.

9. K.-Hochstadt—Berlijn: 2 v. d. 7.

11. Dr. Reinglass—Spandau: 3 v. d. 7. 10. Schneider—Dresden : 3 v. d. 7.

12. Swiderski—Leipzig: 31/2. n. Walter—Berlijn: 1 v. d. 7.

N.B. De 4 winners van elke groep zullen te zamen spelen om de 8 prijzen.

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.