Schaakmagazine 2015 - april

Page 1


Robin van Kampen: KNSB

Ik ben te sociaal voor topschaak

Schaakklokken Spelmaterialen

Wedstrijdformulieren en reglementen

CD’s

Leermethode van Wijgerden/Brunia Werkboeken

Voor clubs, scholen en de rest van schakend Nederland!

Club Schaakset Basic

Een plastic vouwbord met enkel verzwaarde stukken

Schaakpennen Ideaal als prijsje

Houten stukken

Magnetisch Reisschaakspel

Duidelijk en makkelijk mee te nemen

Schaakstukken

Ons assortiment schaakstukken is schier oneindig Stap 4 plus

Officieel orgaan van de Koninklijke Nederlandse

Schaakbond

Jaargang 122 • no.2 • april 2015

Hoofdredacteur

Martin Voorn

Aan dit nummer werken mee:

Alina L’Ami (foto’s)

Edwin Baart (foto’s)

Harry Gielen (foto’s)

Alex van Lanen (foto’s)

David Llada (foto’s)

Frans Peeters (foto’s)

Ab Scheel (foto’s)

Interview

Toernooien

Tomashevsky oppermachtig in Tbilisi 4

EK Jeruzalem: bijrol Nederlanders 13 Van Wely wint vierkamp Noteboom 29

Harry Szöke (foto’s)

Jeroen Bosch

Gert Devreese

Monique van de Griendt

Herman Grooten

Erik Hoeksema

Johan Hut

Alex van Lanen

Pascal Losekoot

Piet Peelen

Paul van der Sterren

Karel van der Weide

Redactieadres:

Frans Halsplein 5 2021 DL Haarlem Tel: 023-5254025

E-mail: schaakmagazine@schaakbond.nl Adreswijzigingen naar uw vereniging.

Sluiting kopij: 22 mei 2015

Bondsbureau KNSB:

Frans Halsplein 5

2021 DL Haarlem tel: 023-5254025

E-mail: bondsbureau@schaakbond.nl Internet: www.schaakbond.nl

Vormgeving & Lay-out: Interface Communicatie B.V., Ede www.ifcommunicatie.nl

Druk

Voorloper

Koninklijke BDU Grafisch

Bedrijf BV, Barneveld

ISSN: 1385-8807

Tomashevsky oppermachtig,

Anish Giri in middenmoot

In het vorige nummer sprak Anish Giri over zijn ambities voor 2015. “Ik wil graag een toptoernooi winnen” was een van zijn voornaamste verlangens. In februari kreeg hij de eerste kans om dit doel te bereiken bij het Grand Prix-toernooi van Tblisi, de hoofdstad van Georgië. Maar helaas, het werd een teleurstelling voor onze man. Met negen remises, een overwinning en een nederlaag kwam Giri niet verder dan vijftig procent. Jammer, want er had veel meer ingezeten. Giri begon uitstekend met een wat fortuinlijke overwinning op Peter Svidler, de veelvoudig Russisch kampioen. Svidler bereikte minder dan niets in de opening en hij moest zijn uiterste best doen om de stelling in evenwicht te houden. Net toen hij dat voor elkaar had, ontsnapte hem een verschrikkelijke blunder.

Svidler-Giri

1.Pf3 d5 2.d4 Pf6 3.c4 e6 4. Pc3 Lb4

De Ragozin-variant van het Damegambiet, dit voelt als een verstandige keus tegen Svidler.

Meestal kiest Giri het GrünfeldIndisch, maar dat speelt Svidler zelf ook met zwart en hij geldt als een nog grotere autoriteit dan Giri op dat gebied.

5.Da4+

Dwingt het zwarte paard naar c6, waar het de c-pion in de weg staat. Het nadeel van de tekstzet is ook duidelijk: de dame staat helemaal niet goed op a4 en moet zo snel mogelijk weer terug.

5…Pc6 6.e3 0-0 7.Ld2 dxc4 8. Lxc4 Ld6

rokade nog niet uitsluiten.

9…a6

Giri haast zich niet met e6-e5 en doet ook een nuttige wachtzet.

10.0-0

Toch maar terug naar normale structuren.

10…e5 11.Dc2!?

De standaard-reactie op e6-e5 is 11.d5 Pe7 12.e4, maar dan is 12…Lxh3!? 13.gxh3 b5 een interessante reactie.

11…b5 12.Le2 Lb7

Handhaaft de centrumspanning. Na 12…exd4 13.exd4 Pb4

14.Db1 Lb7 heeft wit het lastige zetje 15.a4!

13.a3 Te8

Het moment van de waarheid voor wit. Mag hij e5-e4 toelaten, moet hij slap ruilen op e5 of kiest hij voor het ambitieuze d4-d5? In alle gevallen staat zwart uitstekend, een duidelijk bewijs dat Giri de opening veel beter heeft behandeld dan zijn illustere tegenstander.

14.d5 Pe7 15.e4 c6!

Alles even logisch. Met de c-pion geblokkeerd richt zwart zich op het bevrijdende e6-e5.

9.h3

Een ongebruikelijke zet. Normaal is 9.0-0, en ook 9.Pb5 is nog bekend. Mogelijk wilde Svidler een opstelling met lange

Een Russische commentator merkte hier nog op dat de witte remisekansen nu veel groter zijn dan de zwarte winstkansen. De man heeft ongetwijfeld volkomen gelijk, maar drie zetten later heeft Giri het punt al binnen!

28.Dd8 Df5

Nu had wit rustig met 29.Kg2 de pion op f3 moeten dekken.

29.Da8??

De spijker op zijn kop. Het witte centrum moet meteen aan de tand gevoeld worden.

16.dxc6 Pxc6 17.Le3

Gericht tegen Pd4, maar Giri laat zich niet afbluffen.

17…Pd4! 18.Pxd4 exd4 19. Lxd4 Pxe4

Een vervelende stelling voor wit. Met het paard op f3 in plaats van op c3 zou er niets aan de hand zijn, maar nu staat zwart veel en veel actiever. Zo is 19.Tad1 Dg5! al heel lastig voor wit.

20.Lf3 Tc8 21.Tfe1 Pxc3 22.

Txe8+

Het alternatief was een defensief dame-offer met 22.Lxb7

Pe2+ 23.Dxe2 Txe2 24.Txe2 Tb8 25.Tae1 Dd7 26.Lf3. Svidler kiest na rijp beraad voor gelijk materiaal, maar met een verminkte pionnenstructuur.

22…Dxe8 23.Lxc3 Lxf3 24. gxf3 De6 25.Td1 Tc5 26.h4 Tc4 Verhindert dat wit krachtig kan centraliseren met 27.De4. 27.Dd3 Lf8

Dekt f3 en dreigt Td1-d8, maar Svidler heeft een duivelse finesse gemist.

29…Txh4! En ziek van zichzelf gaf wit zich gewonnen, na 30. Td8 wint zwart met 30…Db1+! 31.Kg2 Dh1+ en mat op de volgende zet.

Een ideale start voor Giri, zomaar een bonushalfje! Hij had hierna een paar goede kansen om deze plusscore verder uit te bouwen, maar zowel VachierLagrave als Jobava wist net op de been te blijven. Ook tegen toernooiwinnaar Tomashevsky zat Giri aan de goede kant van de remise.

Qua stijl heeft Giri wel wat weg van de grote Lev Poloegajevski. Poloe was van mening dat wit in de beginstelling zo goed staat dat hij niets bijzonders hoeft te doen om het punt binnen te halen – de winst is slechts een kwestie van techniek. Met zwart daarentegen speelde Poloe vaak messcherp, volkomen logisch vanuit zijn optiek. Wit heeft immers al groot voordeel dus

waarom niet met zwart een soort alles-of niets schaak? Zo is het ook een beetje met Giri. Met wit speelt hij heel omzichtig en koestert hij kleine plusjes, maar met zwart draait hij zijn hand niet om voor riskante openingen als het Koningsindisch of het Siciliaans. En in de zevende ronde bediende hij zich zelfs van het Hollands, om in ieder geval maar spel te krijgen tegen de supersolide Jakovenko. Problemen had Giri niet in deze partij, maar na een te scherpe winstpoging kreeg hij het deksel op de neus.

Jakovenko-Giri, zevende ronde

Stelling na 34.Kg2

Na 34…Pf7 35.Te1 Pd6 zou zwart niets te klagen hebben, maar Giri besluit – in wederzijdse tijdnood - met zijn toren de f-lijn te verlaten.

34…Td8?! 35.g4!

Uiteraard, de zwarte f-pion staat nu gepend.

35…Td2+ 36.Te2 Td3

Ook na 36…Txe2+ 37.Lxe2 Pe4

38.gxf5 Pxc3 39.Ld3 Lf7 40.Tg4+ Kf8 41.Pg6+ heeft wit voordeel.

37.gxf5 Lf7 38.Te8+!

dreigt zijn hele damevleugel

kwijt te raken.

41.Pg6 Tb2+ 42.Kg3 Lxg6 43. fxg6 Tb3 44.Lf5 Txc3+ 45.Kg2

Txa3 46.h4 Ta2+?

Remise is nog 46…Pf3! 47.g7

Pxh4+ 48.Txh4 na Kxg7 en in het ergste geval moet zwart het beruchte eindspel van toren + loper tegen toren verdedigen.

47.Kg3 Ta3+ 48.Kg2 Ta2+

49.Kg3 Ta3+ 50.Kf4! Ph3+

51.Ke5

Zou Giri deze bevrijdende zet misschien gemist hebben in de vooruitberekening? Wit wint nu een pion.

38…Lxe8 39.Lxd3 c5 40.Tg4 Tb6

Het wordt nog spannend, wit

De witte stukken werken nu voorbeeldig samen en zwart is verloren.

51…Kg7

Of 51…Pf2 52.Tg2 Pd3+ 53.Kf6 Pf4 54.g7 Ph5+ 55.Kg6 Pxg7 56. Kf6 en wit wint.

52.Tg2!

Op weg naar d2 en d7.

52…Tf3 53.Td2 Pf4

Of 53…Te3+ 54.Le4 Txe4+

55.Kxe4 Kxg6 56.Th2! en het paard is ingesloten.

54.Td7+ Kg8 55.Txb7 Ph5 56. Le6+ Kf8 57.Kd6 en 1-0, wit domineert het hele bord.

Een ongelooflijke domper, waardoor een goed toernooi plotseling verandert in een kleurloos dertien in een dozijntoernooi. Nog één keer haalde Giri met zwart alles uit de kast. Ook tegenstander Mamedyarov liet zich niet onbetuigd en samen zorgden zij voor een waar spektakelstuk.

Mamedyarov-Giri, negende ronde

1.e4 c5

Geen Spaans of Russisch, maar een onversneden Siciliaan. Een duidelijk teken dat Giri – ook met zwart - op winst speelt!

2.Pf3 e6 3.d4 cxd4 4.Pxd4 Pc6

5.Pc3 Dc7 6.Le3 a6 7.Df3

Nog niet zo lang geleden speelde iedereen hier 7.Dd2, maar de

Pd7

Wauw, wat een stukoffer! “Mamedyarov laat een bom afgaan” ronkte een Russische website. In deze tijden van computer-voorbereiding zal Giri niet heel erg verrast zijn geweest, ongetwijfeld had hij deze moordaanslag thuis al uitgebreid met zijn engines bekeken.

9…f6

Een koel antwoord. Niet goed was 9…exf5 10.Pd5 Dd6 11.Lb6!

Pf6 12.Lc7 h4 13.Dxe5 Dxe5 14.Lxe5 Pxd5 15.exd5 met duidelijk voordeel voor wit.

10.0-0-0

Na 11.Pxg7+? Kf7! stokt de witte aanval.

10…exf5 11.Pd5 Dc6 12.Lb6 fxe4!

Beiden bekommeren zich niet om materiaal, initiatief is het enige dat telt. Na 12…h4 13.Db3 Ld6 (mogelijk nu Dxg7 niet meer

Het ziet er niet uit, maar misschien had wit hier met het trage 17.La5!? in het voordeel kunnen komen. Op 17…Pc5 volgt 18.Db6, en na 17…b6 18.Pxd5! werken alle tactics ook in wits voordeel. In plaats daarvan kiest Mamedyarov voor een liquidatie waarbij zo ongeveer alle stukken van het bord verdwijnen.

18.Pxd5 Pxd5

Interessant was 18…Le6 19.Lc4 met penning en tegenpenning. Een mogelijke afwikkeling is dan 19…Pxd5 20.Lxd5 Pxb6! 21.Lxc6 Lxb3 22.Lxb7, maar dit lijkt niet onaardig voor wit. 19.Txd5 Le6 20.Txd7+ Dxd7 21.Lc4 Lxc4 22.Dxc4+ De6 23.Dc7+ De7 24.Dc4+ De6 25.Dc7+ De7 26.Dc8 g6!

Giri: slechts 50%, ondanks kansrijke stellingen (Foto: Alina L'Ami)

Met de dreiging Lh6+. Door dit zetje kan zwart net op tijd zijn stukken in het spel brengen.

27.Le3 Lg7 28.Dc4+ De6

29.Dc7+ De7 30.Dc4+ De6 31.Dc7+ en remise.

En zo bleef Giri, ondanks al die kansrijke stellingen, steken op 5½ uit 11.

Bij de 27-jarige Rus Evgeny Tomashevsky lukte bijna alles. Op rating was hij een van de zwakste spelers in Tblisi, maar daar was achter het bord niets van te merken. Alles wat hij aanraakte veranderde in goud. Met 8 uit 11 werd hij onbedreigd eerste.

Hier in het westen is hij zo goed als onbekend, hij is gewoon een van die anonieme topgrootmeesters die op een goede dag van iedereen kunnen winnen. In 2009 werd hij Europees kampioen, in hetzelfde jaar won hij met Rusland goud op het WK voor landenteams. Met zijn brilletje, zijn studentikoze uiterlijk en zijn gezonde, positionele stijl staat hij in Rusland ook wel bekend als De Professor , zijn vader is trouwens écht professor. Evgeny was tijdens de WK-match tussen Gelfand en Anand (2012) een belangrijk onderdeel van Gelfands secondanteam. In Tblisi startte hij flitsend met 3½ uit 4.

In de derde ronde versloeg hij Alexander Grisjoek, de hoogste ratinghouder. Het begon als een zware, ondoorgrondelijke Koningsindiër, maar na een zet of twintig sloeg de vlam in de pan. Een partij ook die wel typerend is voor

Tomashevsky: vanuit een gezonde positionele basis probeert hij altijd zo scherp mogelijk op winst te spelen.

Tomashevsky-Grisjoek, derde ronde

Stelling na 19.Ta1

Een lastige penning voor zwart over de a-lijn. In aanmerking komt 19…c5!? zonder vrees voor 20.bxc5 Pdxc5 21.Lxc5 dxc5 22.Pb5 Lh6!

19…Tb8?!

Gaat uit de penning, maar dit maakt een kansrijk kwaliteitsoffer mogelijk.

20.Txa6! bxa6 21.dxc6 Pb6 22.Da1!?

Een vreemde beslissing. Waarom niet meteen 22.b5? 22…Dc7

Na 21…f5 22.gxf5 gxf5 23.b5 f4 24.Lxb6 Txb6 25.Txg7! (nog een kwaliteitsoffer) 25…Kxg7 26.Pd5 ziet het er somber uit voor zwart.

23.c5

Ziet af van het plan met b4-b5 en nu terecht, na 23.b5 axb5 24.cxb5 Ta8 25.Dc1 Le6 is de stelling hoogst onduidelijk. Met de tekstzet speelt wit op activiteit en wil hij de zwarte stukken terugdringen naar de onderste rij.

23…dxc5 24.bxc5 Pa8 25.

Da4

Aan zwart nu de zware taak om zijn stukken een beetje samen te laten werken. Wit heeft het relatief gemakkelijk: voor zijn paarden lonken er mooie velden op d5, d6 en b6.

25…Da7 26.Pc4 Le6 27.Ld3 Td8 28.Ke2?

Aangewezen was het sterke en voor de hand liggende 28.Pd6, nu had zwart zich los kunnen werken.

28…Pc7?

Grisjoek, gewoontegetrouw alweer in zware tijdnood, mist zijn kans. Na 28…Td4! 29.Lxd4 exd4 30.Pd5 Dxc5 staat zwart ineens aan het roer. Na de tekstzet kan wit de druk weer rustig verder opvoeren.

29.Pb6 Lf6 30.Lc4 Lxc4+ 31. Dxc4 Pe6 32.Pcd5 Lg7 33.Tf3 Te8?

MamedyarovTomashevsky, vierde ronde

Stelling na 30.f4

Een blunder die er direct een eind aan maakt. Na een taaie verdedigingszet als 33…Tf8 heeft wit geen directe beslissing. Zeker, wit staat mooi maar een duidelijk winstplan is zomaar niet aan te geven.

34.c7! Tb7

Ook 34…Pxc7 35.Txf7 is kansloos, net als 34…Tbc8 35.Txf7.

35.c8D Txc8 36.Pxc8 Tb2+ 37.Kf1 en zwart gaf op, hij staat een vol stuk achter zonder enige compensatie.

En soms zit het natuurlijk gewoon mee. In de vierde ronde wilde Mamedyarov de verrassende koploper koste wat kost tot de orde roepen, maar de Azeri ging te ver in zijn winstpogingen. Tomashevsky profiteerde dankbaar en nam een vrijwel onoverbrugbare voorsprong op de rest van het veld.

Wit dreigt met f4-f5 de zaak op te blazen, de zwarte reactie is gedwongen maar tegelijkertijd ijzersterk.

30…f5! 31.exf5 exf5 32.h3 Kh7 33.Kh2 Tb7 34.De2 Df7 Vakkundig speelt zwart om de loper op d6 heen. Die loper lijkt daar heel actief te staan, maar doet eigenlijk niets.

35.Td3 Dg6 36.Ted1 Tba7 37.Le5?! Nu kan zwart zijn paard omspelen naar c4, met 37.De3 had wit dat kunnen verhinderen.

37…Pa5! 38.De1

Neemt pion b4 op de korrel. 38…Da6

Met aanval op de toren op d3. Toch was ook 38…Pc4!? interessant met als rechtvaardiging 39.Dxb4? Pe3! en zwart wint. 39.Txa3 bxa3 40.Ld6 Dc8! Haalt tegenspel met De6 uit de stelling. 41.Tb1?

De zenuwen van Mameydarov begeven het, in vermeende tijdnood doet hij nog snel even een zetje – en dat is natuurlijk een hele beroerde. Na 41.Dg3 Pc4 42.Ta1 is er nog niets beslist. 41…a2! 42.Tb8 Dd7 en wit gaf zich gewonnen. Tegen 43…Da4 en 44…Pb3 is niets meer te verzinnen.

Samenwerking KNSB en Chessity: spelen wordt leren

De KNSB is een samenwerking gestart met de internet-start-up Chessity. Doel is het enthousiasme voor schaken op lagere scholen te vergroten en zo de basis te leggen voor een substantiële groei van het aantal schakers. Overal waar jonge kinderen door Chessity met het schaken in aanraking komen, is het enthousiasme bij leerlingen en onderwijzers groot. Dat bleek onder andere bij de demonstraties van Chessity die tijdens het Tata Steel Chess Tournament werden verzorgd in Wijk aan Zee, Velsen, Rotterdam en Den Haag.

Wat is Chessity?

Chessity is een online leermethode om spelenderwijs te leren schaken. Het bevat veel ‘gameelementen’ uit populaire games die een extra stimulans vormen voor kinderen om meer en beter te leren schaken. De methode past zich op allerlei manieren aan het niveau en de manier van leren van de speler aan. Dit gebeurt ‘onder de motorkap’, zodat de speler zich op de game kan concentreren, maar gaandeweg toch beter en sneller leert. Verder is voor trainers een leerlingvolgsysteem ingebouwd, waarmee zij de vorderingen van hun leerlingen kunnen volgen maar ook advies krijgen over de manier waarop de prestaties van individuele leerlingen kunnen worden verbeterd.

Chessity is in hoge mate ‘taalloos’ en is erop gericht dat mensen zelfstandig kunnen leren schaken. Het is platformonafhankelijk. Dat betekent dat het via elk gangbaar besturingssysteem werkt op desktop, laptop, tablet of smartphone.

De initiatiefnemers van Chessity

dat er iets hoeft te worden geïnstalleerd.

- Op school hoeft de onderwijzer(es) niet te kunnen schaken om te kunnen begeleiden.

- Op school kunnen kinderen elkaar helpen.

- Begeleiders en trainers kunnen via een ingebouwd leerlingvolgsysteem de vorderingen van iedereen volgen.

zijn Janton van Apeldoorn en Marcel Pruijt. Zij hebben de afgelopen drie jaar met hoofd ontwikkelaar Henk Kuyer en een team van zo’n twintig soft ware- en puzzelontwikkelaars, ontwerpers, content developers en schaaktrainers aan Chessity gewerkt. Onder meer Erwin en Alina l’Ami, Robert Ris, en Yochanan Afek maken deel uit van het Chessity-team. Chessity is al enkele jaren actief in het buitenland en richt zich sinds kort op Nederland.

Waarom gamend leren?

Eén van de pijlers van Chessity is het gamend leren. Waarom is voor deze speelse opzet gekozen voor het leren en trainen? Janton van Apeldoorn vertelt: “Tijdens een buurtfeest zag ik dat mijn dochter van 3 jaar voor haar leeftijd heel aardig stond te tafeltennissen. In eerste instantie verbaasde me dat, want waar had ze dat in hemelsnaam geleerd? Toen realiseerde ik me dat ze dat spel regelmatig op de Wii speelde. Deze spelcomputer past zich aan aan het niveau van de tegenstander. Op die manier worden spelletjes ook voor beginners leuk om te doen en worden ze er steeds beter in. Op dat moment viel bij mij het kwartje. Als ik mensen enthousiast wilde maken voor het schaken, moest ik de drempel om schaken te kunnen leren verlagen. Zo ontstond het idee Chessity, online spelenderwijs leren schaken.”

Wat zijn de voordelen van Chessity?

- Spelend leren. Schaken leren door een game te spelen.

- Taalloos leren. Hierdoor is het leren voor een grotere groep leerlingen motiverend en gaat het leren in de praktijk veel sneller.

- Het systeem kijkt zelf het werk van de leerling na en geeft directe feedback.

- Chessity leert de leerling kennen en past zich aan hem/haar aan.

- Iedereen kan op zijn eigen niveau oefenen, het programma werkt van beginner tot aan meesterniveau.

- Chessity werkt platform-onafhankelijk en werkt daardoor op alle soorten systemen zonder

Door het taalloos en gamend leren vormt Chessity een mooie aanvulling op de Stappenmethode die de KNSB gebruikt en waarop onze trainersopleidingen en Stappenexamens zijn gebaseerd.

Scholierenlidmaatschap met Chessity

De KNSB introduceert met Chessity een variant van het KNSB-scholierenlidmaatschap. Voor 250 euro krijgt een school 50 van deze lidmaatschappen. Dit geeft recht op het gebruik van Chessity en recht op deelname aan een online KNSBtoernooi voor schoolteams van het basisonderwijs in het vierde kwartaal van het jaar. Daarnaast geeft het recht op korting op het gebruik van Playchess en korting op deelname aan het scholentoernooi voor de groepen 3 tot en met 5. Verder krijgt de school een viertal bezoeken per jaar van een geselecteerde Chessity-KNSB-vrijwilliger, die de resultaten van kinderen kan analyseren, advies op maat kan

geven, en specifieke vragen kan beantwoorden. De KNSB gaat helpen bij het werven van deze vrijwilligers en zal ook bijeenkomsten voor deze trainers organiseren in samenwerking met Chessity. Hiermee hebben Chessity en de KNSB een zeer aantrekkelijk aanbod voor scholen samengesteld.

Wie worden de 25 eerste Chessity-KNSB-vrijwilligers?

Om succesvol scholen te werven en te begeleiden is de vrijwillige bijdrage van trainers cruciaal. In eerste instantie zijn Chessity en de KNSB op zoek naar 25 vrijwilligers. Chessity en de KNSB zullen deze trainers zorgvuldig selecteren en actief opleiden en begeleiden. Hiervoor is een viertal train-detrainer-pizzasessies georganiseerd op een centrale plek in het land. Wie hiervoor belangstelling heeft kan contact opnemen met het Bondsbureau van de KNSB: bondsbureau@schaakbond.nl of 023-5254025.

Kennis van schaken en didactische vaardigheden zijn voor de eerste 25 trainers van belang, maar een soepele omgang met ouders en docenten is eveneens een must. Bovendien is een geloof in de mogelijkheden die alle nieuwe middelen van toegang tot het internet bieden (het ‘cloud-denken’) een vereiste.

In de proeffase begeven wij ons deels op onbekend terrein en zullen daarom als dat wenselijk is processen en lesmethodes aanpassen. Ook zullen er investeringen in aanpassing van het programma worden gedaan waarvoor heldere en eerlijke feedback van de trainers noodzakelijk is. De vrijwilligers moeten daarom flexibel van instelling zijn en goed kunnen communiceren, ook via digitale media.

Chessity is een cloud-dienst die volledig platform onafhankelijk werkt. Belangstelling en enige feeling voor digitale apparaten strekt tot aanbeveling.

Dat leerkrachten en begeleiders op scholen vaak schaakkennis missen is geen enkel probleem. Chessity corrigeert het werk van de leerling zelf en Chessity heeft een krachtig leerlingvolgsysteem.

De rol van de Chessity-KNSB-vrijwilliger is om de leerkrachten en/of begeleider te helpen bij het begrijpen van het leerlingvolgsysteem. De kinderen die extra uitdaging nodig hebben of juist vast zitten in de opleiding worden zo met concrete adviezen verder geholpen. Ook zal de vrijwilliger uitleggen hoe schaken met Chessity kan worden ingepast in een les en welke vorm van begeleiding daarbij gewenst is.

Toekomst

Met de samenwerking richt de KNSB zich nadrukkelijk op de toekomst. In de toekomst zullen kinderen (en volwassenen) anders leren. Die ontwikkeling is al ingezet en zal alleen maar sneller gaan. Chessity en de KNSB verwachten met dit initiatief de groeiende belangstelling voor de schaaksport een extra duw in de rug te geven. Er liggen al plannen voor een verbreding en verdieping van de samenwerking, maar we gaan nu eerst voor de eerste 100 scholen.

Introductieaanbieding KNSB-leden

Ter gelegenheid van de start van de samenwerking maakt de KNSB het mogelijk om Chessity éénmalig aan te schaffen tegen speciaal KNSB-tarief. Dit introductieaanbod geldt voor alle leden van de KNSB en duurt tot 1 juni 2015. Tot die datum krijgen KNSB leden één jaar Chessity Premium voor 17,50 euro. Om van dit aanbod gebruik te maken kunnen KNSB-leden op de speciale actiepagina: http://www.chessity.nl/knsb gebruik maken

KNSB & Chessity samenwerking

Voor de samenwerking tussen de KNSB en Chessity zoeken wij 25 enthousiaste Chessity-KNSB-vrijwilligers

Taken:

De vrijwilliger begeleidt basisscholen bij het opzetten van schaaktrainingen met Chessity. De vrijwilliger kan zelf de schaaktrainer van een school zijn maar dat is niet noodzakelijk.

Profiel van de begeleider:

- Kennis van schaken

- Didactische vaardigheden

- Goede computervaardigheden

- Flexibele instelling

- Goed kunnen communiceren, ook via digitale media

- Goed kunnen omgaan met ouders en docenten

- Geloof in de mogelijkheden van “clouddiensten”

Opleiding en Certificering

De eerste 25 vrijwilligers krijgen een viertal geheel verzorgde trainingssessies (de KNSB-Chessity Pizzassies) op een centrale locatie in het land. Tijdens deze sessies

krijgen de vrijwilligers een opleiding in de omgang met Chessity. Er zullen enkele ervaren Chessity-trainers aanwezig zijn om van te leren. De vrijwilligers krijgen uiteraard gratis de beschikking over het Chessity programma.

Aan het eind van de periode zullen de vrijwilligers gecertificeerd Chessity-KNSBexpert zijn.

De eerste twee trainingsessies staan gepland op dinsdag 19 mei en dinsdag 9 juni.

Aanmelding en selectieprocedure

Bij de selectie van de 25 begeleiders zal niet alleen gekeken worden naar geschiktheid qua profiel, maar zal ook rekening worden gehouden met een goede geografische spreiding over het land.

Belangstellenden kunnen zich melden bij het Bondsbureau van de KNSB: bondsbureau@schaakbond of 023 5254025.

Robin van Kampen schaakprof af, gaat studeren

‘ Ik ben te sociaal voor het echte topschaak’

Robin van Kampen (20) zit straks drie jaar in het profschaak. ‘Ik heb nu bijna drie jaar aan een stuk geschaakt. Ik heb een heel leuke tijd gehad. Ik heb heel veel gereisd, veel nieuwe mensen leren kennen. Ik heb vast en zeker ook vooruitgang geboekt als schaker. Maar ik heb niet meer de motivatie om schaakprof te blijven en nog de 2700 elo te halen. Ik wil nu iets anders gaan doen.’

Ben je tevreden over het EK Individueel in Jeruzalem?

Nee, niet echt natuurlijk. Ik begon wel goed. Ik stond op +2 na vier ronden. Toen moest ik tegen Vitiugov en Bacrot, grootmeesters met meer dan 2700 elo, en tegen beiden speelde ik remise. En toen kwam het erop aan nog een partij te winnen. Dat is altijd moeilijk, iedereen speelt op zo’n toernooi zo solide mogelijk. Want zolang je nog op +2 of +3 staat, behoud je altijd kans om je nog te kwalificeren voor de World Cup. +4 is immers over het algemeen de norm voor kwalificatie. Maar daarna heb ik allemaal remises gehaald. Ik haalde 6,5 uit 11, met 7,5 had ik me kunnen plaatsen..

Was het je ambitie om je te kwalificeren voor de World Cup?

Ja, dat was een van de hoofdredenen waarom ik meedeed in Israël. Ik denk ook wel dat dat haalbaar was. Alleen zat het gewoon niet echt mee.

Waar heb je kansen gemist?

Ik heb in de vierde ronde een grote kans laten liggen tegen een Italiaanse grootmeester van bijna 2500 elo. Toen moest ik tegen die 2700-spelers waartegen ik niet zoveel winstkansen had. Maar later moest ik tegen een Israëliër van 2200: oké, die Kraus heeft dan uiteindelijk een GM-norm gehaald, maar ik stond in mijn partij tegen hem heel goed. Ja, ik heb dus een paar kansen gehad op méér, maar je moet die ook grijpen.

Je prestatie op het EK oogt opvallend solide. Je hebt van niemand verloren en negen keer remise gehaald. Zo kennen we je niet echt Ik zou het bijna een beetje toevallig

noemen. In wezen bén ik geen typische solide speler, denk ik. Toen ik op het EK mijn kwalificatiekansen al een beetje verspeeld had, stond ik in een van de laatste ronden ook ergens tussendoor verloren, maar wist ik die partij nog net te houden. Kijk naar het Tata-toernooi: daar haalde ik maar 3 remises op 13 partijen. Maar ik heb meer toernooien gehad waarin ik de ene remise na de andere speelde. In zulke toernooien gaat die rij remises me irriteren en ga ik in mijn partijen te hard pushen. Die reactie probeerde ik op dit EK te voorkomen. Ik praatte hier op mezelf in: hou er een beetje de moed in, blijf een beetje geduldig, want je weet maar nooit. Zodra je één keer wint met die +2-score ben je gelijk weer in de running

voor kwalificatie. Maar die ene winstpartij kwam er niet. Vóór het toernooi had ik nog gespeeld in de Israëlische competitie. En toen had ik gewonnen van Romanov (2630) en remise gespeeld tegen Sutovsky (ook 2630). 1,5 uit 2 tegen mensen van ongeveer mijn rating. Daarom had ik het idee dat ik best wel goed in vorm was. Ik ging ook goed van start op het EK. Ik begrijp dus niet zo goed waar die hele remise-reeks op het EK vandaan kwam. Op een gegeven moment begon ik wel te blunderen – misschien was ik te moe of zo – maar bij mijn eerste vier, vijf remises speelde ik geen slechte partijen. En bij die partijen was remise de normale uitslag. Maar daarna veranderde dat en was ik blij met remise tegen spelers waarvan ik normaal moet winnen. Zo stond ik in de laatste ronde een pion voor tegen Goryachkina, toen overzag ik een trucje en werd het toch weer remise. Zoiets gebeurt me niet zo heel vaak.

Speel je liever zoals bij Tata, 7 partijen gewonnen, 3 verloren, dan zo’n toernooi met allemaal saaie remises? Ik ben vooral iemand die altijd toernooien

won. Toen ik heel jong was, won ik altijd de NK’s bij de jeugd. En toen ik net begon met mijn professionele schaakcarrière wist ik een paar open toernooien te winnen, zoals Londen. Ik ben wel altijd iemand die óf het echt niet heel goed doet óf gewoon als eerste of gedeeld eerste finisht. Maar oké, sinds ik de grens van 2600 elo heb genomen lijkt het er toch op dat ik te solide speel in bepaalde situaties en misschien wel meer remises maak dan vroeger. Dat ik meer remises maak met spelers van mijn rating komt ook omdat ik nu meer een gevestigde waarde ben, omdat ze me respecteren. Sommige mensen die eerder van me wilden winnen zijn nu met een remise best tevreden. Maar over Wijk aan Zee: ik speelde daar in principe wel een goed toernooi. In Wijk aan Zee speelde ik ook leukere partijen dan hier in Jeruzalem. Maar er was ook een keerzijde: elke keer als ik in de running leek te komen voor de eerste twee plaatsen, verloor ik weer van een min of meer directe rivaal. Ik verloor van Navara, ik verloor van Shankland… Ik won op Tata dus wel veel wedstrijden, maar niet tegen de juiste mensen. Natuurlijk ben ik wel meer tevreden over Wijk aan Zee dan over Jeruzalem: ik scoorde daar een hogere TPR en heb daar ook interessanter schaak gespeeld. Maar helemaal perfect was Tata ook niet: elke keer als er een belangrijke partij leek aan te komen, was ik niet op de afspraak.

Ambities

Eind 2011 somde je een reeks ambities op in Schaakmagazine. Herinner je je die nog?

Euhm. Volgens mij wilde ik beter worden dan Smeets en l’Ami.

Ja. Dat zat erbij Wereldkampioen onder 20 misschien…

Nee. Daar had je het niet over Verder weet ik het niet meer. Ja, misschien over 2600 elo gaan.

Hoeveel?

Nou ja, ik bedoelde dat ik snel over 2600 wilde heengaan en vervolgens doorstoten tot 2700.

Je wilde het inderdaad beter doen dan Smeets en l’Ami (toen rond 2650). Je mikte resoluut op een rating van 2700. En je wilde op termijn top-drie van Nederland worden. Hoe kijk je nu als 20-jarige tegen die ambities aan?

Dat waren toen op zich goede doelstellingen. Oké, misschien is het niet zo verstandig te mikken op ‘ik wil het beter doen dan zus

of zo’. Het beter doen dan l’Ami of Smeets, bedoelde ik toen niet persoonlijk, ik bedoelde ermee dat ik het Nederlandse team wilde halen. Dat heb ik dan een beetje raar verwoord, maar het komt op hetzelfde neer. Wij zijn nu inderdaad de mensen die in het Nederlandse team meestal de lagere borden bezetten. Die ambitie heb ik dus waargemaakt. Ik wil niet zeggen dat ik nu veel beter dan die twee ben. Oké, op dit moment sta ik goed geklasseerd, met min of meer dezelfde rating als Smeets en iets boven l’Ami. Het cirkelt een beetje rond: soms staan zij boven mij, soms sta ik boven hen. Maar ik heb zeker niet het idee dat ik voor hen onder doe. Op één van de eerste NK’s na mijn middelbare school won ik van beiden, van l’Ami en van Smeets. In hetzelfde toernooi, dat zegt toch wel iets.

2700

Oké, 2700 halen is een ambitie die bijna alle schaakprofessionals hebben. Al vraag ik me af of die magische grens van 2700 überhaupt nog zo magisch is. Het is wel een hoge rating, maar er zijn nu zoveel meer mensen met 2700, vergeleken met drie, vier jaar geleden. Voor mijn gevoel ben ik zelf nooit echt dicht bij 2700 geweest. Op de Olympiade had ik op een bepaald moment misschien een virtuele rating van 2655 of zo, maar dat heb ik niet kunnen vasthouden. Ik zakte in dat toernooi terug naar 2643. Daarna speelde ik het WK onder 20 en dat ging heel slecht. Dat was een apart toernooi: ik had daar heel veel geld in gestoken (voor trainingssessies en zo) en er heel hard voor gestudeerd. Maar na die maand had ik amper nog een rating van 2600. Ik heb ook niet echt kunnen vechten voor de eerste plaats, terwijl ik vooraf toch tweede stond op de plaatsingslijst.

Kan je die 2700 nog halen? Nou, het is niet meer zo’n doel, eerlijk gezegd. Ik heb nu bijna drie jaar aan één stuk geschaakt. Ik heb enkele dipmomenten gekend. Ik heb in het algemeen zeker een leuke tijd gehad. Maar ik heb ook een beetje het idee dat ik nu iets anders wil gaan doen. Ik heb in die drie jaar misschien wel niet zoveel schaakprogressie geboekt als ‘men’ had gehoopt en ikzelf had gehoopt. Ik heb heel veel gereisd, veel nieuwe mensen leren kennen. Ik heb in het algemeen zeker niet slecht gespeeld. Ik ben in die drie jaar zeker vooruitgegaan als schaker. Zo heb ik de Olympiade kunnen spelen, ik heb op schaakvlak dus wel wat dingen bereikt. Maar ik denk tegelijk dat ik op dit moment niet de motivatie heb om nog echt schaakprofessional te willen worden en per se 2700 te willen halen. Daarom ben ik van plan om na de zomer te

beginnen met een universitaire studie. Dat heb je onlangs beslist?

Ja, dat heb ik min of meer op het einde van 2014 beslist. Daarna ging het in Wijk aan Zee op zich best goed, maar ook weer niet zo goed dat ik daar een nieuwe schaakmotivatie uit haalde. Het was niet goed genoeg om me te doen twijfelen aan die beslissing om te gaan studeren. Zelfs als ik daar de B-groep had gewonnen, weet ik niet of dat nog mijn beslissing zou hebben veranderd.

Heb je al in je hoofd wat je wil gaan studeren?

Ja, ik wil iets in de richting van business of economie gaan studeren in Rotterdam.

Je gaat schaken dus op een lager pitje zetten, je gaat er niet je leven van maken

Dat klopt, ja.

Daar heb je lang over nagedacht waarschijnlijk

Heel lang. Eigenlijk een paar jaar. (lacht) Na twee jaar als schaakprof heb ik al overwogen te gaan studeren. Ja, ik ben wel iemand die veel naar ratings kijkt. En toen ging het vrij slecht en had ik weer 20 ratingpunten verloren. Ik stond toen nog net op 2600. Eén van mijn beste vrienden uit Canada was in Nederland. Ik heb met hem toen wat gepraat over mijn schaaktoekomst. Hij zei: ‘Voor je echt wilt gaan studeren, denk er nog even goed over na. Je hebt nog het WK onder 20 in het vooruitzicht. Je weet dat je daar een kanshebber bent.’

Daarna gingen we naar IJsland om er de Reykjavik Open te spelen. Ik speelde daarvóór ook clubpartijen in de IJslandse competitie en toen won ik ineens in 2,5 week tijd 35 ratingpunten. Ik maakte een enorme ratingsprong. Ik speelde ook heel goed en ik amuseerde me ook in IJsland. Ik had daar heel veel vrienden om me heen, die meespeelden. Het was echt een heel leuke ervaring. Na IJsland vond ik dat mijn vriend uit Canada gelijk had. ‘Laat ik gewoon even doorgaan’. Toen ben ik weer wat harder aan schaakstudie gaan doen en toen liep het heel goed. Ik ben nu wel blij dat ik toen door ben gegaan met schaken. Ja, dat WK onder 20 zou uiteindelijk tegenvallen, maar ik heb het voorbije jaar nog best veel geleerd op schaakvlak. Maar nu ben ik weer een beetje op hetzelfde punt als een jaar geleden. Ik ben wel een betere schaker dan toen, maar nu wil ik echt gaan studeren. Ik heb niet echt die passie voor een goal, of een toernooi waar ik naartoe wil werken, iets waarvoor ik me nóg een jaar op schaken wil toeleggen. Want elke keer als ik beslis niet te studeren, zit ik in principe een jaar vast aan die beslissing.

Toch nog even het ambitie-lijstje van 2011 afwerken; je wilde op termijn top-drie van Nederland worden. Je staat nu vijfde op de ratinglijst. Hoe zie je het nu?

Top-2 is dan misschien eerder een doel dan top-3. Naar mijn mening ben ik nu misschien wel sterker dan Smeets en l’Ami, op een moment dat ik echt alleen maar met schaken bezig ben en mezelf serieus voorbereid. Maar misschien ben ik niet zo constant als een Tiviakov. Ivan Sokolov speelt niet zoveel meer, maar die staat in principe ook bovenaan. Dan heb je ook nog Loek (van Wely), van wie ik denk dat hij nog steeds de beste is van die drie. Die drie heb ik nog niet echt kunnen inhalen. Zou dat nog een ambitie voor me kunnen zijn? Ja, in principe wel. Aan de andere kant is die ambitie wel weer heel erg gerelateerd aan je rating. Dan zou ik een rating in de trant van 2670 elo moeten behalen. Er was een punt waarop ik dacht niet zover meer van zo’n rating af te staan. Nu heb ik niet het gevoel dat ik veel slechter ben dan die drie, maar ik kan mezelf ook niet echt top-drie van Nederland noemen. Ik ben in principe nummer 4 of nummer 5. Maar dat is zeker geen positie om me voor te schamen. Ik bedoel: zij zijn allemaal heel hun leven schaakprof geweest. Het was best een hoog gegrepen doel om top-3 te worden. Zeker omdat Anish (Giri) nummer 1 staat. Het is niet zo dat je zomaar ineens derde kan worden, derde is eigenlijk

meer tweede. Want de afstand tussen Anish en de rest is heel groot. Anish mag je eigenlijk niet meerekenen.

Is dat nog een ambitie, een keer Nederlands kampioen worden? Nederlands kampioen is een heel mooie titel, maar het is niet echt iets waar ik nu heel erg mee bezig ben. Op dit moment nog niet, maar wellicht is dat wel specifiek iets waar ik me later nog op wil storten. Ik ben Nederlands kampioen geweest in alle groepen bij de jeugd: onder 12, onder 14, onder 16, onder 20, ik heb al die kampioenstitels gepakt. Dan is die algemene NK-titel iets dat heel mooi in mijn lijstje resultaten past. De komende paar jaren zal ik me altijd nog wel plaatsen voor het NK. Dat is nog wel een toernooi waar ik nog een keer extra hard aan wil trekken, dat is een titel die ik nog wel wil pakken. Want om nu nog met dezelfde motivatie Open Toernooien te spelen als toen ik pas van school kwam… Toen was ik enthousiast: eindelijk kon ik overal ter wereld, waar ik maar wilde, gaan schaken. Want ik hoefde niet meer naar school toe. Ik vond het heel leuk om overal te spelen. Maar nu heb ik het gevoel dat ik aan iets nieuws toe ben.

Misschien heb je in die drie jaar zelfs te veel gespeeld

Dat zou best kunnen. Maar wat ik vooral moeilijk vind aan het bestaan van een

schaakprof: wat doe ik in de tijd waarin ik níet speel, níet met schaken bezig ben? De meeste van mijn vrienden zijn immers allemaal naar de universiteit gegaan en wonen niet meer in de buurt. Ik mis af en toe ook wel een beetje dat hele sociale gebeuren van naar school gaan en zo. Ik was altijd heel erg bezig met mijn vrienden van de middelbare school. Met schaakvrienden is het toch anders. Je ziet die wel op toernooien, maar daarbuiten, tussen de toernooien door, zoek je ze niet zo heel erg op.

Je schaakvrienden zijn minder goede vrienden dan je andere, echte vrienden? Nou, dat zeker niet. Leeftijdsgenoten als Anish en Benjamin Bok zijn altijd mijn beste vrienden gebleven. Bovendien heb ik door het schaken een aantal zeer goede vrienden uit het buitenland waar ik dagelijks contact mee heb. Het is heel leuk om bevriend te zijn met schakers over de hele wereld, maar soms ook best lastig, want we spelen af en toe tegen elkaar en zijn dan rivalen. Dat is toch een beetje apart. Ook heb je niet altijd tijd om gezellig met elkaar om te gaan als je elkaar op een toernooi ziet. Als je dan eenmaal weer thuis bent en vrij hebt, is het lastig om een biertje te drinken met vrienden die in Israël en Canada wonen. Als je naar de universiteit gaat heb je misschien meer vrienden die je wat vaker ziet, met wie je wat meer uitgaat en zo en waarmee je een sociaal leven uitbouwt.

Ben jij misschien iets te sociaal van karakter om een echte topschaker te kunnen worden?

Ja, dat weet ik wel zeker, ja. Ik heb in elk geval het idee dat die levensstijl andere professionele schakers een stuk beter ligt dan mij.

Misschien moet je wel individualist zijn en niet echt om mensen geven, om een echte topschaker te worden Dat is wel een beetje extreem geformuleerd. Het is wel zo dat ik veel mensen in het schaken gewoon niet echt sympathiek vind. (lacht) Niet zozeer uit Nederland. In Nederland valt het best mee. Met de andere Nederlandse grootmeesters heb ik best een goede verstandhouding. Maar je ontmoet ook schaakprofs uit Oekraïne, Polen, dat soort landen. Dat zijn over het algemeen geen mensen waarmee je een biertje wilt gaan drinken aan het einde van het toernooi. Als ik een toernooi speel is het heel belangrijk voor me of er vrienden meedoen aan dat toernooi. Anders vind ik het hele toernooi waarschijnlijk al meteen niet zo leuk. Aan de ene kant heb ik wel een topsport-instelling: ik wil heel

Ik ben zeker niet weg uit de schaakwereld (Foto: Frans Peeters)

goed spelen, ik bereid me heel goed voor en werk hard aan schaken. Ik heb altijd best veel gestudeerd, minstens vijf uur per dag. Anderzijds wil ik dat het gezellig is op een toernooi. Dat past niet helemaal bij elkaar: op een toernooi moet je, denk ik, het sociale deel echt als bijzaak zien en je af kunnen sluiten. Dat is iets wat ik niet goed kan, en als het wel lukt, voel ik me er niet fijn bij. Ik denk dat als ik schaakprof zou blijven en beter leer focussen op de toernooien, ik genoeg discipline en talent heb om de 2700 te halen. Maar dat zou veel tijd kosten, en of ik er echt gelukkig van word, weet ik niet. Het leven als schaakprof was zeker in het laatste jaar voor mij te eentonig.

En dit is een leeftijd waarop je belangrijke keuzes moet gaan maken Ik vind dit best een moeilijke leeftijd. Natuurlijk ben ik heel jong. Je kan ook gaan studeren als je 27 bent, maar is dat echt wat je wilt doen? De meeste mensen gaan studeren als ze 18 of 19 zijn. Ja, ik wil niet gaan studeren op een moment dat ik veel ouder ben en dan vaststellen dat ik een paar jaar te veel heb geschaakt. Hoe Benjamin (Bok) daar tegenaan kijkt, weet ik niet. Ik denk dat Benjamin sowieso nog een jaar wil schaken. Ik denk dat dat ook het beste is wat hij kan doen: dan heeft hij ongeveer hetzelfde programma als ik gevolgd. Misschien wil hij eerst nog nagaan of hij op het WK onder 20 goed kan presteren, want hij is een jaartje

L’Ami schittert in Reykjavik

jonger dan ik. Ik heb niet het idee dat hij al beslist heeft of hij ja dan nee schaakprof wil worden.

Nu je hebt besloten te gaan studeren wordt schaken automatisch minder belangrijk

Ja, maar als ik ga studeren, ga ik niet alleen maar studeren. Ook dan hou je nog vrije tijd over. Tuurlijk zal ik dan niet meer zoveel spelen als nu. Maar er zijn nóg voorbeelden van schakers die zijn gaan studeren en die zeker niet minder goed zijn gaan spelen. Het is zeker niet zo dat mijn hele schaakcarrière nu ineens voorbij is, maar ik speel de komende maanden in principe wel alleen maar competitie: ik speel in de Nederlandse, Belgische, IJslandse en Britse competitie. Ik heb dus bijna elk weekend wedstrijden. In juni staat dan het NK op mijn programma. In de zomer zijn er altijd veel toernooien, maar ik weet nog niet of ik dan wel zin zal hebben om te spelen. Ik heb ook plannen om in de zomer naar vrienden in Canada te gaan en ideeën om in Spanje te gaan wonen met een paar vrienden en Spaans te studeren. Ik heb altijd iets met talen gehad. Het komende jaar wil ik me richten op mijn studie, maar eigenlijk zoek ik ook een manier om mijn ervaringen te delen met andere talentvolle en gemotiveerde schakers. Ik zal niet zoveel tijd meer hebben om veel toernooien te spelen, maar wellicht is af en toe schaaklessen geven en enkele sterke toernooien meepakken een mooi streven. Ik ben zeker niet weg uit de schaakwereld. En ik hoop dat ik door me bezig te houden met andere dingen weer meer de passie voor het schaken terugvind.

Haarlemmerdijk 173 1013 KH Amsterdam Tel 020-6241171 Fax 020-6270885 info@schaakengo.nl www.schaakengo.nl

de meest complete denksportwinkel

Melkumyan. Met 8,5 uit 9 was hij een ronde voor het einde al zeker van de toernooi-overwinning. Op de slotdag verloor l’Ami nog wel van de Oekraïense grootmeester Pavel Eljanov. Erwin l’Ami won al vele toernooien in zijn carrière, maar dit is zondermeer zijn grootste succes. De 29-jarige schaker wint een fors aantal punten voor de wereldranglijst en krijgt hiermee zicht op de top-100.

Erwin l’Ami heeft het grote open toernooi van Reykjavik op zijn naam geschreven. De IJslandse hoofdstad heeft een magische klank in de schaakwereld sinds 1972, toen de Amerikaan Bobby Fischer er wereldkampioen werd door de Rus Boris Spassky te verslaan. Nu deden in Reykjavik 270 schakers uit 37 landen mee, onder wie topspelers als de Azerbeidzjaan Mamedyarov. De grootmeester uit Woerden stond 11e op de startranglijst, maar liet er al snel geen twijfel over bestaan met welke ambities hij naar Reykjavik was gekomen. Na 6 van de 10 ronden had hij slechts één remise afgegeven. In ronde 7 versloeg hij de favoriet voor de eindzege Mamedyarov in 21 zetten. Daar liet hij nog twee eindspeloverwinningen op volgen tegen de Peruaan Granda en de Armeniër

• Boeken, spellen en software op het gebied van Go, Schaken en Bridge

• Vele andere denkspellen waaronder Shogi, Gipf, Set, Katamino

• Legpuzzels en breinbrekers

• Boeken over over mathematische puzzels

• Gezelschapsspellen open van 10.00 uur tot 17.30 uur, maandag vanaf 13.00 uur, donderdag tot 20.00 uur.

Schaak en Go winkel Het
Het leven als schaakprof was voor mij te eentonig. (Foto: Frans Peeters)

Bijrol voor Nederlanders

Het kampioenschap van Europa vond plaats in Jeruzalem. Een waanzinnig sterk bezet open toernooi met zo’n 250 deelnemers, onder wie zes spelers met een rating van boven de 2700 en ruim vijftig grootmeesters met een 2600+ rating. Onze vaderlandse kanonnen schitterden door afwezigheid. Loek van Wely, Sergei Tiviakov, Jan Smeets, Erwin l’Ami, waar waren zij? Kennelijk paste Jeruzalem niet in hun schema.

Er waren meer prominente afwezigen, vreemd eigenlijk want dit Europees Kampioenschap was sterker bezet dan ooit en ook de locatie was uitstekend met een mooie, ruime speelzaal. Logische vraag dus aan Boris Gelfand, de onbetwiste nummer één van Israel: “Boris, waarom deed jij eigenlijk niet mee?” Gelfand was een dagje te gast in Jeruzalem en gaf een uitgebreid interview op de website van het toernooi. Het is altijd interessant om de mening van een topspeler te horen over allerlei actuele zaken. De reden waarom hij niet meedeed aan het toernooi was heel eenvoudig. Gelfand zat van oktober t/m december vrijwel onafgebroken achter het bord. Daarom last hij nu even een korte rustpauze in om straks in april weer helemaal fit te zijn voor een nieuwe reeks toptoernooien.

En intussen werkt hij hard aan zijn openingsrepertoire, hij wil straks niet voor onaangename verrassingen komen te staan. Wie zoals Gelfand aan een serie toernooien begint doet er verstandig aan om een plan B achter de hand te hebben. Als er in de eerste ronde van het eerste toernooi een gat wordt geschoten in je favoriete opening, dan moet er een tweede opening klaar liggen. Het mag niet zo zijn dat je tijdens een toernooi nog op zoek moet naar een alternatief openingsschema, dat kost te veel tijd en te veel energie. Terug naar de Nederlanders. Nederland kwam met drie jonge grootmeesters: Robin van

Kampen, Benjamin Bok en David Klein. Van Kampen scoorde 6½ uit 11, een keurige +2 score maar bij lange na niet genoeg om bij de eerste 23 op de ranglijst te eindigen.

En daar draaide het allemaal om, een klassering bij de top-23 gaf recht op deelname aan het lucratieve WK knock-out toernooi dat dit jaar vermoedelijk weer in Khanty-Mansysk zal worden gehouden. Van Kampen bereikte al snel zijn +2 score maar het lukte hem niet om dit verder uit te bouwen. Nu valt dat ook niet mee als je tegen 2700-plussers als Bacrot en Vitiugov wordt ingedeeld (beiden hield hij moeiteloos op remise) maar ook tegen Ohad Kraus (een jeugdtalent uit Israel) en Alexandra Gorjatsjkina (wereldkampioene bij de meisjes tot 20 jaar) werd het remise. En natuurlijk is het makkelijker gezegd dan gedaan, maar juist in die partijen moet je dat sprongetje naar +3 en eventueel +4 zien te maken. De Van Kampenwatchers moeten vaststellen dat hun man weliswaar scherpe openingen speelt, maar dat hij het gaspedaal nooit helemaal in drukt. 6½ uit 11 is een keurige maar enigszins kleurloze score, niet goed en niet slecht. Hij won geen ratingpunten en eindigde op de 69e plaats. Zijn leukste partij speelde hij tegen de Tsjech Babula. Beiden gingen vol voor de winst, maar uiteindelijk mondde het gevecht uit in remise door eeuwig schaak.

Van Kampen-Babula, negende ronde

1.e4 c5 2.Pf3 e6 3.d4 cxd4 4.Pxd4 Pc6 5.Pc3 d6 6.Le3 Pf6

7.Dd2 Le7 8.f3 0-0 9.0-0-0 a6

De uitgangsstelling van de Engelse aanval staat op het bord en dat staat garant voor scherpe strijd.

10.g4 Pxd4 11.Lxd4 b5 12. Kb1 Pd7 13.h4 Dc7 14.g5 b4

15.Pa4

Alles nog overbekend. Het rustige alternatief is 15.Pe2, de tekstzet is scherper. 15…Lb7 16.Dxb4

23…Da5 24.Td3 b4 25.Td5 Pa3+ 26.Ka1 Dc7!

Met als overduidelijke pointe 27.cxb4 Dc1 mat.

27.c4 Pb5!

Nu is 28.cxb5? Dc1 andermaal mat en wit mag dat paard natuurlijk niet toelaten op c3. 28.Txb5 Txb5 29.a4! d5! Krachtzetten over en weer. Niet goed was 29…bxa3? 30.cxb5 Dc1+ 31.Ka2 Tc8 32.Th2 en wit wint.

30.Kb1

Niet 30.cxb5 Dc1+ 31.Ka2 Tc8 32.Th2 Da3+! 33.Kb1 Tc1 mat. 30…dxc4 31.Dxc4 Dd8!

Snoept een pionnetje mee, en uiteraard is dat niet zonder gevaar want zwart krijgt tijd en open lijnen cadeau. Het alternatief is 16.b3 d5 en nu het woeste 17.g6!?

16…Lc6 17.Pc3 Tfb8 18.Dc4 Pe5 19.De2 Lb5 20.Pxb5

In aanmerking komt 20.Df2 Lxf1 21.Thxf1 Pc4 22.b3, na 22…Tb4 23.f4! Tc8 24.f5! is de zwarte compensatie niet overtuigend. 20…axb5 21.c3 Pc4 22.b3 e5 In Iordachescu-Gelfand, Bermuda 2001, volgde 22…Da5. 23.Lg1

Een moeilijke keus. Na 23.Lf2 kan de loper via veld e1 assisteren in de verdediging, de tekstzet heeft als voordeel dat wit soms met Th1-h2 een extra ausputzer heeft.

Heeft zwart meer dan eeuwig schaak?

Absoluut de enige zet.

37…Dd1+ Babula ziet het niet meer en forceert remise. Met 37…Dg2 38. Le3 Dxh1+ 39.Lc1 had hij verder op winst kunnen spelen, al kan een dergelijke stelling ook zomaar de andere kant op vallen – zeker in een uitvluggerfase.

38.Kb2 Dd2+ 39.Kb1 Dd1+ 40.Kb2 Dd2+ 41.Kb1 en remise.

Het was niet het toernooi van Benjamin Bok. Tegen matige tegenstand scoorde hij slechts 5½ uit 11 en hij levert een hele sloot ratingpunten in. Beter verging het David Klein. Ook hij kwam niet verder dan vijftig procent, maar wel tegen aanzienlijk zwaardere tegenstand. Zijn finest hour beleefde hij tegen Alexander Beljavski, begin jaren tachtig samen met Timman de grootste bedreiging voor Karpov en Kasparov. Big Al, zoals zijn bijnaam luidt, ging er in amper twintig zetjes af.

Klein-Beljavski, achtste ronde

1.e4 e5 2.Pf3 d6 3.d4 exd4 4.Pxd4 Pf6 5.Pc3 Le7

De Philidor-verdediging, een onderschatte opening. Vooral als zwart snel d6-d5 door kan drukken wordt het heel scherp. 6.g3 d5 7.e5 Pg4 8.Lg2 0-0 9.0-0 c5

13.h3 ging wit als het ware allin, hij is bereid om met zijn paarden een woest avontuur aan te gaan.

14.Kh2 a6 15.Pbc7

Heel tweesnijdend, tot rustiger spel leidt 9…Pxe5 10.Pxd5 Lc5. Maar dan zijn de zwarte winstkansen vrijwel nul, en Beljavski wil juist een scherpe stelling met wederzijdse kansen.

10.Pdb5 d4 11.Pd5 Pc6 12.f4 Ph6 13.h3 Pf5

De spanning loopt verder op. Zwart neemt veld d6 onder controle, zodat wit na a7-a6 niet langer met schaak op e7 kan ruilen, gevolgd door Pd6. Met

Hier begint het woeste avontuur. Komen die paarden er ooit nog uit?

15…Ta7 16.De1

Geeft pion e5 een steuntje, zodat zwart nu met g3-g4 en f4-f5 rekening moet houden.

16…b5

Hier, en op de volgende zet is 16…h5!? (Reinderman op Schaaksite) een interessant idee om acties met g3-g4 onaantrekkelijk te maken. Beljavski kiest echter voor een directe aanpak.

17.De4

Om 17…Txc7 te kunnen counteren met 18.Pxc7 Dxc7 19.Dxc6. 17…d3

Zwart volgt een helder plan. Hij wil met het f-paard naar d4 om dan ongestoord met de toren op c7 te kunnen slaan. 18.cxd3 Pfd4 19.f5!

20.f6! gxf6?

De enige kans was nog 20…Lxf6

21.exf6 Te8.

21.exf6 Ld6 22.Dh4!

Een levensgevaarlijke tegenactie. Hopeloos was 19.Pxe7+ Pxe7 20.Pd5 Lb7 21.Pxe7+ Dxe7 22. De1 Lxg2 23.Kxg2 Pc2 en zwart wint.

19…Txc7?

Gaat consequent verder met zijn plan, maar Beljavski moet ergens een rekenfout gemaakt hebben. Zwart had nog een nooduitgang in 19…Pxf5 20.

Txf5 Lxf5 21.Dxf5 Txc7 22.Pxc7 Dxc7 met ongeveer gelijk spel.

en zwart gaf zich gewonnen, er dreigt zowel 23.Dh6 als 23.Le4 en dat is te veel. Een mooie scalp voor Klein, zoveel Nederlanders zijn er niet die ooit van Beljavski hebben gewonnen.

Het toernooi werd gewonnen door de 37-jarige Rus Evgeni Najer. Verrassend, want op rating was hij slechts als 37e geplaatst. Najer klaarde de klus dankzij een enorme eindsprint van 3½ uit 4. In de tiende en voorlaatste ronde versloeg hij de Oekraïner Anton Korobov. Velen zagen Najer altijd als een obscure rommelaar, maar hij heeft zich bij laten scholen en tegenwoordig is hij van alle markten thuis. Tegen Korobov won hij in strakke, positionele stijl.

Najer-Korobov, tiende ronde

1.e4 c5 2.Pf3 Pf6 3.e5 Pd5 4.Pc3 Pxc3 5.dxc3 Pc6 6.Lf4 e6

Korobov heeft gekozen voor een moeizame en vreugdeloze variant van het Siciliaans. Wit heeft een drukkend ruimteoverwicht en in deze partij krijgt zwart geen spatje tegenspel.

7.Lc4 h6 8.De2 Dc7 9.Lg3 b6 10.0-0-0 Lb7 11.Td2

Deze partij kan zo de leerboekjes in. Het plan luidt: verdubbelen op de d-lijn, lopers van de witte velden ruilen en verder drukken.

11…0-0-0 12.Thd1 Kb8 13.La6 Le7 14.h4 Ka8 15.Kb1 Dc8 16.Lxb7+ Dxb7 17.h5 Thg8 18.De4 f5 19.exf6 Lxf6 20.Ld6 Tge8 21.Td3 e5!? Een loodzware beslissing, zwart levert veld d5 uit.

22.a4 Te6 23.Pd2 Tde8 24.f3 Pa5 25.b4!

Alle witte stukken staan optimaal en het is nu tijd voor harde actie.

25…Dxe4 26.Pxe4 Pc4 Ook na 26…cxb4 27.cxb4 Pc4 28.b5! staat zwart verschrikkelijk.

27.Ka2 Tc8

Wanhopig op zoek naar tegenspel. Ook 27…Pxd6 28.Txd6 Txd6 29.Txd6 ziet er verschrikkelijk uit voor zwart. 28.bxc5 bxc5 29.Lxc5 Tb8? Nu gaat het snel. Taaier was 29…Tec6 30.Lg1 d6 31.Pxd6 Pxd6 32.Txd6 Txc3. 30.Tb1 Txb1 31.Kxb1 Ta6 32.Ka2 d6 33.Lxd6 Txa4+ 34. Kb3 Pb6 35.Lf8!

Zwart is helemaal aan flarden gespeeld.

35…Ta1 36.c4 Tb1+ 37.Ka2 Th1 38.c5 Pc4 39.c6 Kb8 40. Tc3 en 1-0, na 40…Pb6 41.c7+ Kc8 42.Pd6+ verliest zwart een stuk.

Jeugdkatern

In deze Voorloper:

Liam Vrolijk

Is een slim menneke

Partijen van Liam

Vindt het leuk om na te denken

'En

Hij is 12 jaar. Bij het NK D in 2013 werd hij zevende en vorig jaar tweede. Hij speelt in het eerste team van Messemaker 1847 in de landelijke competitie en won met rapidschaak van een IM! Reden voor Schaakmagazine een portret te maken van … Liam Vrolijk

Piet Peelen

Liam Vrolijk

toen was het opeens pat!’

De spelregels leerde Liam van zijn vader toen hij drie jaar oud was!

“Samen deden we Opstapje 1 en 2, het werkboek voor jonge kinderen. Daarna speelde ik partijtjes tegen mijn vader en later op internet.” Toen hij zeven was gingen ze naar de schaakclub, CSV in Capelle aan de IJssel. ”Ik kreeg les in de eerste stap van Richard van de Velden. Die was aardig en leerde ons ook het herdersmat. De derde stap kreeg ik van Mark Vermeer en vanaf stap 4 gaf Thomas Herrewijn les. Bij mijn eerste HSB Grand-Prixtoernooi werd ik gedeeld 1e met Sam van Dongen. Om de beker moesten we loten! Helaas won Sam.” Voor CSV mocht hij invallen bij het ‘Groene Hart’-toernooi.

“Dat was leuk! Later kwam ik in het team. Toen hij acht was werd Liam RSB-kampioen! Bij de nationale pupillendag werd hij bijna gedeeld tweede. Een jaar later werd hij vierde, maar had hij van

de kampioen kunnen winnen. “Ook promoveerde ik, waarop mijn tegenstander een dame voor me neer zette. Ik was verrast en toen was het opeens pat! Het NK E in Waalwijk was mijn eerste toernooi dat twee dagen duurde. Ik werd gedeeld vierde. Avonds deed ik mee aan de simultaan in het hotel tegen Dirk van Dooren.” Ook ging hij schaken bij ssv Klimop, omdat daar meer sterke jeugdspelers waren. “We speelden met het E-team in Mierlo en het NK-teams.”

Zijn vader verloor in een simultaan tegen Anish Giri als eerste. Liam hield veel langer vol! Training krijgt hij nu van Harold van Dijk en Peter Ypma. Ze oefenen eindspelen en met Harold bekijkt hij zijn partijen. Met Peter bekijkt hij aanvalsstellingen. Harold: “Liam is een slim en scherp menneke met een enorme liefde voor het schaakspel. Hij heeft veel gevoel voor humor en èchte ambitie. Liam: “Ik vind

het leuk om na te denken. Plannen maken, vooruitdenken en tactiek.” Bij Pathena speelde hij een toernooi waar geanalyseerd werd met trainers als Martin Martens. ”De eerste partij had ik heel snel verloren. ‘Eerst denken, dan spelen’ was het advies, dat hielp. Ook speelde ik op de ss Rotterdam en in Moermansk!” In 2013 speelde Liam een paar toernooien bij de senioren. In Dieren in de B-groep was “leuk en leerzaam. Ik speelde er mijn langste partij ooit. Het RSB kampioenschap in groep B won ik! Ik kreeg liefst € 200,- en daar heb ik een playstation van gekocht.” Dit seizoen speelt Liam in het eerste team van Messemaker 1847 in Gouda. “Daar leer ik veel van Peter Scheeren. In het toreneindspel scoor ik al beter! Het EK in Georgië was leuk. We zaten in een zaal met wel 1000 borden. Het hotel was luxe, maar het eten niet lekker. Later wil ik grootmeester worden!”

Foto: Ab Scheel

Geboortedatum:

Uit:

School:

Leukste schoolvak:

Hobby’s:

Schaken geleerd van: Club:

Wat wil je worden:

Lievelingseten:

5-7-2002

Rotterdam

Erasmiaans Gymnasium

Frans

Tennis, lezen

Vader

ssv Klimop, Messemaker 1847

Arts

Pizza

Partijen van Liam

Liam VrolijkEelke de Boer

HiQ Invest NK D Rijswijk 2014 1. Pc3

Overgenomen van opa! 1. .. f5 2. e4! fxe4 3. d3 Pf6

Eelke slaat terecht niet nog een pion. Na 3. .. exd3 4. Lxd3 dreigt er al mat, door 5. Dh5+ g6 6. Lxg6+ hxg6 7. Dxg6#. 4. Lg5 d5 5. Lxf6 exf6 6. Dh5+ g6 7. Dxd5 exd3 8. Lxd3 Lb4?

Een ontwikkelingszet en toch niet goed! Na dameruil staat wit actief, maar misschien kon 8. .. De7+. 9. 0–0–0! De7

Na 9. .. Lxc3? 10. Lxg6+! wint wit de dame! Dameruil met 9. .. Dxd5 10. Pxd5 La5 11. b4 Lb6 12. Pxf6+ geeft wit een pion meer. 10. Pge2

Als je de koning in het centrum wilt aanvallen moet je zo direct mogelijk spelen! Met The1 komt de aanval over de e-lijn en dan staat het paard op e2 in de weg. Dus 10. Pf3! Kf8 (Wit hoeft niet bang te zijn voor 10. .. Lxc3 11. bxc3 Kf8 12. The1 Da3+ 13. Kb1 Kg7 want met alle stukken actief kan hij in de aanval met 14. Pg5! En na 10. .. Le6? 11. Dxb7 Lxc3 12. bxc3 Da3+ 13. Kd2 staat de witte koning veilig en hij wint een toren!) 11. The1 Dc5 12. Dxc5+ Lxc5 13. Pd5 Ld6

14. Pd4 a6 15. Pxf6 Pc6 16. Pxc6 bxc6 17. Le4 en wit staat actief en heeft een pion meer.

10. .. Pc6 11. The1

Direct is 11. Lb5 Ld7 12. Pd4 Lxc3 13. Lxc6! bxc6 14. Pxc6 De6 15. Dxe6+ Lxe6 16. bxc3 en wit heeft een pion gewonnen.

11. .. Le6 12. Db5 0–0–0 13.

Pf4 Pd4?

Moeilijk te zien was 13. .. Lxc3 14. Txe6 Db4! en zwart ontsnapt!

14. Da4 Kb8

15. Pfd5! Dd6 16. Dxb4 c5 17. Txe6! Pxe6 18. Dh4 De5

Ook na het betere 18. .. f5 zijn wits paard en loper veel sterker dan de toren.

19. Dxf6 Dxf6 20. Pxf6 Thf8

21. Pfe4 b6 22. g3 Pd4 23. f4

Pf3 24. h4 Ph2 25. Le2 Txd1+

26. Kxd1 Kc7 27. Ke1 h5 28. Pd5+ Kd7 29. Kf2 Ke6 30. Pe3

Td8 31. Kg2 Pg4 32. Pxg4

hxg4 33. Lxg4+ Kf7 34. Kf2

Td4 35. Ke3 Tb4 36. b3 a5 37. c3 Tb5 38. Pd6+ 1–0

Liam VrolijkDolf Wissmann

Schaakfestival Groningen

2014

1. d4 Pf6 2. c4 c5 3. d5 b5 4. cxb5 e6 5. Pc3 exd5 6. Pxd5

Lb7 7. Pxf6+ Dxf6 8. Pf3 d5 9. g3 a6 10. bxa6 Pxa6 11. Lg2

Le7 12. 0–0 0–0 13. Lg5 De6 14. a3 Ld6 15. Le3 h6 16. Pe1?!

Liever eerst alle stukken in het spel brengen, met 16. Dd2 Tfc8 17. Tfc1

16. .. Tfb8 17. b4! Le5?!

Een spannende stelling. Zwart kan op b4 slaan, wat een gelijke stand geeft. Een scherpe mogelijkheid is 17. .. d4. Nu komt Liam met een mooi kwaliteitsoffer!

23. Lxh6! f6!

Terecht slaat zwart de loper niet. Na 23. .. gxh6?! 24. Pf6+ Kf8 25. Pxd5! Dg5 26. Dh8+ Dg8 27. Dxg8+ Kxg8 28. Pe7+ Kf8 29. Pxc6 staat wit op winst. Een bizarre stelling ontstaat nu na 24. Lxg7 Pxg7 25. Pxf6+ Kh8 26. Dc3 d4 27. Dxd4 met 6 pionnen tegen een toren! Liam dacht dat het niet won.

24. Le3 Tb3 25. Dd1! Tbxa3 26. Lxd5 Ta1! 27. Db3 Lxd5 28. Dxd5 Txf1+?!

Juist was meteen 28. .. Df7! 29. Kxf1 Ta1+ 30. Kg2 Df7 31. Dd6! Kh7 32. Pf4 Pg5? 33. h4! Pe4 34. Dd4 Db7 35. Dxa1 1–0

Foto: Harry Gielen

Bodens mat

Met een gemene dreiging, die wit overziet: 2.Lxd5 Dxc3+! 3.bxc3 La3#

Bij het Bodens mat, vernoemd naar deze partij, werken de

Opgaven

1. Zwart geeft mat

lopers vanaf twee kanten samen om het mat te vormen. Vaak is een offer als voorbereiding nodig, zoals ook in het tweede voorbeeld te zien is:

Deze keer draait het helemaal om de samenwerking van lopers. In 1853 had de beroepsschaker Samuel Boden de volgende stelling op het bord. Hij won de partij met de volgende mooie combinatie.

Wit begint met 1.Te1+. Na 1… Pe5 volgt 2. f4 en het paard gaat verloren. Ook 1…Le6 schiet natuurlijk niet op. Maar na 1… Kf8 slaat wit toe met 2.Txf6+ gxf6. Nu het zwarte bastion is kapotgemaakt, kunnen de lopers het afmaken: 3.Lh6#

Bij de opgaven mag jij aan de slag. Lukt het je om met je lopers de partij te beslissen?

2. Wit geeft mat

3. Wit geeft mat

4. Wit aan zet wint
6. Wit aan zet wint

NK E 2015 Alexander Rutten en Janne Allaart kampioen

Het was erg spannend op het NK E in Waalwijk! In de categorie algemeen leken na zeven rondes Khoi Pham (6½ uit 7) en Luuk van Steenoven (6 uit 7) de meeste kans op de eerste prijs te hebben. Allebei verloren ze echter de laatste twee partijen. In de laatste ronde klopte Alexander Rutten in een directe confrontatie Khoi Pham en Matteo van Cleef won van Luuk van Steenoven. Favoriet Daniel Kutchoukov kwam na negen rondes ook op 7 uit 9 waardoor er barrages gespeeld moesten worden door Alexander Rutten, Matteo van Cleef en Daniel Kutchoukov. Uiteindelijk won Alexander Rutten in de tweede barrage beide partijen en werd hij kampioen van Nederland 2015 tot en met 10 jaar. Matteo van Cleef werd tweede en Daniel Kutchoukov derde.

Ook bij de meisjes was het erg spannend. Na zeven ronden stond Janne Allaart een punt los van de rest, maar in ronde 8 verloor ze van Kavya Raulji. In de laatste ronde kwam Janne een stuk achter tegen Rolinde den Heijer maar knokte ze zich alsnog naar een remise. Drie meisjes eindigden op 6½ uit 9, waardoor ook hier een barrage gespeeld moest worden. In de barrage was Janne duidelijk de sterkste en werd ze kampioene van Nederland 2015 tot en met 10 jaar. Eline Roebers werd tweede en Kavya Raulji derde.

Alexander Rutten (midden) won na een barrage de titel bij de jongens tot en met 10 jaar, links nummer 2 Matteo van Cleef en rechts nummer 3 Daniel Kutchoukov. (Foto: Frans Peeters)
Janne Allaart werd bij de meisjes tot en met 10 jaar kampioen, ook na een barrage. (Foto: Frans Peeters)

De Rus Evgeniy Najer is in maart in Jeruzalem Europees kampioen geworden. In een veld met honderden grootmeesters scoorde hij 8,5 uit 11, voldoende voor de ongedeeld eerste plaats. Die score had zelfs nog hoger uit kunnen pakken, want in de slotronde gaf hij remise in een gewonnen stelling om de titel veilig te stellen. Van de Nederlandse deelnemers eindigde Robin van Kampen met 6,5 punt het hoogst. Hij bleef ongeslagen, maar won slechts twee partijen en kwam daardoor niet in de buurt van plaatsing voor de World Cup. Van de nieuwe Europese kampioen een overwinning in de voorlaatste ronde - speelt u mee?

Combineren

Karel van der Weide

Evgeniy Najer - Anton Korobov

EK-Individueel Jeruzalem

2015

1.e4 c5 2.Pf3 Pf6

De Nimzowitsch-Rubinstein variant geldt als een tikje dubieus, maar Korobov wilde zijn tegenstander ongetwijfeld verrassen in de opening.

3.e5 Pd5 4.Pc3 Pxc3

De andere, veel scherpere variant is 4...e6 5.Pxd5 exd5 6.d4 Pc6

7.dxc5 Lxc5 8.Dxd5 Db6 en werd vorig jaar nog door Najer met zwart toegepast in een vluggertje! 9.Lc4 Lxf2+ 10.Ke2 0–0 11. Tf1 Lc5 12.De4? (12.Pg5! geldt als beter voor wit) 12...d5! 13.

exd6 g6 14.Pg5 Pd4+ 15.Kd2

Db4+ 16.Kd3 Lf5 en zwart stond al gewonnen in de snelschaakpartij B. Savchenko-Najer, Moskou 2014.

5.dxc3 Pc6 6.Lf4 e6 7.Lc4 h6

8.De2 Dc7

Een modelpartij voor wit na onmiddellijk 8...b6 is ShortOstermeyer, Solingen 1986: 9.0–

De Rus Evgeniy Najer werd in Jeruzalem met 8,5 uit 11 ongedeeld eerste en Europees kampioen. Achter hem deelden David Navarra, Mateusz Bartel

0–0 Lb7 10.h4 Dc7 11.Td2 0–0–0 12.Thd1 Le7 13.Kb1 Pa5 14.La6 Lxa6 15.Dxa6+ Db7 16.De2 Dc6 17.c4 Pb7 18.h5 met duidelijk voordeel voor wit.

9.Lg3

Zwart hoopt op iets als 9.Td1 b6 10.0–0 Lb7 11.Pd2 0–0–0 12. La6?! d5 13.exd6 Lxd6 14.Lxd6 Txd6 en zwart had makkelijk spel in Kuznetsov-Murey, Pardubice 2002.

9...b6 10.0–0–0 Lb7 11.Td2

Najer voorkomt dat zwart zich kan bevrijden met ...d5 en houdt zijn ruimteoverwicht vast.

11...0–0–0 12.Thd1 Kb8 13.La6

De witveldige loper is zwarts sterkste lichte stuk.

13...Le7

Zwart staat heel redelijk na 13... g5 14.Lxb7 Dxb7 15.h4 g4 16.

Pe1 h5, maar sterker is 15.De4! Le7 16.h4.

14.h4 Ka8 15.Kb1 Dc8

Wit staat beter vanwege zijn ruimteoverwicht, kunt u net als de nieuwe Europese Kampioen dit voordeel uitbouwen?

en Denis Khismatullin de tweede plaats. Beste Nederlander was Robin van Kampen, ongeslagen met 6,5 uit 11. Benjamin Bok, David Klein en Quinten

Ducarmon eindigden allen op 5,5 uit 11. Jörgen Henseler tenslotte scoorde 4,5 uit 11.

Oplossingen pagina 31

2. Zwart

3. Zwart

Heeren van een respectabele leeftijd

Welk KNSB-team heeft de oudste leden? Ons bondsbureau beschikt over de gegevens van deelnemers aan de KNSB-competitie en Koos Stolk was bereid onderzoek te verrichten. Drie oudgedienden vertellen nu over hun actieve schaakleven.

Niek Oud - What’s in a name? - is met 87 jaar de oudste speler in de KNSB-competitie. Hij komt uit voor VAS 2 in klasse 3C. Dit team is met een gemiddelde leeftijd van 54,3 jaar het oudste in die klasse, voor Fischer-Z 1 met 53,4 jaar. Mijn clubgenoten hoor ik vaak verzuchten dat ze ‘eigenlijk te oud zijn voor dit spelletje’, maar Oud wil daar niets van weten.

‘Ik heb altijd met plezier geschaakt en het geeft me vergetelheid’, zegt Oud. ‘Mijn hoogste rating was 2210. Dus het doet af en toe wel zeer als ik verlies, dan denk ik: Mijn God! Ik geef soms zomaar een dame weg! Dan kan ik wel janken. Vroeger maakte ik nooit zulke blunders. Nu gebeurt het me vaak. Maar schaken blijft een prima tijdverdrijf, ik vind het fijn.’

Ook in Wijk aan Zee is Oud de oudste deel nemer. Met al zijn ervaring en een respecta bele rating van 1957 jaagt hij zijn tegen standers in de derde klasse van de Tata tienkampen best schrik aan. Al ging de partij tegen zijn (veel) jongere clubgenoot Milan Ramer verloren. Oud kent hem niet zo goed, hij komt al tijden niet meer op de interne clubavond. ‘Ik rijd ’s avonds in het donker, met regen en mist, niet meer graag auto.’

Niek Oud leerde schaken op zijn 14e. ‘Ik was in het zwembad en daar lag iemand met zo’n schaakprikbordje, dus ik vroeg hem wat het was en of meer mensen het speelden. Dat was in september 1941, het was gelijk het laatste moment dat ik de Joodse schak ers zag, zoals Landau. Ik woonde in de Albert Cuypstraat in Amsterdam.’ Landau woonde vlakbij, op het Sarphatipark, tot hij in 1942 werd opgepakt. Hij overleed in 1944 in een Pools werkkamp.

‘Iemand vroeg me of ik bij VVGA wilde schaken’, vertelt Oud. ‘Dat was een club voor middelbare en hogere ambtenaren.

Het is later overgegaan in het VAS, ze speelden in de hoogste klasse. Sommige leden vonden het maar niks dat ik er was. Mannen zeggen weleens wat en ze vonden dat een jongen dat niet moest horen. Dus de voorzitter zei: ‘Nico, jij mag volgende week niet komen, want dan gaan we erover stemmen of jij wel lid mag worden.’ De uitslag was dat ik wel op de vereniging mocht komen, maar dat mensen die niet met me wilden spelen, dat niet hoefden. Tegenwoordig is iedereen blij met nieuwe leden!’

Euwe

Oud: ‘Ik had mezelf schaken geleerd met de boekjes van Euwe. Die legde alles zo stelselmatig uit. Binnen twee jaar zat ik al in het eerste team. Dat kwam ook doordat veel

schakende jongeren niet meer met de trein durfden. Die liepen het risico met razzia’s opgepakt te worden. Elke zondagmiddag ging ik naar het Amsterdams Schaakhuis. Daar speelde Cortlever - die hoorde bij de Nederlandse top - zogenaamd vluggertjes met me. Hij legde vooral uit wat ik fout deed, dus zo kreeg ik les. Dat vond ik zo geweldig van hem.’

Oud is altijd blijven schaken en hij werd registeraccountant. ‘Ik zat bij het grootste accountancykantoor in de wereld. Daar spreken ze alleen nog Engels. Als collega’s waren wij vroeger echt vrienden, de vrouwen kenden elkaar, je informeerde naar de kinderen. Nu lijken ze elkaars concurrenten. Het is een harde wereld geworden. Toen ik klaar was met werken, ben ik theologie gaan studeren. Ik had het altijd over poen gehad, het werd tijd voor wat anders. Ik ben een Roomse, maar studeerde toch aan de Vrije Universiteit, met veel meisjes, ik werd er ontzettend verwend.’

Oud speelt zes schaaktoernooien per jaar,

Niek Oud: ‘Soms geef ik
(Foto: Ab Scheel)

zit ik maar thuis. Niks is erger dan die grote verlaten huiskamer, nu mijn vrouw niet meer leeft. Dan ga ik liever schaken, met de jongens eten en aan de toog met iedereen kletsen. Van barjuffrouw Uschi krijg ik dan een zoen en een gratis drankje. Ik had vroeger Duitse klanten, dus mijn Duits is goed, ze horen niet dat ik Nederlander ben.’

In de derde tienkampenklasse van Tata Steel Chess, tref je meer schakers van respectabele leeftijd. Rein Brouwer, teamleider van BSG 2, is trots op zijn spelers Tom de Ruiter (81) en Theo Slisser (76). Brouwer: ‘Theo is bloedfanatiek en Tom is heel serieus, hij gaat er elke keer weer voor. Dat je dat op die leeftijd nog kan. Ze doen ook veel voor de club. Zonder mensen als Theo en Tom kan een vereniging niet bestaan.’

Theo Slisser begon met schaken toen hij een jaar of zestien was. ‘In 1954 ben ik lid geworden van Het Vrije Veld, de club van ’t Vrije Volk, de voorloper van de Volkskrant. Later ben ik in Bussum terecht gekomen. Ik denk dat 2260 de hoogste rating is die ik heb gehad. Ik heb in de reserve-meestergroep van IBM gespeeld en van Hoogovens, in 1957. Toen was ik jeugdkampioen van Amsterdam.’

Minder beweeglijk

Slisser is elke maandag bij BSG te vinden voor de interne competitie. ‘Ik heb de combinatie van overdag werken en ’s avonds schaken nooit als lastig ervaren. Ik heb 40 jaar in het onderwijs gezeten en ik ben er redelijk gezond uit gekomen. Het is ook

maar net wat je ervan maakt. Ik heb tot mijn 54e nog gevoetbald, tot mijn 30e op het veld en daarna in de zaal. Maar de laatste jaren ben ik toch wat minder beweeglijk.’

‘Je merkt dat je ouder bent als de partij naar de tijdnood gaat, dan is de scherpte weg’, vertelt Slisser. ‘Ik denk dat je concentratie dan wegzakt, dat is ook vermoeidheid natuurlijk. Je doet de gekste dingen, je houdt je analyse niet vast. Ik ben geen positionele speler, meer een tactische, het moet een beetje oorlog op het bord worden. Ik ben geen remiseschuiver, er zijn schakers die bij het ouder worden denken: ik moet niet verliezen, dat heb ik helemaal niet.’

‘Ik ben altijd blijven schaken’, zegt Slisser. Ik heb het niet moeilijk gehad met het ouder worden, ik ga daar wat makkelijker mee om. Ik ben dan ook niet zo’n topspeler geweest en ik sta nu nog bij de 2100. Je bent zo oud als je je voelt. Ik kan heel goed met jongere clubgenoten opschieten, ik heb ze getraind ook. Als tegenstanders horen dat ik bijna 77 ben, zeggen ze dat ik schaak alsof ik net ben begonnen, heel fris.’

Sociale activiteit

Slisser beschouwt schaken als een sociale activiteit. ‘Ook al zit je als individuen tegenover elkaar. Je hebt een club, een omgeving, mensen die je kent. Je leeft mee als er iets is. Ik ben geen computerspeler, ik voer wel mijn partijen in en analyseer ze. Elke dag ben ik daar wel twee uur mee bezig, behalve in de zomer. Dan gaan we met de hele familie een maand op vakantie, we hebben drie kin-

Het team met de hoogste gemiddelde leeftijd in de KNSB competitie is Oegstgeest 80 met 58,9 jaar

Runner-up is Caïssa 4 met 58,5 jaar

BSG 2 heeft een gemiddelde leeftijd van 57,3

Het gemiddeld jongste team is SISSA met 22,7 jaar

Casper Schoppen (Utrecht 2 – rating 2091) en Liam Vrolijk (Messemaker 1847 – rating 1897) zijn met 12 jaar de jongste deelnemers aan de KNSBcompetitie

deren en negen kleinkinderen.’

Theo Slisser en Tom de Ruiter zijn al sinds 1968 teamgenoten. Vroeger in het eerste, nu in het tweede. Teamleider Brouwer: ‘Vorig jaar lag de gemiddelde leeftijd van het team hoger, maar Bert Kieboom speelt nu in het derde. De Ruiter: ‘BSG 3 speelt regionaal, ’s avonds. Als ik naar het derde moet, zou ik alleen de thuiswedstrijden nog spelen. Slisser: ‘Ach nee joh, ik kom je toch gewoon ophalen! En dan ga je ’s middags even slapen.’ De Ruiter: ‘Dat doe ik nooit!’

Slisser: ‘In de derde klasse KNSB zijn de tegenstanders niet zo jong, maar in het SPA toernooi moest ik tegen een 14-jarige en een 16-jarige, beide partijen werden remise. De Ruiter: ‘We moeten de aanstormende jeugd van ons af zien te houden. Ze zien mijn partijen op internet en bereiden zich voor. Dat is heel vervelend. Je moet ze verrassen, daarom heb ik maar een nieuw openingsboek gekocht. Vroeger speelde ik veel scherper. Maar als je hoger komt, moet je positioneler kunnen spelen. Ik heb 32 jaar correspondentieschaak gespeeld, dat hielp daarbij.’

De Ruiter schaakt voor de 26e keer in Wijk aan Zee. Hij speelt ook seniorentoernooien. De Ruiter: ‘Daar heb je tenminste geen aanstormende jeugd!’ Slisser vindt die leeftijdsgebonden toernooien niet zo nodig. Brouwer toont begrip: ‘Ze schaken gewoon heel sterk, Tom is na 16 jaar weer clubkampioen geworden en Theo was dat vorig jaar!’.

‘Theo is bloedfanatiek’ (Foto: Ab Scheel)

Schaken ongekend populair bij de jeugd

Schaken is steeds populairder bij kinderen. Het aantal KNSB jeugdleden blijft stijgen en sommige verenigingen hebben zelfs een ledenstop moeten instellen. Dat trok de aandacht van het Jeugdjournaal. Het deed verslag van een voorronde van het teamtoernooi voor basisscholen in Amersfoort.

Kinderen vertellen het Jeugdjournaal waarom ze schaken zo leuk vinden. ‘Je moet veel denken’, ‘je hersens goed gebruiken’. ‘Ik leer andere kinderen kennen’ en ‘Het is tenminste een rustige sport!’, waren de reacties. De basisscholieren vinden het een goede zaak dat er steeds meer kinderen gaan schaken: ‘Dan heb je meer tegenstanders en dan wordt iedereen ook steeds beter.’

Organisator Ton Schillemans, jeugdleider van Schaakvereniging Hoogland, zegt dat schaken is ontdekt als jeugdsport. ‘Dat is te danken is aan de mogelijkheden van internet: Je kunt altijd schaken tegen spelers over de hele wereld. Ook doen steeds meer scholen iets aan schaken. Aan de plaatselijke schoolschaaktoernooien binnen de Stichts-Gooise Schaakbond (SGS) deden 398 teams mee!’

Schillemans kreeg veel leuke reacties op het Jeugdjournaal item. Het scholentoernooi leverde ook nieuwe leden op. Schaakvereniging Hoogland telt er nu zeventig (!). Ze krijgen les van twaalf trainers, naast clubleden zijn dat ouders en oudere jeugdleden. De senioren schaken op maandagavond en de jeugd op dinsdagavond: de jongsten van half zeven tot half acht, de iets oudere kinderen van half acht tot negen uur.

‘In september zijn we op school clinics gaan geven voor kinderen vanaf groep drie, dus vanaf zes jaar. Twaalf kinderen werden lid van onze vereniging’, vertelt Schillemans. ‘We doen in Amersfoort ook mee aan de Schoolsport Kampioenschappen. Dat leverde zo’n tien nieuwe leden op. Dit jaar heb ik voor het eerst twee C-teams kunnen samenstellen. Daarnaast hebben we een A en B team en vijf D teams.’

Schillemans is nu negen jaar jeugdleider en vooral de eerste drie jaar merkte hij dat de oudere jeugd steevast afhaakte. ‘Dat is nu

niet meer zo, afgelopen jaar is er van de 12-jarigen niemand gestopt! Daarvoor is het belangrijk dat je samen gezellige dingen doet. Het gaat niet alleen om het schaken.’

De SGS won de meeste leden in 2014, ze kregen er honderd bij. De Noord-Brabantse Schaakbond (NBSB) werd tweede met een ledenaanwas van zestig. Eric van Breugel, KNSB-beleidsmedewerker Breedteschaak: ‘Onze nieuwe aanpak lijkt te werken. We introduceren schaken bij jonge kinderen. Als kinderen eerder beginnen met schaken, schaken ze sterker als ze wat ouder zijn. Dat vergroot de kans dat ze blijven schaken.’

Van Breugel: ‘We geven nu les aan kinderen uit groep drie en vier. De kaderopleiding voor jeugdtrainers besteedt aandacht aan lesgeven aan (zulke) jonge kinderen en er is een nieuw toernooi bijgekomen voor de jongste jeugd: het scholentoernooi voor de groepen 3, 4 en 5. We zien dat door deze inspanningen meer zes- en zevenjarigen zijn gaan schaken. Het jeugdschaak zit in de lift.’

Doorstroming

De KNSB organiseert sinds een paar jaar schaaklessen op school. In Eindhoven, Den Bosch en Amsterdam draaien scholenprojecten. Van Breugel: ‘In samenwerking met de Haagse Schaakbond zijn we dit jaar ook in Den Haag gestart. De nieuwe jeugdleider van de HSB, Frank Thoma, is professioneel schaaktrainer en ervaren lesgever op scholen. Onze aanpak is gericht op doorstroming naar schaakclubs in het derde of vierde jaar.’

Frank Thoma: ‘Ik ben twee jaar geleden begonnen op de openbare basisschool Prinses Catharina-Amalia (PCA) in de nieuwe wijk Leidschenveen. Daar geef ik aan de plusklas tien lessen per jaar, onder schooltijd. Dat begon met twintig kinderen en nu zijn het er veertig. Als je begint met een klasje en dat

groeit, krijg je een echte schaakschool die ook successen boekt op scholentoernooien.’

Thoma: ‘De KNSB heeft alle scholen in Den Haag en omgeving aangeschreven om ons Schoolschaakplan bekend te maken. Dan ga je nabellen en de scholen bezoeken. Je moet binnen zien te komen, ze willen je eerst leren kennen. Als je aan de slag kunt, moet je met je lessen iedereen blij maken: kinderen blij, leerkrachten blij, school blij, ouders blij en jij blij!’

‘We richten ons op de jongere kinderen’, vertelt Thoma. ‘Die geven we les volgens de Stappenmethode en in groep zeven heb je dan goede schakers die de overstap maken naar de club. Je moet meteen een link met die vereniging leggen. Je kunt bijvoorbeeld een clublid de schoolcompetitie laten leiden.’

‘De scholieren moeten eerst het gevoel krijgen dat ze mee kunnen komen op een schaakvereniging. Daarom doen ze ook mee aan het scholentoernooi voor de groepen 3, 4 en 5. Zo laat je ze wennen, zo snuiven ze het schaken op. Ze moeten goede schakers worden, anders kiezen ze voor een andere sport. Kinderen kiezen uiteindelijk toch voor iets waar ze goed in zijn. ‘

‘Met ons plan geven we nu les op zes scholen, op twee onder schooltijd’, zegt Thoma. ‘Het lesgeven is heel geschikt voor studenten, die hebben geen baan met vaste tijden en zijn dus vaak flexibeler. We hebben zes nieuwe gediplomeerde trainers. Op de trainerscursus leer je ook hoe je oudere jeugd in kunt zetten bij het lesgeven aan jonge kinderen.’

Thoma: ‘Voor scholen is het belangrijk dat je maatwerk levert, want de ene school is de andere niet. Verder moet het betaalbaar blijven. Je kunt ook kijken naar subsidiemogelijkheden, zoals de Ooievaarspas in Den Haag. Ons initiatief staat op de website van de gemeente. Zo’n gemeente heeft weer andere ingangen bij scholen dan een sportbond. Verder moet je het van mond-opmond reclame hebben. Bestuurders van scholen praten met elkaar. Als de één enthousiast is, wil de ander het ook proberen.’

Gewoon beginnen!

De belangrijkste tip van Thoma voor schakers die iets op willen starten: ‘Veel mensen willen eerst over van alles uitgebreid vergaderen, maar je moet gewoon beginnen! Al doende zie je wat werkt en wat niet. Als je flexibel bent, kun je op die manier groeien.’

Aangemoedigd door het gunstige jeugdschaakklimaat proberen clubs hun jeugdafdeling uit te breiden en worden er nieuwe (jeugd)verenigingen opgericht. Mark Couwenberg is jeugdleider van De Giessen en Linge. ‘Ik ben dit seizoen jeugdleider geworden en eind vorig jaar heb ik een plan opgesteld om het jeugdschaak nieuw leven in te blazen. Er was een beetje de klad in gekomen. Er zat niet voldoende mankracht op. In je eentje kun je niet genoeg organiseren.’

Couwenberg: ‘Gelukkig hebben we nu zes lesgevers, die volgen ook de trainerscursus. Ik hoop dat ze het allemaal leuk genoeg blijven vinden’, zegt Mark. ‘We hebben nu weer acht jeugdleden en verwachten de jeugdafdeling gestaag uit te bouwen. De jeugd schaakt voorafgaand aan de seniorenavond. We zijn een gezellige vereniging met zo’n vijftig leden. Sommigen daarvan zijn geboren en getogen op de club!’

‘Om jeugdleden te werven geven we les op scholen, aansluitend organiseren we dan een toernooitje of simultaanavond op de club’, vertelt Couwenberg. ‘We organiseren voor het eerst weer een schoolschaaktoernooi. We doen mee aan de Nationale Sportweek en aan lokale evenementen. De KNSB Schaakchallenge op middelbare scholen leverde ook wat leden op. Scholengemeenschap Gomarus in Gorinchem vond het zo jammer dat de KNSB daarmee stopte, dat wij het als club, samen met schaakvereniging Sliedrecht, voor ze hebben georganiseerd. Een half jaar later zijn er drie leerlingen lid van onze clubs geworden.’

Couwenberg denkt ook dat schaakverenigingen zich het best op de jongere kinderen kunnen richten. ‘Die kun je van jongs af aan goed opleiden, dan leren ze het spel beter en heb je meer kans dat ze ook echt voor schaken kiezen en niet afhaken als ze twaalf, dertien zijn.’

In Oosterhout is 5,5 jaar geleden de schaakvereniging Rode Lopers gestart. Harry Szöke: ‘We hebben nu tien seniorleden en 32 jeugdleden. Ieder jaar vallen er een paar af, maar er komen er gelukkig meer bij. We hebben nu zes lesgevers en drie reserve lesgevers. De jeugd krijgt les in twee sessies. De jongste

kinderen spelen de eerste drie kwartier hun competitie, door de lesgevers wordt dan de oudere jeugd getraind. Na drie kwartier draaien we het om. De meeste schaakleraren geven dus twee schaaklessen op een avond, we hebben elf trainingsgroepjes.’

Ondanks het succes van de nieuwe club, vindt Szöke het lastig om tips te geven aan andere verenigingen. Harry: ‘Wat voor de ene club goed is, hoeft bij een andere niet per se te werken. Wat in elk geval níet werkt is denken dat je het allemaal (beter) weet. Als je een gebrek aan inlevingsvermogen hebt, kun je geen jeugdvereniging opzetten. Dat is klaar, simpel! Je moet vooral luisteren naar de jeugdleden zelf. We hebben ook oudere jeugdleden in het bestuur opgenomen. Dat was voor de senioren niet altijd even makkelijk, maar wel erg goed voor de club.’

‘Je moet energie steken in de ledenwerving en volhouden’, vertelt Szöke. ‘Ook als het de eerste jaren geen direct resultaat geeft. Zo leverde de RABO-bank Amerspelen, een leuke sport- en spelletjesdag met 3500 basisschool leerlingen, ons als club niet direct iets op. Alle scholen in ons district hebben wel aan onze stand geschaakt. Bij het daarop volgende ‘Oosterhout in Beweging’, gesponsord door de gemeente, waren er 35 kinderen, die met schaken kennis wilden maken. Dat levert dan uiteindelijk vier à vijf nieuwe jeugdleden op.’

‘Door actief te zijn en te blijven en je overal te laten zien, krijg je naamsbekendheid. En door ervoor te zorgen dat het gezellig is blijven de leden ook en krijg en houd je een

stabiele club. We betrekken de jeugdleden bij alle activiteiten, zoals op Koningsdag en bij de Zwem4daagse. De moeder van twee jeugdleden baatte daar het frietkot uit en gaf ons de tip om wat met schaken te doen. De oudere jeugdleden geven ook les. Dat is nodig voor de continuïteit en uitstekend voor het saamhorigheidsgevoel.’

Szöke: ‘De jeugd mag ook meespelen in de seniorencompetitie. Daarvoor moet je wel de voorwaarden scheppen. Ze spelen met een uur bedenktijd, al vinden hun tegenstanders dat soms lastig. Als er geen vervoer is zorgen wij ervoor dat de jeugdspeler thuis komt. Hierdoor verloopt de integratie perfect. Daarnaast spelen we in een zaal van de sociale werkvoorziening en niet in of bij een café, waardoor de ouders ook eerder geneigd zijn om hun kind mee te laten doen. Zolang de jeugd schaakt, schenken we geen alcohol.’

Szöke denkt niet over een ledenstop, zoals bij verenigingen waar een gebrek aan ruimte en lesgevers speelt. De Amstel in Uithoorn en Zukertort Amstelveen zijn voorbeelden. Bij Zukertort valt in twee talen op de website te lezen dat de club 63 jeugdleden telt en een ledenstop kent. Potentiële jeugdleden komen op de wachtlijst en worden selectief toegelaten. Selectie vindt ondere andere plaats op basis van de schaakkennis van het nieuwe jeugdlid, die hiervoor een schriftelijke test doet en de bereidheid van ouders om taken voor de club uit te voeren. In Oosterhout is selectie voorlopig niet aan de orde. Szöke: ‘Bij meer vraag breiden wij gewoon uit, daarvoor is het veel te leuk. Desnoods draaien we drie shifts op een avond!

Schaakvereniging Rode Lopers uit Oosterhout bloeit (Foto: Harry Szöke)

Workshop Tukmakov over ongelijke lopers

De eerste KNSB bijscholingscursus viel vroeg dit jaar. Op 8 januari kwamen ruim twintig schaaktrainers (van minimaal niveau 3) in Haarlem samen voor een workshop van Vladimir Tukmakov. De Oekraïense grootmeester is sinds een jaar de vaste coach van Anish Giri en dit was een mooie gelegenheid voor een kennismaking met zijn trainingsopvattingen. Tukmakov gaf aan dat het weliswaar zo is dat niet iedere trainer op hetzelfde niveau kan trainen (er zijn specialisten op diverse niveau’s in zijn visie), maar dat ze zich allemaal kunnen bedienen van een zelfde model.

Dit model illustreerde hij daarop met als schaaktechnisch onderwerp ‘ongelijke lopers’ – zowel in het middenspel als met name in het eindspel. We beperken ons vanwege de ruimte nu tot het middenspel.

I. De belangrijkste factor voor ongelijke lopers in het middenspel is het bezit van het initiatief. Omdat de wederzijdse lopers op verschillende diagonalen werken kunnen ze niet geruild worden. Dat maakt dat de partij met het initiatief min of meer met een stuk meer speelt in de aanval.

II. Deze algemene regel werd door Tukmakov geïllustreerd met een paar eenvoudige stellingen.

Een deelnemer vroeg wie er in de linkerstelling aan zet is, en Vladimir antwoordde dat dat een hele goede vraag is. Als wit aan zet is dan heeft hij het initiatief en dat is in deze basisstelling meteen beslissend: 1.Txh6+! Lxh6 2.Dxe5+ ( 1–0 in de partij WadeKuijpers, 1972) 2…Lg7 3. Dh2+ en mat volgt. Zwart aan zet speelt bijvoorbeeld 1… Df4 gevolgd door …e5-e4 en nu is het zwart die aanval krijgt.

In het rechter diagram is wit aan zet. De loper op g7 vervult de rol van statisch element, van bewegingsloze toeschouwer. Het is dan ook niet verrassend dat wit wint met 1.Th8+ 1–0 Petrosian –Moldagaev, 1969.

Speciaal voor KNSB-leden

Chessity Premium introductieaanbod

Om de start van de samenwerking te vieren maakt de KNSB het mogelijk om een jaarlidmaatschap Chessity Premium éénmalig aan te schaffen tegen speciaal KNSB tarief van € 17,50. Dat is een korting van 50%!

Dit aanbod geldt voor alle leden van de KNSB en duurt tot 1 juni 2015.

Word vóór 1 juni Chessity-lid op de speciale actiepagina: http://www.chessity.nl/knsb

III. In de derde fase zoekt de trainer geschikte praktijkvoorbeelden voor zijn pupil. Op hoog niveau speelt de trainer de partij voor aan zijn pupil, waarbij deze zelf moet aangeven waar hij wil stoppen, en een verbetering voor een van beide partijen in gedachten heeft. Als voorbeeld diende de partij Karpov-Hubner, Montreal 1979: 1.c4 e5 2.Pc3 Pf6 3.Pf3 Pc6 4.g3 Lb4 5.Pd5 Lc5 6.Lg2 d6 7.0–0 0–0 8.d3

Karpov onderkende in deze partij het kritieke moment niet!

Karpov-Hubner, stelling na 38…Dd7?

Winnend was 39.Tg8+ Kh7 en nu niet 40.Txg6? Txg6? 41.Lg8+ omdat zwart niet neemt op g6 maar 40...Td6! speelt met goede remisekansen na 41.Txd6 Dxd6±. Juist is de dubbele aanval 40. De3! Ld8 (40...Te6) 41.Th8+ en mat!

Iedereen kan van iedereen winnen

Het zou weer een walk-over worden in de Meesterklasse, na vier ronden leek En Passant fluitend af te stevenen op de derde landstitel op rij. Uit de volgende drie wedstrijden haalden de Bunschoters echter slechts één matchpunt. Toch staat de ploeg na zeven ronden maar een punt achter op de twee koplopers. Dat zijn Charlois Europoort, vorig jaar nog eersteklasser, en BSG, vorig jaar degradatiekandidaat. Wat is er bij al die clubs aan de hand?

Geen sterrenteam

En Passant verloor in de vijfde ronde met 5,5-4,5 van Utrecht, speelde gelijk tegen Charlois Europoort en verloor weer met 5,5-4,5 van LSG. Maar de ploeg heeft toch ongeveer dezelfde spelers als vorig jaar? Ja, maar niet helemaal. Tanguy Ringoir is er niet meer bij, Vyacheslav Ikonnikov en Friso Nijboer spelen minder en de gaten worden niet meer opgevuld met incidentele topinvallers. Verder kwam Manuel Bosboom, En Passants topscorer aller tijden in de KNSB-competitie, dit seizoen in zeven partijen nog niet verder dan drie remises. En Passant is gewoon niet meer het grote sterrenteam, zoals we in het verleden Rotterdam, De Variant en HSG zagen.

SISSA had de grote uitdager moeten worden, de landstitel in 2015 werd als doelstelling uitgesproken toen de ploeg naar de Meesterklasse promoveerde. Maar het sponsorbudget slonk en de grootmeesters Ivan Sokolov, Loek van Wely en Michael Hoffmann vertrokken. Nu de Groningers eindelijk in de hoogste klasse zijn aanbeland, is Jorden van Foreest de enige Nederlandse topspeler in de ploeg met de Duitse meester Nikolas Lubbe naast zich. SISSA kan niet meer degraderen, maar daar is alles mee gezegd.

Belgen en Fransen

HMC Calder (Den Bosch) stond na zes ronden gedeeld boven-

aan en heeft een sterke, evenwichtige ploeg. Zouden de Brabanders eindelijk eens kampioen worden? In de zevende ronde verloren ze in Bussum met 5,5-4,5 van BSG. Drie grootmeesters, onder wie Daniel Fridman, konden HMC niet genoeg helpen tegen een BSG zonder grootmeesters. Zou Charlois Europoort dan de nieuwe kampioen worden? Dat zou zeker kunnen. Na de vroege nederlaag tegen stadsgenoot Pathena Rotterdam werkte de ploeg zich op naar de gedeelde eerste plaats, eerste op bordpunten. Vorig jaar nog eersteklasser, maar door velen getipt als subtopper in de Meesterklasse. Loek van Wely, Erik van den Doel en de Belgische nummer één Bart Michiels moeten ervoor zorgen dat enkele Rotterdamse jeugd spelers op het hoogste niveau kunnen spelen. Met enkele andere Belgische en Franse gast spelers, die geen vreemden zijn. Teamleider Michel de Wit legde vorig seizoen in deze rubriek uit: “Ik speel in België bij Anderlecht. Daar vroegen ze of ik een paar jonge spelers kon meenemen. Andersom spelen enkele spelers van Anderlecht nu bij Charlois Europoort. We zijn een soort satellietclubs van elkaar. We zoeken het niet in vreemde profschakers, het zijn mensen die elkaar kennen.”

BSG kampioen?

nen, dat is een cliché dat dit jaar in de Meesterklasse nu opgaat. De vrijwel zekere degradant Groninger Combinatie won met 7-3 van Pathena Rotterdam, dat op zijn beurt met 6-4 van koploper Charlois Europoort won. De grootste uitslag na zeven ronden was 7,5-2,5, slechts twee keer voorgekomen. BSG had als grootste overwinning 6-4 (twee keer), maar stond na de zevende ronde gedeeld bovenaan. Zouden de Bussumers voor het eerst in hun ruim honderdjarig bestaan landskampioen worden? Een evenaring van hun tweede plaats in 2001 zouden ze al geweldig vinden. Vorig jaar achtste en niet bijzonder

goed scorende Alexander Berelowitsch. Verschil is dat Lars Ootes en Alexander van Beek vorig jaar weinig meespeelden en nu alle wedstrijden. Dat kan toch niet het verschil zijn tussen de plaatsen acht en twee?

Teamleider Edwin Baart wijst vooral op de kleine uitslagen en het gelukkige feit dat het dubbeltje steeds de juiste kant op valt.

“Kijk maar eens naar de ranglijst. De nummers twee en tien verschillen minder in bordpunten dan in matchpunten.”

De gastspelers van het eerste team worden betaald uit een potje van welgestelde leden, een vorm van sponsoring die steeds meer voorkomt. Enkele spelers geven ook jeugdtraining. Dat de sterkste Bussumers daardoor op het hoogste niveau kunnen spelen, is een doel. Maar… is het K-woord al gevallen?

Baart: “Er zijn wel spelers die het zeggen, het komt dichterbij. Maar ze hebben het vooral over Europa. Als we ons plaatsen

Iedereen kan van iedereen win-

Henk van der Poel was in 1976 de jongste speler van hoofdklasser BSG. Sindsdien heeft hij bijna geen wedstrijd gemist. Nu is hij de nestor en zit hier naast de dertig jaar jongere Ewoud de Groote. (Foto: Edwin Baart)

Begrijp wat u doet

Het Dame-Indisch (deel 2)

1. d4 Pf6 2. c4 e6 3. Pf3 b6 In het eerste nummer stond deel 1 van het Dame-Indisch, nu varianten die beginnen met 4. a3 Hoe is het mogelijk dat zo’n pionzetje gevaarlijk kan zijn voor zwart? Oud-wereldkampioen Tigran Petrosian speelde het en Gary Kasparov maakte er zelfs een gevaarlijk aanvalssysteem van. Het paard op c3 is zo belangrijk, omdat het de belangrijke centrumvelden e4 en d5 in beslag neemt. Daarom kan wit zich het tijdverlies permitteren. De lezer die zich afvraagt waar 4. g3 blijft, moet nog even geduld hebben.

4... La6!?

A) Het witte ruimte-overwicht na 5... g6 blijkt niet het einde van de wereld te zijn. Als u meer wilt weten, speelt u een paar Tiviakov-partijen (bijvoorbeeld Kozul-Tiviakov, 2008) na.

B) 5... d5 Om d4-d5 tegen te gaan. 6. cxd5 De vorige keer is het terugnemen met de pion al behandeld, nu is het paard aan de beurt. 6... Nxd5 (zie analysediagram)

Analysediagram

Stelling na: 4... La6

Dit werd door Nimzowitsch al de 'uitgegleden loper'-variant genoemd. De loper hoort op b7 te staan, maar hij stelt wit voor het probleem om iets aan pion c4 te doen. De vorige keer hebben we een begin gemaakt met 4... Lb7 wat de normale voortzetting is. We borduren nog even voort op 5. Pc3 (zie analysediagram)

Analysediagram

Stelling na: 6... Pxd5

Het terugslaan met het paard belooft een scherpe strijd!

B1) 7. e3 werd in de jaren ‘80 door Kasparov gehanteerd als aanvalswapen. (zie analysediagram)

Analysediagram

Stelling na: 5. Nc3

Stelling na: 7. e3

En nu:

B1.1) Tegenwoordig weten we dat 7... g6! dé zet is. Voor zover ik weet is hij ontdekt door onze landgenoot Genna Sosonko en die wilde hem graag spelen in een ‘grote’ partij, namelijk tegen

niemand minder dan Gary Kasparov! Dat was in 1982 tijdens de Olympiade in Luzern waar Sosonko het tweede bord bezette van het Nederlandse team. Kasparov rook onraad en speelde een ander systeem, maar hij gaf ook al op zet 12 remise. Sosonko had ontdekt dat zwart zich tegen het komende witte pionnencentrum te weer moet stellen met een loper op g7, zoals in het Grünfeld-Indisch ook het geval is.

B1.2) Voorheen gingen de meeste partijen verder met 7... Le7 8. Lb5+ c6 9. Ld3 Een mooi aanvalspartijtje vanuit deze stelling is de partij KasparovNajdorf, 1982. 9... 0-0 10. 0-0 c5 11. e4 Daar komt dan dat pionnencentrum naar voren. 11... Pxc3 12. bxc3 cxd4 13. cxd4 Pc6 14. Lb2 (zie analysediagram)

Analysediagram

Stelling na: 14. Lb2

Dit type stelling is bijzonder belangrijk voor de variant. Wit bezit het zogenaamde ‘kleine centrum’ (d4/e4 tegen e6). De strijd dus van de pionnenmeerderheid in het centrum voor wit tegen die van zwart op de damevleugel. Zwart moet het hebben van eindspelen met lichte stukken, of nog beter van een pionneneindspel. In een stelling met louter zware stukken echter, waarbij wit zijn d-pion zo snel mogelijk naar voren kan spelen, zullen de witte perspectieven beter zijn. Uit deze bespiegelingen maken we op dat

wit er dus bij gebaat is de zware stukken op het bord te houden. Dat brengt ons bij de kwestie waar wit de torens in deze stelling wil ontwikkelen. Wit zal na De2 zijn torens doorgaans op d1 en e1 willen hebben. Kasparov heeft in zijn jonge jaren deze middenspeltypen uitputtend bestudeerd zodat hij in staat was om te zien dat wit in veel gevallen het pionoffer d4-d5, e6xd5 gevolg door e4-e5 kan spelen. Zijn stukken nemen dan dreigende posities in tegen de zwarte koning. Is zwart dan helemaal kansloos? Nee, bepaald niet. Zwart moet zich te weer stellen tegen de mogelijke stormlopen op zijn koningsstelling maar voor hem lonkt een mooi eindspel. Zijn spel ligt op de c-lijn waar hij met de manoeuvres ... Tac8, ... Pc6-a5 op veld c4 kan spelen. Daarmee kan hij pion a3 bestoken en ondertussen proberen de witte aanval te ontregelen. Daartoe heeft hij ook de manoeuvre Dd8-c7-f4 tot zijn beschikking die het voor wit soms lastig maakt om zijn stukken vrij op de koningsvleugel te kunnen posteren. Als wit de geijkte zet Dd1-e2 speelt, antwoordt zwart vaak met ... Tfe8 om de dame te attaqueren als de e-lijn onverhoopt open gaat, maar ook om met ... Le7-f8 zijn koning te kunnen beschermen.

B2) 7. Dc2 De meeste partijen gaan de laatste jaren zo verder. (zie analysediagram)

Analysediagram

Stelling na: 7. Dc2

B2.1) Het directe 7... c5 wordt ook gespeeld. 8. e4 Pxc3 9. bxc3 Pd7 10. Ld3 Dc7 11. Db1 Dit is in het huidige topschaak een van de manieren om spel te behouden, het idee is echter al heel oud. Een modelpartij hiermee is Hort-Miles, 1982. Dat 11. Dd2 het duidelijk niet is voor wit bleek na 11... g6 12. 0-0 Lg7 en in de eerder genoemde partij KasparovSosonko, Luzern 1982 werd al remise gegeven.

B2.2) Een beetje voorbarig lijkt 7... Pxc3 maar het komt meestal neer op een zetverwisseling. 8. bxc3 Le7 [Ook mogelijk is om de zetten in een andere volgorde te spelen, waardoor wit snel voor een belangrijke en zwaarwegende beslissing komt te staan. 8... c5 9. e4 Pc6 (zie analysediagram)

Analysediagram

Stelling na: 9... Pc6

Dit zet de witspeler voor het blok. Voor een aanvalsstelling wil hij graag zijn loper op b2 hebben. Maar die wordt pas goed als zwart op d4 ruilt. Speelt wit Le3 dan zal zwart eerder geneigd zijn om op d4 te ruilen. Feit is dat beide loperzetten gespeeld zijn door sterke witspelers. Na 10. Lb2 ging wit In Kasparov-Murej, 1982 overigens als een mes door de boter.] 9. e4 0-0 10. Ld3 c5 11. 0-0 Wit lijkt zonder slag of stoot aan zijn ideale opstelling te kunnen werken. Maar zwart heeft een aardig verdedigingsplan paraat. 11... Dc8!? Door de penning over de c-lijn ‘dreigt’ zwart nu op d4 te ruilen, waarna de dames van het bord gaan. 12. De2

La6 Maar nu wordt wits belangrijkste aanvalsloper geruild. Het vervolg 13. Td1 Lxd3 14. Txd3 Pd7 (zie analysediagram)

Analysediagram

stelling met een pion op c4 voor wit.

6. Pc3 c5

Stelling na: 14... Pd7

levert een stelling op waarvan het er op het eerste gezicht naar uitziet dat zwart bijna gelijkspel heeft. De praktijk is wat weerbarstiger. Wit beschikt ook hier over aanvalskansen tegen de zwarte koning. In Radjabov-Anand, 2003 hield zwart het desondanks binnen de perken.

Stelling na: 6... c5

Consequent. We zien waarom het zo belangrijk is dat de witte dame ‘weggelokt’ is van veld d1. Hij kan nu geen d4-d5 spelen waarna de loper op b7 ‘voor aap’ zou staan. Alleen IM Manuel Bosboom meende met het volgende krankzinnige dame-offer 7. d5 exd5 8. cxd5 Pxd5 9. De4+ De7 10. Dxd5!?? Lxd5 11. Pxd5 Dd8 er toch iets van te maken. Hij beweerde doodleuk dat wit voldoende compensatie zou hebben... Ik heb daar een aardig artikel over geschreven (zie http:// schaaksite.nl/page.php?id=1829).

7. e4 cxd4 8. Pxd4

Stelling na: 4... La6

Dan nu eindelijk de hoofdvariant van dit systeem.

5. Dc2

Dit wordt beschouwd als de belangrijkste voortzetting omdat zwart na andere zetten geen probleem meer heeft. 5... Lb7

En dan keert de loper terug naar de juiste diagonaal! Hoe valt dit tempoverlies te rechtvaardigen? Het antwoord laat zich snel raden. Zwart wil graag zijn c-pion voor de witte d-pion ruilen om de stelling zo in de banen van een ‘Drierijensysteem’ te krijgen. Eigenlijk een soort Siciliaanse

Stelling na: 8. Pxd4

8... Lc5

Deze mogelijkheid wordt door veel topspelers gezien als de juiste bestrijdingswijze van de witte opbouw. Zwart levert een loper in om veld d4 te veroveren voor zijn paard. Ook interessant is de opzet met 8... Pc6!? 9. Pxc6 Lxc6 maar deze stelling laten we buiten beschouwing.

9. Pb3 Pc6 10. Lg5

De ruil op c5 belooft niet veel: 10. Pxc5 bxc5 11. Ld3 d6 12. 0-0

0-0 13. f4 In een partij BacrotAdams, 2001, kwam zwart goed te staan en hij won zelfs ook.

10... h6 11. Lh4 Pd4

Dit is precies waar het om draait: zwart heeft de beschikking over veld d4 en dan heeft wit niet zoveel voordeel meer.

12. Pxd4 Lxd4 13. Ld3 Db8!? Opnieuw de voor dit type stellingen karakteristieke damezet.

Stelling na: 13... Db8

Gespeeld door één van de grootste specialisten van deze opening: de Brit Michael Adams. Zijn overwinning op Khenkin in 2002 is een fraai voorbeeld van hoe de zwarte stelling gespeeld kan worden.

Belangrijkste illustratieve partijen:

• Kozul-Tiviakov, 2008.

• Kasparov-Najdorf, 1982.

• Hort-Miles, 1982.

• Kasparov-Sosonko, Luzern 1982.

• Kasparov-Murej, 1982.

• Radjabov-Anand, 2003.

• Bacrot-Adams, 2001.

• Khenkin-Adams, 2002.

Geraadpleegde bronnen:

- ‘De wereld van de schaakopening’ deel 1 van Paul van der Sterren

- Megadatabase van Chessbase

Eerdere afleveringen van deze rubriek, waarbij u de illustratieve partijen interactief kunt naspelen en downloaden, treft u aan op http://schaaksite.nl/list. php?c=training.

Reageren? Stuur een e-mail naar hgrooten@xs4all.nl

Volwassen Paul van der Sterren

Ik heb toch heel wat interviews gelezen in mijn leven, maar zelden maakte er één meer indruk op me dan dat met Anish Giri in het vorige nummer van Schaakmagazine Zo nuchter, maar absoluut niet saai of nietszeggend. Zo vol zelfvertrouwen, maar zonder een spoor van arrogantie. Zo eerlijk en open, maar zonder dat me ook maar een ogenblik de gedachte bekruipt: stop, dit wil ik niet weten. Zo sprankelend ook – wat is schaken toch mooi als je twintig bent. Eigenlijk kan ik er maar één kwalificatie voor bedenken: volwassen. Nooit eerder hoorde ik een schaker zo volwassen praten over zichzelf.

Zesde op de wereldranglijst: hij relativeert (“Het verandert elke dag”), maar zonder iets aan zijn prestatie af te doen. Hij geeft een inkijkje in het hoofd van de moderne topspeler (Vraag: “Voel je je al een stabiele top-10 speler?” Antwoord: “Tegenwoordig voelt bijna niemand zich een stabiele top-10 speler”). Hij geeft wezenlijke psychologische inzichten (“Karjakin is een heel defensieve speler en tegen dat type speler verlies je je gevoel voor gevaar”) en plotseling begrijp ik – eindelijk! – het geheim van oud-wereldkampioen Petrosian. Hij verbluft de interviewer (Gert Devreese) met de mededeling dat hij niet jong meer is (“Ik ben al 20”), niet koket, niet kinderlijk naïef, maar gewoon volkomen juist en bovendien van cruciaal belang voor een goed begrip van zijn positie tussen de andere toppers. Op het verwijt dat hij te weinig risico zou nemen legt hij geduldig uit dat er een verschil is tussen risico nemen en in vorm zijn, tussen speelstijl en ambitie. En dan de manier waarop hij over de verhoudingen in Nederland praat! Zo realistisch, zo nuchter en zo totaal zonder enig vertoon van superioriteit. Het is gewoon een verademing.

Maar wat misschien nog het meest indrukwekkend is: zoals hij koeltjes stelt dat hij wereldkampioen wil worden en daar meteen ook het juiste recept voor geeft. “Ik neem het van dag tot dag”. Dat hoor je mensen wel vaker zeggen, maar Anish legt uit wat het in de praktijk betekent: morgen je partij willen winnen en dan weer en dan weer, totdat je ten slotte ook de kampioen verslagen hebt. Moeilijk, maar duidelijk en niet zonder humor. Het is een en al volwassenheid, een kwaliteit die in Nederland schaars is. Anish brengt het ons. Waarlijk, een geschenk uit het oosten.

Paul van der Sterren schrijft sinds augustus 2014 een column in Schaakmagazine. De columns hebben natuurlijk iets met schaken te maken, maar gaan niet altijd over partijen, over schaaktechniek, over toernooien of de actualiteit.

NSVG viert 50-jarig bestaan

Natuurlijk werd er ook geschaakt tijdens het jubileumweekeinde (Foto: Alex van Lanen)

Wie op de druilerige herfstavond van zaterdag 15 november 2014 een avondwandeling door de Nunspeetse bossen besloot te maken, moet wel even gek opgekeken hebben. Klinkt daar de klassieker ‘Aux Champs Elysees’ vanuit hotel Dennenhoeve?

Nou nee dus. De melodie was het wel, maar de tekst was een andere. Uit het brein ontsproten van cabaretière Charlotte Glorie en speciaal op maat gemaakt tijdens de feestavond van de jubilerende

NSVG: ‘O, NSVG’!

Het luid meegezongen jubileumlied bezong met een vrolijke noot de belangrijkste mijlpalen van de Nederlandse Schaakvereniging van Visueel Gehandicapten, opgericht in 1964. Maar serieus was het ook. De doelstellingen van de NSVG (de schaaksport onder blinden en slechtzienden bevorderen), de mijlpalen (zoals het organiseren van de Olympiade in Noordwijkerhout in 1980 en het WK voor visueel gehandicapten in Ermelo in 1970) en de drijvende krachten die dat mogelijk maakten.

Enkele van die drijvende krachten werden in het jubileumweekeinde speciaal geëerd. Zo kreeg de NSVG er in één klap twee ereleden bij: Martien Boerefijn en René Buisman. Samen vertelden Martien en René bij de ceremonie smakelijk over hun eerste gezamenlijke toernooi in 1986 (Martien als deelnemer, René als trainer/begeleider), het WK nog achter het IJzeren Gordijn in Moskou. Ook de inzet van Peter Witteveen en Louis van Duuren (bijna) vanaf het begin van de NSVG werd beloond met speciale NSVG-speld.

Ten slotte werd ook een buitenstaander in de bloemetjes gezet. Maar niet zomaar een buitenstaander. Cees Griffioen maakt al jaren de aangepaste schaakborden waarmee visueel gehandicapte schakers spelen. De stukken staan met een pen in een gaatje vast op het bord, zodat spelers de stelling kunnen voelen zonder ze om te gooien. Nu Cees is gestopt, is de NSVG op zoek naar een opvolger. Wie interesse heeft, kan zich melden bij het bestuur van de NSVG.

Natuurlijk werd er ook geschaakt tijdens het jubileumweekeinde. Want het mag dan vooral om gezelligheid en feest gaan, ook bij de visueel gehandicapten wil iedereen natuurlijk graag de ander aftroeven op de 64 velden. Elke partij stond in het teken van het jubileum, in de vorm van aangepaste bedenktijd (32 minuten per persoon bij het rapid, 64 bij de lange partijen). Rick van Loy van EGS uit Goirle won het rapidtoernooi, verder waren er vijf vierkampen. Maar vooral was er in Nunspeet natuurlijk gelegenheid genoeg om te feesten, ook als het op het schaakbord even wat minder ging.

Alex van Lanen

Giri doet mee aan NK

Met de deelname van Anish Giri aan het NK Schaken 2015 gaat één van de belangrijkste wensen van toernooidirecteur Paul Rump in vervulling. Vorig jaar had Giri voor het toernooi in Biel gekozen. Nu komt hij van zaterdag 4 tot en met zondag 12 juli dus wel naar het Manor Hotel in Amsterdam.

Naast Giri zijn bijna alle andere Nederlandse toppers aanwezig. Onder hen titelverdediger Loek van Wely, die net als vorig jaar een warm pleitbezorger voor de deelname van Giri was: “Het moet wel iets voorstellen, zo’n titel”, aldus de Tilburger. “Giri is de grote favoriet, maar in een toernooi met maar acht deelnemers zijn mijn kansen niet slecht. Er kan van alles gebeuren. Ik heb hier naar uitgekeken.” Ook Sergey Tiviakov geeft weer acte de présence. Hij en Van Wely geven elkaar al maanden geen duimbreed toe op de FIDE-wereldranglijst en zijn de belangrijkste outsiders voor de titel. Robin van Kampen en Erwin l’Ami zijn qua rating momenteel ook ongeveer van gelijke sterkte. Maar waar Van Kampen vrij gelijkmatig presteert vertonen de resultaten van l’Ami al jaren flinke ups and downs. Maar zijn laatste optreden – in het open toernooi van Reykjavik - was het beste resultaat uit zijn loopbaan.

Sipke Ernst en Roeland Pruijssers zouden op basis van hun rating geen serieuze kans moeten maken in juli. Maar zowel Ernst in 2014 als Pruijssers in 2013 had in de slotrondes de titel voor het grijpen. Bij het ter perse gaan van Schaakmagazine

satie hoopt op de deelname van Zhaoqin Peng, Anne Haast, Bianca de Jong-Muhren, Lisa Schut, Tea Lanchava en Iozefina Paulet.

Cultureel Festival Schaken en Cultuur 2015

Tegelijkertijd met het NK Schaken wordt het “Cultureel Festival Schaken en Cultuur 2015” georganiseerd. Mede gebaseerd op

de succesvolle pilot in 2014 heeft het AFK (Amsterdams Fonds voor de Kunst) steun toegezegd. Het definitieve programma zal via www.nkschaken.nl bekend worden gemaakt, nu alvast een impressie;

Theater in de speelzaal

Na het grote succes van Porgy Franssen vorig jaar met meer dan 100 enthousiaste bezoekers, zal hij op 11 juli opnieuw zijn bewerking van de Schachnovelle van Stefan Zweig opvoeren. Daarnaast zal afvaardiging van het toneelgezelschap “Het Barre Land” de “Aantekeningen uit het Ondergrondse van Fjodor Dostojevski” komen spelen.

Cultureel Intermezzo

Als de schakers rond zet 15 de denkfase in gaan wordt het commentaar onder de noemer Cultureel Intermezzo onderbroken voor een 20-30 minuten durende voordracht. Hierin zal Constantijn Huygens-prijs winnaar A.L. Snijders een aantal ZKV’s (Zeer Kort Verhaal) voordragen. Ook is er het project “Dichter bij de Schaker”, waarin dichters naar aanleiding van een ontmoeting met een schaker een poëtisch portret schrijven. Daarnaast is er een verscheidenheid aan activiteiten. Zo zal de schaak-pop-quiz van Dimitri Reinderman op 9 juli worden gehouden en is er een expositie met beeldende kunst, schilderijen en portetten van schakers gemaakt door de vakgroep fotografie van de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten in Den Haag.

SV Almere wint verenigingsprijs

Schaakvereniging Almere heeft de verenigingsprijs 2014 van de KNSB gewonnen. Die club kreeg er net als de winnaar van vorig jaar JSC

Magnus Leidsche Rijn (Utrecht) netto 40 leden bij, maar won op basis van het hoger aantal aangemelde nieuwe leden (67 tegen 59).

Bestuurslid Jeugd en Talentontwikkeling

Dharma Tjiam van de Schaakbond reikte de geldprijs van 1000 euro op 14 maart uit aan Andre Sijpkes, jeugdleider van SV Almere.

SV Almere heeftl 154 leden (80 senioren, 74 jeugd). De derde in grootte van Nederland (Alleen Caïssa en De Toren Arnhem staan er nog boven). Zie ook hun website:

www.schakenalmere.nl. Het geheim van het succes van de SV Almere is volgens kenners dat ze een goed organisatieteam vormen: trouw, vastberaden en enthousiast.

(Foto: David Llada)

gewonnen en Loek van Wely was de sterkste in de vierkamp, ondanks een blunder tegen Jan Timman.

Het Noteboom schaaktoernooi staat voor traditie. Het oudste toernooi van Nederland, ontstaan in 1936 op initiatief van Max Euwe, was dit jaar toe aan haar 75e editie. Het toernooi komt elk jaar tot stand zonder inbreng van sponsors. Maar om het 75-jarig jubileum luister bij te zetten trok de organisatie dit keer wel grotere sponsors aan, waaronder hoofdsponsor CORPUS.

De belangrijkste eye-catcher was de CORPUS vierkamp, bestaande uit Jan Timman, Predrag Nikolic, Loek van Wely en Jan Smeets. Deze heren zijn samen goed voor 20 nationale titels, en 6 Noteboomtitels. Alleen Van Wely had dit toernooi nog niet op zijn palmares staan. De heren leverden vechtschaak van de bovenste plank af, met slechts één remise. Loek van Wely won, maar maakte het zich niet makkelijk door vreselijk te blunderen tegen Jan Timman. Het lukte Timman vervolgens niet om zijn partij tegen Nikolic minimaal remise te houden, waarmee hij 48 jaar na dato (!) opnieuw de beker zou hebben veroverd. Het open toernooi telde ondanks een griepgolf 323 deelnemers. In de A-groep speelden maar liefst 10 GM’s en 7 IM’s. Aanvankelijk rolde ELO-favoriet Daniel Fridman makkelijk door het toernooi, maar een even harde als verrassende nul tegen LSG’er Jan Sprenger wierp hem terug. Ook oud-winnaar Sergey Fedorchuk morste al snel. Zo kon Mark van der Werf met een ietwat fortuinlijke indeling doorstoten naar 5 uit 5, gevolgd door alleen GM Guliyev met 4,5 punt. Het onderlinge duel bood Van der Werf goede kansen op minimaal remise, maar in de eindfase verloor hij de controle en de partij.

De B-groep werd een prooi voor een 6-tal spelers, terwijl de C-groep (met daarin Gren Noteboom, een neefje van Daniel) gewonnen werd Jan Vriends en Gabriel Krouwel. Gabriel won met zijn vader ook de Noteboom Familieprijs. De clubprijs ging dit jaar opnieuw naar HMC Den Bosch.

Anne Haast en Jorden van Foreest namen het in een simultaan op tegen ruim 50 spelertjes. Opvallend was dat de meisjes direct naar Anne renden, wellicht kan de KNSB iets met dit gegeven om het damesschaak te bevorderen… Jorden kende geen medelijden met zijn opponenten en won al zijn partijen. Anne werd gevloerd door de 13-jarige Jorre The van Op Eigen Wieken, en stond ook 2 remises toe, waaronder tegen de 7-jarige (!) Jack Schoonenwolf. Het sponsortoernooi op zaterdagmiddag werd gewonnen door de gemeente Leiden.

De lezer aan zet

16.Lxb7+

Wit wil de lopers wel ruilen, de zwarte fianchetto loper is Korobovs sterkste lichte stuk. Na 16.Ld3 kan zwart zich bevrijden met 16...d5 Voor een van de andere beide loperzetten krijgt u 2 punten 16...Dxb7 17.h5

De meest logische zet. Wit wint ruimte en voorkomt dat zwart ...g5 speelt. Andere goede zetten zijn: 17.De4, 17.De3, 17.Lf4, en 17.c4. U krijgt 5 punten voor een van deze zetten. 17...Thg8 18.De4

Dit centraliseert de dame en wanneer zwart nu af zou wachten dan kan wit verder gaan met Lh4 om de lopers te ruilen. Met zwakke pionnen op d7, f7 en g7 en een zwak veld op d6 zou zwart het dan erg moeilijk krijgen. Vandaar dat Korobov in de partij naar ...f5 grijpt. 18.De3 (4 punten) voorkomt ...g5, maar is een wat tragere versie van 18.De4 (om verder te komen speelt wit waarschijnlijk op de volgende zet alsnog de dame naar de 4e rij met 19.Df4).

18.Lf4 (1 punt) voorkomt ook ...g5, maar verder doet de loper weinig nuttigs op f4 en verliest hij het plan om lopers te ruilen.

de tegenspel.

19...Lxf6

Wit staat ook beter na 19...gxf6 20.c4! en nu bijvoorbeeld 20...f5 21.De3 Pd4!? (of 21...Lg5 22.Pxg5 hxg5 23.Ld6 en de vrije witte h-pion maakt de verdediging voor zwart erg moeilijk.) 22.Pxd4 cxd4 23.Dxd4 d6 en voor zijn geofferde pion heeft zwart tenminste wat tegenspel.

20.Ld6

Najer duikt in het ontstane gat en probeert zwart helemaal vast te zetten.

Andere goede zetten zijn: 20.Lh4 (6 punten) met als plan om verder te gaan met 21.Td6 en bijvoorbeeld 22.a3 (vanwege een eventueel onderste rij mat) waarna uiteindelijk nemen op f6 dreigt: 23.Lxf6 gxf6 24.Dh7. 20.c4 (5 punten) gevolgd door c3 waarmee wit de centrale velden d4 en d5 mooi onder controle krijgt.

20...Tge8 21.Td3

Najer bereidt (in combinatie met zijn volgende zet) de manoeuvre Pf3–d2–c4 voor. Bovendien kan de toren zich eventueel over de derde rij bewegen. Wit staat positioneel beter en allerlei gezonde zetten houden op dit moment het voordeel vast: 21.a3 (5 punten) bederft niks en is een kleine verbetering van de witte stelling (de onderste rij).

21.c4 (5 punten), mits weer gevolgd door c3, is nog steeds goed om de centrale velden te controleren.

21.Dg4 (2 punten) houdt ook de druk vast, maar een duidelijk plan heeft wit dan nog niet.

21...e5

Een van de pointes van 18.De4 is dat 18...g5 sterk beantwoord wordt met 19.Ph2! Wit gaat verder met Pg4 en staat duidelijk beter (pion h6 is zwak). 19.exf6 e.p. Wanneer wit niet en passant slaat dan kan zwart verder gaan met ....g5. Ondanks zijn achtergebleven h-pion heeft hij dan voldoen-

Dit creëert lelijke witte gaten in de zwart stelling. Het grote probleem voor zwart is dat hij zich niet kan bevrijden onder de witte druk vandaan. Passief afwachten zonder concreet plan is niet iets waar een mens erg goed in is.

Op de bevrijdingspoging 21...Pe7 volgt bijvoorbeeld 22.Dxb7+ Kxb7 23.Pe5 waarna zwart wel moet nemen 23...Lxe5 24.Lxe5 nu hangen zowel b7 als g7 24...d5

Van Wely met de beker en de organisatoren (foto: LSG Leiden)

25.Lxg7 Tg8 26.Lxh6 Txg2 zwart lijkt tegenspel te hebben maar met twee nauwkeurige zetten krijgt wit groot eindspelvoordeel:

27.Tg3! Tg8 28.Lc1! en de vrije h-pion gaat de beslissing brengen.

22.a4

Een mooie positionele zet om veld c4 te claimen voor het witte paard. Onmiddellijk 22.Pd2 (7 punten) is echter net zo goed. Wit kan ook op de witte velden spelen met 22.Td5 (7 punten) 22…Pe7 (22...Te6 23.Pd2) 23.Lxe7 Txe7 24.Pd2.

22...Te6

De engines zoeken hier naar een tactische oplossing 22...Pb4

23.Dxb7+ Kxb7 24.cxb4 e4 25.Te3 exf3 26.Txf3 cxb4 27.Lxb4 Te4 en zwart heeft wat tegenspel maar staat wel een pion achter. Wit kan echter ook vasthouden aan een strakke positionele lijn met 23.Te3! Dxe4 24.Txe4 Pc6 25.Pd2.

23.Pd2

Volgens plan, maar opnieuw voelt ook 23.Td5 (7 punten) erg goed aan.

23...Tde8

23...Pa5 wordt het best beantwoord met 24.Td5 (24.Dxb7+ is iets minder goed 24...Pxb7 25.Pe4 Pxd6 26.Pxd6 e4! 27.Te3 Le7! 28. Pxe4 d5 en voor zijn geofferde pion krijgt zwart behoorlijke tegenkansen in het eindspel.)

24...Dc6 25.Pc4 Pxc4 26.Dxc4 en zwart blijft onder grote druk staan.

24.f3

Najer laat Korobov voelen dat hij alle tijd heeft. 24.f3 is een nuttige controlerende zet voordat wit tot actie overgaat. Even goed zijn 24.Pc4 en 24.Td5. Ook 6 punten 24...Pa5

25.b4

Heel verrassend. Nadat hij tot nu toe duidelijk gekozen heeft voor de positionele lijn, gaat Najer ineens over tot heel concreet spel. De tekstzet is zeker niet slecht (en getuigt van een flexibele geest), maar het lag meer voor de hand om in positionele stijl verder te gaan met 25.Td5 of 25.Dxb7+. In beide gevallen houdt wit alle plussen van zijn stelling vast – 5 punten . Tegelijkertijd moet het voordeel natuurlijk ooit worden omgezet in iets concreets en dat is dan weer een sterk argument voor 25.b4.

25...Dxe4

Of 25...cxb4 26.cxb4 Pc6 (26... Dxe4 27.Pxe4 Pc4 28.Ka2) 27.b5 Pd4 28.Dxb7+ Kxb7 29.Pe4 gevolgd door 30.c3 en 31.Lb4 en zwart is in grote problemen.

26.Pxe4

U krijgt geen punten voor 26.fxe4 Pb7! 27.bxc5 Pxd6 (27... Tc8!?) 28.cxd6 en wit is een groot deel van zijn voordeel kwijt.

26...Pc4

26...cxb4 27.Lxb4 wint de d-pion, en 27.cxb4 Pc4 28.Ka2 is ook een superieur eindspel.

27.Ka2

De koningszet heeft niet alleen als bedoeling om het paard te verjagen maar maakt ook veld b1 vrij voor de witte toren. Even sterk is eerst op c5 slaan en dan verder gaan met 28.Ka2.

27.bxc5 (6 punten) 27…bxc5

28.Ka2 (maar natuurlijk niet

28.Lxc5? Tb8+ 29.Kc1 Ta6 en zwart krijgt een sterke aanval!).

27...Tc8 28.bxc5

U krijgt geen punten voor 28. Kb3 waarna zwart de grap 28... Pa5+! heeft 29.bxa5? (29.Kb2 Pc4+) 29...c4+.

28...bxc5 29.Lxc5

Allerlei zetten houden het witte voordeel vast, maar ook voor het doelgerichte 29.Tb1 krijgt u 5 punten

29...Tb8

Hardnekkiger was 29...Tec6 30. Ld6 Pb6 maar wit zou toch moe-

ten winnen na 31.a5 Pc4 32.Tb1! (32.Lb4 d5! 33.Txd5 Pe3) 32... Pxa5 33.Lb4 Ta6 34.Txd7.

Combineren

Diagram 1

Boruchovsky-Altshul

1.Lxd5 1-0 (1..Dxd5 2.Pf6+)

Diagram 2

Gottfried-Ducarmon

1..0-0-0+! 0-1

Diagram 3

Yuffa-Duda

30.Tb1

Wit staat nu gewonnen, ook de zwart d-pion gaat vallen. Even sterk is 30.Lb4 (7 punten) 30… Ta6 (30...a5 31.La3 en zwart heeft geen tegenspel meer met ...Ta6.) 31.Txd7 Pe3 32.T1d6

Txa4+ 33.Kb3 Ta1 34.Pxf6 gxf6 35.Txf6 met een makkelijk gewonnen stelling.

30...Txb1 31.Kxb1 Ta6 32.Ka2

U krijgt evenveel punten voor 32.Txd7 (3 punten).

32...d6 33.Lxd6

Simpel en efficiënt. U krijgt geen punten voor andere zetten. 33.Pxd6 Pxd6 34.Txd6 Txa4+ 35.Kb3 Th4 wordt nog een hele klus, en 33.Kb3 Pa5+ 34.Kb4 Pb7 (34...dxc5+ 35.Kb5) 35.Lf2 Le7 36.Td5 Tc6 37.c4 wint voor wit, maar is te ingewikkeld.

33...Txa4+ 34.Kb3

Geen punten voor 34.Kb1 Ta5 35.Lb4 Tb5 36.Ka2 en na 36...a5 staat wit wel beter, maar niet totaal gewonnen als in de partij. Najer won nu na 34...Pb6 35.Lf8 Ta1 36.c4 Tb1+ 37.Ka2 Th1 38.c5 Pc4 39.c6 Kb8 40.Tc3 en zwart gaf op. 1–0

1..Dxh5! 0-1 (2.Dxh5 Pf4+)

Diagram 4

Vocaturo-Parkhov 1.Pe6+! 1-0

Diagram 5

Berenboym-Hovhannisyan 1..Th1+! 0-1 vanwege 2.Pxh1 Dh2+ 3.Kf1 Dxh1 mat.

Diagram 6

Bartel-Ducarmon

1.Pxf7! en spoedig 1-0. Zwart verliest minstens een kwaliteit.

Diagram 7

Potkin-Vaisberg

1.Txf7+! 1-0 Immers 1..Kxf7 2. Dxh7+ Lg7 3.Lh5+ Kf6 4.Dg6 mat.

Diagram 8

Moiseenko-Huzman

1.Txg5+!! 1-0 Opgegeven vanwege 1..hxg5 2.h6+!

Recht toe recht aan

Na 1. .. Dxe5! 2. fxe5 Pg3+ staat wit dubbelschaak. Zowel na 3. Ke1 als Kg1 is 3. .. Tf1#. Uit Job Emans-Liam Vrolijk, HiQ Invest NK D 2014.

CHESSBASE 13

wedstrijd enorm handig. Zelfs als uw teamkameraden geen Windows-PC gebruiken, kunt u ze met partijmateriaal van de volgende tegenstander voorzien en eventueel nuttige tips geven. De enige voorwaarde om de cloud te kunnen gebruiken is een ChessBase Account.

• U kunt het vermogen van uw engines vergoten door analyse opdrachten te geven. U kunt zelf van tevoren bepalen welke posities automatisch achter elkaar moeten worden geanalyseerd. Op die manier kunnen uw engines

13 - Startpakket

• ChessBase 13 programma

• Big Database 2015 met ca. 6 Mio. niet geanalyseerde partijen

• toegang tot ChessBase-Cloud en ChessBaseOnlinedatabase (meer dan 7 Mio. partijen)

• Partijendownload tot 31. December 2015

• Half jaar abonnement ChessBase Magazin (3 uitgaven DVD + tijdschrift)

u ChessBase 13 - Megapakket 269,90 E

• ChessBase 13 programma

• Mega Database 2015 met ca. 6 Mio. partijen, ca. 68.000 historische en openingsrelevante belangrijke partijen met analyses van meesters!

• toegang tot ChessBase-Cloud en ChessBaseOnlinedatabase (meer dan 7 Mio. partijen)

• Partijendownload tot 31. Dezember 2015

• ChessBase Magazin jaarabonnement (6 nummers)

u ChessBase 13 - Premiepakket 369,90 E

• ChessBase 13 programma

• Premium-abonnement op playchess.com (1 jaar)

• Mega database 2015 met ca. 6 Mio. partijen, ca. 68.000 historische en openingsrelevante belangrijke partijen met analyses van meesters!

• toegang tot ChessBase-Cloud en ChessBaseOnlinedatabase (meer dan 7 Mio. partijen)

• Partijendownload tot 31. Dezember 2015

• ChessBase Magazin jaarabonnement (6 nummers)

• De nieuwe Fritz Eindspel-turbo 4 (4 DVDs met Syzygy tablebases) en ChessBase correspondentiedatabase 2013.

u ChessBase 13 Update van CB 12 99,90 E

• ChessBase 13 programma

• oegang tot ChessBase-Cloud en ChessBaseOnlinedatabase (meer dan 7 Mio. partijen)

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.