Concerttoelichting

Mahler 9 met Lahav Shani

vr 23 mei 2025 • 20.15 uur
zo 25 mei 2025 • 14.15 uur
vr 23 mei 2025 • 20.15 uur
zo 25 mei 2025 • 14.15 uur
dirigent Lahav Shani
Gustav Mahler (1860-1911)
Symfonie nr. 9 in D, op. (1909-10)
• Andante comodo
• Im Tempo eines gemächlichen Ländlers
• Rondo-Burleske. Allegro assai, sehr trotzig
• Adagio. Sehr langsam und noch zurückhaltend
Einde concert ca. 22.00 uur
Vorige uitvoeringen door ons orkest: Dec 2014, dirigent Jaap van Zweden
Een uur voor aanvang van het concert geeft Alexander Klapwijk een inleiding op het programma, toegang € 7,50. Kaartjes zijn aan de zaal te verkrijgen tegen pinbetaling. Voor Vrienden is de inleiding gratis.
Cover: Foto Hasan Almasi (Unsplash)
Dit is de laatste concertweek van onze tubaïst Hendrik-Jan Renes. Na 38 jaar bij het Rotterdams Philharmonisch Orkest gaat hij nu met pensioen.
Foto: Antim Wijnaendts van Resandt
Illustratie hiernaast: ‘O Jugendzeit! Entschwundene!
O Liebe! Verwehte!’ Bladzijde uit het manuscript van Mahlers Negende symfonie
De Negende symfonie van Gustav Mahler is een werk vol raadsels. De sleutel tot het mysterie vinden we in het rampjaar 1907.
Dat jaar begint meteen al slecht voor Gustav Mahler. Na een periode van tien jaar aan het hoofd van de Weense Hofopera ziet hij hoe de Oostenrijkse pers zich massaal tegen hem keert. Ook zijn collega’s maken hem het leven zuur. Er rest Mahler geen andere keus dan zijn ontslag in te dienen. Een lucratief contract met de Metropolitan Opera in New York verzacht de pijn. Met minder zware verantwoordelijkheden en een veel hoger salaris hoopt hij binnen enkele jaren voldoende dollars gespaard te hebben om zich volledig te kunnen concentreren op het componeren.
Calamiteit
Dit drama valt in het niet bij de gezinsgebeurtenissen van die zomer. Het noodlot treft hem met een mokerslag als Putzi, zijn oudste dochter en zijn oogappel, overlijdt. De nog geen vijfjarige Maria Anna, zoals ze eigenlijk heet, heeft een fatale roodvonkinfectie opgelopen. Ze sterft in het zomerhuis in Maiernigg, de plek waar Mahler zijn Zesde, Zevende en Achtste symfonie componeerde.
Mahlers goede vriend Bruno Walter zal later beschrijven hoe verschillend Gustav en zijn vrouw Alma het verlies van hun dochtertje ondergaan: ‘Hij is er helemaal kapot van: naar buiten merkt niemand er iets van, maar wie hem beter kent weet dat hij innerlijk totaal
op is. Zij lijkt het makkelijker te dragen, met tranen en filosoferen.’
In tegenstelling tot wat Walter meent te zien, is het overlijden van Putzi ook voor Alma een zware klap, die haar fysiek verzwakt. De arts die haar in die dagen verzorgt, constateert toevallig bij Gustav een serieuze hartafwijking – een derde calamiteit, die zijn leven op zijn kop zal zetten. Zware fysieke inspanningen, zoals de bergwandelingen waar hij zo van houdt, moet hij voortaan vermijden. De angst vroegtijdig te overlijden beheerst vanaf nu zijn dagelijks leven. Met een horloge in de hand controleert hij steeds weer zijn polsslag.
Voor Mahler is 1907 het jaar van afscheid nemen: van Wenen, van de Hofopera, van veel vrienden en fans die hem op het station uitzwaaien, van zijn zomerhuis in Maiernigg, van een kind waarmee hij zich innig verbonden heeft gevoeld, maar ook afscheid van het beeld van zijn eigen toekomst.
De brieven die hij in die tijd aan zijn protegé en vertrouweling Bruno Walter stuurt, bieden een intrigerende blik in de ziel van de componist in de laatste jaren van zijn leven.
Al in 1908 begint hij aan een nieuwe compositie, DasLiedvonderErde, een symfonie bestaande uit zes liederen, voor alt, tenor en orkest. Voor de zomermaanden die hij in Europa doorbrengt heeft hij in Toblach inmiddels een ander zomerhuis gevonden. ‘Tot mijzelf komen en me van mezelf bewust worden kan ik alleen hier in de eenzaamheid. Want vanaf die panische schrik, waar ik toen in verviel, heb ik niets
anders geprobeerd dan weg te kijken en weg te horen. Ik kan u slechts zeggen, dat ik met een enkele klap alles aan helderheid en rust verloren ben, wat ik ooit bereikt had; en dat ik “vis-à-vis de rien” stond en nu aan het eind van mijn leven weer als beginneling moet leren gaan en staan.’
Ook zijn muzikale taal is veranderd, soberder geworden, meer intiem en kamermuzikaal.
De stemming van ‘Der Abschied’, het laatste en langste deel van DasLiedvonderErde – ‘Ich suche Ruhe für mein einsam Herz’, dicht de Chinese Wang Wei – zal doorwerken in de Negendesymfonie, waar Mahler in 1909 aan begint. Toch lijkt de componist inmiddels mentaal alweer in een andere fase te zijn beland: ‘Ik maak nu ongelooflijk veel door (sinds anderhalf jaar), kan er nauwelijks over spreken. Ik zie alles in een totaal nieuw licht, ben zo in beweging. Ik zou me er zelfs niet over verbazen als ik me ineens in een nieuw lichaam zou bevinden (zoals Faust in de laatste scène). Ik ben levenslustiger dan ooit en geniet meer van de “Gewohnheit des Daseins”.’
‘Ik kan slechts zeggen, dat ik nu aan het eind van mijn leven weer als beginneling moet leren gaan en staan’
De componist heeft een nieuwe weg gevonden, is tot nieuwe inzichten gekomen. In de zomer trekt hij zich weer, zonder Alma, terug in Toblach. Na een paar maanden schrijft hij: ‘Ik was heel ijverig en leg zojuist de laatste hand aan een nieuwe symfonie. Het werk zelf (voor zover ik het ken – want ik heb tot nu toe slechts blind erop los geschreven en ken, nu ik het laatste deel begin te instrumenteren, het eerste
niet meer) is een “sehr günstige Bereicherung meiner kleinen Familie”. Er is hiermee iets gezegd wat mij al langere tijd op de lippen ligt.
Over de inhoud van de Negende heeft Mahler verder weinig losgelaten, zelfs niet aan Walter. ‘Misschien (als geheel) nog het meest in de buurt van de Vierde’, is als uitspraak toch iets te cryptisch om concrete conclusies uit te trekken. Die Vierde, die ‘het hemelse leven’ bezingt, is eveneens vierdelig en beide scherzi hebben de gedaante van een dodendans, maar de toon van de Negende is heel anders. Weemoed in het eerste deel, hectiek en waanzin in de Rondo-Burleske, verstilling en verinnerlijking in de Finale. Misschien is het citaat uit zijn Kindertotenlieder uit 1905 tegen het eind van de symfonie, een aanwijzing: ‘Der Tag ist schön auf jenen Höh’n!’ Heeft Mahler voor Putzi, twee jaar na haar dood, nog een muzikaal afscheid geschreven?
Mahlers eigen leven zou ook niet lang meer duren; op 18 mei 1911, ziek teruggekeerd uit Amerika, blaast hij in Wenen zijn laatste adem uit. Een jaar later dirigeert Bruno Walter de première van de Negende.
EelcoBeinema
Geboren: Tel Aviv, Israël
Huidige positie: chef-dirigent Rotterdams Philharmonisch Orkest; music director Israel Philharmonic Orchestra; toekomstig chefdirigent Münchner Philharmoniker (vanaf 2026)
Eerder: vaste gastdirigent Wiener Symphoniker
Studie: piano aan de Buchmann-Mehta School of Music Tel Aviv; piano en directie aan de Hochschule für Musik ‘Hanns Eisler’ Berlijn; mentor: Daniel Barenboim
Doorbraak: 2013: eerste prijs van het Gustav Mahler Dirigentenconcours in Bamberg
Daarna: gastdirecties Wiener Philharmoniker, Berliner Philharmoniker, Gewandhaus Orchester, Münchner Philharmoniker, Symphonieorchester des Bayerischen Rundfunks, London Symphony Orchestra, Boston Symphony Orchestra, Chicago Symphony Orchestra, Philadelphia Orchestra, Koninklijk Concertgebouworkest
Debuut Rotterdams Philharmonisch: 2016
Anima Obscura
do 29 mei 2025 • 20.00 uur
vr 30 mei 2025 • 20.00 uur
za 31 mei 2025 • 20.00 uur
zo 1 juni 2025 • 20.00 uur
Rotterdam, Nieuwe LuxorTheater
dirigent Giuseppe Mengoli
koor LaurensVocaal
harp Remyvan Kesteren
dans Scapino Ballet Rotterdam
choreografie Nanine Linning
digitale scenografie Claudia Rohmoser
Brahms Ein deutsches Requiem
Kyriakides Ein Schemen
do 5 juni 2025 • 20.15 uur
vr 6 juni 2025 • 20.15 uur
dirigentTarmo Peltokoski
sopraan Asmik Grigorian bas Mika Kares
SjostakovitsjVeertiende symfonie
SibeliusVierde symfonie
vr 12 september 2025 • 20.15 uur
dirigent Dalia Stasevska
sopraan en nyckelharpa Aphrodite
Patoulidou
Meredith Nautilus
Sibelius Scène met kraanvogels
Berio Folk Songs
Patoulidou Improvisatie
Sibelius Luonnotar
Respighi Pini di Roma
De vuurvogel (4+)
zo 14 september 2025 • 13.15 en 15.15 uur
dirigent Samy Rachid
acteur Simon de Boer
tekst Lotte van Dijck
regie Lise-Lott Kok
beeld Jurjen Alkemade, Kris Kobes en Lotte van Dijck
Stravinsky De vuurvogel
Chef-dirigent
Lahav Shani
Eredirigent
Yannick Nézet-Séguin
Vaste gastdirigent
Tarmo Peltokoski
Eerste viool
Marieke Blankestijn, concertmeester
Tjeerd Top, concertmeester
Quirine Scheffers
HedYaron Meyerson
Saskia Otto
Arno Bons
Rachel Browne
Maria Dingjan
Marie-José Schrijner
Noëmi Bodden
PetraVisser
Sophia Torrenga
Hadewijch Hofland
Annerien Stuker
Alexandra van Beveren
Marie Duquesnoy
Giulio Greci
Tweede viool
Charlotte Potgieter
Frank de Groot
Laurens vanVliet
Elina Staphorsius
JunYi Dou
Bob Bruyn
Eefje Habraken
Maija Reinikainen
Babette van den Berg
Melanie Broers
Tobias Staub
Sarah Decamps
Altviool
Anne Huser
Roman Spitzer
Galahad Samson
José Moura Nunes
Kerstin Bonk
Janine Baller
Francis Saunders
Veronika Lénártová
Rosalinde Kluck
León van den Berg
Olfje van der Klein
Jan Navarro
Cello
Emanuele Silvestri
Joanna Pachucka
Daniel Petrovitsch
Mario Rio
Eelco Beinema
Carla Schrijner
Pepijn Meeuws
Yi-Ting Fang
Killian White
Contrabas
Matthew Midgley
Ying Lai Green
Jonathan Focquaert
Arjen Leendertz
Ricardo Neto
Javier Clemen Martínez
Fluit
Juliette Hurel
Joséphine Olech
Manon Gayet
Fluit/piccolo
Beatriz Baião
Hobo
Karel Schoofs
Anja van der Maten
Hobo/althobo
Ron Tijhuis
Klarinet
Julien Hervé
Bruno Bonansea
Alberto Sánchez García
Klarinet/ basklarinet
Romke-Jan Wijmenga
Fagot
Pieter Nuytten
Lola Descours
Marianne Prommel
Fagot/ contrafagot
Hans Wisse
Hoorn
DavidFernándezAlonso
FelipeFreitas
Wendy Leliveld
Richard Speetjens
Laurens Otto
Pierre Buizer
Trompet
Alex Elia
Adrián Martínez
Simon Wierenga
JosVerspagen
Trombone
PierreVolders
AlexanderVerbeek
Remko de Jager Bastrombone
Rommert Groenhof
Tuba
Hendrik-Jan Renes
Pauken/slagwerk
Danny van de Wal
Ronald Ent
Martijn Boom
Harp
Albane Baron