

Caruana schrijft geschiedenis
Olympiadeteams in subtop
Anish Giri 7e van de wereld
Interviews met: Loek van Wely en Anne Haast
Webwinkel
Schaakklokken
Boeken
Wedstrijdformulieren en reglementen
Spelmaterialen
CD’s
Leermethode van Wijgerden/Brunia Werkboeken
www.schaakbond-winkel.nl
Voor clubs, scholen en de rest van schakend Nederland!
beginners

Of wil je echt iets unieks?
Olijfbomenhout,
DGT bord Rosewood met Timeles stukken

Schakers


Wil je echt sterker worden?

Auteur Jan Timman schaakmok


DGT 3000
de allernieuwste DGT klok met een groot display, 5 jaar garantie, toont seconden vanaf de eerste zet en aansluitpunt voor DGT bord
introductieprijs
info@schaakengo.nl. Bij afname van grotere aantallen geldt een korting. Bezoek voor details de website.
Bobby Fischer voor
Auteur Renzo Verwer 2e herziene druk
Officieel orgaan van de Koninklijke Nederlandse Schaakbond
Jaargang 121 • no.5 • oktober 2014
Hoofdredacteur
Martin Voorn
Aan dit nummer werken mee:
Winston van Ee (foto)
Max Euwe Centrum (foto)
Harry Gielen (foto)
David Llada (foto’s)
Lennart Ootes (foto)
Frans Peeters (foto’s)
Jeroen Bosch
Merijn van Delft
Gert Devreese
Monique van de Griendt
Herman Grooten
Erik Hoeksema
Johan Hut
Pascal Losekoot
Piet Peelen
Paul van der Sterren
Minze bij de Weg
Karel van der Weide
Redactieadres:
Frans Halsplein 5
2021 DL Haarlem
Tel: 023-5254025
E-mail: schaakmagazine@schaakbond.nl
Adreswijzigingen naar uw vereniging.
Sluiting kopij: 19 november 2014
Bondsbureau KNSB:
Frans Halsplein 5
2021 DL Haarlem tel: 023-5254025
E-mail: bondsbureau@schaakbond.nl Internet: www.schaakbond.nl
Vormgeving & Lay-out: Interface Communicatie B.V., Ede www.ifcommunicatie.nl
Druk
Koninklijke BDU Grafisch
Bedrijf BV, Barneveld
ISSN: 1385-8807

Voorloper
Toernooien
Olympiade: Nederland in subtop



Caruana schrijft met monsterscore geschiedenis
Toen Magnus Carlsen een jaar geleden de wereldtitel veroverde, werd hem alom een heerschappij van een jaar of twintig beloofd. Aanstormende supertalenten waren niet in beeld, zijn generatiegenoten hadden zijn niveau nog niet en de wat oudere spelers konden het gewoon niet meer opbrengen. Maar er kan veel veranderen in korte tijd. De Amerikaanse Italiaan Fabiano Caruana – een jaar jonger dan Carlsen – won met grote overmacht supertoernooien in Dortmund en in Saint Louis en hij heeft zich nadrukkelijk gemeld als de belangrijkste uitdager van de Noor. Op de wereldranglijst staat Caruana nu tweede met slechts geringe achterstand op Carlsen.
Vooral zijn optreden in het Amerikaanse Saint Louis baarde veel opzien. In deze dubbelrondige zeskamp – met alleen maar spelers uit de top-tien –begon hij met een bijna onmogelijke 7 uit 7. Carlsen, Topalov, Aronian, Nakamura, grote namen, maar een voor een werden ze terzijde geschoven. Pas in de achtste ronde gaf Caruana zijn eerste halfje af: Carlsen slaagde er toen in om met kunst-en-vliegwerk remise te houden. 7 uit 7 tegen de allerbesten is een serie die erg tot de verbeelding spreekt en dus werden er allerlei vergelijkingen gemaakt met prestaties uit het verleden. En waarom ook niet, het blijft nu eenmaal een leuk tijdverdrijf om appels met peren te vergelijken. De 6-0, 6-0 uit 1971 van Fischer tegen Larsen en Taimanov bijvoorbeeld. Enorme cijfers, maar Fischer zat wel te spelen tegen wanhopige en gedemoraliseerde schakers, die steeds maar weer alles of niets moesten gokken. En de 8 uit 8 van Kortsjnoi in Wijk aan Zee 1968 is ook lang niet gek, maar daar zaten – met alle respect – wel spelers bij als Van Geet, Bobotsov en Ree, dus niet uitsluitend wereldtoppers.
Terug naar de Sinquefield Cup in Saint Louis, waar Caruana
iedere ronde een moderne en gemotiveerde topspeler moest bestrijden. In de tweede ronde versloeg hij op overtuigende wijze de wereldkampioen. Carlsen probeerde een mislukte opening nog wat kleur te geven met een verrassend stukoffer, maar Caruana was op zijn post en weerlegde alles met vaste hand.
Carlsen-Caruana
1.e4 e5 2.Lc4 Pf6 3.d3 Zoals zo vaak bescheiden openingsspel van Carlsen.
3…c6 4.Pf3 d5 5.Lb3 Lb4+ 6. c3 Ld6 7.Lg5 dxe4 8.dxe4 h6
9.Lh4 De7 10.Pbd2 Pbd7 11. Lg3
Een merkwaardige zet, op h4 staat de loper toch een stuk actiever dan op g3. De normale zetten zijn hier 11.0-0 en 11.Pc4.
11…Lc7 12.0-0 Ph5 13.h3
Wit laat zijn pionnenstructuur verminken, in de hoop op tegenspel via de f-lijn. 13…Pxg3 14.fxg3 Pc5
15.Lxf7+
Op dit stukoffer had wit zijn hoop gevestigd, maar het valt tegen.
15…Kxf7
Natuurlijk niet 15…Dxf7? 16. Pxe5 De6 17.Dh5+ en wit wint.
16.Pxe5+ Kg8 17.Pg6 Dg5 18.Tf8+
Wit moet de vaart erin houden. Na 18.Pxh8? Le6 heeft hij geen compensatie.
18…Kh7 19.Pxh8 Lg4 20.Df1 Pd3!
Tijd om even de balans op te maken. Wit heeft een gevaarlijke vrije e-pion, maar zijn koningsstelling is ernstig verzwakt. Het combineren van koningsaanval met het afstoppen van de vrijpion lijkt een delicate kwestie, maar Caruana heeft er weinig moeite mee.
23.Pf3 Dxg3 24.e5+ Kxh8 25.e6 Lb6+ 26.Kh1 Dg4 27. Dd6
In slechte stellingen werkt de tactiek nooit mee, zo faalde het logische 27.Te1? op 27…Txf3! 28.Dxf3 Dh4+ en 29…Dxe1+.
Ook 27.e7 Te8 28.Te1 Dh5+ 29. Ph2 Lc7 30.g3 Df7 is geen pretje voor wit.
27…Td8! 28.De5 Td5 29.Db8+ Kh7 30.e7 Dh5+
Dit had Carlsen niet zien aankomen. 20…Le2 21.Df5+ Dxf5 22.Txf5 Lb6 23.Kh2 Txh8 24. Te1 is een houdbaar eindspel voor wit, en na 20…Txf8 21. Dxf8 Dxd2 22.hxg4 De3+ 23. Kh1 Dxg3 24.Df5+ Kxh8 25. Df8+ is het remise door eeuwig schaak.
21.Dxd3
Want 21.Txa8 De3+ 22.Kh1 Pf2+ 23.Dxf2 Dxf2 24.hxg4
Dxd2 is onspeelbaar voor wit.
21…Txf8 22.hxg4 Dxg4
31.Ph2?
Een blunder in verloren stelling. Beter was 31.Dh2, maar na 31… De8 faalt het logische 32.Te1 weer op een trucje: 32…Lf2! – dreigt verschrikkelijk Td5-h5 en 33.Te4 gaat niet wegens 33…Td1+.
31…Td1+ 32.Txd1 Dxd1+ 33. Pf1 Dxf1+ 34.Kh2 Dg1+ en Carlsen gaf zich gewonnen.

een kansloze 2-0 nederlaag. Met name de witpartij van Caruana was heel imponerend, in een soort Topalov-stijl ging onze held er dwars doorheen.
Caruana-Topalov
1.e4
Zeven jaar geleden is het alweer, dat Caruana voor het eerst in Nederland van zich deed spreken. Toen won hij als 15-jarig jeugdtalent Vlissingen Open.
1…c5 2.Pf3 e6 3.d4 cxd4 4. Pxd4 Pc6 5.Pc3 a6 6.Pxc6
Caruana geldt ook als een groot kenner van de varianten met Le3, Dd2 en 0-0-0 maar voor deze gelegenheid heeft hij iets anders voorbereid.
6…bxc6 7.Ld3 d5 8.0-0 Pf6
9.Te1 Le7 10.e5
Wit moet snel iets ondernemen, want anders staat zwart uitstekend met zijn massieve centrum. 10…Pd7 11.Dg4 Kf8
Want 11…0-0? 12.Lh6 kost de kwaliteit. De centrale vraag is nu: wat weegt zwaarder, het zwarte centrum of het feit dat zwart niet normaal heeft kunnen rokeren.
12.Pa4!
Ter voorbereiding van c2-c4, een
Oogt gekunsteld, maar wit wil rustig Ld2 en Tae1 spelen.
Bekend was nog 13.Lg5, met als tactische rechtvaardiging 13… Lxg5 14.Dxg5 Dxa4?? 15.Dd8 en mat. Hier begon Topalov heel lang na te denken, terwijl Caruana nog zetten lang in zijn voorbereiding zat.
13…h5 14.Df4 g5 15.Ld2 Dc7?
Achteraf is het gemakkelijk te zeggen dat het eindspel na 15…gxf4 16.Lxa5 zwart betere kansen op behoud bood, maar Topalov probeert – tevergeefsaan te tonen dat het witte initiatief alleen maar gebakken lucht is.
16.Dg3 h4 17.Dg4 Tg8
De lange afwikkeling 17…Pxe5
18.Txe5 Dxe5 19.Lc3 Df4 20. Dxg4 gxf4 21.Lxh8 f6 22.Pb6 Tc8
23.Pxc8 Txc8 24.Lxa6 Tb8 25.a4! oogt ook gunstig voor wit en
17…c5 18.c4 en nu wel 18… Pxe5 – het verschil met meteen 17…Pxe5 zit hem in 19.Txe5 Dxe5 20.Lc3 d4! en zwart wint. 18.Tae1 c5 19.c4 dxc4 20.
Lxc4 Lb7 21.h3
Wit heeft geen haast. Na meteen 21.Lc3 heeft zwart misschien tegenspel via 21… h3!? 22.Dxh3 Dc6 23.b3 g4 24.Dh6+ Ke8.
21…Td8 22.Lc3 Pb8
Op weg naar d4, maar dit is een heel langzaam plan
23.Te3 Pc6
vernietigend. 28.e6!!
Voorzichtiger was 24…Tg6 om e6 een extra steuntje te geven. 24.Lxe6!
Een verwoestend stukoffer. Er blijft niets over van de zwarte stelling.
24…fxe6 25.Tf3+ Ke8
Na 25…Kg7 is mijn computer erg gecharmeerd van 26.Dh5
De kroon op het werk. Wit doet er nog een kwaliteit bij, maar de zwarte koning kan niet meer ontsnappen.
28…Pxf3+ 29.gxf3 Lf8 30. Dh5+ Ke7 31.Lxg7
en zwart gaf op, na 31…Lxg7 32.Df7+ Kd6 33.e7 is het afgelopen. Topalov zag er na de partij uit alsof hij door een stoomwals was overreden, wat een geweld.
Fabiano Caruana schreef schaakgeschiedenis door met 3 punten voorsprong het misschien wel sterkste toernooi ooit te winnen. Foto: Lennart Ootes
Mannen én vrouwen
degelijke subtoppers
Giri, L’Ami en Haast blinken uit
Na de wereldtitel van Magnus Carlsen is alles wat met schaken te maken heeft hot in Noorwegen. Niet zo verwonderlijk dus dat het de Noren ook de lukte om de Olympiade – een soort open wereldkampioenschap voor landenteams – binnen te halen. In Tromsø eindigde Nederland bij de mannen als twaalfde, uit elf wedstrijden – zes gewonnen, twee verloren, drie gelijk - haalden ze vijftien matchpunten binnen.
Op rating was Nederland als elfde geplaatst, dan klinkt twaalfde worden als voldoen aan de verwachtingen. Toch is het een beetje teleurstellend, er had beslist meer ingezeten. Aan het topbord speelde Anish Giri een uitstekend toernooi. Hij scoorde 8 uit 11 en veroverde daarmee de bronzen medaille voor het eerste bord. Voor zijn teamgenoten moet Giri een baken van rust zijn geweest. De wetenschap dat daar iemand zit die de ergste klappen opvangt, sterker nog dat daar een topper zit die vooral zelf harde dreunen uitdeelt, dat is heel inspirerend voor een ploeg.
Aan het tweede bord kwam Erwin l’Ami tot 7½ uit 10, een zo mogelijk nog betere prestatie dan de score van Giri. L’Ami had een weinig stabiele zomer achter de rug met veel wisselvallige resultaten. Maar teamcaptain Vladimir Tukmakov had het goed gezien – geef L’Ami opdracht om waar mogelijk te winnen van de zwakkere broeders en om de echt sterken op remise te houden en succes is verzekerd. Erwin l’Ami is de ideale teamspeler, een soort Sosonko 2.0!
Met L’Ami als betrouwbare ausputzer aan het tweede bord had Tukmakov zijn handen vrij om Sergei Tiviakov en Loek van Wely als puntenmachines aan het derde en vierde bord te zet-
ten. Dit onderdeel van Tukmakovs masterplan viel een beetje tegen. Tiviakov speelde een kleurloos toernooi, maar met 5,5 uit 8 kwam hij nog tot een acceptabele score.
Van Wely, nog niet zo lang geleden weer kampioen van Nederland geworden, zakte daarentegen door het ijs. Zou hij de druk gevoeld hebben van het ‘moeten scoren’ aan het vierde bord? Hij haalde slechts 3½ uit 7 tegen matige tegenstand en leverde een sloot ratingpunten in. Van Wely is gewend om een van de dragende krachten van het team te zijn, reken maar dat hij hier doodziek van is!
Robin van Kampen maakte zijn debuut op de Olympiade. Met 5 uit 8 presteerde hij naar behoren, een onverwachte nul tegen de Oezbeek Vakhidov maakte van een goed toernooi een gewoon toernooi.
Anish Giri vertoeft de laatste tijd vooral in kringen van spelers met een rating van rond de 2800, en dan kan het heel lastig zijn om een treetje af te dalen naar gewone stervelingen met een rating van in de 2500. Met zwart is het dan soms moeilijk om spel te maken, maar meteen in de eerste ronde tegen Andorra liet Giri zien dat hij goed op zijn taak was berekend. En vergis u niet, er is geen enkele
reden om lacherig te doen over Andorra. Daar zit geen toerist aan het eerste bord, maar een grootmeester met een respectabele rating van 2523.
De la Riva-Giri 1.e4 c5 2.Pf3 Pc6 3.Lb5 g6 4.0-0 Lg7 5.Te1 Pf6 6.c3 0-0 7.h3
Normaal is meteen d2-d4, de tekstzet is er eentje uit de categorie nuttige wachtzetten. Giri reageert heel actief.
7…Db6 8.La4 Td8 9.Lb3 Een wat aarzelend zetje. Meer voor de hand ligt 9.e5, nu grijpt zwart het initiatief. 9…d5 10.e5 Pe4 11.d3 c4!
13…cxb3 14.axb3
Want het paard op e4 kan nog steeds nergens heen.
14…f6!
En ineens staan alle zwarte stukken ideaal. De kracht van de torenzet naar d8 blijkt vooral na 11.dxc4 dxc4 en de witte dame staan aangevallen.
12.Le3
Er dreigde iets op f2, maar nu wordt de pion op e5 weer een zorgenkindje.
12…Dc7 13.Ld4
Alleen met deze krakkemikkige zet kan wit zijn pion op e5 nog redden.
Veel sterker dan gekunstelde dingen als 14…Pxd4 15.cxd4 Dc6 of 14…Pxd4 15.cxd4 Pd6 16. exd6 Dxd6 17.Pc3. Zwart wil de stelling openbreken, waarna zijn sterke lopers de zaak spoedig zullen beslissen.
15.dxe4 dxe4 16.Pfd2 f5 En de witte stelling is een ruïne. Tien zetten later is het leed geleden.
17.f3 Pxd4 18.cxd4 Txd4 19. fxe4 fxe4 20.Txe4 Db6 21. Kh1 Lf5 22.Txd4 Dxd4 23.Pc3 Lxe5
Met een pluspion en twee moordende lopers voor zwart. 24.Ta4 Dd3 25.De1 Lg3 26. De2 Td8 en wit gaf op. Tja, als je dit zo naspeelt bekruipt je al snel het gevoel van – zo moeilijk kan het toch niet zijn om van een 2500-plusser te winnen!
Het begin van een sterke reeks. Onderweg won Giri van
Gelfand, speelde hij remise tegen Topalov en zo moest hij in de elfde en laatste ronde winnen voor een medaille. Met zwart tegen een goede grootmeester uit Paraguay, een jongen die de laatste tijd stevig aan de weg timmert. De rating van Axel Bachmann bedraagt intussen 2640. Giri laat het er weer heel gemakkelijk uitzien.
Bachmann-Giri
1.c4 Pf6 2.Pf3 g6 3.Pc3 Lg7 4.d4 0-0 5.e4 d6 Koningsindisch, zo legt Giri uit op schaaksite.nl, is nog altijd dé opening voor iemand die per se wil winnen.
6.h3 e5 7.d5 Ph5 8.g3 Pa6 9. Le2 f5 10.exf5 gxf5 11.Lg5 Pf6 12.Pd2.
Te traag. Giri geeft 12 Dc2, gevolgd door 13.0-0-0 in overweging.
12…De8 13.Pb3 Dg6 14.Dd2 Pb4!
Met als idee f5-f4, waarna zowel Pc2+ als Dxg5 dreigt. 15.f4?
Alleen door vrijwillig zijn zwartveldige loper op te geven met 15.Lxf6 kon wit in de partij blijven. Nu gaat het mis. 15…h6 16.Lh4 exf4 17.gxf4
Dg2 18.0-0-0 Pe4! 19.Pxe4 Dxe4 20.Tdg1
Ook na 20.Dxb4 Dxf4+ 21.Kb1 Dxh4 zijn alle kansen aan zwart. 20…Pxa2+ 21.Kd1 Db1+ 22. Pc1 Ld7!
vier verbonden, ver opgerukte vrijpionnen voor een toren. Na 31.Kf2 (dreigt Lxc3) 31…Td8 32.Ke2 Te8 is remise een logisch
31.Lxc3? Pg4+! 32.Kd2 Td8+ 33.Ke2 Te8+ 34.Kd2 Td8+ 35.

makkelijk dit hele nummer van Schaakmagazine gevuld kunnen worden, maar wij komen erin na de 30e zet van zwart.
Mekhitarian-L’Ami stelling na 30…Te8
Met twee pluspionnen voor zwart. De vrije a-pion zorgt voor een snelle knock-out.
30.Ke3 Kh7 31.Kxe4 a5 32. Tg2 a4 33.Tb1 a3 34.Ta2 Ta4 en wit gaf zich gewonnen.
Wat een stelling! Zwart heeft
Wit kan niet naar c1 lopen, want na 35.Kc1?? Txd1+ 36. Kxd1 Pe3+ wint zwart have en goed.
35…Txd1!
Geen remise door zetherhaling, zwart gaat nu voor de winst. 36.Ld2!
Alleen zo kan wit nog terug vechten.
36…Th1 37.Txc4 Txh2+ 38. Ke1 Th1+ 39.Ke2 Th2+ 40.Ke1 h5 41.fxg4 b3 42.Kd1 hxg4 43.Tc8+?
Hier, en op de volgende zet bood Lxa5 betere remisekansen zoals Giri in uitputtende analyses aantoont op schaaksite.nl.
43…Kh7 44.Tb8? a4 45.Tb4 Tg2 46.Txa4 Txg3
Anish Giri scoorde 8 uit 11 en een bronzen medaille aan het 1e bord. Foto: David Llada
Vier pionnen voor een stuk, dat is te veel. De zwarte pionnenmassa is niet te stoppen.
47.Le1 Tg2 48.Tb4 b2 49.Ld2 g3 50.Txb2 Th2 51.Tb1 f5 52.Tc1 g2 53.Le3 Th1+ 54.Kd2 Tf1! 55.Lb6 f4 56.Tc4 g5 57. Tc6 g1D 58.Lxg1 Txg1
Vroeger, toen partijen nog werden afgebroken, zou wit hier natuurlijk opgeven. Maar tegenwoordig kan in uitvluggerfases van alles gebeuren en
dus drinkt wit de beker helemaal leeg.
59.Ke2 Tg3 60.Kf2 Kg7 61.Ta6
Kf7 62.Tb6 Te3 63.Ta6 Te6
64.Ta3 Kg6 65.Kf3 Kf5 66.Tb3 Te5 67.Ta3 Tb5 68.Ta2+ Tb3+
69.Kg2 Kg4 en 0-1.
In de aanloop naar de Olympiade hebben de Nederlandse vrouwen – onder de bezielende leiding van Bianca Mühren – veel aandacht besteed aan teambuilding. Natuurlijk doet het de stemming in een (vrouwen)ploeg geen kwaad om eens bij elkaar thuis te eten of om samen oranje truien te maken, maar een aantal speelsters klaagde tijdens het toernooi over een gebrek aan wedstrijdritme –misschien is dat aspect een beetje verwaarloosd. Natuurlijk,

de Nederlandse vrouwen zijn geen profs en hebben ook nog een druk leven naast het schaken, maar toch - “spelen, spelen en nog eens spelen” , dat was altijd het advies van bridgecoryfee Hans Kreijns aan de vrouwen van het Nederlandse bridgeteam. Zoals altijd in dit soort gevallen zal de waarheid wel ergens in het midden liggen.
Nederland begon goed, maar halverwege het toernooi werd drie keer op rij verloren: van Polen, India en Montenegro. Het team dreigde helemaal weg te zakken. Samen met coach Predrag Nikolic lukte het de dames om het tij te keren. Het analysebord werd aan de kant gezet en het Triviant-spel kwam op tafel. Oer-Hollandse gezelligheid, glaasje wijn erbij, en deze meer relaxte aanpak werkte als een zonnetje. Nederland won de laatste drie wedstrijden en eindigde nog op een keurige vijftiende plaats.
Anne Haast was de grote uitblinker bij de vrouwen. Ze liet zien dat haar recent behaalde Nederlandse titel geen toevalstreffer was en met 6½ uit 10 scoorde zij een grootmeesterresultaat bij de vrouwen. Met een gedegen overwinning zorgde zij ervoor dat Nederland een knap 2-2 gelijkspel behaalde tegen Georgië, van oudsher een van de sterkste landen in het vrouwenschaak.
Javakhishvili-Haast
1.d4 d5 2.c4 dxc4 3.e4 e5 4.Pf3 exd4 5.Lc4 Lb4+ 6.Ld2 Lxd2+ 7.Pbxd2 Pc6 8.0-0 Pf6 9.e5 Pd5 10.Db3
rustige 10.Pb3 een belangrijk alternatief.
10…Pa5 11. Da4+
Ook met 11.Db5+ c6 12.Dc5!? is ervaring opgedaan, zo heeft o.a. Karpov wel eens gespeeld. 11…Pc6 12.Lb5 12.Db3 met remise door zetherhaling was natuurlijk niet de bedoeling van de witspeelster, maar de tekstzet maakt geen overtuigende indruk.
12…Ld7 13.Db3
Vooral niet 13.Pxd4? Pb6! 14. Pxc6 bxc6 en zwart wint materiaal.
13…Pf4! 14.Lc4 0-0
Zwart mag heel tevreden zijn over de opening: nog steeds een pluspion en de koning staat eindelijk veilig. Misschien had wit eieren voor haar geld moeten kiezen met 13.Lxc6 Lxc6 14.Dxd4 met gelijk spel.
15.Tfe1 Pa5 16.Dc2 Pxc4 17. Dxc4 Lc6 18.Dxd4
Want 18.Pxd4? Dg5! 19.g3 Ph3+ 20.Kf1 Dxd2 gaat helemaal niet voor wit.
18…Dxd4 19.Pxd4 Lxg2 20.f3 Tad8 21.P2b3 Lh3
Alles nog bekend, hier is het
De arme witspeelster – toch een rating van 2478, ruim 150 punten meer dan Anne Haast –had na afloop heel wat uit leggen aan haar teamgenoten. Na twintig zetten met wit een pion achter zonder enige compensatie, dat mag niet gebeuren in een teamwedstrijd. De techniek van Anne was onberispelijk en vijftig zetten later had ze de vis op het droge.
Anne Haast haalde een grootmeesterresultaat bij de vrouwen. Foto: David Llada
Anish Giri nummer 7 van de wereld
De Nederlandse schaker Anish Giri is doorgedrongen tot de top-10 van de wereld. Na zijn sterke optreden voor het Nederlandse team op de Olympiade – een bronzen medaille op bord 1 – was de 20-jarige inwoner van Rijswijk al gestegen op de wereldranglijst naar plaats 11. Nu komt de Nederlandse grootmeester voor het eerst de top-10 binnen op plaats 7. In de maand september bevestigde Anish zijn progressie in Spanje. Eerst leverde een optreden in de Spaanse teamcompetitie hem al elopunten op. Een sterk vervolg in de Europa Cup in Bilbao zorgde ervoor dat hij nog verder steeg op de wereldranglijst.

Per 1 oktober ziet de wereldranglijst van de wereldschaakbond FIDE er als volgt uit:
1. Magnus Carlsen (Noorwegen) 2863
2. Fabiano Caruana (Italië) 2844
3. Veselin Topalov (Bulgarije) 2800
4. Levon Aronian (Armenië) 2798
5. Alexander Grischuk (Rusland) 2797
6. Viswanathan Anand (India) 2792
7. Anish Giri (Nederland) 2768
8. Sergey Karjakin (Rusland) 2767
9. Hikaru Nakamura (Verenigde Staten) 2764
10. Shakhriyar Mamedyarov (Azerbeidzjan) 2764
Het is 13 jaar geleden dat de laatste Nederlandse topschaker, Loek van Wely, in de top-10 van de wereld prijkte. Van Wely
stond daar, net als zijn generatiegenoot Jeroen Piket, maar kort. Het ligt in de lijn der verwachting dat Anish Giri, net als Jan Timman in de jaren 80 en 90 van de vorige eeuw, daar veel langer zal blijven en zich op termijn ook kan mengen in de strijd om het wereldkampioenschap. Anish Giri volgt al vijf jaar een individueel trainingsprogramma bij de KNSB. Tot en met eind 2013 werd hij getraind door de Belgisch-Russische toptrainer Vladimir Chuchelov. Sinds het begin van dit jaar is de gerenommeerde Oekraïense topcoach Vladimir Tukmakov zijn vaste begeleider. Het trainings- en wedstrijdprogramma van Anish Giri wordt mede gefinancierd door de LOTTO omdat NOC*NSF Giri identificeerde als één van de grootste Nederlandse sporttalenten.
Foto: David Llada

‘Ik ben ook wel een sluwe vos geworden’. Foto: Frans Peeters
loek van Wely weer 'in business' na 7e NK-titel
‘Ik zet gewoon hoger in dan anderen’
Hij had vooraf aangekondigd liefst met grote voorsprong kampioen te worden, ‘het NK winnen, is niet meer voldoende’. Loek van Wely haalde, na een NK geknipt voor nagelbijters, toch zijn zevende titel van Nederlands kampioen. ‘Kijk, ik durf gewoon hoger in te zetten dan anderen. Dat is ook wel makkelijker als je meer titels hebt. Maar het kan geen kwaad om de zaak vooraf een beetje op te naaien.’
In 2005, bij je zesde NK-titel, zei je in Schaakmagazine dat het je ambitie was om de records van Timman (9 titels) en Euwe (12) te breken. Geef je jezelf, bijna tien later, nog een kans?
Er kwam een kink in de kabel. In 2006 speel ik misschien mijn beste NK ooit, maar win ik niet. In 2007 kreeg ik een conflict met de bond en heb ik niet meegedaan. Daarna was het NK financieel onaantrekkelijk voor me.
Maar ik heb 7 van de laatste 9 NK’s waaraan ik heb meegedaan, gewonnen. Een slecht resultaat kan je dat niet noemen. Timman kan ik misschien nog bijhalen, maar Euwe, dat wordt lastig.
Waarom heb je dit jaar toch weer meegedaan aan het NK?
Financieel waren de voorwaarden niet beter dan de jaren ervoor, maar het leek me wel weer een mooie uitdaging. Het idee was eigenlijk Giri en Timman erbij te halen. Ik had ook een goed gevoel bij de andere jongens die aan het NK deelnamen. Die jongens
hebben toekomst. Giri gaf de voorkeur aan het toernooi in Biel en Timman had al een tripje naar Denemarken gepland. Maar ook zonder hen was dit NK een mooie uitdaging. In 2010 heb ik het na een aantal jaren op het NK weer geprobeerd tegen de jonge jongens. En nu in 2014 vond ik het weer een keertje tijd om mezelf eens te testen tegen de boys. In 2006 verloor ik mijn kampioenstitel, daarna heb ik het in 2010 weer geprobeerd en nu in 2014. Mijn volgende NK-optreden zal dus voor 2018 zijn, denk ik. (lacht)
Was dit je grootste mazzeltitel van de zeven?
Moeilijk te zeggen. Ik heb op een NK ook eens 1,5 punt achterstand gehad op Ivan Sokolov. En dat kwam nog goed. Qua spel vind ik dat ik dit jaar wel recht had op de NK-titel. Maar ik had het dit keer niet in eigen hand.
Als Spoelman in de laatste ronde won, kwam jij sowieso te laat Jazeker, maar dat was niet zo simpel voor hem. Kijk, ik weet uit eigen ervaring hoe gevaarlijk Benjamin (Bok) kan zijn en die liet tegen Spoelman zien wat-ie waard was. Ja, ik had echt het gevoel dat als ik mijn partij tegen Reinderman won, er een flinke kans was dat ik ook het NK wel zou winnen, al dan niet na barrage.
Vóór het toernooi zei je met grote voorsprong kampioen te willen worden. En toen je van Bok verloor: ‘Bok speelde de partij van zijn leven. De volgende keer win ik natuurlijk weer gewoon van hem.’ Is dat psychologische oorlogsvoering of arrogantie? Het is sowieso de aard van het beestje. Ik heb het niet zozeer arrogant bedoeld, al snap ik wel dat dit zo kan overkomen. Op een gegeven moment ben je op een zoek naar een nieuwe uitdaging. En dan vraagt iemand van de pers: wat is jouw doel op het NK? De meesten zullen dan zeggen: kampioen worden. Omdat ze nog nooit kampioen zijn geweest. Wat moet je dan zeggen als je al zes keer kampioen bent geworden? Dan zoek je ook de grenzen op en zeg je: het NK winnen is niet meer voldoende.
Maar je wist vóór het NK niet hoe je vorm was, het getuigt toch van zelfvertrouwen Kijk, ik durf gewoon hoger in te zetten dan anderen. Dat is ook makkelijker als je meer titels hebt. Mijn doel is ook gewoon het toernooi te winnen. Maar het kan geen kwaad de zaak vooraf een beetje op te naaien.
En werkt dat? Heeft dat effect op je tegenstanders?
Ik denk dat zoiets in een match wel effect zou kunnen hebben. Maar op zo’n NK ben ik maar 1 van de 8. Als ze elke partij tegen mij moeten spelen, gaan ze misschien wel denken: ‘Oh shit, hij wil niet alleen winnen, maar me ook vernietigen of zo.’ (lacht) Dan kan er wel iets van blijven hangen bij die tegenstander. Maar nu spelen ze maar één keer tegen me. Maar ik wil ook nog iets kwijt over die quote die ik over Benjamin (Bok) maakte.
Graag. Die quote kreeg een extra dimensie toen Bok in de laatste NK-ronde nóg een geweldige partij speelde tegen Spoelman. Toen spotte de publiekscommentator: ‘Dat is al nu de tweede keer dat Bok de partij van zijn leven speelt in drie dagen tijd.’ Ja, nu heb ik met Benjamin een bijzondere relatie. Dat is begonnen op het NK in 2010, toen hij vanaf het begin op remise afstevende tegen mij. Hij mikte op een zetherhaling. We kregen een 13-voudige of 17-vou-
wat van gezegd, ik was er niet happy mee: ik vind dat een jonge speler als Benjamin moet proberen van me te winnen. Hij hoeft niet bang te zijn, hij moet er gewoon voor gaan.
Bij de openingsplechtigheid van het NK dit jaar kreeg elke speler één vraag: daarbij refereerde ik nog eens aan dat voorval tegen Benjamin, toen iemand me vroeg: ‘Wat zou je verkiezen, een pion offeren of een pion pakken, voor het initiatief in de partij? En toen antwoordde ik: ‘Tegen Benjamin zou ik snel een pion offeren voor het initiatief.’ Er zijn tussen Benjamin en mij over-en-weer steeds weer van die kleine spelletjes en pesterijtjes. Onze onderlinge partij op dit NK was dus beladen. Maar goed, ik moet daar objectief in zijn: hij speelde gewoon een extreem goede partij tegen mij. Mijn quote over ‘de partij van zijn leven’ was gewoon welgemeend, ik had er geen bijbedoelingen mee.
Is met die laatste quote jullie conflict nu voorbij, denk je? Of blijft er toch nog iets hangen?
Nou, de kans is vrij groot dat ik zaterdag tegen Benjamin moet spelen in de Nederlandse clubcompetitie. Dan wil ik

‘In Nederland mag dat niet, de lat hoog leggen, maar wij doen het lekker toch’. Foto: Frans Peeters
natuurlijk wel graag revanche nemen. (het werd een vrij saaie remise, red.)
De schaakpers bewierookte het spel van Bok en Spoelman, steekt dat? Nou, ik heb al zoveel in de schijnwerpers gestaan, dat kan ik wel hebben. Kijk, Benjamin heeft op dat NK twee heel goede partijen afgeleverd, absoluut. Wouter en Sipke lieten ook fris spel zien. Maar over het hele toernooi gezien was mijn spelniveau toch hoger dan dat van de rest. Mijn spel was misschien minder spectaculair, maar als ik in de derde ronde van Spoelman win, dan was het verder misschien wel een saai NK geworden.
Denk je meer NK-titels te kunnen pakken?
Dat hangt van een aantal factoren af: heb ik zelf zin om mee te doen én de factor-Giri. In een kort toernooi met maar acht spelers heb ik nog altijd kans op de titel, ook met Giri erbij. Het is nu eenmaal zo dat Giri het nog altijd moeilijk heeft met me in onze onderlinge partijen en dat ik hem nog altijd kan verslaan. Ik sta tegen Giri op +1. En met die score komt hij nog goed weg, het had een groter verschil in mijn voordeel kunnen zijn.
Heeft Giri, met 100 ratingpunten meer dan jij, toch nog last van een Van Wely-complex?
Ja, dat heeft niet zozeer te maken met een Van Wely-complex, maar met het feit dat Giri weet dat hij een tegenstander aan het bord krijgt die niet bang van hem is. Je merkt toch dat veel jongens enorm bang voor hem zijn. Al dan niet terecht. Als Anish bij teamwedstrijden er de kantjes wat van afloopt, dan krijgt hij van mij op zijn flikker. Maar er is nog iets: als Giri de komende tijd echt tot de wereldtop-vijf doorgroeit, is dat natuurlijk mooi voor hem, maar dan lijkt het me weinig interessant voor hem om aan het NK mee te doen. Of het moet zijn dat jongens als Van Kampen en Bok zo sterk worden, dat het voor Giri toch weer een uitdaging wordt om tegen ze te spelen.
Kan één van die twee één van de volgende jaren al kampioen worden?
Robin maakt een goeie indruk op me. Benjamin vind ik nog te instabiel. Als mijn energie-niveau hoog genoeg is, als ik met motivatie kan spelen, dan is het nog afwachten hoe dat gaat aflopen voor hen op de volgende NK’s.
Je doet nog een poosje mee?
Ja, zeker. Ik ben ook wel een sluwe vos geworden, ik heb al heel wat meegemaakt in het schaken. Ik kan natuurlijk altijd nog
de oude trukendoos tevoorschijn halen.
Olympiade
Zie je het resultaat van Nederland op de Olympiade als een tegenvaller, 12e, terwijl jullie toch stiekem hadden gehoopt op brons
Ja, ik durf te stellen dat als ik mijn plicht had gedaan, Nederland misschien een medaille had gewonnen.
Jij speelde zelf één van je slechtste teamtoernooien ooit
Kijk, het was natuurlijk slecht. En zeker als je in een partij een complete black-out krijgt en gewoon een stuk laat in staan, zoals ik tegen die Bulgaar, Rusev. Ja, het is nog een beetje gissen naar de oorzaken van mijn slechte spel. Ik heb het er vorige week nog uitgebreid over gehad met onze teamcaptain Vladimir Tukmakov. Als je zó speelt heeft het natuurlijk geen zin. Het moet gewoon anders en beter.
Je hebt echt geen idee wat er aan de hand was? Was je vertrouwen weg door die black-out?
Ik denk zelf dat ik te weinig energie had op de Olympiade om mijn geliefde power chess te kunnen spelen. Mijn theorie is dat ik fysiek daar niet top was. Tukmakov heeft het over ouder worden, motivatieproblemen, dat soort dingen, maar…
Maar op het NK was je niet jonger dan op de Olympiade
Nee, maar het was toch anders: de week vóór het NK heb ik rust kunnen nemen, dat was lekker.
Voor mijn schaakspel is fysieke fitheid erg belangrijk. Ik had het hele jaar door al het gevoel dat het sporten er wat bij is ingeschoten. Voortaan moet ik in elk geval in de gaten houden of ik wel genoeg sport.
Nederland stond tiende op de plaatsingslijst, legden jullie vooraf de lat niet wat te hoog?
Ja, kijk, in Nederland mag dat niet, hé, de lat hoog leggen. Maar wij doen het lekker toch. En dan gaan we daarna lekker op de bek. Nee, op de Olympiade was het Nederlandse team heel goed bezig. Overall was het gevoel bij ons dat we goed gespeeld hadden. Maar tegelijk hadden we het gevoel dat die twaalfde plek een te schrale beloning was. Als je vergelijkt met de Olympiade van 2012: daar werden we wel zesde, maar hebben we samen als team ratingpunten verloren. Nu, op de Olympiade van 2014, hebben we juist ratingwinst geboekt als team. En toch worden we 12de
Op zo’n toernooi moet het op het juiste moment ook een beetje meezitten.
De tactiek bestond erin dat Van Kampen en jij de lagere borden veel punten zouden halen, dat pakte verkeerd uit
Ja, een hoop aspecten waren verrassend op de Olympiade. Vooraf ga je ervan uit dat Erwin (l’Ami) en Sergei (Tiviakov) vrij solide zullen zijn. De jongens die dan over het algemeen voor de uitschieters moeten zorgen, zijn dan Giri, ik en Robin (Van Kampen). Maar het liep heel anders: Anish speelde gewoon heel erg goed, Erwin speelde het toernooi van zijn leven (een super verrassing, zeker omdat hij net daarvoor heel slecht had gespeeld op het NK en het Open NK in Dieren). Met zulke resultaten op de twee topborden, weet je dat het normaal bijna kat in’t bakkie is. Alleen speelden Sergej en Robin wel redelijk volgens rating, maar ik liet het dus afweten. Ik vond wel dat we een interessante tactiek hadden: het idee was ten eerste dat Erwin en Sergej de zaak droog zouden houden, maar Erwin heeft zich niet aan die afspraak gehouden. (lacht). En dat ten tweede Robin en ik op bord 3 en 4 zouden toeslaan.
Erwin l’Ami had achteraf het gevoel dat Nederland toch hoger had moeten eindigen. Vooral tegen Wit-Rusland en Oezbekistan vindt hij dat er kansen zijn gemist
Ja, Nederland was een tijd heel goed bezig, maar toen verloren we tegen Bulgarije. Daar hebben we het momentum een beetje verloren. We kwamen daarna nog wel terug, tot we tegen Wit-Rusland en Oezbekistan moesten. Daar hebben we eigenlijk de kans op een hoge eindklassering verprutst, dat was totaal belachelijk wat er toen is gebeurd. Eerst speel je onnodig 2-2 en vervolgens slaag je er in de volgende wedstrijd te verliezen.
Wat ging er mis?
Tegen Wit-Rusland zag het er heel goed uit voor ons. Daar hadden we gewoon pech dat we die wedstrijd niet wonnen. Maar de match tegen Oezbekistan was een heel vervelende match voor Nederland: dat pakte slecht uit omdat ik remise speelde en Robin zelfs nog verloor. Kijk, de wedstrijd tegen Oezbekistan was inderdaad een heel taaie wedstrijd, maar tegen Wit-Rusland hadden we zeker moeten winnen.
Ambities/toekomst
Heb jij nog grote schaakambities? Ik heb nog twee grote ambities: één ambitie
is om met het Olympiadeteam nog een keer een medaille te winnen. Ik kijk altijd uit naar de Olympiade. En twee: Wijk aan Zee is altijd een mooi en spannend evenement. Maar wat ik op Wijk aan Zee nog kan bereiken? Om nou te zeggen dat ik Wijk aan Zee kan winnen, is overdreven. Kijk, de laatste jaren verlies ik in Wijk aan Zee veel partijen, maar ik win er ook een hoop. Ik wil graag nog eens uitblinken in Wijk aan Zee: of dat nu met het toernooiresultaat is of met mijn manier van spelen, dat is me om het even. Ik merkte ook wel dat ik, toen ik dit jaar in de laatste ronde tegen Aronian won, veel felicitatie-mailtjes van supporters ontving. Dat doet je goed.
Andere grote ambities heb je niet Nee, opnieuw nummer één worden in Nederland wordt een beetje lastig. Tenzij Giri plotseling het schaken de rug zou terugkeren. Dan zijn we in Nederland weer back in business natuurlijk. Objectief gezien is het de tweede plek waarop ik moet focussen, maar dat is meestal niet iets waar je voor wilt uit komen.
Op veel internationale toernooien hoor je tot de oudere spelers. Hoelang denk je nog door te gaan als profschaker of wil je een ander soort toernooien gaan spelen?
Als niet je al te sterke, niet te stressy toernooien kan spelen in de Caraïbische gebieden, dat zie ik op termijn wel zitten, hoor. Vroeger deed ik altijd mee aan heel sterke toernooien, en reisde ik wel, maar zag ik ter plekke nooit wat. Een soort schaaktoerist zijn zoals Nigel Short, dat lijkt me wel wat. Tot en met de volgende schaakolympiade wil ik er in elk geval nog vol voor gaan als profschaker. Maar wie weet, misschien ga ik daarna wel aan dat soort lichtere toernooien meedoen.
Je bent de laatste tijd naar andere mogelijkheden in het schaken aan het kijken
Het meest concreet is mijn debuut als toernooidirecteur. Toen ik benaderd werd voor het toernooidirecteurschap in Hoogeveen –oke, ik wist wel dat ik vorig jaar in dat toernooi laatste was geworden – was mijn eerste reactie toch van ‘Oei, is mijn tijd nu al gekomen?’ (lacht)
Je vond het een vreemde uitnodiging. Je had liever nog meegespeeld Ja, oké, maar dat is weer een andere uitdaging. Maar goed, dat toernooidirecteurschap kwam toevallig op mijn pad en ik heb besloten die handschoen op te nemen. Punt twee: schaakboeken schrijven. Dat lijkt me

‘Ik heb wel eens wat opzij gezet, maar of zich dat heeft ontwikkeld tot miljoenen is maar de vraag’. Foto: Frans Peeters
heel interessant omdat ik heel veel dingen te vertellen heb en bovendien over heel veel schaaktechnisch materiaal beschik. Ik kan de achtergrondverhalen in het topschaak brengen, de inside-story’s, soms het verhaal achter de partij, wat vaak verborgen blijft voor de leek op schaakgebied. Omdat ik zelf al wat meer meemaak dan de gemiddelde schaker, kan ik het grote publiek een hoop leuke dingen vertellen. Die verhalen en dat materiaal wil ik graag delen met het publiek, maar ik moet er een keer de tijd voor vinden.
En een schaakschool voor Nederlandse talenten?
Ja, maar daarvoor is het wachten tot de tijd waarin ik meer, à la Short, een schaaktoerist ga worden. Want op dat moment draag je je eigen carrière niet meer hoog in het vaandel. Ik moet toegeven dat ik nu al soms de kantjes er een beetje van afloop. Ik heb de touwtjes al wat laten vieren.
Maar op je 60e zie je jezelf niet meer schaken, zei je in de Volkskrant. Liever een hangmat op de Bahama’s. Zit dat erin, kan je op die leeftijd gaan rentenieren of zou dat misschien zelfs nu al kunnen?
(lacht) Nou, ik heb een vrij dure levensstijl, hoor. Dat hakt er wel in. Ik reis sowieso heel veel de wereld af en ik neem het er goed van. Dan blijft er niet altijd heel veel over. Ja, wie weet: ik heb wel eens wat opzij gezet, maar of zich dat dan intussen heeft
ontwikkeld tot miljoenen, dat is nog maar de vraag.
Je hebt dat blijkbaar niet op de voet gevolgd
Daar hoop ik binnenkort achter te komen. (lacht)
Maar je blijft na je 60e niet doorgaan met schaken, zoals Timman?
Dat zeker niet, nee. Ik vind het wel leuk om dan actief te blijven, maar op een gegeven moment wil je wel iets anders gaan doen. Uiteraard zal ik altijd een band blijven hebben met schaken. Wat Timman nu doet, van die open toernooien spelen in Dieren of in Denemarken, dat zie ik niet zitten. Dan zou ik eerder kiezen voor een leuk koopje op zeg maar de Seychellen. Timman heeft al die jaren een naam opgebouwd en in principe is hij welkom in gelijk welk exotisch land op de aardbol. Waarom zou je daar niet van profiteren? In plaats van naar een of andere plek in Denemarken te gaan waar je echt niet dood wil gevonden worden, hoor. (lacht)
Wat staat er in je schaakagenda de volgende maanden?
In oktober heb ik eerst het Univéschaaktoernooi in Hoogeveen, als toernooidirecteur. Daarna leef ik langzaam toe naar Wijk aan Zee. Volgens mij wordt dat een sterk toernooi dit keer: ik heb het gevoel dat Carlsen gaat meedoen.
Oude liefde roest niet
Konijnen uit de hoge hoed, dat was mijn verwachting bij het zien van de opstellingen in de Meesterklasse van de KNSB-competitie. Honderd namen, maar opvallend waren de namen die niet op de lijst stonden. Wanneer en bij welke ploeg zouden die tevoorschijn worden getoverd? Antwoord: al veel in de eerste ronde. Opvallendste naam: Joris Brenninkmeijer. “Ik dacht, laat ik toch maar eens ja zeggen.”
Opvallendste uitslag was de nederlaag van LSG, vorig jaar zo knap tweede, tegen Voerendaal. De Leidse ploeg miste Predrag Nikolic en de Limburgers waren versterkt met Christian Seel, een Duitse meester van bijna grootmeestersterkte. Niet in de basisopstelling maar wel meteen aan bord 1. Seel speelde remise tegen Jan Sprenger en zijn ploeg won nipt met 5,5-4,5.
Promovendus Charlois Europoort had tegen HMC Calder zelfs aan de eerste twee borden spelers die niet in de basis staan. Loek van Wely (remise tegen Benjamin Bok) was geen verrassing, hij speelde vorig jaar ook al voor de Rotterdamse ploeg. Bart Michiels (winst op Twan Burg) was wel een surprise, hij

speelde vorig jaar nog voor de andere club uit Rotterdam. Robin Swinkels stond niet meer op de lijst van Utrecht en ook niet elders. Hij dook deze ronde op bij zijn oude club HMC en versloeg Mher Hovhanisian. Het mocht niet baten, Charlois won met 6-4.
Pathena Rotterdam-Utrecht (6-4) zal achteraf misschien een degradatieduel blijken te zijn geweest. SISSA-En Passant was een wedstrijd waar vorig jaar nog naar werd uitgekeken. Het sponsorbudget van de Groningers, die drie jaar op rij promoveerden en als doelstelling hadden om in 2015 kampioen van Nederland te worden, is in het zicht van de haven echter danig geslonken. En Passant won met 7-3 en is, ook door de nederlaag van LSG, huizenhoog favoriet voor de landstitel, die de derde op rij zou zijn.
Groninger Combinatie stelde tegen BSG maar liefst drie spelers op die niet waren opgegeven. Davit Lobzhanidze (die blij was met zijn remise tegen de bij BSG debuterende Robin van Kampen) en Jan Werle (winst op Li Riemersma) waren geen verrassingen. Dat was Joris Brenninkmeijer wel. Jeugdkampioen van Nederland in 1986, tweede op het Nederlands kampioenschap 1990, in dat jaar ook lid van het Nederlandse Olympiadeteam, in het grote toernooi in Groningen gewonnen van Anand en Sjirov, van 1991 tot 2000 lid van het machtige team van HSG. Daarna alleen nog sporadisch invaller bij Groningen, zijn oorspronkelijke club. De laatste zeven jaar had hij geen wedstrijdpartij meer gespeeld. Brenninkmeijer won niettemin, van Lars Ootes.
Kende je die naam?
“Nee. Jeugdkampioen van Nederland in 2010 en 2011? Nee, dat wist ik niet. Maar ik had ook niet de indruk dat hij wist wie ik was.”
Hoe heb je het schaken de afgelopen jaren gevolgd?
“Op afstand. Op zaterdag lees ik de schaakrubrieken van Ligterink en Ree. En ik volg de
belangrijke toernooien op The Week in Chess. Daarop kun je ook partijen naspelen, maar een openingsrepertoire bijhouden doe ik niet.”
Waarom ben je eigenlijk gestopt?
“Er waren andere dingen die aandacht en tijd vroegen. Bovendien, als je een hoog niveau hebt bereikt en dan terugzakt, is het moeilijk om weer een modus te vinden om schaken leuk te vinden.”
Jouw club heeft je vast al vaak gevraagd. Waarom heb je nu toch ja gezegd?
“Mijn teamleider Bart Beijer is inderdaad heel volhardend en ik dacht: laat ik toch maar eens ja zeggen. En schaken is natuurlijk wel heel leuk, het is een prachtig spel, oude liefde roest niet.”
Nu gaan ze je iedere maand weer vragen “Daar ga ik dan iedere maand over nadenken, ik weet nog niet zo goed wat ik ga doen.”
Joris Brenninkmeijer, internationaal meester en rond 1990 een Nederlandse topper, is nu organisatieadviseur. Hij coacht managers. Hij schaakt nog steeds sterk en zoals zijn oud-ploeggenoot Henk Vedder opmerkte bij het zien van de foto: hij draait nog steeds aan zijn krullen. Hij kon echter niet voorkomen dat Groninger Combinatie de wedstrijd met 6-4 verloor.

Haarlemmerdijk 173 1013 KH Amsterdam Tel 020-6241171
Fax 020-6270885
info@schaakengo.nl www.schaakengo.nl
• Gezelschapsspellen open van 10.00 uur tot 17.30 uur, maandag vanaf 13.00 uur, donderdag tot 20.00 uur. Schaak en Go winkel
• Boeken, spellen en software op het gebied van Go, Schaken en Bridge
• Vele andere denkspellen waaronder Shogi, Gipf, Set, Katamino
• Legpuzzels en breinbrekers
• Boeken over over mathematische puzzels
'Ik dacht: laat ik toch maar eens 'ja' zeggen'. Foto: Harry Gielen
In deze Voorloper:
Marlinde Waardenburg
Vindt de aftrekaanval mooi
Partijen van Marlinde
Heeft een pokerface
Jeugdkatern Schaakmagazine

Zij is 12 jaar. Op het NK D in Rijswijk werd ze vorig jaar 5e en nu 2e! Bij het NK rapid werd ze de laatste drie jaar het 2e meisje. En pas werd ze 3e bij een groot meisjestoernooi in Duitsland. Reden voor Schaakmagazine een portret te maken van… Marlinde Waardenburg.
Piet Peelen
Marlinde Waardenburg
‘Ik bedenk graag wat allemaal mogelijk is’
De spelregels leerde zij van haar grote zus. Ze was toen 7 jaar oud.
“Lisanne had op school leren schaken. Ik zat in groep 4 en was de jongste die mee deed bij het school schaken. Stephan Broertjes organiseerde het. We speelden vooral heel veel. Soms gingen we op de computer schaakpuzzels oplossen.” Ze speelde in het schoolteam samen met zus Feline.
”We haalden de volgende ronde en speelden tegen de beste scholen van Drente.” Met haar zussen ging ze mee naar de GP-toernooien van de SBO en de NOSBO.
“Dat is altijd leuk! Toen ik meer partijen ging winnen won ik ook bekers. Ook kom je dan hoger te spelen.” Graag eindigt ze hoog in het NOSBO-totaalklassement.
“Want dan win je een extra grote beker!” Twee jaar geleden mocht ze naar het NK E in Waalwijk.
“Het was een leuk toernooi en ik speelde goed. De partijen duurden best lang. Ook moest je note-
ren en dat was ik niet gewend.” Een jaar later plaatste ze zich net niet voor het NK-D. “Maar toen kon iemand niet en mocht ik toch nog meedoen! Het ging ook nog heel goed, want ik verloor maar één partij en won er vier. Ik speelde tegen sterke tegenstanders en werd vijfde!” Marlinde speelt inmiddels bij de volwassenen op de club, Het Kasteel Coevorden. “Dan krijg ik meer tegenstand”. Ook speelt ze bij Hardenberg. “Daar is meer sterkere jeugd. Met het D-team plaatsten we ons niet voor de jeugdclubcompetitie, maar met het C-team wel! Dan gaan we naar Den Bosch en daar speel ik op het 4e bord.” Moeder Ina: “We wonen vlakbij Duitsland, dus voor toernooien moeten we meestal minimaal een uur rijden. Als ze het NK rapid in Eindhoven hebben gespeeld dan blijven we nog om “Glow” te bekijken. Dan hebben we een lekker dagje uit gehad.”
Ze krijgt les van Bram Klapwijk. “Elke week bekijken we mijn partijen en doen oefeningen. Zo leerde ik de oppositie in het eindspel. Dat heb ik ook in een partij op het bord gehad! Ik doe nu stap drie plus en stap vier. De aftrekaanval vind ik mooi. Ik bedenk graag wat allemaal mogelijk is voor ik een oplossing kies.” Bram ging dit jaar ook mee naar Rijswijk. “Hij hielp me elke dag met het voorbereiden van openingen. Na het spelen analyseerden we. ” Bram: ”Marlinde is heel vriendelijk, maar wel fanatiek. Ze is meestal rustig, ingetogen en precies. In de training wil ze het exact weten. Ze kan zich goed concentreren en heeft een echt ‘pokerface’.” Met hemelvaart werd ze tweede bij het NK-D! “De eerste dag ging niet zo goed, maar daarna won ik bijna alles. Toen had ik mijn gelukshoed op! :-)
Geboortedatum:
Uit:
School:
Leukste schoolvak:
Hobby’s:
Schaken geleerd van: Club:
Wat wil je worden:
Lievelingseten:
9-2-2002
Coevorden
De Nieuwe Veste
Biologie, Engels, wiskunde
Badminton en natuurlijk schaken
Zus Lisanne
Kasteel Coevorden en SV Hardenberg
Weet ik nog niet
Pizza
Partijen van Marlinde
Pascalle MontenyMarlinde Waardenburg
HiQ Invest NK D Rijswijk 2014
1. e4 e5 2. Pf3 Pc6 3. d4 exd4 4. Lc4 g6 5. Pxd4
Lg7 6. c3 d6 7. 0–0 Pge7 8.

Te1 0–0 9. Lg5 Te8 10. Pa3
Ld7 11. Pac2 Pe5 12. Lb3
Dc8 13. f4! P5c6 14. Df3
Pa5! 15. Lxe7 Txe7 16. f5 Te8
Juist was eerst de loper eraf slaan, zoals Marlinde met Pa5 van plan was Nu is het te laat. 16. .. Pxb3 17. axb3 Te8
17. fxg6 hxg6 18. Lxf7+ Kh7 19. Lxe8 Dxe8 20. Tf1 Pc4 21. De2 Lxd4+ 22. Pxd4
22. cxd4 dekt e5.
22. .. Pe5 23. h3 c5 24. Pf3 Lb5! 25. De3 Lxf1 26. Txf1 Pc4 27. De2 Pb6 28. Pg5+! Kg8 29. De1 De7! 30. Pf3
30. Dh4! Te8 31. Tf7 Dxf7 32. Pxf7
30. .. Te8 31. Pd2 d5 32. Tf4 Pd7 33. Db1 Kg7 34. Dd3 g5 35. Tf1 dxe4 36. De3 Pascalle speelt deze fase wat timide. Liever 36. Pxe4 Dxe4 37. Dxd7+.
36. .. Kg6 37. Pc4 b5 38. Pd2 Pf6 39. Te1 a5 40. a3 b4 41. cxb4 cxb4 42. Pc4 bxa3 43. bxa3 Pd5 44. Dd2 Dc5+ 45. Pe3
45. .. Pf4!?
Marlinde wil winnen. Het is gelijk na 45. .. Pxe3 46. Dxe3 Dxe3+ 47. Txe3.
46. Db2?
Dit was de allerlaatste partij van het toernooi en beide meiden hadden maar weinig tijd over. Door de spanning komen er fouten en die worden niet gezien!
46. .. Pd5
46. .. Pd3 47. Da1 Pxe1
47. Dd2 Tf8? 48. Kh2
48. Dxd5
48. .. Dd6+ 49. Kh1 Td8
49. .. Dg3 50. Pg4= (50. Pxd5? Tf2 51. Pf4+!!=; 50. Dxd5? Dxe1+)
50. Dxa5
50. Td1!
50. .. Pxe3 51. Txe3 Dd1+ 52.
Kh2 Dd6+ 53. Kg1 Dd1+ 54. Te1 Nu wil Pascalle geen zetherhaling!
54. .. Dd4+ 55. Kf1? Dd3+
55. .. Tf8+! 56. Df5+ Txf5+ 57.
Ke2 Tf2#
56. Te2 Dd1+
56. .. Tf8+
57. De1 Tf8+ 58. Tf2 Dd3+ 59.
De2 Db1+ 60. De1 Dd3+ 61. Kg1 Txf2 62. Dxf2 Dd1+ 63.
Kh2 Dd6+ 64. Kg1 Dd1+ 65.
Df1 Dd4+ 66. Df2 Da1+ 67.
Df1 Dd4+ 68. Kh2 ½–½
Marlinde
Waardenburg-Linet
Boghossian
HiQ Invest NK D Rijswijk 2014
f6? 29. exf6+ Kxf6 30. Txf4+! Dxf4 31. Ph5+ Kg5 32. Pxf4 en wit won 1–0
Marlinde WaardenburgEva Zijdemans Pathena NK C Rotterdam 2014
Beide meiden hebben de partij goed opgezet.
18. .. Pxh4
Na 18. .. Ph5 19. a5 Pxg3 20. hxg3 staat het gelijk. 19. Lxh4 g3 Linet offert een pion voor aanval. 20. Lxg3 Ph5 21. Tad1 Pf4 22. d4 Lh3?! 23. Lxf4
Ruilt een aanvaller. 23. .. exf4 24. Td3
Marlinde haalt de toren erbij.
24. .. Lxg2 25. Kxg2 Dg4+ 26. Pg3
Na 26. .. fxg3 27. Txg3 is opeens de zwarte dame gepend!
26. .. Kf6 27. Tf3 Ke7 28. e5
13. .. Tg8
Rokeerde Eva niet vanwege 13. .. 0–0 14. Lh6!? gxh6 15. Dxh6? Dan dekt 15. .. Pe8 het matveld! 14. h4 a5 15. h5 Pd7 16. g5 Tb8 17. Tdg1 f6 Beide meiden hebben goed gespeeld en Marlinde is iets verder met haar aanval. Taai was 17. .. Lf8 18. b3 Le6 19. g6 hxg6 20. hxg6 b4 21. gxf7+ Lxf7 22. Pa4 exd4 23. Lxd4 g6 18. gxf6 Lxf6 19. Tg2 c5 20. d5 b4! 21. Pd1 La6 21. .. Kd8 22. Thg1 Kc8 23. b3 La6 24. Lg5 Te8 25. Lxf6 gxf6 26. Dh6 Kb7 27. Dxh7
22. Thg1 Pb6 23. Lh6 Df7? 24. Pxd6+! Ke7 25. Pxf7 en wit won 1–0
De juiste route voor de koning
Pascal Losekoot

De sleutelvelden van de c3-pion zijn b5, c5 en d5. Als de witte koning op één van deze velden komt, dan wint wit. Dat is alleen
niet zo makkelijk als het lijkt:
1.Kd2? Ke7 2.Kd3 Kd7! (verre oppositie) en na 3.Kd4 volgt Kd6, terwijl op 3.Kc4 Kc6 volgt, met remise (want wit komt niet op het sleutelveld).
Deze rubriek gaat over het kiezen van de juiste route voor de koning. En dat is: 1.Kc2! Ke7
2.Kb3 Kd6 3.Kb4! Kc6 4.Kc4 en wit bereikt b5 of d5.
Bijvoorbeeld: 4…Kb6 5.Kd5 Kc7
6.Kc5 Kd7 7.Kb6 Kc8 8.c4 Kd7 9.c5 Kc8 10.Kc6 1-0.
In het pionneneindspel is het erg belangrijk dat je koning actief is. Het veroveren van sleutelvelden (zie stap 3) is belangrijk om te winnen. Kijk maar naar de volgende stelling.
De zwarte koning staat ver weg. Maar toch is winnen niet makkelijk. Als wit direct naar de zwarte pion loopt, dan is zwart
Opgaven
Opgave 1. Zwart aan zet wint
Opgave 2. Wit aan zet wint
Opgave
Kan zwart remise houden?
op tijd op e4: 1.Kf4? Kc4 2.Kg5 Kd4 3.Kxg6 Ke4 en haalt de witte pion op. Ook 1.f4? helpt niet: 1…Kc4 2.Ke5 Kd3 3.Kf6 Ke3. De winst draait dus om het tegenhouden – afhouden – van de zwarte koning. met 1.Kd4! Op 1…Kb4 speelt wit 2.f4, terwijl op 1…Kc6 2.Ke5 volgt –wit wint!
Bij de opgaven mag jij aan de slag. Succes!
4) 1.Kd4! (1.Kd5 is fout, -van wege 1…a5 2.c4 a4 3.Kd4 a3 4.Kc3 en zwart haalt de c-pion op.) 1…Kf4 2.c4 Kf5 3.Kd5! a5 4.c5 Kf6 5.Kd6! a4 6.c6 a3 7.c7 a2 8.c8D a1D 9.Dh8+ wint de dame dankzij de -rönt genaanval 5) Met 1…e3! 2.fxe3 Ke4 houdt de witte koning af 3. Kg5 Kxe3 4.Kf5 Kd4 en wint. 6) Ja, met 1…Kf3! (1…Ke3 verliest: 2.Kd1 Kd4 3.Ke2; of 2…Kf4 3.Kc1 en wit loopt naar b3.) 2.Kd1 Ke3 3.Kc1 Kd4 4.Kb1 Kc5 5.Ka2 Kb4 en zwart is op tijd.
Wit moet diagonaal naar de a7-pion lopen, zodat de zwarte koning wordt -afgehou den. De zwarte koning moet dan omlopen en komt niet op tijd op het cruciale veld c7. 1.Ke6! Kc3 2.Kd5 Kb4 3.Kc6 Ka5 4.Kb7 Kb5 5.Kxa7
Opgave 4. Wit aan zet wint
Opgave 5. Zwart aan zet wint
Opgave 6. Zwart aan zet
Merijn van Delft
WK
JEUGD
Jorden op karakter 8e
Jorden van Foreest heeft op het WK jeugd in de categorie tot en met 16 jaar niet helemaal aan de hoge verwachtingen kunnen voldoen. Na een matig begin leidde een inhaalslag nog bijna tot een medaille, maar een onnodig verlies in goede stelling tegen de op papier sterkste tegenstander gooide roet in het eten. Hij scoorde met 7,5 uit 11 een 8e plaats.
Na een geslaagde crowdfunding campagne zou ook Robby Kevlishvili meedoen (zie www. wijzijnsport.nl), maar visumproblemen gooiden op het laatste moment roet in het eten. Nu bleven de twaalf WK groepen grotendeels onbezet. Na zijn Europese titel t/m 14 jaar vorig seizoen kon de doelstelling voor Jorden natuurlijk alleen maar zijn om voor de wereldtitel te gaan. Jorden was vierde geplaatst en de top tien bleek erg aan elkaar gewaagd. De jonge Groninger is een fantastische universele speler, maar mede door zijn grote talent soms wat gemakzuchtig. In de eerste ronde kon de tegenstander door een slordigheid met remise ontsnappen. In de tweede ronde won hij wel makkelijk, maar na een vroege blunder in gelijkstaande stelling ging de derde partij verloren. 1,5 uit 3, met nog een lang toernooi voor de boeg.
Vanaf ronde vier begon Jorden partij na partij te winnen, met een enkele remise tussendoor. Na negen ronden stond er inmiddels 6,5 uit 9 op het scorebord, met uitzicht op een medaille. Toen volgde het volgende epische gevecht,
tegen de nummer één geplaatst uit India, die net twee keer op rij verloren had.
Van Foreest,J (2457)Aravindh,C (2496)
WYCC U16 (10), 28.09.2014
1.e4 c5 2.Pf3 Pc6 3.d4 cxd4
4.Pxd4 Pf6 5.Pc3 e5 6.Pdb5 d6
7.Lg5 a6 8.Pa3 Le6 9.Pc4 Tc8
10.Pd5 Lxd5 11.Lxf6 Dxf6
12.Dxd5 Le7 13.c3 0–0 14.Le2
Dg6 15.0–0 Pd8 16.Pe3 Tc5
17.Dd3 Pe6 18.Pf5 Tc7 19.Tfd1
Td8 20.Lf1 Lf8 21.g3 Pf4 22. Df3 Tcd7 23.Pe3 Pe6 24.h4
Pc5 25.Lh3 Dxe4 26.Dxe4
Pxe4 27.Lxd7 Txd7
In de vooruitberekening was Jorden hier eigenlijk 37.Txa6 van plan, maar zwart kan zich dan nog verdedigen met 37... Txd5 38.Tb6 Tc5 39.a6 Pc6 37...f4 38.gxf4 exf4 39.Pg2 f3
40.Pe3 Th5 41.Kh2 Txh4+ 42. Kg3 g5
Opeens dreigt de witte koning in een matnet verzeild te raken en is zwart degene die op winst speelt.
Wit heeft het eerste deel van de partij gedomineerd en heeft nu een technisch gewonnen eindspel in handen. 28.c4 Pc5

Jorden van Foreest heeft niet helemaal voldaan aan de hooggespannen verwachtingen op het WK jeugd in de groep tot 16 jaar in Zuid-Afrika.
Lees verder op pagina 30.
Jeroen Bosch
China won de Olympiade in Tromsø bij de mannen, maar het Aziatische land is bij de vrouwen echt het sterkste schaakland in de wereld, hoewel de Russinnen Olympisch kampioen werden.
De 20-jarige Hou Yifan kent u natuurlijk als de wereldkampioene, en zij is inmiddels Judit Polgar (die tijdens de Olympiade bekend maakte te stoppen met schaken) heel dicht genaderd in rating. De slechts 3 jaar oudere Ju Wenjun staat logischerwijze in haar schaduw. Toch is zij ook een sterke grootmeester en de op vier na sterkste vrouw van de wereld. In de onderhavige partij, gespeeld in het Grand Prix toernooi in Sharjah (Verenigde Arabische Emiraten), straft ze met een serie nauwkeurige zetten een optimistische opstoot
Combineren
van de in Nederland goed bekende Alina l’Ami af. Doet u het haar na?
Ju Wenjun – Alina l’Ami, Sharjah 2014
1.d4 Pf6 2.c4 g6 3.g3 Lg7 4. Lg2 0–0 5.Pc3 d6 6.Pf3 c6
7.0–0 Lf5
Niet het hoofdsysteem in deze fianchettovariant van het Konings-Indisch maar recentelijk wel populair. Zwart ontwikkelt een stuk en verhindert e2–e4.
8.Pe1
Wit trekt het paard terug om alsnog (met tempowinst) e2–e4 door te zetten. Andere mogelijkheden zijn 8.b3 Pe4 9.Lb2 Pxc3 10.Lxc3 Le4 en 8.Ph4 Le6 9.d5 cxd5 10.cxd5 Ld7 (BotwinnikSmyslov, WK match 1957!) in beide gevallen met redelijke resultaten voor zwart.
8...Le6
Een goede zet omdat 9.d5 cxd5 10.cxd5 Ld7 wit niet veel belooft en anders moet wit c4 dekken, waarna zwart de tijd heeft voor ...d6–d5 met overgang naar een
Grunfeld waarin het paard passief staat op e1. In plaats hiervan is 8...Dc8 9.e4 Lh3 10.Pd3 Lxg2 11.Kxg2 e5 12.d5 Van WelyWang, Wijk aan Zee 2013, een typisch Konings-Indische opzet, maar wel beter voor wit!
9.b3 d5 10.cxd5 Pxd5 11.Pxd5 Een slappe zet waar Alina geen rekening mee zal hebben gehouden. Blijkbaar had Ju Wenjun geen trek in de voorbereiding terecht te komen van haar echtgenoot Erwin: 11.Lb2 Pxc3 12.Lxc3 Dc8 13.Tc1 Lh3 14.d5 Lxc3 15.Txc3 Td8 was een partij uit de KNSB-competitie tussen Robin Swinkels en Erwin l’Ami uit 2012! 11...cxd5
Er is een symmetrische pionstructuur ontstaan waarin er niet veel aan de hand lijkt. Ju Wenjun heeft echter goed gezien dat Alina een actieve speelster is die graag dynamisch speelt (je speelt niet voor niks Konings-Indisch) en zal daar op gespeculeerd hebben. Kunt u net als Ju Wenjun al te optimistisch spel afstraffen?
Het Europees teamkampioenschap vond plaats in Bilbao. Favoriet Socar uit Azerbeidzjan, met Anish Giri, Veselin Topalov en Michael Adams in de gelede-
ren, won alle zeven matches en dus de titel. Ons land werd vertegenwoordigd door Nederlands kampioen En Passant, HMC en LSG. En Passant eindigde als
tweeëntwintigste. Hun opvallendste speler was natuurlijk Manuel Bosboom die in de eerste ronde wereldtopper Peter Leko versloeg. Karel van der Weide
3. Zwart
Topzomer Anne Haast op NK en Olympiade
‘Ik ga niet elk jaar kampioen worden’
Anne Haast, 21 lentes jong, heeft er een topzomer op zitten: voor de eerste keer Nederlands kampioen en de beste Nederlandse speelster op de Olympiade.
Dan wil een mens wel eens gaan zweven. Zo niet Anne. ‘Ik verwacht niet dat Lisa Schut en ik de komende jaren de NK-titels onder elkaar zullen verdelen.
Ik denk wel dat ik redelijk snel vrouwen grootmeester word. Maar internationaal meester? Dat weet ik echt niet, dat staat nog open.’

Je hebt een geweldige zomer achter de rug. Wat is de verklaring? Iets bijzonders gedaan?
Nee, er is niet iets waarvan ik zeg: goh, dat is de verklaring waarom het deze zomer zo goed gegaan is. We hebben wel veel met het Nederlandse damesteam getraind, zijn vaak bij elkaar geweest. Daardoor heb ik de voorbije zomer veel gespeeld. Dat kan natuurlijk meespelen in mijn goede zomerresultaten. Ik heb door die trainingen ritme gehouden en ik heb ook genoeg toernooien gespeeld.
Met welke verwachtingen ben je het NK ingegaan?
Ik verwachtte vooraf vooral dat het NK een mooi toernooi zou worden, omdat het dit jaar sterk bezet was. Ik zag het als een mooie uitdaging. Verder had ik geen bepaalde doelstelling of plek in de eindstand in gedachten.
Totaal niet?
Nee. Nou ja, meedoen voor de titel was sowieso de bedoeling. Maar ik had geen specifiek doel om eerste of tweede te worden.
Dacht je vooraf kans te maken om kampioen te worden?
Ik ging ervan uit dat het een spannend toernooi zou worden en dat bijna de helft van de deelnemers een kans maakte om Nederlands kampioen te worden. Ik dacht dat het om de titel vooral zou gaan tussen Peng, Bianca (Muhren), Tea (Lanchava) en mezelf.
Wanneer begon je te geloven dat je kampioen kon worden?
Ik was er eigenlijk niet mee bezig. Ik focuste vooral op de partij in de laatste ronde tegen Peng: ik wilde me daar goed op voorbereiden en proberen daar klaar voor te zijn.
Toen dacht je nog niet aan de titel?
Je weet natuurlijk dat het een belangrijke partij wordt, met een grote inzet. Daar ben je wel mee bezig: oké, met remise levert het dit op, en als je wint, levert het dit op.
‘Het blijft voorlopig spannend tussen de 5 topspeelsters’. Foto: Frans Peeters
Het is dus niet zo dat je een paar ronden voor het einde al op de titel begon te hopen?
Nee, dat niet echt, nee.
Is dat omdat je heel realistisch bent?
Tijdens toernooien probeer ik niet echt veel met het eindresultaat bezig te zijn. Ik probeer het meer per partij te bekijken.
Lisa Schut werd vorig jaar kampioen. Heeft de oudere generatie met Peng en Lanchava definitief afgedaan en gaan jullie de volgende jaren de NK-titels onder elkaar verdelen?
Ik denk dat het voorlopig spannend blijft tussen de 5 topspeelsters. Tegelijk denk ik dat de nieuwe generatie er zit aan te komen. Van onze leeftijd reken ik daar Lisa en mezelf bij. Anna-Maja (Kazarian) is heel jong, maar deed dit jaar ook al mee aan het NK. Zij is de volgende die er zit aan te komen, denk ik, maar dat duurt nog even. De eerstvolgende jaren zal het op het NK spannen tussen de huidige topspeelsters. Ik verwacht zeker niet dat Lisa en ik de komen de jaren alle titels zullen pakken.
Lanchava zei in 2012 dat zij en Peng weinig tegenstand hadden in Nederland. Ben je sneller kampioen geworden dan je had gedacht?
Vorig jaar kwam ik niet dicht bij de titel, toen werd Lisa kampioen, maar de afgelo pen jaren ben ik enkele keren tweede geworden. Dat was al een teken dat Lisa en ik aan het doorbreken waren naar de Nederlandse top. Maar het is lastig om te zeggen of ik die titel al vroeg heb behaald.

Ik heb niet de indruk dat de Nederlandse titel de laatste jaren een obsessie voor je was. Nee, zeker niet. Meestal probeer ik voor een sterk toernooi te gaan en dan zie ik wel waar ik uitkom. Zeker dit jaar, omdat het NK sterk bezet was. Dit jaar kon het echt alle richtingen uitgaan.
De beslissende partij was tegen Peng in de laatste ronde, hoe keek je daar vooraf tegen aan?
Ik ben vóór de partij van plan niet te aanvallend te spelen. Ik beoog een solide stelling, omdat vooral Peng niks heeft aan een remise. Zij zal moeten komen en ik zal vooral proberen daar goed op te reageren. Maar in werkelijkheid liep het heel anders: we kregen, vooral in het begin, een chaotische partij en ja…
Heb je een goede score tegen Peng?
Nee, ik heb een paar keer een halfje tegen haar gehaald, en verder heel weinig.
Maar dat speelde in die partij op het NK niet mee?
Nee. Kijk, ik weet dat ik de afgelopen jaren gegroeid ben en ik weet dat Peng een goeie schaakster is. Daar hou je rekening mee bij je benadering van die NK-partij. Dan ga je gewoon spelen en kijken hoever je komt. Ik ging die partij met een gezonde spanning en een prima gevoel in.
Op een bepaald moment kantelde het Ja, in de opening stond ik heel slecht. Toen we het eindspel in gingen, had ik een pion meer, maar zag het er toch naar uit dat het remise zou worden. Daar voor had Peng een goeie kans gemist. Op een gegeven moment liet Peng in dat remise-achtige eindspel te veel toe.
Olympiade
Tevreden over het resultaat van het damesteam op de Olympiade, een 15e plek?
We hadden vooraf hoog ingezet. We mikten op een plek in de buurt van de top-tien. En we zijn ook gedeeld tiende gefinisht, en in elk geval boven ons plaatsingsnummer. We mogen dus best tevreden zijn.
Ook op de Olympiade was je in vorm, heeft de Nederlandse titel je een boost gegeven?
Ik denk dat mijn Nederlandse titel meegeholpen heeft, in hoe je je voelt en hoe je zo’n toernooi start. Je krijgt vertrouwen in je spelniveau, ook al omdat de Olympiade vrij snel na het Nederlands kampioenschap plaatsvond. In zulke korte tijd verandert er meestal niet zoveel aan je vorm.
‘Nederlands damesschaak kan naar een hoger peil’. Foto: Frans Peeters
Ben je na de topprestaties op NK en Olympiade nu de beste schaakster van Nederland?
Euhm… Da’s moeilijk te zeggen. Ik denk het niet, nee.
Wie is er dan beter?
Dat vind ik moeilijk te zeggen, zeker omdat aan de top soms de één in vorm is, en dan weer de ander. Het blijft altijd lastig om de damestoppers met elkaar te vergelijken. Ik denk dat we in de Nederlandse damestop redelijk aan elkaar gewaagd zijn. Dat is ook wel mooi.
Je lijkt het niet belangrijk te vinden om de nummer één te zijn
Nee, dat zag je ook aan ons op de Olympiade: we zijn een tamelijk homogeen team en dat was ook één van de sterke punten van Nederland daar.
De sfeer in het Nederlandse damesteam was goed op de Olympiade, zijn jullie vriendinnen?
Jazeker. We spreken elkaar heel vaak, houden ook veel contact. De sfeer is inderdaad heel goed en dat merk je. Het klikte altijd wel goed tussen de dames, maar door een aantal initiatieven is dat de laatste tijd nog iets versterkt. We zien elkaar nu vaker en spreken elkaar meer. Dat helpt om een goeie sfeer te creëren.
Kan er meer gedaan worden om het damesschaak in Nederland op een hoger peil te brengen?
Ja, we zijn als team bezig te kijken wat we daarvoor kunnen doen. We gaan op zoek naar sponsoring, zodat we meer kunnen trainen. Als damesteam in de publiciteit blijven, dat vinden we ook belangrijk. En we hebben de afgelopen maanden veel zelf gedaan: trainingen opgezet en intensief een eigen Facebook-pagina bijgehouden, en dat soort dingen… Die tijd willen we in de toekomst meer in het trainen zelf gaan stoppen en kijken of we een structuur kunnen opzetten om het allemaal te regelen.
En zit daar al schot in?
Ja, we kijken wat we na de Olympiade willen behouden, wat we anders willen, maken plannen. We hebben een eigen website, www.chessqueens.nl En we gaan een sponsoractie opzetten om geld binnen te halen. De bedoeling van de website is dat mensen ons kunnen volgen in wat we allemaal doen. En als we een sponsor vinden kunnen we op de website ook aan de sponsor laten zien welke schaakactiviteiten we hebben.

Krijgen jullie genoeg aandacht in de pers?
Binnen de schaakwereld heeft het damesteam naar de Olympiade toe zelf veel actie ondernomen. We hebben daar ook veel leuke reacties op gekregen, maar daar buiten wordt er in de pers weinig over het schaken bericht. En sowieso over de vrouwen nog minder dan over de mannen.
Het kan beter?
Het kan wel beter, maar het is even kijken hoe we met het damesteam meer persbelangstelling kunnen genereren.
Met wie train je?
Met het damesteam trainden we op de Olympiade met Pedrag Nikolic. Hij heeft ons een heleboel dingen bijgeleerd. Voordien heb ik individueel - vooral online - wat getraind met GM Arthur Kogan, een redelijk bekende trainer. Het is nu afwachten wie het damesteam de volgende maanden gaat trainen.
Hoeveel tijd kun je aan schaken wijden, je moet ook tijd besteden aan andere dingen?
Jazeker. Ik studeer, ik zit nu in het vierde jaar Pabo. Daar studeer je om leerkracht op de basisschool te worden. En die studie kost ook tijd. Maar ik zit wel al in mijn laatste jaar.
Ambities
Je haalde je eerste WGM-norm op de Olympiade. De WGM-titel kan niet lang kan uitblijven.
Op zich lig ik niet zo wakker van schaaktitels, maar ik mik wel meer op een IM-titel dan op een WGM-titel. De IM-titel is gewoon waardevoller, dat is gewoon nog een stap verder dan de WGM-titel.
En heb je voor de IM-titel al stappen gezet?
Ik heb nog geen IM-normen behaald. Ik ben wel al enkele keren in de buurt van een
‘Het schaken zal nooit uitdoven voor mij’. Foto: Frans Peeters
IM-norm geweest. De WGM-titel zie ik wel als een mooie tussenstap naar een IM-titel.
Binnen hoeveel tijd hoop je die twee titels te halen?
Ik vind dat een beetje lastig om te voorspellen, vooral omdat ik nu in mijn afstudeerjaar zit. Het is een beetje de vraag hoe het er na dit jaar allemaal zal uitzien, qua werk en zo. Ik verwacht wel dat ik redelijk snel - binnen één of enkele jaren - WGM zal worden. Maar IM, dat weet ik echt niet, dat staat nog open.
Bianca Muhren dacht 2,5 jaar geleden al dat je misschien grootmeester zou kunnen worden.
(licht verbaasd) Zó?
Ja, dat filmpje staat op YouTube. Is dat een heimelijke ambitie of een onhaalbare droom? Peng is ten slotte ook GM geworden?
Euh… Ik weet niet hoe realistisch het is of ik GM ga worden. Zeker als ik IM ben, is dat iets waarover ik dan mag gaan nadenken. (Stil) Maar ik vraag me af hoe realistisch het is.
Je gelooft er niet echt in Nou, dat niet zozeer, maar het zal wel heel moeilijk worden, denk ik.
Wat zijn je schaakambities op middellange termijn?
Ik wil in elk geval WGM worden. En daarna ergens een IM-norm scoren. Maar ik denk dat we vooral met het damesteam nog flink aan de slag zullen gaan en daarmee met zijn allen sterkere schakers zullen worden. Dat is iets wat nu heel erg speelt: dat damesteam vind ik heel belangrijk en heel leuk. Die samenkomsten met de dames motiveren me heel erg.
Hoe belangrijk zal schaken de volgende jaren voor je zijn?
Ik geloof niet dat het schaken ooit zal uitdoven voor me. Het zal moeilijker worden om later werken met schaken te combineren. Maar kijk, als ik in het onderwijs aan het werk ga, dan heb ik bij voorbeeld mijn vakanties nog waarin ik zou kunnen schaken. Ik verwacht dat ik altijd wel redelijk actief zal blijven in het schaken.
Nog een aardigheidje tot slot: toevallig staat je nu met je Fide-rating van 2.324 één puntje achter op je oudere broer Mark. Ja.
Dat wist je. Jajaja. Ja!
Is dat misschien ook een stille ambitie, de beste Haast te worden? Of ben je het tussendoor ook al geweest? Nee, dat is geen ambitie. Nee, ik heb nog nooit boven Mark gestaan. Virtueel sta ik nu wel boven hem met mijn rating (in september klom Annes Fide-rating inderdaad tot 2351 elo, red.), maar dat is ook de eerste keer,
moet ik toegeven. Maar het is wel altijd spannend tussen ons, we zijn echt aan elkaar gewaagd. We genieten alle twee van die leuke rivaliteit, maar nemen het niet te serieus. We weten wel altijd ongeveer hoever we qua rating van elkaar staan, maar we willen niet per se beter worden dan de ander.

'De WGM-titel zie ik als een mooie tussenstap naar de IM-titel'. Foto: Frans Peeters
Friese Vrijbuiters
De kleine Friese Schaakbond is groter dan Friesland alleen. Ook Emmeloord en Steenwijk nemen deel aan de Friese competitie. Van de 28 verenigingen hebben er acht jeugdleden. De bond telt vele kleine clubjes, vrijplaatsen van tien tot dertig schakers.
S.C. Bakkeveen is zo’n relaxte vereniging met weinig regels. Mijn clubgenoot Robin Baines zag overeenkomsten met onze vereniging Fischer-Z in Amsterdam en organiseerde een match. Bakkeveens speellokaal is hotel De Snipe in Wijnjewoude. Kamers waren zo geboekt. Het werd een fantastisch weekend met heerlijk eten, een gewonnen schaakwedstrijd, bier in de bar, voetbal op tv, een lange fietstocht en een bezoek aan het gevangenismuseum in Veenhuizen.
Het eerste team van Bakkeveen is gepromoveerd naar de eerste klasse. Teamleider Dirk Müller bereidde zich voor op een zware strijd, maar de Friese bond heeft de externe competitie wat gewijzigd, vanwege degradatie van Friese teams uit de KNSBcompetitie. Müller: ‘Wegens doorschuifproblemen krijgen we twee eerste klassen van zes teams, er promoveren meer teams uit de tweede klasse, waardoor onze kansen stijgen. Wij hebben spelers van zo’n 1800 tot 1500 rating, het is fijn als iedereen een tegenstander van ongeveer het eigen niveau kan krijgen.’
Müller: ‘Als er onderin punten worden gescoord, haalt dat de druk van onze top borden. We hebben wel eens gebruik moe ten maken van een tactische opsteling, dan offerden we het eerste bord op, om nog enige kans te maken. We zijn tien jaar gele den in de vijfde klasse begonnen. In de bekercompetitie werden we al snel gevreesd, want we hadden vier sterke spelers. Onze opmars zorgde voor aanwas, we zijn gegroeid van 16 naar 24 leden.’
‘Ons eerste team speelt in de sterkst moge lijke opstelling, maar ons tweede team zet ten we in om leden kennis te laten maken met het spelen tegen andere verenigingen’, vertelt Müller. ‘Het competitierereglement schrijft voor dat iedereen tenminste twee keer moet meespelen. Dat vinden wij lastig, want we willen met zoveel mogelijk scha kers rouleren. Het is ons niet om de winst te doen, maar je moet je meten met anderen, daar leer je van.’
Müller: ‘Doordat we in de externe competitie zijn gaan spelen, heeft de club zich ontwikkeld. Het is ook goed voor de spreiding, overal in Friesland zijn nu sterke verenigingen. Wij verwelkomen iedereen. We vinden dat leuk en niet bedreigend. We zijn niet bang dat een sterke nieuwe speler ons teamplekje inpikt. We proberen juist elkaars spel te verbeteren. De sterkere schakers geven les, met de Stappenmethode.’
Laagdrempeliger
Müller denkt dat het schaken in Friesland laagdrempeliger is dan bijvoorbeeld in Amstelveen, waar hij jaren geleden speelde. ‘Het gaat er hier informeler aan toe. Voor onze externe wedstrijden hebben we een apart zaaltje, intern schaken we soms in het restaurantgedeelte, tussen de gasten. Dat heb ik nog nooit ergens zo gezien! Iedereen speelt mee in onze interne competitie, zo’n dertig ronden, het begint met een barbecue en eindigt met een snelschaaktoernooi. De sociale contacten zijn belangrijk. We staan
niet op onze sterren en strepen en iedereen wordt voor vol aangezien. Als je verliest, ben je geen loser. En door ook over andere zaken te praten, zien we welke mens er achter de schaker schuil gaat.’
S.C. Bakkeveen kent een groeiend ledental, maar dat geldt niet voor de Friese schaakbond. Voorzitter Auke van der Heide: ‘Over het geheel bekeken loopt het terug, we hebben nu 700 leden. Het is vooral aan de verenigingen om leden te werven. We willen naast de externe competitie voor volwassenen een jeugdcompetitie tot twaalf jaar starten in de hoop dat de jeugd doorstroomt en voor de verenigingen behouden blijft. Zo’n regionale jeugdcompetitie hebben we nog niet. Er zijn wel Friese jeugdteams die landelijk spelen. We hebben ook een viertallen competitie, in één klasse, waaruit je niet kunt degraderen of promoveren, daar speelt ook oudere jeugd in mee.’
Van der Heide: ‘Als bond zijn we faciliterend aan de verenigingen, de leden van de verenigingen organiseren veel, ook onze persoonlijke kampioenschappen. Wij zorgen voor wat budget. Clubs met jarenlange ervaring draaien de toernooien en dat koesteren we. S.C. Sneek organiseert al meer dan 25 jaar de Friese jeugdkampioenschappen.

Mighiel de Jong heroverde 'zijn' Friese schaaktitel

kaart: Google Maps
Sneek organiseerde ook vaak het seniorenkampioenschap, maar dat gaat dit jaar naar S.C. Heerenveen, vanwege hun jubileum, ze bestaan 100 jaar!’
Oudere leden
‘We hebben relatief veel oudere leden’, vertelt Van der Heide. ‘Het Fries kampioenschap en het kampioenschap voor vijftig- en zestigplussers lopen goed. We hadden een enquête uitgezet. Voor twee weekends was te weinig animo, zeven partijen in korte tijd vond men te vermoeiend en veel schakers wilden het weekend vrijhouden voor andere activiteiten. Migchiel de Jong is voor de zesde keer kampioen van Friesland geworden. Dit keer na een barrage met de kampioen van vorig jaar Nick Maatman en met Christian Kuitert. De B-poule werd gewonnen door Arnaud Bom.’
Ook het schaken op scholen en de scholenkampioenschappen worden in Friesland door verenigingsleden georganiseerd. ‘Ons bondsbestuur heeft daar geen bemoeienis mee’, zegt Van der Heide. ‘De verenigingen Philidor, Mid-Fryslân, Opsterland en Sneek zijn erg actief in het jeugdschaak. Dat staat of valt met de inzet van een aantal enthousiastelingen. Je moet mensen hebben die
redelijk kunnen schaken, maar die ook goed kunnen organiseren en er tijd voor hebben. Vooral het zien wat je moet doen, de zaken regelen, dat zit er niet bij alle schakers in.’
Van der Heide: ‘We hebben een jeugd Grand Prix cyclus met vijf tot zeven toernooien van verenigingen. Dat werd dit jaar gewonnen door Erben Hof. We proberen onze jeugdtoernooien ook te coördineren met de NOSBO, zodat we elkaar niet beconcurreren. Het is wel jammer dat zoveel jeugdleden al vroeg weer afhaken en zeker als ze gaan studeren. Dan trekken ze weg uit Friesland.’
Rijke traditie
De provincie kent een rijke schaaktraditie. Het - volgens eigen zeggen - oudste maar eeuwig jonge K.S.C. Philidor 1847 in Leeuwarden organiseert op 29 november het 32e Waling Dijkstra rapid toernooi. Waling Dijkstra was voorzitter van Philidor en een groot schaakorganisator en sponsor. Hij vormde in 1939 een comité om Haije Kramer te steunen. Kramer bleef decennialang de sterkste Friese schaker. Hij schreef schaakboeken als ‘Friese schaakkoningen’, dat bij het 90-jarig bestaan van de FSB in 1995 werd uitgegeven en de geschiedenis van het Friese schaak beschrijft. Ook had Kramer een
Schaakclubs in de Friese Schaakbond
S.C. Emmeloord in Emmeloord
S.C. Steenwijk in Onna
S.C. Heerenveen in Heerenveen
S.C. WES in Wolvega
S.C. De Hynste Sprong in Sint Nicolaasga
S.C. Lemmer in Lemmer
S.C. Rijs in Rijs
S.C. Sneek in Sneek
S.V. Lege Geaen in Gauw
S.C. Westergoo in Bolsward
S.C. O.D.I. in Workum
S.C. Franeker in Franeker
F-pion in Franeker en Harlingen
S.V. Pion in Harlingen
Schaak Combinatie in Leeuwarden
K.S.C. Philidor 1847 in Leeuwarden
S.S.V. Mid-Fryslân in Akkrum
S.D.C. Jurjen Tolsma in Stiens
S.V. B.O.B. in Oentsjerk
S.V.E. Lasker in Sint-Jacobiparochie
De Donger in Dokkum en Hantum
S.V. Schaakwoude in Damwald
D.S.C. Drachten in Drachten
S.C. Bakkeveen in Wijnjewoude
J.S.C. Opsterland in Wijnjewoude en Beetsterzwaag
S.V. Gorredijk in Beetsterzwaag
N.E.O. in Burgum
S.V. De Twee Kastelen in Buitenpost
schaakrubriek in de Leeuwarder Courant.
Waling Dijkstra zorgde ervoor dat de Friese Schaakbond zich in 1939 aansloot bij de KNSB en later haalde hij het Nederlands Kampioenschap naar Leeuwarden. Rondom het NK van 1979 is een prachtige documentaire gemaakt waarin Donner schittert en Hans Ree en Jan Timman onder andere op bezoek gaan bij Kor Mulder van Leens Dijkstra in Wier. Hij was de eerste Nederlandse grootmeester correspondentieschaak. Zijn pootaardappelen maakten hem rijk. Kor deed niet aan bordschaak omdat hij zijn boerenerf in Friesland niet af durfde.
Terug in deze tijd is er een Fries evenement dat niet onvermeld mag blijven: het Remco Heite toernooi in Wolvega dat dit jaar van 14 tot 16 november wordt gepeeld. Naast de invitatiegroep met zes grootmeesters: Daniel Fridman, Loek van Wely, Sipke Ernst, Dimitri Reinderman, Erwin l’Ami en Gawain Jones wordt er een Open toernooi en een schoolschaaktoernooi georganiseerd.
Bekijk de documentaire Liefde Voor Hout: http://www.chess.com/news/dutch-chessdocumentary-on-youtube-2216
SCHAAKTECHNIEK
Begrijp wat u doet
Het Nimzo-Indisch (deel 1)
Eén van de meest fascinerende en ondoorgrondelijke openingen is het Nimzo-Indisch. En als je Nimzo-Indisch zegt, zeg je ook bijna in één adem: Dame-Indisch of Bogo-Indisch. We nemen in dit tweeluik een paar belangrijke principes van het Nimzo-Indisch (genoemd naar Aaron Nimzowitsch ,1886-1935) door. 1. d4
Hier begint eigenlijk al een polemiek tussen Tarrasch en Nimzowitsch. Tarrasch, de aartsvader van het klassieke schaak vond dat zwart eigenlijk altijd met de centrale pionzet moest antwoorden omdat wit anders te veel invloed in het centrum zou krijgen. Dus op 1. d4 – predikte hij –moet men welhaast antwoorden met 1... d5. Na 2. c4 e6 3. Pc3 c5 4. cxd5 exd5 5. Pf3 Pc6
Analysediagram
Stelling na: 5... Pc6
is dan ook de zogenaamde Tarraschverdediging ontstaan.
1... Pf6
Stelling na: 1... Pf6
De eerste ‘revolutionaire’ zet.
Zwart antwoordt niet met een pionzet, maar probeert het centrum onder controle te houden met stukken.
2. c4 e6 3. Pc3
Wit speelt logische zetten: hij probeert nu met e2-e4 het hele pionnencentrum in te nemen.
3... Lb4
Stelling na: 3... Lb4
En daar is dan de ‘revolutionaire’ zet. Zwart houdt de vorming van het witte centrum tegen door deze penning. Omdat deze vorm van centrumbeheersing paste in het plaatje van Nimzowitsch, draagt de opening nog altijd zijn naam: het Nimzo-Indisch.
Wat is er nu zo bijzonder aan deze strijdwijze? Zwart houdt nog in midden welke pionzetten hij verder gaat spelen. Dat kunnen ... d7-d5, ... c7-c5 of ... b7-b6 worden of combinaties van al deze drie zetten. Er zijn bijzonder veel bestrijdingswijzen voor wit en het is onmogelijk om die allemaal te bespreken, maar ik noem ze even:
A) 4. a3 (De Sämischvariant), B) 4. e3 (De Rubinsteinvariant), C) 4. Dc2, D) 4. f3, E) 4. Pf3, F) 4. Lg5 en G) 4. g3. In dit deel nemen we A) en B) summier onder de loep.
A) 5. a3
De Sämischvariant. Wit dwingt de ruil van loper tegen paard af. Wat hij hiermee van plan is, gaan we snel zien.
5... Lxc3+ 6. bxc3 Pc6 7. Ld3 0-0 8. Pe2
Analysediagram
Stelling na: 8. Pe2
Dat is het verschil met de Rubinsteinvariant (met 4. e3 die we hierna bespreken). Wit ontwikkelt het paard niet naar f3, waar het de belangrijke opmars van de f-pion in de weg staat. Een ander verschil van het paard op e2 ten opzichte van het paard op f3 is dat het paard naar g3 gespeeld kan worden, waar het op de witte velden kan spelen. Dat doorkruist grotendeels het plan dat zwart in de Hübnervariant op het bord brengt (zie B). Zwart moet daarom heel anders antwoorden. Vaak kiest schakers nu voor de volgende bestrijdingswijze: 8... b6 9. e4
Analysediagram
Stelling na: 9. e4
Van der Sterren: ‘Dit is een van de belangrijkste uitgangsstellingen van de Sämischvariant. Met slechts een geringe vertraging heeft wit het machtige pionnencentrum opgebouwd dat hem voor ogen stond. De zwarte verdediging wordt nu zwaar op de
proef gesteld. Dat er in meer dan een halve eeuw heel diep over dit probleem is nagedacht, blijkt wel uit zwarts volgende zet, geïntroduceerd door Capablanca en inmiddels gemeengoed, maar nog altijd getuigend van een grandioos spelinzicht’.
9... Pe8
Zwart maakt zich op om de komende storm op zijn koning alvast te beteugelen alvorens zelf op de damevleugel de zwakte op c4 op de korrel te nemen.
10. 0-0 La6 11. f4
Wit bekommert zich niet om pion c4, hij staat klaar voor f4-f5, waarna veel stukken van hem tot leven komen. Nu blijkt de bedoeling van Capablanca: 11... f5
Hij werpt een blokkade op, zodat het witte loperpaar in bedwang wordt gehouden. Na 12. Pg3 g6 13. Le3 Pd6 ontstaat er zeer ingewikkeld speltype met kansen voor beide kleuren. Een belangrijke partij voor de zwartspelers is Jussupow-Karpov, 1989 en voor de witspelers Zsu. Polgar-I. Sokolov, 1994. B) 4. e3
Stelling na: 4. e3
De Rubinsteinvariant. 4... c5
Een kwestie van smaak. Zwart behoudt zich de mogelijkheden ... d7-d5 en/of ... b7-b6 voor. Ondertussen kiest hij ervoor om pionnen op zwart te gaan zetten. Waarom dat zo’n belangrijke
strategie is, zien we verderop.
Analysediagram
Stelling na: 4... c5
5. Ld3
Een scherp en interessante alternatief is 5. Pe2 waarmee wit ten koste van alles wil voorkomen dat hij een dubbelpion krijgt. 5... Pc6 6. Pf3
Deze paardzet is lange tijd mode geweest en hij nog altijd gespeeld. Ook nu leidt 6. Pe2 wederom tot een ander speltype. 6... Lxc3+ 7. bxc3 d6
Stelling na: 11. Dc2
De hoofdzet in deze stelling. Wit wil de diagonaal b1-h7 controleren en daarmee maakt hij zich op voor de opmars f2-f4 om een gigantisch ruimte-overwicht te creëren. De strategen uit de jaren ‘80 (Karpov, Timman, Andersson, Hübner) wisten wel raad met een dergelijk stellingsprobleem. Buigt u uw hoofd er ook maar eens over. Hoe moet zwart nu antwoorden?
Zo komen de uitgangspunten van zwarts strategische opzet het best tot uiting. Nadat hij zijn zwartveldige loper voor een paard heeft ingeleverd, wil zwart graag een ‘zwarte pionnenwal’ opwerpen gericht tegen wits zwartveldige loper. Het idee om pionnen op zwart te zetten, dient nog een tweede doel: zijn eigen loper van c8 wordt beter. In het algemeen probeerden de ‘strategen van de jaren ‘80’ te bewijzen dat het manoeuvreren met paarden in een gesloten stelling tegen het witte loperpaar zwart makkelijker af gaat dan dat wit zijn loperpaar tot gelding kan brengen. Voor wit gaat het erom of hij zijn ‘bruinveldige’ loper (zoals Donner dat ooit zo mooi schreef) kan activeren.
9. d5
Stelling na: 7... d6
Dit is de Hübnervariant. In vergelijking met het Sämischsysteem, heeft wit vrijwillig op c3 geruild. Wit heeft dus de zet a2-a3 uitgespaard, maar daar staat tegenover dat hij nu een paard op f3 heeft staan, waar het de opmars van de f-pion in de weg staat. 8. e4
Uiteraard ligt 8. 0-0 nog meer voor de hand. Wit stelt e3-e4 uit omdat hij soms van veld e4 gebruik kan maken door daar een stuk naartoe te spelen. Na bijvoorbeeld 8... e5 kan wit een kansrijk pionoffer brengen met 9. Pd2. Aanname van het pionoffer is levensgevaarlijk: 9... cxd4 10. cxd4 exd4 11. exd4 Pxd4 12. Te1+ Pe6 13. La3 En in de partij Portisch-Timman, 1978 werd duidelijk dat die twee lopers akelig sterk werden.) 9… 0-0 10. d5 Pe7 11. Dc2
Het antwoord is: 11... g6!! Dit soort subtiliteiten vallen achter het bord niet zo eenvoudig te bedenken. De bedoeling wordt snel duidelijk: 12. f4 exf4 13. exf4 Lf5 Hier gaat het om. Zwart werpt een blokkade op de witte velden op. Het is gunstig voor hem om de witveldige lopers te ruilen; pion c4 wordt dan kwetsbaarder, maar vooral de velden e4 en g4 vallen soms in zwarts handen.
Zwarts strategie kwam voortreffelijk tot uiting in de partij Addison-Hübner, 1970: 14. Lb2 Dd7 15. Tae1 Tae8 16. Tf2 Lxd3 17. Dxd3 Df5 18. Dxf5 Pxf5 19. Tfe2 Txe2 20. Txe2 h5 en Hübner had een stevige grip op de stelling, mede door zijn prachtige paarden en hij won in stijl.
8...
Het handhaven van de spanning met 9. h3 kwam op het bord in een fascinerende partij tussen twee aanhangers van respectievelijk de witte en de zwarte kleur: Portisch-Timman, 1982. De partij toont ons weer eens de strijd van een zwart paard tegen een witte loper, met alle zware stukken op het bord, die door zwart glansrijk werd gewonnen.
9... Pe7 10. Ph4
Gezien de voorafgaande uitleg volstrekt logisch. Wit moet de zwarte velden open breken en dat kan alleen met f2-f4. Hij mag niet aarzelen omdat zwart anders met ... Pg6 het witte plan onmogelijk kan maken.
10... h6 11. f4
Stelling na: 8... e5
Stelling na: 11. f4
Deze zet hadden de Sovjets voorbereid voor wereldkampioen Boris Spassky, ten tijde van zijn match tegen de Amerikaan Bobby Fischer, in Reykjavik 1972. Het lijkt er namelijk op dat de
zet niet kan vanwege 11... exf4 12. Lxf4 g5 met stukwinst. Maar het secondantenteam had goed geanalyseerd. Wit krijgt een moordend initiatief na 13. e5! 11... Pg6!
Een formidabel antwoord van Fischer, achter het bord bedacht. Nu het paard op g6 pion f4 aanvalt, moet wit wel ruilen en daarmee verliest de witte stelling zijn flexibiliteit. Dat zwart een dubbelpion op de koop toeneemt (waarbij hij zelfs uit het centrum moet slaan) vindt Fischer geen probleem. 12. Pxg6 fxg6 13. fxe5?
Later werd gevonden dat wit moet verder gaan met 13. 0-0 0-0 14. f5. De zwartspelers zaten ondertussen ook niet stil en hebben hier het interessante counterplan 14... b5!? op klaarliggen. 13... dxe5
Op het eerste gezicht heeft Fischer gespot met alle regels van het positiespel: wit heeft het loperpaar in handen, meer ruimte, een gedekte vrijpion en twee half-open lijnen voor zijn torens. Maar in de partij toont Fischer feilloos aan dat het loperpaar volkomen machteloos is in deze dichtgeschoven stelling. En wit kan niets beginnen met zijn ruimtevoordeel en zijn gedekte vrijpion. In de partij verloor Spassky snel, omdat hij niet opgewassen was tegen de gecombineerde kracht van de zwarte stukken op twee vleugels.
Belangrijkste illustratieve partijen:
• Jussupow-Karpov, 1989
• Zsu. Polgar-I. Sokolov, 1994
• Portisch-Timman, 1978
• Addison-Hübner, 1970
• Portisch-Timman, 1982
• Spassky-Fischer (5de matchpartij), 1972
Geraadpleegde bronnen:
• ‘De wereld van de schaakopening’ deel 1 van Paul van der Sterren
• Megadatabase van Chessbase
Eerdere afleveringen van deze rubriek, waarbij u de illustratieve partijen interactief kunt naspelen en downloaden, treft u aan op http://schaaksite.nl/list. php?c=training.

Ton Paul van der Sterren
Over de “herverkiezing” van Iljoemzjinov zeg ik niets. Per slot van rekening is het woeden van deze megalomaan altijd nog niet het ergste wat de mensheid overkomt. Buiten de schaakwereld richt hij eigenlijk weinig schade aan.
Maar het overlijden van Ton Timman, dát is een gebeurtenis die om woorden vraagt en ook om tranen. Ton, die in zijn jonge jaren bijna altijd in één adem werd genoemd met jonge broer Jan. Samen schuimden ze de weekendtoernooien af, samen verkenden ze de grenzen van hun mogelijkheden en samen zetten ze het Nederlands kampioenschap van 1972 naar hun hand, totdat … op het allerlaatste moment een sprookje een nachtmerrie werd.
Met nog één ronde te gaan stond Coen Zuidema bovenaan, maar hij leek te worden weggespeeld door Ton. Jan had een halfje minder dan Zuidema, maar hij won van Hans Böhm en op dat moment zag het er dus naar uit dat hij het kampioenschap door zijn broer op een presenteerblaadje kreeg aangereikt. Winst voor Ton betekende een ongedeelde eerste plaats voor Jan, remise een beslissingstweekamp. Het werd – de lezer voelt het aankomen – een dramatische nederlaag en dat was een klap die de schaker Ton waarschijnlijk nooit meer te boven is gekomen. In ieder geval boekte hij hierna geen vooruitgang meer, al kan dat ook iets met zijn studie te maken hebben gehad en met het feit dat hij niet was gezegend met hetzelfde echt grote talent en met de killersmentaliteit van zijn broer.
Wel speelde hij nog een jaar of vijftien in de KNSB-competitie voor Desisco/Watergraafsmeer, waar ik in 1975 teamgenoot van hem werd en hem leerde kennen als een onconventioneel, intelligent en gevoelig mens. Hij bleef al die tijd een beetje een icoon voor me, een ster van de generatie vóór mij, iemand waar ik tegenop keek. Maar we hebben toch ook heel wat afgelachen. Weet je nog, Ton, dat weekend in Gent, de sneeuw, de 10-0 en die in een bevroren vijver verdwenen auto van de wedstrijdleider? Nee, dat weet je nu niet meer. Maar ik weet het nog en zal het niet vergeten. En jou ook niet.

Paul van der Sterren schrijft sinds augustus 2014 een column in Schaakmagazine. De columns hebben natuurlijk iets met schaken te maken, maar gaan niet zozeer over partijen, over schaaktechniek, over toernooien of de actualiteit.
Gevraagd: de schaakvrijwilliger van het jaar 2014
Het Nederlandse verenigingsleven is niet denkbaar zonder de inzet van duizenden vrijwilligers. Voorzitters, penningmeesters, trainers, jeugdleider en vele, vele anderen. Zonder hun belangeloze inzet zou de wereld van sport, cultuur en hobby er heel anders uitzien. Het leven zou een stuk armer en saaier zijn.
In de afgelopen tien jaar schreef Schaakmagazine een wedstrijd uit om de titel Schaakvrijwilliger van het jaar. Gezien het succes van de afgelopen jaren gaan we daar enthousiast mee door. Daarom vragen wij u ook dit jaar om kandidaten voor de titel Schaakvrijwilliger van het jaar bij de redactie te melden. Is er in uw omgeving iemand die in de afgelopen periode onmisbaar is geweest voor de schaakvereniging, een vrijwilliger die de vereniging tot bloei heeft gebracht? Laat het weten aan de redactie van Schaakmagazine.
Let wel: het gaat niet alleen om mensen die veel doen. Ook kandidaten die een bijzondere bijdrage leveren komen voor de titel in aanmerking. Ieder jaar worden er vele interessante kandidaten bij ons gemeld. Helaas kunnen wij maar één winnaar uitkiezen. Die keuze betekent dus niet dat de andere kandidaten ongeschikt zijn voor uitverkiezing. Integendeel! Daarom wijzen wij er uitdrukkelijk op dat kandidaten die in vorige jaren niet zijn gekozen opnieuw voorgedragen kunnen worden. Wilt u in dat geval al het materiaal opnieuw naar de redactie opsturen en niet volstaan met verwijzing naar een voorafgaand jaar?
Wij willen van de kandidaten graag het volgende weten:
- De naam van de vrijwilliger
- Een overzicht van zijn of haar activiteiten in de afgelopen jaren
- Eventueel andere redenen om de vrijwilliger in het zonnetje te zetten
Aanvullend materiaal in de vorm van krantenknipsels, clubbladen, foto’s, artikelen op websites enzovoort is uiteraard van harte welkom.
De winnaar van deze wedstrijd zal in het decembernummer van Schaakmagazine in het zonnetje worden gezet.
U kunt uw nominatie onder vermelding van Schaakvrijwilliger van het jaar 2014 tot 20 november 2014 sturen naar schaakmagazine@schaakbond.nl.
Het tijdperk Donner
Hoe staat het schaakleven in Nederland er in de jaren zestig voor? Deze rubriek heet Vijftig jaar geleden , dus we nemen een kijkje in het najaar van 1964. Je zou de jaren zestig het tijdperk Donner kunnen noemen. De jaren Euwe zijn voorgoed voorbij, het tijdperk Timman is nog niet aangebroken. De contouren daarvan tekenen zich pas tien jaar later af. Het tijdperk Donner dus, naar de enige Nederlandse grootmeester die actief speelde. Tegelijkertijd kan je het een onbestemde periode noemen. Een oudere generatie verdwijnt uit het beeld, deels omdat de jaren gaan tellen (Kramer, Cortlever, Van Scheltinga), deels omdat het werk roept (Bouwmeester). Een nieuwe generatie komt op, maar is er nog niet echt. Kuijpers, Zuidema en Ree zijn aan het doorbreken. De eerst is zelfs al landskampioen geworden, maar zal dat niet meer herhalen. De grote tijd van de laatste twee moet nog komen.
Onbestemd
Even onbestemd als de generatie van de beginjaren zestig is het spel van hun kopman Donner. Soms gaat het heel goed, soms is het droevig. In juli 1964 heeft Donner een goede maand. In het Clare Benedict toernooi in Zwitserland, een jaarlijks teamwedstrijd tussen zes landen, haalt hij aan het eerste bord een degelijke 3 uit 5 en kort daarna presteert hij in het IBM-toernooi goed. Hij blijft slechts een halfje achter op Larsen, die kort daarvoor het Interzonale toernooi had gewonnen. Het had zelfs meer kunnen zijn als Donner niet had verloren van de jonge Kuijpers. Verrassend zou je zeggen. Het was op dat moment nog niet bekend dat het spelen tegen jonge landgenoten het zwakke punt van Donner zou worden. In september treffen we hem in het reusachtige Capablanca herdenkingstoernooi (22 deelnemers!) in het bovenste deel van de middenmoot aan.
Afbreken, afbreken, afbreken
Het wedstrijdschaak zag er in die tijd heel anders uit. Geen Fischer-klok, geen versneld uitspelen. Partijen werden tot het eind toe uitgevochten in een normaal speeltempo, soms onderbroken door een paar uur of dagen afbreken. Waartoe dat kan leiden lezen we in het september- en oktobernummer van Schakend Nederland. In het al genoemde Clare Benedict toernooi gebeurde dit: ‘Kuijpers heeft ruim twaalf uur lang stand gehouden. Toen bleek alles vergeefs te zijn geweest. Prameshuber (een Oostenrijkse speler) speelt jaarlijks één lange partij, maar
zijn 105 zetten tegen onze landskampioen bleven achter bij zijn prestaties in voorafgaande jaren op dit gebied. De wedstrijdleiding, die aan een krap tijdschema gebonden is, vangt dit enthousiasme op door slechts één keer gelegenheid tot afbreken te geven. Daarna wordt tot middernacht en (door liefhebbers) tot de vroege ochtend geschaakt.’ Maar het kan nog erger. De landenwedstrijd Nederland - Engeland is een tweedaags duel, dus uitloop zit er niet in. In de eerste rond breken Kerkhoff en Gibbs maar liefst vier keer af, voor de Engelsman het punt binnenhaalt. Nog bonter maken Ree en Franklin het
in hun tweede partij. Ree staat gewonnen als de partij wordt verplaatst van de speelzaal in de kantine van sponsor De Schelde naar het Strandhotel, waar de afsluiting is gepland. In de lounge van het hotel zetten ze hun strijd voort, ‘ietwat medelijdend gadegeslagen door de soms luid pratende hotelgasten’. Als de teamgenoten al aan het dessert van het slotdiner zitten grijpt de wedstrijdleiding in. Eerst eten! Daarna, om 21.00 uur, gaat het verder. Nu in de verlaten ontbijtzaal van hotel Noordzeeboulevard, waar het Nederlandse spelers logeren. De kansen wisselen, dat wil zeggen dat Ree soms wel, soms niet gewonnen staat. Maar een uitslag komt er niet. Om een uur ’s nachts vindt de wedstrijdleider het welletjes. Hij stuurt de spelers naar bed en gaat de stelling aan grootmeester Larsen voorleggen. Diens beslissing zou overigens nog maanden op zich laten wachten, want de brief van de wedstrijdleiding bereikte hem nooit. Pas in januari 1965 kwam het verlossende woord: remise.
Tot slot nog een klein stukje tijdsbeeld. Naar aanleiding van het Amsterdams snelschaakkampioenschap voor de jeugd schrijft hoofdredacteur Slavekoorde: ‘Is het wèrkelijk verstandig ook voor de jeugd snelschaakwedstrijden te organiseren, kampioenschappen inbegrepen? Ze spelen, dachten wij, van nature al zó snel dat het dikwijls moeite kost hun enige bedachtzaamheid bij te brengen!‘

Hier
De
Jan-Hein Donner en Bent Larsen (links) kruisten in de jaren vijftig en zestig regelmatig de degens. Donner had een heilig ontzag voor de Deense grootmeester. “Die man is geniaal, die moet de nobelprijs krijgen.”
zien we ze bij de opening van een korte tweekamp in 1958.
Haagse burgemeester Kolfschoten doet de eerste zet. Wedstrijdleider (!) Euwe kijkt toe. Foto: Max Euwe Centrum
72.Tb4+ Ke3 73.Ka4 Ld4
74.Kb5 Ke4 75.Tc4 Tb1+
76.Tb4 Th1 77.Kc4 Tc1+
78.Kb5 Kd5 79.Tb3 Tc8 80.Ka4 Lc3 81.Tb5+ Kc4
82.Tb4+! Deze pattruc is een belangrijk element in de witte verdediging.
82...Kd3 83.Tb7 Tc5 84.Tb5 Tc7 85.Kb3 Ld4
Te2
94.Tg1?? Een blunder in het zicht van de haven.
Na 94.Td3 is de stelling nog steeds remise.
94...Ta2 0–1
Deze partij had het allemaal, ook al was het resultaat teleurstellend. Maar Jorden is een echte comeback kid en vocht de laatste ronde hard terug.
Mousavi,S (2348) - Van Foreest,J (2457)
WYCC U16 (11), 29.09.2014
1.d4 d5 2.c4 c6 3.Pf3 Pf6 4.e3 Lg4 5.Pbd2 e6 6.Db3 Dc7 7.
Ld3 Pbd7 8.0–0 Ld6 9.c5 Le7
10.Dc2 a5 11.b3 b6 12.cxb6 Dxb6 13.Lb2 Lh5 14.e4 dxe4 15.Lxe4 Pxe4 16.Dxe4 Lg6
17.De3 0–0 18.Pc4 Db7 19.La3 Lb4 20.Tfc1 Pf6 21.Pfe5 Pd5
22.Df3 Ta6 23.Lxb4 axb4
24.a4 bxa3 25.Txa3 Txa3
26.Pxa3 Da7 27.Pac4 Tc8
28.Pxg6 hxg6 29.Pe5 Tc7 30. Dd1 Db6 31.g3 Pe7 32.Tc5 Db4 33.Tc4 Dd6 34.Ta4 Pf5
De lezer aan zet
12.e3
De pion moet gedekt worden voordat wit Pe1–d3–f4 kan spelen. De tekstzet is beter dan de ontwikkelingszet 12.Lb2 (3 punten) de loper kan wellicht actiever naar a3 worden ontwikkeld. 12...Pc6 13.Pd3
Hier levert 13.Lb2 (3 punten) niks op, en onnauwkeurig is 13.La3 Da5.
13...Lf5
De beste zet: zwart anticipeert op 14.Pf4.
14.Pf4
Natuurlijk blijft 14.Lb2 (2 punten) met gelijke stelling mogelijk.
Deze tegenaanval is de enige goede mogelijkheid.
16...Te8
Slaan op a1 is te gevaarlijk: 16... Lxa1 17.Dxa1 en nu:
• 17...Te8 18.Pxd5 en zwart heeft al geen verdediging meer 18... Pe5 (18...Te6 19.e4 en wint) 19.e4 Lg4 20.f3 Lc8 (20...Ld7 21.Ld6) 21.Td1 en wit wint.
• relatief het best is 17...d4 18.Lxf8 Dxf8 19.Lxc6! bxc6 20.Dxd4 en met een gezonde pion meer en een betere structuur is wit al hard op weg naar de winst.
17.Pxd5
Na een zeer taai gevecht, begint Jorden hier het initiatief naar zich toe te trekken.
35.Ta8+ Kh7 36.Pf3 f6 37.De2 Dd5 38.g4 c5
39.Ta4? 39.Ta5 was de enige manier om in de partij te blijven. Nu maakt Jorden het soepel af:
39...Pxd4 40.Pxd4 cxd4 41. Dd1 d3 42.Ta2 Tc3 43.Tb2 De4 44.b4 Tc2
0–1
14...e5
Daar is de fout al waar Ju Wenjun op gespeculeerd heeft! Deze actieve ‘Grunfeld-zet’ oogt heel aantrekkelijk: met een betere ontwikkeling lijkt zwart er klaar voor om het initiatief te grijpen. Om deze opstoot te weerleggen moet wit een serie ‘enige zetten’ vinden. Juist was 14...Le4 waarna zwart volledig gelijkspel heeft: 15. Lxe4 (15.f3 Lf5 16.Lb2 is gelijk evenals 15.Lb2, na 15.Lh3 met als dreiging f2–f3 beschikt zwart nu wel over 15...e5!) 15...dxe4 16.Dc2 e5 17.dxe5 Lxe5 is helemaal ok voor zwart.
U krijgt geen punten voor de alternatieven 17.Dxd5 Lxa1 en 17.Tc1 d4.
17...Da5
17...Lxa1 18.Dxa1 is zetverwisseling met de eerder gegeven variant op zet 16. Na 17...Da5 lijkt zwart goede compensatie voor de pion te hebben. Het is goed voorstelbaar dat Alina in haar vooruitberekeningen de volgende sterke zet heeft overzien. 18.Ld6
15.dxe5
Heel sterk, maar ook verplichtend. Ju Wenjun moet het vervolg al voor ogen hebben gestaan. 15.Pxd5 (1 punt) 15…exd4 16.e4
Le6 17.La3 Te8 18.Dd2 is misschien nog iets beter voor wit. 15...Lxe5
Slecht is 15...Pxe5 16.La3 Te8 17.Dxd5 met een gezonde pluspion. 16.La3
Uitstekend gespeeld - zwart mag zowel het stuk als de kwaliteit niet nemen.
Na 18.Dc1 Tac8! zou zwart eerder beter staan (en 18...Lxa1 19.Dxa1 Dxa3 is remise wegens zetherhaling: 20.Pf6+ Kf8 21.Pxh7+ Kg8! 22.Pf6+).
18...Tad8
Dit antwoord maakt het wit zo lastig mogelijk. De penning over de d-lijn is een factor om rekening mee te houden.
18...Lxd6 verliest een kwaliteit na 19.Pf6+ Kh8 20.Pxe8. En na 18...Lxa1 19.Dxa1 Te6 20.Lf4! dreigt wit onder andere Pc7 en
Vervolg van pagina 18.
Lh6. Wit blijft een gezonde pion voor na 18...Lg7 19.b4 Dd8 (19... Da3 20.Dc1 Da4 21.Pc3) 20.Pc7 Lxa1 21.Pxa8.
19.b4
Een essentiële tussenzet. 19. Lxe5 Txe5 is al beter voor zwart! 19...Da3
Niet 19...Db5 20.Pc7. 20.Lxe5 Txe5 21.b5
Opnieuw de enige winnende zet, die mogelijk is dankzij de tussenzet 19.b4. Na 21.Te1 (3 punten) 21…Le6 22.e4 Lxd5 23.exd5 Dxb4 moet zwart remise kunnen houden.
21...Texd5
Wit zou ook een kwaliteit winnen na 21...Td6 22.bxc6 bxc6 23.Dd4!.
22.Lxd5 Pe5
Wit staat een kwaliteit en een pion voor, maar vanwege de penning en de actieve zwarte stukken zijn er nog steeds technische problemen. Ju Wenjun gaat door met het spelen van de beste zetten.
23.Db3
23.Tc1 (2 punten) met als idee 23...Le4 24.Lxe4 Txd1 25.Tfxd1 Dxa2 26.Lxb7 met technische winst voor wit, is veel minder duidelijk na 23...Lh3! en nu faalt 24.Te1 al op 24...Le6! 25.e4 Pf3+ en zwart staat al wat beter!
23...Dxb3 24.Lxb3 Pf3+ 25.Kg2
Hier leidt 25.Kh1 Le4 26.Tfd1 Pd2+ 27.Kg1 Pf3+ tot dezelfde stelling als in de partij, maar zwart krijgt een extra mogelijkheid met 25...Td2.
25...Le4 26.Tfd1
Net zo winnend is 26.Tfc1 (5 punten). Wit wint ook na 26.g4 (3 punten) 26…Pd2+ 27.f3! Pxf1 28.Txf1 Td2+ 29.Tf2 Txf2+ 30.Kxf2 en het loper eindspel is verloren voor zwart. Zwart heeft tegenkansen na 26.Kh3 h5! 27.g4 hxg4+ 28.Kg3 Kg7. 26...Pd2+ 27.Kg1
Minder goed is 27.Kh3 h5.
27...Pf3+ 28.Kf1 Pxh2+ 29.
Ke1
Na 29.Ke2 Lf3+ 30.Ke1 Lxd1 31. Lxd1 zit het zwarte paard gevangen, maar kan het niet zomaar gewonnen worden. Zwart houdt goede remisekansen.
29...Ld3
Een laatste kans, maar Ju Wenjun speelt opnieuw de allerbeste zet.
Combineren
Diagram 1
Guseinov-Stojcevski
1.Lxf6+ en opgegeven vanwege
1..Dxf6 2.Te7+
Diagram 2
Vaarala-Safarli
1..Pxh2! 2.Txh2 Dxg3+ en spoedig 0-1
Diagram 3
Murphy-Georgiev
1..Lf3! 0-1
Diagram 4
Froewis-Sadykov
1.Dc2+! 1-0 Immers 1..g6 2.Dc8 loopt mat.
Dh7 mat.
Diagram 7
Glek-Vachier Lagrave 1..Pd1! Wit is gevangen in een matnet. 2.Kg1 Pe3 0-1
Diagram 8
Vocaturo-Varnam
1.Lxf7+! Kxf7 2.Le7+ Kg8 3.Txf8+ Txf8 4.Lxf8 won een kwaliteit vanwege 4..Kxf8 5.Dd6 enz.
Recht toe recht aan
30.f4
Nu staat wit helemaal gewonnen. Ook winnend is 30.f3!? (3 punten) 30…Pxf3+ 31.Kf2 Pe5 vanwege 32.Lc2 en omdat er een eindspel van toren tegen paard overblijft wint wit toch eenvoudig. Het kwaliteitsoffer 30.Txd3 (2 punten) 30…Txd3 31.Ke2! wint ook omdat wit dreigingen tegen f7 en b7 kan combineren met het vangen van het paard op h2. Maar 30.Kd2 (1 punt) 30… Lxb5+ 31.Kc3 is helemaal niet eenvoudig na 31...Tc8+ 32.Kb4 Lc6.
30...Td7 31.Lc4
Dwingt torenruil af.
31...Lf5 32.Txd7 Lxd7 33.Td1
Lf5 34.Le2
Alles wint, maar het paard insluiten is heel overzichtelijk. U krijgt evenveel punten (3) voor
34.Td8+ en 35.Ld5, er volgde nog
34...Kf8 35.Td8+ Ke7 36.Ta8
Kd7 37.Txa7 Kc7 38.Ta8 Pg4
39.Lxg4 Lxg4 40.Kd2 Ld7
41.Tf8 Le6 42.a4 b6 43.Kc3 h5 44.Kb4 Ld5 45.a5 bxa5+ 46. Kxa5 Kb7 47.b6 1–0
80-100 >2400 70-80
20-30 1800-1900 0-20 <1800
Diagram 5
Navarra-Broekmeulen 1.Lg7! 1-0
Diagram 6
Hracek-Csiba
1.Pxg5! fxg5 2.Txg5+ Dxg5 3.
Ilse Geene speelde het degelijke 5. .. d6. (5. .. 0–0 6. 0–0 d5 is ook prima) Alisha Warnaar speelde echter meteen 5. .. d5 6. exd5 Pxd5. Marlinde speelde nu 7. Db3! Met aanval op d5 en f7. Het paard dekken met 7. .. Le6 laat 8. Dxb7 toe. En op 7. .. Pce7 kwam 8. Db5+ met stukwinst! Marlinde Waardenburg-Alisha Warnaar, HiQ Invest NK D Rijswijk 2014
kadercursussen
Informatie over de kadercursussen is te verkrijgen bij de coördinator van de opleidingen mevr. Sacha Schiermeier, tel. 023-5254025 e-mail sschiermeier@schaakbond.nl
Informatie zoeken over en inschrijven voor de cursussen kan via de website van de KNSB www.schaakbond.nl/opleidingen.
2 weken voordat de cursus van start gaat wordt besloten of de cursus doorgaat, cursussen gaan door bij minimaal 8 personen.
Start cursus Omschrijving Plaats
29 okt Schaaktrainer 3 Amsterdam
nov Scheidsrechter A en Indelingsdeskundige A div. plaatsen
11 nov Schaaktrainer 1 Rotterdam
24 nov Brabant/Limburg
3 dec Schaaktrainer 2 Enschede
6 feb Scheidsrechter C Utrecht
6 feb Schaaktrainer 1 Maarssen
9 feb Scheidsrechter A Limburg
20 feb Schaaktrainer 2 Zundert
21 feb Assen
6 april Indelingsdeskundige A Limburg
Komodo Chess 8 –de nieuwe Nr. 1!

Komodo ist anders dan alle andere schaakprogramma‘s. Komodo zoekt dieper dan andere engines, wat ertoe leidt dat de speelsterkte duidelijk hoger wordt. Door de speciale diepere zoekopdrachten kan Komodo 8 regelmatig verder dan andere engines in bepaalde stellingen binnendringen, zelfs als een geringere zoekdiepte aangetoond wordt. Bij de evaluatie van een stelling neemt Komodo 8 door de geslaagde combinatie van geautomatiseerde tuning en het schaakverstand van een grootmeester en computerschaakexpert (Larry Kaufman) ten opzichte van andere programma’s een bijzondere positie in. De ontwikkelaars van Komodo hebben bepaalde instellingen en wegingsfactoren weggelaten, omdat ze door grootmeesters als onnodig werden ingeschat, zelfs wanneer een minimale verbetering in de evaluatie in een enginetest kon worden aangetoond! Deze aanpak blijkt na jarenlang testen en ontwikkeling de moeite meer dan waard te
zijn: de nieuwe Komodo 8 is inmiddels het sterkste schaakprogramma ter wereld!
Komodo is al langer bekend om zijn uitstekende positionele ken nis en speelstijl. Natuurlijk is het programma ook tactisch één van de sterkste engines ter wereld, maar de programmeurs van Komodo 8 hebben er tevens op gelet, dat het begrip voor algemene strategie bij de ontwikkeling niet wordt vergeten. Alle goede engines zijn immer tac tisch veel te sterk voor mensen, maar als het om strategische oordelen gaat, zijn topgrootmeesters in veel stellingen nog een stuk beter dan schaakprogramma’s. Daarom is de strategie van het Komodo team duidelijk en overtuigend: het is zinvoller aan gebieden te werken waar het werkelijk de moeite waard is en nog veel te verbeteren valt, dan aandacht te besteden aan posities waar het programma toch al erg sterk in is. De grote expert op het gebied van schaakopeningen Larry Kaufman heeft ervoor gezorgd, dat Komodo 8 bijzonder goed te gebruiken is bij het bestuderen van openingen. Kaufman heeft erop gelet, dat de evaluatie van openingsvarianten door de engine overeenkomt met de bekende openingstheorie. Een andere positief punt is de behandeling van stellingen met ongelijk materiaal: Komodo 8 behandelt deze lastige stellingen preciezer en beter dan alle andere engines. In het eindspel profiteert Komodo 8 door het gebruik van de nieuwe en zeer effectieve Syzygy Tablebases. Verder is het programma optimaal geschikt om met meerdere processors te werken, die in het bijzonder bij systemen met acht of meer kernen optimale resultaten opleveren.
Inclusief:
- Komodo 8 Engine (64 bit)

- de actuele Deep Fritz 64-Bit programmeur interface (optioneel 32 bit) premium lidmaatschap op playchess.com (6 maanden)
ISBN 978-3-86681-442-4 79,90 €
Parimarjan Negi:
The Modern Scotch Opening


Parimarjan Negi is één van de grote winnaars van de Schaak olympiade in Tromsö. De 21-jarige top speler uit India speelde aan het eerste bord van zijn land en won met zijn team de bronzen plak. Negi scoorde 6,5 uit 11 (o.a. tegen Caruana en Aronian) en bereikte daarmee een Elo-Performance van 2730. Op zijn eerste Fritz-Trainer DVD "Modern Scotch" kunt u van de kennis van de aankomende Super-GM profiteren. Spannend ist ook het thema op de DVD: het Schots heeft namelijk meer te bieden dan alleen de avontuurlijke partijen uit de 19e eeuw. In de moderne schaaktheorie heeft het Schots zich tot een gezond en aggresief alternatief voor het Spaans of Italiaans ontwikkeld. Op de DVD laat Negi hoe de opening zich door de jaren heen heeft ontwikkeld en welke strategieën "Modern Scotch" hebben gevormd.

ISBN 978-3-86681-432-5 29,90 €