VAM6 december 2021

Page 1

6

#

nr. 06 / 2021

Vakblad Asset Management

ONDERHOUD CENTRAAL

Spilpositie in Asset Management Samenwerking Legionella Preventie Van kosten naar Waarde



6

#

nr. 06 / 2021

Colofon VAM is het vakblad voor Asset Management in Nederland. Concept en realisatie Elma Media B.V. Keizelbos 1, 1721 PJ Broek op Langedijk 0226 33 16 00 www.elma.nl Art Director Kim Speleman Martijn van der Wielen Hoofdredacteur Ellen den Broeder-Ooijevaar, Verenigings Manager NVDO VAM is een uitgave van de NVDO Nederlandse Vereniging voor Doelmatig Onderhoud Lange Schaft 7G Postbus 138, 3990 DC Houten 030 634 60 40 www.nvdo.nl info@nvdo.nl VAM is een samenwerking met

worldclassmaintenance.com itanks.eu

safetydelta.nl

nevap.nl Auteurs Pieter Pulleman (DSM Equans Samenwerking) Evi Husson (Sweco en Waterschap Limburg) Mark Oosterveer, iTanks (Inspire Maintain to perform) Iris Kruisweg (Ontmoet) WCM (Lange termijn asset beheerder Heijmans) Lisa Kamphuis MaxGrip (Klinkenberg Zaanstad) Johan Olie/Willem van Neck Helix Technisch Advies (Conditiemeting) Ellen den Broeder-Ooijevaar (alle overige artikelen) Redactie; John van Rooij (Ideo), World Class Maintenance (WCM), iTanks Druk Elma Media B.V. Advertentie-exploitatie Elma Media B.V. Silvèr Snoek - Sales Manager 0226 33 16 67 - s.snoek@elma.nl

VOORWOORD <

Spread the Word Dat de afgelopen bjina 2 jaar in vele opzichten bewogen tijden zijn geweest, is niemand ontgaan. Beheer en Onderhoud heeft over de brede linie echter laten zien weerbaar te zijn. De omzetontwikkelingen per bedrijf zijn gemiddeld genomen stabiel of gegroeid en de budgetten van de onderhoudsorganisaties zijn gemiddeld genomen ook stabiel (NVDO Onderhoudskompas red.). Zowel de geplande als ongeplande asset downtime is afgenomen ten opzichte van het voorgaande jaar. Daarnaast zijn partijen over het algemeen tevredener over de samenwerking met opdrachtgevers en/of onderaannemers.

En dat is nog niet alles! We kunnen ongelofelijk trots zijn op het feit dat het ziekteverzuim is afgenomen ten opzichte van een jaar eerder en is opnieuw veel lager dan het landelijk gemiddelde. Dit jaar was het ziekteverzuim 3,5%. Geloof me, dat is echt laag vergeleken met een landelijk gemiddelde van 4,8% en een prestatie om trots op te zijn. Deze trend is niet alleen van het afgelopen jaar. Gemiddeld genomen neemt het ziekteverzuim al jaren af binnen Beheer en Onderhoud. Opvallend is de sector Food, Beverage en Farma die afgelopen jaar het laagste ziekteverzuim had (2,8%), terwijl deze sector het jaar ervoor nog het hoogste ziekteverzuim had. Dat is een prestatie van formaat. Spread this Word, want een sector waar nauwelijks zieken zijn, is toch geweldig aantrekkelijk? Ik roep op om uit je dip te komen als het gaat om de technische arbeidsmarkt. Natuurlijk, er zijn grote tekorten en hoe de energietransitie zonder goed opgeleide professionals gerealiseerd moet worden, is ook nog maar de vraag. Laten we vooral ook de positieve berichten omarmen, misschien helpt dat om de juiste instroom te vinden? Bedrijven zijn namelijk optimistischer over tekorten in technisch en technologisch geschoold personeel. Meer bedrijven verwachten voldoende technisch personeel aan zich te kunnen binden: een stijging van 42% naar 59%. Het aantal bedrijven dat verwacht voldoende technologisch personeel aan zich te kunnen binden is toegenomen van 50% naar 52%. Ondanks het aantal openstaande vacatures, is de Infrasector het meest optimistisch waar 73% verwacht voldoende technisch personeel te kunnen binden. Door de snelle ontwikkelingen in digitale innovaties kan het voorkomen dat bedrijven moeite hebben met de digitaliseringsslag. Zo lieten de resultaten van een onderzoek van Sortlist zien dat het vooral MKB’s zijn die moeite hebben met de digitalisering door het ontbreken van kennis of het ontbreken van de financiële middelen. Dit effect zou zijn versterkt door de impact van de coronacrisis, waardoor inmiddels 38% van de MKB’s vertraging heeft opgelopen in het digitaliseringsproces. Het goede nieuws is dat het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) een subsidie heeft vrijgegeven voor onderwijsinstellingen die mkb’s helpen met het creëren van een digitale werkplek. De onderwijsinstellingen konden projectplannen indienen die door een commissie werden beoordeeld. De onderwijsinstellingen die hiervoor in aanmerking zijn gekomen, zijn instellingen met veel kennis over (productiviteitsverhogende) technologische innovaties en de daarbij horende digitale impact voor bedrijfsprocessen. Dit jaar zijn er vijf nieuwe werkplekken op scholen bijgekomen in de regio’s Noord-Holland, Drenthe, Friesland en Rotterdam. Hierdoor zijn er totaal nu 17 werkplekken op verschillende onderwijsinstellingen gekomen. De scholen die erbij zijn gekomen zijn de Hogeschool Inholland in Alkmaar, het ROC Rivor, de NHL Stenden Hogeschool Friesland, het Albeda college en de NHL Stenden Hogeschool in Drenthe. Spread the Word and be proud! Fijne Feestdagen en een Trots 2022 gewenst. Ellen den Broeder-Ooijevaar, Verenigings Manager NVDO

3


VAN DE VOORZITTER <

Kennisbron Fysieke assets zijn de ruggengraat van de kapitaalsintensieve ondernemingen. In de huidige economische realiteit is er geen ruimte voor ongeplande stilstand, productieverlies en producten die niet aan de kwaliteitseisen voldoen.

Terwijl onderhoudsteams gewaardeerd worden voor hun vaardigheden om de assets draaiende te houden, wil de business de maximale waarde uit de assets halen. Wordt onderhoud naar haar waarde geschat? Krijgt onderhoud de aandacht die het verdient als het gaat om business doelstellingen en algemeen beleid? In veel artikelen over Asset Management is onderhoud, naast planning, acquisitie, operatie en desinvestering een van de schakels in de asset levenscyclus. Echter, onderhoud is samen met operaties een steeds terugkerende activiteit, daar waar planning, acquisitie en desinvestering voor elke asset een eenmalige gebeurtenis is. Is onderhoud daardoor belangrijker? Ja, omdat het een groot deel uitmaakt van de totale levensduurkosten. Nee, omdat een goed ontwerp de onderhoudskosten gedurende de levensduur aanzienlijk kan beperken.

Juist omdat onderhoud een continue en cyclische activiteit is, kan snel geleerd worden van fouten en kunnen verbeteringen snel doorgevoerd worden. Planning en acquisitie daarentegen zijn voor elke asset eenmalig en je kunt het maar 1x goed doen. Het leren van fouten en het doorvoeren van verbeteringen hebben een grotere tijdspanne en beperken zich hoofdzakelijk tot de planning en uitvoering van de projecten zelf en minder op de impact die keuzes van uitgangspunten van projecten hebben op onderhoud en operatie. Continu verbeteren, daar gaat het om! Intensieve communicatie tussen de disciplines binnen de asset levenscyclus is hierbij cruciaal. Hier nemen onderhoud en operatie een centrale rol in. Zij gaan elke dag op een of andere wijze met de assets om. Zij zien, voelen, ruiken en horen elke afwijking. Het is zaak goed te luisteren naar wat de operator en de onderhoudstechnicus te melden hebben. Zijn zij belangrijker? Nee, maar zij zijn wel de centrale bron waarvan uit de overige disciplines hun asset kennis kunnen (en moeten) halen. Sinds haar bestaan heeft ook de NVDO een centrale rol in het genereren, uitwisselen en verspreiden van onderhoudskennis en heeft hier inmiddels een stevige positie ingenomen. Gezien de uitdagingen die ons te wachten staan (energietransitie, achterstallig onderhoud infrastructuur en het tekort aan technici) willen wij die positie nog verder versterken. Helpt u mee! Bas Kimpel Voorzitter

‘Onderhoud is een continue en cyclische activiteit’

4 december 2021


Inhoud

03 Voorwoord

04 Van de voorzitter 08 Lange termijn asset beheerder is een andere rol

12 Onderhoud op orde > De serieuze onderhoudsexperts onder ons volgen de laatste trends en innovaties binnen hun vakgebied.

2o Onderhoud doet ’t zo gek nog niet

27 Kort 30 Plooien in APP Bitumen dakbedekking

35 Cruijff had gelijk

39 Visie op onderhoud 43 Kort 44 Governance Code Veiligheid in de Bouw (GCVB)

48 Met z’n allen op een rijdende trein springen

58

55 Kort Slimme baksteen SmartBrick maakt kademonitoring kosteneffectief en schaalbaar

62 Casus

01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64

06

a

Samen tot het juiste product of de beste oplossing komen > Christian en Pedro Snetselaar zijn broers en allebei werkzaam in het bedrijf van hun vader Arnold Snetselaar.

SAQ 2.0 en SAQ Light

14

Van denken in kosten naar denken in waarden 16

Zeven thema’s aan de basis van het assetmanagementbeleid bij Waterschap Limburg

22

ELLIS: in Europa is er nog zoveel meer mogelijk op het vlak van machine learning 28 Innige samenwerking moet uptime gistfabriek vergroten 32

Kort

38

Roadmap Asset Management: Start met een ‘Beheerste Onderhoudsorganisatie’ 40

Nieuw partnership Ultimo en Axians 46

Maintain to perform

50

Legionellapreventie: Beheer en Onderhoud van cruciaal belang

52

Safety Cube Methode van de Universiteit Twente 56 Cursuskalender

60

5


ww

ONTMOET Familie Snetselaar <

Wie Christian en Pedro Snetselaar

Wat Servicemonteur

Christian en Pedro Snetselaar zijn broers en allebei werkzaam in het bedrijf van hun vader. De oudste van de twee, Christian was 25 jaar toen hij begin dit jaar in dienst trad bij Technofil als servicemonteur. Hij heeft MBO Werktuigbouwkunde gestudeerd. “Ik vind het leuk om in verschillende sectoren werkzaam te zijn, dat maakt het werk afwisselend. De ene dag ben ik werkzaam voor een groot horecabedrijf en de volgende dag voer ik mijn werkzaamheden in een ziekenhuis uit”. In zijn vrije tijd zit hij op zijn racefiets of speelt een potje tennis met zijn vrienden. Pedro, de jongste van de twee, werkt sinds september bij zijn vader in het bedrijf. Ook Pedro heeft MBO Werktuigbouwkunde gestudeerd en is onlangs begonnen met zijn deeltijd HBO opleiding technische bedrijfskunde. Net als zijn vader destijds, volgt Pedro zijn opleiding in de avonduren. “Ik ben zeker de benjamin op mijn opleiding, je ziet dat veel studenten al ruime werkervaring hebben en vanuit hun werkgever verder gaan studeren. Bij mij is dat net anders. Eigenlijk bevalt dit me heel goed, ik leer zo van de ervaring van andere studenten en hoe het er bij hen op de werkvloer aan toe gaat. Dit kan ik weer meenemen in mijn eigen loopbaan”. Ook voor Pedro maakt de dagelijkse afwisseling in zijn werkzaamheden en locaties het werken leuk. “Zo zie je ook nog eens wat”. Als afstudeerproject op het MBO moest Pedro in een half jaar een machine bouwen, dat begon bij het ontwerp en eindigde met een werkende machine. “Ik heb een machine gebouwd die cassette

filterframes produceert. Je geeft twee maten in, waarna er een frame uit de machine rolt. Het filter moet nog wel in elkaar gezet worden. De machine werkt ook gewoon en staat bij ons in de productiehal. Er moeten nog wel verbeteringen aan gedaan worden. Maar het is natuurlijk ontzettend leuk om te zien dat iets wat je zelf hebt gebouwd, ook daadwerkelijk gebruikt wordt”. Veel vrije tijd houdt de jonge Pedro naast zijn werk en studie niet over, maar als hij dan van zijn vrije tijd mag genieten, doet hij dat het liefst samen met zijn vrienden. De twee broers werken regelmatig samen, wat ze leuk vinden. “Als je familie bent maak je toch wat gemakkelijker een grapje, zonder dat je te veel na hoeft te denken”. Het samenwerken met vader vinden ze beiden leuk. Directe samenwerking is er eigenlijk niet, maar je komt elkaar toch tegen op de werkvloer. “We zien elkaar niet dag in dag uit, maar we delen wel allemaal dezelfde bedrijftrots”. <

Christian en Pedro Snetselaar Foto: NVDO

‘We zien elkaar niet dag in dag uit’ 6 december 2021


Wie Arnold Snetselaar

Wat Directeur en oprichter

Arnold Snetselaar is directeur en oprichter bij Technofil en vader van vier zonen. Snetselaar is begonnen op de havo. Pedro en Christian hebben het van geen vreemde, want ook vader studeerde door. “Om dit te combineren met vier kinderen is een hele uitdaging geweest. Thuis moesten we puzzelen wie er thuis was op de juiste momenten”. Maar, dat vader veel weg was van huis hebben ze beiden niet bewust meegekregen aldus Christian en Pedro.

Snetselaar was eerst werkzaam bij een machinefabriek en daarna bij een filterbedrijf. Door een veranderende situatie kwam hij op het idee om zelf een bedrijf op te starten waarbij Technofil (combinatie van techniek -techno- en filter -fil-)werd opgestart, een combinatie van een machinefabriek en luchtfilter bedrijf. “Voorheen waren we voornamelijk werkzaam in de onderhoudssector, maar dit heeft zich uitgebreid op technisch vlak, wat het voor de monteurs weer extra interessant maakt. Monteurs zijn nu bijvoorbeeld veel bezig met het ombouwen van ventilatoren, daar komt natuurlijk geregeld veel techniek aan te pas. We proberen het werk wel te upgraden naar een hoger niveau”. De dertien medewerkers van zijn bedrijf zijn vooral actief in de wereld van luchtfilters en komen onder andere bij scholen, zorginstellingen,

kantoren, horecabedrijven, ziekenhuizen en zelfs gevangenissen. Wat zijn werk zo leuk maakt is de afwisseling en de vrijheid in werkzaamheden. “Ook het omgaan met mensen vind ik heel leuk. Elke dag is weer een nieuwe uitdaging”. Technisch adviseren, meedenken en mee ontwikkelen zijn elementen die dagelijks terugkomen. Naast zijn werk is Snetselaar te vinden in de sportschool om te fitnessen. Daarnaast stapt hij graag op zijn racefiets om met één van zijn zoons lekker fanatiek een stuk te fietsen. Als we Snetselaar vragen of het de bedoeling is dat één van zijn zoons het bedrijf over gaat nemen, geeft hij aan dat ze vrij zijn in die keuze. “Laat ze eerst maar ontdekken wat ze echt leuk vinden, het bedrijf over nemen kan uiteindelijk altijd nog”. <

Arnold Snetselaar Foto: NVDO

‘Samen tot het juiste product of de beste oplossing komen’ 7


LANGE TERMIJN ASSET BEHEERDER <

Foto: WCM

Lange termijn asset beheerder

is een andere rol Slim bezig zijn met Asset Management en Onderhoud gaat niet alleen over ‘nieuwe’ technologieën, zoals virtual reality en digital twins, en big data. Het gaat ook over andere manieren van samenwerken, andere contractvormen en anders naar je business kijken, zegt Bianca Coolen van Heijmans Infra.

“Wij profileren onszelf als ‘bouwers van een gezonde leefomgeving’ en om dat te bewerkstelligen willen we continu verbeteren, verslimmen en verduurzamen. En dat heeft alle drie raakvlakken met onderhoud”.

werken we slimmer, waardoor we just in time onderhoud kunnen doen, wat weer impact heeft op het thema duurzaamheid, maar ook op kwaliteit, veiligheid en kosten”.

> Transformatie. Eigenlijk maakt Heijmans Infra een transfor> Digitaliseren. Coolen is projectleider bij Systeemintegratie en Techniek. “Verduurzamen gaat om zaken als het verlagen van de CO2-uitstoot en het (her)gebruiken van duurzame materialen. Verbeteren gaat over het realiseren van een steeds hogere kwaliteit door procesoptimalisatie en over veiliger werken. Door te digitaliseren

8 december 2021

matie door van een traditioneel bouwbedrijf naar een strategische partner die Asset Management-oplossingen biedt over de hele life cycle, van ontwerp, tot bouw, tot onderhoud en beheer, legt Coolen uit. “Dat is een ontwikkeling die ook elders plaatsvindt. Wat ons denk ik onderscheidt, is onze integrale visie en aanpak. Door de be-


‘Het is voor ons ook een groeipad; van aannemer van de techniek naar eindverantwoordelijke van de verkeersdoorstroming’

heerder in de ontwerpfase al te betrekken, kunnen we sturen op een optimale prestatie door te kijken naar de total cost of ownership. Dit doen we door met virtual reality bijvoorbeeld de geometrie van een tijdelijke situatie en de eindsituatie te modelleren. Zo kunnen we verifiëren met degene die het gaat onderhouden of dit veilig kan. Of er speciaal materieel nodig is en daar kan komen, hoe looppaden moeten liggen en of die veilig zijn, hoe draairichtingen van kasten zitten, et cetera. Je kunt zelfs mensen al trainen in het toekomstige onderhoud door VR toe te passen”.

> Optimaliseren. “Dit is op zich een vrij statische benadering maar levert al heel veel op; je kunt namelijk je ontwerp valideren met de beheerder. We doen dit nu op de Piet Hein Tunnel in Amsterdam. Door de digital twin vervolgens echt als dynamische digitale tweeling toe te passen - dus data uit het veld komt in het model kun je nog verder gaan. Zo kunnen we tunneloperators al opleiden terwijl er buiten nog niets fysiek te zien is. Op het nieuwe avioduct van Schiphol passen we sensoren toe en hebben we een volledige digital twin die doorbuiging, weersinvloeden en dergelijke van het avioduct monitort. Dit stelt ons in de toekomst in staat om degradatie, en dus de benodigde interventie, ruimschoots op tijd te zien aankomen, te plannen, zo nodig ‘droog te oefenen’ en vervolgens met minder risico op eventuele fouten uit te voeren. We willen door deze aanpak de bouw en instandhouding ‘buiten’ echt optimaliseren door zoveel mogelijk ‘binnen’ al te verifiëren en valideren”.

> DaeS. Een exemplarisch voorbeeld voor de transitie die het bedrijf doormaakt, is een twintigjarig (vier periodes van vijf jaar) contract dat het infrabedrijf samen met ingenieursadviesbureau Sweco afsloot met de gemeenten Almelo en Enschede. Sweco en Heijmans zijn hierin verantwoordelijk om de verkeersdoorstroming in beide gemeenten te garanderen en te optimaliseren. “We noemen dit Doorstroming als een Service (DaeS). Het is nieuw in de manier van samenwerken, in de contractvorm, in de contractperiode van twintig jaar en ook in de technieken. We proberen technieken toe te passen die toekomstige ontwikkelingen niet in de weg zitten. Zo ontwikkelen we één softwareschil waarbinnen we de gehele keten kunnen gaan monitoren. We starten met het meten van de KPI’s op hardware, daarna meten we de verkeerskundige prestatie-indicato- >

> Gestandaardiseerde configuratie. Een geheel ander voorbeeld van een digitale oplossing is een mobiele app waarin de monteurs de storingsmeldingen zien en zelf hun routes kunnen inplannen op basis van de geldende afspraken. “Hierdoor kunnen ze hun routes optimaliseren en zorgen dat ze de benodigde onderdelen bij zich hebben. Je kunt meer doen met dezelfde mensen”. Slimmer werken betekent niet dat digitale oplossingen altijd leidend zijn, zegt Coolen. “Traditioneel stelt een aannemersbedrijf een projectteam samen om een nieuw verkregen bouwproject te realiseren. Dat betekent bijvoorbeeld dat als je twee sluisprojecten hebt, dat die niet noodzakelijkerwijs op dezelfde manier gerealiseerd worden. Wij werken nu aan een meer gestandaardiseerde configuratie, waardoor we in de ontwerp- en bouwfase efficiënter kunnen werken, maar het betekent ook dat je beter over de verschillende assets heen data kunt verzamelen en vergelijken”.

Bianca Coolen Foto: Heijmans

9


Foto: WCM

>

ren en groeien door naar het monitoren van multimodale doorstroming van het areaal. Hiermee hebben we straks een referentie, een concept, wat voor andere wegbeheerders interessant is en ze een geïntegreerde oplossing biedt”.

> Groeipad. Binnen DaeS dragen de vier partijen samen de eindverantwoordelijkheid voor het verslimmen van het verkeersmanagementsysteem. Het contract is een publiek-private samenwerking en omvat onder meer cultuur- en organisatieverandering, businesscasevorming en het werk zelf: beheer en instandhouding. “Niet als opdrachtgever versus uitvoerder, maar als één team. Maar we hebben natuurlijk wel alle vier ons eigen belang. Een van de uitdagingen is om daar chocola van te maken. Het is voor ons ook een groeipad; van aannemer van de techniek naar eindverantwoordelijke van de verkeersdoorstroming”.

> Integreren is een hele klus. Het gaat binnen DaeS om het integreren van de hardware van verschillende leveranciers, het integreren van de verschillende betrokken organisaties en hun verschillende ‘dialecten’ en dan nog de integratie over de keten heen. “Dat alles integreren is een hele klus en dan moet je het ook nog onderhouden, terwijl de business – het verkeer – gewoon doorgaat. Het heeft

10 december 2021

ook een grote digitale component. De kennis zit nu verspreid over verschillende mensen in verschillende organisaties. Die kennis willen we inzichtelijk en beschikbaar maken met een digitaliseringsslag. Het gaat ook nog om de data van de verkeersregelinstallaties (VRI). Die VRI’s zijn van verschillende fabrikanten, ieder met hun eigen dataprofiel. Dan heb je nog de data van het eerstelijnsonderhoud en voor het verbeteren van de verkeersdoorstroming heb je het over weer andere data. Als je overal verantwoordelijk voor bent, wil je dat wel in een overzicht. Daarvoor ontwikkelen we een dashboard”.

> Uiteenlopende belangen. Bijzonder in de samenwerking is dat de belangen van Sweco en Heijmans eigenlijk uiteen lopen. Sweco is een ingenieursadviesbureau met onder andere mobiliteitsexperts; Heijmans richt zich op het Asset Management van de installaties en de ontwikkeling van een platform. “Het mooie is dat we elkaar aanvullen; we beschikken over verschillende competenties en zijn daarmee een complementair team wat elkaar versterkt. Ook de individuele verdienmodellen verschillen, om te borgen dat de gelijkwaardigheid in stand blijft, zijn we transparant in alles. Ongeacht hoe het zwaartepunt qua werkzaamheden zich ontwikkelt binnen DaeS, we zijn en blijven gelijkwaardige partners, we delen risico, winst en verlies met elkaar.”


‘Strategie en uitvoering aan elkaar knopen is een grote uitdaging’

Nieuwe inzichten ophalen > Rol verandert. “Je rol verandert. Van bouwer die een project oplevert naar lange termijn asset beheerder. Van uurtje-factuurtje naar langjarige contracten waarbij je volledig verantwoordelijk bent voor de asset en bij downtime het risico loopt op een beschikbaarheidskorting. Maar ook van ‘doen wat voorgeschreven is’ naar predictief onderhoud. En als de opdrachtgever zegt ‘spring’, dan springen wij niet meer automatisch, maar kijken we eerst of het niet beter is om te wachten. Of misschien hebben we een storing al opgelost voordat de opdrachtgever het signaleerde”. “Een langetermijncontract, zoals bij DaeS, geeft je ook de ruimte om te investeren en te kiezen voor duurzame oplossingen. Uiteindelijk is dat goed voor de opdrachtgever, voor ons en voor de gebruiker. Voor ons betekent het bijvoorbeeld dat je het risico op downtime verkleint en daarmee boetes voorkomt, dat je een goede band opbouwt met je opdrachtgever en dat het een goed imago oplevert. Maar ook heel praktisch: je hebt ook minder storingsmonteurs nodig. En het levert ook op dat we data genereren over een langere periode die voor andere projecten waardevol kan zijn en ons bijvoorbeeld in staat stelt scherper in te schrijven. Bijvoorbeeld omdat je leert dat je minder materiaal kunt gebruiken voor een deklaag, zonder in te boeten aan kwaliteit” <

Er komt nogal wat op je af met een dergelijk contract en dat was aanleiding voor Coolen om de samenwerking binnen DaeS in te brengen als case in de jaarlijkse WCM Summer School, een samenwerkingsverband van zeven Nederlandse universiteiten, het ministerie van Defensie en WCM. Deelnemers nemen een case onder de loep, volgen colleges en maken in teamverband verbetervoorstellen. “Door de DaeS-case voor te leggen in de Summer School hoopten we nieuwe inzichten op te halen. We zijn inmiddels anderhalf jaar bezig binnen dit contract. Dat is misschien nog relatief kort, maar de wereld verandert continu. Of misschien ontwikkelden we al wel tunnelvisie. Iedereen is met de beste bedoelingen gestart, maar het kan altijd beter. In de operatie en op strategisch niveau. Strategie en uitvoering aan elkaar knopen is sowieso een grote uitdaging”. De tips en ideeën die Coolen opdeed, zijn zeker bruikbaar, zegt ze. “Het was sowieso leerzaam, omdat je met verschillende partijen, ook uit andere branches, en los van het contract met elkaar erover praat. Het geeft een ander soort gesprekken, andere invalshoeken en zorgt voor nieuwe energie. Het feit dat we de case inbrachten, laat ook zien dat we anders naar de business durven te kijken”.

11


IMPROVE <

Foto: Ideo

Onderhoud op orde De serieuze onderhoudsexperts onder ons hebben vast een abonnement op nieuwsbrieven, kijken regelmatig op LinkedIn of volgen de laatste trends en innovaties binnen hun vakgebied. Daar valt het op dat termen als artificial intelligence, machine learning, big data, augmented reality en predictive maintenance vaak de revue passeren. En dat de auteurs van deze artikelen het er allemaal unaniem over eens zijn: van het inzetten van deze innovatieve en disruptieve technieken plukt de onderhoudsafdeling duidelijk de vruchten

12 december 2021


‘’

‘Doen we het juiste onderhoud?’

Legt de organisatie intussen alle onderhoudsgerelateerde gegevens vast in een systeem en past het deze gegevens ook regelmatig aan naar de actualiteit? Naast een nauwkeurige registratie van assetgegevens, is het ook nodig om de gegevens vanuit het onderhoudsproces zelf vast te leggen, zodat er een onderhoudshistorie ontstaat. Een juiste, eenduidige en volledige registratie vormt een voorwaardelijke basis voor innovatie, zoals artificial intelligence en big data.

> PDCA-cyclus. Meten is weten. Alleen door te meten (en natuurlijk registreren) kunnen we vragen beantwoorden als: ‘doen we het juiste onderhoud’ en ‘doen we het onderhoud juist’. Het belang van rapportages, waarmee we in control kunnen zijn en het proces kunnen bijsturen, is duidelijk. Hierbij is het van belang om zowel te sturen op asset effectiviteit als op asset efficiency. Als dit voor de onderhoudsorganisatie inzichtelijk is, is het mogelijk om ook nieuwe innovaties beter te beoordelen op hun kosteneffectiviteit en wordt het duidelijk of zij inderdaad van toegevoegde waarde zijn.

> Schaarste personeel. Goed personeel was en is nog steeds Voor Bas Horvers, SAP EAM consultant bij Ideo BV, klinkt dat allemaal leuk en aardig, maar voordat men dat heerlijke fruit kan oogsten, moet er nog wel het een en ander gebeuren. En daarmee doelt hij niet alleen op het onderbouwen en goedkeuren van flinke investeringen op basis van een duidelijke business case, het trainen van personeel of het aanpassen van de bestaande assets en infrastructuur. “Misschien moeten we eens teruggaan naar de uitdagingen die we jaren geleden ook al hadden voor het op orde krijgen van onze onderhoudsprocessen. Terug naar de basis dus en vervolgens onszelf afvragen of we die basis wel op orde hebben?”, aldus Horvers.

schaars. Voor onderhoudsorganisaties is het lastig om goed personeel te vinden en te behouden. En het is een illusie dat er door innovatie, zoals bijvoorbeeld machine learning of robotisering, banen in het onderhoud komen te vervallen. Innovatie zorgt eerder voor een verschuiving en levert nieuwe banenkansen op. Horvers stelt: “Onderhouds-organisaties kunnen zich zelfs interessanter op de arbeidsmarkt positioneren door innovatieve technieken toe te passen en daarmee personeel aan te trekken. Het is een feit, goed personeel blijft de basis voor het kunnen uitvoeren van onderhoud en daarnaast ook de basis om te kunnen innoveren”.

> De basis op orde. Voordat onderhoudsorganisaties écht de > Standaardisatie en Registratie. Hoe zit het met alle belangrijke elementen voor onderhoud die voortvloeien uit de organisatiedoelstellingen? Zijn die eenduidig vastgelegd in een systeem, zoals bijvoorbeeld ISO 55000? En gebeurt de implementatie van dit systeem organisatiebreed en is het onderhoud op orde? Standaardisatie zorgt voor stabiliteit en risicobeheersing en het maakt het mogelijk om weloverwogen beslissingen te nemen.

vruchten kunnen plukken van eerdergenoemde innovaties, moet de basis dus op orde zijn. Is het huidige onderhoud op orde en gestandaardiseerd en is de onderhoudshistorie compleet? Liggen er rapportages die helpen beoordelen of nieuwe innovaties ook van toegevoegde waarde zijn? Alleen als de huidige onderhoudsprocessen op orde zijn en er voldoende gekwalificeerd personeel is, is het mogelijk om met de nieuwste innovaties aan de slag te gaan. <

13


VEILIG WERKEN <

SAQ 2.0 en SAQ Light In 2015 is door de Stichting Veiligheid Voorop (SVV) een Self Assessment Questionnaire (SAQ) ontwikkeld, waarmee bedrijven een integrale beoordeling en verbeterplan kunnen maken van de veiligheidscultuur (mindware), het veiligheidsmanagement systeem (software), en de technische installaties (hardware).

Door Royal HasKoningDHV is in opdracht van de Stichting Veiligheid Voorop en met medewerking van een zestal bedrijven in de (petro) chemische sector en de brancheorganisatie VOTOB in 2020/2021 een project uitgevoerd met als doel om de bestaande SAQ inhoudelijk te actualiseren en functioneel te verbeteren om daarmee de drempel voor gebruik te verlagen. Dit project werd uitgevoerd onder de subsidieregeling Versterking Omgevingsveiligheid met subsidie van het Ministerie van Economische Zaken, subsidieregeling Top Sector Energie uitgevoerd door Rijksdienst voor Ondernemend Nederland.

> Functionaliteit verbeterd. Het eindresultaat van dit project is een volledig geactualiseerde versie van de self-assessment questionnaire (SAQ 2.0). Ook is vergeleken met de oorspronkelijke versie de

14 december 2021

functionaliteit van de SAQ verbeterd (o.a. modulaire opzet, digitalisering, verbeterplan en rapportage functie). Op basis van de SAQ 2.0 is tevens een quick scan versie (SAQ Light) ontwikkeld. Het doel van de SAQ Light is om in relatief korte tijd en aan de hand van een beperkt aantal vragen een redelijk beeld te krijgen van het veiligheidsniveau en de beheersmaatregelen in het bedrijf. De SAQ Light is met name bedoeld voor het MKB, beginnende Brzo- en ARIE-bedrijven. Waar gewenst kan door gebruikers van de SAQ Light een verdere verdieping van specifieke elementen plaatsvinden met behulp van de SAQ 2.0. Voor meer informatie, instructies en downloads: Veiligheidvoorop.nu <


Netwerken Beheer en Onderhoud Asset Management 7HFKQLHN Branchevereniging

&RQGLWLHEHZDNLQJ 3UHVWDWLHPDQDJHPHQW Maintenance Academy .HQQLVRQWZLNNHOLQJ

Onderhoud je netwerk en Deel kennis en ervaring Maak onderdeel uit van Europa’s grootste netwerk De Nederlandse Vereniging voor Doelmatig Onderhoud (NVDO) is dé toonaangevende brancheorganisatie die middels belangenbehartiging, kennisontwikkelingen en -overdracht en netwerken ondersteuning biedt aan bedrijven en personen die bij de besluitvorming op het gebied van Beheer en Onderhoud/Asset Management betrokken zijn en daarmee de Nederlandse onderhoudssector als ’s werelds beste helpt te presteren.

>> Word lid!

De NVDO doet dit door in de sector een onafhankelijke positie in te nemen en alle relevante bedrijfssectoren met behulp van voorlichting, advisering, kennisontwikkeling, (wetenschappelijk) onderzoek en kennisuitwisseling ten dienste te staan en zo op weg te helpen naar excellent Asset Management.

Het NVDO-lidmaatschap biedt vele voordelen!

Het NVDO-Lidmaatschap geeft toegang tot

å

å

å å å å

*URRWVWH QHWZHUN YDQ (XURSD (fysiek en digitaal) 5HJLRQDOH DFWLYLWHLWHQ 9DNLQKRXGHOLMNH NHQQLV HQ QHWZHUN &RPSOHHW SRUWIROLR 0DLQWHQDQFH $FDGHP\ &ROOHFWLHYH DERQQHPHQWHQ RS YDNEODGHQ

å å å å

.HQJHWDOOHQ 7UHQGV 9LVLH (NVDO Onderhoudskompas) 3ODWIRUP 0DWHULDDONXQGH ZHWHQVFKDSSHOLMNH 3XEOLFDWLHV ZDDURQGHU Visiedocumenten .RUWLQJHQ RS RQV FXUVXVDDQERG YDQ GH 19'2 Maintenance Academy -RQJHUHQERDUG

Asset Management, Duurzaamheid, Veilig Werken en Energie-efficiency zijn belangrijke thema’s waaraan de NVDO regelmatig en in breder verband aandacht besteedt!

Ga naar www.nvdo.nl en meld je aan >> /DQJH 6FKDIW * $3 +RXWHQ _ 3RVWEXV '& +RXWHQ _ LQIR # QYGR QO _ ZZZ QYGR QO

15


INTERVIEW <

Van denken in kosten naar denken in waarden De maatschappij verandert zodanig snel dat je niet langer om digitalisering heen kunt. Het denken over onderhoud en Asset Management als kostenpost schuift op richting het denken in waarde. Erwin van Klaveren en Berrie Veenhof, werkzaam bij ingenieursadviesbureau Sweco leggen uit wat digitalisering en digital twins voor onderhoud en asset management kunnen betekenen Sweco ontwerpt en ontwikkelt duurzame samenlevingen en steden van de toekomst. Samen met klanten en de kennis van architecten, ingenieurs en adviseurs creëren ze slimme oplossingen voor het stedelijk gebied. Met oog voor de versnellende kracht van digitalisering en het perspectief van een groene en duurzamere samenleving. “De complexiteit van klantcases neemt toe. Daarom is het noodzakelijk om met meerdere disciplines aan klantenvraagstukken te werken

zodat je komt tot een integrale aanpak. Zo nemen we in het ontwerp bijvoorbeeld ook Asset Management mee. Onze kracht is dat we zowel inhoudelijke als ICT-kennis kunnen combineren”, zegt Erwin van Klaveren, teammanager GIS bij Sweco, waarbij GIS staat voor geografische informatie systemen. Deze afdeling is gespecialiseerd in GEO-ICT-oplossingen. Het biedt marktoplossingen voor diverse complexe vraagstukken.

Dataroom in GeoWeb Foto: Sweco

16 december 2021


Berrie Veenhof Foto: Sweco

Erwin van Klaveren Foto: Sweco

‘Digitalisering zorgt voor een andere rol voor de onderhoudsprofessional en asset manager’ > Buzzwoord. Een digital twin kan een bijdrage leveren om complexe vraagstukken het hoofd te bieden. Van Klaveren; “Digital twin is een behoorlijk buzzwoord. Het is een containerbegrip dat vaak wordt gezien als een digitale representatie van de werkelijkheid. De meerwaarde zit eigenlijk niet in het feit dat je een representatie creeert, maar dat je uit data informatie haalt en hiermee nog een stap verder kunt gaan. Wij hebben geen digital twin als product, maar vormen vanuit onze productplatformen een twin, als opmaat voor intelligenter beheer”. Collega Berrie Veenhof, teammanager Monitoring en teammanager Asset Management - Wegbouwkunde treedt zijn collega bij. “Wanneer een klant een brug heeft gebouwd van het nog vrij nieuwe materiaal biocomposiet, dan wil hij graag weten hoe het nieuwe materiaal zich gedraagt onder welke omgevingsomstandigheden. Door diverse data met elkaar te verbinden in een digital twin, kun je je kennis hieromtrent vergroten. Je krijgt inzicht in de toestand van de asset vandaag en kunt voorspellen wat de situatie over een aantal jaar zal zijn. Dit leidt tot sneller en adaptiever beheer, besparingen en efficiënter werken. Daarnaast kun je op basis van de informatie ook beslissingen nemen over eventuele vervolgstappen. Is hetzelfde materiaal bijvoorbeeld ook geschikt voor een

nog grotere brug en welke parameters hebben waarop invloed? Een digital twin kan waardevolle inzichten opleveren”.

> Acceptatie. Van Klaveren; “De stap naar meer digitalisering en voorspellingen kunnen doen is nu mogelijk. Er is meer data voor handen dan pakweg vijf jaar geleden en ook de acceptatie in de markt is sterk gegroeid”. Toch is het soms een hele opgave om opdrachtgevers hierin mee te nemen, stelt hij. “Uiteindelijk begint het altijd met het op orde hebben van data. Veel opdrachtgevers kunnen hierin nog wel stappen maken. Eenmaal de basis op orde, kun je nagaan hoe je informatie – en dus ook eventuele risico’s - meer naar voren haalt zodat je assets op een voorspellende manier kunt beheren”. Veenhof vult aan; “De klant moet daarbij ook bepalen wat hij van zijn assets precies wil weten. De ene klant is hierin al verder en heeft al een heel professionele aanpak, maar anderen staan qua digitalisering in combinatie met Asset Management nog in de kinderschoenen. Toch begint in de volle breedte het besef te groeien dat een wereld zonder digitalisering en data voorgoed verleden tijd is. En je hoeft niet groots te beginnen natuurlijk, met kleinschalige > voorbeeldprojecten valt vaak al veel winst te behalen”.

17


>

Kunstmatige intelligentie Kunstmatige intelligentie staat op dit moment nog in de kinderschoenen in relatie tot Asset Management, stelt Van Klaveren. Hij licht toe met een voorbeeld; “Een student heeft een tijdje geleden bij ons onderzoek gedaan naar rioolinspecties met behulp van camera’s die door de rioolbuizen werden geleid. Met eenvoudige beeldherkenning met behulp van machine learning konden we in de pilot bepaalde scheurtjes herkennen. Dit leidde tot een rapportagelijst met schades. Met een gestandaardiseerde tooling is al vrij snel veel mogelijk en kun je al winst behalen”. “Kunstmatige intelligentie biedt zeker bij beeldherkenning een meerwaarde. Maar waar je uiteindelijk heen wil, is bepaald gedrag voorspellen en maatregelen kunnen aansturen. In de openbare ruimte is dit nog lastig om te kunnen verantwoorden. Daarnaast houdt de traditionele asset beheerder nog vast aan het feit dat er enige tastbare zekerheid moet zijn en gaat niet louter af op wat data hem vertellen, te meer omdat de assets zich in de buitenruimte bevinden waar niet mag worden ingeboet op veiligheid. Op dit moment kan kunstmatige intelligentie al een bepaald percentage aan werk weghalen, maar de menselijke maat is zeker nog nodig om de laatste risico’s te managen”. Veenhof hierover; “Een data driven society kan veel, maar wie op dit moment puur beslissingen neemt op basis van data trekt nog steeds aan het kortste eind in vergelijking met wie op basis van data én menselijke kennis beslissingen neemt. Combineer je ICT en kennis, dan kom je het verst”.

18 december 2021

> Samen. “We gooien klanten ook niet zomaar in het diepe”, stelt Van Klaveren. “Samen met de opdrachtgever onderzoeken we wat er kan en wat het kan opleveren. Je mag digitalisering en een digital twin niet zien als een bedreiging, maar als een middel om te kunnen verbeteren. Ook rond BIM was er in het begin soms weerstand omdat men denkt dat opgedane kennis en ervaring in een digitale omgeving verdwijnt. Wij kunnen klanten ondersteunen in hun Asset Management en Onderhoud met behulp van moderne technieken waarmee je risico’s naar voren kunt halen. We bieden daarbij tools aan zoals de twin die dit zo gemakkelijk mogelijk maken. Dat begint vaak met een proof of concept. Aan de hand van een dataroom schetsen we een beeld waaruit uiteindelijk een definitieve use case voortvloeit. We richten het dashboard vervolgens zodanig in dat het voldoet aan de wensen van de klant zodat hij er ook effectief mee kan werken. We vertrekken dus niet vanuit de twin, maar vraaggericht, vanuit de use case: wat wil men bereiken en welke tools kunnen we bieden zodat ze effectief aan de slag kunnen”.

> Prakijkvoorbeeld. Van Klaveren geeft een voorbeeld waar een digital twin veel waarde heeft toegevoegd. “Bij de renovatie van de IJsselbruggen aan de A12 zijn veel miljoenen gemoeid. Hier heeft een reeds gevulde Dataroom Rijkswaterstaat geholpen om alle partijen toegang te geven tot een eigen gepersonaliseerd datapakket. In één systeem komen de gegevens samen van 2D- en 3D-tekeningen, een BIM-model van bepaalde onderdelen van de brug, GIS-gegevens, het eisenpakket, data van laserscanning, … Een zogeheten GeoWeb Viewer combineert de data uit verschillende systemen. Hierdoor zijn zowel de huidige toestand van de brug, de omgeving alsook de risico’s bekend vóór het project van start gaat. Dit leidt tot meer inzicht, kwaliteit en betere vergelijking van offertes terwijl het eveneens leidt tot snellere doorlooptijd van projecten omdat alle relevante informatie in één systeem is verzameld”.


> Rolverschuiving. Digitalisering zorgt voor een andere rol voor de onderhoudsprofessional en asset manager. Veenhof; “Tien jaar geleden hielden we ons ook al bezig met data-inwinning van kunstwerken, maar dit gebeurde ééns in de zoveel jaar door middel van het uitvoeren van (handmatige) deformatiemetingen. Daaruit volgde een analyse en een voorspelling voor de komende jaren. Deze werkwijze is erg arbeids- en kostenintensief. Ingenieurs kijken nu veeleer naar waar een kunstwerk uit bestaat en onderzoeken of je meer risicogestuurd onderhoud kun uitvoeren. De kosten die periodieke metingen met zich meebrengen verschuif je naar gericht meten, bijvoorbeeld met behulp van sensoren, en voorspellen”. Er wordt steeds vaker van onderhoudsmanagers verwacht dat ze eerder anticiperen op ontwikkelingen en invloeden van buitenaf. “Bruggen van vijftig jaar of ouder worden tegenwoordig bijvoorbeeld anders belast. Er is meer en zwaarder verkeer, maar ook regelmatig langzaam rijdend verkeer. Dat geeft andere dynamische krachten waar je op zult moeten anticiperen. De functie van de onderhoudsen assetmanager verschuift aangezien hun kennis over het gedrag van assets veel groter is dan voorheen wat leidt tot een andere

aanpak. Ze zullen vaker moeten nagaan wat ze willen weten, hoe ze daartoe willen komen en welke acties ze moeten nemen die leiden tot sneller en adaptiever beheer. Ze hebben vaak wel een beeld, maar het vergt ook enige verbeeldingskracht”.

> Invloeden. Een rolverschuiving is onvermijdelijk. Van Klaveren; “De maatschappij eist een proactieve aanpak, om storingen en ongevallen te voorkomen, maar ook circulariteit en duurzaamheid zorgen voor een extra incentive. Daarnaast kun je veel kosten en tijd besparen. Klanten weten dit wel, maar door gegevens en data aan te reiken gaan ze mee in het proces. Een voorbeeld. In Friesland hebben we samen met de klant op basis van sensoren een analyse gedaan van de doorbuiging en de strain van het wegdek van de brug. Bij het openen van de brug liet men de opzetstukken aan de uiteinden van de brug tegelijk zakken. Deze manier van openen zorgde voor een verhoogde piek(belasting) in de strain in het middenstuk van de brug, die zichtbaar was in de data. Naar aanleiding hiervan laat men nu eerst het korte eind zakken, en enkele seconden later het lange eind, wat de belasting op de brug enorm vermindert”. <

‘Menselijke maat is zeker nog nodig om de laatste risico’s te managen’

Monitoring biobased composite brug Ritsumasyl Foto: Sweco

19


VISIE <

Foto: NVDO

Onderhoud doet ’t zo gek nog niet Dat het afgelopen jaar in vele opzichten een bewogen jaar is geweest, is niemand ontgaan. Beheer en Onderhoud heeft over de brede linie echter laten zien weerbaar te zijn. De omzetontwikkelingen per bedrijf zijn gemiddeld genomen stabiel of gegroeid en de budgetten van de onderhoudsorganisaties zijn gemiddeld genomen ook stabiel. Zowel de geplande als ongeplande asset downtime is afgenomen ten opzichte van het voorgaande jaar. Daarnaast zijn partijen over het algemeen tevredener over de samenwerking met opdrachtgevers en/of onderaannemers Een belangrijke ontwikkeling die veel sectoren op dit moment terug zien, is het belang van services in business modellen. Veel bedrijven zijn zich gaan specialiseren, hierdoor krijgt innovatie een centralere plek in een bedrijf. Als gevolg van deze specialisatie zal de afhanke-

20 december 2021

lijkheid van externe partijen toenemen. Momenteel ontstaan er nieuwe businessmodellen tussen deze partijen die zorgen dat dezelfde kwaliteit Asset Management kan worden gewaarborgd middels een al dan niet gecontracteerde service.


‘Opdrachtgevers krijgen steeds vaker een belangrijkere rol in het Beheer- en Onderhoudsproces’

Zo neemt de invloed van SLA’s toe om te zorgen dat bijvoorbeeld de beloofde asset-uptime gegarandeerd wordt en zullen deze service afspraken steeds verder gaan door de opkomst van Products-as-aService modellen. Hierdoor zullen bedrijven geen eigendom meer hebben over de asset base, maar enkel de regievoerder zijn en betalen voor het gebruik van de assets. Zo zal Beheer en Onderhoud steeds verder verschuiven naar de leverancier en steeds verder weg van de gebruiker en krijgt het een steeds centralere rol in het businessmodel van de asset owner.

> Downtime. De gemiddelde downtime van assets was dit jaar 1%. Dit is heel laag, zeker vergeleken met het jaar ervoor (5,5%). Dit is vergelijkbaar met de ontwikkeling in het percentage onge-

Omzet en groei: De belangrijkste cijfers • De omzetontwikkeling in het afgelopen boekjaar van de bedrijven loopt sterk uiteen tussen bedrijven, variërend van een omzetdaling van 20% tot een omzetstijging van 35% • Gemiddeld genomen is de omzetontwikkeling stabiel, 35% heeft een omzetdaling ervaren, 41% heeft een omzetstijging doorgemaakt en 24% had stagnatie van de omzet • De vooruitzichten voor de Nederlandse onderhoudsmarkt zijn positief, 91% verwacht dat de totale onderhoudsmarkt zal groeien in de jaren tot en met 2026 De omzetontwikkeling in het afgelopen jaar verschilt per sector, waarbij de omzet gemiddeld genomen, ondanks de pandemie, stabiel is gebleven.

plande downtime (1,25%), die eerst op 4% lag. Een deel van het lage percentage is te verklaren door het lagere gebruik van assets (ten gevolge van de pandemie), maar dit is niet de enige onderliggende trend. Zo stappen steeds meer organisaties over van correctief naar preventief onderhoud en wordt aan de hand van data en met behulp van sensoren gepland onderhoud steeds effectiever. De verbeterde samenwerking met onderaannemers speelt ook een grote rol in het reduceren van de downtime. Deze cijfers zijn ook terug te zien in de gemiddelde levensduur van assets in Beheer en Onderhoud. Hoewel de helft van de assets aan het eind van de levensduur zit en er geen assets aan het begin van de levensduur zitten, is het percentage ongepland onderhoud afgenomen. <

De sector waarbinnen organisaties met een gegroeide omzet het grootste aandeel vertegenwoordigen is de sector Onroerend Goed. In deze sector, samen met de sector Infra, zijn ook de laagste percentages van bedrijven die een daling zagen in de omzet. Hoewel deze cijfers positief zijn, maken bedrijven uit deze sectoren zich zorgen over de invloed van de pandemie en de stikstofcrisis . Dit komt omdat veel investeringen in deze sectoren ver van tevoren worden gedaan, waardoor een verandering pas over een paar jaar zichtbaar zal zijn. De sectoren met het grootste aandeel bedrijven waarvan de omzet is gedaald zijn de sectoren Food, Beverage & Farma en Manufacturing. D wordt verklaars door een daling in productie ten gevolge van de pandemie. Dit bracht ook een daling in het gebruik (en Beheer en Onderhoud) van assets.

21


WATERSCHAP LIMBURG <

Zeven thema’s aan de basis van het assetmanagementbeleid

bij Waterschap Limburg Hoe is het Asset Management bij Waterschap Limburg ingericht? En welke invloed heeft de watercrisis van afgelopen zomer op de doorontwikkeling van Asset Management? Enno Kuipers, senior adviseur assetmanagement bij Waterschap Limburg, geeft uitleg.

22 december 2021


we gebruiken deze norm wel als handvat”, zegt Enno Kuipers, senior adviseur assetmanagement bij Waterschap Limburg. Niet alleen de inhoud, vooral ook de randvoorwaarden voor de implementatie van Asset Management zijn erg belangrijk. “Zo hebben we sinds 2019 een organisatiestructuur die de processen en het werk ondersteunt, de nodige capaciteit en middelen om Asset Management te ontwikkelen en zijn bestuur, directie en management belangrijke sponsoren van deze ontwikkeling”.

> Van rennen naar plannen. De jonge organisatie heeft voor de implementatie van Asset Management in het begin ook vooral gekeken naar andere organisaties. “Zo heeft de gemeente Rotterdam ons geïnspireerd. Van hen hebben we het motto van rennen naar plannen overgenomen. Doel is om met meer focus, meer planmatig te werken zodat we kunnen verbinden, vernieuwen en versterken.” Het waterschap heeft de afgelopen jaren stug gewerkt aan een aantal belangrijke documenten, zoals het assetmanagementbeleid, strategisch assetmanagementplan, assetmanagementplannen, risicomatrix.

Keersluis Roermond Foto: Waterschap Limburg

Waterschap Limburg is het jongste waterschap van Nederland. Het werkgebied van 2209 km2 bevat ongeveer 3.000 km watergangen, 195 kilometer primaire waterkeringen, 125 pomplocaties, 455 regenwaterbuffers, 2.650 stuwen, 40 gemalen in watergangen, om zo een paar richtgetallen te noemen. Om dit alles goed te beheren en te onderhouden, speelt Asset Management een belangrijke rol. Asset Management heeft in het huidige bestuursprogramma en de organisatieontwikkeling “eenvoud en focus” een belangrijke plek. Vanaf 2019 werkt het waterschap aan de implementatie van Asset Management. “We zijn begonnen met een definiëring van het containerbegrip Asset Management zodat voor alle betrokkenen duidelijk is wat we hieronder verstaan. Hiervoor baseren we ons op een definitie uit de ISO 55000: ‘Het is een systeem voor het optimaliseren van de prestaties van onze assets gedurende de gehele levenscyclus. Het gaat daarbij om het maken van expliciet onderbouwde keuzes en besluiten in de driehoek kosten, prestaties en risico’s’. Ook al hebben we op dit moment (nog) niet de ambitie om ISO 55000 gecertificeerd te zijn,

Onder andere via deze documenten wordt gezorgd voor verbinding tussen het bestuur en de werkvloer, stelt Kuipers; “Het bestuur stelt kaders en geeft richting, bijvoorbeeld in een waterbeheerprogramma of meerjaren-begroting. Dit zijn documenten met enig abstractieniveau waaruit de gemiddelde werknemer niet kan afleiden wat van hem of haar wordt verwacht. Daarom hebben we vanuit deze documenten een assetmanagementbeleid opgesteld waarin we onze zeven thema’s samenvatten. Op basis van dit document hebben we vervolgens een strategisch assetmanagementplan opgesteld en werken we nu aan verschillende onderliggende assetmanagementplannen. Hiermee wordt concreter wat van medewerkers wordt verwacht en maken we keuzes expliciet in de zogenoemde de assetmanagement driehoek kosten-prestaties-risico’s. Daarbij beseffen we ons dat de doorontwikkeling van Asset Management in algemene zin, en dus ook bij het waterschap, nog verschillende > jaren zal duren”.

>

Enno Kuipers Foto: Waterschap Limburg

23


Pompen tijdens hoogwater Foto: Waterschap Limburg

>

> Zeven thema’s. Door focus aan te brengen en het eenvoudig

> Ruilverkaveling. Veel assets die onder de hoede van Water-

te houden, is het assetmanagementbeleid van het waterschap verwoord in zeven thema’s, namelijk 3 kerntaken en 4 kernwaarden stelt Kuipers. Dit zijn 1) Hoogwaterveiligheid Maas, 2) Waterkwaliteit en Ecologie, 3) Klimaatadaptatie, 4) Omgevingsgericht, 5) Innovatief, 6) Duurzaam en 7) Verantwoord. “Bij de kerntaken ligt de focus op het wat, de kernwaarden hebben betrekking op de hoe. Ons assetmanagementbeleid komt dus neer op 1 A4’tje, waarop al onze plannen en doelstellingen zijn te herleiden. Een belangrijk A4’tje dus”.

schap Limburg vallen, dateren uit de periodes van de ruilverkavelingen. Daarmee zijn behoorlijk wat assets veertig tot zestig jaar oud en naderen ze hun technische levensduur. “Voor deze assets, denk bijvoorbeeld aan beschoeiingen of aan stuwen om een bepaald waterpeil te kunnen realiseren, is er door het huidige bestuur structureel geld ter beschikking gesteld om ze te vervangen. Bij de vervanging houden we rekening met de toekomstbestendigheid. Zo is er de laatste jaren vaker sprake van hevige regenval en wateroverlast, maar ook droogte wat ertoe leidt dat we mogelijk

‘Asset Management is een manier van kijken, denken en handelen, dat los van de inhoud ook de nodige vaardigheden vraagt’

24 december 2021


andere eisen moeten stellen aan onze assets. Daarnaast maken we, waar nodig en mogelijk, gebruik van technologische ontwikkelingen. Waar we vroeger ‘domme’ assets installeerden die handmatig moesten worden bediend, kunnen we tegenwoordig kiezen voor slimmere varianten die op afstand zijn uit te lezen en te bedienen. We verzamelen hierdoor veel meer data en informatie waarop we vervolgens ons beleid en maatregelen weer kunnen uitlijnen”.

> Duurzaamheid. Duurzaamheid is een belangrijk onderwerp geworden, zeker in het licht van alle klimatologische ontwikkelingen. Het is echter vaak niet gemakkelijk om een term als duurzaamheid te vertalen naar concrete doelstellingen of prestatie-indicatoren. Ook Waterschap Limburg is hier volop mee aan de slag. Kuipers geeft een aantal voorbeelden van successen die de jonge organisatie al heeft kunnen realiseren. “Als de situatie het toelaat, kiezen we voor uniforme vervangingsoplossingen. Deze leiden tot efficiënter beheer en onderhoud, uniform gegevensbeheer en kostenbesparing aangezien de inkoop beter is gestroomlijnd. Daarnaast zetten we ook in op biodiversiteit, bijvoorbeeld door steile oevers in de watergangen van fup-elementen oftewel Fauna uittreedplaatsen te voorzien. Dit zijn plekken die dieren de mogelijkheid geven om uit het water te klimmen. Dit zijn misschien maar kleine maatregelen, maar evengoed belangrijk. Ook willen we veel meer toe naar zelfvoorzienende assets door de integratie van PV-panelen. Daarbij willen we de belangrijke assets ook op afstand kunnen bedienen. Onze reactiesnelheid wordt daarmee veel groter en dat is erg belangrijk bij een sterk veranderend en fluctuerend klimaat”.

> Ontwikkeling. Dit zijn zo enkele concrete voorbeelden van een organisatie in ontwikkeling met actuele vraagstukken. Kuipers “Asset Management is een manier van kijken, denken en handelen, dat los van de inhoud ook de nodige vaardigheden vraagt. We zetten daarbij vol in op het meenemen van de organisatie. In de praktijk blijkt dat heel veel collega’s direct of indirect een rol hebben in Asset Management. We organiseren dan ook veel werksessies, informatiebijeenkomsten en delen veel via intranet. Zoals bij heel veel andere organisaties gaat de ontwikkeling van Asset Management stap voor stap en weten we dat dit diverse jaren gaat vragen. Ook hier geldt van rennen naar plannen, maar dan is er plotseling een watercrisis”.

> Watercrisis. Afgelopen zomer was er sprake van een watercrisis waarmee geen enkel rekenmodel rekening heeft gehouden. Van rennen naar plannen was niet langer sprake. Er moest meteen een sprint worden getrokken. “Er kwamen afgelopen juli drie extremen samen. Ten eerste was er sprake van aanhoudende extreme neerslag. Daaruit voortvloeiend was er een extreme aanvoer vanuit regionale beken en rivieren. Dit resulteerde vervolgens, samen met wat uit België en Frankrijk kwam, voor hoogwater door stijging van de afvoer van de Maas. Deze drie extremen kwamen in heel korte tijd bij elkaar wat leidde tot de watercrisis waarvan we allemaal de beelden hebben gezien. Het was een onverwachte situatie die we in deze vorm nog niet hadden meegemaakt.” Nadat de crisisorganisatie was afgeschaald en het water was gezakt, werd de omvang > van de schade steeds duidelijker.

Hoogwater zomer 2021 Foto: Waterschap Limburg

25


Herstelwerkzaamheden meetlocaties geul Foto: Waterschap Limburg

‘Ongeveer 650 schadelocaties als gevolg van de watercrisis’

>

> Versnelling. In eerste instantie zou je verwachten dat de watercrisis een vertraging zou betekenen voor de implementatie van Asset Management bij het waterschap. Immers, de lopende planningen van het waterschap waren danig verstoord. Kuipers; “Op onderdelen klopt dat ook, want schadeherstel heeft alle prioriteit gekregen. Echter, er was grote behoefte aan overzicht, zoals je dat ook in de reguliere situatie wil hebben. De watercrisis heeft ertoe bijgedragen dat we juist de ondersteunende technologie die dit overzicht moet geven, een boost hebben gegeven. We waren al met een centrale regiekamer gestart om zo binnen een actueel beeld te krijgen van de situatie buiten. De inventarisatie van alle schades en ook het verzamelen van alle informatie rondom de watercrisis heeft een versnelling teweeg gebracht in de ontwikkeling van deze regiekamer”.

> Taskforce. Ook het waterschap zelf was hard getroffen door de watercrisis. Veel assets waren beschadigd of soms volledig weggeslagen. Dit geldt vooral voor de regionale beken. “In de organisatie hebben we direct capaciteit vrijgemaakt en een Taskforce in het leven geroepen. Deze Taskforce richtte alle aandacht op vier deeltaken: het inventariseren van de schade, het herstellen van deze schade, het opruimen van rotzooi en zwerfvuil én het verzamelen en structureren van data en informatie over de crisis. Niet alleen data vanuit onze monitoringssystemen en eigen constateringen, maar ook van diverse andere beschikbare bronnen: foto’s, filmpjes, mediaverslagen, ervaringen en waarnemingen van burgers... Er waren ongeveer 650 schadelocaties - van scheurtjes, defecte meetlocaties, omgevallen bomen, paaltjes die scheef stonden tot erosieschade, bezweken muren enzovoort. Waar mogelijk hebben we de schade direct hersteld. Op locaties waar we grotere, complexere schade constateerden die niet meteen was te herstellen, hebben we een projectteam gezet om ook hier gericht en snel de nodige acties te kunnen ondernemen. Op enkele complexe locaties na, is alle schade reeds hersteld”.

26 december 2021

Ook op bestuurlijk vlak wordt er gekeken naar een versnelling van het lopende uitvoerings-programma, maar vooral ook wat er straks nodig is om Limburg veilig te maken en te houden. Zo heeft Johan Remkes, waarnemend gouverneur van Limburg, begin november de Limburgse Propositie Water aan demissionair minister Barbara Visser van Infrastructuur en Waterstaat en aan de Tweede Kamer overhandigd. De Limburgse Propositie nodigt het Rijk uit ‘om samen te werken aan een structurele aanpak en financiering voor klimaatadaptatie om de watersystemen in Limburg klimaat robuust te maken.’ Daarvoor is volgens de Propositie een gezamenlijk fonds van 1,2 miljard euro nodig. “Welke acties en beslissingen nog zullen volgen, is dus nog even afwachten. Mijn verwachting is wel dat er veranderingen aan zullen komen die invloed hebben op, of andere eisen zullen stellen aan, onze assets. De afwegingen in de assetmanagementdriehoek kosten-prestaties-risico’s zullen een belangrijke factor zijn in de uiteindelijke besluitvorming. Maar wat de uitkomst ook zal zijn, we hebben in een paar jaar tijd de basis gelegd voor professioneel Asset Management in de organisatie”. <


Kort Onderhoud Sluis Belfeld gereed Recent zijn de onderhoudswerkzaamheden aan Sluis Belfeld in Baarlo zo goed als afgerond. Een jaar lang verrichtte Heijmans in opdracht van Rijkswaterstaat onderhoud aan de bijna 100 jaar oude (1926) sluis. Dit kwam vooral door de omvang en het gewicht van de deuren. Tijdens de werkzaamheden zijn de hydroliekslangen en de nivelleersystemen (de schuiven in de sluisdeuren) vervangen. De deuren zijn hiervoor uit het water gehesen en op de kant onder handen genomen. Inmiddels zijn alle schuiven vervangen en zijn de deuren terug ingehesen en hebben er tests plaatsgevonden. Een sluisdeur weegt meer dan 40 ton. Bovendien leren de werkzaamheden dat een sluisdeur tot wel 9 ton aan slib met zich mee kan dragen, dat allemaal zorgvuldig verwijderd en afgevoerd moet worden.

Rond de jaren ‘20 in de vorige eeuw is er een start gemaakt om de Maas te kanaliseren en beter bevaarbaar te maken. Zo werd het Julianakanaal aangelegd en het Lateraalkanaal Linne-Buggenum. In de Maas zelf kwamen 7 stuwen, van zuid naar noord Borgharen, Linne, Roermond, Belfeld, Sambeek, Grave en Lith. Dit totaal aan vaarwegen, stuwen en sluizen wordt de Maasroute genoemd. Ook aan de Maassluis in Sambeek en de kanaalsluis van Heel vinden op dit moment onderhoudswerkzaamheden plaats. Op beide locaties worden die in december 2021 afgerond. In 2022 wordt gestart met het repareren van de nivelleersystemen van Sluis Linne. Dankzij deze werkzaamheden neemt de beschikbaarheid en betrouwbaarheid van de totale route voor de scheepvaart toe. <

Foto: Rijkswaterstaat

27


ONDERZOEK <

ELLIS: in Europa is er nog zoveel meer

mogelijk op het vlak van machine learning Er zijn meerdere manieren om tot Artificiële Intelligentie (AI) te komen. Maar ELLIS zet vol in op machine learning, maar dan wel meteen op Europees niveau. De missie? Machine-learning-experts zoveel mogelijk kennis en ervaringen met elkaar laten delen en er zo voor zorgen dat Europa mondiaal echt een belangrijke speler wordt op het vlak van AI.

ELLIS is de afkorting voor European Lab for Learning and Intelligent Systems. Het gaat om een netwerk waarin vooraanstaande Europese machine-learning-experts nauw met elkaar samenwerken om het niveau van AI op dit continent naar een hoger niveau te tillen. “Of beter gezegd: naar een nog hoger niveau. Want wetenschappelijk gezien doen we het in Europa al heel goed”, benadrukt Max Welling. Hij is hoogleraar Machine Learning aan de Universiteit van Amsterdam en bestuurslid van ELLIS, de organisatie waar hij ook een van de oprichters van is.

> We laten in Europa kansen liggen. “Dat we in Europa op het vlak van AI toch wat achterstand dreigen op te lopen ten opzichte van de VS en China, heeft vooral te maken met het feit dat

de AI-kennis daar veel sneller een praktische toepassing vindt”, vervolgt hij. “Hier in Europa wordt er door de top van bedrijven vooral veel over de kansen van AI gepraat, maar zijn er nog te weinig bedrijven die ook echt serieus in die technologie investeren”. Het probleem is dat het in de meeste gevallen om enorme bedragen gaat. “Dus op zich snap ik het wel dat bedrijven even moeten slikken als ze horen welke investering er nodig is. Maar in de VS durven bedrijven dat wel aan. Dat heeft ongetwijfeld ook te maken met het gunstige investeringsklimaat in Silicon Valley, waar investeerders al snel bereid zijn om enorme bedragen neer te leggen voor nieuwe AI-toepassingen. Maar in Europa laten we op dat vlak nog kansen liggen. Het zou dus mooi zijn als we er als ELLIS mede voor kunnen zorgen dat er in Europa hotspots voor AI komen: plekken die echt als een magneet werken, zowel voor machine-learning-experts als voor bedrijven die in AI willen investeren”.

> Focus op een maatschappelijk probleem. Welling meent dat het voor Europa goed zou zijn om zich op het vlak van AI op een specifiek maatschappelijk probleem te focussen en daar dan ook echt alle pijlen op te richten. “De opwarming van de aarde is een groot, een wereldwijd probleem. En het is een probleem dat de komende decennia alleen nog maar nijpender zal worden. Dus waarom niet vol investeren in AI-oplossingen die kunnen helpen bij de aanpak van het klimaatprobleem? Als we dat in Europa niet doen, pakken technologiebedrijven in de VS die uitdaging ongetwijfeld op. We kunnen hier in Europa wel veel praten over maatschappelijk relevante AI die ons gaat helpen om maatschappelijke problemen op te lossen, maar we moeten het natuurlijk nog wel echt gaan waarmaken. Dat betekent dat we vandaag al volop aan de slag moeten en nieuwe vormen van AI moeten ontwikkelen”.

> Dit is nog maar het begin. Waarom die specifieke focus op

Max Welling Foto: Universiteit Leiden

28 december 2021

machine learning? “Er zijn weliswaar meerdere wegen die naar AI leiden, maar als je kijkt waar momenteel de echte doorbraken plaatsvinden, dan zie je dat daarbij bijna altijd toch wel een vorm van machine learning wordt toegepast”, legt Welling uit. “Enorme hoe-


Machine Learning Foto: NVDO

‘Met machine learning is er nog zoveel meer mogelijk’ veelheden data verzamelen en vervolgens computermodellen trainen om waardevolle informatie uit die data te halen, zorgt keer op keer voor resultaten die de verwachtingen overtreffen. Daarbij staan we echt nog maar aan het begin. Met machine learning is er nog zoveel meer mogelijk”.

> Straks versnellen dankzij quantum-computers. Als voor-

beeld noemt Welling het nieuwe kantoor dat Microsoft Research onlangs in Amsterdam heeft geopend en waar hij als distinguished scientist is gevraagd om een team van onderzoekers en ontwikkelaars samen te stellen. “We gaan ons richten op moleculaire simulatie: een probleem waar chemici al heel lang mee worstelen. Maar door machine-learning-experts te koppelen met natuur- en scheikundigen, verwachten we dat we op dat gebied het komende decennium echt een significante vooruitgang kunnen maken. En al helemaal als we straks hulp krijgen van quantum-computers, met hun ongekende rekenkracht”.

> Mooie chemie. De volgende belangrijke stap? Het zou goed zijn als er in Europa hotspots komen voor AI. Amsterdam zou zich daar ook heel goed voor lenen. “En daar zouden dan niet alleen

Europese AI-wetenschappers de samenwerking met elkaar moeten aangaan, maar ook met het bedrijfsleven en met experts op andere vakgebieden. Als die verschillende groepen elkaar weten te vinden, kan er echt een mooie chemie ontstaan. En dat helpt weer om gezamenlijk een belangrijke bijdrage te leveren aan AI-oplossingen die zich op maatschappelijke problemen richten”. <

Over ELLIS

• werd in 2018 opgericht en in september 2020 officieel gelanceerd

• bestaat uit 30 Europese onderzoeksgroepen (in Nederland zijn er drie: in Amsterdam, Delft en Nijmegen)

• heeft een unit in Amsterdam die bedoeld is om Europese samenwerking en uitwisseling te faciliteren

• heeft uitwisselingsprogramma’s waarbij wetenschappelijke machine-learning-experts van verschillende Europese landen tijdelijk bij een buitenlands onderzoeksinstituut aan het werk gaan, zodat er makkelijker kennis kan worden uitgewisseld

29


CONDITIEMETING <

Plooien in APP Bitumen dakbedekking

Foto: Helix Technisch Advies

30 december 2021


Tijdens een technische inspectie conform NEN 2767 worden grote plooien waargenomen aan de A-Tactisch Polypropyleen (APP) dakbedekking

Tijdens de dakinspectie wordt duidelijk dat niet alleen de dakbedekking gebreken vertoont, maar ook de onderliggende dakconstructie. Op een groot aantal plekken kan de dakbedekking tot wel 10 cm ingeduwd worden. Dit duidt op meer gebreken dan alleen gebreken aan de dakbedekking. Doordat dit van invloed kan zijn met betrekking tot de veiligheid, wordt dit voorval aan de eigenaar gemeld zodat hier actie op kan worden ondernomen.

structieve eigenschappen om als dragend dakbeschot toegepast te kunnen worden. Vanuit de bouw is het dak voorzien van een 2-laags glasvlies bitumen dakbedekking, dat verkleefd is met warm geblazen bitumen (gietmethode) aan de spaanplaat. 2-Laags glasvlies dakbedekking wordt sinds de jaren 80 niet meer toegepast. Aan de hand van de insnijding en de staat van de dakbedekking wordt ingeschat dat de dakbedekking halverwege de jaren 80 is overlaagd. De overlaging is uitgevoerd met een APP (Derbigum) dakbedekking.

> Het gebrek. De plooien liggen voornamelijk in diagonale rich-

ting. Dit verschijnsel is een serieus gebrek in het eindstadium. Dit leidt tot een conditiescore 4 conform de NEN 2767. Het advies is dan om deze dakbedekking, mede door het voortgaande slijtageproces, integraal te vervangen. Hiervan zullen de bijbehorende kosten worden opgenomen in het Meer Jaren OnderhoudsPlan (MJOP). Tevens wordt een specialistisch onderzoek voor de onderliggende constructie geadviseerd om de oorzaak van de plooien vast te kunnen stellen.

> Nader onderzoek. De dakdeskundige heeft het dak opengesneden om de opbouw en conditie van de onderliggende constructie te kunnen beoordelen. De onderliggende houten constructie is opgebouwd uit spaanplaat die al geheel poreus is geworden. Dat type dakbeschot is niet geschikt als ondergrond voor de bitumineuze dakafwerking. Spaanplaat heeft niet de kwalitatieve en con-

Leergang Conditiemeting; Onderhoudskundig Inspecteur en/of Adviseur BOEI Start 14 maart 2022 Gebreken aan gebouwgebonden assets en/of infrastructurele werken zorgen voor prestatieverlies, brengen risico’s met zich mee en zijn van (grote) invloed op de functionele prestaties. Met de inbreng van de goed opgeleide inspecteur en adviseur wordt de asset owner in staat gesteld het levensloopproces naar kosten, levensduur en kwaliteit te beheersen. Ook binnen prestatiecontracten moet de status van assets worden vastgesteld, bijvoorbeeld bij het moment van aangaan van het prestatiecontract en tussentijdse beoordelingen (audits). Om efficiëntie te bereiken binnen het inspectieregime en overlast van de gebruikers van beheerobjecten tot een minimum te beperken, winnen integrale inspecties (BOEI-inspecties) steeds meer terrein. Deelnemers worden opgeleid tot professionele inspecteurs en/of adviseurs, die een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan verbetering van de staat van gebouwen, installaties en infrastructurele werken.

‘Conditiemeting toepassen op dakbedekking van groot nut’

> Plooien hadden voorkomen kunnen worden. De van ori-

gine aangebrachte dakbedekking kan de werking van de onderliggende constructie slecht tot niet, opvangen. Over de naden van de onderliggende spaanplaten had een extra losse strook dakbedekking aangebracht moeten worden om de werking van de houtconstructie op te vangen. Dit is tijdens de nieuwbouw blijkbaar niet gebeurd. Doordat de dakbedekking die krachten niet kan opvangen, is deze gaan scheuren en zal er vocht in de constructie getrokken zijn. Door de werking, samenhang onderconstructie, lekkage en onthechting zijn de plooien ontstaan. De plooien bevonden zich al in de van origine aangebrachte dakbedekking. Toch heeft men destijds besloten het dak te overlagen. Voorafgaand aan de overlaging had de originele dakbedekking voorzien moeten worden van een primer, waardoor de nieuwe laag volledig had kunnen hechten. Tijdens de insnijding wordt duidelijk dat dit niet is uitgevoerd, waardoor de nieuwe laag er nu bijna volledig los op ligt. Dit kan met windbelasting tot gevolg hebben dat deze eraf kan waaien.

> Oplossing nader onderzoek. Uit de NEN-inspectie en het nader onderzoek blijkt dat deze dakbedekking inclusief het dakbeschot vervangen moet worden. Door verkeerde materiaalkeuzes van het dakbeschot en het niet deskundig aanbrengen van beide bitumineuze dakbedekkingen lopen de kosten hiervan (onnodig) hoog op. <

31


INTERVIEW <

Innige samenwerking moet uptime gistfabriek vergroten DSM en technisch dienstverlener Equans vonden elkaar begin dit jaar in een samenwerkingscontract voor onderhoudswerkzaamheden en projecten voor het Gist Productie Bedrijf in Delft. Site manager Wilfred Buijs van DSM; “Het is een spannende exercitie en een grote verandering”.

DSM Delft Foto: NVDO

“Het contract met Equans (voorheen Engie Services -red.) is één van de initiatieven om het onderhoud aan de fabriek te verbeteren en daarmee te zorgen voor een hogere uptime. Daarnaast zijn veel assets al wat ouder, dus daar ligt ook een uitdaging”.

Toen ik hier begon, trof ik een diverse onderhouds-organisatie aan met eigen medewerkers en veel ingehuurde krachten en zzp’ers die hier vaak al lang werkten”.

> Geen reorganisatie. Het volledig uitbesteden van het onder> Een diverse onderhoudsorganisatie. Buijs is sinds drie jaar site manager bij DSM. Eerder werkte hij in de chemie en ook in de voedingsmiddelensector. Hij blikt terug op de aanleiding om het onderhoud voor het Gist Productie Bedrijf (GPB) uit te besteden. “Pakweg vijftien jaar geleden werd de uitvoering van het onderhoud voor de antibioticafabriek hier on site al uitbesteed. Het onderhoud voor de gistfabriek ging toen om uiteenlopende redenen niet ‘mee’.

32 december 2021

houd moet niet gezien worden als een reorganisatie, legt Buijs uit. “Er gaan geen DSM-mensen over naar Equans. Maintenance-medewerkers van DSM rapporteren wel rechtstreeks aan de maintenancepartner”. Dat is niet vreemd, vervolgt Buijs. “We hadden weinig eigen mensen én omdat die rapportage-systematiek in feite al bestond in de oude situatie”. Een andere belangrijke factor om te kiezen voor uitbesteden, is de krapte op de technische arbeidsmarkt. “Onze core business is gist maken en niet het zelf opleiden van technici”.


> Grote productvraag. DSM in Delft produceert gist en gistextracten voor bijvoorbeeld vleesvervangers, soepen en sauzen. De historie van de fabriek gaat terug tot 1869 toen het als gist- en spiritusfabriek startte. In 1968 fuseerde de fabriek met Brocades en ontstond Gist-Brocades dat dertig jaar later op zijn beurt werd ingelijfd door DSM. “Gist is een fantastische bron van de vijfde smaakstof, umami, die zorgt voor een hartige smaak. We hebben te maken met een grote productvraag, vooral door de groeiende markt voor vleesvervangers. Als je naar de Nederlandse voedingsmiddelenindustrie kijkt, dan zijn wij een grote speler. Wij zijn qua omvang de derde gist-extractfabriek wereldwijd”.

> Mix aan installaties. Gist groeit in fermentors; deze worden

geënt met gist waarna lucht en melasse, een bijproduct uit de suikerindustrie, worden toegevoegd om het te laten groeien. Voor dit productieproces beschikt de DSM-fabriek onder meer over zes stateof-the-art fermentors, een extractiefabriek en een grote sproeitoren. Sommige assets in de fabriek zijn veertig plus, andere heel nieuw. “De uitdaging op het gebied van de oudere installaties zit vooral aan de extractie- en utiliteitkant”.

> Strategische partner. “Door de mix van eigen personeel en

inhuur, misten we een deskundige gesprekspartner om het gewenste verbeterproces te doorlopen. De vraag die rees, was: willen we zelf mensen blijven inhuren, of zoeken we een strategische partner? Omdat met name de core kennis op onderhoud ontbrak, kozen we voor uitbesteden en startten we een tenderproces”. Uit het tenderproces kwam Equans als beste partner naar voren, met name vanwege de volgens Buijs aanwezige ‘continue verbeter- en veiligheidsmindset’. “Daarnaast sluiten onze cultuurmodellen goed op elkaar aan. Personeel moet bijvoorbeeld niet alleen technisch goed getraind zijn, zodat ze het werk goed kunnen uitvoeren, maar ook hun veiligheidsbewustzijn moet uitstekend zijn. Die veiligheidsfilosofie zit er bij beide partijen goed in. Die strategische fit op meerdere vlakken was de aanleiding om samen deze reis te starten. En dat is geen eenvoudige reis, want de eisen zijn hoog. De processen liggen weliswaar vast, maar de implementatie en naleving ervan zijn niet eenvoudig en vanzelfsprekend in een dynamische onderhoudsomgeving. We zoeken naar een betere balans tussen correctief en preventief onderhoud. Die was 60/40 en dat moet eigenlijk andersom zijn. Als je veel correctief onderhoud hebt, heb je minder tijd voor preventief en zit je constant in de brandweermodus. De stap, om uit die brandjes blus-situatie te komen en te werken volgens de afgesproken werkprocessen, die is moeilijk maar cruciaal. Deze werkprocessen waren eigenlijk geen onderdeel van de core-business en zouden dat wel moeten zijn”.

> Rijdende trein. De samenwerking is inmiddels een half jaar onderweg en Buijs is tevreden met de eerste resultaten. “Je hoopt altijd op meer, maar de praktijk is soms weerbarstig”. De drive om te verbeteren is er, er ligt een goed plan met duidelijke milestones. De uit- en instroom van medewerkers is goed verlopen en het onderhoud is inmiddels volledig overgenomen. Onze uitvoerende technici draaien mee in het team van Equans. Engineering, maintenance reliability en de begeleiding en beheersing doen we overigens zelf. De kunst voor Equans was om op die rijdende trein te springen,

Samenwerking DSM en Equans Foto: DSM

‘We willen een professionele organisatie die op basis van data beslissingen neemt’

terwijl je tegelijkertijd het onderhoud moet uitvoeren en met verbetervoorstellen moet komen. Equans heeft al die werkzaamheden overgenomen en we zitten nu in de fase waarin we de stap maken om te gaan werken volgens de gewenste werkprocessen. Denk aan de juiste werkvoorbereiding, de juiste prioritering van notificaties, de verbeterloop goed doorlopen. De organisatie staat, de governance is ingericht en we zetten nu ook samen de eerste stappen om te verbeteren aan de hand van de vooraf gedefinieerde KPI’s op het gebied van de kosten, werken volgens planning en de uptime van de fabriek”. Het contract is uiteindelijk een prestatiecontract, maar dan wel een wederzijdse. Daarom noemt Buijs het liever een partnership-contract. “Het is een open samenwerking, waarbij we bij elkaar in de keuken kijken en ons van twee kanten inleven in elkaars processen met oog voor de aanwezige behoeften en uitdagingen. Je moet aandacht hebben voor elkaar, naar elkaar willen luisteren, maar elkaar ook uitdagen. Natuurlijk zijn er doelen afgesproken in de vorm van KPI’s met een bijbehorende bonus-malusregeling. De intentie van het contract is voor een langere tijd, zonder einddatum. Als er zich problemen voordoen, lossen we die samen op. Het unieke van dit contract zit >

33


Koninklijke Nederlandsche Gist en Spiritusfabriek Foto: NVDO

>

‘m wat mij betreft precies daarin: hoe we het samen oplossen en niet in uitgebreide afspraken of eisen. Het mooiste is als we straks het verschil niet meer merken tussen de verschillende bedrijven, maar dat we werken als één team”.

> Enkele pagina’s. Het contract is maar enkele pagina’s groot. De onderliggende details zijn afgesproken in de tenderfase en de implementatiefase erna. “Het doel was een partner te kiezen die deze details beter in zou kunnen vullen dan de onderhoudsorganisatie van het GPB. Onderhoudprincipes contractueel voorschrijven zou tegen dit principe ingaan. We hebben het ook niet ingestoken op uurtje-factuur of de laagste prijs. Het contract is in lijn met de DSM productie- en businessdoelstellingen en de doelen die daarmee samenhangen, zoals maximale betrouwbaarheid en een hogere uptime. Wij draaien 24/7 het hele jaar door. Totaal gaan we circa twee weken per jaar uit bedrijf voor groot onderhoud. Een doel is om die periode te verkorten. Het eindstation van deze treinreis is om, met goede onderhoudsconcepten als basis, uiteindelijk richting voorspellend onderhoud te gaan”.

> Praktijkervaring. Een onderdeel waarop Equans in de tender minder goed scoorde, was de mate waarin het praktijkervaring had in het uitvoeren van onderhoudswerkzaamheden. “We hebben al een lange geschiedenis met Equans. Ze doen al heel lang nieuwbouw en projecten en dat gaat gewoon goed. Met name de verbeteringen die we wilden doorvoeren op het gebied van kwaliteit en veiligheid hebben ze met enthousiasme omarmd en gerealiseerd. Denk bijvoorbeeld aan het kunnen hygiënelassen in een voedingsmiddelenpijplijn. Daarbij komt dat je niet altijd lange ervaring nodig hebt om iets te kunnen. Soms is het beter als je de status quo niet accepteert en dat je met een nieuwe blik zorgt voor een frisse wind. Zo was er recent een van de nieuwe onderhoudsmonteurs die de discussie aanging met een collega uit de operatie over hoe een bepaald equipement was aangeboden voor onderhoud. Iemand die hier al twintig jaar werkt had dat mogelijk niet gedaan”.

> Efficiënter. Doordat de samenwerking is uitgebreid zullen de projectwerkzaamheden nog beter verlopen, verwacht Buijs. “De samenwerking tussen de onderhoudsorganisatie en de projectenorga34 december 2021

‘Het mooiste is als we straks het verschil niet meer merken en werken als één team’

nisatie wordt natuurlijker en dat zal bijvoorbeeld zorgen voor een betere planning van de werkzaamheden. Doordat je eerder in het proces met elkaar communiceert, gaat een project efficiënter van start. De engineering wordt ook efficiënter omdat Equans eerder in het proces feedback kan geven en met oplossingen kan komen om iets makkelijker te bouwen zodat het in de toekomst ook makkelijker is te onderhouden”. “We zitten nog volop in de overgangsfase. Als ik naar de toekomst kijk, dan zie ik kosteneffectief onderhoud gebeuren met een partnerorganisatie die met ons meedenkt. Niet per se om het onderhoud goedkoper te kunnen doen, het kan ook betekenen dat we moeten investeren om de onderhoudbaarheid te vergroten en continuïteit voor de langere termijn te waarborgen. Dat meedenken in de meest brede zin is daarom cruciaal. We willen een professionele organisatie die op basis van data beslissingen neemt. Die root cause analyses doet op verstoringen om de performance verder te optimaliseren. Dat is wat we willen en daar werken we nu samen aan. Die basis om < te verbeteren is er nu”.


GAST COLUMN <

Cruijff had gelijk Cruijff: “Je gaat het pas zien als je het door hebt” is een mooi boek over leiderschap en ook op Asset Management (AM) is dit van toepassing. AM is geen Beheer & Onderhoud (B&O) maar het organiseren van de organisatie. ISO 55000 is een soort ISO 9001 waarin je de processen navolgbaar vastlegt en die processen ook zo inricht dat ze continu worden verbeterd.

Tom van Briemen

Asset Management wordt niet altijd gezien en uitgewerkt zoals bedoeld in de ISO 55000 en wordt veelal onder de pet van B&O geschoven waardoor het een modeverschijnsel is geworden; elke aannemer en installateur heeft tegenwoordig een afdeling AM. Toch levert goed AM veel op en kan in B&O meer toegevoegde waarde leveren. Uit Engelse business cases blijkt dat onderhoud 30% goedkoper op TCO kan met meer inzicht in risico’s en prestaties en waar de verantwoording ligt is ook bekend, wie wil dat niet?

wenst en wat hij waarneemt is de GAP 5 opgebouwd over deze 4 kuilen. Dat gat is niet meetbaar en kan binnen de bedrijfsprocessen botsen. Het gaat dan namelijk niet meer over je meetbare ‘product’ maar over je dienst! Kun je jouw opdrachtgever (OG) beter van dienst zijn? Krijg je met toegevoegde waarde en kennis een beter rendement dan met je product? Is je relatie met de klant de afgelopen 40 jaar sterk veranderd? Duurt je werkrelatie langer dan de contractduur?

Waarom beginnen we er dan niet mee? “Kijk, de bal is het essentiële onderdeel van het spel”. Als veteraan, ook in Beheer & Onderhoud, merk ik dat bedrijfsprocessen botsen met de praktijk, net als in militaire dienst. Op kantoor ziet men B&O als product en loopt het mee in de Prince2 processen van een project, maar in het veld ziet men B&O als dienst en heeft men een verwachting die verder gaat dan het product. Toen ik jaren geleden de cursus Technisch Beheer deed, kwam ik in een facilitaire norm de Gap5 tegen die visueel iets meer duidelijkheid verschafte. Reageren op iets wat iemand schriftelijk heeft gevraagd (2e kuil) en dat vervolgens maken en leveren (3e kuil) is heel goed als product binnen Prince2 te verwerken.

De B&O praktijkmensen zijn getraind om de wens van de klant te laten uitkomen. Ze begrijpen de opdrachtgever beter omdat het nu eenmaal ander type mensen zijn dan projectmensen. Het zijn veelal meer technisch gedreven mensen-mensen dan de projectleiders op kantoor en snappen het spel met de opdrachtgever. Het spel van B&O is in de voorbije 40 jaar niet veel veranderd. Er is wel meer structuur gekomen en nieuwe normering waardoor het spel complexer en sneller is geworden, maar de uitdaging is er om de relatie met je klant weer goed te krijgen. Ga naast je klant staan en deze helpen, het levert meer op dan je had verwacht.

Maar, is hetgeen schriftelijk is gevraagd nu wel wat de opdrachtgever (OG) heeft bedoeld? Daar zit je 1e kuil! En is wat je levert ook dat wat de opdrachtgever waarneemt (4e kuil)? Tussen wat de OG

En om ook met Cruijff te eindigen: ‘Je moet schieten anders kan je niet scoren’ < Tom van Briemen Strategic Technical Asset Manager PVM

35


BRANDED CONTENT <

Onderhoud is behoud Goed industrieel onderhoud borgt primaire bedrijfsprocessen, verlengt de levensduur van installaties en gebouwen en zorgt voor een veilige werkomgeving. Bedrijven die hun industrieel onderhoud in handen geven van B&R Groep in Zaltbommel halen 35 jaar ervaring en vakmanschap in huis en een dienstenpakket dat klanten van a tot z ontzorgt. B&R Groep directeur Hermi Pootjes: "Wij zijn een no-nonsense bedrijf dat meedenkt met de opdrachtgever." Als voorbeeld van dat meedenken noemt Hermi Pootjes de complete conservering van de verkeerstoren Schiphol Centrum. B&R Groep ontwierp, produceerde en plaatste er het hele bereikbaarheidssysteem voor het onderhoud. Pootjes: "Wij bedachten en maakten voor de klant een hbi op maat; een gesegmenteerde hangbakinstallatie die langs de ronde betontoren omhoog en omlaag bewoog. Dat was voor deze onderhoudsklus de goedkoopste én de beste oplossing."

Slimmer en op maat Op maat voor de klant en diens klus een alternatief bedenken dat slimmer, beter, duurzamer en goedkoper is dan de standaardoplossing, het illustreert volgens Pootjes ten voeten uit de betrokkenheid waarmee B&R Groep zich onderscheidt in de markt voor industrieel onderhoud. Het zorgt er voor dat klanten als Varo, Koole, Amsterdam UMC, Heijmans, Dura Vermeer, EMA, AVR, Alkion, Nieuwpoort Beton en Rijkswaterstaat graag een beroep doen op de dienstverlening van het bedrijf uit Zaltbommel.

Integrale dienstverlening

Niets is onderhoudsvrij

‘Wij zijn een nononsense bedrijf dat meedenkt met de opdrachtgever’ 36 december 2021

Die dienstverlening is breed. Industrieel straal- en schilderwerk, bouwen en verbouwen, renovatie en restylen, industriële reiniging, conditiescans, slopen en vastgoedonderhoud: B&R Groep biedt een integraal pakket aan diensten op het gebied van industrieel onderhoud. Die bandbreedte heeft voor klanten een groot voordeel: ze hebben voor al hun onderhouds- en conserveringswerkzaamheden één enkel aanspreekpunt en hoeven niet elders extra diensten in te kopen.

Meerwaarde 'Niets is onderhoudsvrij', is al jarenlang het motto van B&R Groep. Hermi Pootjes: "Industrieel onderhoud creëert meerwaarde. Een bedrijf dat kiest voor preventief coaten, voorkomt dat op een gegeven moment gestraald moet worden. Industrieel schoonmaken zorgt op zijn beurt weer voor een latere degradatie van je coating. Zo bespaar je als bedrijf geld: installaties en gebouwen zien er beter uit, gaan langer mee en bieden een veiligere werkomgeving, met minder storingen en productieuitval."


2 1

4 3

15

17 11 16 8 10 7 9 5 6

Een kleine greep uit ons werkgebied en onze werkzaamheden: 1. 2. 3. 4. 5. 6.

Schepen en zandzuigers stralen en conserveren Containerkranen stralen en conserveren Portaalkranen stralen en conserveren Markering en belijning aanbrengen Lichtstraten renoveren Binneninstallaties en -constructies stralen en conserveren

7. Markering en belijning inpandig aanbrengen 8. Vloeibare dakbedekking/ afdichtingen aanbrengen 9. Montage dak- en gevelbeplating 10. Dakveiligheid aanbrengen 11. Overheaddeuren conserveren

12 13

14

12. Reclame en belettering aanbrengen 13. Silo's, constructies en transportbanden stralen en conserveren 14. Tanks en leidingwerk stralen en conserveren 15. Metalen en kunststof kozijnen conserveren 16. Vloeren coaten 17. Stalen daken conserveren

Certificeringen

Interne opleiding

Klanten van B&R Groep profiteren van ruim 35 jaar ervaring en vakmanschap in het uitvoeren van industrieel straal- en schilderwerk, door een bedrijf dat zijn kwaliteit en expertise borgt met certificeringen. Zo beschikt B&R Groep over de VCA**2017/6.0 certificering, ISO 9001:2015 en ISO 14001:2015. Pootjes: "Die laatste certificering is voor een industrieel schildersbedrijf vrij uniek." Nieuw is de BRL-K746, voor gecertificeerd conserveren van drinkwaterleidingen en bassins. Achterliggend idee bij al die certificeringen: "Wij bieden exclusiviteit en willen in de branche een verschil maken met industrieel onderhoud van hoge kwaliteit en met zo min mogelijk opleverpunten." Die hoogwaardige dienstverlening levert B&R Groep vanaf de komende zomer vanuit een nieuw bedrijfspand, dat B&R Groep zelf ontwierp en momenteel zelf bouwt, naast het bestaande pand aan de Toepadweg in Zaltbommel.

Om de kwaliteit van het industrieel onderhoud ook in de toekomst te borgen, ontwikkelt B&R Groep momenteel een vakopleiding. Hermi Pootjes: "Studenten van de Hogeschool Tilburg hebben voor ons een opleidingsplan uitgewerkt om jonge mensen op te leiden op het gebied van stralen, spuiten en schilderen, veiligheid, milieu en duurzaamheid. Ons nieuwe pand biedt ruimte en faciliteiten voor een interne opleiding waarin mensen het vak gericht kunnen leren. Wij staan daarbij open voor samenwerking met collegaschildersbedrijven, om met elkaar de veiligheid en de kwaliteit in de gehele branche te verhogen en iets te doen aan de grote vraag naar goed opgeleide vakmensen." Benieuwd naar de mogelijkheden voor uw bedrijf, scan dan deze QR code en kijk hoe B&R Groep u kan ontzorgen.

Onderhoud zorgt voor meerwaarde vca**

37


Kort Renovatie Berlagebrug Amsterdam Gemeente Amsterdam en aannemer Mobilis gaan voor samenwerking in het contract voor werkpakket 1. Dit betreft de vervanging van het stalen val en het bewegingswerk van de monumentale Berlagebrug. Vernieuwing De Berlagebrug (brug 423) is een elektromechanisch aangedreven basculebrug. Dit Rijksmonument uit 1932, voldoet niet meer aan het wettelijk gestelde veiligheidsniveau en veroorzaakt al geruime tijd overlast bij de omgeving, bij gebruikers en bij de bediening. Klachten gaan o.a. over geluidsoverlast, verminderde beschikbaarheid tijdens warme periodes, slijtage van de mechanische uitrusting, vervorming van het beweegbare gedeelte en scheurvorming in het brugwachtershuisje. Mobilis is drie maanden geleden gestart met de voorbereidende werkzaamheden.

Restauratie rijksmonument Over enkele weken wordt gestart met de monumentale restauratiewerkzaamheden aan de Berlagebrug. Bij dit rijksmonument horen ook de Schollenbrug, twee roeiloodsen en de kademuren. Het gaat hierbij om het restaureren en vervangen van metselwerk, voegen, smeedwerk en natuursteen. In het najaar wordt hiervoor een tweede aanbesteding gehouden. Vanaf de zomer 2023 start Mobilis met de uitvoering en wordt het beweegbare deel van de Berlagebrug vervangen. Tegelijkertijd vervangt het GVB het spoor en wordt er gewerkt aan de fietspaden. Er komt een hulpbrug voor fietsers, voetgangers en nood- en hulpdiensten. De Berlagebrug is dan 16 weken buiten gebruik. <

Provincie klaar voor winterkou De provincie Noord-Holland is klaar voor een winterse gladheid. Dat bleek onlangs tijdens een vlootschouw bij het Steunpunt Uitermeer in Weesp. Hier werden de verschillende voertuigen geïnspecteerd waarmee de provincie in geval van sneeuw en gladheid de provinciale wegen strooit. Voor komende winter zijn er verschillende innovaties doorgevoerd die ervoor zorgen dat het strooien veiliger, sneller en schoner wordt.

Een andere innovatie is het automatisch strooien. Op sommige plaatsen is het nodig breder te strooien. Dat gebeurt bijvoorbeeld bij een bushalte of afslag. Tot op heden moest de bestuurder de stand van de strooier dan handmatig aanpassen. Een automatische strooier weet door een gps op welke plek, welke stand gewenst is. De bestuurder kan zich daardoor volledig focussen op de weg en het strooien neemt minder tijd in beslag.

Provincie klaar voor winterkou De belangrijkste vernieuwing is het strooien met FS50. Dit is een vakterm voor een mengsel dat bestaat uit 50% zout en 50% ‘natte component’. Natte component is water waaraan maximaal 20% zout is toegevoegd. Dit zorgt ervoor dat het zout na het strooien ook op de weg blijft liggen en niet door het verkeer in de berm wordt gereden. Voorheen werkte de provincie met een mengsel van 70% zout en 30% natte component. Door de aanschaf van nieuw strooiapparatuur is er minder zout nodig. De verhouding is nu 50/50. Daardoor wordt er minder zout verbruikt, wat beter is voor het milieu.

Wegbeheerder De provincie is wegbeheerder voor 650 km weg en onderhoudt ook fietspaden en vrij liggende busbanen. Vanuit acht steunpunten zorgt de provincie er met 50 voertuigen voor dat de wegen ook bij gladheid goed begaanbaar zijn. Wanneer de wegen glad zijn door sneeuw of ijzel, werken er per dag zo’n 200 mensen aan het begaanbaar houden van de wegen. De provincie organiseert elk jaar bij alle steunpunten een vlootschouw waarbij al het materieel dat nodig is om de gladheid te bestrijden wordt gecontroleerd. <

38 december 2021


Visie op onderhoud Er komt een hoop op ons af wanneer je kijkt naar ontwikkelingen op onderhoud. Inflatie, een tekort aan technisch personeel en langere wachttijden voor grondstoffen zijn onderwerpen van gesprek, thema’s waar we niet altijd invloed op hebben. Voor deze KIJK OP zoom ik in op waar wij met de sector wél invloed hebben. Ik noem daarvoor drie focuspunten. De gemene deler voor het welslagen hiervan is veelal ‘communicatie’.

KIJK OP <

Edwin van de Woestijne Foto: NEVAP

> Beleggen met eeuwigheidswaarde. Met beleggen met

Edwin van de Woestijn

eeuwigheidswaarde bedoelen we bij a.s.r. real estate dat je het pand in stand weet te houden, niet alleen voor de huurder, ook voor de volgende generaties. We zijn rentmeester van de objecten die we in portefeuille hebben. Instandhouding van wat je hebt en wat goed is, is altijd beter dan sloop en vervanging. Sterker nog, de kern van je onderhoudsdoel is ‘instandhouding’. Daarmee behoed je het voor verval en blijft het aantrekkelijk voor de markt.

Managing Director Commercial Real Estate van a.s.r. real estate en Fund Director ASR Dutch Prime Retail Fund en Bestuursvoorzitter NEVAP

> Succes bij commerciële verhuur. Dat brengt mij direct bij het volgende punt: wanneer het pand er goed uitziet, de verf niet bladdert, de vloeren schoon zijn en installaties up to date, ben je beter in staat een nieuwe huurder aan te trekken. Goed onderhouden gebouwen verhuren zich makkelijker, dat is niet iets van nu, maar van alle tijden. De verhuurder blijkt in staat te investeren in het gebouw, een verantwoordelijke partij om mee in zee te gaan.

> Verduurzaming. Over verantwoordelijkheid gesproken: Paris Proof 2050 is een opgave waar we gezamenlijk eigenaar van zijn. Wij gebruiken de meerjarenonderhoudsbegroting en -planning voor ons stappenplan om de panden te verduurzamen op weg naar een Paris Proof Portefeuille. Dat houdt in dat we flink moeten besparen op energieverbruik en alternatieve energiebronnen gaan aanwenden. Dit doen we in stapjes, samen met de huurder. We gebruiken de planning als leidraad om met elkaar het meest passende moment te bepalen. Stel dat ik een winkelpand nú wil verduurzamen terwijl ik daarmee goede installaties en dakbedekking weggooi die nog niet aan

vervanging toe waren, dan is dat zonde. Tel daarbij op dat de huurder het moment niet vindt passen bij zijn eigen planning om het interieur te transformeren, dan zit je mogelijk in een patstelling. Het mooiste is dat je, in samenwerking met je huurder, die van onderhoud en opknapbeurten voor de winkel zo goed mogelijk afstemt zodat je het dagelijks onderhoud, de modernisering van de formule én daarbij ook je stappen naar een Paris Proof-gebouw kunt realiseren. Zo werk je aan verduurzaming van het gebouw en aan dat van je relatie met de klant. Communicatie is volgens mij in alle bovenstaande gevallen cruciaal, het bindmiddel zogezegd. Het zit in hoe je de dialoog aangaat met je klant en hoe je hem meeneemt in de processen. Het zit ook in de uitvoering van het onderhoud of de vervanging: een steiger komt een keer voor de deur en de koelinstallatie wordt eens geplaatst. Is dat dan het juiste moment voor iedereen? De opdrachtgever, installateur, huurder, eindgebruiker, omgeving? Om dat te ondervangen heeft a.s.r. real estate integrale teams met daarin vier expertises: asset manager, accountmanager, technisch property manager en property manager. Zo kunnen we vanuit huis directer het gesprek voeren met de klant en meteen afstemmen met de verschillende (uitvoerende) partijen. <

‘Goed onderhouden gebouwen verhuren zich makkelijker’ 39


SAFETY DELTA NEDERLAND <

Foto: SDN

Roadmap Asset Management:

Start met een ‘Beheerste Onderhoudsorganisatie’ Asset Management gaat over professioneel beheer en instandhouding van industriële installaties, ook wel assets genoemd. Het streven is om maximale waarde te halen uit de assets door continu het economisch optimum te zoeken tussen technische prestaties, kosten en risico’s gedurende de totale levensduur van de assets. 40 december 2021


‘ ’

‘De Beheerste Onderhoudsorganisatie is het startpunt van goed Asset Management’

wijze ontstond de behoefte aan een Roadmap Asset Management. Een studie werd uitgevoerd door onderzoeksbureau Mainnovation in opdracht van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, Safety Delta Nederland, VNCI, VNPI en VOTOB. Daarnaast hebben verschillende organisatie en bedrijven hun kennis gedeeld. Een goede implementatie van Asset Management vereist maatwerk, leiderschap, een goede business case, steun van de directie en wordt geholpen door het toepassen van nieuwe technologie. Als startpunt werd door Mainnovation een Asset Management Procesmodel ontwikkeld. Hierbij werden primaire en secundaire werkprocessen gegroepeerd in drie focusgebieden: asset-gerelateerde processen, strategische processen, en project-gerelateerde processen. De mate van implementatie van deze processen bepaalt het volwassenheidsniveau Asset Management. Hierbij is ‘De Beheerste Onderhoudsorganisatie’ het startpunt van 4 niveaus.

In de (petro)chemische sector zijn risico’s op veiligheidsgebied een zeer belangrijk aandachtspunt. Met een goede implementatie van Asset Management kan een structurele en duurzame bijdrage worden geleverd aan het verbeteren van het bedrijfsresultaat, het verjongen van de asset base en het verbeteren van de veiligheid ofwel de integriteit van de assets. Veroudering van installaties is geen kwestie van leeftijd, maar van de conditie van de installaties. Die conditie is te beïnvloeden. Restlevensduur is belangrijker dan de leeftijd. Asset Management richt zich op het bewaken van de levensduur van het installatiepark en het tijdig opstarten van investeringsprojecten om de veiligheid te kunnen garanderen en de concurrentiekracht te behouden én te versterken.

> Niveaus van volwassenheid in Asset Management. Koploper bedrijven onderscheiden zich door een professionele aanpak van Asset Management. Zij houden de condities van de assets optimaal en gaan veroudering tegen. Om de totale (petro)chemische sector te laten profiteren van deze nieuwe, slimme werk-

Niveau 1 - De Beheerste Onderhoudsorganisatie Dit niveau wordt getypeerd door een korte termijn focus op instandhouding en het bewaken van de technische integriteit van de >

Hoe te beginnen? Bereiken van Niveau 1 is geen vanzelfsprekendheid. Er zijn onderhoudsorganisaties die geen of onvoldoende grip hebben op de processen. Onderhoud gebeurt veelal reactief en de technische dienst functioneert als een brandweerorganisatie die vooral probleemoplossend bezig is. Wie nog niet op Niveau 1 opereert, maar zich wel wil of moet gaan focussen op asset management, zal eerst de onderhoudsorganisatie moeten professionaliseren. De werkprocessen en basisveiligheid moeten eerst op orde zijn. Voor meer informatie: https://www.safetydelta.nl/ aipsm-2019-0004-ontwikkelen-roadmap-asset-management/

41


vanuit de bedrijfsdoelstellingen, niet alleen op het gebied van veiligheid en techniek, maar ook op bedrijfseconomisch vlak. Dit kan vervolgens worden meegenomen in de levensloopplannen van verschillende installaties of installatiegroepen. Het Asset Register is uitgebreid met actuele conditiegegevens van de assets, die voortkomen uit digitale inspecties en real time condition monitoring. De beschikbaarheid van reservedelen-leveranciers wordt actief bewaakt en oplossingen worden bedacht als de reservedelen niet meer geleverd kunnen worden (Obsolescence Management). Verder wordt met Design for Maintenance in de ontwerpfase al rekening gehouden met betrouwbaarheid en onderhoudbaarheid van de installaties.

Cover Roadmap Foto: SDN

>

installaties. De organisatie beschikt over een basis Asset Register in een Enterprise Asset Management (EAM)-systeem en een goed doordacht preventief onderhoudsplan op basis van Failure Mode & Effect Criticallity Analysis (FMECA)-studies en/of Reliability Centered Maintenance (RCM)-studies. Als er modificaties worden doorgevoerd in de fabriek, dan worden aan de hand van het Management Of Change (MOC)-proces de wijzigingen ook doorgevoerd in tekeningen, documenten en systemen. Niveau 2 - De Basis Asset Management Organisatie Bedrijven die op dit niveau actief zijn, hebben een duidelijke Asset Management-visie en een aparte Asset Management-organisatie of -functie, die opereert naast de onderhoudsorganisatie. Hiermee krijgen deze bedrijven zowel een korte termijn als lange termijn focus op de prestatie van de installaties. Er wordt gewerkt vanuit een Long Term Asset Plan (LTAP) en de restlevensduur wordt bewaakt met periodieke levensduurinspecties, Life Time Extension (LTE)-assessments en trendanalyses. Hierbij wordt voornamelijk gekeken naar technische veroudering en veroudering als gevolg van veiligheidsrisico’s. Vervangingsinvesteringen worden onderbouwd met een risico-matrix. Niveau 3 – De Professionele Asset Management Organisatie Typerend voor organisaties die werken op dit niveau is een uitgewerkt Strategisch Asset Management Plan (SAMP). Hierin zijn de lange termijn doelstellingen voor Asset Management uitgewerkt

42 december 2021

Niveau 4 - De Best Practice Asset Management Organisatie Bij deze organisaties is Asset Management sterk verankerd in het bedrijfsbeleid en wordt vertegenwoordigd in de directie. Er wordt niet alleen naar technische, economische en veiligheidskundige veroudering (compliance) gekeken, maar ook naar commerciële veroudering. Er wordt gewerkt met een Asset Register met volledig geautomatiseerde health indicatoren zodat continu de staat van de assets worden gemonitord. Dit wordt ondersteund met Predictive Maintenance-technieken, waarbij met behulp van Artificial Intelligence en Machine Learning voorspeld wordt wanneer storingen in de toekomst gaan optreden en wanneer de eindelevensduur wordt bereikt. Er wordt altijd gestuurd op het maximaliseren van de economische waarde gedurende de gehele levensduur van de assets, inclusief het mitigeren van HSE-risico’s. Daarvoor wordt de installatie zo goed mogelijk afgestemd op gebruiks- en onderhoudsprocessen. Dit begint al bij het ontwerp.

> Groeien in volwassenheid. Groeien in volwassenheidsniveau vraagt om een gestructureerde aanpak. Als een bedrijf aan de slag wil gaan met asset management, dan dienen een aantal processen ingericht te worden. De Roadmap Asset Management hanteert het volgende stappenplan: 1. Meet het huidige volwassenheidsniveau met de Checklist Asset Management 2. Bepaal het ambitieniveau van de toekomstige Asset Management-organisatie 3. Verbeter via het Asset Management Verbeterplan 4. Borg de nieuwe werkwijze en stuur bij Om het huidige niveau te bepalen, is een Checklist Asset Management ontwikkeld. Deze checklist bevat voor negen processen criteria per volwassenheidsniveau. In de checklist kan worden aangeven welke criteria op dit moment van toepassing zijn. Hiermee ontstaat een beeld van het huidige volwassenheidsniveau per proces en van de totale asset management-organisatie. De ingevulde checklist, te beschouwen als een nulmeting, geeft ook inzicht in wat verbeterd kan worden om te groeien naar een volgend niveau. Een Asset Management Verbeterplan helpt vervolgens om stap voor stap naar het volgende volwassenheidsniveau te komen. <


Kort Conditiegestuurd onderhoud Bakker Sliedrecht schakelt als een van de eerste bedrijven in de maritieme sector deels over van tijdgestuurd onderhoud naar conditiegestuurd onderhoud. Daarbij worden de daadwerkelijke status en conditie van elektrische aandrijfsystemen en componenten gemonitord. De kostenbesparende methode zorgt ervoor dat onderhoud, reparatie en vervanging pas gepland en uitgevoerd worden als dat nodig is.

Tijdgestuurd onderhoud richt zich volgens het bedrijf op het periodiek reviseren of vervangen van motoren, aandrijvingen, transformatoren, componenten of onderdelen hiervan. In veel gevallen kunnen deze onderdelen echter veel langer mee dan de voorgeschreven termijn van de fabrikant. Juist in de offshore- en baggersector, waar schepen niet altijd volcontinu in bedrijf zijn.

houd kan plaatsvinden op een geschikter tijdstip. Dat betekent dat onderdelen langer in bedrijf kunnen blijven of minder onderhoud nodig hebben. Het grootste voordeel van de nieuwe werkwijze is dat de onderhoudscyclus kan worden geoptimaliseerd rond de werkelijke levensduur van de apparatuur, in plaats van vervanging vooraf te plannen.

Kostenbesparing voor scheepseigenaren- en operators Bij conditiegestuurd onderhoud wordt op basis van visuele inspecties en elektronische metingen gemonitord. De verzamelde data maakt inzichtelijk wanneer onderhoud, revisie of vervanging echt nodig is. Hierdoor kan het vereiste onderhoud op een geschikter tijdstip worden uitgevoerd. Daarnaast controleert het systeem de apparatuur en is het in staat het optreden van waarschijnlijke storingen te voorspellen. Conditiegestuurd onderhoud voorkomt onnodige reparaties en vervanging als metingen aantonen dat onder-

Toepasbaar in maritieme en industriële sector De nieuwe onderhoudsmethode is al ingevoerd en toegepast bij diverse bagger- en offshorebedrijven, maar ook industriële partners. Voor enkele baggerschepen wordt bijvoorbeeld van de voortstuwing de lagers van generatoren en elektromotoren gemonitord op basis van conditiegestuurd onderhoud. Ook containerterminal Rotterdam World Gateway (RWG) op de Tweede Maasvlakte heeft Bakker Sliedrecht ingeschakeld om met deze methode de frequentieregelaars en de circuitbrekers van zestien geautomatiseerde containeroverslagkranen te onderhouden.

Foto: Bakker Sliedrecht

Efficiëntievoordelen op langere termijn Momenteel gebruiken servicemonteurs hun laptop om data te verzamelen en te analyseren bij het uitvoeren van conditiemetingen. Op het scherm worden dan meteen de afwijkingen en de afkeuringswaarden zichtbaar. Bakker Sliedrecht wil deze data op termijn automatisch op afstand kunnen uitlezen en verder automatiseren. Door het verzamelen en vergelijken van de data van meerdere assets, kan Bakker Sliedrecht op termijn ook zien of processen aan boord wel efficiënt verlopen en waar ze verder kunnen worden verbeterd. Op basis van waarnemingen uit geanalyseerde data kunnen ze adviezen uitbrengen richting de klant. Bijvoorbeeld over een onderwaterpomp die vaak tegen de cavitatiegrens aanloopt. Dan kan bijvoorbeeld geadviseerd worden het toerental te wijzigen. <

43


WET- EN REGELGEVING <

Foto: NVDO

Governance Code Veiligheid in de Bouw (GCVB) Het aantal dodelijke ongelukken in de bouw blijft stijgen en de bouwsector steekt met kop en schouders boven andere sectoren uit. Om deze trend te breken, heeft een aantal toonaangevende bouwondernemingen en opdrachtgevers de Governance Code Veiligheid in de Bouw (GCVB) opgericht. In de Governance code Veiligheid in de Bouw hebben bouwondernemingen en opdrachtgevers (bouw, weg-, water-, spoorinfra en installatietechniek) gezamenlijke uitgangspunten en kernwaarden op het gebied van veiligheidscultuur en veiligheidsgedrag vastgelegd. Het doel van deze code is gezamenlijk met opdrachtgevers en –nemers veiligheid in de gehele keten te verbeteren.

44 december 2021

> Veiligheid in Aanbesteding (ViA). De ondertekenaars van de Governance Code Veiligheid in de Bouw conformeren zich ook aan de gezamenlijke afspraak Veiligheid in Aanbestedingen (ViA). Deze afspraak houdt in dat vanaf 1 januari 2022 opdrachtgevers die de code hebben ondertekend veiligheidsbewustzijn als verplichting opnemen in aanbestedingen of contracten.


‘Veiligheidsbewustzijn van organisaties meetbaar, inzichtelijk en vergelijkbaar maken’

Concreet betekent dit dat vanaf 2022 opdrachtgevers de Veiligheidsladder hanteren als eis bij aanbestedingen. Om veiligheidsbewustzijn een gezamenlijke verantwoordelijkheid te maken binnen de keten, wordt de Veiligheidsladder certificering niet alleen gevraagd van opdrachtnemers, maar ook van de opdrachtgevers. Vanaf 1 januari 2022 is de verplichting tot minimaal trede 2 van de Veiligheidsladder en vanaf 1 januari 2024 is dit trede 3.

de veiligheidsladder en VCA, worden gecombineerd tot één systeem. De gezamenlijke branches vinden de veiligheidsladder, die een aantal aannemers wil invoeren een te forse administratieve en financiële last. De sectoren erkennen dat ook VCA-certificering voor verbetering vatbaar is, maar vinden dat het beter is om dit systeem dan aan te passen.

> Invoering uitstellen. Eerder hebben de gezamenlijke bran> Aandacht voor veiligheid in aanbestedingen en contracten. Veiligheidsbewustzijn wordt als verplichting opgenomen in veel aanbestedingen en contracten in de bouw, dat hebben de ondertekenaars van de Governance Code Veiligheid in de Bouw (GCVB) afgesproken. Vanaf 2021 hanteren zij de zogenoemde Veiligheidsladder om het veiligheidsbewustzijn van organisaties die opdrachten voor hen uitvoeren meetbaar, inzichtelijk en vergelijkbaar te maken. Om het veiligheidsbewustzijn als keten te verhogen wordt er niet alleen certificering gevraagd van opdrachtnemers, ook de opdrachtgevers laten zich certificeren. In de bouw gebeuren nog steeds ernstige ongevallen. Het gedrag van werknemers is daarbij ook een bepalende faalfactor. Gebrekkige communicatie en afstemming; gevoelde werk- en tijdsdruk; en niet adequaat reageren op onverwachte situaties zijn allemaal belangrijke oorzaken van ongelukken. Volgens onderzoek van de Inspectie SZW, hebben een hoger veiligheidsbewustzijn en een sterke veiligheidscultuur juist op deze elementen een positief effect. De ondertekenaars van de GCVB zijn ervan overtuigd dat veiligheidsbewustzijn in aanbestedingen en contracten leidt tot minder ongevallen op de bouwplaats.

> Bezwaar gemaakt. Twaalf branches die direct te maken hebben met de bouw willen dat alle losse veiligheids-initiatieven, zoals

ches de Governance Code Veiligheid in de Bouw (GCVB) al om uitstel van de implementatie van de Veiligheidsladder gevraagd in verband met beperkte auditcapaciteit. Dit is door de organisatie van de GCVB afgewezen omdat zij de beperkte auditcapaciteit door gefaseerde invoering als een beheersbaar risico beoordelen en daarom houden ze vast aan implementatie per 1 januari 2022.

> Interpretatie grootste bezwaar. De branches (Techniek Nederland, AFNL, Cumela, Bouwend Nederland, Metaalunie, MKB-Infra, NVAF, OnderhoudNL, TLN, VERAS, VHG & VVT) delen dit standpunt niet en voorzien (extra) kosten en conflicten bij naleving en handhaving in toekomstige aanbestedingen. Kenmerkend voor de gang van zaken vinden zij de manier waarop is omgegaan met de zogenaamde risicomatrix die bepaalt aan welke eisen je als bedrijf moet voldoen. Zij hadden gewezen op een verschil in interpretatie van de ‘risicomatrix’ (beslistabel) in de praktijk. Aanpassing hiervan werd door de GCVB gedaan zonder inhoudelijke afstemming met de branches. Ze constateren dat de doorgevoerde wijzigingen de beslismatrix weliswaar duidelijker maakt, maar dat deze nieuwe en soms zwaardere implicaties voor diverse betrokken sectoren en branches hebben. De organisaties vinden dat dit soort zaken voorkomen moet worden en vragen daarom aan de organisatie achter de GCVB om zaken formeel en structureel af te stemmen met de branches. <

45


SAMENWERKING <

Nieuw partnership Ultimo en Axians Enterprise Asset Management (EAM) software vendor Ultimo en IT Solution Provider Axians breiden hun samenwerking uit. Dankzij dit partnership helpen zij bedrijven bij het optimaliseren van hun onderhoudsstrategieën. Axians helpt organisaties met vragen op het gebied van Business Analytics om zo waarde te genereren uit data. Ultimo biedt bedrijven met haar Enterprise Asset Management software de mogelijkheid om de levensduur van assets te vergroten en om de arbeidsproduc-

46 december 2021

tiviteit te optimaliseren. Met het partnership bieden zij gezamenlijke klanten in de industriële sector een nieuwe mogelijkheden voor datagedreven onderhoud.


‘Partnership helpt onderhoudsstrategieën optimaliseren’

momenten tijdens de productie zich verstoringen aan dienen. Dit helpt om onderhoudsstrategieën te optimaliseren en zo een betere afstemming te creëren tussen operatie en maintenance”.

> Processen optimaliseren. Tom Mathijssen, Business Con-

Foto: Ultimo

> Dashboards gefundeerde beslissingen. Dankzij deze samenwerking worden organisaties in de industrie geholpen om asset data te visualiseren en op basis van duidelijke dashboards gefundeerde beslissingen te nemen. De data van machines, gereedschap en andere onderhoudsgevoelige assets die Axians verzamelt, wordt gekoppeld aan het EAM-platform van Ultimo. Hierdoor worden storingen, onderhoud en veiligheidscertificaten via een visueel notificatiesysteem weergegeven aan klanten. Patrick Beekman, Partner Solution Manager bij Ultimo; “Bij productiebedrijven of andere industriële organisaties, wordt door Axians veel data verzameld rondom de status van machines, voertuigen en gereedschap. Door deze data te integreren met ons EAM-platform, zijn klanten in staat effectiever onderhoud uit te voeren en de arbeidsproductiviteit te vergroten. De samenwerking met Axians zorgt ervoor dat wij dit voor onze klanten op een visuele manier inzichtelijk kunnen maken. Klanten zijn zelf in staat te selecteren welke dashboards en indicatoren zij willen zien. Door productiedata en maintenance data te integreren, krijgt men beter inzicht op welke

sultant bij Axians, vult aan; “Data stelt ons in staat ons onderbuikgevoel te toetsen, slimmere beslissingen te nemen en processen te optimaliseren naar een niveau dat we niet voor mogelijk hadden gehouden. Het slim inzetten van data over assets is essentieel voor realiseren van lage uitval en hoge kwaliteit. Door de schat aan informatie die Ultimo biedt, te combineren met bijvoorbeeld financiële- of productiedata, bieden wij holistische inzichten die leiden tot verbetering. Door dit op de Azure cloud van Microsoft aan te bieden kunnen wij naadloos samenwerken met de klant en Ultimo, met een ongekende schaalbaarheid en het hoogste niveau van veiligheid”.

> En er is meer. Het betekent voor een gemiddelde gebruiker dat hij veel meer data dan alleen Ultimo tot zijn beschikking heeft. “Juist door meerdere databronnen (bijvoorbeeld Ultimo en Realtime productiedata) met elkaar samen te brengen en te correleren, ontstaan nieuwe inzichten. Hoe verhouden storingen zich in relatie tot daadwerkelijk productiegegevens? Wat is het effect van trillingen op het onderhoud? Dit soort data helpt ons het gedrag en de prestaties van machines beter te begrijpen. Binnen Asset Management kan dit toegepast worden om de vervolgstap te maken met betrekking tot onderhoudsstrategieën. Hierdoor wordt namelijk het toepassen van CbM (Condition based Maintenance) of PdM (Predictive Maintenance) eenvoudiger mogelijk. En dat houdt in dat Onderhoudsprofessionals veel efficiënter ingezet kunnen worden door just in time maintenance te creëren. Nooit meer te laat, maar ook zeker niet te vroeg! Daarmee wordt het onderhoud dus effectiever”. <

47


INNOVATIE <

Hoe Klinkenberg Zaanstad razendsnel innoveert

Met z’n allen op een rijdende trein springen Machinefabriek Klinkenberg Zaanstad B.V. is specialist in mechanisch transport en bulkhandling door middel van transportschroeven in diverse uitvoeringen. Het bedrijf bestaat meer dan 130 jaar en de gedegen vakkennis en expertise worden door klanten enorm gewaardeerd. Zo zeer dat Mario de Graaff, directeur-eigenaar van het productiebedrijf, kans zag om dit uit te breiden met een services-tak.

Foto: Klinkenberg Services B.V.

48 december 2021


Klinkenberg Services B.V. voert onderhoud uit aan de door hen geplaatste of vreemde machines en assets. Het doel is om bij te dragen aan het behalen van de bedrijfsdoelstellingen van hun klanten. Dit doen ze onder andere door middel van digitalisering en het toewerken naar conditie-gebaseerd onderhoud. Ondanks dat Klinkenberg Services B.V. net is opgezet, is er meer vraag naar dan verwacht. Hoe ga je daarmee om? Welke systemen spelen een essentiële rol? Hoe zorg je dat de eigen organisatie en de organisatie van de klant klaar zijn voor vernieuwing en dat ze het tempo bijhouden?

> Tekort aan technici. “We zien steeds vaker dat klanten kampen met het tekort aan goed geschoold technisch personeel. Klinkenberg wordt regelmatig gevraagd of we in dat gat kunnen springen”, zo legt De Graaff het ontstaan van de services-tak uit. “Wij hebben natuurlijk de specifieke kennis van de machines, al het naslagwerk hebben we beschikbaar en we kunnen realistische doelen bepalen. Bovendien zien we veel potentie in de inzet van conditiegestuurd onderhoud om daarmee klanten te kunnen helpen bij het behalen van bedrijfsdoelstellingen. Denk daarbij aan het verlagen van onderhoudskosten, het verhogen van de productiviteit (OEE) en het verlengen van de levensduur van bestaande machines”.

> Learning by doing. Ondanks de ambities en goede strategie, was de machinefabriek eigenlijk nog niet helemaal klaar voor de uitbreiding van Services en de benodigde digitaliseringsslag. De Graaff; “We deden nog veel op papier of in Microsoft Word, er waren nog geen onderhoudssysteem of processen ingericht en natuurlijk moesten we nog mensen trainen die bij klanten het onderhoud kunnen uitvoeren. Al deze zaken heb ik overigens nooit ervaren als problemen: klanten zijn hier vaak ook nog niet klaar voor. We kunnen samen groeien en dat vind ik juist mooi, learning by doing”.

> Flexibiliteit hoog in het vaandel. Een van de belangrijkste puzzelstukken voor succes was het kiezen en implementeren van een Enterprise Asset Management (EAM) systeem. Klinkenberg koos voor Ultimo als EAM-systeem. De Graaff; “In eerste instantie hadden we gedacht klein te beginnen om vervolgens op te schalen. We zijn blij dat het onderhoudssysteem zo flexibel is gebleken. Hierdoor konden we snel uitbreiden om aan de groeiende vraag van klanten te kunnen voldoen. Om je een beeld te geven: we bepaalden een strategie waar we naartoe wilden werken met milestones. Halverwege de implementatie bleek dat we daar al voorbij waren en we een nieuwe strategie nodig hadden”. Alle procesdata en informatie van uitgevoerd onderhoud aan machines wordt per klant opgeslagen in het EAM systeem. Daardoor wordt er een database opgebouwd waarmee verder kan worden gewerkt en geanalyseerd. Klinkenberg wil graag samen met de klant in de nabije toekomst zelf onderhoudsacties (storingsmeldingen) in het systeem gaan plaatsen. Zo kan het bedrijf snel acteren op meldingen. De Graaff; “Dit helpt ook bij onderdelenmanagement omdat de behoefte aan preventief onderhoud duidelijk wordt. Dat resulteert in professioneel magazijnbeheer dat volledig voldoet aan de vraag van onze klanten”.

> Vakgenoten onder elkaar. Als implementatiepartner maakt het bedrijf uit Zaanstad gebruik van de experts van MaxGrip. “De trein dendert bij ons voort en zo’n implementatiepartner moet op de trein kunnen springen en meerijden. Je hebt een sparringpartner nodig die luistert, meedenkt en het vak begrijpt. De consultants van

Mario de Graaff Foto: Klinkenberg Services B.V.

MaxGrip deden dat goed. Ze denken mee over de doelstellingen van het EAM-systeem die natuurlijk gekoppeld zijn aan onze eigen bedrijfsdoelstellingen, ze doen de inrichting van het systeem en de processen. Ze zorgen vooral dat wij en onze klanten er het maximale uit kunnen halen. Vakgenoten onder elkaar, zo voelt dat echt”.

> Mensen meekrijgen. Binnen een half jaar stond er een nieuw servicebedrijf met digitaal onderhoudssysteem en een nieuwe manier van werken. Dat is een flinke verandering voor het team dat werkt in de machinefabriek, voor de klanten en voor het nieuwe team ‘in het veld’ dat bij klanten onderhoud uitvoert. “Communicatie is echt de sleutel. We stoppen veel tijd in het opleiden en coachen van onze technici en ingehuurde krachten. We nemen ze mee in het proces, de samenwerking en klantcommunicatie. Onderhoudsmonteurs moeten zien wat deze nieuwe manier van werken (en hun rol daarin) toevoegt voor de bedrijfsvoering van de klant. Met elkaar, intern in de fabriek en extern in het veld bij klanten, reviewen en verbeteren we de processen en samenwerking. Het zijn soms blubberpaden waar we overheen moeten lopen, maar zolang ze begaanbaar zijn, komen we er wel”.

> Toekomst in digitalisering. “Conditiegebaseerd onderhoud is een realistische stip op de horizon die we voor elkaar willen krijgen voor onze klanten. Het EAM-systeem is een mooie digitaliseringsslag in onze groei naar dat doel. Eigenlijk is digitalisering en data-gedreven onderhoud in de breedte een belangrijk toekomstbeeld. We werken al met de connected-worker app Ultimo Go+ en ik zou op langere termijn graag willen werken met NFC tags om nog meer data en informatie slim te kunnen verbinden en te gebruiken om bij te dragen aan de bedrijfsdoelen van klanten. Digitalisering van de bedrijfsvoering van de nieuwe tak Services heeft nog een ander doel, namelijk het werven en binden van jonge technici. Digitalisering van onderhoud maakt het vak aantrekkelijker en ons bedrijf een interessante werkgever”. De Graaff concludeert; “Naast het robuuste Klinkenberg Zaanstad hebben we met de services-tak snel een mooi nieuw bedrijf neergezet dat we nog veel mooier gaan maken. We hebben veel ideeën die we graag in de praktijk willen brengen”. <

49


INSPIRE <

Sander van Ruijven Foto: privé collectie 50 december 2021


Maintain to perform De evolutie van Onderhoud naar Asset Management kent een volgende stap: Asset Performance Management (APM). Waar van oorsprong het actuele behoud van een installatie belangrijk was, is het vakgebied gegroeid naar het beheer van de installatie(s) in relatie tot betrokken mensen, kennis en systemen eromheen. Met APM weet je wat de intentie en vereiste prestatie van een installatie is, hoe deze ontworpen is en wat er nodig is om bij het gebruik ervan om de prestaties te waarborgen. In de levenscyclus van installaties komt tegenwoordig veel data beschikbaar; Asset Lifecycle Data. Vanuit het ontwerp, de test- en inbedrijfstellingsfase en as-built situatie, de gebruiks- en onderhoudshistorie. Maar meestal is die data verdeeld over meerdere informatiesystemen die beheerd worden door verschillende bedrijven of afdelingen. Dan blijft data gewoon data en wordt er geen informatie van gemaakt om de systemen optimaal en zoals ze bedoeld zijn te laten presteren. Sander van Ruijven, Asset manager Digitalisering bij Croonwolter&dros is in zijn rol juist bezig om die verbinding tussen de voornoemde systemen wél te leggen.

> Pop-up. Van Ruijven; “Als ergens in een installatie een pomp staat, wil je dat die het doet zodra dat nodig is en de juiste prestatie levert, bijvoorbeeld met het laagst mogelijke energieverbruik. Hoe weet je dan of dat zo is? Bij het ontwerp zijn er criteria gebruikt, tijdens de bouw en de levensduur is de installatie en mogelijk ook de toepassing veranderd en in de dagelijkse gang van zaken ondergaat het gebruik ook mogelijke wijzigingen. Met Asset Performance Management sluiten we deze kring”. Dat gaat verder dan de ene toepassing op die ene plek. “In de onderhoudsbeheersystemen zit veel kennis opgeslagen. Ook die probeer je te gebruiken of te relateren aan de Lifecycle data. Zo kun je bij systemen de elementen van de systeemdecompositie classificeren naar het type zodat je in de opbouw herkent dat er bepaalde componenten in het systeem zitten. En wanneer dat kritische componenten zijn, en je hebt ze ook op andere plekken toegepast, dan kan je de asset informatie mogelijk gaan vergelijken en dus ook verrijken. Wanneer een collega informatie opzoekt van zo’n component, popt er een scherm op met relevante informatie, bijvoorbeeld over updates of revisies”.

> Klapmast. Een voorbeeld uit de praktijk van Van Ruijven; “Als je informatie nodig hebt van een bepaald type camera voor in een tunnel, dan kun je met APM kijken waar dat type nog meer is toegepast. Wat zijn in die gevallen de uitgangspunten geweest voor het ontwerp, waar zijn ze toegepast en onder welke omstandigheden presteren ze en wat is de onderhoudhistorie tot nu toe. En dan de belangrijkste vraag: wat kan ik daar van leren”? Asset Performance Management maakt het opwaarderen en relateren van Lifecycle data tot waardevolle informatie om een ontwerp en toepassing te optimaliseren, mogelijk. En dat helpt weer om een betere afweging te maken en een lagere total cost of ownership te bereiken. Van Ruijven;

“Nog een cameravoorbeeld. Plaats je een camera op een vaste mast of neem je een zogeheten klapmast? Zo’n klapmast is bij aanschaf echt een factor duurder. Maar tijdens de jaren dat het product in gebruik is, zie je dat het onderhoud significant voordeliger is. Je hoeft dan niet twee keer per jaar met een hoogwerker naar de camera toe en verkeersmaatregelen te plannen maar je kan er heen, klapt hem neer, maakt de camera schoon en kan weer door”. De kunst voor deze aanpak is om Lifecycledatagedreven te (gaan) werken. En dat is nog niet zo makkelijk. Veelal staat de applicatie centraal en wordt er met professionele oogkleppen naar een systeem gekeken. De kunst is om dat met een bredere scope te doen. Van Ruijven; “Bij DBFM contracten zie je op dat punt zeker verbetering, maar is nog meer te winnen”. Het is een kwestie van willen en mogelijk maken en laten zien. Door de organisatie zo in te richten dat het gebruik en de onderhoudbaarheid van installaties centraal staan en niet puur het ontwerp, maak je betere prestaties van je installaties mogelijk. Technisch staat daar weinig voor in de weg, de mensen kunnen en moeten hier het verschil maken. <

‘Asset Performance Management volgende stap in Asset Management’ 51


ONDERHOUD <

Sproeier aangesloten op een weinig doorstroomd leidingdeel die zorgt voor verneveling op een dak kort bij een chiller. Een verdieping lager was de aanzuig verse lucht van het betreffende gebouw Foto: WeL Inspectie

Legionellapreventie: Beheer en Onderhoud van cruciaal belang Legionellapreventie krijgt een steeds prominentere rol in Beheer van Onderhoud van verschillende installatieonderdelen. Het aantal meldingen van besmettingen door Legionella is de laatste jaren opgelopen en de impact van een legionellabesmetting wordt steeds duidelijker. Iedereen kent wel iemand in zijn omgeving die te maken heeft gehad met de gevolgen van een legionellabesmetting.

Doelmatig Beheer en Onderhoud van installaties kan bijdragen tot (drink)waterveiligheid en (drink)waterhygiëne in het algemeen en is dus van groot belang. Niet alleen kunnen besmettingen met legionella en andere micro-organismen worden voorkomen/gereduceerd, maar ook krijgen verontreinigingen van bijvoorbeeld het (drink)wa-

52 december 2021

ternet minder kans. “We moeten ons bewust zijn van de risico’s en de gevolgen bij onjuiste uitvoering van onderhoud en beheer. Hebben we onze verantwoording genomen zodat gebruikers met een gerust hart de verschillende installaties kunnen gebruiken” vraagt Paul Debets, co owner WeL Inspectie zich af.


> Legionellapreventie t.a.v. verschillende Installatieonderdelen. Legionellapreventie gaat verder dan alleen legionellapreventie in drink- en warm tapwaterinstallaties. Debets; “Ook andere installatieonderdelen kennen verplichtingen en verantwoordelijkheden in het kader van Legionellapreventie. Vanuit de Wet Milieubeheer en Arbowet zijn er bijvoorbeeld verplichtingen t.a.v. proceswaterinstallaties zoals koeltoreninstallaties, luchtbevochtigings-installaties, wasstraten en overige vernevelende, watervoerende processen. Ook voor afvalwaterzuiveringsinstallaties zijn er verplichtingen vanuit Wet Milieubeheer en Arbowet”. Wet- en regelgeving is voor deze installaties echter nog niet specifiek. Na besmettingen vanuit AWZI’s in Boxtel en Son werkt het ministerie van I&W nu aan een handreiking voor Legionellabeheersing in AWZI’s.

>Risico’s in kaart brengen. Vanuit de Wet Hygiëne en Veiligheid Badinrichtingen en Zwemgelegenheden (WHVBZ) en het onderhavige besluit (BHVBZ) gelden er eveneens verplichtingen t.a.v. Legionellapreventie. Debets; “Regels t.a.v. deze Badinrichtingen en Zwemgelegenheden zullen volgens de huidige stand van zaken, per 1 juli 2022 opgenomen worden in de nieuwe Omgevingswet. Om een goede inventarisatie te kunnen maken van het noodzakelijk Beheer en Onderhoud zal men eerst de risico’s moeten bekijken. Valt betreffende installatie of installatieonderdeel onder de wet- en regelgeving, en nog belangrijker, bestaan er risico’s? Voeren we andere installaties die misschien een risico vormen? In een object dat nauwelijks vernevelende tappunten heeft in de drink- en warm tapwaterinstallatie maar waar bijvoorbeeld luchtbevochtiging plaats heeft in de vorm van besproeiing of bevloeiing, is het risico t.a.v. Legionella groot in de bevochtigingsinstallaties en minder groot in de drink- en warm tapwaterinstallaties. Ga bij de inventarisatie van je Beheer en Onderhoud dus risicogestuurd te werk en bekijk wat je verplichtingen zijn, maar ook welke taken je bijvoorbeeld niet hoeft te doen. Probeer daarnaast werkzaamheden te clusteren. Een risicoanalyse van een koeltoren en/of een luchtbevochtigingsinstallatie kan bijvoorbeeld prima gecombineerd worden met een conditiemeting”.

Top Tien Tips van WeL Inspectie: 1 Ga risico gestuurd te werk t.a.v. legionellabeheer (welke installatieonderdelen hebben verplichtingen en waar zitten de risico’s) 2 Kijk naar het gecombineerd uitvoeren van inspecties, bijvoorbeeld inventarisatie en conditiemeting 3 Kijk of metingen nodig zijn en als je meet, meet dan op risicovolle tappunten 4 Geen risico betekend geen extra maatregelen noodzakelijk 5 Laat uw adviseur meedenken in prioritering uit te voeren acties 6 Laat terugverdientijden berekenen om onnodig lang beheer te voorkomen 7 Denk aan kleinschalig onderhoud (perlators, onderhoud douchekoppen en thermostaatkranen etc.) 8 Kies voor thermostaatkranen die minder risico geven 9 Houd tekeningen actueel en zorg voor een compleet gebouwgebondendossier 10 Zorg ervoor dat onderhoud en beheer (zoals bijv. spoelen van tappunten en/of leegstandbeheer) op de juiste wijze wordt uitgevoerd en laat uw in het kader van het duurzaamheidsaspect adviseren

> Verplichtingen. Vanuit wet- en regelgeving is noodzakelijk Beheer en Onderhoud van leidingwaterinstallaties opgenomen in WB 1.4G. Zorg dat het noodzakelijke Beheer en Onderhoud compleet inzichtelijk is. Het correct uitvoeren daarvan is een verplichting. De leidingwaterinstallatie moet zo worden gebruikt, beheerd en onderhouden dat de kwaliteit van de uitvoering van de leidingwaterinstallatie zoals bedoeld in de grondslagen, waaronder veilig> heid en functioneren, is gewaarborgd.

> Van inventarisatie naar beheer. Een van de belangrijkste onderdelen van het opstellen van een correct Onderhoudsplan is het uitvoeren van een inventarisatie. Vanuit de inventarisatie kan een analyse worden gemaakt op risico’s en worden beheersmaatregelen duidelijk. Het beheersplan geeft volgens Debets een opsomming van deze maatregelen en de logboeken geven registratiemogelijkheden. “Ook worden noodzakelijke acties duidelijk. Zie deze noodzakelijke acties (technische aanpassingen) niet alleen als een noodzakelijk iets dat uitgevoerd moet worden, maar zie deze acties als risicoreductie en bekijk hierin, samen met je adviespartner de mogelijkheden voor kostenreductie. Een eenmalige actie kan een jarenlange durende beheeractie voorkomen en automatisering van een beheeractie scheelt manuren en heeft vaak een korte terugverdientijd. Vraag je adviespartner risicogestuurd mee te denken bijvoorbeeld in prioritering van technische maatregelen en laat terugverdientijden berekenen van optimalisatieacties die beheer voorkomen. Bekijk zeker de mogelijkheden van digitale tools voor Beheer en Onderhoud. Registratie van Beheer en Onderhoud is van eminent belang, niet alleen als bewijslast voor controles maar ook om de staat van uw installatie en het onderhoud en beheer te kunnen monitoren”.

Paul Debets Foto: WeL Inspectie

53


‘Denk goed na over de keuzes die je maakt (arbeid, onderhoud, energie, levensduur, verbruik en toegankelijkheid)’ >

Het beschikbaar hebben van actuele tekeningen kan een verplichting zijn vanuit beheerpakket A. Is deze verplichting er niet, dan is het zeer aan te raden toch actuele tekeningen voorhanden te hebben, zegt Debets. “Zonder actuele tekeningen is er geen overzicht en blijven veel zaken onduidelijk. Het hebben van actuele tekeningen geeft inzicht in de leidingloop, maakt het uitvoeren

van berekeningen makkelijk, geeft overzicht, helpt bij het opsporen van manco’s, maakt de communicatie eenvoudiger en helpt bijv. bij het inregelen van uw installatie. Art. 2.7 van de NEN 1006 geeft aanvullend aan dat uw een installatiegebondendossier moet onderhouden. Dit dossier bevat relevante informatie voor het gebruik, beheer en onderhoud van de installatie. Op de locatie moet de eigenaar/exploitant deze documenten beschikbaar houden en eenvoudig kunnen raadplegen. Een schematisch overzicht van de installatie wordt beschouwd als ondergrens waarbij voldaan wordt aan de eis van minimaal aanwezige bijgewerkte tekeningen”.

> Leegstandbeheer. Het aantal meldingen van legionellose

Koud waterleiding ongeïsoleerd, tegen de cv leidingen (vloerverwarming). Voldoet niet aan de eisen in de checklist Hot Spots en zal zorgen voor een verhoogde kans op groei en onnodige beheertaken zoals (dagelijks) beheer’ Foto: WeL Inspectie

54 december 2021

liet in juli van dit jaar een forse stijging zien. Vaak is zo’n stijging terug te lijden op een warme natte periode echter het (weer) in gebruik nemen van locaties die bijvoorbeeld door Corona leeg hebben gestaan kan hier ook verband mee houden. Debets; “Belangrijk bij (deel)leegstand is ook de manier van spoelen. Het spoelen van leidingdelen is van belang om verhoogde kans op groei van bacteriën (bijv. Pseudomonas aeruginosa) tegen te gaan Er zal wel een meer concrete verwijzing moeten komen naar hoe spoelmaatregelen als beheersmaatregelen dienen te worden uitgevoerd. In spoelen zijn twee werkwijzen te onderscheiden. Spoelen om uitsluitend verversing te creëren om organoleptische parameters op peil te houden of spoelen om ook loszittend vuil weg te spoelen. Zeker bij (deel)leegstand zullen bij het spoelen van tappunten met een geringe gelijktijdigheid, hoofdleidingen onvoldoende doorstroomd worden”. Om ervoor te zorgen dat er maximaal effect is van spoelwerkzaamheden beveelt Debets aan om een spoelplan te hanteren of in elk geval te spoelen met grote gelijktijdigheid. Een spoelplan wordt opgesteld op basis van WB 2.4. “Het doel van een spoelplan is om ervoor te zorgen dat er voldoende stroomsnelheid in alle leidingdelen zal optreden. Vaak wordt na leegstand direct geadviseerd om een reiniging en desinfectie van de installatie uit te voeren. Een kostbare en vaak moeilijk te organiseren klus terwijl het uitvoeren van een spoelplan vaak al het gewenste resultaat kan bieden” <


Kort NEVAP en SDN omarmen Vakblad Asset Management (VAM) VAM is blij met de nieuwe vaste partners Safety Delta Nederland (SND) en het Nederlands Vastgoedexploitatie Platform (NEVAP). Met de bijdragen van beide entiteiten krijgt VAM een nog groter bereik en wordt de inhoud van hét vakblad in Asset Management nog breder, informatiever en interessanter. NEVAP is het Nederlands Vastgoedexploitatie Platform; een onafhankelijk kennis- en innovatieplatform in de vastgoedexploitatie sector. Doelstelling van de vereniging, gevestigd in Utrecht, is het verhogen van de kwaliteit en het aanjagen van de innovatie in de vastgoedexploitatie sector. NEVAP is interessant voor alle personen en/of organisaties, die op professionele wijze betrokken zijn bij de exploitatie van vastgoed, zoals vastgoedmanagers en beleggers in vastgoed op directie- en managementniveau, overheidsfunctionarissen, docenten en studenten. Net zoals de NVDO, organiseert NEVAP diverse activiteiten, waarbij inno-

vatie in vastgoedexploitatie centraal staat, zoals Verdiepingen (strategisch/tactisch), Workshops (tactisch/operationeel), Innovatie Tafels (strategisch) en Bedrijfsbezoeken (alle niveaus). Daarbij gaat het veelal over de Klantwaarde, Kennis & Innovatie, Risicomanagement & Portefeuillestrategie, Business Innovatie en Talent Ontwikkeling. In Safety Delta Nederland (SDN) werken bedrijfsleven, overheid en wetenschap gezamenlijk aan de veiligste (petro)chemische industrie ter wereld. Nederland als topregio voor de ontwikkeling en toepassing van veiligheidsinnovaties in de (petro)chemie. SDN biedt een overkoepelend platform aan waar partijen elkaar kunnen vinden en kennis kunnen uitwisselen. SDN levert laagdrempelige toegang tot kennis en ervaringen van gebruikers over veiligheidsconcepten, zowel op het terrein van de hard-, mind- als software. Daarnaast biedt het platform kansen voor innovatie in veiligheidsconcepten. <

Onderhoud en bescherming van opslagtanks in agressieve omgevingen Opslagtanks voor afvalwater worden blootgesteld aan agressieve invloeden. MasterSeal 7000 CR versterkt de chemische weerstand, zorgt voor minder onderhoud en verlengt de levensduur. Meer informatie op

Adv-MBS_185x118_nov21.indd 1

19-11-2021 08:49

55


OPGELEVERD <

Safety Cube Methode van de Universiteit Twente Dr. Mohammad Rajabali Nejad, docent aan de faculteit Engineering Technology van de Universiteit Twente, is de uitvinder van de Safety Cube Methode en de auteur van deze Nederlands Technische Afspraak (NTA). De Safety Cube Method (SCM) beschrijft een stapsgewijs proces om integrale veiligheid te bereiken.

Safety Cube Foto: Universiteit Twente

56 december 2021


‘Veiligheidsrisico’s en risico’s op schade en ongelukken zoveel mogelijk beperken’

SCM bouwt voort op de fundamentele aspecten van veiligheid en beveiliging: de mens, het technische systeem, de omgeving van het technische systeem en hun interacties. Het leert van het verleden en bereidt zich voor op de toekomst. SCM identificeert en beheerst risico’s gedurende de gehele levenscyclus, voor zowel eenvoudige producten, als complexe systemen. De methode heeft nu een officiële NTA gekregen door een unieke samenwerking tussen Dr Mohammad Rajabali Nejad en de NEN. De NTA is ontwikkeld in een experimentele setting.

> Het Safety Cube concept. Bij de implementatie van een nieuw en innovatief product of systeem, is de basis van de succesvolle integratie veiligheid. Drie ontwerpaspecten vormen essentiële afwegingen: het technische (systeem), het menselijke (sociale) en de omgeving (milieu). De interacties tussen deze drie zijn ook van cruciaal belang, dus er zijn eigenlijk zes ontwerpoverwegingen, net zoals er zes kanten aan een kubus zijn. Dr. Rajabali Nejad legt uit; “Het kubusconcept maakt het concept tastbaar. De zijkanten van een kubus zijn allemaal even groot en dit maakt duidelijk dat elk onderdeel belangrijk is. Het ziet er eenvoudig uit, maar de Safety Cube kan rekening houden met heel veel complexe variabelen, zoals tijd en hiërarchie”.

> Ervaringen uit het veld. Chua Eu Chieh, UT-alumnus en Senior Consultant Asset Management Advisian; “Ik hoorde voor het eerst over de Safety Cube Method (SCM) tijdens mijn masteropleiding, Safety by Design. Vervolgens heb ik het toegepast in mijn onder-

zoeksthesis over veiligheidsrisicobeheer bij systemen voor de opslag van elektrische energie. De Safety Cube Method kwam goed van pas bij het uitsluiten van potentiële gevaren gerelateerd aan systeeminterfaces, wat essentieel is voor de algemene veiligheid van het systeem. Het beste van alles is dat de Safety Cube Method de andere bestaande analyse-instrumenten, zoals de voorlopige gevarenanalyse (PHA) en de ontwerpstructuurmatrix (DSM), kon integreren”. Estefanía Moras Jimenez (UT student IDE); “Door de UT colleges en een Capita Selecta gerelateerd aan de Safety Cube Method ben ik de complexe analyse die deze aanpak oplevert, gaan begrijpen. De methode geeft een overkoepelend beeld van veiligheidsgerelateerde kwesties; hoe deze uit verschillende bronnen en in verschillende stadia van de productontwikkeling naar voren kunnen komen. Of het nu wordt toegepast op een bestaande oplossing of tijdens het ontwerpproces, de methode werpt licht op aspecten die het op de markt gebrachte eindproduct alleen maar ten goede kunnen komen”. Veiligheid is een marketing must, legt Rajabali Nejad uit, maar is vaak niet expliciet aanwezig aan het begin van een ontwerpproces. Dr. Rajabali Nejad leert studenten om veiligheid te integreren in de vroegste stadia van ontwerpprocessen. De website SafetyCube. com heeft meer informatie over de ontwikkeling van de Safety Cube-theorie, samen met voorbeelden van het gebruik van deze methodologie, inclusief de integratie van stedelijke en industriële vervoersmodaliteiten. <

57


TECHNIEK <

Slimme baksteen SmartBrick maakt kademonitoring kosteneffectief en schaalbaar De eerste SmartBricks van Althen zijn geplaatst op de locatie Proefbelasting Overamstel. SmartBrick is ontstaan vanuit een innovatiecompetitie van de Gemeente Amsterdam, waar het in twee eerdere fases van dit programma de hoogste score behaalde uit 46 inzendingen.

SmartBrick wordt op dit moment geïmplementeerd om het concept te valideren, voordat het wordt uitgerold naar mogelijk 200 kilometer kades in Amsterdam. Smartbrick is een nieuwe IoT-sensor ontworpen voor betaalbare en nauwkeurige monitoring van civiele infrastructuur (kades, funderingen, gebouwen, etc.). De slimme baksteen detecteert en bewaakt helling en andere fysieke parameters met hoge nauwkeurigheid en stuurt deze gegevens direct draadloos door naar een online controlecentrum. Het is uniek in zijn combinatie van nauwkeurige dagelijkse metingen, geïntegreerde AI en ultralaag stroomverbruik, waardoor een volledig draadloos, eenvoudig te installeren, batterijgevoed en goedkoop meetsysteem ontstaat. “Smartbrick is een low-cost, hightech, plak-and-play monitoringsapparaat dat grootschalig constructies kan monitoren en zo toe-

Wat betekent de SmartBrick voor Onderhoud? SmartBrick monitort dagelijks zeer nauwkeurig de scheefstand van gebouwen en kunstwerken. Rietberg; “Door deze beweging over de tijd heen te monitoren, wordt de status van de civiele infrastructuur bepaald en kan de noodzaak voor onderhoud worden voorspeld. Hiermee wordt meer zekerheid aan de eigenaar gegeven, dure inspectie voorkomen en kan vroegtijdig onderhoud worden vervangen door gericht onderhoud waar dat nodig is. SmartBrick is ontzettend makkelijk te implementeren en zeer laag in kosten. De slimme baksteen wordt met epoxy bevestigd, verstuurd via telecom netwerken volledig draadloos data en werkt op batterij, wat maakt dat deze binnen dertig seconden kan worden geïnstalleerd (plak&play)”.

komstige instorting van kademuren en infrastructuur kan voorkomen”, zegt Bernd Rietberg, Business Development Manager Althen Industrial IoT. “Door de opkomst van nieuwe elektronica en industriële IoT worden dit soort concepten toegankelijk en schaalbaar”.

> Proefbelasting Overamstel. De proeftuin waar SmartBrick

Slimme baksteen SmartBrick Foto: Althen

58 december 2021

geplaatst is, is een uitdagend project waarin een kade gecontroleerd wordt belast tot deze daadwerkelijk naar voren beweegt. “Het project biedt ontzettend veel waardevolle data voor onderzoekers om te begrijpen hoe kadefalen tot stand komt en hoe dit tijdig kan worden voorspeld”, aldus Erik Hutcheson, projectleider van Proefbelasting Overamstel. “Door het gecontroleerde belasten van deze kade, kunnen rekenmodellen gevalideerd worden. Met dit model kunnen we straks heel precies voorspellen hoe kades bewegen en wanneer er risico optreedt en ingegrepen moet worden”.


Plaatsing eerste SmartBrick Foto: Althen

‘Smartbrick monitort of kadewanden gaan bezwijken’ > SBIR Monitoring van bruggen en kademuren. Medio 2020 nodigde de gemeente Amsterdam en RVO ondernemend Nederland uit om mee te doen met een Innovatiecompetitie voor monitoring bruggen en kademuren voor Gemeente Amsterdam (SBIR oproep). Er werd gevraagd om een innovatief voorstel in te dienen om het areaal kades en bruggen vaker, sneller en goedkoper te meten. Met in totaal meer dan 200 kilometer kade met zandlagen gefundeerde kadeconstructies, is het voor de gemeente essentieel om te weten welke kilometers prioriteit moeten krijgen. “Momenteel worden bruggen en kademuren in onze stad op traditionele wijze gemonitord en bewaakt. Dit gebeurt op slechts circa 10% van de stad, terwijl het overige deel niet zonder risico is”, aldus Casper van der Peet, technisch manager monitoring bruggen en kademuren van de gemeente Amsterdam en projectleider van de SBIR. “De SBIR is in het leven geroepen om innovatieve technieken en methodieken te ontwikkelen waarmee we in staat zullen zijn al onze bruggen en kademuren te monitoren, op een goedkopere en efficiëntere manier. Smartbrick is één van de vier winnende en veelbelovende technieken uit de SBIR die ons hopelijk verder kan helpen met deze opgave”. Zesenveertig partijen hebben zich in 2020 aangemeld bij de SBIR competitie. Acht partijen gingen door naar de eerste fase. In juli 2021

is bekend gemaakt dat Althen met drie andere partijen de competitie heeft gewonnen, waarbij Althen de hoogste score ontving. De oplossingen uit de competitie worden nu doorontwikkeld en in de praktijk getest. De laatste fase van het SBIR-traject duurt tot juli 2022, waarna SmartBrick verder uitgerold kan gaan worden in de gemeente Amsterdam. <

Hoe werkt SBIR?

SBIR (‘Small Business Innovation Research’) werkt als een gefaseerde innovatiecompetitie, waarbij per fase telkens de ondernemingen met de beste offertes doorgaan. SBIR is het inkopen door de overheid van onderzoeksdiensten om een markt te creëren waarop ze later zelf kan gaan inkopen. Een aanbestedende dienst identificeert een specifieke uitdaging en stelt een budget beschikbaar. De ondernemers met de meest kansrijke haalbaarheidsonderzoeken (fase 1) krijgen opdracht hun product verder te ontwikkelen (fase 2). Daarna kan de ondernemer de innovatie zelf op de markt brengen (fase 3), de overheid kan als eerste klant (‘launching customer’) de innovatie inkopen.

59


CursusKalender Kennis is onze kracht! Inschrijven kan eenvoudig via de maintenance academy op www.nvdo.nl

18 januari; ISO 55000 in één dag! De NVDO cursus “ISO 55000 in één dag!” geeft deelnemers waardevol inzicht in de wereldwijde normering. U maakt kennis met de inhoud en heeft aan het eind van de dag een helder en compleet inzicht in de integrale eenduidige aanpak die de norm voorschrijft. Let op: de training gaat specifiek in op de ISO 55.000 serie en behandelt slechts in hoofdlijnen het vakgebied van Asset Management, met als doel de norm te verduidelijken. Deelnemers hebben na deze eendaagse training inzicht in de toepassingsmogelijkheden van de ISO 55000 en kennen de integrale eenduidige aanpak die de norm voorschrijft.

Onderwerpen • Wat is ISO 55000 en hoe draagt het bij aan goed Asset Management • De relatie tussen ISO 55000 en andere management systemen (bijvoorbeeld ISO 9001) • Basisvereisten van een Asset Management Systeem • Toepassen van de norm • Asset Management in combinatie met Verantwoord Ondernemen • Uitgelicht: Risicoanalyse, het belang van data management en het Strategic Asset Management Plan (SAMP) Nota bene: Bij deelname aan deze eendaagse ISO 55000 cursus is uiteraard de norm, deel I inbegrepen! Bestaat je team uit ten minste 8 personen, dan organiseren wij deze waardevolle training in company

25/26 januari; Maintenance Engineering in de Praktijk De De Maintenance Engineer moet snel kunnen schakelen tussen de details van de dagelijkse problemen en beschikt over een helikopterview om een compleet overzicht van die gesignaleerde problemen te krijgen. Tenslotte moet hij zijn voorstellen voor eventuele oplossingen duidelijk en overtuigend kunnen presenteren. De taak van de maintenance engineer is om verstoringen in het productieproces en het onderhoudsproces te herkennen, te elimineren en vooral te voorkomen. Daartoe is er veel samenwerking nodig met andere bedrijfsfuncties.

Doel Het doel van deze cursus is om de (toekomstige) maintenance engineer in zijn dagelijkse werk een goede ondersteuning te bieden.

60 december 2021

Onderwerpen Dag 1 • De plaats en functie maintenance engineering in de organisatie Het takenpakket van de maintenance engineer • De relatie tussen de onderhouds- en productiefunctie • Het afstemmen van productie- en onderhoudsdoelstellingen • De kern van maintenance engineering: borgen en verbeteren van de prestatie van produktiemiddelen • De gereedschapskist van de maintenance engineer • Het analyseren en reduceren van storingen • Het opstellen van verbeterplannen Dag 2 • Het doel en het ontwerpen van onderhoudsconcepten • Van onderhoudsconcept naar onderhoudsbeheersing • Praktijkvoorbeelden onderhoudsconcept • Het invoeren van onderhoudsconcepten in de eigen organisatie • Het borgen en bijsturen van onderhoudsconcepten in de praktijk • De invloed van onderhoudsconcepten op het bedrijfsresultaat • De effectiviteit en de efficiëntie van de maintenance engineer


10,11 februari; Operational Excellence in Onderhoudsmanagement De term “Operational Excellence” staat van origine voor het zo efficiënt mogelijk aanbieden van een product of dienst. Tegenwoordig is het een fundamenteel onderdeel van goed presterende organisaties. Bedrijven hebben door de jaren heen al in detail uitgewerkt hoe ze hun productieproces “operational excellent” moeten inrichten. Onderhoudsprocessen vragen echter een geheel eigen benadering. De principes zijn dezelfde, de uitwerking is soms totaal anders dan bij productieprocessen.

Doel Na het volgen van de cursus “Operational Excellence in Onderhoudsmanagement” kent de cursist het totaalmodel van operational excellence in onderhoud en heeft hij of zij een basis om verder te kunnen werken aan het opzetten van een Operational Excellence binnen zijn onderhoudsorganisatie.

Onderwerpen • De geschiedenis en de basisprincipes van Operational Excellence • Het verband tussen Lean, TPM en Asset Management • Een totaalmodel voor Operational Excellence in onderhoud Een aantal onderwerpen uit het model: • Afstemmen van het onderhoud op de bedrijfsstrategie, budgettering en KPI’s • Organisatiestructuur • Preventief onderhoud • Autonoom onderhoud • Werkstroombeheersing • Competentiemanagement • Informatiebeheer • Reservedelenbeheer • Cultuur, verandermanagement en implementatie • Continue verbetering

Start 17 maart; Leergang R&ME Tijdens de leergang ligt de nadruk op het verwerven van vaardigheden: • Vaardigheid in methoden voor het effectief en efficiënt oplossen en voorkomen van storingen en problemen, om de prestaties van assets te verbeteren, zoals methoden voor Root Cause Analyse (RCA), Reliability Centred Maintenance (RCM) en Predictive Maintenance • Vaardigheid in methoden voor het verbeteren van onderhoudsprocessen, zoals methoden voor lean maintenance • (Inter)persoonlijke vaardigheden om persoonlijke effectiviteit in de rol als R&ME te vergroten, zoals het onbevangen kunnen leiden van verbetergroepen

De leergang R&ME is erop gericht dat de deelnemers beter in staat zijn een faciliterende rol te vervullen, als spin in het web van continu verbeteren. Het resultaat is dat zij gestructureerd en systematisch verbeterprojecten begeleiden. Met andere woorden; de deelnemers worden “kampioen” in aanpak en methoden, in het ondersteunen van teams bij het kritisch analyseren van vraagstukken en het zoeken naar creatieve oplossingen. Meer generalist dan specialist! Na afloop van de leergang beschikt de organisatie over een doelgerichte, slagvaardige verbeteraar in Asset- & Maintenance Management.

61


Risico gestuurd RCM - Van grote waarde voor infra-systemen RCM is wereldwijd een beproefde methode om te bepalen wat je moet doen in de strijd tegen storingen. Afgelopen jaar is risicogestuurd RCM3 toegepast op de veiligheidssystemen in een spoortunnel. Voor infrastructuur was de aanpak nieuw en de resultaten leidden tot een unieke verhoging van de effectiviteit van het technische beheer. Het bleek mogelijk om het aantal onderhoudsuren met 90% te reduceren en toch aantoonbaar te voldoen aan het door de overheid vastgestelde risicokader. Bij de toepassing van risico-gestuurd RCM worden tijdens een aantal formele werkgroepbijeenkomsten onder begeleiding van een RCM3-facilitator 8 stappen doorlopen. Deze 8 stappen geven invulling aan het risicomanagementproces beschreven in ISO31000. In de eerste stap worden de omstandigheden beschreven waarin een technisch systeem moet functioneren; het bedrijfsproces, het systeem, de rol van het systeem en wat er gebeurt als het systeem faalt. Ook in dit project bleek weer hoe belangrijk deze stap is. De tunnel is voorzien van o.a. een ventilatiesysteem en een overdruksysteem. De systemen worden ingeschakeld als er een brandende trein stopt in de tunnel. De kleppen van het ventilatiesysteem in het plafond van de tunnel openen om rook af te voeren. Zo ontstaat een rookvrije vluchtroute naar de trappenhuizen. Per trappenhuis is er een overdruksysteem dat het trappenhuis rookvrij houdt. Beide systemen verlagen de kans op verstikking, de mate waarop is echter verschillend. Indien er 2 of meer kleppen van 3 naast elkaar gelegen ventilatieopeningen niet in staat zijn te openen EN een brandende trein stopt in de tunnelbuis ónder of direct naast die falende kleppen DAN zal dit leiden tot gemiddeld 400 slachtoffers. Als het overdruksysteem niet of onvoldoende overdruk opbouwt EN er een brandende trein stopt bij of vlak naast dat trappenhuis DAN vallen er tot 4 bijkomende slachtoffers. In dit geval kan de kans op de dodelijke slachtoffers in een willekeurig jaar als volgt worden berekend:

De MTBF (Mean Time Between Failures) dat een brandende trein stopt in de tunnelbuis is bepaald op 10.000 jaar. Volgens de risicomatrix overeengekomen met de overheid, mag de kans dat er 400 slachtoffers vallen niet groter zijn dan 1 op miljoen. Nu kan de nog net aanvaardbare PFD (Probability of Failure on Demand) van het ventilatiesysteem worden berekend; deze is dan 1%. In de contracten is echter een eis opgenomen dat de PFD van alle beveiligingssystemen niet groter mag zijn dan 0,1%. Voor dit systeem is dat dus 10 maal strenger dan voor de doelstelling – een aanvaardbaar veiligheidsniveau – vereist is. De onderhoudsinspanning om hier aan te voldoen is dan ook groter dan nodig. Een nog net aanvaardbare kans op 4 slachtoffers is volgens de risicomatrix eens in 10.000. jaar. Dan volgt uit de formule dat een PFD van het overdruksysteem van 100% al voldoende is. Dit betekent dat het risico al aanvaardbaar is als het systeem nooit geplaatst zou zijn. De PFD-eis van 0,1% is voor het overdruksysteem is dan ook geheel misplaatst. In de PFD-eis van 0,1% voor élk beveiligingssysteem is geen rekening gehouden met de verschillen tussen de contexten van de systemen. Uit dit voorbeeld volgt duidelijk dat een dergelijke generieke aanpak niet leidt tot een kosteneffectieve risicobeheerstrategie. In het slechtste geval zou dit in een andere situatie kunnen leiden tot juist te wéínig onderhoud en resulteren in een onaanvaardbaar veiligheidsrisico. In ISO31000 wordt dan ook voorgeschreven dat risicomanagement begint met het vastleggen van de context van het systeem. Deze toepassing van RCM3 leverde uiteindelijk een strategie op waarmee aantoonbaar voldaan wordt aan alle eisen die gesteld zijn aan de beveiligingssystemen in de tunnel. Met de strategie worden nog niet eerder onderkende significante risico’s beheerst. De toepassing vergt slechts 10% (!) van het oorspronkelijke aantal onderhoudsuren. <

8,9,10 maart: Basiscursus Reliability Centered Maintenance 3 (RCM3) Tijdens de cursus leer je RCM3 kennen, de nieuwe wereldwijde standaard om een optimale risicobeheerstrategie te bepalen. RCM3 is de gemeenschappelijke taal voor alle disciplines die vereist zijn om samen het hoofd bieden aan deze complexe uitdaging. RCM3 plaatst de onderhoudsfunctie in het centrum van elke bedrijfsvoering door het belang en de toegevoegde waarde als uitgangspunt te nemen bij de strategieselectie. Deze basiscursus kan ook als in company georganiseerd worden. Een verzoek voor offerte stuur je aan info@nvdo.nl

62 december 2021


De levensduurpartner die u meer oplevert Eaton helpt u bij de levensduurverlenging en modernisering van uw schakelsystemen Met zorgvuldig asset management kunt u de levensduur van uw bestaande installaties gemakkelijk verlengen. Eaton biedt hiervoor het levensduurverlenging en modernisering programma voor installaties van o.a. het merk Holec ®, Hazemeyer®, Cutler-Hammer® en Coq ®. Power System Studies helpen hierbij om de werkelijke behoeften en risico’s in kaart te brengen. Ons lokale team van specialisten heeft

jarenlange ervaring om u hierin te adviseren. Het resultaat is een minimale minimale TCO door het garanderen van een verhoogde beschikbaarheid en een maximale levensduur. Maximaliseer de veiligheid, betrouwbaarheid en het rendement op uw investering samen met Eaton.

www.eaton.nl/services services@eaton.com


WELKE KANSEN GAAT U IN 2022 BENUTTEN? Wat zijn de prioriteiten, uitdagingen en zorgen van uw collega’s op het gebied van Enterprise Asset Management? Maak kennis met het Ultimo EAM Trendrapport en krijg een diepgaand inzicht in de stand van zaken op het gebied van asset management. Leer van de ervaringen van 360 asset managers uit heel Europa en van diverse experts, ontdek nieuwe kansen en laat u inspireren door de nieuwste technologieën. Download het rapport kosteloos via www.ultimo.com/eamtrendrapport

Live-link your assets and facilities.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.