6 minute read

Eerste zorgwoongebouw met casco van kruislaaghout

Dennis Hauer

Eerste zorgwoongebouw met casco van kruislaaghout

Advertisement

De ambitie van biobased en circulair bouwen krijgt het beste gestalte met massief hout. In Rotterdam vervult een zorggebouw in Groot-IJsselmonde deze voortrekkersrol. Comfort bieden aan bewoners blijft uiteraard de primaire functie van huisvesting. Ook op dat vlak heeft hout verrassende pluspunten.

Voor het Leger des Heils is aan de Grote Kreek in Groot-IJsselmonde een zorgwoongebouw met vijftig units gerealiseerd. VIOS Vastgoed is de opdrachtgever en verhuurder van het pand dat voor tachtig procent bestaat uit biobased en circulair materiaal. Het ontwerp is van Urban Climate Architects, een bureau dat in dit type duurzame oplossingen denkt.

Het drielaagse pand met 2400 m2 vloeroppervlak staat op een hoeklocatie van Grote Kreek en Olympiaweg op de plek van een gesloopt schoolgebouw. Op het terrein aan de voet van een woonflat stond en staat al een ander gebouw van de bekende welzijnsorganisatie. Het nieuwe zorgwoongebouw ligt in L-vorm om dit bestaande pand heen waarbij een beschutte binnenplaats met tuin is opengehouden. Het idee voor houtbouw is door de opdrachtgever zelf aangedragen, vertelt architect-directeur Dennis Hauer van Urban Climate Architects. “VIOS heeft een voorkeur voor renovatie en transformatie. We kenden elkaar al en we sparden wel eens over de mogelijkheden van duurzaamheid en circulariteit. Nu het om nieuwbouw ging, was een ontwerp in massief hout voor VIOS een logische keuze.” Het architectenbureau beschikte al over veel expertise met houtbouw, onder meer met het ontwerp van een tienlaags houten woongebouw in Delft, de Urban Woods.

Het nieuwe pand voor het Leger des Heils heeft een casco van CLT (cross laminated timber) . In goed Nederlands kruislaaghout:

meerdere lagen kruislings verlijmd hout. CLT heeft constructieve sterkte en wordt toegepast voor dragende wanden, vloeren en gevels. De palen en de funderingsvloer zijn in dit geval nog wel van beton, vertelt Hauer. Een afweging van kostenefficiëntie: “Met een vrij krap budget moet je keuzes maken. Overigens heb je bij houtbouw twintig procent minder palen nodig, omdat hout minder weegt dan beton.”

Vooraanzicht pand Leger des Heils

Vooraanzicht pand Leger des Heils

Aanzicht pand vanaf de Grote Kreek

Aanzicht pand vanaf de Grote Kreek

Spelregels

Bij het ontwerpen voor CLT-bouw bestaan er op voorhand geen bijzondere beperkingen ten opzichte van traditionele bouw, legt de architect uit. “In de praktijk heb je wel te maken met een aantal spelregels. Met overspanningen kun je beter niet verder gaan dan 6 meter. Een grotere overspanning kan wel, maar dan word je in materiaalgebruik minder efficiënt.” Oftewel, er zal dikker gedimensioneerd CLT nodig zijn. Bij dit ontwerp heeft de architect ervoor gekozen de CLT-vloeren te laten overspannen van voor- tot achtergevel, met inbegrip van een galerij. Een ononderbroken galerij- en woningvloer is goed mogelijk, omdat hout geen koudebrug vormt. De keuze voor een gevel-tot-gevel-overspanning heeft hier een bijkomend voordeel: “De woonunits van 25 m2 zijn hierdoor gemakkelijk aan elkaar te schakelen. Stel dat het Leger des Heils over vijftien of twintig jaar de huur opzegt, dan kunnen er zonder grote ingrepen appartementen van 50 of 75 m2 worden gevormd.”

Detaillering gevel

“Een tweede praktische spelregel van houtbouw is dat je ontwerpt met standaard beschikbare afmetingen. In de gevel van de Grote Kreek heeft dit geleid tot een sterke verticale repetitie, mede door de repetitieve opzet van het gebouw. We konden daardoor minder makkelijk spelen met raamposities. Hier vroeg dit om een bijzondere detaillering van de gevel, omdat de gebouwde omgeving zich juist kenmerkt door een horizontale geleding. We hebben dit in overleg met Stedenbouw en Welstand opgelost door een horizontaal weefsel van aluminium lijnen op houten latten over de gevel te leggen.”

Een bijzondere kostenbesparende oplossing is gevonden door de deursponningen al in de fabriek precies op maat uit de wanden te laten frezen, waarmee honderdvijftig deurkozijnen uitgespaard zijn.

CLT-bouw werkt ook in de uitvoering

iets anders dan traditionele bouw, legt Hauer uit. “Ruwbouw is meteen afbouw. Stopcontacten, sparingen, kabeldoorvoeren en dergelijke moet je al in de fabriek in de CLT-componenten laten aanbrengen. Dat betekent dat je in het voortraject al op detailniveau moet afstemmen met de adviseurs. Er is ook heel weinig marge bij het monteren van componenten en aansluitingen op andere materialen, alles moet precies passen.”

De brandveiligheid bestaat erin dat massief hout niet brandt maar alleen inbrandt. Voor de toegepaste CLT-vloeren van vijf lagen dik houdt dat in dat de twee buitenste lagen in dertig minuten inbranden maar dat de binnenste drie dan nog niet zijn aangetast. “Bij de normering van brandveiligheid van CLT is in Europees verband nog meer duidelijkheid nodig. Dit speelt vooral bij de vluchtwegen in hoge gebouwen. Daar is voor de zekerheid nog wel vaak afwerking met brandwerende coatings of gipsplaten nodig.”

571.350 kg CO 2

De duurzame installatietechniek van het gebouw bestaat uit hybride (halfnatuurlijke) ventilatie, een centrale warmtepomp en pv-panelen (beide op het dak). Verwarmen gebeurt met vloerverwarming, ook dat is mogelijk met houtbouw. Het stroomverbruik wordt voor 85% op de eigen locatie opgewekt.

De milieuprestatie is uiteraard de grote verdienste van houtbouw. Het zorgwoongebouw aan de Grote Kreek legt volgens het officiële certificaat met 798 kubieke meter aan hout 571.350 kg CO2 vast. Dat is equivalent aan het jaarlijkse elektriciteitsverbruik van 634 huishoudens. Verder wordt er sowieso minder materiaal gebruikt en zijn er voor de bouw minder transportbewegingen nodig. Maar heeft houtbouw ook voordelen voor de gebruikers? Zeker, stelt Hauer. “De manier waarop een gebouw wordt ervaren is deels subjectief maar je kunt wel enkele objectieve positieve invloeden aanwijzen. Hout ruikt lekker. De akoestiek is beter want hout dempt. Verder geeft hout minder toxische uitwaseming. En ten slotte is hout dampopen, waardoor de vochthuishouding beter is.”

Hoge ambitie bereikt

Naast de vijftig woonunits telt gebouw drie gemeenteschappelijke huiskamers, een dagbestedingsruimte en een aantal zorgen kantoorruimtes. Alle units beschikken aan de voorzijde over openslaande deuren met Franse balkons. De voordeuren en de galerijontsluiting zijn aan de binnentuin gesitueerd. In deze meer besloten setting kan sociale interactie makkelijker plaatsvinden en ontstaat er ook minder snel overlast voor omwonenden. Het gebouw wordt landschappelijke ingebed met (al aanwezige) bomen, ander groen en twee wadi’s. In klimvakken kunnen ook de gevels vergroenen.

“Het is bijzonder om een kwetsbare doelgroep zo’n mooie en fijne huisvesting te kunnen bieden”, evalueert Hauer het project. “Met een bescheiden budget is een hoge ambitie bereikt. Dat past ook precies in onze visie op duurzaam en biobased ontwerpen: het gaat niet om exclusiviteit voor de happy few, maar om gebouwen voor iedereen.”

Binnenkant woonunit

Binnenkant woonunit