Vervolg van pagina 5 “We hebben inmiddels nieuwe speerpunten benoemd voor de komende jaren, daar komen we binnenkort mee naar buiten. We willen een toonaangevende club zijn waar leden, vrijwilligers, bezoekers en sponsoren samenkomen op een representatieve en veilige accommodatie. Waar zowel prestatiegericht als recreatief gevoetbald kan worden. En waar voor iedereen plek is, of je nou talent voor voetbal hebt of niet. Zo misten we nog wel eens de uitwerking van ons motto ‘Je bent in beeld als je bij NEO speelt’. Over welk niveau je het ook hebt, je hebt goede trainers nodig. Recreatievoetbal kan niet zonder prestatievoetbal en andersom ook niet. Je ziet nog te vaak twee kampen, maar ze kunnen domweg niet buiten elkaar. We zijn een nette club, waar zowel ruimte is voor prestatief als recreatief voetbal. Waar de zaken goed voor elkaar zijn. Er kunnen nog wat puntjes op de i worden gezet, maar de basis is gewoon fantastisch.” “We hebben een plan gemaakt voor de jaren 2020 tot en met 2024, als stip aan de horizon. Op voetbalvlak is dit vrij simpel. We willen een stabiele tweedeklasser zijn, waarmee we maar zo ook naar de eerste klasse zouden kunnen. In de jeugd willen we met de eerste teams minimaal op divisie-niveau acteren en dat alles met eigen jongens. Dat is ook de reden dat we Michel Steggink als trainer hebben aangetrokken.”
‘Het is belangrijk dat juist bij jongste jeugd goede trainers lopen’ “Meestal hebben de eerste elftallen betaalde trainers, maar dat is veelal ook een eis van de KNVB. Ik vind het belangrijk dat we intern ook in de lagere teams investeren en wil er graag naar toe dat we juist bij de jongste jeugd al goede trainers hebben, of het nu gaat om prestatieteams of om elftallen die recreatief spelen. Want uiteindelijk is het zo dat hoe vaker een kind een bal raakt, des te beter zijn trap wordt. Bij de jeugd onder 8, 9 en 10 jaar wordt de basis gelegd. Straatvoetbal is er bijna niet meer. Maar hoe beter en vaker ze dit doen, hoe sneller ze het beheersen. Wat uiteindelijk gaat bijdragen in het plezier hebben in het mooie spelletje voetbal. Hoe eerder ze leren voetballen, hoe meer plezier ze hebben. We gaan steeds meer richting prestatiemaatschappij. We moeten back to basic. We moeten en willen geen bedrijf zijn, maar wel heel goed onze cultuur bewaken.”
Met de ‘symbolische’ voorzittershamer in de bestuurskamer. “Hierarchie vind ik totaal niet belangrijk.”
NEO Inside | December 2020 | RKSV NEO
Aan de lijn bij NEO. “We zijn heel trots op de toename van het aantal jonge jeugdtrainers. Daar zitten veel selectiespelers tussen die op zo’n manier weer iets ‘terug’ geven aan NEO. Ook dit zorgt voor een prachtige dynamiek binnen de vereniging en bovendien werken we zo aan het kader voor de toekomst. Daarnaast is het prachtig om de jonge voetballers ‘s middags weer bij NEO te zien, waar ze de wedstrijd van hun trainer komen bekijken. Daar kan ik echt van genieten.” “Ik vind het zelf belangrijk om jeugd bij elkaar te zetten, die dezelfde beleving bij voetbal heeft en dit met grote vreugde samen bij NEO wil blijven beleven tot op latere leeftijd. Met gelijkgestemden creëer je eerder de situatie dat ze vrienden worden voor het leven. Dat is heel belangrijk als je het hebt over een vereniging. We moeten zorgen voor een goede sfeer en veilige thuisbasis voor al onze leden en vrijwilligers. Je ziet het aan Bob Peterman en Max Brunninkhuis. Deze jongens komen niet voor niets terug na een uitstapje naar een hoger spelende club.” “Door ons enorme aanwas aan talent is het een grote uitdaging onze talenten tevreden te kunnen houden. We hebben ook zo’n aanwas aan talent, dat is gewoon bizar. Mede daarom zijn we ook zo blij dat we nu onder leiding van Laurens Oude Breuil een elftal onder 23 jaar hebben, dat op een prachtig niveau is ingestroomd. Dat is een mooie aanvulling tussen de junioren en de eerste selectie. Dat geldt ook voor de Beltona Competitie voor deze groep.”
‘Het grote gevaar is dat veel werk bij te weinig mensen ligt’ “We zijn samen de vereniging en daar horen in mijn optiek ook de ouders bij. Die komen niet alleen om hun kind af te leveren. Wij zijn immers allemaal vrijwilligers die ervoor moeten zorgen dat hun kind kan voetballen. Als je geen training kunt geven, kun je misschien wel schoffelen of in de kantine staan. Ik krijg veel voldoening door met een grote club mensen hier leuke dingen te doen. Het grote gevaar is dat teveel werk bij te weinig mensen ligt. We moeten er naar toe dat we kleinere taken hebben voor meer mensen. De kantine moet de huiskamer van NEO worden, waar je überhaupt na wedstrijden naar binnen wil met z’n allen. En misschien kunnen we overdag zorgen voor alternatieve bezetting van het clubhuis wanneer er niet gevoetbald wordt. We vinden het ook belangrijk dat er activiteiten worden georganiseerd in de kantine. Het mooiste is wanneer teams zelf met initiatieven komen, als bestuur faciliteren we die graag. Het credo is niet voor niks: Samen zijn we NEO.” Lees verder op pagina 9
7
