Concerttoelichting

vr 28 november 2025 • 20.15 uur
![]()

vr 28 november 2025 • 20.15 uur
dirigent Lahav Shani
viool Patricia Kopatchinskaja
Dmitri Sjostakovitsj (906-1975)
Vioolconcert nr. 1 in a, op. 77 (1947-48)
• Notturno: Moderato
• Scherzo: Allegro
• Passacaglia: Andante – cadenza
• Burleske: Allegro con brio – Presto pauze
Ludwig van Beethoven (1770-1827)
Symfonie nr 3 in Es, op. 73 ‘Eroica’ (1802–04)
• Allegro con brio
• Marcia funebra: Adagio assai
• Scherzo: Allegro vivace
• Finale: Allegro molto
Einde concert ca. 22.30
Vorige uitvoeringen door ons orkest: Sjostakovitsj Vioolconcert nr. 1: jan 2019, viool Sergey Khachatryan, dirigent Valery Gergiev
Beethoven Symfonie nr. 3: okt 2022, dirigent Han-Na Chan
Een uur voor aanvang van het concert geeft Emanuel Overbeeke een inleiding op het programma, toegang € 7,50. Kaartjes zijn aan de zaal te verkrijgen tegen pinbetaling. Voor Vrienden is de inleiding gratis.
Cover: Stacey Zinoveva (Unsplash)
Dmitri Sjostakovitsj en Igor Oistrakh bij het Tsjaikovski-monument in Moskou. Coll. Russisch Nationaal Muziekmuseum


Al in december 1931 verschijnt in de New York Times een interview met de 24-jarige Dimitri ‘Szostakovitch’ over de toekomst van de Russische muziek en hoe hij zich geroepen voelt de weg te wijzen naar een nieuw tijdperk in de muziek, in lijn met de idealen van de Russische Revolutie.
De jonge componist vertelt dat hij weinig voorbeelden uit het verleden kent. Hij ziet alleen in Beethoven een voorloper van de revolutionaire beweging, met de Eroica als werk dat mensen doet ‘ontwaken tot de vreugde van de strijd’. Sjostakovitsj’ geloof in de Socialistische heilstaat zal niet lang stand houden. In 1936 wekt zijn opera Lady Macbeth van Mtsensk het ongenoegen van de grote leider Stalin en Sjostakovitsj moet, net als talloze lotgenoten, voortaan vrezen voor zijn vrijheid en zijn leven. Formalisme is de term waarmee zijn muziek als volksvijandig wordt neergezet en hij beloof zijn leven te beteren.
In 1948 is het weer raak, als Sjostakovitsj tijdens het Congres van de Componistenbond wordt beschuldigd van antidemocratische neigingen. Zijn Vioolconcert voor David Oistrach is dan al bijna voltooid, maar van een uitvoering kan geen sprake zijn: de Joodse thema’s in het scherzo zouden een regelrechte provocatie zijn in deze hoogtijdagen van Sovjet-antisemitisme. Alleen al om die reden verdwijnt een van Sjostakovitsj’ meest persoonlijke en aangrijpende werken in de la.
In het openingsdeel, een nocturne, wordt de toon gezet met een lange monoloog vol pijn. Het scherzo bevat voor het eerst een motief van vier noten, D-Es-C-B, waarmee Sjostakovitsj vaker in belangrijke werken zijn handtekening zal zetten. Een ander terugkerend element is het gebruik van de passacaglia, een variatievorm uit de barok waarbij de baslijn in een onontkoombare beweging steeds herhaald wordt. Het derde deel vormt daarmee het emotionele zwaartepunt waarin, na een fanfare in de hoorns en een religieus koraal in de houtblazers, de solist een enorme spanningsboog opbouwt uitmondend in een gigantische cadens. De burleske fnale zorgt voor de nodige ontspanning en een finke dosis virtuositeit, die Oistrach op het lijf geschreven was. Deze zou het pas in 1955, twee jaar na de dood van Stalin, na een zeer gedegen voorbereiding met groot succes in première brengen. De Russische pers reageerde aanvankelijk nog afwachtend maar solist en publiek hebben het meteen in hun hart gesloten als een van de meest aangrijpende en persoonlijke werken van een gelouterde componist.

Anderhalve eeuw eerder had het publiek een grotere dobber aan de première van Beethovens Derde symfonie. De componist presenteerde zijn magnum opus op 7 april 1805 tijdens een benefetconcert in het Weense Teater an der Wien, voorafgegaan door zijn Eerste en een symfonie van Eberl. Later bedacht hij dat de nieuwe muziek beter aan het begin gespeeld had kunnen worden, als de oren nog fris zijn, want men vond het te lang, te zwaar en te ongewoon. Misschien zouden de luisteraars ook wel zijn geholpen met de titel die hij een jaar later op de eerste uitgave liet drukken: ‘Sinfonia Eroica, gecomponeerd om de nagedachtenis aan een groot man te eren’, hoewel dat sindsdien vooral vragen heef opgeleverd naar de identiteit van die held. Napoleon wordt het meest genoemd, door veel tijdgenoten, vriend en vijand, gezien als groot man, zowel op het slagveld als in de modernisering van de maatschappij. Beethoven zelf heef daar zeker ook aanleiding voor gegeven maar waarom schrijf hij dan in 1806 over de ‘nagedachtenis’ terwijl de Franse keizer nog springlevend is en onlangs zelfs Wenen veroverde?
de keuze om zijn leven als componist in dienst van de Kunst te stellen. De ideeën in zijn hoofd zullen blijven stromen met een nieuwe intensiteit. De Pianovariaties opus 35 vormen een eerste resultaat van de nieuwe weg die hij is ingeslagen. Hij kiest hiervoor een thema uit zijn succesvolle ballet Die Geschöpfe des Prometheus en tussen de schetsen noteert hij ook ideeën voor een nieuwe symfonie, althans de eerste drie delen. Dit plan om de variaties uit te vergroten en uit te breiden voor orkest als symfoniefnale is waarschijnlijk de oorsprong van de Eroica.
Het eerste deel is bijna dansant met hier en daar een vleug humor, zoals bij de te vroege inzet van de hoorn
De genesis van de Eroica ligt in 1802, het jaar dat Beethoven moet accepteren dat zijn verergerende doofeid niet meer te genezen is. Hij schrijf een emotionele, nooit verstuurde brief aan zijn broers over zijn innerlijke strijd, zelfs zelfmoordgedachten, en
Het heroïsche uit de titel lijkt meer tot uiting te komen in de afmetingen van de vier contrasterende delen dan in het karakter van de muziek. De treurmars voldoet nog het meest aan die verwachtingen, met de tromrofels overigens vooral in de strijkers. Maar het eerste deel is bijna dansant met hier en daar een vleug humor, zoals bij de te vroege inzet van de hoorn voor de reprise, en een vrolijk en snel scherzo laat in het Trio horen waarom Beethoven voor het ongebruikelijke aantal van drie hoorns had gekozen. Ook in de fnale ontbreekt de humor niet. Het simpele thema waar het mee begint blijkt na enige variaties, bij de inzet van het ‘echte’ thema in de hobo, slechts de baspartij te zijn geweest. Het is in zijn opbouw en afwisseling een van de meest uitzonderlijke delen in het symfonische oeuvre van Beethoven. Misschien vormt deze fnale wel de sleutel tot de identiteit van de ‘Grand’ Uomo’ en wijst het zelfcitaat naar de componist als overwinnaar in de strijd met zichzelf. Niet de strijd die Sjostakovitsj als jonge man voor ogen had, of die hij later moest voeren om in een dictatuur zijn eigen stem te kunnen laten horen, maar zeker een strijd die altijd actueel zal blijven.
Eelco Beinema

Geboren: Tel Aviv, Israël
Huidige positie: chef-dirigent Rotterdams Philharmonisch Orkest; music director Israel Philharmonic Orchestra; toekomstig chefdirigent Münchner Philharmoniker (vanaf 2026)
Eerder: vaste gastdirigent Wiener Symphoniker
Studie: piano aan de Buchmann-Mehta School of Music Tel Aviv; piano en directie aan de Hochschule für Musik ‘Hanns Eisler’ Berlijn; mentor: Daniel Barenboim
Doorbraak: 2013: eerste prijs van het Gustav Mahler Dirigentenconcours in Bamberg
Daarna: gastdirecties Wiener Philharmoniker, Berliner Philharmoniker, Gewandhaus Orchester, Münchner Philharmoniker, Symphonieorchester des Bayerischen Rundfunks, London Symphony Orchestra, Boston Symphony Orchestra, Chicago Symphony Orchestra, Philadelphia Orchestra, Koninklijk Concertgebouworkest
Debuut Rotterdams Philharmonisch: 2016

Geboren: Chișinău, Moldavi
Studie: eerste vioollessen op zesjarige leeftijd, studie viool en compositie in Wenen aan de Universität für Musik und darstellende Kunst, en in Bern aan de Musikhochschule
Prijzen: Winnaar Internationaal Henryk Szeryng Concours (2000), Royal Philharmonic Society Music Award (2014), Grammy voor het album Death and the Maiden (2018)
Te gast bij: Berliner Philharmoniker, Wiener Philharmoniker, New York Philharmonic, Chamber Orchestra of Europe, London Philharmonic Orchestra, Orchestra of the Age of Enlightenment
Daarna: gesoleerd bij alle grote orkesten over de hele wereld
Wereldpremières: werken van Michel Van der Aa, Luca Francesconi, Heinz Holliger, Vanessa Lann, Tigran Mansurian, Mark-Anthony Turnage Instrument: Giovanni Francesco Pressenda uit 1834
Debuut Rotterdams Philharmonisch: 2006
Proms: Nutcracker & Company
za 13 december 2025 • 20.30 uur
dirigent Aziz Shokhakimov
viool Maria Milstein
Glinka Ouverture Ruslan en Ludmilla
Tsjaikovski Notenkraker: suite
Tsjaikovski Serenade mélancolique
Chatsjatoerjan Maskerade: suite
Music for Breakfast 2
zo 14 december 2025 • 10.30 uur
RDM Kantine musici en programma zie rpho.nl
vr 19 december 2025 • 20.15 uur
dirigent Jan Willem de Vriend oboe d’amore Karel Schoofs
Bach Sinfonia uit Cantate nr. 174
Bach Derde orkestsuite
Bach Concert voor oboe d’amore in A Mozart Adagio en Fuga Mozart Symfonie nr. 35 ‘Ha ner’
za 20 december 2025 • 20.15 uur
zo 21 december 2025 • 14.15 uur
dirigent Eduardo Strausser vocaal ensemble King’s Singers Kerstprogramma
De notenkraker (4+)
za 27 & zo 28 december 2025 • 13.15 en 15.15 uur
dirigent Swann van Rechem regie Fons Merkies
acteurs Eric Jan Lens, Christiaan Koetsier, Sanne Franssen scenografie Cynthia Borst Tsjaikovski De notenkraker
Chef-dirigent
Lahav Shani
Eredirigent
Yannick Nézet-Séguin
Vaste gastdirigent
Tarmo Peltokoski
Eerste viool
Marieke Blankestijn, concertmeester
Vlad Stanculeasa, concertmeester
Quirine Sche ers
Hed Yaron Meyerson
Saskia Otto
Arno Bons
Rachel Browne
Maria Dingjan
Marie-José Schrijner
Noëmi Bodden
Petra Visser
Sophia Torrenga
Hadewijch Hofland
Annerien Stuker
Alexandra van Beveren
Marie Duquesnoy
Giulio Greci
Tweede viool
Charlotte Potgieter
Frank de Groot
Laurens van Vliet
Elina Staphorsius
Jun Yi Dou
Bob Bruyn
Eefje Habraken
Maija Reinikainen
Babette van den Berg
Melanie Broers
Tobias Staub
Sarah Decamps
Altviool
Anne Huser
Roman Spitzer
Galahad Samson
José Moura Nunes
Kerstin Bonk
Janine Baller
Francis Saunders
Veronika Lénártová
Rosalinde Kluck
León van den Berg
Olfje van der Klein
Jan Navarro
Cello
Emanuele Silvestri
Gustaw Bafeltowski
Joanna Pachucka
Daniel Petrovitsch
Mario Rio Eelco Beinema
Carla Schrijner
Pepijn Meeuws
Yi-Ting Fang
Killian White
Paul Stavridis
Contrabas
Matthew Midgley
Ying Lai Green
Jonathan Focquaert
Arjen Leendertz
Ricardo Neto
Javier Clemen Martínez
Fluit
Juliette Hurel
Joséphine Olech
Manon Gayet
Fluit/piccolo
Beatriz Baião
Hobo
Karel Schoofs
Anja van der Maten
Hobo/althobo
Ron Tijhuis
Klarinet
Julien Hervé
Bruno Bonansea
Alberto Sánchez García
Klarinet/ basklarinet
Romke-Jan Wijmenga
Fagot
Pieter Nuytten
Lola Descours
Marianne Prommel
Fagot/ contrafagot
Hans Wisse
Hoorn
David Fernández Alonso
Felipe Freitas
Wendy Leliveld
Richard Speetjens
Laurens Otto
Pierre Buizer
Trompet
Alex Elia
Adrián Martínez
Simon Wierenga
Jos Verspagen
Trombone
Pierre Volders
Alexander Verbeek
Remko de Jager
Bastrombone
Rommert Groenhof
Tuba
Martijn van Rijswijk
Pauken/slagwerk
Danny van de Wal
Ronald Ent
Martijn Boom
Harp
Albane Baron