

Concerttoelichting

Rondom Ravel
vr 7 maart 2025 • 20.15 uur zo 9 maart 2025 • 14.15 uur
PROGRAMMA
dirigent Han-na Chang
fagot Lola Descours
Maurice Ravel (1875–1937)
Pavane pour une infante défunte (1899/1910)
André Jolivet (1905–1974)
Concert voor fagot, strijkorkest, harp en piano (1958)
• Recitativo
• Allegro joviale
• Largo cantabile
• Fugato
Maurice Ravel
Boléro (1928)
pauze
Sergei Prokofjev (1891–1953)
Symfonie nr. 5 in Bes, op. 100 (1944)
• Andante
• Allegro marcato
• Adagio
• Allegro giocoso
Einde concert circa 22.30 uur
Vorige uitvoeringen door ons orkest:
Ravel Pavane: sep 2020, dirigent Valery Gergiev
Jolivet Fagotconcert : eerste uitvoering
Ravel Boléro: okt 2022, dirigent Bertie Baigent
Prokofjev Vijfde symfonie: sep 2018, dirigent Lahav Shani
Een uur voor aanvang van het concert geeft
Kees Wisse een inleiding op het programma, toegang € 7,50. Kaartjes zijn aan de zaal te verkrijgen tegen pinbetaling. Voor Vrienden is de inleiding gratis.
Cover: De Trocadéro-carrousel in Parijs, foto
Halanna Halila (Unsplash)


Marcelle Lender danst de bolero. Schilderij van Henri de Toulouse-Lautrec (1895–1896). National Gallery of Art, Washington, Coll. of Mr. and Mrs. John Hay Whitney

Maurice Ravel in het Koninklijk Paleis van Sevilla (1935).Foto van Emigdio Mariani y Piazza. Coll. Real Academia de Bellas Artes de San Fernando,
Sier- en knalvuurwerk
Maurice Ravel werd geboren op 7 maart 1875. In dit concert vieren we zijn 150ste verjaardag met zijn meest geliefde muziek, gecombineerd met werken van twee bevriende collega’s.
Spaanse prinses
In zijn jonge jaren bezocht Maurice Ravel regelmatig de salon van Winnaretta Singer, Princesse Edmond de Polignac, medeerfgenaam van het Singer-naaimachinefortuin en een groot muziekliefhebber. In 1899 vroeg ze Ravel om een pianowerk. De Pavane pour une infante défunte (‘Pavane voor een overleden Spaanse prinses’) die hij voor haar schreef, werd onmiddellijk een daverend succes. Overal waar Ravel kwam, vroegen mensen om ‘de’ Pavane - waarbij de componist dan steeds moest uitleggen dat hem niet een recent gestorven adellijke dame voor ogen had gestaan, maar een prinses uit het verre verleden. In eerste instantie was Ravel ingenomen met het succes van het miniatuur en in 1910 orkestreerde hij het. Maar hoe ouder hij werd, hoe meer het hem stoorde dat juist dit stuk repertoire hield, terwijl hij zoveel meer moois geschreven had. Tja, het ís ook een ijzersterk werk. De prachtige, aangrijpende melodie combineert emotionele diepgang met troostende zachtheid. En de wonderschone orkestratie stelt die melodie steeds weer in een ander licht – iets wat Ravel later in zijn Boléro tot het uiterste zou doorvoeren.
Jazzy fagot
André Jolivet groeide op met Ravels muziek, maar richtte zijn aandacht al snel op vernieuwers als Arnold Schönberg en Edgard Varèse, wiens enige Europese student hij zou worden. Jolivets vroege muziek is behoorlijk complex, maar hij voelde zich uiteindelijk niet thuis bij het hermetische en mechanische karakter van het avant-gardisme. Daarom richtte hij in 1936 met Olivier Messiaen en twee andere collega’s de groep ‘La jeune France’ op, in een poging menselijker, spiritueler en minder abstract te componeren. In de Tweede Wereldoorlog werd zijn muziek tonaler, lyrischer en eenvoudiger. Maar ook dat uiterste van het muzikale spectrum beviel hem niet echt: binnen die eenvoud kon hij zich toch onvoldoende uitdrukken. In zijn Fagotconcert vond Jolivet precies het midden tussen lyrische eenvoud en complexiteit. Het zeer virtuoze concerto begint met een lang recitatief waarin de fagot - steeds geagiteerder - laat horen wat het instrument allemaal kan. De monoloog gaat over in een speels Allegro giovale vol syncopen, waarin de door Ravel zo geliefde jazz nooit ver weg is. Het Largo cantabile is lyrisch, kleurrijk en beeldschoon. Ook hier is de jazz steeds aanwezig, de fagot krijgt bij vlagen een bijna saxofoonachtige zwoele klank. Het largo vervloeit in een Fugato die langzaam in intensiteit opbouwt: eerst ingehouden, maar daarna steeds uitbundiger denderen orkest en solist naar een virtuoos en adrenalineopwekkend slot.
Explosief experiment
De adrenaline giert ook door de Boléro, een stuk dat Ravel schreef voor Ida Rubinstein. De Oekraïens-Franse ballerina en choreograaf had gevraagd om balletmuziek; Ravel beantwoordde dat verzoek met zijn meest gewaagde muzikale experiment ooit. ‘Alleen maar orkestrale textuur en geen muziek,’ noemde hij het zelf. Ravel, wiens moeder Spaans was, koos als basis een Spaans dansritme en bouwde daarop één groot uitgerekt crescendo. Die opbouw realiseerde hij met twee eenvoudige melodieën die steeds opnieuw herhaald worden in telkens nieuwe instrumentaties. Tijdens die achttien episodes zwelt de muziek heel langzaam, bijna onmerkbaar aan, totdat ze uiteindelijk met een grote knal uit elkaar spat. Het succes van zijn experiment is Ravel altijd blijven verbazen. Maar wie de Boléro live hoort snapt het maar al te goed: de muziek is mysterieus, dwingend en verslavend.
Oorlog en overwinning
Hoe vaak zal Sergei Prokofjev nog hebben teruggedacht aan zijn onbezorgde Parijse tijd? Begin jaren ’20 werd hij er toegejuicht als geniale jonge hond, hij maakte deel uit van de beau monde en sloot vriendschap met Maurice Ravel. Twintig jaar later zag zijn leven er heel anders uit. Prokofjev was teruggekeerd naar Rusland, waar Stalin met ijzeren hand regeerde. Wie zich niet voegde naar diens richtlijnen, riskeerde zijn leven. Zo werd regisseur Vsevolod Meyerhold, een goede vriend van Prokofjev, in juni 1939 gearresteerd door Stalins geheime politie. Meyerhold stond op het punt om Prokofjevs opera Semyon Kotko op de planken te brengen, maar werd geëxecuteerd, ten prooi gevallen aan Stalins afkeer van avant-gardistische kunst. Prokofjev was gewaarschuwd. Hij had geen andere keus dan te zwichten voor de tirannie. Datzelfde jaar nog schreef hij de feestcantate
Zdravitsa ter ere van Stalins zestigste verjaardag. Daarmee stelde hij zijn leven voorlopig weer even veilig. Nadat Hitler in juni 1941 de Sovjet Unie was binnengevallen, werden belangrijke Sovjetkunstenaars geëvacueerd, eerst naar Tbilisi, later naar het nog afgelegener Alma-Ata. Prokofjev mocht mee naar deze uithoeken, waar hij ongestoord kon componeren.
In 1944 keerde hij terug naar Moskou. Het Sovjetleger leek inmiddels aan de winnende hand, het was een kwestie van tijd dat naziDuitsland verslagen zou zijn. Tegelijkertijd was een opleving van de Stalinterreur niet bepaald een vrolijk vooruitzicht. In deze context, tussen wanhoop, vrees en hoop, componeerde Prokofjev zijn Vijfde symfonie. ‘Een lofzang op de vrije en gelukkige mens, zijn machtige krachten, zijn zuivere, nobele geest’, schreef hij. En zo voelde het in eerste instantie ook tijdens de première. Prokofjev dirigeerde zelf; toen hij zijn handen hief om te beginnen, bulderden de kanonnen die de Duitsers wegdreven. Prokofjev wachtte tot het geweld verstomde en zette het concert voort, de overwinning tegemoet. Ogenschijnlijk is de symfonie lyrisch, fris en patriottistisch Maar onder de oppervlakte speelt er meer. Het tweede deel is een donker en sarcastisch commentaar. En in het langzame deel, dat in eerste instantie licht lijkt te brengen, wordt alle optimisme uiteindelijk bruut om zeep geholpen. Ook de finale ontaardt – je zou er een echo van Ravels Boléro in kunnen horen – in een pijnlijk maniakale grimlach. Dit is muziek van twee werelden.
Alexander Klapwijk

Han-Na Chang • dirigent
Geboren: Suwon, Zuid-Korea
Studie: cello en orkestdirectie Juilliard
School of Music New York; mentoren: Mischa Maisky, Mstislav Rostropovitsj en Giuseppe Sinopoli
Doorbraak: 1994, na het winnen op elfjarige leeftijd van de eerste prijs en hedendaagsemuziekprijs van het Rostropovitsj
Internationaal Celloconcours in Parijs
Huidige positie: chef-dirigent Symfonieorkest van Trondheim, Noorwegen; vaste gastdirigent Symphoniker Hamburg
Eerder: Chef-dirigent Qatar Filharmonisch
Orkest; oprichter en artistiek leider Absolute
Classic Music Festival Zuid-Korea
Dirigeerdebuut: 2014, met Qatar
Filharmonisch Orkest tijdens BBC Proms
Gastdirecties: Berliner Philharmoniker, Staatskapelle Dresden, Philharmonia Orchestra, Koninklijk Filharmonisch
Orkest van Stockholm, Koninklijk
Concertgebouworkest, symfonieorkesten van Boston, Philadelphia, Chicago, Toronto, Singapore
Debuut Rotterdams Philharmonisch: 2022
Lola Descours • Fagot
Geboren: Reims, Frankrijk
Studie: Eerste fagotlessen bij JeanFrançois Angelloz; Conservatoire de Paris (CNSMDP) bij Marc Trenel, vervolgstudie bij Dag Jensen en Gustavo Nunes
Prijzen: Winnaar IDRS Young Competition
Bimingham 2009, laureaat Crusell-concours Finland 2011, Lodz-concours Polen 2011, IDRS-concours Spanje 2019
Doorbraak: Winnaar Internationaal Tsjaikovski-concours 2019
Als solist: concerten met Yomiuri Nippon Symphony Orchestra en Mariinsky-orkest
Kamermuziek: oprichter Cocteau Trio en Trio ABC
Op cd: Bassoon Steppes, Orchid Classics 2022 (***** Das Orchester)
Als docent: Conservatorium van Amsterdam en Pôle supérieur de Aixen-Provence, masterclasses in Italië, Zwitserland, Chili, Colombia, Frankrijk en Duisland, coach bij het Verbier Festival en het Frans Jeugdorkest
Bij het Rotterdams Philharmonisch sinds: 2022

Foto: Foro Kiran West
Foto: Eduardus Lee
Orkestleden Agenda
Proms: Spring Is in the Air
za 15 maart 2025 • 20.30 uur
viool en leiding Ilya Gringolts
Piazzolla Cuatro estaciones Porteñas
Vivaldi De vier jaargetijden: Winter Westhoff Imitazione delle campane
Vivaldi Vioolconcert in d, RV 237
C.Ph. E. Bach Sinfonia in G
zo 16 maart 2025 • 14.15 uur
dirigent Roderick Cox
piano Alexander Gavrylyuk
Strauss Don Juan
Grieg Pianoconcert
Dawson Negro Folk Symphony
vr 21 maart 2025 • 20.15 uur
dirigent Yannick Nézet-Séguin
sopraan Angel Blue
Strauss Vier letzte Lieder
Bruckner Derde symfonie
vr 28 maart 2025 • 20.15 uur
za 29 maart 2025 • 20.15 uur
dirigent Joe Hisaishi
harp Emmanuel Ceysson
Hisaishi Adagio voor strijkers en twee harpen
Hisaishi Harpconcert
Ravel La valse
Hisaishi Spirited Away Suite
Help ons met uw review
Hebt u een momentje? U helpt ons door een Google review achter te laten. Het kost u één minuut: scan de onderstaande QR-code en laat weten wat u van ons orkest vindt. Dank u wel!
Chef-dirigent
Lahav Shani
Eredirigent
Yannick Nézet-Séguin
Vaste gastdirigent
Tarmo Peltokoski
Eerste viool
Marieke Blankestijn, concertmeester
Tjeerd Top, concertmeester
Quirine Scheffers
Hed Yaron Meyerson
Saskia Otto
Arno Bons
Rachel Browne
Maria Dingjan
Marie-José Schrijner
Noëmi Bodden
Petra Visser
Sophia Torrenga
Hadewijch Hofland
Annerien Stuker
Alexandra van Beveren
Marie Duquesnoy
Giulio Greci
Tweede viool
Charlotte Potgieter
Frank de Groot
Laurens van Vliet
Elina Staphorsius
Jun Yi Dou
Bob Bruyn
Eefje Habraken
Maija Reinikainen
Babette van den Berg
Melanie Broers
Tobias Staub
Sarah Decamps
Altviool
Anne Huser
Roman Spitzer
Galahad Samson
José Moura Nunes
Kerstin Bonk
Janine Baller
Francis Saunders
Veronika Lénártová
Rosalinde Kluck
León van den Berg
Olfje van der Klein
Jan Navarro
Cello
Emanuele Silvestri
Joanna Pachucka
Daniel Petrovitsch
Mario Rio
Eelco Beinema
Carla Schrijner
Pepijn Meeuws
Yi-Ting Fang
Killian White
Contrabas
Matthew Midgley
Ying Lai Green
Jonathan Focquaert
Robert Franenberg
Arjen Leendertz
Ricardo Neto
Javier Clemen Martínez
Fluit
Juliette Hurel
Joséphine Olech
Manon Gayet
Fluit/piccolo
Beatriz Baião
Hobo
Karel Schoofs
Anja van der Maten
Hobo/althobo
Ron Tijhuis
Klarinet
Julien Hervé
Bruno Bonansea
Alberto Sánchez García
Klarinet/ basklarinet
Romke-Jan Wijmenga
Fagot
Pieter Nuytten
Lola Descours
Marianne Prommel
Fagot/ contrafagot
Hans Wisse
Hoorn
David Fernández Alonso
Felipe Freitas
Wendy Leliveld
Richard Speetjens
Laurens Otto
Pierre Buizer
Trompet
Alex Elia
Adrián Martínez
Simon Wierenga
Jos Verspagen
Trombone
Pierre Volders
Alexander Verbeek
Remko de Jager
Bastrombone
Rommert Groenhof
Tuba
Hendrik-Jan Renes
Pauken/slagwerk
Danny van de Wal
Ronald Ent
Martijn Boom
Harp
Albane Baron