Concerttoelichting | Brahms 4 met Yannick Nézet-Séguin

Page 1

Concerttoelichting

Brahms 4 met Yannick Nézet-Séguin
do 2 mei 2024 • 20.15 uur

PROGRAMMA

dirigent Yannick Nézet-Séguin viool Randall Goosby

Antonín Dvořák (1841–1904) Ouverture Carnaval (1891)

Florence Price (1887–1953) Vioolconcert nr. 2 (1952)

Florence Price Adoration (1951)

Bewerking voor strijkorkest en solist door Peter Simcich

pauze

Johannes Brahms (1833–1897)

Symfonie nr. 4 in e, op. 98 (1884)

• Allegro non troppo

• Andante moderato

• Allegro giocoso

• Allegro energico e passionato

Einde concert circa 22.10/16.10 uur

Vorige uitvoeringen door ons orkest: Dvořák Ouverture Carnaval : nov 2017, dirigent Lahav Shani

Price Vioolconcert nr. 2: eerste uitvoering

Price Adoration: eerste uitvoering Brahms: Symfonie nr. 4: okt 2018, dirigent Lahav Shani (tournee)

Een uur voor aanvang van het concert geeft Michel Khalifa een inleiding op het programma, toegang € 5. Kaartjes zijn aan de zaal te verkrijgen tegen pinbetaling. Voor Vrienden is de inleiding gratis.

Cover: Foto Takashi Miyazaki (unsplash)

Florence Price rond 1945. Foto University of Arkansas Special Collections.

Een web van inspiratie

Elke componist staat op de schouders van voorgangers en spint een eigen draad in het web van de muziekgeschiedenis. Met steun van Brahms reikte de roem van Dvořák tot over de oceaan. Mede dankzij Dvořák kon Price Afro-Amerikaanse inspiratie in haar eigen muziek verweven.

Op 27 september 1892, na een stormachtige tiendaagse zeereis, zette Antonín Dvořák voor het eerst voet aan wal in New York. Jeannette Thurber, een vooraanstaand mecenas in de muziek, had hem na lang aandringen overgehaald om directeur te worden van het door haar opgerichte Nationaal Conservatorium van Amerika. Drie weken na zijn aankomst trad Dvořák voor het eerst in New York op; hij dirigeerde zelf zijn nieuwe ouverture Carnaval, een werk dat ook bij zijn laatste concert in Praag geklonken had. Een recensent van de New York Times hoorde ‘opgewekt viriele’ muziek en ‘levenslustige mannelijkheid’ met een middendeel van ‘serene lieflijkheid’ en ‘zeldzame tederheid’. Volgens de criticus kon Dvořák niet dirigeren, maar dat was hem vergeven zolang hij zulke prachtige muziek bleef componeren.

Amerikaanse traditie Thurbers doel was om met haar conservatorium een echt Amerikaanse muziektraditie te ontwikkelen. Dvořák nam deze taak met verve op zich en liet al snel publiekelijk optekenen dat volgens hem in de Afro-Amerikaanse muziek de sleutel

lag tot een eigen nationaal geluid. Thurber gaf bovendien iedereen met talent toegang tot de opleiding, ongeacht kleur of sekse. Zo werd Harry Burleigh – opgegroeid als zanger in de gospeltraditie – een van de honderdvijftig Afro-Amerikaanse studenten aan het conservatorium. Hij werd Dvořáks leerling en assistent en liet hem kennismaken met verschillende negrospirituals die de componist in zijn Symfonie ‘Uit de nieuwe wereld’ zou verwerken.

Ver van New York, in Little Rock, Arkansas, had de vierjarige Florence Smith in 1892 net haar eerste piano-optreden achter de rug. Tien jaar later schreef ze zich in aan het New England Conservatory of Music in Boston, als ‘Mexicaanse’ om te voorkomen dat ze als kind van een zwarte vader geweigerd zou worden. Terug in Little Rock trouwde ze met Thomas Price, maar toenemend racistisch geweld deed het echtpaar met twee jonge kinderen uitwijken naar Chicago, de bakermat van de gospel. In de bloeiende zwarte gemeenschap daar kwam het muzikale talent van Florence Price tot volle wasdom. Ze volgde gretig allerlei lessen, was een graag geziene gast in artistieke salons, gaf lezingen voor de Chicago Music Association, speelde orgel in de kerk, dirigeerde een koor en legde zich steeds meer toe op het componeren. In de voetsporen van Dvořák gebruikte ze AfroAmerikaanse muziek als inspiratie. In 1932 won ze met twee composities driekwart van het prijzengeld van een nationale competitie, terwijl het resterende bedrag naar haar leerling Margaret Bond ging. Niet lang daarna speelde het Chicago Symphony Orchestra haar winnende Symfonie in e-klein (dezelfde toonsoort als Brahms’ Vierde en Dvořáks

De trein van Wenen naar Mürzzuschlag, waar Brahms zijn Vierde symfonie componeerde. Advertentie voor de zomerdienstregeling, 1910.

Symfonie ‘Uit de nieuwe wereld’), de eerste keer dat een symfonie van een zwarte vrouw in de concertzaal klonk.

Onvindbaar

In 1951 – haar naam was inmiddels internationaal gevestigd – schreef Price Adoration voor orgel, later bewerkt voor viool solo en strijkorkest door Peter Simcich. Een jaar later componeerde ze haar Tweede vioolconcert, een werk in één deel met een virtuoze rol voor de viool. Price combineerde

In de voetsporen van Dvořák gebruikte Florence
Price de Afro-Amerikaanse muziek als inspiratie.

inspiratie uit de zwarte muziektraditie met de klassieke traditie waarin ze geschoold was. Ze zou de eerste uitvoering echter niet meemaken, in 1953 overleed ze, aan de vooravond van een reis naar Europa om een prestigieuze prijs in ontvangst te nemen. Pas elf jaar na haar dood beleefde het Tweede vioolconcert zijn première, maar het bleef bij een eenmalige uitvoering. De partituur werd niet gepubliceerd en kwam later te boek te staan als ‘verloren’. Pas in 2009 dook het handschrift op – samen met een schat aan andere vergeten manuscripten – in een leegstaand vervallen huis in de buitenwijken van St. Anne, Illinois, dat ooit Price’ zomerverblijf was geweest. Inmiddels is het werk meermaals opgenomen en verovert het alsnog wereldwijd de concertpodia.

Onrijpe kersen

In de zomers van 1884 en 1885 componeerde Brahms een symfonie in de relatief zeldzame en niet erg vrolijke toonsoort

e-klein. Zelf noemde hij het werk zijn ‘nieuwe rouwsymfonie’, verwijzend naar de Trauersinfonie van Haydn in dezelfde toonsoort. Maar er is nog een reden waarom de symfonie de bijnaam ‘de tragische’ kreeg. Beethoven had met zijn Vijfde en Negende symfonie een verwachtingspatroon geschapen: beide symfonieën beginnen in mineur, maar eindigen in majeur, als een reis door het donker naar het licht. Het publiek dat op 25 oktober 1885 de première van Brahms’ Vierde symfonie bijwoonde zal dus verwachtingsvol uitgekeken hebben naar een triomfantelijk einde. In kopergeschal en de paukenslagen werden de luisteraars niet teleurgesteld, maar de omslag naar majeur bleef uit. In een brief aan zijn vertrouwelinge Elisabeth von Herzogenberg omschreef hij zijn symfonie als kersen die niet wilden rijpen in het koude klimaat, het zoet zat er niet in. Brahms was zich er beslist van bewust dat het publiek zijn muziek zou vergelijken met wat al bekend was. Hij was zelf dol op het bestuderen van voorgangers en collega’s en had vele unieke manuscripten in zijn verzameling. Voor muziekanalisten is de symfonie dan ook een dankbaar object om te speculeren over mogelijke inspiratiebronnen en verborgen betekenissen. Van Beethovencitaten tot barokvormen, van verwijzingen naar de dood tot een verborgen muzikaal portret van Clara Schumann, het is allemaal meer of minder overtuigend uitgelicht. Toen Clara zich afvroeg of ze een cadens wel onder haar eigen naam kon publiceren omdat Brahms zo’n grote inspiratie was geweest, antwoordde de componist dat zij de inspiratie was geweest voor zijn beste melodieën. Valse bescheidenheid of een sleutel tot het ontrafelen van een geheim?

Carine Alders

Randall Goosby • viool

Geboren: San Diego (CA), USA

Studie: Juilliard School of Music bij Itzhak Perlman en Catherine Cho

Prijzen: Winnaar Young Concert Artists

International Auditions 2018, Sphinx Isaac Stern Award

Doorbraak: debuut New York Philharmonic op dertienjarige leeftijd

Daarna: solo-optredens met Philadelphia Orchestra, San Francisco Symphony, Los Angeles Philharmonic, Cleveland Orchestra, Boston Symphony Orchestra, Philharmonia Orchestra en London Philharmonic Orchestra met dirigenten als Yannick Nézet-Séguin, Esa-Pekka Salonen en Andris Nelsons; Artist in Residence 2023–24 van het Southbank Centre, Londen

Instrument: Stradivarius ‘Ex-Strauss’ uit 1708, in bruikleen van de Samsung Foundation of Culture of Korea

Debuut Rotterdams Philharmonisch: 2024

Yannick Nézet-Séguin • eredirigent

Geboren: Montréal, Canada

Huidige positie: music director Metropolitan Opera New York, Philadelphia Orchestra, Orchestre Métropolitain du Grand Montréal; eredirigent Rotterdams Philharmonisch (tot 2018 chef-dirigent), erelid Chamber Orchestra of Europe

Studie: Conservatoire de musique du Québec in Montréal; orkestdirectie bij Carlo Maria Giulini

Prijzen: Royal Philharmonic Society Award (2008); Canada’s National Arts Centre Award (2010); Prix Denise-Pelletier (2011); Companion of the Order of Canada (2012); Officer of the Order of Québec (2015); Cultuurpenning Rotterdam (2018)

Doorbraak: 2004, debuut Orchestre du Capitole de Toulouse

Gastdirecties: Berliner Philharmoniker, Sinfonieorchester des Bayerischen Rundfunks, Wiener Philharmoniker, London Philharmonic Orchestra, Salzburger Festspiele

Debuut Rotterdams Philharmonisch: 2005

Foto: George Etheredge Foto: Kaupo Kikkas

Orkestleden Agenda

Herdenkingsconcert

di 14 mei 2024 • 20.15 uur

Rotterdam, Laurenskerk

dirigent Giuseppe Mengoli

sopraan Ilse Eerens

sopraan Martha Bosch

mezzosopraan Nina van Essen

koor Laurens Collegium

Lutosławski Musique funèbre

Bruckner Ave Maria

Bruckner Aequale nr. 1 en nr. 2

Bruckner Christus factus est Schönberg Friede auf Erden

Vivaldi Gloria

zo 26 mei 2024 • 14.15 uur

dirigent Bertie Baigent

sopraan Chen Reiss

Mozart Ouverture Idomeneo

Korngold Einfache Lieder

Berg Sieben frühe Lieder

Bach/Webern Ricercare

Mozart Symfonie nr. 40

Star Wars: A New Hope in Concert

vr 31 mei 2024 • 20.00 uur

za 1 juni 2024 • 20.00 uur

Rotterdam, Ahoy – RTM Stage

Williams Star Wars: A New Hope

Music for Breakfast 5 zo 2 juni 2024 • 10.30 uur

Jurriaanse Zaal, de Doelen

viool Roman Spitzer en Martine Velthuis

altviool Anne Huser

cello Pepijn Meeuws

piano Maria Meerovitch

Rachmaninoff Trio élégiaque nr. 1

Dvořák Pianokwintet nr. 2

Chef-dirigent

Lahav Shani

Eredirigent

Yannick Nézet-Séguin

Vaste gastdirigent

Tarmo Peltokoski

Eerste viool

Marieke Blankestijn, concertmeester

Quirine Scheffers

Hed Yaron Meyerson

Saskia Otto

Arno Bons

Mireille van der Wart

Rachel Browne

Maria Dingjan

Marie-José Schrijner

Noëmi Bodden

Petra Visser

Sophia Torrenga

Hadewijch Hofland

Annerien Stuker

Alexandra van Beveren

Tweede viool

Charlotte Potgieter

Cecilia Ziano

Frank de Groot

Laurens van Vliet

Tomoko Hara

Elina Staphorsius

Jun Yi Dou

Bob Bruyn

Eefje Habraken

Maija Reinikainen

Wim Ruitenbeek

Babette van den Berg

Melanie Broers

Lana Trimmer

Altviool

Anne Huser

Roman Spitzer

Galahad Samson

José Moura Nunes

Kerstin Bonk

Lex Prummel

Janine Baller

Francis Saunders

Veronika Lénártová

Rosalinde Kluck

León van den Berg

Olfje van der Klein

Cello

Emanuele Silvestri

Eugene Lifschitz

Joanna Pachucka

Daniel Petrovitsch

Mario Rio

Gé van Leeuwen

Eelco Beinema

Carla Schrijner

Pepijn Meeuws

Yi-Ting Fang

Contrabas

Matthew Midgley

Ying Lai Green

Jonathan Focquaert

Robert Franenberg

Harke Wiersma

Arjen Leendertz

Ricardo Neto

Fluit

Juliette Hurel

Joséphine Olech

Fluit/piccolo

Beatriz Da Baião

Hobo

Remco de Vries

Karel Schoofs

Anja van der Maten

Hobo/althobo

Ron Tijhuis

Klarinet

Julien Hervé

Bruno Bonansea

Klarinet/ basklarinet

Romke-Jan Wijmenga

Fagot

Pieter Nuytten

Lola Descours

Marianne Prommel

Fagot/ contrafagot

Hans Wisse

Hoorn

David Fernández Alonso

Felipe Santos Freitas Silva

Wendy Leliveld

Richard Speetjens

Laurens Otto

Pierre Buizer

Trompet

Alex Elia

Simon Wierenga

Jos Verspagen

Trombone

Pierre Volders

Alexander Verbeek

Remko de Jager

Bastrombone

Rommert Groenhof

Tuba

Hendrik-Jan Renes

Pauken/slagwerk

Danny van de Wal

Ronald Ent

Martijn Boom

Adriaan Feyaerts

Harp

Charlotte Sprenkels

Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.