5 minute read

Hoe is het toch met... Job Ravelli?

“Als jochie van zes jaar ben ik begonnen met voetballen bij Achilles ’12 in Hengelo, waar ik geboren en getogen ben. Door de jaren heen heeft NEO twee keer een bijzondere rol gespeeld in mijn voetballeven, maar pas op mijn 23ste ben ik echt bij NEO terecht gekomen. Vier jaar heb ik in het eerste mogen spelen en dit waren zonder twijfel mijn mooiste jaren als voetballer.”

“Als linkshalf van Achilles ’12 D1 werd ik na een wedstrijd tegen NEO D1, met onder andere Davey van ‘t Schip in de gelederen, gescout door FC Twente. Vanaf mijn zevende had ik een seizoenkaart van de club en ging ik elke thuiswedstrijd, verkleed en al, naar het stadion. Dat ik mocht gaan spelen voor mijn favoriete club was natuurlijk een droom die uitkwam. Vier jaar en een paar maanden heb ik er uiteindelijk mogen volmaken. Vlak voor de uitwedstrijd tegen NEO B1 kreeg ik het aan de stok met mijn trainer op sportpark ’t Wooldrik. Dit was de aanleiding voor mijn vertrek bij FC Twente en mijn stap terug naar de amateurs. De wedstrijden tegen NEO waren dus het begin en het einde van mijn profvoetbaldroom, zo zou je kunnen zeggen.”

Advertisement

“Een aantal jaar heb ik op hoger amateurniveau ‘gespeeld’. Het woord gespeeld staat tussen aanhalingstekens, omdat ik ook vrij veel op de bank heb gezeten helaas. Dit heeft me later bij NEO nog de bijnaam ‘De Twentse Bank Amateurtopper’ opgeleverd, waarvoor dank Tim Bijker. Door de weinige minuten die ik maakte ben ik een aantal maanden gestopt met voetballen, maar na een tijdje begon het toch weer te kriebelen. Destijds ging ik veel met Job Ravelli relaxend in Amsterdam.

Steven Zonder om en hij heeft mij warm gemaakt voor een overstap naar NEO. Wat begon als een dolletje, is uiteindelijk de beste stap geweest die ik had kunnen maken, want bij NEO heb ik het plezier in het voetballen weer teruggevonden. Destijds kende ik alleen Steven en Mark Oude Engberink bij de club, maar ik voelde me al snel thuis. Dat kwam niet alleen door de spelers en de begeleiding, maar ook door allerlei andere mensen binnen de club, zoals Harrie Besselink, Herman Lansink Rotgerink en de mannen links van de tribune. En dan vergeet ik er nog een aantal. Positieve en warme mensen met een zwart-wit hart.”

“Het eerste jaar zwaaide Sanchez Torres de scepter. We speelden vierde klasse en haalden de nacompetitie voor promotie naar de derde klasse. Het team bestond uit paradijsvogels als Rogier Olthof en Salim Abu Al Hajal. Het jaar erna kreeg Jan Willem van Holland, inmiddels trainer van verdienste, het vlaggenschip onder zijn hoede. Jan Willem kwam destijds over van eersteklasser Sparta Enschede. De eerste twee competitiewedstrijden gingen verloren met 5-0 en 5-1 en we hadden geluk dat Jan Willems proeftijd er al opzat, want anders had hij ongetwijfeld het contract opgezegd. Daarna werden het spel en de resultaten beter en zijn we dat seizoen als zevende geëindigd.”

“Het jaar erop was in alle opzichten een topjaar. We werden glansrijk kampioen met ervaren krachten als Robin Oude Kamphuis, Bas Smits, Sander Oude Munnik en Pascal van Berkum, maar ook jonge, gretige honden als Max Brunninkhuis, Twan Weghorst, Mauro Lohuis en Jochem Stam. Befaamd was onze cornervariant van dat jaar: met z’n allen bij de keeper in het vijfmetergebied staan en de bal er op goed geluk in slingeren. We hebben dat seizoen om en nabij de achttien keer gescoord uit een corner.”

“De derby’s tegen BVV Borne op zaterdagavond staan me ook nog goed bij, geweldig om mee te maken. Buiten de lijnen presteerden we dat jaar ook op topniveau. We gingen met elkaar uit eten, de kroeg in en we kwamen bij elkaar op de verjaardag. Onze kampioenswedstrijd tegen VV Enter viel in de week van Koningsnacht- en dag, waardoor we het kampioenschap hebben gevierd van zondag tot en met woensdag. Het jaar erna eindigden we als nieuwkomer in derde klasse op de derde plaats. Een uitstekende prestatie waar met een beetje geluk meer in had gezeten.”

“Na mijn vierde jaar besloten mijn vriendin en ik een rondreis te maken door Azië. Op ons afscheidsfeest was de gehele selectie aanwezig, maar ook voorzitter Harrie Besselink en destijds oud-leider Pascal Appelman. Dat tekent wat voor warme club NEO is. Mijn vriendin en ik hebben het bijna tien maanden volgehouden in Azië en nadat we terugkwamen zijn we vrij snel verhuisd naar Amsterdam. Een langgekoesterde wens van mijn vriendin en ook ik voelde me al langer aangetrokken tot de stad. Eenmaal in Amsterdam heb ik contact gehouden met een aantal oudteamgenoten. Tijdens het Amsterdam Dance Event zijn Jochem Stam, Wout Deterd en Tim Bijker bijvoorbeeld nog blijven ‘logeren’. Ook heb ik nog met enige regelmaat een wedstrijdje meegepakt van het eerste elftal. Hoewel het contact inmiddels wat minder is, weet ik zeker dat het als vanouds zal zijn als ik iedereen weer zie. Ik ben nog lid van NEO en de wedstrijden van het eerste elftal volg ik op Twitter, dus de binding met de club is er nog.”

ben een fijn huisje op een mooie plek. Na mijn periode bij NEO heb ik drie jaar niet gevoetbald, maar sinds dit seizoen ben ik weer begonnen bij VVA/Spartaan, een zaterdag derdeklasser. Het is meer een veredeld team uit de kelderklasse, want we hebben geen leider, geen verzorger, de grensrechter wordt per wedstrijd betaald en ondanks dat de selectie uit 26 man bestaat, zijn we blij als we op de wedstrijddag 15 man hebben. Desondanks heb ik het erg naar mijn zin, want het niveau is prima en zelf voetballen blijft het allermooiste wat er is.” “Met een warm gevoel en een glimlach kijk ik terug op mijn NEO-tijd. Ik heb ontzettend veel gelachen (vaak had ik tijdens de ronde voor de training al de slappe lach) en veel kleurrijke mensen leren kennen. Of ik voor altijd in Amsterdam blijf wonen weet ik nog niet. Met enige regelmaat ben ik nog in het oosten te vinden en het voelt altijd weer als thuiskomen. Mocht ik ooit terugkeren en tegen die tijd nog rechtuit kunnen lopen, dan zal ik me zeker weer aanmelden als spelend lid bij NEO. En anders de bar zo nu en dan natmaken.”

Job Ravelli in actie tegen BVV Borne.

“Inmiddels woon ik 2,5 jaar in Amsterdam en na een eerste periode van heimwee, heb ik nu mijn plek gevonden. Mijn vriendin werkt in de online marketing en is onlangs haar eigen marketingbedrijf ernaast begonnen. Ikzelf werk in de jeugdhulpverlening in Amsterdam. We hebJob en zijn vriendin Yessie genietend in Azië.

This article is from: