Concerttoelichting

vr 26 september 2025 • 20.15 uur
zo 28 september 2025 • 14.15 uur
vr 26 september 2025 • 20.15 uur
zo 28 september 2025 • 14.15 uur
dirigent Lahav Shani
sopraan Elza van den Heever
alt Gerhild Romberger tenor Daniel Behle bas Kostas Smoriginas koor Laurens Symfonisch
Anton Bruckner (1824–1896)
Te Deum in C voor koor, soli en orkest, orgel ad libitum (1884)
• Te Deum laudamus – Allegro, Feierlich, mit Kraft
• Te ergo quaesumus – Moderato
• Aeterna fac – Allegro, Feierlich, mit Kraft
• Salvum fac populum tuum – Moderato
• In Te, Domine speravi – Mäßig bewegt
pauze
Anton Bruckner
Symfonie nr. 4 in Es ‘Romantische‘ (versie 1878/1880)
• Bewegt, nicht zu schnell
• Andante, quasi allegretto
• Scherzo: Bewegt – Trio: Nicht zu schnell
• Finale: Bewegt, doch nicht zu schnell
Einde concert ca. 22.30 uur
Vorige uitvoeringen door ons orkest:
Bruckner Te Deum: mei 1962, koor Toonkunst Rotterdam, dirigent Kees Stolwijk
Bruckner Symfonie nr. 4: aug-sep 2018, dirigent Yannick Nézet-Séguin
Een uur voor aanvang van het concert geeft Jan Willem van Ree een inleiding op het programma, toegang € 7,50. Kaartjes zijn aan de zaal te verkrijgen tegen pinbetaling. Voor Vrienden is de inleiding gratis.
Cover: Foto Tom Shakir (Unsplash)
Bruckners aankomst in de hemel. Silhouet (rond 1900) van Otto Böhler
Anton Bruckners Te Deum is een lofzang op God. In zijn Vierde symfonie, de ‘Romantische’, hebben veel luisteraars een verklanking van de natuur willen horen.
Lof en bijval
De tekst ‘Te Deum laudamus’ (‘U, God, loven wij’) is al heel oud, stamt mogelijk uit de vierde eeuw; de oudst bekende toonzetting ervan dateert uit de twaalfde eeuw.
Palestrina, Purcell, Händel, Haydn, Berlioz en vele anderen gingen Bruckner voor in het schrijven van een Te Deum, na hem zouden nog componisten als Verdi, Diepenbrock en Pärt volgen. Bij Bruckner was de hymnetekst in zeer goede handen. Hoewel zijn Te Deum niet zo groot is opgezet als dat van Berlioz, is het groots door zijn diepreligieuze gevoelens –Bruckner was een vrome katholiek.
Bruckner schreef zijn Te Deum snel, tussen 3 en 17 mei 1881. Maar de componist, eeuwig onzeker en twijfelend, liet het werk de bureaula pas verlaten nadat hij het drie jaar later nog eens had herzien. De première, op 10 januari 1885 door de Wiener Akademische Wagner-Verein in de Musikverein in Wenen was een triomf. Zelfs een criticus als Eduard Hanslick, die Bruckner en zijn symfonieën altijd had verfoeid, was nu om. Bewonderend was ook Bruckners collega Gustav Mahler: op de titelpagina van zijn exemplaar van de partituur zette hij een streep door de woorden ‘voor koor, soli en orkest, orgel ad libitum’ en schreef in plaats daarvan ‘voor engelentongen, godszoekers, gekwelde harten
jaar
en door het vuur gereinigde zielen.’
München
Kort voor zijn dood zou Bruckner hebben bepaald, dat het Te Deum ook kon worden uitgevoerd als laatste deel van de Negende symfonie (de finale daarvan bleef onvoltooid). Dat lijkt een vreemd idee, alleen al door de verschillende toonsoorten waarin de stukken staan, en het gebeurt zelden. Maar dit is zeker: het Te Deum was Bruckners grote trots. Hij droeg het werk op aan God en stelde zich heel plastisch voor: ‘Wanneer de lieve God mij eens tot zich zal roepen en mij zal vragen “Wat heb je met je talenten gedaan?” dan zal ik hem de papierrol met mijn Te Deum laten zien en hij zal rechtvaardig over mij oordelen.’
Met zijn muzikale lofprijzing op God oogstte Bruckner, toen 60 jaar, dus grote successen. Op die bijval had hij lang moeten wachten. In de tijd dat hij de eerste versie van zijn Vierde symfonie schreef, van januari tot november 1874, zag de wereld er voor hem
Bruckner zei dat hij geen tijd had om te trouwen, omdat eerst de Vierde symfonie af moest
nog heel anders uit. Weinig waardering, weinig respons, veel vijandschap. Ja, wat deed die wereldvreemde kerel hier eigenlijk in Wenen? Hier hoorde hij toch niet? Was hij maar organist gebleven in Sankt Florian, een stadje op het Oostenrijkse platteland niet ver van zijn geboortestekje Ansfelden. Een naïef, onnozel boertje zag men in hem, met zijn platte dialect en eenvoudige kledij, sociaal onhandig, een sneue vrijgezel, en dat in zo’n culturele, elegante, ontwikkelde metropool als Wenen. ‘Een zwendelarij… om te lachen,’ noemde Brahms Bruckners ellenlange symfonieën. En toen Bruckner eens op audiëntie was bij keizer Franz Joseph, voelde hij zich, straal-naïef, op diens vraag of hij iets voor hem kon doen, genoodzaakt te zeggen: ‘Kan Uwe majesteit Hanslick van de Freie Presse niet verbieden dat hij mij zo afkamt?’ ‘Ik heb niet eens genoeg geld om een kopie te maken van mijn Vierde symfonie,’ biechtte Bruckner in die dagen op aan een vriend. Een stipendium zodat hij meer rust had om te componeren, kreeg hij ook al niet. Het getuigt van zijn ijver en doorzettingsvermogen, van zijn onverdroten volharden en ergens diep van binnen toch zijn geloof in zichzelf, dat tussen 1872 en 1875 maar liefst vier symfonieën op papier kwamen; behalve de Vierde de nummers 2, 3 en 5. Toegewijd aan het componeren, zei hij dat hij geen tijd had om te trouwen omdat eerst de Vierde af moest… Af – zoals we zagen, was dit voor Bruckner nogal een kwestie. Tussen 1878 en 1880 sleutelde hij nog flink aan de Vierde; hij versoepelde overgangen, herzag de finale (twee keer) en
schreef zelfs een compleet nieuw scherzo. Waarna het stuk bij de première op 20 februari 1881 door Hans Richter en de Wiener Philharmoniker het stuk zeer goed werd ontvangen. Voor Bruckner, die tot dan toe vooral een reputatie had als organist, was het zijn eerste werkelijke succes als componist van symfonieën. Datzelfde jaar begon hij aan zijn Te Deum – en aan zijn Zevende symfonie, die zijn definitieve doorbraak zou worden.
Bruckners Vierde symfonie staat wel bekend als de ‘Romantische’ – een ondertitel die de componist pas anderhalf jaar na ontstaan van het stuk in een brief noemde, dus of hij hem tijdens het schrijven al in gedachten had, is de vraag. Velen hebben in de Vierde de verklanking van de natuur willen horen. Bij het eerste deel had Bruckner zelf associaties in die richting: ‘Een middeleeuwse stad – ochtendschemer – vanaf de stadstorens wordt het reveil geblazen – de poorten gaan open – op trotse paarden stuiven de ridders de wijde wereld in; de betovering van de bossen omgeeft hen – ruisende bossen –vogelzang – en zo ontvouwt zich het complete romantische tafereel […]’. Elders had hij het over ‘een zonsopgang met koolmeesjes na een goede nachtrust.’ Is toch wel weer wat anders, dus we hoeven zijn schilderachtige aanwijzingen misschien niet al te letterlijk te nemen. Net zomin als aan zijn partituuraantekeningen ‘Jachtthema’ en ‘Danswijsje bij de maaltijd tijdens de jacht’ bij het scherzo, en ‘Volksfeest’ bij de finale. Maar het zou best kunnen dat Bruckners verhaal over ridders en jagers de populariteit van zijn symfonie een handje geholpen hebben. En wat je ook van het verhaal denkt, die waardering is volkomen verdiend.
Stephen Westra
Geboren: Tel Aviv, Israël
Huidige positie: chef-dirigent Rotterdams
Philharmonisch Orkest; music director Israel
Philharmonic Orchestra; toekomstig chefdirigent Münchner Philharmoniker
Studie: piano aan de Buchmann-Mehta School
Tel Aviv; piano en directie aan de Hochschule für Musik ‘Hanns Eisler’ Berlijn
Doorbraak: 2013: eerste prijs Gustav Mahler
Dirigentenconcours Bamberg
Daarna: gastdirecties bij de meest vooraanstaande orkesten ter wereld
Debuut Rotterdams Philharmonisch: 2016
Geboren: Johannesburg, Zuid-Afrika
Studie: San Francisco Conservatory of Music
Prijzen: Seattle Opera International Wagner Competition (2008)
Operarollen: Elettra/Idomeneo, Donna Anna/ Don Giovanni, Leonora/Fidelio, Elisabetta/ Maria Stuarda, Elsa von Brabant/Lohengrin, Sieglinde/Die Walküre, Marie/Wozzeck, Kaiserin/Die Frau ohne Schatten
Operahuizen: Wiener Staatsoper, Theater an der Wien, Opernhaus Zürich, De Nationale Opera, Metropolitan Opera, Lyric Opera of Chicago
Debuut Rotterdams Philharmonisch: 2020
Geboren: Sögel, Duitsland
Studie: muziekpedagogiek en zang (met Heiner Eckels) aan de Hochschule für Musik Detmold, masterclasses bij Hartmut Höll, Annie Schoonus en Mitsuko Shirai
Prijzen: ECHO Klassik 2015, BBC Music Magazine
Recording of the Year 2018
Concertoptredens: Los Angeles Philharmonic, Boston Symphony Orchestra, Berliner Philharmoniker, Gewandhausorchester Leipzig, Symphonieorchester des Bayerischen Rundfunks, Bamberger Symphoniker, Concerto Köln
Debuut Rotterdams Philharmonisch: 2025
Geboren: Vilnius, Litouwen
Studie: zang aan de Lithuanian Music and Theatre Academy en het Royal College of Music
Opera: San Francisco Opera, Royal Opera House, Bayerische Staatsoper, Aix-en-Provence Festival, Teatro alla Scala Milan
Concertoptredens: Boston Symphony Orchestra, London Symphony Orchestra, City of Birmingham Symphony Orchestra, Tsjechisch Philharmonisch Orkest, Orchestra
dell’Accademia Nazionale di Santa Cecilia, Deutsches Symphonie-Orchester Berlin
Debuut Rotterdams Philharmonisch: 2025
Geboren: Hamburg, Duitsland
Studie: trombone en compositie aan de Hogeschool voor Muziek en Theater in Hamburg, zang bij zijn moeder Renate Behle en bij James Wagner
Prijzen: OPUS Klassik Zanger van het jaar 2020
Concertoptredens: Wiener Philharmoniker, Berliner Philharmoniker, Gewandhausorchester Leipzig, Sächsische Staatskapelle Dresden, Deutsches Symphonie-Orchester Berlin, Orchestra dell’ Accademia Nazionale di Santa Cecilia, Koninklijk Concertgebouworkest
Debuut Rotterdams Philharmonisch: 2023
Opgericht: Rotterdam, 2013, in samenspraak met de Doelen en Rotterdams Philharmonisch Orkest
Dirigent: Wiecher Mandemaker
Repertoire: groot symfonisch repertoire met koor Wapenfeiten: samenwerkingen met Koninklijk Concertgebouworkest (onder meer in de wereldpremière van Tan Duns Requiem for Nature en in Honeggers Jeanne d’Arc au bûcher), BBC Symphony Orchestra, BBC Scottish Symphony Orchestra, Residentie Orkest, Orkest
van de Achttiende Eeuw
Debuut Rotterdams Philharmonisch: 2014
vr 3 oktober 2025 • 20.15 uur
dirigent Luis Castillo-Briceño
orgel Cameron Carpenter
piano Ralph van Raat
Moussa A Globe Itself Infolding
Pinkham Pianoconcert ‘Nowhere and No-when’
Saint-Saëns Derde symfonie ‘Orgelsymfonie’
do 9 oktober 2025 • 20.00 (!) uur
zo 12 oktober 2025 • 14.15 uur
dirigent Tarmo Peltokoski
viool Daniel Lozakovich
Tsjaikovski Vioolconcert
Sjostakovitsj Zevende symfonie ‘Leningrad’
vr 17 oktober 2025 • 20.15 uur
zo 19 oktober 2025 • 14.15 uur
dirigent Kazuki Yamada
piano Alexandre Kantorow
Takemitsu How Slow the Wind
Saint-Saëns Vijfde pianoconcert
‘Egyptische’
Berlioz Symphonie fantastique
Music for Breakfast 1
zo 26 oktober 2025 • 10.30 uur
Dudok in het Park musici en programma zie rpho.nl
do 30 oktober 2025 • 20.15 uur
vr 31 oktober 2025 • 20.15 uur
dirigent Robin Ticciati
piano Yuja Wang
Haydn Chaos uit Die Schöpfung
Ligeti Pianoconcert
Mahler Vijfde symfonie
Chef-dirigent
Lahav Shani
Eredirigent
Yannick Nézet-Séguin
Vaste gastdirigent
Tarmo Peltokoski
Eerste viool
Marieke Blankestijn, concertmeester
Vlad Stanculeasa, concertmeester
Quirine Scheffers
Hed Yaron Meyerson
Saskia Otto
Arno Bons
Rachel Browne
Maria Dingjan
Marie-José Schrijner
Noëmi Bodden
Petra Visser
Sophia Torrenga
Hadewijch Hofland
Annerien Stuker
Alexandra van Beveren
Marie Duquesnoy
Giulio Greci
Tweede viool
Charlotte Potgieter
Frank de Groot
Laurens van Vliet
Elina Staphorsius
Jun Yi Dou
Bob Bruyn
Eefje Habraken
Maija Reinikainen
Babette van den Berg
Melanie Broers
Tobias Staub
Sarah Decamps
Altviool
Anne Huser
Roman Spitzer
Galahad Samson
José Moura Nunes
Kerstin Bonk
Janine Baller
Francis Saunders
Veronika Lénártová
Rosalinde Kluck
León van den Berg
Olfje van der Klein
Jan Navarro
Cello
Emanuele Silvestri
Gustaw Bafeltowski
Joanna Pachucka
Daniel Petrovitsch
Mario Rio
Eelco Beinema
Carla Schrijner
Pepijn Meeuws
Yi-Ting Fang
Killian White
Paul Stavridis
Contrabas
Matthew Midgley
Ying Lai Green
Jonathan Focquaert
Arjen Leendertz
Ricardo Neto
Javier Clemen Martínez
Fluit
Juliette Hurel
Joséphine Olech
Manon Gayet
Fluit/piccolo
Beatriz Baião
Hobo
Karel Schoofs
Anja van der Maten
Hobo/althobo
Ron Tijhuis
Klarinet
Julien Hervé
Bruno Bonansea
Alberto Sánchez García
Klarinet/ basklarinet
Romke-Jan Wijmenga
Fagot
Pieter Nuytten
Lola Descours
Marianne Prommel
Fagot/ contrafagot
Hans Wisse
Hoorn
David Fernández Alonso
Felipe Freitas
Wendy Leliveld
Richard Speetjens
Laurens Otto
Pierre Buizer
Trompet
Alex Elia
Adrián Martínez
Simon Wierenga
Jos Verspagen
Trombone
Pierre Volders
Alexander Verbeek
Remko de Jager
Bastrombone
Rommert Groenhof
Tuba
Martijn van Rijswijk
Pauken/slagwerk
Danny van de Wal
Ronald Ent
Martijn Boom
Harp
Albane Baron