5P Jaargang N°. 7. Juli 1897.
TIJDSCHRIFT
VAN
DEN
NEDERLANDSCHEN SCHAAKBOND.
BESTUUR VAN DEN N. S.: Dr. A. VAN RUIJN, Voorzitter; H. J. DEN HF.RTOG, Onder-Voorzitter; W. H. M. DB VEER, Haarlemmerstraat 99, Amsterdam, Penningmeester; L. H. DEELMAN; Commissaris van Materieel; H. D. B. MEIJER, G-eldersche Kade 37, Amsterdam, Secretaris.
REDACTIE: H. J. DEN HERTOG, Marnixkade 43, Amsterdam; Mr. J. D. TRESLING; L. N. DE JONG.
Van dit blad, dat omstreeks den 20sten van iedere maand gratis aan de Bondsleden wordt toegezonden, zijn extra-nummers verkrijgbaar a 20 cents en een geheele jaargang ii f 2.—, eveneens slechts voor Bondsleden. Als lid van den Bond betaalt men f 2.30 contributie. Nadere inlichtingen verschaft de Secretaris
INHOUD: De Vijf en Twintigste Algemeene Vergadering enz.; Aan hen, die wenschen deel te nemen aan den Grooten Bondswedstrijd te Utrecht; Problemen; De wedstrijd te Dordrecht; Binnenland; Buitenland; Eindspelen;Theorie (Spaansclie partij); Verschillende partijen; Nog een paar opmerkingen enz.; Laatste berichten; Correspondentie.
De Vijf en Twintigste Algemeene Vergadering en Jaarlijksche Groote Wedstrijd van den Nederlandschen Schaakbond zal plaats hebben den 8sten Augustus a. s. en volgende dagen, te Utrecht in Café »Zomerlust", Maliebaan 43.
(De vergadering word: op 8 Augustus, des middags te 12 uur geopend.)
AGENDA:

1. Opening.
2. Voorlezing der notulen van de vorige Algemeene Vergadering.
3. Verkiezing van een Commissaris van Materieel, aan de beurt van attreding.
4. Verkiezing van een Hoofdredacteur en twee Redacteuren van het Tijdschrift.
(De Heer L. N. de Jong wenscht in geen geval voor eene herbenoeming in aanmerking te komen.)
5. Verslag en Verantwoording van den Penningmeester.
6. Verkiezing van eene Commissie ter voldoening aan art. 20 van het Reglement. Deze Commissie brengt staande de vergadering verslag uit van hare bevinding.
7. Behandeling van de volgende voorstellen: 10

A. Die van het Hoofdbestuur tot wijziging van het Reglement van den Bond. (Zie Mei-aflevering, blz. 94 en volgende). De amendementen-Deelman op de Bestuursvoorstellen zijn afgedrukt op Blz. 134 en 135 van deze aflevering.
B. Voorstel tot wijziging van het Reglement, ingediend door het Bestuur der Afdeeling Leiden. (Zie blz. 135 en 136 van deze aflevering.)
C. Voorstellen van het Buitengewoon Lid «Staunton". (Zie blz.136 vv.van deze aflevering.)
8. Vaststelling der begrooting over 1897.
9. Vaststelling der plaats, waar de Algemeene Vergadering in 1898 zal worden gehouden.
10. Voorloopige bespreking van de feestviering bij gelegenheid van het 25-jarig bestaan van den Bond (1898).
11. Wat verder ter tafel zal worden gebracht.
12. Sluiting.
Het Hoofdbestuur verzoekt allen Afdeelingsbesturen, ten spoedigste eene vergadering te beleggen ter bespreking van de gedragslijn, door de te benoemen afgevaardigden te volgen tegenover de verschillende voorstellen.
Den afgevaardigden moet een legitimatiebewijs worden medegegeven.
Over een eventueelen gemeenschappelijken maaltijd zullen door het Hoofdbestuur ter Vergadering nadere mededeelingen worden gedaan.
Des avonds gezellige bijeenkomst in het Wedstrijd-lokaal en tombola-wedstrijd.
Amendementen op de voorgei
Aan Art. 1 toe te voegen:
„en zooveel mogelijk alle Nederlandsche schakels in zich te vereenigen."
Art. 3 te lezen: De Bond bestaat uit:
a. rechtstreeksche of (op zich zelf staande) afzonderlijke leden.
b. groep-, afdeelings- of clubleden.
c. donateurs.
d. eereleden. Art. 4 vervalt hierdoor.
Aan Art. 5 (4) toe te voegen:
Zij ontvangen het tijdschrift persoonlijk.
Art. 6 (5). Groepleden zijn combinaties van personen (onverschillig of zij tot een vereeniging behooren), die het tijdschrift gezamenlijk ontvangen.
Afdeelings- of clubleden, die deel uitmaken van eene schaakvereeniging, welker secretaris zich met de adresverleening van het tijdschrift belast.
Beide categorieën betalen, al naar gelang van hun aantal en de draagkracht hunner vereeniging een verminderd tarief, dat elk jaar in overleg met het Bondsbestuur opnieuw wordt vastgesteld.
elde Reglementswijzigingen.
Vereenigingen, die het lidmaatschap verplichtend stellen, hebben aanspraak op de geringste contributie.
Zij ontvangen van ieder nummer van het tijdschrift een exemplaar voor haar archief an jaarlijks een prachtbandje.
2e alin. van Art. 9 oud regl. kan dan volgen.
3e „ zou kunnen vervallen.
4e „ kan behouden blijven.
Art. 20 le alinea, de woorden: door de algemeene vergadering uit haar midden te kiezen, te doen vervangen door:
„Op de Algemeene Vergadering door loting onder de aanwezige leden, niet tot het bestuur in betrekking staande, aan te wijzen.'
Toelichting.
Hoewel oorspronkelijk met de bestuursvoorstellen meegaande, is het mij door een kwestie, die zich onlangs heeft voorgedaan, gebleken, dat er zich al te spoedig moeilijkheden zouden voordoen, waar wij, gebonden aan het reglement, machteloos tegenover zouden staan.

le. Is hel mij voorgekomen, dat het te zamen brengen van alle Nederlandsche schakers onder één vlag niet genoeg op den voorgrond gesteld kan worden.
Daarom wilde ik zooveel mogelijk aan het bestuur vrijheid laten in het vaststellen van een verminderd tarief, dc contributie aangaande, om geen mogelijke toetreding van meerdere personen op flnantiëele bezwaren te doen afstuiten. Voor die verminderde contributie in het Reglement geen cijfers te noemen, om niet telkens bij wijziging, verandering in het Reglement te moeten brengen.
De mogelijkheid, dat verecnigingen kunnen toetreden, waar niet alle leden prijs stellen op het tijdschrift, niet uitsluiten.
Voor die clubs, die het lidmaatschap verplichtend stellen, zooveel mogelijk de lichtzijden op den voorgrond plaatsen, en dit (verpl. st.) door gunsten aanwakkeren.
Wat die verschillende contributies betreft, niet alle leden kunnen in dat opzicht over één kam
435
geschoren worden, zal men naar ledental, vermeerdering streven. Voor velen is een rijksdaalder eene kleinigheid, voor anderen een voldoende hinderpaal om lid te worden.
Wat art. 20 betreft, vroeger stond in het Regl., dat de voorzitter de commissie benoemde; dit werd veranderd om geen pressie hoegenaamd uit te oefenen. Feitelijk is de oude toestand toch bestendigd, daar eene verkiezing te veel tijd in beslag neemt.
Bij loting ontvangt ieder een blanco briefje, slechts op 3 er van staat „commissie". Deze wijze vordert een minimum van tijd (en is reeds sedert jaren bij „Staunton" in zwang) en voor het bestuur is het veel vrijer, dan dat de voorzitter ze aanwijst. In geen geval ben ik er voor, het Art. 20 ongewijzigd te laten, want, maakt men eenmaal voorschriften, dan dient men er zich aan te houden en slechts bij uitzondering er van af te wijken.
L. H. DEELMAN ,Tz.
Het Bestuur der afdeeling Leiden van den Nederlandschen Schaakbond stelt voor, liet Reglement van den Bond te wijzigen als volgt:
I. Art. S regel 5 in plaats van „6 stemmen" | VII. Art. 23alin. 4 te lezen in plaats vanf/1™''; "HM gemeenten" : „Tot dekking
II Art. 6 alin. 2 te lezen: „De afdeelingen der noodzakelijke kosten van zijn beheer brengt storten eene jaarlijksche bijdrage van ƒ1.25 per hij aan de Bondskas ƒ0.10 in rekening per lid lid in de bondskas." in zijne gemeentcn »
III. Art. 6 alin. 3, 4 en 5, die vervallen, aldus te vervangen: Eene afdeeling bestaat uit minstens 6 afdeelingsleden." Algemeene Toelichting.
Ieder afdeel ingslid betaalt aan contributie/1.35, Daar er herhaaldelijk door leden der afdeeling waaronder ook het kostende van het Tijdschrift Leiden, inzonderheid door rechtstreeksche leden, begrepen is." geklaagd werd over de ongunstige verhouding IV. Art. 6 alin. 7 regel 5 na „uit hun midden" waarin de laatsten, ten gevolge van de onbe^ in te voegen: „en uit de rechtstreeksche leden, paaldheid der betrekkelijke artikelen van het onder de afdeeling ressorteerende." Reglement, tegenover de afdeelingen verkeerden,
V. In plaats van Art. 7 alin. 2, die vervalt, werd aan het Bestuur dier afdeeling door dé te lezen: „Ieder rechtstreeksch lid heeft hij al leden opgedragen, in de aanstaande Algemeene wat van den Bond, eene zijner afdeelingen of eene Vergadering een voorstel in te dienen tot wijziging zijner andere ledengroepen uitgaat, dezelfde rech- van het Reglement, opdat aan die leden de rechten als de leden eener afdeeling in zijne woon- ten worden toegekend, waarop zij naar veler plaatsen kan dus ook in het bestuur der afdeeling meening, wegens de door hen betaalde hoogere gekozen worden." contributie, aanspraak hebben.
VI. In plaats van Art. 14 alin. 1 te lezen: Het doel van de voorgestelde wijzigingen is „Het bestuur eener afdeeling bestaat uit eén dus in hoofdzaak : verbetering van de positie der of drie personen, van welke eén als Secretaris- rechtstreeksche leden, terwijl met het oog op het Penningmeester fungeert, en wordt jaarlijks ge- ontoereikende der bijdrage van de afdeelingsleden kozen uit en door de afdeelingsleden en de aan de bondskas om de kosten der uitgave van rechtstreeksche leden, onder die afdeeling res- het Tijdschrift van den Schaakbond te dekken, sorteerende." ook eenige wijzjgjngen van het bepaalde omtrent *
de contributie dier leden daaraan zijn toegevoegd, Toelichting ad I. In den regel zullen slechts weinig rechtstreeksche leden de algeineene vergaderingen kunnen bijwonen en heeft dus het recht, om eene stem bij de stemmingen uit te brengen, voor hen geringe beteekenis, als zij niet in de gelegenheid zijn, door een gevolmachtigde aan de stemming deel te nemen. Daarvoor bestaat echter gevaar, wanneer zulk een gevolmachtigde niet meer dan 6 stemmen mag uitbrengen. Yandaar het voorstel, dit getal tot 12 te verhoogen. Menige afdeeling brengt door haren afgevaardigde meer stemmen uit.
ad II. Wanneer de bijdrage der afdeelingsleden aan de bondskas op / 1.25 wordt gebracht, ontvangt deze ƒ 0.35 per lid meer dan vroeger. Het kostende van het Tijdschrift wordt door deze verhoogde bijdrage zeker voldoende gedekt.
ad III. De berekening der bijdrage aan de bondskas wordt op deze wijze zeer vereenvoudigd, terwijl de bepaling, dat eene afdeeling minstens uit 6 afdeelingsleden moet bestaan, eene vermeerdering van het aantal rechtstreeksche leden, een groot voordeel voor den Bond, kan ten gevolge hebben.
ad IV. Wanneer, zooals in V wordt voorgesteld, de rechtstreeksche leden dezelfde rechten bezitten als de afdeelingsleden, nemen zij ook deel aan de verkiezing der afgevaardigden.
Voorstellen van het Buitengewoon Lid ment van den Bond.
A. Art. 3, te lezen: De Bond bestaat uit:
a) Afdeelings-leden.
b) Rechtstreeksche leden.
e) Eere-leden.
d) Donateurs.
N.B. Wordt het voorstel A aangenomen, dan zijn tevens aangenomen de volgende voorstellen :
A 1. Art. 4 te doen vervallen.
A 2. „ 6 en 7 idem.
A 3. „ 14 idem.
A 4. „18 van „Voor zoover" (r. 4v.o.) af te doen vervallen.
A 5. Art. 23 te doen vervallen.
j A 6 Art. 24 i het woord „afdeelingen" te veri A 7 „ 25 ' vangen door „Schaakvereenigingen".
A 8. Art. 26, al. 3 te doen vervallen.
A 9. „ 40. de woorden „zijne buitengewone Leden" te vervangen door „zijne schaakvereenigingeii".
A 10. Art. 47, de laatste al. te doen vervallen.
ad V. Volgens het oordeel van ons Bestuur komen aan de rechtstreeksche leden, die het dubbele der bijdrage aan de Bondskas van de afdeelingsleden betalen, ook al de rechten toe, door dezen uitgeoefend, zonder eenige beperking hoegenaamd. Er bestaat ook geen redelijke grond, waarom, zooals vroeger door enkele leden van het Hoofdbestuur werd beweerd, een rechtstreeksch lid niet zitting zou kunnen nemen in het Bestuur eener afdeeling, ongerekend nog dat het Reglement daaromtrent niets voorschrijft.
ad VI. Uit de wijzigingen, met betrekking tot Art. 7 voorgesteld, volgt van zelf de hier voorgestelde wijziging.
ad VII. De Secretaris-Penningmeester eener afdeeling heeft zeker het voorgestelde bedrag wel noodig tot dekking der kosten van zijn beheer. Door het als een maximum aan te nemen, wordt aan het onjuiste denkbeeld voedsel gegeven, dat hij het ook met minder zou kunnen stellen. Tan de contributie van elk gewoon lid zijner afdeeling houdt hij voortaan de ronde som vanƒ0.10 in.
Het Bestuur der afd. Leiden van den Nederlandschen Schaakbond. Namens het Bestuur vnd., K. L. VAN SCHOUWENBURG, Secretaris-Penningmeester.
„Staunton" tot wijziging van het Regle-
A 11. Art. 49, de woorden „iedere afdeeling" te vervangen door „ieder aj'deelingsltd".
In regel 3 en 4 te doen vervallen de woorden: van het Bondsbestuur en ieder stemgerechtigde.
C. Art. 4, te lezen:
Afdeelingsleden zijn leden van eene schaakvereeniging, welke het Lidmaatschap van den Bond voor hare Leden verplichtend stelt.
C.

Art. 5, te lezen:
Rechtstreeksche Leden zijn zij, die om eenige reden zich niet bij eene Schaakvereeniging kunnen of willen aansluiten. Zij dragen jaarlijks f 2.50 in de Bondskas bij en brengen hetzij persoonlijk, hetzij door een door hen gevolmachtigd ander Rechtstreeksch Lid ééne stem bij de stemmingen op de algemeene vergadering uit, met dien verstande, dat een gevolmachtigde „als zoodanig" niet meer dan 5 stemmen mag uitbrengen.
Zij ontvangen het Tijdschrift rechtstreeks van den Bonds-secretaris en hebben bij het voldoen hunner eerste jaarlijksche contributie f 0.25 te betalen voor het Reglement.
r37
iV.JB. Wordt het voorstel C Art. 5 aangenomen, dan vervalt Art. 8.)
D. Art. 6.
(Zooals 't bestaande in het tegcnwoo dig reglement Art. 10).
E. Art. 7.
(Gelijk 't voorgestelde van 't Hoofdbestuur.)
Zie I art. 11a met tusschenvoeging van „een zeker bedrag van minstens één gulden".
F* Art. 8, te lezen:
Ter verkrijging van of tot bedanking voor het Afdeelings-Lidmaatsehap, wendt men zich tot den Secretaris van eene Schaakvereeniging en het Rechtstreekseh Lidmaatschap tot dien van het Hoofdbestuur. Yoor bet loopende vereenigingsjaar worden als Leden beschouwd zij, die op of vóór den 15n December van het vorige jaar niet hebben bedankt.
ö' Art. 9, te lezen:
„De Schaakvereenigingen dragen jaarlijks aan de Bondskas bij, behalve f 1.50 waarvoor zij voor haar archief het Reglement van den Bond, ver. gadering-oproepingen en het Bondstijdscbrift ontvangen, f 1.50 voor ieder Lid harer vereeniging en f 0.25 voor ieder nieuw Lid ter verkrijging van een Bondsreglernent voor dit Lid."
(Terder gelijk aan het door het Hoofdbestuur voorgestelde. Zie II art, 9, 2e, 3e en 4e alinea).
H. Art. 10, te lezen:
„Eere-Leden van Schaakvereenigingen worden ten opzichte van den Bond als „Afdeelings-Leden" beschouwd."
Wijzigingen, door het Buitengewoon L voorgesteld in Hoofdstuk VI van het Re
Art. 37, te lezen: | ...in drie klassen, n. 1. Hoofdklasse, le Klasse I en 2e klasse.
Art. (nieuw).
De le en 2e klasse worden door loting gesplitst in groepen van hoogstens 6 spelers; de wedstrijd wordt zoodanig geregeld, dat elke groep in 2 dagen heeft afgespeeld.
Voor iedere groep worden 2 prijzen beschikbaar gesteld; de grootte der inleggelden en die der prijzen worden door het bestuur geregeld.
Art. (nieuw).
Voor iedere klasse wordt beschikbaar gesteld een Lere-medaille, voor den eersten-prijswinner.
Bij verdeeling in groepen, kampen de eerste groepwinners oin de Eere-medaille van de klasse, waartoe zij behooren.
Wordt een partij remise, dan wordt er nog
I-

Art. 11.
(Gelijkluidend met dat van het Hoofdbestuur. Zie H art. 11.)
J-
Art. 12.
Te lezen in plaats van „en een Commissaris voor Materieel" — „« een Bijzitter".
K.
Art. 13
„Uit de gewone leden" te vervangen door — v"'t de Afdeelings- en Rerktstreeksehe Leden".
En verder van L—X alles gelijkluidend met het door het Hoofdbestuur voorgestelde, metdien verstande, dat het in overeenstemming zij met het voorgestelde door „Staunton". NOTA.
Wanneer in het door „Staunton" voorgestelde sprake is van „Schaakvereenigingen" wordt zulks bedoeld als in art. 4 dezer voorgestelde wijziging is aangegeven.
Toelichting.
De bedoeling van deze voorgestelde wijziging is, om de Afdeelings-Leden als hoofdzaak en de Rechtstreeksche Leden als bijzaak te beschouwen. Bij aanneming van deze voorstellen zullen de bestaande Rechtstreeksche Leden van „Staunton" overgaan als Donateur, terwijl vrij zeker meerdere Leden, tot stijving van de Bondskas, dit voorbeeld zullen volgen.
De afgevaardigde ter Algemeene Vergadering zal deze voorstellen breedvoeriger toelichten.
Namens het Buitengewoon Lid „Staunton", De Secretaris: BAETENS.
id van den Ned. Schaakbond „Staunton" glement.
een partij gespeeld; is ook deze remise, dan wordt er geloot.
De medailles moeten op twee achtereenvolgende, door den Bond uitgeschreven groote wedstrijden worden gewonnen, om eigendom te zijn.
De eigenaars der Eere-medailles zijn verplicht, in een hoogere klasse van spelers voor de groote Bondswedstrijden over te gaan, indien dit ten minste mogelijk is.
Zij, die voor het eerst winners der Eere-medaille zijn, zijn verplicht deze medaille drie dagen vóór den volgenden wedstrijd aan den Secretaris van den Bond in te zenden; ook stellen zij ƒ10 cautie, voor eventueel verloren gaan of beschadigen.
Toelichting.
Het doel van den jaarlijkschen wedstrijd is zeker, een groot aantal liefhebbers met elkaar

l 3&
te doen schaken; en daarvoor is het beslist nood- den, en daardoor de bloei van den Hed. Schaakzakelijk, dat de wedstrijd zoo kort mogelijk dunrt. bond zal worden bevorderd.
Terwijl elke speler tot dusver gedwongen werd, Daarom stelt „Staunion" voor, dat bij aanneming tot het laatst te blijven (dat wil zeggen 5 a 6 da- reeds dit jaar de wedstrijd volgens de nieuwe gen) zullen de verliezers nu reeds na twee dagen bepalingen zal plaats hebben; terwijl aan het Bezijn afgespeeld. stuur het recht wordt toegekend, bij eventueele
De wedstrijd te Amsterdam heeft opnieuw bc- moeilijkheden te beslissen. wezen, dat een speler, die den len prijs won in de 2e klasse, daarom nog niet kan meespelen in de Namens het Buitengewoon Lid „Staunton", le klasse. Hft Bestuur:
Worden deze voorstellen aangenomen, dan is H. B. VAN RHIJN, „Staunton" overtuigd, dat het aantal deelnemers Waarnemend Voorzitter. aan de jaarlijksche wedstrijden grooter zal wor-
Aan hen, die wenschen deel te nemen aan den Grooten
Bondswedstrijd te Utrecht
Het Hoofdbestuur kan tot zijn leedwezen de bepalingen voor dezen wedstrijd nog niet definitief bekend maken, daar het vooralsnog niet vaststaat, of er twee of drie klassen zullen zijn. De stemming ter Algemeene Vergadering over het voorstel-„Staunton" betreffende de regeling van den Jaarlijkschen Grooten Wedstrijd (zie Blz. 137 en 138) zal hier de beslissing moeten brengen.
Wordt het bedoelde voorstel, geamendeerd of niet, door de Algemeene Vergadering aangenomen en besluit zij tevens, den wedstrijd dit jaar nog op de voorgestelde wijze te regelen, dan zal het Hoofdbestuur een voorstel tot regeling van prijsbedragen en inleggelden ter tafel brengen, en de Vergadering machtiging vragen, de verdere détails vast te stellen.
Valt daarentegen het meergenoemde voorstel, en zal er dus dit jaar als vroeger in twee klassen worden gespeeld, dan zullen de bepalingen in hoofdzaak overeenkomen met die van den Leidschen Grooten Wedstrijd (1896). De prijsverdeeling volgens Sonneborn—Berger echter stelt het Hoofdbestuur zich voor, te doen vervallen, en weer terug te keeren tot het vroeger gebruikelijke systeem. Nu verzoekt het Hoofdbestuur:
i°. hun, die dit jiar wenschen mee te spelen in de 2e klasse, zich uiterlijk op den 6den Augustus bij den Bondssecretaris schriftelijk aan te melden. (Voor 2e klasse-spelers zal het geen invloed hebben, of er twee of drie klassen zullen zijn. Zie het voorstel-„Staunton".)
2°. hun, die zich dit jaar voor de ie klasse dachten aan te geven, zich eveneens uiterlijk op den 6den Augustus bij den Bondssecretaris schriftelijk aan te melden, met nadrukkelijke bijvoeging echter, of men — zoo er in 3 klassen gespeeld wordt — in de „Hoofdklasse" dan wel in de „Eerste Klasse" wenscht mede te dingen.
Ten slotte noodigt het Hoofdbestuur hen, die denken mede te spelen, met aandrang uit, ditmaal toch vooral de Algemeene Vergadering bij te wonen.
Problemen.
Redacteur: L. N. DE JONG, te Oude-Wetering.
N".B. Verzoeke beleefd problemen, oplossingen en andere bijdragen, tot deze rubriek behoorende, aan den redacteur te adresseeren.
*No. 465. J. J. Colpa, te Leiden.

*'No. 466. J. van Dijk Az , te De Lier.
Mat in 2 zetten.
*No. 467. J. van Dijk Az., te De Lier.
Mat in 2 zetten.
*No. 468. J. van Dijk Az., te De Lier en J. Van Beek, te Naaldwijk.
Mat in 2 zetten.
*No. 469. A. van Eelde, te Deventer.
Mat in 2 zetten.
*No. 470. L. Benima, te Winschoten.
Mat in 2 zetten.
Mat in 3 zetten.
*No. 471. L. Benima, te Winschoten.

Mat in 3 zetten.
*No. 473. M. J. de Jongh, te Amsterdam.
*No. 472. J. J. Colpa, te Leiden.
Mat in 3 zetten.
No. 475. E. B. Schwann, te Londen. („Münch. N. N.")
Mat in 3 zetten. •
No. 474. M. Lissner, te New-York.
(Ie Prijs „Birmingham Daily Post".)
Mat in 3 zetten.
No. 476. E. Enderle, te Londen. („Münch. N. N.")
Mat in 3 zetten.
Mat in 4 zetten.

i4i
Oplossingen der Mei-problemen.
441.' i. Da3 enz. 442- t. Da2 enz. 443. i. Dli2 enz. 441.2 i. Dh3 enz. 445 i. Dh8 enz. 446 :i i. Dei enz. 447. i. Tes enz. 448.' i. ds, Ta6; 2. Pbó enz.; I" , anders; 2. Daif enz. of eerder mat. 449. j. Kb7, LC7 speelt; 2. f4-)-enz.; 1. —, K speelt; 2. Lf6(f) enz. of eerder mat; 1. —, g5; 2. Pdyf enz. 450. 1. pC4, Kf5! 2- Le2! enz.; 1. — Kf3; 2. Pe5t enz.; 1. —, Kd5 of d3; 2. Lg2f enz.; 1. , Pbi speelt; 2. Pd2f enz. 451. Drie oplossingen: 1. Pe4 (auteurs), 1. Deóf en 1. c7. 452. 1. Pd2, h5; 2. Da8, d3; 3. b4 enz.; 1. _; 2. anders; 3. Pc4f of eerder mat; 1. —, d3 ; 2. Daif, Kd6:; 3. Das enz-, i- —, Kd6:; 2. Pc4f, K speelt; 3. Db7 of a8 enz.; 1. —, Kf6:; 2. Df3f, K speelt;' 3- Dg3f of eerder mat.
Goede oplossingen ontvingen wij van : A. Korst te Bergen op Zoom (alle), H. Mendes da Costa te Amsterdam (alle, behalve 446 en 449), A. van Eelde te Deventer (alle, behalve 452), J. IV. Krol te Rosmalen (alle tweezetten, behalve 444 en 446), H. H. van der Goot te Harich (alle), /. /. Colpa te Leiden (alle), P. Moonen te Venlo (alle, behalve 4.41 en 446), W. van Kooy te Voorburg (alle, behalve 449, 450, 451 en 452), A. Okkinga te Dronrijp (alle), M. J. de Jongh te Amsterdam (alle).
Correspondentie.
L. B. te W. Zeer dankbaar zijn wij voor de ons gezonden driezetten, waarvan echter de niet geplaatste wat den stand betreft, onmogelijk is, daar Zwart 6 maal moet hebben geslagen en slechts 3 AVitte stukken niet op het bord staan. Voor verdere zending houden wij ons aanbevolen.
S. K. te L. No. 436 is volkomen correct. Het is uw aandacht ontgaan, dat het paard door Lf5 gebonden is en dus op den eersten zet niet kan spelen. De matzet na L X D is Pc5!
De Jury van den Probleemwedstrijd bericht, dat, indien de in dit nummer geplaatste correct blijken, in het geheel 25 correcte tweezetten zijn ingezonden, dat haar oordeel zoo spoedig mogelijk zal verschijnen, en dat in het volgende nummer de volgende wedstrijd voor deze rubriek een aanvang zal nemen. Tevens wekt zij heeren componisten op, ook in de afdeeling drie- en vierzetten zooveel mogelijk hunne krachten te beproeven, opdat deze rubrieken niet geheel ten achter raken bij die der tweezetten.
Verbetering.
In het probleem van Steiner op bladz. 100 moet Lb8 op a8 staan. Dat dit probleem een tweezet is en dat van Von Gottschall een driezet, zal de opmerk1) 1. DC3 gaat niet na Les! 2) 1. Dhi gaat niet na KC3. 3) 1. Da7 gaat niet na Td2 : 4) De Heer A. Korst te Bergen op Zoom herinnert aan No. 562 in American CAess-Nuts -aan S. Loyd, waar de eerste zet — meer in overeenstemming met de afwikkeling )— ba8 : P is. De stand is verder dezelfde. Heeft de auteur sjins bedoeld, een verbetering te geven met het oog op het nemen van een stuk bij den eersten zet ? Dan had toch zeker een meer volledige omwerking moeten plaats gehad hebben!
zame lezer zeker reeds hebben gezien. In No. 463 is het paard verdwaald, waardoor meerdere oplossingen mogelijk zijn. Het moet op g4 staan.

Probleemcompositie.
(Vervolg van bladz. 100.)
Wij willen onze opmerkingen over het offer besluiten door enkele gevallen na te gaan van een — wat wij zouden willen noemen — stil aangeboden offer. Hieronder verstaan wij niet een zonder schaak in het algemeen, maar alleen een offer van een gedekt stuk, door de dekking weg te nemen.
Hier echter doet zich ten opzichte der waardeering van zulk een offer een groot verschil voor in de levende partij en in de problematiek. Daar toch zal een ieder het zeer schoon vinden, als b.v. een paard, gedekt door de dame en aangevallen door een stuk van de tegenpartij, door het verzetten der dame zonder dekking komt te staan en dus door het vijandelijk stuk kan worden genomen zonder dat dit weder en prise komt. In een probleem doet het en prise staan van stukken niets ter zake, omdat, daar alles slechts in een paar zetten moet afgehandeld zijn, voor de gewone partijcombinaties toch geen tijd is. Alleen als de zwarte koning een stuk aanvalt, heeft het wegnemen der dekking beteekenis, ja, dan is zulk een offer dikwijls van meer beteekenis dan het altijd eenigszins ruwe drijven van den koning, omdat daardoor vluchtvelden worden geopend. Komt hierbij, dat een dreigende stand wordt opgeheven, een aftocht-schaak b.v. of dat tevens het dekkende stuk en prise komt, of twee vluchtvelden den koning worden geopend, dan is zeker dit stille offer tot zijn volle hoogte gebracht. In No. 16 geeft den Hertog hiervan een schoon voorbeeld. Met looper en paard is deze schaakgedachte altijd gemakkelijker te construeeren, dan met looper en toren, zoodat van de laatste soort niet vele voorbeelden zijn te vinden in de probleemliteratuur.
Daarentegen is een toren, gedekt door een paard en met den eersten zet en prise gebracht, met het oog op de constructie geen aanbevelenswaardig thema. Al wordt dan toch een stuk geofferd en den zwarten koning een vluchtveld geopend, er is geen wikken en wegen der positie noodig, om het probleem correct te maken, dus ook niet bijzondere vaardigheid in het construeeren.
Wij onthouden ons ditmaal van het verduidelijken van onze bedoeling door diagrammen, in de eerste plaats omdat zulk een stil aangeboden offer vrij dikwijls voorkomt, vooral het bekende torenoffer, maar aan den anderen kant, omdat waarlijk uitstekende voorbeelden slechts zeer spaarzaam zijn. Hier is nog een arbeidsveld voor den componist, waar hij met gerust hart zijne krachten op kan beproeven zonder vrees voor een mogelijk plagiaat. Vooral als een aftochtschaak dreigt en het in hinderlaag opgestelde stuk wordt verwijderd, is een dankbaar onderwerp.
143
De wedstrijd te Dordrecht. (27 Juni 1897.)
Voor de ijte klasse hadden zich aangemeld de H.H. J.J.Speet. C. T van Ham P. C. Aalhuizen, G. J. v. d. Stouwe, H. Vink, B. D. Hartong, J. J. A. de Koning en H. D. B. Meijer, de laatste om het getal even te maken.
De uitslag was:
I. Speet, II. de Koning, III. Aalhuizen, IV. v. d. Stouwe (de beide laatsten na loting.)
Deelnemers iti de 2de klasse: de H.H. N. Roodenburg, A. H. Wulfraat, A. J.Ltltterbach, P. J. de Man, A. C. Splinter, B. Boomsma, H. 't Hooft, J. M. Schnitzler, F. G. Dijkman, J. F. Boekholt, A. H. de Vos, H. F. Onderwater (introducé).
Uitslag:
I. Boekholt, II. Roodenburg, III. Splinter (na loting), IV. H. 't Hooft, V. Dijkman (na loting), VI. Lütterbach.
Eenigszins verwend door de groote opkomst te Arnhem en te Delft, viel mij het aantal deelnemers te Dordt (19) niet mee, maar de warmte zal daaraan wel e grootste schuld gehad hebben. Het was er anders recht gezellig en door de nieuwe regeling kon er zonder overhaasting gespeeld worden.
Door de goede zorgen van den Heer Roodenburg, Secretaris der Dordrechtsche - chaakclub, waren tal van kunstvoorwerpen uitgestald, waaruit de prijswinners eene keuze mochten doen. De eerste prijzen in beide klassen waren door de Dorrechtsche Schaakclub aangeboden, terwijl door een milden anonymus, J. A. H. S., te Dordrecht, een fraaie prijs beschikbaar was gesteld voor „brilliancy." Dezen heb ik, na overleg met den Hoofdredacteur van het Tijdschrift, gemeend te moeten toeennen aan den Heer J. F. Boekholt, te Delft. De bekroonde partij volgt hieronder. e
Zoowel aan de Dordrechtsche Schaakclub als aan den schenker van den brilliancy-prijs onze dank voor de stoffelijke bewijzen hunner sympathie voor den Bond !
„ DE BONDSSECRETARIS.
* •d - Dordrecht, 27 Juni 1897.
(Bekroond als de relatief beste der partijen, die mededongen naar den brilliancypnjs, uitgeloofd door den Heer J. A. H. S., te Dordrecht.)
Wit: J. F. Boekholt.

Zwart: A. H. de Vos.
Centrum-gambiet.
1- e . 4 65 I0 - S4 P f6
2 - «4 ed4: 11. Ld2 Dej
3' 4: Pc6
4 De3 b6
5- Eb7
6PC/ Pf6
12. 0-0-0 0-0-0
13. p f3 K b8
i 4 . es P e 8
15- Pd5 D f8
19. La6 L a2 :
20. P e5 L e6
21. P c6| Ka8
22. P d8: ds
23. Df 3 P f6
24. Pe6: fe6: 1' n 4 Lcs
16. Lc3 Pej: 25. T hei P e4 ' ^ ^5
17- E 65: E ds : 26. T e4; Opgegeven, 9- Dh 3 g<5
18. Lh8: Dh8 :
144
Binnenland.
Ons overzicht van schaakgebeurtenissen in Nederland is ditmaal al heel kort. Geen wonder, voor de schakers is het nu „het kwade seizoen."
Het eenige berichtje, dat we buiten het verslag van den Dordrechtschen wedstrijd kunnen opnemen, is dit, dat Van Lennep weer voor eenigen tijd in het land is en de twee eerste partijen van een match met D. Bleykmans gewonnen heeft.
Buitenland.
ST. PETERSBURG. — Den 5den Juni 11. had in het Velodröme te dezer stede eene schaakvoorstelling met levende stukken op groote schaal plaats. Elk stuk was door een groep van 3 — 7 personen vertegenwoordigd. l)e schaakmeesters Schiffers en Tschigorin hadden zich met de leiding belast. Gespeeld werd de 13e partij van de laatste match tusschen genoemde meesters, tot en met den 24sten zet van Wit.
Tschigorin (Zwart).

In de matchpartij speelde Tschigorin in nevenstaande stelling 24. ..., b6 ? en overzag een prachtig mat in 5 zetten, dat in de partij met levende stukken werd opgenomen :
24 T h8 — hi f!
2S- P g3 X hi L e5 —-112 !!
26. K gi x I12 T d8 — h8 f
27. K I12 — g3 P e7 — f5 f
28. Kg3 — f4 T h8 — h4 +
Schiffers (Wit).
BERLIJN. — Het Internationale Meestertornooi, dat de „Berliner Schachgesellschaft" reeds sinds lang zich voorstelde uit te schrijven, zal waarschijnlijk op den isten September a. s. een aanvang nemen. Het officiëele programma zal eerstdaags verschijnen. De iste prijs zal minstens 2000 Mark, misschien wel 3000 Mark bedragen. Het comité bestaat uit de HH. Bierbach, Cordel, Walbrodt en Heyde, den hoofdredacteur van „Deutsches Wochenschach." Daar er echter sprake van is, dat Bierbach tot herstel zijner gezondheid naar Italië zal moeten gaan, is voor dat geval Ranneforth reeds als zijn plaatsvervanger aangewezen. Lasker, die op 't oogenblik aan de universiteit te Heidelberg wiskunde studeert, zal te Berlijn niet meespelen, tenzij hij vóór het begin van het tornooi kan promoveeren.
WEENEN. — De beide schaakclubs alhier hebben zich onlangs met elkander vereenigd.
Op het initiatief van Max Judd heeft een wedstrijd plaats gehad, waaraan 8 *
145
meesters deelnamen. (Neemt het bestuur van de Weener Schaakclub het met 't toekennen van den meestertitel wel zoo nauw als de comité's der internationale tornooien ? Red.) De uitslag wordt door onderstaande tabel veraanschouwelijkt.
Namen der deelnemers.
Schlechter (iste prijs)

Schlechter. Judd. Marco. Fahndrich. „Eden". Wolf. Hamlisch. Mandelbaum. Totaal.
Judd (2de prijs) t j j sVs
Marco (3de prijs) i/s i/s — 1/3 i Vs i 1 | 5
Fahndrich (4de prijs)
„Jaap Eden" (pseud.)
Hamlisch
Schlechter schijnt dus dat eeuwige remismaken een beetje te gaan afleeren. Marco heeft Max Judd tot een match uitgedaagd.
LONDEN. — Op den vastgestelden datum (23 Juni) heeft het Internationale Schaaktornooi voor dames alhier een aanvang genomen. In 't geheel zijn er nu zes prijzen (£60 — £10) uitgeloofd, benevens vier door Mej. Eschwege geschonken consolatieprijzen, bestaande in gouden Jubileums-medailles. Bovendien stelde Baron Rothschild een brilliancy-prijs van £10 (volgens een anderen berichtgever £20!) beschikbaar.
Mevr. Showalter en hare plaatsvervangster Mej. Foott trokken zich terug. Mej. Hooke heeft nu het twintigtal weer vol gemaakt.
Hier volgt de stand van den wedstrijd na de 14de ronde. (Mej. Finn trok zich na de 10de ronde terug, en van Mej. Thorold heeft ons de score tot dusver niet bereikt.)
N. B. De cijfers tusschen haakjes duiden het aantal partijen aan, die door de resp. deelneemsters nog moeten worden beëindigd.
Mevr. Berry 8"s.
Mevr. Bonnefin 9.
Mej. Eschwege sV2
Mevr. Fagan ioi/2 (t).
Mej. Field 7V3 (1).
Mej. Hooke 8.
Mej. Mtlller—Hartung 3i/2
Mej. Rudge 111/2 (2).
Mevr. Sidney 7 (i),
Mevr. Stevenson 1.
Mej. Forbes—Sharp 31/3 (1). Lady Thomas 6 (2).
Mej. Fox 6V2 (3).
Mej. Gooding 8i/2
Mej. Hertzsch 51/2-
Mevr. de la Vigne 2.
Mej. VVatson 71/3.
Mevr. Worrall 91/2 (2).
Vermoedelijk komen wij in ons volgend nummer op dezen wedstrijd terug,
Eindspelen.
Eindstelling eener voor korten tijd te Riga gespeelde partij.
A. S. Stepanofif (Zwart).

TS. N (Wit).
Er volgde: 1 Pe2f 2. Kh2, Dh3 :f!
3. gh3:, Tli3 4. Kg2, Pf4f 5. Kgi, Lf3!! 6. De7:f, Kg8 7. Dd8f, Kh7, en Wit abandonneerde, daar het mat niet meer te pareeren is. *
Eindstelling eener onlangs te St. Petersburg gespeelde partij (na den i8den zet van Zwart):
L. N. (Zwart).
Vorst Dadian van Mingrelië (Wit).
Er volgde een brillant slot:19. Ph6|!,
Kh8 20. Lg7:f!, Kg7: 21. f6f, Kh8 22. Oh5, Le6 23. Lh7 I)d6 24. Pf5, en Zwart abandonneerde.
In eene te Temesvar, in 1893 gespeelde partij ontstond na den 24sten zet van Zwart de diagram-stelling.
G-. Mayer (Zwart).
J. Kiss (Wit).
Wit besliste de partij op sierlijke wijze in zijn voordeel: 25. Tagiü, Pb2 : 26. Dh3, De7 27. Pf4, De4:f 28. f3, Dfs: 29. Pg6f, Kg8 en Wit annonceerde mat in 4 zetten : 30. Dh7 :f!enz. [Op 26. .., Dd7 zou gevolgd zijn: 27. Pf4, h6 28. Tg7 :!, Tg7 : 29. Dh6:f, Kg8 30. Pg6 en Wit wint.]
In eene onlangs te Amsterdam, in Café „Mille Colonnes" gespeelde partij ontstond de volgende merkwaardige stelling: (Zie diagram pag. 149.)
De laatste zet van Wit was Pgi — f3, gespeeld met het doel, do >r afruil het spel te vereenvoudigen, en zoo de kracht der beide vrij-pionnen „zur Geltung zu bringen". Zwart speelde nu echter r . . ., Dd8!en dwong daardoor detegenpartij tot opgeven, vgl. 2.Pe5:, Da5 2.Pd3,Td3:enz.
L Gans (Zwart).

N. N. (Wit).
Theorie. Spsiansclie partij.
r ' n f ' e »Deutsche Schachzeitung ' van Juni 1890 werd door Oberst H. Walter von Walthoffen eene interessante poging aangewend, om den gambietzet f7—f5 in de Spaansche partij een plaats te geven onder de correcte antwoorden van Zwart in die opening. De schrijver begon met te erkennen, dat fS als derde zet van Zwart met gaat, wegens de voortzetting 4. d3 Pf6 5. 0—0, LC5 6. PC3 d6 7. Lgs h6 8. Lf6 : Df6 : 9. Pd5 Dd8 10. b4 Lb6 rr. a4, welke aan Wit het iets betere spel verschaft. Daarna trachtte hij aan te toonen, dat na 3 a6 4. La4 de zet f5 een zeer sterk antwoord is; hetgeen C. von Bardeleben in genoemd blad (September 1890) bestreed op grond van de voortzetting, die ik verkort laat volgen4 f5 5- d4 ed4 : 6. e5 LcS 7. 0-0 Pge7 8. c3 ! dc3 : (d3 9. b4 I,a7 10. Dd3 o—o ix. Lb3f Kh8 12. Lg5 I16 13. Le7 : De7 : 14. Tfei met beter spel voor Wit) 9. U>3! d5! 10. Pc3 : Pa5 (d4 n. Pe2 Pg6 12. Pg3 h6 13. e6 Tf8 14. Dc2 met mooi aanvalsspel) 11. LdS : c6 12. Lb3 Ddi : 13. Ldi : Pc4 14. Le2 Le6 15. a3 I g6 16. Tei La7 17. Pg5 Lg8 18. LI15 of Ld3 en Wit staat iets beter.
Zeker in verband met het resultaat van bovenstaand onderzoek ziet men in de laatste jaren — o. a. ook 111 een paar partijen van den nationalen schaakwedstrijd te Amsterdam, in April jl. gehouden — na 1. e2 — e4, ^ — e5 2. Pgi — f3, Pb8 — c6 3- Lfi — b5, a7 — a6 4. Lbs — 34, f7 — f5 5. d2 — d4 in plaats van 5 ..., e5 X d4 den schijnbaar sterkeren zet 5 ..., f5 x e4 spelen Wit vervolgt hier het sterkst met 6. Pf3 X eS, waarop Zwart drie in aanmerking komende antwoorden heeft, nl. Pf6, Dh4 en Df6. »)
De gevolgen dezer zetten worden hieronder in 't kort opgegeven.
*) Aangaande 6 .Pes: zie onder de gevolgen van 6 Dh4.
6 Pg8 —f6
7. 0 — 0
Zwart moet nu wel spelen: hel of Ld6, daar hij zoo spoedig mogelijk tot de rochade moet zien te komen. A.
7 L f8 — e7
8. Pbl — c3 0 — 0
9. Tfl — el Le7 —b4
De eenige zet, 0111 het onmiddellijk verlies van een pion te voorkomen.
10. Lel — g5 Lb4 X c3
11. b2 X c3 Dd8 — e8
Steeds is Zwart in de onmogelijkheid, om zonder verlies den b- ot d-pion op te spelen.
12. Pe5 X c6 d7 X c6
12 bc6 : 13. f3 d5 14. Lf6 : Tf6 : 15. fe4 : dei : 16. De2 Lf5 17. d5 en wint pion c6 of e4.
13. f2—f3 Lc8 —f5
14. Lg5 X f6 T f8 X f6
15. f3 X e4 L f5 X e4
16. Ddl — g4 T f 6 — e6
17. L a4 — b3 L e4 — d5
18. Tel —e6, en_wint.
Lf8 —d6

8. Pbl — c3
Op f4 zou een denkbare voortzetting zijn : ef4: 9. Tfel (beter Pf3 :) f2f 10. Kf2 :
0-0 11. Lb3f Kh8 12. Pf7f Tf7 : 13. Lf7: DfS 14. Ll>3 Pg4-H" 15. Ke2 (Kgl Lh2:f 16. Khl Pf2f) Df2f 16. Kd3
Dd4 :f enz.
8 P c6 X e5
Op 0—0 volgt 9. Lb3f Kh8 10. Pf7f.
Ook is Pe5 : sterker dan L e5 :
9. d4 X e5 L d6 X e5
10. Pc3 X e4 0 — 0
Pe4 : is onjuist wegens 11. Dh5f en op 10 . .., b5 volgt: 11. Lb3 d5 12. Pf6 :f en wint den d-pion.
11. f2 —f4 P f6 X e4
12. Ddl — d5f
Ook f4 X e5 verschaft Wit het betere spel. 12 K g8 — h8
13. Dd5 X eö, en Wit heeft het betere spel, dreigende, met b4, Lb2 en f5 een sterken aanval op Zwart's rochadevleugel te openen.
II.
6

I) d8 — li4
7. ]j a4 — h3 P c6 X e5
Op Ph6 volgt 8. Lh6 : <^h6 : 9. Dg4 (Pf7 Lg7 10. Ph8 Ld4 : 11. 0—0 geeft
Zwart nog veel kansen) Dg4 : lü. Pg4 : Pd4: 11. Pf6| en 12. P e4 : Wit heeft nu het betere spel; op den Koningavleugel is dit voordeel beslissend.
De gevolgen van 7 . . ., Pf6 zouden zijn : 8. Pf7 Pg4 (Tg8 — of d5 — 9. Lg5) 9.
De2 l h2: 10. g3 (Lg5 P f3f) Dh3 11. De4:f Le7 12. Ph8 : en wint..
8. d4 X e5 L f8 — c5
9. 0 — 0 P g8 — e7
9 ., d6 wordt gevolgd door 10. Dd5 Pe7 11. Üf7f Kd8 12. Le3 enz.
10. Pbl — c3 Th8 — f8
Speelt Zwart nu d6, dan volgt 11. Le3 Lg4 12. Dd2 Td8 (0—0—0 13. Lg5) 13.
Pe4 : de5 : 14. Dc3 Ld6 15. Lg5 I)h5
16. f4 met het betere spel. De slechte stand van Zwart's Koning moet hem op den duur doen verliezen.
11. L cl — e3 L c5 X e3
12. f2 X e3, met het veel betere spel. III.
6
Dd8 — f6
7. D dl — e2 Pc6 X d4
Op Dfö volgt 8. g4 en op Pe5 :8. De4 : enz., terwijl 7 ., d5 onjuist is wegens
8. Pc6 : be6 : 9. Dh5f g6 (er is niet beter)
10. Dd5 : en wint.
8. D e2 X e4 P d4 — e6
9. L cl — e3 P g8 — h6
10. Pbl — c3 c7 — c6 11- 0—0—0, en Wit heeft de beste kansen.
Resultaat van dit onderzoek is, dat ook 5 f5 x e4 niet kan verhinderen, dat Wit het betere spel krijgt. De voornaamste nadeelen van het zwarte spel na dien zet bestaan in de groote zwakte van pion e4 en in de onmogelijkheid om, in de eerste zetten althans, den b- of d-pion zonder gevaar of verlies op te spelen. Daardoor komt Wit op zijn minst Zwart iets in de ontwikkeling vooruit. J. D. T.
Verschillende Partijen.
No. 424. Gespeeld in den Nationalen Schaakwedstrijd van „Staunton" te Groningen, den 28sten November 189C.
Wit: D. Bleykmans.
Zwart: J. J. R Moquette. (M. I. R. I).
<l4-0]»eiiiiig\
1• '12 — d4 e7 — e6 genden zet. Hij had moeten spélen : Lb7 9.
2. c2 — c4 d7 — d5 e4 (de6: l.o2: 10. Le4 Lhl: 11. Lhl:
Hier zou men ook e5 kunnen spelen. 0^j('4 : euz - — Overigens 3 Pbl c3 P p;8 f6 ^lac' Wit van het toen nog onbekende val, j letje weinig succes in den Groninger wedC ëP " strijd, daar hij juist de twee partijen verloor 5. e2 — e3 0 — 0 — deze partij en die tegen Jhr. A. E. van 6. L fl — d3 b7 b6 Foreest —, in welke hij er een pion door 7 L o-5 X f6 I e7 X f6 won. Het blijkt dan ook uit beide parö _ tijen, dat Zwart na het verlies van den c4 X do e6 X dö pion Wit's centrum voor langen tijd kan Dit is onjuist. Zwart overziet W it's vol- beheerschen.
9. D dl — h5 g7 — g6
10. D h5 X d5 c7 — c6
11. Dd5— 13
Eenvou liger lijkt me Dd8: Td8: 12. Le4, gevolgd door Pge2.
11 T f8 — e8 !
12. Pgl — e2 Dd8 — e7
13. 0 — 0 Lc8-b7
14. Ld3 — e4! L f6 — g7 !
15. Df3—g3 f7— f5
16. Le4— f3 P b8 — a6
17. a2 — a3 T a8 — d8
18. T fl — dl Pa6—c7
19. Tal — cl Td8 — d7
Om het zwakke punt c7 te versterken.
20. P c3 — a2
In aanmerking kwam ook Pe2—f4—d3
20 Pc7 —d5
21. Pe2 — c3 Lg7 — f6
Hier ware zeker beter: Pf6 22. Pb4 Pe4.
22. P c3 X dö c6 X d5
23. L f3 — e2 L f6 — li4
24. Dg3— f3 Td7 —d6
25. T cl — c3 f5 — f4
Eindelijk breekt Zwart door ; maar Wit heeft zijn antwoord gereed.
26. g2 — g3 ! fl X g3
27. h2 X g3 T e8 — f8
28. D f3 — g2 L h4 — f6
29. Tdl — cl
Er volgen nu heel aardige wendingen; de combinaties van beide kanten doorkruisen elkaar, totdat Wit zich zoodanig in een matcombinatie verdiept, dat hij er zelf het offer van wordt. Zie diagram.
29 D e7 — e6

Op Ld4: zou volgen 30. Tc7.
30. T c3 — c7 T d6 — c6 ?
Wel heel aardig, maar micder juist. Beter ware Tf7, gevolgd door Ld8.
31. Tc7 X b7
Wit maakt het zich te moeilijk. 3 L. Tlcö : Lc6: 32. Lei TdS (La8 33. Ta7 :) 33. Pb4 zou sneller winnen.
31 Tc6 X elf
32. Pa2 X cl De6 — c6
33. Le2 —c4?
Heel aardig, maar verkeerd. Wit moest spelen Lf3 TdS ! 34. Ta7 : of nog sterker
34. Ld5:f TdS: 35. Tc7 enz.
33 D c6 X c4
34. D g2 — h3
Wit had nu zijn winstkansen al moeten zoeken in l)fl; de tekstzet, een consequentie van Wit's vorige zetten, leidt tot remise.
34 D c4 X elf
35. K gl — g2 L f6 — g7
Op Tf7 volgt 36.1)e6 en op h5 36. Dd7. 36. D h3 — d7 T f8 X f2f !
He eenige zet, en die tot een bevredigend eenwig schaak zou geleid hebben, wanneer Wit de kluts niet was kwijt geraakt.
37. K g2 X f2 D cl — d2f
38. K f2 — f3 Dd2 — dl-j-
39. K f3 — f4 ? ?
Ken zelfmoord!

Ï51
39. ...... . D dl — flf
40. K f4 — g5 L g7 — ft>+
41. K g5 — g4 h7 — h5 ±
J. D. T.
Nog een paar opmerkingen naar aanleiding van de Wijzigingsvoorstellen van het Hoofdbestuur.
(Zie de aflevering van Mei 1897, Blz. 94 en volgende.)
De Heer J. Andriessen, Secretaris-Penningmeester der Afdeeling 's Gravenhage stelt voor:
„het Art. E (4 de alinea) en het nieuwe Art. V niet aan te nemen."
Dit voorstel werd als volgt toegelicht:
„Een gevolg van deze bepaling zou zijn, dat bijna alle Secr. -Penningmeesters der groote Afdeelingen bedankten, en geen ander Lid in hunne plaats zou willen optreden. — De bezorging van het Tijdschrift in eene groote stad is te bezwarend."
Wij kunnen ons best voorstellen, dat de Heer Andriessen opziet tegen het doen bezorgen van het Tijdschrift in eene stad als den Haag, en wij zouden ons ook met verwonderen, wanneer bij invoering van eene bepaling als de Heer A. bedoelt, verscheidene Afdeelings-bestuursleden bedankten.
Doch hier is een misverstand in het spel; en wij verzoeken allen leden, hier wèl nota van te willen nemen, ten einde op deze wijze vele tijdroovende explicaties te voorkomen.
De bedoeling van onze voorstellen is, voortaan geen afdeelingsleden meer aan te nemen, ook niet in bestaande afdeelingen. Uit voorstel X. (Art. 52) blijkt duidelijk ons plan, om voor hen, die thans lid zijn van den Bond, den toestand met te veranderen, eene wijziging betreffende het stemmen ter Algemeene Vergadering uitgezonderd. Volledigheidshalve behoort echter in het cursief gedrukte in Art. 52 (voorstel X) na de woorden „bepaling der contributie" ingevoegd te worden • „en de wijze van toezending van het Tijdschrift."
De door den Heer A. bestreden bepalingen in onze wijzigingsvoorstellen zien dus alleen op club-leden volgens het nieuwe reglement.
En ook hier is het niet de bedoeling, dat het Tijdschrift bij de leden der vereeniging wordt thuis bezorgd ; zij kunnen het zelf op de club komen halen ; wien dit niet bevalt, die betale / 0,30, en hij krijgt zijn Tijdschrift voortaan franco thuis.
Verder blijkt het noodig, nog even duidelijk de bedoeling aan te geven van ons voorstel D. De club, als „buitengewoon lid," betaalt alleen een jaarlijksche bijdrage van f 0.50 per lid, tot een maximum van ƒ10.—
F.lk lid der club betaalt ƒ1.25 per jaar (zie voorstel E.) Over deze bijdrage wordt bij elk club- lid in het bijzonder gedisponeerd door den Bonds- penningmeester. (Door coöperatie van schakers en de vereenigingen, waartoe ze behooren wordt zoo minstens eene reductie £ ƒ 0.75 per lid op de contributie verkregen.)
Ten overvloede herinneren wij eraan, dat volgens on/.e voorstellen de clubs (als buitengewone leden) geen stemrecht hebben, de club*leden echter wel (zie E, alinea 2 en 3.)
Wij vernamen, dat voorstel D door sommige leden zóó opgevat is geworden :
Eene club van bv. 30 leden betaalt ƒ 10 als Buitengewoon Lid, ontvangt het Tijdschrift voor haar archief, en daarmee uit.
Men kan toch niet meer.en, dat de leden van deze vereeniging tegen zulke voordeelige conditiën de rechten van clubleden krijgen. F.ii is het alleen om een exemplaar van het Tijdschrift voor de club te doen, dan zou men eenvoudig een der Leden rechtstreeksch lid van den Bond kunnen laten worden, en, op die manier ƒ7.50 uitwinnen.
Namens het Hoofdbestuur
H. J. DEN HERTOG, Onder-Voorz.

Laatste berichten.
LONDEN. — Het Internationale Schaaktornooi voor dames eindigde den 3den Juli 11.
Hier volgt een overzicht van den uitslag:
ie Prijs (£60): Mej. Rudge, van Clifton, met 181/2 punt. *)
2' Prijs (£50): Mevr. Fagan, van Londen, met 15V2 punt.
3' Prijs (£40): Mej. Thorold, van Bridlington, met 14 punten.
4C Prijs (£30): Mevr. Worrall, van Brooklyn, met 13 punten.
5e Prijs (£20): Mevr. Bonnefin, van Londen, met 12V2 punt.
6e Prijs (£ 15): gedeeld dpor Mevr. Berry, van Dublin en Lady Thomas van Southsea, ieder met 11V2 punt.
Consolatieprijzen (zie blz. 145 van deze aflevering): Mej. Field, van Londen (11 p.), Mej. Watson, van Hastings (10V9 p.), Mej. Gooding, van Cheltenham (ioVs p.) en Mevr. Sidney, van Brighton (10 p.)
De score van de overige dames was:
Mej. Hooke, van Londen: 10 p. Mevr. de la Vigne, van Londen: 4 p.
Mej. Fox, van Londen: 9 p.
Mej. Hertzsch: 8V2 P-
Mej. Forbes—Sharp, van Glasgow:4 p.
Mej. Frinn: 3V2 PMej. Eschwege, van Londen: 6 p.
Mevr. Stevenson, van Canada: 1 p.
Mej. MtJller—Hartung 5V2 p.
*) In 't geheel waren er 19 punteu te behalen. —
Correspondentie.
Aan allen, die nog niet voldeden aan het verzoek, door ons op Blz. 115 van de Juni-aflevering gedaan. — Tot 1 Augustus a. s. blijft de gelegenheid bestaan, uwe mededeelingen in te zenden. (Adres: Marnixkade 43, Amsterdam.)