ElektroVisie 2025 nr 5 - NL

Page 1


IN DEZE EDITIE

 Nelectra bezoekt Elektro Smets in Nijlen

 Hoe betrouwbaar is draadloze videofonie?

 In hoeverre kan 3D-printen nuttig zijn voor jou?

 Wat zegt het AREI over ruimtes met bad en/of douche?

Niko Home Control

Het slimme brein van elke hedendaagse woning

Eenvoudige integratie

Niko Home Control werkt samen met meer dan 100 topmerken zoals SMA, Duco, Atlantic en Easee, Alfen, Blitzpower.

Deze brede compatibiliteit maakt het systeem uiterst flexibel – klaar voor elk type woning en elk project.

Slim energiebeheer

Met Niko Home Control wordt je woning energiezuiniger, zonder in te boeten aan comfort:

• Gebruik je eigen zonnestroom optimaal dankzij slimme zelfconsumptie.

• Stem verbruik af op daluren via dynamische energietarieven.

• Vermijd piekverbruik met automatische sturing (peak shaving).

• Laat grote verbruikers samenwerken: warmtepomp, laadpaal, witgoed.

Je hoeft zelf niets te doen – het systeem regelt alles automatisch. Handig, efficiënt en perfect afgestemd op jouw energiefactuur.

Veiligheid en comfort

Niko Home Control zorgt voor rust en controle, ook op vlak van veiligheid:

• Alles-uitknop bij vertrek.

• Aanwezigheidssimulatie bij afwezigheid.

• Meldingen op je smartphone.

• Sferen zoals “Date Night” of “Filmavond” met één druk geactiveerd.

Je woning doet wat jij wil – automatisch of met één eenvoudige klik.

Meer info over Niko Home Control

De overheid moet een betrouwbare partner zijn

Het debat rond zogenaamde “oversubsidiëring” van grote bedrijven laaide onlangs opnieuw op. Zuhal Demir beet er in de vorige legislatuur al haar tanden op stuk. Nu legt minister van Energie Melissa Depraetere het opnieuw op tafel.

Maar waarom opnieuw een juridische strijd aangaan, terwijl de meeste van deze subsidies al dateren uit de piekperiode 2008–2010 en binnen enkele jaren vanzelf uitdoven? Het probleem lost zichzelf waarschijnlijk sneller op dan de rechtszaken die er ongetwijfeld van komen, ooit beslecht geraken.

Maar goed, de werking van justitie in ons land… dat is dan weer een ander debat…

Wie herinnert zich nog het pijnlijke debacle rond de terugdraaiende teller? Het juridische natrillen daarvan is nog altijd voelbaar. En ook dit nieuwe hoofdstuk dreigt op termijn vooral onzekerheid te zaaien. Net een moment dat onze bedrijven snakken naar duidelijkheid, stabiliteit en langetermijnkaders.

Laat ons helder zijn: oversubsidiëring mag nooit de bedoeling zijn, maar evenmin hoort men tijdens het spel eenzijdig de regels te wijzigen.

Wat vandaag écht nodig is, is investeringszekerheid. Niet enkel voor grote industriële spelers, maar ook voor onze kmo’s, zelfstandigen en particulieren die willen inzetten op hernieuwbare energie. Zonder vertrouwen in het beleid, zonder voorspelbaarheid in regelgeving, stokt de investeringszin. En zonder die investeringen, geen vooruitgang in onze energie- en klimaatdoelstellingen en evenmin in onze economie.

Bij Nelectra krijgen we dagelijks signalen van installateurs die klanten zien twijfelen of afhaken omdat de regels alwéér veranderd zijn. Een elektrische wagen aankopen en een laadpaal installeren, of investeren in zonnepanelen of een thuisbatterij: dat zijn langetermijnbeslissingen, geen impulsaankopen.

Daarom pleiten we vanuit Nelectra voor een consequent beleid, dat onze installateurs in staat stelt hun klanten correct en duurzaam te adviseren. Dat is de enige manier om als sector bij te dragen aan een bredere energie-omslag én iedereen ook mee te krijgen in deze transitie.

De start van het politieke werkjaar is hét moment om koers te zetten naar een stabieler beleid, en zo het vertrouwen van ondernemers en burgers in de overheid als betrouwbare partner, te herstellen. Nelectra reikt alvast de hand aan de beleidsmakers om hier samen richting aan te geven, en er ook echt vaart achter te zetten.

Reageren?

Fallon Declerck

Gedelegeerd bestuurder Nelectra fallon.declerck@nelectra.be

09

Blijven bijleren als installateur: de opleidingsmogelijkheden in Vlaanderen

22

Aber: verkoopsucces begint bij een doordacht winkeldesign

“ Mag ik als installateur materiaal aankopen bij een verdeler die zelf niet INCERT-gecertificeerd is?”

Informatietijdschrift voor de professionelen uit de elektrosector. ElektroVisie/ElectroVision heeft een oplage van 8.019 exemplaren en is een tweemaandelijkse uitgave van: het Nationaal Verbond van Zelfstandige Elektriciens en Handelaars in Elektrische Toestellen vzw (afgekort Nelectra), Stationlei 78 bus 1/1, 1800 Vilvoorde · BE 0410 342 662 RPR Brussel T: 02 550 17 11, info@nelectra.be, www.nelectra.be redactieraad Dirk Van Steenlandt, Eric Claus, Ludo Holemans, Rudy Van den Bergh, Danny Hermans, Linda Claeys, Fallon Declerck, Els Heyrman, Layla Redjeb, Ken Leemans, Freddy Steenackers

hoofdredacteur Els Heyrman 02 550 17 21 els.heyrman@nelectra.be reclameregie

Trevi · Thomas Lannoo Meerlaan 9 · 9620 Zottegem 09 326 74 51 thomas@trevi-regie.be

De artikels en de advertenties verschijnen onder de verantwoordelijkheid van de auteurs en de adverteerders. Overname van artikels is toegestaan mits schriftelijke toestemming van de uitgever. Lid van de Unie van Uitgevers van de Periodieke Pers.

reportages Linda Claeys linda.claeys@nelectra.be verantwoordelijke uitgever Fallon Declerck Stationlei 78 bus 1/1 · 1800 Vilvoorde 02 550 17 11 vertaling Akira Translations translations@akiratranslations.be

drukkerij Bredero Graphics administratie

Nadia Van Nuffel · 02 550 17 17 nadia.vannuffel@nelectra.be

Marian Hemerijckx · 02 550 17 18 marian.hemerijckx@nelectra.be cover Luc Daelemans

Nelectra verwerkt uw persoonsgegevens met het oog op leden- of prospectenbeheer. Indien u dit niet wil, volstaat een mail naar info@nelectra.be. U kan uw gegevens inkijken en laten aanpassen via een eenvoudig verzoek, mét bewijs van identiteit, aan Nelectra, Stationlei 78 bus 1/1, 1800 Vilvoorde of via info@nelectra.be. Met vragen of klachten over gegevensverwerking kan u terecht bij de Gegevensbeschermingsautoriteit. Het algemeen privacybeleid vindt u op onze website www.nelectra.be. Uw gegevens werden mogelijks verkregen via een externe databank. Op eenvoudig verzoek kunt u meer info verkrijgen.

Leds zijn gevoelig! Herken en verhelp flikkeren en nagloeien

3 Fallon reflecteert

De overheid moet een betrouwbare partner zijn

6 Nelectra bezoekt haar leden

Elektro Smets in Nijlen: waar uitbreiding hand in hand gaat met klantgerichte service

8 Nelectra informeert

8 Hallo Nelectra?

9 Blijven bijleren als installateur (deel 1)

11 Electrify Flanders: hét congres over de energietransitie

12 Vinger aan de pols

14 Nieuwe normen branddetectie en brandalarm gepubliceerd

16 Sectornieuws

17 Videofonie

Hoe betrouwbaar is draadloze videofonie?

20 Europa

Nieuwe Empowerment Richtlijn: van greenwashing tot garantielabels

22 RetailDate 2025

Aber: verkoopsucces begint bij een doordacht winkeldesign

24 In hoeverre kan 3D-printen nuttig zijn voor jou?

27 Dossier Verlichting

27 Welke lampen mogen nog geïnstalleerd worden?

28 Leds zijn gevoelig! Herken en verhelp flikkeren en nagloeien

31 Technische info

31 On-Off-grid-systemen: optimaal gebruik maken van elektrische energie (deel 2)

33 Wat zegt het AREI over ruimtes met bad en/of douche?

35 6 vragen aan

Nadia Van Nuffel, administratief medewerker en dossierbeheerder online schuldinvordering & juridische bijstand

Elektro Smets in Nijlen: waar uitbreiding hand in hand gaat

Elektro Smets haalde onlangs het nieuws toen zaakvoerders Diane Slaets en Bart Smets een poging tot fraude wisten te verijdelen. Bij een bestelling van elektrotoestellen ter waarde van enkele duizenden euro’s gingen meteen de alarmbellen af. “De online bestelling kwam rond vijf uur ’s ochtends binnen en de kopers gedroegen zich opvallend opdringerig,” vertelt Diane. Toen bij betaling bleek dat de naam van de betaler niet overeenkwam met de bedrijfsgegevens in de e-mail, aarzelde ze geen seconde. Ze schakelde onmiddellijk de bank en de

politie in. Dankzij haar kordate optreden konden de instanties snel handelen. Het geld bleek afkomstig van twee vrouwen die slachtoffer waren van phishing. De daders werden uiteindelijk door de politie opgepakt in Mechelen en dankzij Diane’s snelle en resolute optreden konden de slachtoffers hun geld recupereren.

Wij waren benieuwd naar de ondernemers achter dit opmerkelijke verhaal en maakten een afspraak in hun winkel te Nijlen (provincie Antwerpen). De indrukwekkende

etalages vol elektro- en huishoudtoestellen tonen meteen dat Elektro Smets een flinke omvang heeft: “Onze winkel beslaat maar liefst 2000 vierkante meter,” zeggen Bart en Diane trots. “Dat is het resultaat van jarenlange uitbreidingen.”

Bart, afgestudeerd in elektronica, begon zijn carrière in de gerenommeerde elektrozaak Sertyn in de Abdijstraat, destijds dé winkelstraat van Antwerpen. “Maar ook na de uren hielp ik al in de elektrowinkel van mijn vader,” vertelt hij. Toen zijn vader in

met klantgerichte service

1998 stopte, stapte ook echtgenote Diane mee in de zaak. Tussen 2000 en 2009 breidden ze de winkel maar liefst drie keer uit door aangrenzende panden op te kopen en te integreren. Elke verbouwing gebeurde onder begeleiding van een architect, maar het was Bart zelf die de indeling zorgvuldig uittekende.

“En we blijven vernieuwen,” voegt Diane enthousiast toe. “De volgende stap is de herinrichting van het keukengedeelte, zodat we daar voortaan ook kookworkshops

kunnen organiseren. Zo brengen we nog meer beleving in de winkel.”

Medio 2015 namen Diane en Bart het Lierse Stereorama over en startten er -samen met enkele partners- een vooruitstrevend totaalconcept voor interieurinrichting. Toch liep het project uiteindelijk spaak. “Corona speelde daar een grote rol in. Bovendien was het lastig om geschikt personeel te vinden en het bleek daardoor ook té arbeidsintensief. Zo konden we niet dezelfde service bieden die onze klanten al jarenlang

in Nijlen van ons gewend zijn,” legt Bart uit. Dankzij een ruime voorraad kan hij daar namelijk razendsnel leveren. “We staan in de regio bekend om onze uitstekende service: 95% van het groot witgoed herstellen we aan huis, meestal binnen de 48 uur. En vaak kan ik klanten zelfs telefonisch uit de nood helpen bij een storing.”

 Els Heyrman  Luc Daelemans

Bij Nelectra kan je als lid steeds terecht bij onze adviseurs met al je vragen over juridische, technische, sociale, fiscale,… materies. Hierbij een paar interessante vragen die de voorbije maanden de revue passeerden.

Mag ik als installateur materiaal aankopen bij een verdeler die zelf niet INCERT-gecertificeerd is?

Ja en nee. Belangrijk is dat je het onderscheid maakt tussen alarmsystemen en camerabewaking.

Voor alarmsystemen gaat het om productcertificatie: de toestellen zelf worden gecertificeerd en mogen door iedereen verdeeld worden, ook door verdelers zonder eigen certificatie. Als installateur moet je er dus op letten dat het materiaal dat je plaatst effectief gecertificeerd is en voorkomt op de officiële productlijsten. Met andere woorden: iedereen mag gecertificeerd materiaal verdelen, maar de certificatie slaat uitsluitend op het product, niet op de verdeler. Voor camerabewaking ligt het anders. Daar bestaat er geen productcertificatie, maar werkt men met een systeem van distributeurcertificatie. Enkel verdelers die officieel gecertificeerd zijn volgens INCERT 132 Rev. 2 mogen zich als erkende INCERT-verdeler profileren en het label gebruiken. Dus je moet je materiaal in principe aankopen bij een gecertificeerde distributeur. Doe je dat toch niet, dan blijft de verantwoordelijkheid bij jou als installateur. De officiële lijst van INCERT-gecertificeerde distributeurs voor camerabewaking kan je raadplegen via de website van INCERT: https://www.incert.be/nl/search/video.

Dat overzicht toont op elk moment wie geldig gecertificeerd is.

Wanneer is een betaalde ziektedag terecht?

Mag een werknemer zomaar afwezig zijn tijdens de werkuren voor een doktersafspraak? En moet jij die dag als werkgever dan ook betalen? Veel zelfstandige ondernemers en kmo’s gaan er automatisch van uit dat een doktersbriefje volstaat om een ziektedag toe te kennen — maar juridisch ligt dat genuanceerder. Hieronder lees je wanneer een doktersbezoek aanleiding geeft tot gewaarborgd loon en wanneer dit niet het geval is.

Consultatie of arbeidsongeschiktheid? Een werknemer die tijdens de werkuren naar de dokter gaat, is niet per definitie arbeidsongeschikt. Het volstaat niet dat hij gewoon langs is geweest bij een arts. Enkel wanneer een arts vaststelt dat de werknemer die dag niet in staat is om te werken én dat bevestigt via een attest van arbeidsongeschiktheid, ontstaat er recht op gewaarborgd loon. Een consultatieattest of aanwezigheidsbewijs (bijvoorbeeld bij een routineonderzoek of bloedafname) bewijst enkel dat de werknemer afwezig was om medische redenen, maar zegt niets over zijn arbeidsongeschiktheid. In dat geval moet hij: • verlof opnemen (bijvoorbeeld vakantie of inhaalrust), of

• de dag als onbetaalde afwezigheid laten registreren.

Je bent als werkgever dus niet verplicht om het loon door te betalen, tenzij het attest uitdrukkelijk bevestigt dat de werknemer niet kon werken.

Voor meer informatie, contacteer onze Nelectra-adviseurs:

Layla Redjeb (Juridisch Adviseur) 02/ 550.17.19 layla.redjeb@nelectra.be

Freddy Steenackers (Technisch Adviseur) 02/ 550.17.11 freddy.steenackers@nelectra.be

Wanneer wordt het wél een ziektedag?

Soms krijgt een werknemer tijdens een consultatie onverwacht een medische behandeling (bijvoorbeeld een infiltratie of verdoving), waardoor hij tijdelijk niet meer kan werken. Als een arts op dat moment oordeelt dat de werknemer arbeidsongeschikt is en dit ook noteert op het attest, dan wordt die dag beschouwd als een ziektedag.

Om gewaarborgd loon te kunnen toepassen, moet het ziektebriefje minstens het volgende vermelden:

• dat het om arbeidsongeschiktheid gaat;

• de vermoedelijke duur van de afwezigheid;

• en of de werknemer het huis mag verlaten. Bij twijfel over het type attest mag je als werkgever steeds contact opnemen met de arts voor verduidelijking. De arts mag uiteraard geen medische gegevens delen, maar kan wel bevestigen of het attest bedoeld is als bewijs van arbeidsongeschiktheid.

Wat kun je als werkgever doen?

Je mag van je werknemers verwachten dat ze consultaties tijdens de werkuren vooraf melden en waar mogelijk afstemmen. Als dit belangrijk is voor je organisatie, kun je overwegen om in het arbeidsreglement een aantal duidelijke afspraken op te nemen:

• Medische afspraken buiten de werkuren laten plaatsvinden, tenzij dat niet mogelijk is.

• Voorafgaand overleg bij geplande consultaties onder de werkuren.

• Enkel een attest van arbeidsongeschiktheid geeft aanleiding tot gewaarborgd loon.

In situaties waarbij een werknemer vooraf meldt dat hij naar de dokter moet, maar er geen bezwaar komt vanwege de werkgever, ontstaat snel het gevoel dat de afspraak ‘akkoord’ was. Heldere afspraken helpen om dit soort misverstanden te voorkomen.

Ken Leemans (Adviseur sector- en ledenwerking) 02/ 550.17.11 ken.leemans@nelectra.be

De opleidingsmogelijkheden in Vlaanderen

Nieuwe technieken, veranderende normen, steeds meer aandacht voor (brand)veiligheid, digitalisering, duurzame energie, ... De uitdagingen in de elektrosector worden almaar complexer. Hoe blijf je mee als installateur? En hoe zorg je ervoor dat ook je medewerkers kunnen bijbenen?

Gelukkig zijn er daarvoor in Vlaanderen tal van opleidingsmogelijkheden: van korte bijscholingen tot volledige trajecten, overdag of ’s avonds, in een opleidingscentrum of gewoon bij jou op de werkvloer. In dit artikel geven we een overzicht van enkele belangrijke opleidingsverstrekkers en relevante opleidingen. In een volgend nummer van ElektroVisie bezorgen we je informatie omtrent de beschikbare financiële steunmaatregelen. We streven daarbij geen volledigheid na en beperken ons tot een selectie*.

Waar kan je opleidingen volgen?

In Vlaanderen zijn er meerdere opleidingsverstrekkers die relevante beroepsopleidingen aanbieden voor volwassenen in de elektrosector. De meest gekende en gesubsidieerd door de overheid zijn de CVO's, Syntra en VDAB:

• De CVO's (Centra voor Volwassenonderwijs) vallen onder de bevoegdheid van het Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming.

Ze richten zich op volwassenen die zich willen bijscholen, omscholen of een diploma secundair onderwijs willen behalen. De opleidingen zijn modulair, worden zowel overdag als ’s avonds aangeboden en kunnen werkplekleren bevatten.

• De verschillende Syntra-vestigingen worden gesubsidieerd door het Vlaams Agentschap Innoveren en Ondernemen (VLAIO). Ze richten zich op (startende) ondernemers, werknemers en werkzoekenden die praktijkgerichte opleidingen willen volgen.

De Syntra-vestigingen bieden zowel korte bijscholingen als voltijdse trajecten aan, al dan niet gecombineerd met werkplekleren.

• De VDAB (de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding) wordt gefinancierd door het Vlaams Ministerie van Werk en Sociale Economie. VDAB focust zich op werkzoekenden en organiseert opleidingen in eigen opleidingscentra of op de werkvloer (bv. Individuele BeroepsOpleidingen). Ook wie niet ingeschreven is als werkzoekende kan gratis gebruikmaken van hun online opleidingsaanbod.

Ze hebben alle drie verschillende campussen in Vlaanderen en zorgen er zo voor dat er altijd wel een opleiding bij jou in de buurt is.

Naast de gesubsidieerde opleidingsinstellingen zijn er ook heel wat andere spelers op de markt die elektrotechnische opleidingen en aanverwante bijscholingen aanbieden:

• Een belangrijke speler is Volta, de koepelorganisatie en het vormingsfonds voor bedrijven en werknemers in paritair subcomité 149.01. Hun opleidingen zijn veelal gratis voor arbeiders uit de sector en ook zelfstandigen kunnen heel gunstig opleidingen bij hen volgen.

• Daarnaast zijn er ook private spelers (bv. B2B-entiteiten Syntra, G4S, Limtec+, Anttec+, keuringsorganismen, …) en werkgever-gebonden opleidingsinstituten (bv. Geysen Academy).

Wist je dat?

Als lid van Nelectra krijg je 10% korting op opleidingen bij Syntra en G4S-training.

! Tip: ook Nelectra organiseert als sectorfederatie regelmatig verschillende infosessies en trainingen. Die vind je op onze website www.nelectra.be onder de rubriek ‘Infosessies & vorming’

Welke opleidingen kan je volgen?

Basisopleidingen

De meeste gekende opleiding is de basisopleiding tot elektricien. Deze opleiding vind je zowel bij Syntra, de CVO's als bij VDAB terug en leidt tot het certificaat van elektrotechnisch installateur of elektrotechnicus. Klassiek wordt deze opleiding georganiseerd - als een 3-jarige avondopleiding van 1 avond per week (of een variant hierop) of

- als een voltijdse dagopleiding waarin 1 à 2 lesdagen op de campus worden gecombineerd met 3 à 4 dagen werkplekleren zoals de duale opleiding of voltijdse dagopleidingen bij Syntra en VDAB.

Wil je sneller schakelen of een nieuwe medewerker snel inzetbaar maken? Dan vind je ook korte intensieve basisopleidingen, veelal aangeboden door private opleidingsaanbieders, zoals de B2B-afdelingen van het Syntra-netwerk of erkende opleidingspartners van Volta (bv. basisopleiding elektriciteit bij Syntra Bizz). Deze zogeheten partnerschapsopleidingen van Volta bieden verschillende voordelen:

• Volta bewaakt als vormingsfonds mee de inhoud en kwaliteit van de opleiding.

• Voor bedrijven binnen het paritair subcomité 149.01 werd een verlaagd inschrijvingstarief onderhandeld.

• Daarnaast kan je voor deze opleidingen een premieaanvraag indienen via My Volta.

Wist je dat?

Op de websites van Volta (home > academy > Volta Academy > E-learning ) en VDAB (https://www. vdab.be/opleidingen/onlineleren) vind je een ruim aanbod gratis e-learnings: van basis elektriciteit en netsystemen tot introducties in ventilatie en warmtepompen en zoveel meer.

Gespecialiseerde opleidingen

Naast de basisopleidingen elektriciteit is er ook een breed aanbod aan gespecialiseerde opleidingen. Denk hierbij o.a. aan bordenbouw, industriële elektriciteit, PLC-techniek, pneumatica, domotica,

inbraakbeveiliging of het herstellen van huishoudtoestellen. Deze opleidingen vind je vooral terug binnen het Syntranetwerk en bij diverse private opleidingsverstrekkers, maar hier en daar ook bij een CVO.

Daarnaast worden er ook steeds meer opleidingen ingericht rond hernieuwbare energie: laadpalen, thuisbatterijen, zonnepanelen en energiemanagementsystemen krijgen steeds meer aandacht. Elk van deze modules kan je apart volgen (overdag of 's avonds) bij een Syntra of CVO, maar wie een completer traject zoekt, kan vanaf september 2025 terecht in de opleiding Energietechnicus bij Syntra Midden-Vlaanderen.

Wist je dat?

De nieuwe voltijdse dagopleiding Energietechnicus bij Syntra MiddenVlaanderen duurt ongeveer zes maanden en bestaat uit twee deeltrajecten: Technieker elektriciteit en energie + Installateur energiemanagementsystemen. Je wordt ondergedompeld in de technieken en technologieën die essentieel zijn voor de energietransitie. Je leert niet alleen hoe je installaties uitvoert van zonnepanelen, laadpalen en thuisbatterijen, maar je verwerft ook inzicht in de werking van energiemanagementsystemen. De opleiding vindt plaats in het Green Power Lab op campus Sint-Niklaas, uitgerust met zes verschillende energiemanagementsystemen gekoppeld aan diverse opwekkers en verbruikers.

! Tip: De opleiding Installateur energiemanagementsystemen kan ook afzonderlijk gevolgd worden, zowel overdag als ’s avonds en vind je ook terug bij verschillende CVO’s.

Veiligheidsopleidingen

Naast technische opleidingen winnen ook veiligheidsopleidingen zoals BA4, BA5, VCA en de verplichte basisveiligheidsopleiding aan belang. Sinds 15 april 2023 is immers iedereen die manuele activiteiten uitvoert op tijdelijke of mobiele bouwplaatsen verplicht een basisveiligheidsopleiding te volgen.

Deze opleiding van minimaal 8 uur moet werknemers bewust maken van de risico’s op een werf en geldt voor alle werknemers en zelfstandigen. Daarnaast zijn er de VCA-opleidingen: een basisopleiding voor uitvoerende werknemers en een VOL-VCA voor leidinggevenden en zelfstandigen. Hoewel een VCA-opleiding wettelijk niet verplicht is, wordt een VCA-certificaat in de praktijk steeds vaker door opdrachtgevers vereist. Een VCA-diploma is 10 jaar geldig, wordt centraal geregistreerd en maakt je inzetbaar op een breder scala aan werven.

! Tip: Met het volgen van de VCA-opleiding en het succesvol afleggen van het examen voldoe je ook meteen aan de verplichting tot het volgen van de basisveiligheidsopleiding.

Voor wie aan of in de buurt van elektrische installaties werkt, zijn de opleidingen BA4 en BA5 essentieel. Let op: het volgen van een BA4- of BA5-opleiding staat niet gelijk aan een bevoegdheidsverklaring. Volgens het AREI moet de

Electrify Flanders: hét congres over de energietransitie

De energietransitie is volop bezig en wie op de hoogte wil blijven van de nieuwste evoluties mag Electrify Flanders absoluut niet missen. Met Nelectra als mediapartner is dit congres het moment om bij te blijven én vooruit te kijken. Slimme laadpalen, batterijen, zonnepanelen, warmtepompen en energiemanagementsystemen zijn vandaag immers geen toekomstmuziek meer, maar dagelijkse praktijk. De combinatie van strategische visies, praktijkgerichte cases en levendige debatten maakt deze conferentie het kennis- en netwerkplatform voor iedereen die de toekomst van elektrotechniek wil vormgeven.

Op woensdag 26 november 2025 verzamelt Electrify Flanders in het Provinciehuis van Leuven een hele dag lang diverse deskundige sprekers rond de nieuwste innovaties en oplossingen voor een duurzame energietoekomst. Het congres richt zich tot elektrotechnici, installateurs, integratoren en verantwoordelijken die hun kennis willen verdiepen en hun netwerk versterken.

Electrify Flanders brengt de volledige Vlaamse energiesector samen: netbeheerders, regelgevers, innovatieve bedrijven en overheidsinstanties. In één inspirerende dag ontdek je:

• de nieuwste technologische én regelgevende innovaties,

• concrete marktkansen waarmee je vandaag nog aan de slag kan,

• verplichtingen en toekomstplannen van de Vlaamse overheid,

• partners, experten, beleidsmakers en marktleiders die allemaal inzetten op dezelfde uitdaging,

• thematische sessies waarin dieper ingegaan wordt op o.a. slimme integratie en optimale dimensionering van installaties, veelvoorkomende AREI-fouten én hoe ze te vermijden, en concrete voorbeelden van baanbrekende projecten die tonen hoe de energietransitie in Vlaanderen écht gebeurt.

werkgever immers zijn werknemers in bepaalde situaties formeel als gewaarschuwd (BA4) of vakbekwaam (BA5) verklaren.

Al deze veiligheidsopleidingen kan je bij Volta volgen tegen bijzonder gunstige voorwaarden: gratis voor arbeiders, €50 per dag voor bedienden en €225 per dag voor zaakvoerders. Bovendien geven deze opleidingen recht op de Volta-opleidingspremie bij inschrijving van arbeiders – een dubbele winst voor het bedrijf. Naast Volta bieden ook andere opleidingsverstrekkers deze opleidingen aan. Zo genieten Nelectraleden bij HaCeCo bijvoorbeeld 10% korting op VCA-opleidingen.

 Tekst: Ken Leemans (Adviseur sector- en ledenwerking)

Nelectra werkt actief mee aan het programma en voorziet daarbij een infosessie met praktische informatie voor de installateur.

Het volledige dagprogramma was bij het ter perse gaan van dit nummer nog niet bekend, maar je kan voor de recentste informatie terecht op onze website.

Praktisch : Wanneer? 26 november 2025

Waar? Provinciehuis Leuven Inschrijven? Voor prijzen, reserveren en het volledige programma kan je terecht op www.nelectra. be, onder de rubriek ‘infosessies & vorming’

Vinger aan

Studie tijdsafhankelijke nettarieven: Nelectra waakt mee

Dit voorjaar nam Nelectra deel aan een stakeholderoverleg bij Fluvius over de studie ‘Time of Use & injectie’, een opdracht van de Vlaamse Nutsregulator. Deze studie onderzoekt hoe tijdsafhankelijke nettarieven kunnen bijdragen tot een efficiënter gebruik van het elektriciteitsnet met het oog op onder meer piekreductie, meer zelfverbruik en netbalans. Als federatie waakt Nelectra erover dat beleidskeuzes rond nettarieven rekening houden met de impact op het terrein. Dergelijke veranderingen raken immers rechtstreeks aan het werk van installateurs en moeten dus werkbaar, begrijpelijk en goed uit te leggen blijven voor zowel installateur als klant. Fluvius moest de studie opleveren tegen 1 augustus bij de Vlaamse Nutsregulator. De invoering van tijdsafhankelijke nettarieven wordt ten vroegste in 2029 verwacht. Nelectra blijft dit verder opvolgen.

Nieuwe meldingsplicht bij stilzwijgende verlenging van (onderhouds)contracten in zicht

Minister van Consumentenbescherming Rob Beenders kreeg recent groen licht van de ministerraad voor een wetsontwerp dat ondernemingen verplicht om hun particuliere klanten vooraf te informeren wanneer een stilzwijgende verlenging van een contract eraan komt. De maatregel is voorlopig nog niet gepubliceerd en is dus ook nog niet in werking getreden. Consumenten die geconfronteerd worden met een stilzwijgende verlenging van hun contract, zullen binnenkort dus beter beschermd worden. België zou hiermee een voortrekkersrol willen nemen als eerste land in de EU dat bedrijven zo’n algemene meldingsplicht bij stilzwijgende verlengingen van contracten oplegt. Vandaag bestaat er al een strikt wettelijk kader rond stilzwijgende verlenging van consumentencontracten. Volgens artikel VI.83, 23° van het Wetboek van economisch recht zijn dergelijke bedingen verboden, tenzij aan een aantal voorwaarden is voldaan:

• Het beding tot stilzwijgende verlenging moet opgenomen worden in vetgedrukte letters, in een kader dat losstaat van de overige tekst, op de voorzijde van de eerste pagina van de overeenkomst.

• Het moet duidelijk vermelden:

o dat het contract stilzwijgend verlengd wordt als geen van de partijen opzegt vóór een bepaalde datum, o wat de gevolgen van de verlenging zijn, o en wat de uiterste datum is waarop de consument zich hiertegen kan verzetten.

• Na een eerste stilzwijgende verlenging moet de consument het contract kunnen opzeggen zonder verbrekingsvergoeding, mits een opzegtermijn van maximaal twee maanden. Meer info over de huidige regels vind je ook op de website van de FOD Economie:

Ook een jaarlijks onderhoudscontract voor alarm-of camerasystemen valt bijvoorbeeld onder deze regels. De FOD Economie benadrukt in richtlijnen aan alarminstallateurs dat contracten van bepaalde duur met stilzwijgende verlenging aan alle bovengenoemde vereisten moeten voldoen. Lees meer:

Wat de aangekondigde wetswijziging toevoegt, is een proactieve meldingsplicht: los van de inhoud van het contract moet de onderneming de consument voortaan minstens 15 dagen vóór de verzetdatum – dat wil zeggen: de uiterste datum waarop de consument zich tegen de verlenging kan verzetten - actief verwittigen dat het contract automatisch zal worden verlengd en dat hij zich hier nog tegen kan verzetten. Die communicatie moet ondubbelzinnig/duidelijk zijn en mag verlopen via e-mail, sms of brief (zolang het maar schriftelijk gebeurt).

Om aan de meldingsplicht te voldoen, zullen ondernemingen de verlengingsdatum en de opzegdeadline per contract goed moeten opvolgen. Wie werkt met een CRM- of facturatieprogramma, zal vaak automatisch herinneringen of e-mails kunnen

de pols

laten uitsturen. Beschik je niet over zulke software, dan zal een eenvoudig overzicht in Excel of een kalenderherinnering volstaan, gecombineerd met een vooraf opgestelde mailtemplate. Zo zal je vermijden dat klanten zonder waarschuwing in een nieuwe contractperiode terechtkomen. Het wetsontwerp werd recentelijk goedgekeurd op de ministerraad, en zal nu worden voorgelegd aan het parlement. Na goedkeuring door het parlement zal de nieuwe verplichting pas in werking treden één jaar na publicatie in het Belgisch Staatsblad, zodat ondernemingen voldoende tijd krijgen om hun interne processen en communicatiepraktijken aan te passen. De verplichting zal aldus ten vroegste pas in de loop van volgend jaar in werking kunnen treden.

Nelectra uit samen met UNIZO kritiek op deze bijkomende verplichting: ze zorgt voor extra administratieve lasten, biedt beperkte meerwaarde en zet de contractuele vrijheid onder druk. Er werd een standpuntennota voorbereid die zal worden verspreid naar de bevoegde beleidsmakers.

Hoe sta jij tegenover een langere garantie?

Minister van Consumentenbescherming Rob Beenders onderzoekt of de wettelijke garantie op elektrotoestellen verlengd moet worden van twee naar drie jaar. Voor consumenten lijkt dat een voordeel, maar voor onze elektrohandelaars dreigt het een zware last te worden.

De handelaar is vandaag al het eerste aanspreekpunt bij defecten en draagt twee jaar lang de bewijslast. Een verlenging naar drie jaar maakt dit nog moeilijker. Het echte pijnpunt blijft het verhaalrecht: in theorie kan de verkoper kosten verhalen op de producent, maar in de praktijk lukt dat zelden, waardoor de eindverantwoordelijkheid volledig terechtkomt bij de verkoper. Daarbovenop brengt een langere garantie meer administratie en kosten met zich mee: dossiers langer opvolgen, onderdelen beschikbaar houden en herstellingen voorschieten. Grote ketens kunnen dat beter opvangen, maar voor zelfstandige kmo’s dreigt dit de draagkracht te overschrijden. Bovendien is één uniforme termijn van drie jaar niet realistisch. De levensduur van een smartphone verschilt sterk van die van een wasmachine. Een uniform systeem doet geen recht aan die verschillen.

Ook de timing is problematisch: tegelijk komen de herstelbaarheidsindex en de Europese richtlijn “recht op herstel” eraan, die de aansprakelijkheid nog verder kunnen verlengen. In de praktijk kan dat betekenen dat handelaars tot vier jaar

verantwoordelijk blijven. Daarbovenop zou België afwijken van de buurlanden, met risico op concurrentieverstoringen.

Binnen onze Nelectra-werkgroep Retail hebben we dit dossier grondig besproken en in een standpuntnota gegoten. Samen met UNIZO zijn we hierover in gesprek met het kabinet van minister Beenders. Jouw ervaring is hierbij onmisbaar. Word jij in de praktijk geconfronteerd met extra kosten of werkdruk bij garantieclaims? Scan de QR-code en deel je ervaring via onze lopende enquête hierover:

Nelectra te gast op kabinet van minister Jan Jambon

Nelectra was onlangs te gast op het kabinet van vice-eersteminister en minister van Financiën en Pensioenen Jan Jambon. Tijdens dit overleg konden we onze stem laten horen over fiscale dossiers die belangrijk zijn voor onze zelfstandigen en kmo’s in de elektrosector.

Naast de algemene thema’s zoals de broodnodige lastenverlaging voor bedrijven en het verbeteren van het pensioenstelsel voor zelfstandigen, brachten we voornamelijk enkele sectorspecifieke thema's onder de aandacht, waaronder het btw-tarief op warmtepompen en de verduidelijking over de toepassing van het verlaagd btw-tarief bij verlichting.

Lees alles over ons gesprek op onze website in de nieuwsberichten.

Nieuwe normen branddetectie en brandalarm gepubliceerd

De nieuwe normen over branddetectie en brandalarm NBN

S 21-100-1:2025, NBN S 21-112-1, NBN S 21-112-2 en NBN S 21-112-3 zijn gepubliceerd op de website van het NBN.

Over welke normen gaat het?

NBN heeft op 14 juli 2025 volgende normen gepubliceerd:

• NBN S 21-100-1: Branddetectie- en brandmeldsystemen – Deel1: Regels voor de risicoanalyse en de evaluatie van de behoeftes, de studie en het ontwerp, de plaatsing, de indienststelling, de controle, het gebruik, het nazicht en het onderhoud. Dit is een vernieuwde versie van de versie 2021

• NBN S 21-112-1: Branddetectie- en brandmeldsystemen – Alarmsystemen

– Deel 1: Vervangt NBN S 21-111-1 die grondig herzien is.

• NBN S 21-112-2: Branddetectie- en brandmeldsystemen – Alarmsystemen – Deel 2: Beheer, kwalificaties, competenties. Vervangt NBN S 21-111-3 met beperkte aanpassingen van deze laatste.

• NBN S 21-112-3: Branddetectie- en brandmeldsystemen – Alarmsystemen –Alarmsystemen met akoestische signaalgevers - Deel 3: Regels voor de studie, het ontwerp, de plaatsing, de indienststelling, de controle, het gebruik, het nazicht en het onderhoud. Vervangt de voorschriften over sirenes uit NBN S 21-100-1. Verder wordt in een werkgroep “alarm” van TC72 de norm NBN S 21-111-2: Branddetectie- en brandmeldsystemen – Spraakalarmsystemen – Deel 2: Regels voor de studie, het ontwerp en de plaatsing herzien. Deze zal na het voltooien hiervan gepubliceerd worden als NBN S 21-112-4.

De werkgroep “NWI” zal NBN S 21-100-2 herzien om deze in lijn te brengen met NBN S 21-112-2. Ook zal deze werkgroep starten met de voorbereiding van de volgende editie van NBN S 21-100-1, allicht voor 2029.

Terminologie

Wat terminologie betreft is het belangrijk dat de juiste termen worden gebruikt en dat elke gebruiker van de normen dezelfde betekenis aan die termen geeft. Vier belangrijke termen in deze context zijn:

• Ontdekking: vaststellen van een brand (al dan niet automatisch)

• Melding: informeren van de openbare hulpdiensten over de ontdekking van een brand

• Waarschuwing: informeren van specifiek aangeduide personen over de ontdekking van een brand

• Alarm: bevel tot evacuatie na de ontdekking van een brand

Het woord “alarm” in de NBN S21normen omvat waarschuwing en alarm.

Professionals in de brandveiligheidssector moeten zeker op de hoogte blijven van deze ontwikkelingen en de nieuwe normen en terminologieën correct toepassen.

Nieuwe elementen in de NBN S 21-100-1

De nieuwe elementen die in de nieuwe versie van de NBN S 21-100-1 zijn onder andere:

• Videobranddetectie met behulp van camera’s en beeldanalyse om rook en vlammen te detecteren. Vooral in

grote ruimten en industriële omgevingen is deze technologie aangewezen. Video branddetectie wordt onder voorwaarden van de norm erkend als een volwaardige detector en dus een type 1 component.

• Standaard bekabeling in een lokaal beschermd door een automatisch blussysteem wordt door de norm erkend als equivalent met FR2. De nodige berekeningsnota’s om dit te staven moeten gemaakt worden door de gespecialiseerde onderneming.

• Richtlijnen voor de uitbreiding en aanpassing van bestaande installaties met behoud van de bestaande bekabeling en de integratie van nieuwe technologieën.

• Voor kleine installaties is er een administratieve en procedurele vereenvoudiging alsook een sterk vereenvoudigde risicoanalyse.

• Ook met betrekking tot de bewakingsniveaus is een vereenvoudiging doorgevoerd.

Nieuwe normen voor alarmsignalen

Voor alarmsignalen zijn er nieuwe normen:

• NBN S 21-112-1 bevat een gestructureerde vragenlijst die moet toelaten om het juiste alarmsysteem te kiezen.

• NBN S 21-112-2 geeft weer wie wat mag doen en is vergelijkbaar met de NBN S 21-111-3 en NBN S 21-100-2 met als belangrijk verschil dat er gesproken wordt over “de verantwoordelijke persoon” en “bevoegde persoon” in plaats van de “de klant of zijn mandataris”.

• NBN S 21-112-3 behandelt de installatievoorschriften voor sirenes. Het toepassingsgebied zijn sirenes gekoppeld aan een branddetectiecentrale. Een nauwe afstemming met NBN S 21-100-1 is gebeurd. Met behulp van deze norm is het mogelijk om alarmsystemen echt op maat van de specifieke noden te ontwerpen conform de normen.

Normen uniformiseren

Uniformiseren van al deze normen in volgende edities is nodig om de toepassing ervan te vereenvoudigen. Volgende aspecten komen hierbij zeker aan bod:

• Het beheer van de installaties

• Risicoanalyse en evaluatie van de behoeften met behulp van een gestructureerde vragenlijst

• Mogelijkheden voorzien om systemen op maat van de aanwezige risico’s en noden te voorzien

• Functiebehoud van bekabeling realiseren rekening houdend met de aanwezigheid van een automatisch blussysteem.

• De structuur van de normen met een afzonderlijk hoofdstuk voor het beheer volgend op de technische voorschriften

Conclusie

De doorgevoerde veranderingen in de edities 2025 van de normen laten het volgen van technologische evoluties beter toe en vergemakkelijken het

De NBN S 21-100-1 uitgelegd in een webinar

Op maandag 27 oktober tussen 18u30 en 19u30 organiseert Nelectra in samenwerking met Alia Security een infomoment over de NBN S21-normen inzake branddetectie. Deze hybride sessie vindt plaats bij Volta in Brussel of je kan ze online volgen. Meer informatie en de mogelijkheid om hiervoor in te schrijven vind je op onze website onder de rubriek ‘Infosessies & Vorming’. Achteraf kan deze infosessie ook herbekeken worden.

toepassen van de normen. Professionals in de brandveiligheidssector moeten zeker op de hoogte blijven van deze ontwikkelingen en de nieuwe normen en terminologieën correct toepassen. Zo kunnen de risico’s van brand geminimaliseerd worden en de veiligheid van mensen en goederen gewaarborgd. Het is dus belangrijk om de desbetreffende normen te raadplegen en te volgen want zij gelden als de regels van goed vakmanschap.

 Danny Hermans (VOLTA)

Bron: tekst “Branddetectie en Alarm: nieuwe normen in juni 2025” van Bart Vanbever in Fireforum magazine nr. 98-juli/augustus 2025

Exclusief voor Nelectra-leden: koop de norm met korting

De norm NBN S21-100-1 kost 205 euro. Als Nelectra-lid ontvang je daarop 25% korting in onze webshop.

Nestor Company: AC02C – Compacte terminal voor geavanceerde toegangscontrole

De AC02C is een elegante en uiterst slanke toegangscontroleterminal, speciaal ontworpen voor moderne omgevingen waar veiligheid, flexibiliteit en duurzaamheid centraal staan. Dankzij de robuuste behuizing (IP65, IK08) en toekomstgerichte technologie is hij bestand tegen intensief gebruik en uiteenlopende weersomstandigheden. De AC02C biedt zes veilige toegangsopties in één compact toestel – waaronder NFC, RFID, PIN, BLE, QR en mobiele app – en garandeert dankzij Mifare Plus, AES-128-encryptie en sabotage-alarm, een betrouwbare bescherming tegen klonen en aanvallen. Daarnaast ondersteunt hij RS-485, Wiegand en TCP/IP met PoE, en laat hij zich eenvoudig beheren via de cloud met real-time logregistratie en automatische updates. www.nestorcompany.be

Cebeo

zet eerste elektrische bestelwagens in

Onlangs leverde Ford Unicars twee Ford E-Transits af aan het distributiecentrum van Cebeo in Blandain. Het zijn de eerste elektrische bestelwagens die in gebruik genomen worden voor de dagelijkse leveringen. Met deze stap zet Cebeo een volgende belangrijke stap in de elektrificatie van zijn transport.

De voertuigen zijn volledig aangepast aan de specifieke noden van Cebeo en werden omgebouwd door M&M Conversion uit Zwevegem. Zo is de laadruimte specifiek ingericht voor de herbruikbare bakken van Cebeo. Bij de overstap naar het distributiecentrum in Blandain werd namelijk bewust gekozen voor duurzame leveringen in herbruikbare bakken, gemaakt van 100% gerecycled materiaal. De bakken kunnen efficiënt gestapeld worden in de E-Transits. Dit versterkt het gebruiksgemak en de ergonomie voor de chauffeurs.

De bestelwagens zijn daarnaast uitgerust met een doorgang vanuit de cabine naar het laadcompartiment, waardoor chauffeurs rechtstreeks toegang hebben tot de lading. Dit verhoogt niet alleen de efficiëntie, maar ook de veiligheid: chauffeurs kunnen altijd langs de voetpadzijde uitstappen, en hoeven de cabine niet te verlaten via de drukke straatkant. Een bijjkomende veiligheidsvoorziening is de dodehoekcamera, wat zowel het zicht van de chauffeurs als de veiligheid van zwakke weggebruikers aanzienlijk verhoogt.

“Met de komst van deze Ford E-Transits zetten we opnieuw een stap vooruit in ons engagement voor duurzaamheid en veiligheid,” zegt Fabrice Naert, Fleet Coördinator bij Cebeo. “De combinatie van elektrisch rijden, ergonomische voordelen en slimme veiligheidsvoorzieningen maakt deze voertuigen tot een echte meerwaarde voor onze chauffeurs en onze klanten.”

Hoe betrouwbaar is draadloze videofonie?

Draadloze oplossingen winnen de laatste jaren aan populariteit. Zowel op de doe-het-zelfmarkt als in de professionele sector duiken steeds vaker draadloze deurtelefonie- en videofoniesystemen op. De vraag dringt zich dan ook op: hoe betrouwbaar zijn deze systemen in vergelijking met de klassieke, bekabelde varianten? En kunnen ze die laatste in de toekomst volledig vervangen? Wij gingen op onderzoek en spraken met verschillende spelers uit de sector. Niet iedereen wilde officieel reageren, maar de gesprekken leverden ons toch behoorlijk wat informatie op. Hieronder vind je een samenvatting van de inzichten die we verzamelden.

“Altijd beter bedraad”

Een specialist vertelde ons off the record dat hij in zijn adviesgesprekken steevast kiest voor een bekabeld systeem. Volgens hem zijn die niet alleen van hogere kwaliteit, maar zijn ze vooral veel betrouwbaarder. Bij draadloze oplossingen wijst hij op een aantal belangrijke minpunten:

• de batterij heeft een beperkte levensduur en afhankelijk van het gebruik, vragen draadloze systemen vaak veel energie;

• een stabiele wifi-verbinding is noodzakelijk, wat bij lange opritten of grotere afstanden bijna altijd voor problemen zorgt;

• draadloze toestellen zijn gevoeliger voor hackers en dus kwetsbaarder op vlak van veiligheid.

Niets gaat boven een vast systeem

Ook Jurgen Vitrier, productspecialist bij Fermax, bevestigt de voordelen van een bekabelde installatie: “Draadloze videofonie werkt in de praktijk niet goed, en al zeker niet in appartementsgebouwen. Het signaal wordt er volledig verstoord door de aanwezigheid van beton en metaal.”

Daarnaast wijst hij op een ander belangrijk nadeel: wanneer bewoners geen vaste binnenpost meer hebben en enkel nog via smartphone of tablet reageren op het deurstation, verdwijnen vertrouwde zekerheden.

“Het vaste antwoordpunt in huis is er niet langer, waardoor men afhankelijk wordt van mobiele toestellen. Als die toevallig niet in de buurt zijn, kan je je bezoeker niet binnenlaten. Ook derden – zoals een poetshulp, babysit of grootouder – kunnen geen toegang verlenen tenzij ze de juiste app hebben én er een stabiele internetverbinding is.”

Voor Vitrier zijn dit voldoende redenen om steeds een vaste binnenpost te behouden. “Je kan het systeem perfect uitbreiden met doorschakeling naar mobiele toestellen of smart wearables, zoals bij de Fermax Duox Plus of Fermax Meet. Zo combineer je het gemak van de moderne technologie met de zekerheid van een betrouwbaar vast toestel.”

Wanneer draadloos toch een oplossing is

Toch is de vraag naar draadloze systemen reëel en vaak ook terecht. Zo biedt Aiphone de WL11, een draadloze videodeurbel, die vooral aantrekkelijk is door de lage prijs en het eenvoudige gebruik. “De deurpost en de binnenpost communiceren via een draadloos DECT-signaal,” legt Marco Heylen, productmanager bij CCI/Aiphone, uit.

Volgens hem zijn de voordelen duidelijk: draadloze systemen zijn snel en eenvoudig

te installeren, want er moeten geen kabels worden voorzien. Bovendien kan de binnenpost flexibel worden gebruikt, wat voor minder mobiele personen een belangrijk pluspunt is. Het toestel kan immers eenvoudig meegenomen worden. Daarnaast zijn er situaties waarin draadloos simpelweg de enige optie is. “Wanneer er geen bekabelde verbinding aanwezig is en het onmogelijk is om die achteraf nog te voorzien, biedt draadloos een haalbare en vaak ook kostenefficiënte oplossing,” aldus Heylen.

Niet zonder risico’s

Toch waarschuwt ook Heylen voor de beperkingen. De verbinding is gevoelig voor omgevingsfactoren zoals muren, metaal, glas en beton. Zelfs weersomstandigheden of de afstand tussen zender en ontvanger kunnen roet in het eten gooien. Bovendien is het bij draadloze technologie veel moeilijker om bij problemen de exacte oorzaak te achterhalen, omdat je geen metingen op de bekabeling kunt uitvoeren. Dat verklaart waarom veel installateurs

en eindgebruikers, wanneer het kan, nog altijd de voorkeur geven aan een klassiek bekabeld systeem.

Conclusie

Draadloze videofonie heeft zeker zijn plaats en kan in sommige situaties de ideale of zelfs enige oplossing zijn. Toch blijft een

bekabeld systeem op dit moment de meest betrouwbare en duurzame keuze, zeker in woningen of gebouwen waar stabiliteit en gebruiksgemak primeert. De toekomst zal uitwijzen of draadloos ooit volledig kan concurreren met vast, maar voorlopig lijkt het devies: waar mogelijk, kies voor kabel.

 Linda Claeys

BLIJF ALERT WANNEER JE ONLINE BELEGT

VU: Miguel De Bruycker, Wetstraat 18, 1000 Brussel

Nieuwe Empowerment Richtlijn: van greenwashing tot garantielabels

De Europese Unie heeft met Richtlijn 2024/825 een nieuwe stap gezet om consumenten te versterken in hun keuzes tijdens de groene transitie. De bedoeling is nobel: consumenten beter beschermen en informeren, hen helpen duurzamere keuzes te maken en greenwashing een halt toeroepen. Voor de elektrosector betekent dit vooral nieuwe verplichtingen met betrekking tot transparante productinformatie.

Commerciële garantie: meerwaarde die zichtbaar is

Naast de wettelijke garantie van twee jaar, die voor alle producten geldt, kunnen fabrikanten er ook voor kiezen om een langere garantie te beloven. Dit noemt men een commerciële levensduurgarantie. Het is een vrijwillige belofte van de producent dat het product gedurende die periode correct zal blijven functioneren.

De richtlijn bepaalt dat zulke garanties duidelijker zichtbaar moeten worden voor de consument. Daarom wordt het geharmoniseerde etiket ingevoerd. Dit uniforme label geeft in één oogopslag weer:

• dat de consument altijd recht heeft op een wettelijke garantie van twee jaar;

• dat de fabrikant daarbovenop een langere garantie aanbiedt (bijv. 5 jaar);

• wie verantwoordelijk is voor die commerciële garantie.

Voor winkels betekent dit dat producten met een langere garantie duidelijk gelabeld moeten worden, zowel fysiek in de winkel als online. Het etiket kan bijvoorbeeld op de verpakking worden aangebracht of prominent naast de productfoto worden getoond bij webshops.

Gestandaardiseerde kennisgeving: helder vóór aankoop

Daarnaast moeten alle verkopers, ongeacht of er een extra commerciële garantie is of niet, een gestandaardiseerde kennisgeving tonen over het bestaan van de wettelijke waarborg van twee jaar. Deze boodschap moet zichtbaar zijn vóór de consument de aankoop bevestigt, dus in de winkel aan de kassa of in de webshop bij het bestelproces.

De richtlijn bepaalt dat commerciële garanties veel zichtbaarder moeten worden voor de consument. Daarom wordt het geharmoniseerde etiket ingevoerd.

Duurzaamheidsclaims: alleen met bewijs

De richtlijn legt vervolgens strengere regels op voor duurzaamheidsclaims Ondernemers mogen enkel nog milieu- of klimaatclaims gebruiken als deze objectief onderbouwd zijn. Bovendien moet de onderbouwing van de claim transparant en toegankelijk zijn voor de consument. Producten zomaar “milieuvriendelijk” of “CO2-neutraal” noemen zonder bewijs, wordt verboden. Ook zelfbedachte labels of vage slogans zijn niet toegestaan. Daarnaast moeten verkopers de informatie over repareerbaarheid, reserveonderdelen en software-updates correct doorgeven aan de klant. Voor elektrowinkels betekent dit: voorzichtig zijn met marketing en communicatie en ervoor zorgen dat producentinformatie correct wordt weergegeven.

Kansen en uitdagingen

De nieuwe maatregelen brengen voor elektrowinkels bijkomende informatieverplichtingen met zich mee. Tegelijkertijd bieden ze ook kansen: een duidelijk zichtbaar extra garantie-etiket kan het consumentenvertrouwen versterken en een product aantrekkelijker maken. Toch moet worden opgemerkt dat de slinger van consumentenbescherming opnieuw doorslaat, wat leidt tot een verhoogde administratieve belasting. Bovendien blijft de verantwoordelijkheid van correcte informatie vaak bij de verkoper, terwijl deze afhankelijk is van de informatie die door de producent of importeur wordt aangeleverd.

Daarom is het essentieel dat de Belgische omzetting van de richtlijn praktisch uitvoerbaar is, met duidelijke richtlijnen en ondersteuning, zodat de sector zich goed kan voorbereiden en de consument tegelijk beter geïnformeerd kan worden.

Uiterlijk op 27 maart 2026 moeten de lidstaten de nodige wettelijke bepalingen vastleggen en bekendmaken, waarna deze vanaf 27 september 2026 van toepassing zijn.

 Elise Detavernier (Juridisch Adviseur, studiedienst UNIZO)

Alle verkopers moeten een gestandaardiseerde kennisgeving tonen over het bestaan van de wettelijke waarborg van twee jaar, ongeacht of er een extra commerciële garantie is of niet.

Sneller. Groter. Sterker. De nieuwe Gira G1.

De Gira G1 bestuurt alle Gira Smart Homesystemen – toekomstbestendig, stabiel, met uitgebreide functionaliteit en snellere prestaties.

partner.gira.com/be

Aber: verkoopsucces begint bij een doordacht winkeldesign

Tijdens Nelectra’s RetailDate op 21 mei 2025 nam Valerie Bervoet van ontwerpbureau Aber onze werkgroep retail, afgevaardigden van de aankoopgroeperingen en fabrikanten mee in een inspirerende keynote over de kracht van strategische winkelinrichting. Haar centrale boodschap was helder: het succes van een winkel hangt niet alleen af van het aanbod of de service, maar ook van hoe klanten zich door de winkel bewegen, zich aangesproken voelen én overtuigd raken door de winkelomgeving. Haar verhaal won aan kracht met een concrete case uit onze sector: Electro MAC. Zaakvoerder Geert Schobben kwam getuigen dat een duidelijke merkstrategie, een klantgericht assortiment en een slimme indeling zorgen voor een tastbare meerwaarde!

Met haar 20 jaar ervaring in de retailsector weet Valerie Bervoet als geen ander hoe een succesvol winkelconcept wordt opgebouwd. Tijdens haar presentatie gaf ze inzicht in de aanpak van Aber.

Het eigen merk staat centraal

Een winkelconcept bestaat volgens haar uit een reeks puzzelstukken: van visual merchandising en verpakking tot instore communicatie, locatie, beleving en service. “Maar,” benadrukt ze, “alles begint bij het eigen merk.”

Daarom stelt Aber altijd eerst een aantal fundamentele vragen: waar sta je voor?

Wie is je doelgroep? Wat is je strategie?

Hoe ziet je assortiment eruit en hoe verdeel je dat in categorieën?

Valerie: “De merkstrategie is het vertrekpunt van elk concept. Je moet eerst scherp krijgen wat de essentie van je merk is, nog vóór je begint te ontwerpen.”

Herkenbare voorbeelden

Om te verduidelijken wat een merkstrategie precies inhoudt, haalde Valerie Vervoet een aantal herkenbare voorbeelden aan. Zo evolueerde de merkstrategie van Decatlon recentelijk. Oorspronkelijk zette het merk vooral in op ‘sporttoegankelijkheid voor iedereen’, maar ze merkten dat ze daarmee vooral

beginnende sporters aanspraken. Daarom richt Decatlon zich tegenwoordig ook op premiummerken, om zo ook ervaren sporters aan zich te binden.

Bij Delvaux, bekend om zijn high-end handtassen, draait de merkstrategie om vakmanschap: “Wij geloven in de kunst van vakmanschap waar traditie innovatie ontmoet in het creëren van objecten van blijvende waarde.”

Ook Coolblue kwam aan bod als sprekend voorbeeld. Hun strategie is eenvoudig, maar krachtig: “Wij geloven in het bezorgen van een glimlach bij onze klanten.”

Deze voorbeelden illustreren hoe sterk en richtinggevend een merkstrategie kan zijn. Niet toevallig is het dan ook de eerste oefening die Aber samen met de klant maakt: het benoemen van het DNA van de winkel.

Retailbelofte, consumentenanalyse en verkoopcijfers

Wanneer het DNA van een merk helder is, volgt de volgende stap: het formuleren van een retailbelofte. Valerie Bervoet legt uit: “Wat beloof je je klant? Die belofte vertaal je in concrete waarden en precies die waarden geven wij visueel vorm. Ze vormen de basis voor de uitstraling van het volledige winkelconcept.”

Maar voor er effectief aan de uitwerking van een winkelconcept begonnen wordt, is er nog een cruciale stap: consumentenanalyse. Wie zijn je ideale klanten? Wat drijft hen? Wat motiveert hen om naar jouw winkel te komen? Daarnaast spelen ook verkoopcijfers een belangrijke rol. Waar bevinden zich de best verkopende producten in de winkel? Valerie vervolgt: “Verkoopdata zijn een goudmijn aan informatie. Bij onze analyse kijken we niet alleen naar de toppers, maar ook naar de minst verkopende producten en waar die zich op de

Valerie Bervoet: “De merkstrategie is het vertrekpunt van elk concept. Je moet eerst scherp krijgen wat de essentie van je merk is, nog vóór je begint te ontwerpen.”

winkelvloer bevinden. Ook dat vertelt veel over hoe je winkel functioneert.”

Het assortiment indelen

Een volgende stap in het traject is het kritisch bekijken van het assortiment: wat moet er absoluut in de winkel aanwezig zijn? Wat voegt echt waarde toe? En wat kan gerust weggelaten worden?

Valerie Bervoet legt uit hoe Aber daarbij te werk gaat: “Wij werken met hoofden subgroepen en om dat duidelijk te maken, gebruik ik vaak het voorbeeld van een bakkerij.”

Ze onderscheidt vijf niveaus in het assortiment:

• Kernassortiment is noodzakelijk en bestaat uit brood en patisserie.

• Randassortiment stimuleert cross-selling, denk aan charcuterie en beleg of pralines.

• Aanvullend assortiment is niet noodzakelijk, maar genereert extra omzet, zoals ontbijtmanden of belegde broodjes.

• Seizoensaanbod (ijsjes, aardbeien…)

• Impulsproducten (snoepjes aan de kassa…)

“Deze oefening is voor élke retailer toepasbaar,” zegt Valerie. “En wij merken vaak dat we veel makkelijker keuzes kunnen maken voor producten die ècht een verschil maken, voor zaken met een betere winstmarge, voor producten die de waarde van het eigen merk verhogen…. “

Winkelconcept uitbouwen

Wanneer alle voorgaande bouwstenen op hun plaats liggen — de merkstrategie, het klantenprofiel en de assortimentsstructuur — heeft Aber alles in handen om een sterk winkelconcept uit te tekenen.

Valerie Bervoet licht toe: “We brengen alles samen in een conceptplan en daarna bepalen we hoe de klant zich idealiter door de winkel beweegt. Dit gebeurt bewust in een workshop met onze klanten, zodat iedereen die in de winkel actief is, mee betrokken wordt bij het denkproces.”

Het resultaat is een vlekkenplan: een visuele weergave van de winkelvloer, waarop duidelijk is welke zones waarvoor dienen.

“Dat plan vormt de basis voor de klantreis, de route die de bezoeker doorheen de winkel zal volgen,” aldus Valerie.

Een

retailscan als eerste

stap

Niet elke retailer is meteen klaar voor een volledige make-over. Voor wie het stap voor stap wil aanpakken, biedt Aber een retailscan aan. Daarbij bezoekt een expert de winkel en analyseert hij diverse parameters: waar scoort de winkel goed en wat is voor verbetering vatbaar? Hiervoor maakt Aber gebruik van instore analytics, waarbij klantengedrag wordt geanalyseerd via bestaande beveiligingscamera’s. Op die manier wordt zichtbaar hoe klanten zich door de winkel bewegen en waar de drukst bezochte zones -de zogenaamde hotspots- zich bevinden. Deze inzichten worden gekoppeld aan data uit het kassasysteem, wat een helder beeld geeft van welke zones goed presteren en welke minder.

“Na zo’n retailscan brengen we alles samen in een overzichtelijke presentatie,” vertelt Valerie Bervoet. “We tonen waar er opportuniteiten liggen en vaak zijn er verrassend veel quick wins mogelijk.”

Een praktijkvoorbeeld

Een inspirerend voorbeeld van Aber’s aanpak is de samenwerking met Elektro MAC, de elektrozaak van Geert Schobben. Zeven jaar geleden besloot Geert zijn winkel volledig te herdenken bij een verhuis naar een nieuwe locatie en schakelde daarbij Aber in.

Tijdens de keynote deelde hij zijn ervaringen en had niets dan lovende woorden: “In 2018 kregen wij de kans om naar een

Geert Schobben van Elektro MAC kwam vertellen hoe een duidelijke merkstrategie, klantgericht assortiment en slimme indeling zorgden voor meerwaarde én herkenbaarheid.

nieuw pand te verhuizen en besloten we samen met Aber een nieuw concept voor onze winkel uit te werken. We hebben daar heel wat uren in geïnvesteerd, maar dat heeft geloond. Zeven jaar later staan de meeste productgroepen nog altijd op dezelfde plaats. Alleen seizoensproducten schuiven we af en toe wat door. Het winkelconcept is voor ons nog steeds een referentie bij élke belangrijke beslissing: nemen we een nieuw product op of zoeken we een nieuw personeelslid? We toetsen het altijd aan onze merkstrategie en ons concept.”

De resultaten spreken voor zich: al 12 jaar op rij stijgt de omzet van Elektro MAC. In het volgende nummer van ElektroVisie brengen we een ruimer portret van deze inspirerende retailer, want onze werkgroep Retail brengt er binnenkort een bezoek.

 Linda Claeys  Luc Daelemans (Frozen Moments)

Aber in het kort

Aber werd in 2017 opgericht door Valerie Bervoet. Na een carrière van zo’n tien jaar als retaildesigner. In die periode werkte ze voor tal van retailers en bouwde ze een stevige expertise op in de sector.

Vandaag is Aber een retaildesign bureau dat samenwerkt met een breed netwerk van gespecialiseerde bedrijven en profielen telkens afgestemd op de noden van het project.

Aber focust op rendabele winkelconcepten waarin interieurarchitectuur, visual merchandising en klantbeleving naadloos samenvloeien. Het bureau ontwikkelt duurzame, impactvolle commerciële omgevingen waarin de ervaring van klanten en bezoekers centraal staat.

In hoeverre kan 3D-printen nuttig zijn

voor jou?

Vandaag is 3D-printen veel meer dan een hype. Het is geëvolueerd naar een volwassen technologie met brede toepassingen. Maar in hoeverre kan het in onze elektrosector toegepast worden? En zou het een oplossing voor een voorraadprobleem kunnen zijn?

Andreas Van den Bergh (The Nudlmakr) en Bram Van Steenlandt (Diomedia) hebben al jarenlang ervaring met deze boeiende materie.

Voor de oorsprong van 3D-printen moeten we terug naar 1984, toen Chuck Hull de eerste 3D-printer ontwikkelde. Deze was gebaseerd op een techniek die hij stereolithografie (SLA) noemde. Bij deze methode werd een object laag voor laag opgebouwd uit een vloeibare hars die verhard wordt met een laser. In de jaren 90 groeide de interesse vooral binnen de industriële sector. Fabrikanten gebruikten het toen voornamelijk voor rapid prototyping – het snel en relatief goedkoop maken van modellen of onderdelen om ontwerpen te testen.

Vanaf de jaren 2000 begon 3D-printen zich sneller te ontwikkelen en diversifiëren. Rond 2005 werd 3D-printen toegankelijker voor consumenten, mede dankzij open-source projecten zoals RepRap, dat zelf-replicerende printers wilde ontwikkelen. De prijzen daalden en eenvoudige desktopprinters kwamen op de markt.

Naast SLA kwamen ook andere technieken op zoals onder meer:

• FDM (Fused Deposition Modeling): smelt en drukt kunststofdraad laag voor laag uit.

• SLS (Selective Laser Sintering): gebruikt een laser om poeders te smelten.

Er werd tevens geëxperimenteerd met nieuwe materialen, zoals kunststoffen, metalen, keramiek, voedsel en zelfs biologische cellen.

Zoals elke technologie heeft 3D-printen voor- en nadelen. Als voornaamste voordelen wordt duurzaamheid genoemd (wegens minder materiaalverlies en minder transport), een grote ontwerpvrijheid, een snelle prototyping,… Er zijn uiteraard ook

beperkingen: traag, beperkte materiaalkeuze, hoge kosten voor geavanceerde toepassingen, gebrek aan wetgeving en kwaliteitscontrole.

Andreas Van den Bergh en Bram Van Steenlandt hebben elk een eigen traject afgelegd binnen de 3D-printmarkt. We laten hen één voor één aan het woord.

Maken van specifieke objecten

Andreas is fysicus van opleiding en is al van kindsbeen af een ‘nieuwsgierige knutselaar’. Hij omschrijft zichzelf al lachend ‘professionele prutser’. Met

een dergelijke mindset hoeft het niet te verbazen dat hij een tiental jaar geleden geprikkeld werd door het fenomeen 3D-printen. In het begin voor enkele persoonlijke projecten, maar na een tijd begon dat uit te groeien naar een heuse business. “Ik leg vooral de focus op custom designs op aanvraag,” legt hij uit. “Doorheen de jaren heb ik een reputatie opgebouwd en weten veel mensen dat ze bij mij terecht kunnen voor het maken van specifieke objecten.”

Op onze vraag naar een voorbeeld, gaat hij een tijdje terug in de tijd: “Mijn ouders belden mij omdat hun droogkast stuk was. Bij nazicht bleek één van de spanwielen kapot te zijn. Ik heb daar dan een vervangwieltje voor geprint en nu zijn we 1,5 jaar verder en die droogkast werkt nog steeds.”

Voor een dergelijke toepassing is 3Dprinten ideaal, maar zou een bedrijf/installateur een voorraadprobleem kunnen oplossen met een 3D-printer? Andreas Van den Bergh reageert behoedzaam: “3D-printers werden oorspronkelijk ingezet om prototypes te maken. Per

Het geprinte spanwiel voor de droogkast bij de ouders van Andreas Van den Bergh.

definitie gaat het daarbij om heel lage oplages. Voor grotere reeksen (of om een voorraad aan te leggen) moet je rekening houden met de kosten én met het lange productieproces. Voor wie snel iets nodig heeft in een relatief kleine oplage, kan het nuttig zijn, maar elk bedrijf moet zelf de afweging maken of het voordelig is om via 3D-printen een voorraad aan te leggen.”

Veilig?

3D-printen is voor Andreas vooral een oplossing voor zaken die maatwerk zijn en waar geen al te grote hoeveelheden voor nodig zijn. Zoals het cateringbedrijf waarvoor hij een tijdje geleden beschermingskapjes gemaakt heeft: “De zaakvoerder klopte bij mij aan omdat zijn tafels krassen maakten op de vloer. Hij vond nergens beschermingskapjes voor die specifieke tafelpoten. En ik heb dan kapjes gemaakt in een materiaal dat geen krassen én geen lawaai maakt.” Een 3D-printer is dus vaak handig wanneer er geen standaardoplossing is voor een probleem.

Andreas krijgt ook opdrachten uit de elektrosector: zo was hij recent betrokken bij de ontwikkeling van een concept met een volledige integratie van leds: “Er werd mij gevraagd om in een bestaand frame ledverlichting, bekabeling en aansturing zodanig te integreren, zodat de technische kant niet meer zichtbaar is. Perfect realiseerbaar via een

3D-printer, omdat je gaten, kanalen en allerlei uitsparingen kan voorzien waar nodig.”

Dat is helemaal veilig, verzekert Andreas ons: “Met led werken we sowieso op heel lage spanning, maar de plastics waar ik mee werk, zijn van nature goede isolatoren. Ik maak sowieso altijd grondige berekeningen en ook in dit geval ben ik zeker dat de materialen hittebestendig zijn tot 2 à 3 maal de temperatuur die deze installatie ooit kan bereiken.”

Toch moet Andreas wel toegeven dat 3D-printen qua certificering zich momenteel nog in een grijze zone bevindt.

Of hij zich zou wagen aan elektrische/ elektronische componenten? “Neen,” glimlacht hij. “In theorie zou dit perfect mogelijk zijn, maar ik durf er mij niet aan wagen. Het is immers niet duidelijk wie verantwoordelijk is.”

Het belang van de materiaalkeuze

Tot slot benadrukt Andreas het belang van het juiste materiaal. “Ik denk bij elke toepassing goed na welk materiaal ik nodig heb. Voor eenvoudige zaken, zoals het afdekplaatje voor de batterijen bij een afstandsbediening, volstaat een standaardmateriaal (zoals PLA), en zelfs dat heeft een isolatiewaarde tot een temperatuur van 60 à 70°C. Heb je toepassingen voor hogere temperaturen,

dan kijk je al richting PETG en ABS, die beter zijn in temperatuurresistentie én die beter tegen zwaardere weersomstandigheden kunnen (water, sneeuw, ijs, temperatuurschommelingen, uv-licht). Ideaal voor buitentoepassingen zoals het afdichten van een stekkerdoos. In vochtige omgevingen is het dan weer aangewezen om TPU te gebruiken, een flexibel materiaal waarmee eenvoudig een waterdicht deksel kan gemaakt woren.

Alles hangt dus af van de toepassing waarvoor het gebruikt moet worden en de daaraan gelinkte materiaalkeuze.”

Eigen printer gebouwd

Bram Van Steenlandt is software ontwikkelaar en gebruikt 3D-printen vooral als aanvulling bij zijn job. Zo print hij vooral hulpmiddelen, zoals houders voor barcodescanners of houdertjes voor de eigen dongel die digitale meters moet uitlezen.

En hoewel hij geen 3D-printbedrijf heeft, beschikt Bram toch al over de nodige ervaring in de materie. Hij is er immers al meer dan 10 jaar mee bezig. In die beginperiode waren 3D-printers nog niet courant beschikbaar, zodat Bram zich genoodzaakt zag om zijn eigen printer te bouwen: “Toen ik ermee begon, had je enkel de hele dure industriële modellen of de goedkope Chinese merken. Wel waren er een aantal open-sourceprojecten online beschikbaar en ik begon die kits te bestellen en te finetunen voor eigen gebruik.

De huidige printer setup bij Bram Van Steenlandt, met afsluitbare behuizing.
Deze aceton dampkamer werd bijna volledig gemaakt met een 3D printer.

Een paar materialen van dichterbij bekeken

ABS (Acrylonitrile Butadiene Styrene)

Veelgebruikt kunststof materiaal in 3D-printen.

• bekend om zijn sterkte, slagvastheid en hittebestendigheid.

• wordt vaak gebruikt voor functionele onderdelen, bijvoorbeeld in de auto-industrie of voor behuizingen.

• Nadelen: het kan tijdens het printen kromtrekken (warping) en geeft wat dampen af, dus goede ventilatie is aangeraden.

ASA (Acrylonitrile Styrene Acrylate)

Kunststof materiaal, vergelijkbaar met ABS, maar met betere UV-bestendigheid.

• Geschikt voor buitentoepassingen, zoals behuizingen, auto-onderdelen of bewegwijzering.

• Bekend om hoge weerbestendigheid (vergeling door zonlicht gebeurt nauwelijks) en goede mechanische eigenschappen,

• Nadelen: net als bij ABS komen er tijdens het printen giftige dampen vrij (zoals styreen).

Nylon (ook bekend als polyamide)

Nylon is een veelgebruikt materiaal in professioneel 3Dprinten, vooral wanneer het gaat om functionele of mechanische onderdelen.

• Zeer sterk en taai, slijtvast en flexibel

• Hittebestendig en chemisch bestendig

• Nadelen: vochtgevoelig, warping (neiging om te krimpen). duurder dan PETG

PCTG (PolyCyclohexylenedimethylene Terephthalate Glycol-modified)

PCTG is een modern en robuust kunststof, een variant van PETG met betere slagvastheid en duurzaamheid. Het is populair bij gebruikers die sterke, betrouwbare prints nodig hebben zonder giftige dampen.

• Zeer slagvast en goede chemische bestendigheid

• Kan - net als PETG- helder geprint worden (transparant)

• Vormvast en weinig warping, dus redelijk makkelijk te printen voor een technisch materiaal.

• BPA-vrij

• Geen sterke geur tijdens het printen (in tegenstelling tot ABS/ASA).

• Het combineert de sterkte van ABS met het printgemak van PETG.

PETG (Polyethylene Terephthalate Glycol-modified)

PETG is een van de populairste 3D-printmaterialen voor zowel hobbyisten als professionals. Het is een gemodificeerde versie van PET (bekend van frisdrankflessen), waarbij glycol is toegevoegd om het beter printbaar te maken. PETG is een sterk, taai en gebruiksvriendelijk 3D-printmateriaal dat de voordelen van PLA en ABS combineert.

• Sterk en taai en goede chemische bestendigheid

• Makkelijk te printen (ook transparant)

• Weinig geur

• Nadelen: kans op stringing (PETG heeft de neiging om fijne draden te trekken tijdens het printen) en moeilijk te hechten tussen lagen als instellingen niet goed zijn

PLA (Polylactic Acid (Polymelkzuur)

PLA is het meest gebruikte 3D-printmateriaal, zeker bij beginners, maar ook in educatieve en creatieve toepassingen. PLA is een bioplastic dat wordt gemaakt uit hernieuwbare grondstoffen zoals maïszetmeel of suikerriet.

• Zeer makkelijk te printen en mooie printkwaliteit

• Weinig of geen warping

• Biologisch afbreekbaar (onder industriële omstandigheden).

• Geen sterke geur

• Nadelen: brosser dan andere materialen, niet hittebestendig en beperkte mechanische sterkte

TPU (Thermoplastic Polyurethane)

TPU is een flexibel en taai kunststof materiaal dat vooral gebruikt wordt voor toepassingen die buigzaam of schokbestendig moeten zijn. Denk aan afdichtingen, beschermhoezen, schoenzolen of onderdelen die regelmatig belast worden.

• Flexibel en elastisch

• Slijtvast en schokabsorberend

• Vochtbestendig

• Nadelen: moeilijker te printen dan harde kunststoffen (trager printen, goede filamentgeleiding vereist) en hechting aan het printbed kan lastig zijn zonder de juiste instellingen

Een geprinte montagebeugel voor een kabelgoot: het zorgt ervoor dat de gehele goot vrij is en er geen scherpe kanten zijn.

Het is pas de laatste 3 jaar dat er performante printers aan treffelijke prijzen voorhanden zijn, al blijf ik zelf wel werken met mijn zelfgebouwde printer, want die ken ik, die is uitgerust voor mijn noden en ik ben er heel tevreden over.”

Mijden van ongezonde materialen

Brams printer werkt feilloos met de materialen die hij nodig heeft: “Ik printte vroeger veel met ABS en ASA, twee sterke, slagvaste materialen, maar wel relatief ongezond. Er komen immers giftige dampen vrij (styreen), zodat er altijd in een goed geventileerde ruimte (liefst met afzuiging) moest gewerkt worden. Ik ben dan ook overgeschakeld op

PCTG, een modern en robuust kunststof voor 3D-printen, een variant van PETG met betere slagvastheid en duurzaamheid. Het is populair bij gebruikers die sterke, betrouwbare prints nodig hebben zonder giftige dampen. Ik gebruik daarnaast vaak polyamide (nylon).”

Vooral interessant voor specifieke objecten

Ook Bram ziet geen heil in 3D-printen als oplossing voor voorraadproblemen: “Zelf heb ik eigenlijk alleen nog maar prototypes gemaakt. Nooit voorraad. Dat lijkt me trouwens niet zo geschikt, want een 3Dprinter is doorgaans vrij traag. Bovendien

Welke lampen mogen nog geïnstalleerd worden?

Het verbod op de productie en import van gloeilampen dateert al van 2012, en sinds een paar jaar gelden ook beperkingen voor halogeen- en fluorescentielampen. Toch duiken deze lampen nog regelmatig op in de praktijk. Mag je die nog installeren of verkopen? We vroegen het aan Catherine Lootens, cluster manager en bestuurder van Groen Licht Vlaanderen.

“Soms hoor ik zeggen dat je die lampen zelfs niet meer mag gebruiken,” zegt ze.

“Maar dat klopt niet: wat een consument al in huis heeft, mag hij verder gebruiken.”

“Het gebruik is dus niet verboden, maar ook de verkoop en installatie niet,” vertelt Catherine. De EU heeft vastgelegd dat ze niet meer geproduceerd of ingevoerd mogen worden. Die regels zijn gebaseerd op twee belangrijke richtlijnen:

is het materiaal bijna nooit zo sterk als wat een fabrikant via injectie-spuitgieten kan realiseren. En dan heb ik nog niet gezegd dat het materiaal veel duurder is.”

Niet alleen het printen zelf is een knelpunt, ook het tekenen van een ontwerp vraagt veel tijd en vaak herwerking. “Als je een specifiek object nodig hebt, zoals een houder voor een component of een tussenstuk om iets gemonteerd te krijgen, dan loont het de moeite om een ontwerp te (her)tekenen. Maar iets wat standaard beschikbaar is, ga je beter gewoon kopen, dat is meestal sneller en goedkoper,” besluit Bram.

• Ecodesign (SLR – EU 2019/2020): verbiedt lampen met een te lage energie-efficiëntie (zoals gloeilampen, halogeen, CFL, TL).

• RoHS-richtlijn (beperking van gevaarlijke stoffen): verbiedt onder meer fluorescentielampen vanwege het gebruik van kwik.

Wat betekent dit concreet voor jou als installateur?

• Je zou deze lampen best niet meer verkopen of installeren in nieuwe projecten, zelfs al is het in theorie niet verboden. Led zou hierbij je eerste keuze moeten zijn.

• Je mag ze ook nog gebruiken als vervanglamp in bestaande installaties, maar het is misschien beter om het alleen te doen als het technisch noodzakelijk is. En ook hier is een overstap naar led aangewezen.

• Voor noodverlichting zijn er nog een paar uitzonderingen: in sommige gevallen mag TL-verlichting tijdelijk blijven, bijvoorbeeld als de installatie voldoet aan de vernieuwde norm NBN EN 1838 of een gelijkwaardige regelgeving.

 Linda Claeys

Leds zijn gevoelig! Herken en verhelp

flikkeren en nagloeien

Led-verlichting is energiezuinig, duurzaam en veelzijdig. Toch hebben leds één nadeel: ze zijn razend gevoelig voor storingen in spanning en stroom. Waar een gloeilamp of halogeen kleine afwijkingen nauwelijks liet zien, zie je ze bij led meteen terug als flikkering, knipperen of nagloeien.

Voor installateurs is het belangrijk te weten waar dit vandaan komt en wat je eraan kan doen. In dit artikel bekijken we de belangrijkste oorzaken en geven meteen ook een aantal tips mee.

Slecht ontworpen drivers

De driver is het hart van elke led-installatie en tegelijk een van de meest voorkomende bronnen van flikkering. Bij slecht ontworpen of goedkope drivers wordt de 50 Hz-rimpel van het lichtnet onvoldoende weg gefilterd, waardoor het oog storend knipperend licht waarneemt (100 Hz-effect).

Maar de driver moet vandaag meer doen dan alleen rimpel onderdrukken. Ons elektriciteitsnet raakt steeds meer “vervuild” door apparaten zoals PVomvormers, warmtepompen, laadpalen en elektronische voedingen die harmonischen en spanningsfluctuaties veroorzaken. Een goede driver kan dergelijke storingen grotendeels wegregelen en zo zorgen voor stabiel licht. De boodschap voor installateurs is dan ook duidelijk: kies altijd kwaliteitsdrivers met een degelijke netfilter en lage rimpel, zodat de led-verlichting ook in een steeds drukker en vuiler net betrouwbaar blijft werken.

! Tip: kies drivers die 'flicker free' zijn (PstLM < 0,4).

Slechte aarding / lekstromen ---> nagloeien leds

Zonder goede aarding kan de AC-lekstroom via de interne Y-condensatoren van de leddriver (zie Y1 en Y2 in figuur 1 op pag. 30) niet netjes naar PE wegvloeien. De secundaire (led-uitgang) gaat dan capacitief

“zweven” t.o.v. aarde. Daardoor ontstaat er een klein wisselstroompje door de leds, wat als nagloeien zichtbaar wordt. Het is dus geen blijvende DC-voeding, maar hoogohmige AC-lek die de led-chips net genoeg activeert.

Praktische tips:

• Controleer/verbeter de aarding van metalen armaturen en driverbehuizingen.

• Zet (indien nodig) een bleederweerstand parallel over de led-string (bv. 100 kΩ) om de zwevende spanning te “trekken”. Voor de anti-flikker condensator geldt een waarde van enkele nF (bijvoorbeeld 2,2nF klasse X2 of Y2).

• Houd secundaire kabels kort, getwist en weg van 230 V om extra capacitatieve koppeling te beperken.

• In DALI-toepassingen: stuur OFF (dimto-off) i.p.v. enkel “0 % arc level”.

Verouderde condensatoren in drivers

Ook de leeftijd van een driver kan flikkering veroorzaken. In de voeding zitten elektrolytische condensatoren die met de jaren langzaam uitdrogen. Daardoor verliezen ze capaciteit, wordt de netrimpel minder goed weggefilterd en verschijnt er opnieuw zichtbaar knipperend licht. De enige oplossing is vervanging: bij oudere led -lampen of armaturen met flikkerproblemen is het vaak de driver die aan het einde van zijn levensduur is.

Foutief dimmen

Een veelvoorkomende oorzaak van flikkerende leds is verkeerd dimmen. Niet-dimbare led-lampen die toch op een dimmer worden aangesloten, zullen onvermijdelijk gaan knipperen. Willen we zeker zijn of we te maken hebben met dimbare lampen? Controleer dan altijd het symbool op de verpakking:

Fase aan- of afsnijding

Bij fase-aansnijdings- en -afsnijdingsdimmers is het belangrijk goed te weten welk type je gebruikt, want dit bepaalt sterk hoe leds reageren. Een probleem bij klassieke TRIAC-dimmers is dat ze pas goed werken met een minimale belasting.

Omdat leds zo weinig vermogen vragen, ontstaan er bij klassieke fase-aansnijdingsdimmers vaak flikkerproblemen.

Trailing-edge dimmers op basis van MOSFET-transistors bestaan al langer, maar zijn met de doorbraak van led-verlichting steeds populairder geworden. Ze zijn weliswaar complexer en duurder, maar wél veel beter geschikt voor leds: ze schakelen rustiger, veroorzaken minder storingen en verlengen de levensduur van zowel lamp als driver. Bovendien zijn ze compatibel met leds, gloeilampen, halogeenlampen en de meeste elektronische trafo’s (niet met klassieke gewikkelde trafo’s).

Het nadeel blijft dat er nog geen officiële Europese technische standaard is voor de combinatie led + dimmer, waardoor verschillende merken zich anders gedragen.

! Tip: kies steeds een dimmer die compatibel is met de gebruikte leds, stel de minimale dimstand in met de potmeter, of schakel over op een stabieler protocol zoals 1–10 V, Casambi of DALI.

Minimale én maximale belasting van dimmer of driver

Leds zijn zo zuinig dat het totale vermogen soms onder het minimum van de dimmer of driver blijft (bv. dimbereik 20–100 W). Het gevolg: knipperen of helemaal niet goed dimmen. Maar ook het maximum is belangrijk: sluit je te veel led-bronnen aan, dan wordt de driver of dimmer overbelast en kan die gaan flikkeren of zelfs defect raken.

Tips:

• Controleer altijd zowel het minimale als het maximale vermogensbereik (max. Wattage) van driver of dimmer.

• Kies een voeding of dimmer met een passend bereik voor de toegepaste leds. (voltage range voor stroomdrivers en current range voor spanningsdrivers)

• Sluit voldoende led-bronnen aan om het minimum te halen, maar overschrijd nooit het maximum.

• Stel indien mogelijk de ondergrens bij met de potmeter op de dimmer.

Harmonische vervorming

Ons elektriciteitsnet is allang niet meer zo schoon als vroeger. Steeds meer toestellen – zoals PV-omvormers, warmtepompen, computers en opladers –nemen geen mooie sinusvormige stroom meer af, maar veroorzaken harmonischen: vervormingen van de stroomgolf. Die vervuiling kan zich verspreiden via de installatie en andere apparaten beïnvloeden. Led-verlichting is hier bijzonder gevoelig voor.

! Tip: zet led-verlichting op een aparte ‘schone’ groep en kies drivers conform EN 61000-3-2 zodat harmonische stromen beter onderdrukt worden.

Waarom afscherming bij DALI belangrijk is

DALI werkt met een zwak signaal (ca. 16 V), waardoor het gevoelig is voor storingen van buitenaf. Kabels van PV-omvormers, laadpalen of motoren kunnen via inductie of capacitatieve koppeling schakelpieken en

spanningsfluctuaties rechtstreeks in de DALI-lijn injecteren. Het gevolg: flikkering of communicatieproblemen.

! Tip: gebruik afgeschermde, getwiste kabels en leg de DALI-bus niet parallel langs vermogenskabels.

Verkeerd gebruik van stroomdrivers

Als het totaalvermogen boven het vermogen van de trafo komt, kan die gaan flikkeren.

Bij stroomdrivers kan dit makkelijk voorkomen als je steeds maar spotjes in serie bijzet.

- Te veel spotjes in serie > spanning stijgt > maximum vermogen > driver stopt of knippert.

- Te weinig spotjes in serie > spanning te laag < minimum vermogen > driver instabiel.

! Tip: respecteer altijd het minimale en maximale spanningsbereik van de driver.

PWM-sturingen

Een andere oorzaak van flikkering bij leds is de manier waarop ze worden aangestuurd. Vaak gebeurt dat met PWM (Pulse Width Modulation): de led wordt razendsnel aan- en uitgeschakeld, waardoor het gemiddelde lichtniveau lager lijkt.

Als de PWM-frequentie te laag is, kan dit zichtbaar knipperen veroorzaken – zeker bij video-opnames of gevoelige ogen. Bovendien kunnen lange kabels met veel vermogen als antenne gaan werken en storingen in de omgeving uitzenden.

! Tip: gebruik drivers met een hoge PWM-frequentie (boven 2 kHz) of, nog beter, amplitude-dimming. Zorg er ook voor dat de bekabeling kort en netjes getwist wordt gelegd.

Conclusie

Leds zijn de standaard in verlichting, maar door hun gevoeligheid zie je elke fout of storing meteen terug als flikkering of nagloeien. Met de juiste drivers, goede aarding, correcte belasting en doordachte bekabeling kan de installateur dit perfect vermijden. Zo bied je niet alleen licht, maar ook comfort en betrouwbaarheid.

 Wouter Wissink (Technologisch adviseur Volta)

Praktische aanbevelingen voor installateurs

✔ Kies kwaliteitsdrivers met lage rimpel en correcte normeringen.

✔ Controleer de aarding van metalen armaturen.

✔ Gebruik de juiste dimmer/driver-combinatie en vermijd niet-dimbare leds op dimmers.

✔ Hou rekening met minimum- en maximumbelasting van drivers en dimmers.

✔ Plaats stabilisatoren of bleederweerstanden bij nagloeien of lekspanningen.

✔ Zorg voor korte, correcte bekabeling en vermijd parallel lopende voedingsen signaalkabels.

✔ Test driver + dimmercombinatie in de praktijk.

✔ Meet netkwaliteit bij onverklaarbare storingen: harmonischen, pieken, spanningsdipjes.

Figuur 1: AC-lek/parasitaire stroom
Figuur 2: niet-sinusvormige stromen

On-Off-grid-systemen: optimaal gebruik maken van elektrische energie (deel 2)

In de juni-editie van ElektroVisie kon je in deel 1 van onze reeks ‘On-Off-grid-systemen’ kennismaken met de verschillende batterijsystemen (on-grid, off-grid of hybride) met hun voor- en nadelen. In dit artikel bespreken we de wetgeving en de technische uitvoering van “On-Off-grid-installaties”. In een volgend artikel behandelen we een automatisch “OnOff-grid-hybride batterijsysteem”.

Wetgeving en de regels van goed vakmanschap

Wat betreft de technische uitvoering van de “On-grid, Off-grid en hybride systemen” is er rechtstreeks weinig terug te vinden in het AREI, we moeten terugvallen op de basisregels met betrekking tot overbelasting, kortsluiting, isolatiefout en in het bijzonder de bescherming tegen onrechtstreekse aanraking.

De elektrische installaties moeten uitgevoerd worden met veilig elektrisch materieel en dit volgens de voorschriften van Boek 1 en de regels van goed vakmanschap (indien de voorschriften niet in dit Boek bestaan).

Elke elektrische installatie op lage of zeer lage spanning zelfs gevoed door een privé-installatie, moet aan een controle onderworpen worden (Hoofdstuk 6.4. Gelijkvormigheidscontrole vóór de ingebruikname).

In een elektrische installatie mogen slechts veilige elektrische machines, toestellen en leidingen aangewend worden. Dit wil zeggen dat ze gebouwd moeten zijn volgens de regels van goed vakmanschap en dat ze in geval van foutloze installatie en onderhoud en toepassing volgens hun bestemming, zowel de veiligheid van personen als het behoud van goederen niet in gevaar mogen brengen (Onderafdeling 1.4.2.1. Veilig elektrisch materieel).

De bescherming tegen onrechtstreekse aanraking moet in elektrische

laagspanningsinstallaties verzekerd worden door: beschermingsmaatregelen met automatische onderbrekingsinrichting die een verbinding vereisen van de massa’s met een gewoonlijk geaarde beschermingsgeleider. Deze inrichting moet

een werkingskarakteristiek hebben die de veiligheidscurve eerbiedigt rekening houdend met de waarde van de impedanties van de foutlussen en met het aardingssysteem.

Indien de elektrische installatie gevoed kan worden door stroombronnen in parallel, bijvoorbeeld het openbare distributienet en een autonome stroombron, moet de bescherming tegen onrechtstreekse aanraking verzekerd zijn zowel in het geval dat de installatie gevoed wordt door alle stroombronnen in parallel als in het geval dat de installatie gevoed wordt door een enkele van deze stroombronnen (Onderafdeling 4.2.3.1. Principes van het voorkomen van elektrische schokken bij onrechtstreekse aanraking bij laagspanning).

De bijzondere voorschriften van Hoofdstuk 7.112 (Huishoudelijke fotovoltaïsche installaties op laagspanning ≤ 10 kVA) zijn van toepassing:

• de onderbreking van het scheidingssysteem wanneer er geen netspanning is (minder dan 5 seconden)

• en de afwezigheid van de fotovoltaïsche productie op het net zolang de spanning op het net niet opnieuw aanwezig is.

On-Off-grid installaties

Hieronder bespreken we de technische uitvoering van “On-Off-grid-installaties” en zoals in de inleiding reeds vermeld, komen we In een volgend artikel terug met meer informatie over een automatisch “On-Off-grid-Hybride batterij systeem”.

On-grid

Netsysteem

Differentieelstroombeschermingsinrichting (afgekort: diff.)

Actie

Installatie

Off-grid

TT-net maatschappij TT- of TN-net te voorzien aan de AC kant van de omvormer

Vanaf de netvoeding. Vanaf de AC kant van de omvormer, na de TT/TN verbinding met de aarde.

Wanneer de voeding van het net wegvalt moet de omvormer na maximaal 5 seconden uitschakelen.

Bij isolatiefout in de installatie zal de diff. uitschakelen en na maximaal 5 seconden ook de omvormer.

Bij isolatiefout in de installatie zal de diff. uitschakelen.

On/Off-grid

TT-net maatschappij.

TT- of TN-net te voorzien aan de AC kant van de omvormer.

Vanaf de netvoeding. Vanaf de AC kant van de omvormer, na de TT/TN verbinding met de aarde.

Omschakelaar voorzien die voldoet aan de norm EN60947-6-1 (Netomschakelaars).

Installatie staat principieel in de OFF-grid modus. Indien er geen energie meer voorradig is kan er altijd nog omgeschakeld worden naar netvoeding.

Wat zegt het AREI over ruimtes met bad en/of douche?

Wat de bad- en douchekamers betreft, zijn er op 1 maart 2025 heel wat wijzigingen doorgevoerd in het AREI. In Boek 1 – Hoofdstuk 7.1. is het volledige artikel herschreven en aangepast aan de Europese normering. We spreken nu niet meer over ‘de badkamer’, niet meer over ‘volume 3’, maar over de ‘ruimte die een bad en/of douche bevat’.

Hieronder een korte samenvatting van de ruimte, de volumes, het toegelaten elektrisch materieel en de bijkomende potentiaalvereffeningsverbinding (lees voor de volledigheid het volledige artikel in Boek 1).

Ruimte

De ruimte die een bad en/of een douche bevat wordt afgebakend door:

1. de afgewerkte vloer, en;

2. het horizontale vlak gelegen op 3 m boven de afgewerkte vloer en eventueel een plafond of, indien aanwezig, een vals plafond dat niet geperforeerd is en/of niet zonder gereedschap kan worden gedemonteerd, indien dit zich lager dan 3 m boven de afgewerkte vloer bevindt, en;

3. het verticale vlak:

a. gelegen op een afstand van 4 m vanaf de vaste watertoevoeren, en;

b. gemeten in het horizontale vlak vanaf de vaste watertoevoeren ter hoogte van het bad of de douche:

- hetzij vanaf de uitgang van de kraan van het bad;

- hetzij vanaf de uitgang van de vaste sproeikop;

- hetzij vanaf de uitgang van de mengkraan of de kraan waarop de doucheslang van de handdouche wordt aangesloten, en;

c. afgebakend door vaste verticale wanden met een hoogte van ten minste 2,25 m of door wanden die aansluiten op een plafond of, indien aanwezig, een vals plafond dat niet geperforeerd is of niet zonder gereedschap kan worden gedemonteerd.

Volumes bad

Volumes douche

Voorwaarden voor het elektrisch materieel in de ruimte en de volumes

Materiaal Aansluiting IP-graad

0 ZLVS - Vaste elektrische machines of toestellen Vast IPX7

- Vaste elektrische machines of toestellen

ZLVS

- Bedieningstoestellen

- Contactdozen Vast IPX4

LS - Vaste elektrische machines of toestellen

ZLVS - Bedieningstoestellen

2

LS

- Contactdozen Vast of contactdoos IPX4

- Vaste elektrische machines of toestellen

- Contactdozen (op10mA)

- Bedieningstoestellen

ruimte - Divers elektrisch materieel IPX1

-

Voedingsleidingen

Alle stroombanen die een ruimte met een bad en/of een douche voeden, moeten beschermd worden door één of meerdere differentieelstroombeschermingsinrichtingen met hoge of zeer hoge gevoeligheid.

- Alle machines en toestellen moeten geschikt zijn voor gebruik in een bepaalde zone volgens de gebruiks- en installatievoorschriften van de fabrikant.

- Voedingsbronnen ZLVS moeten buiten volume 0 en 1 geïnstalleerd zijn.

- Aftak-, koppel- en verdeeldozen zijn verboden in volume 0

- De installatie van elektrisch materieel bestemd voor de voeding of bescherming van elektrisch materieel in andere ruimten is verboden in de volumes 0, 1, en 2.

- De schakel- en verdeelborden zijn verboden in de volumes 0, 1 en 2.

Bijkomende potentiaalvereffeningsverbinding

Een bijkomende potentiaalvereffeningsverbinding verbindt plaatselijk alle massa’s van het elektrisch materieel en de gelijktijdig genaakbare vreemde geleidende delen die zich bevinden in de ruimte met een bad en/of een douche met uitzondering van:

1. de massa’s van het elektrisch materieel gevoed op ZLVS;

2. de niet elektrisch geleidende leidingen, zoals kunststof;

3. de radiatoren of convectoren gevoed door leidingen die in 2. worden bedoeld;

4. de metalen behuizingen van elektrisch materieel van klasse II of gelijkwaardig aan behuizingen van toestellen van klasse II. Deze verbinding moet aangebracht worden in de “ruimte die een bad en/of douche bevat”:

- hetzij één enkele geleider, zonder de continuïteit van deze geleider te onderbreken

- hetzij elk met een afzonderlijke geleider (via algemeen connectiepunt), zonder de continuïteit van elke geleider te onderbreken.

 Rudy Van den Bergh

Connectiepunt

De mens achter….

Je weet wellicht wie bij Nelectra werkt en wat ieder van ons voor jou kan doen. Als dat niet het geval is, vind je het volledige team -met foto, functie en contactgegevens- terug op www. nelectra.be onder de rubriek 'contact'.

Op deze laatste pagina van ElektroVisie willen we ruimte maken om alle collega's één voor één op een iets andere manier aan u voor te stellen: wie zijn we, wat houdt ons bezig en wat doen we als we niet in de weer zijn voor Nelectra?

Nadia Van Nuffel, administratief medewerker en dossierbeheerder online schuldinvordering & juridische bijstand

In dit nummer stellen we Nadia Van Nuffel voor. Zij is de dossierbeheerder van de online schuldinvordering & juridische bijstand binnen Nelectra en neemt ook een groot deel van de administratie voor haar rekening. Denk aan factureren, adresbeheer, opvolging infosessies… Nadia werkt ondertussen 11 jaar voor Nelectra.

Hoe breng je graag je vrije tijd door?

Ik werk 4/5 zodat ik op woensdag mijn vrije dag heb. Ik haal dan onze twee oudste kleinkinderen van school en we maken er samen een leuke namiddag van. Op zaterdag zorg ik voor ons jongste kleinkind.

Mijn partner speelt tennis en padel en bijna elke woensdagavond trekken we naar de tennisclub in de buurt, waar we dan samen met vrienden een lekkere spaghetti bolognaise eten.

Hoe kom je tot rust?

Op maandagavond ga ik naar de yogales, dit ontspant mij enorm en geeft me achteraf een energieboost. Ik ga regelmatig naar Tenerife, dat is mijn 2de thuis. Ik geniet er van de zon, mooie wandelingen en lekkere tapas.

Waar word je blij van?

Wanneer ik zie dat mijn kinderen en hun gezin gelukkig zijn.

Welke uitvinding in de elektrosector zou je leven gemakkelijker maken?

Een toestel waarin je gewassen kledij op een kapstok kan hangen en het er gestreken terug uit komt.

Over welke investering ben je tevreden?

De aankoop van mijn volledig elektrische wagentje. Ik haat tanken en daar ben ik nu van verlost, want ik rij heel weinig en dus volstaat thuisladen voor het geringe aantal kilometers dat ik rijd.

Wie bewonder je het meest en waarom?

Mijn ouders. Ze hebben altijd keihard gewerkt en toch waren ze er steeds voor mijn broer en mij wanneer we hen nodig hadden en op ieder belangrijk moment in ons leven. Ze gaven me niet alleen liefde, maar ook de nodige kansen en vele belangrijke waarden.

• Dé ideale RETROFIT: 2draads & modulair

• Alle IP en 2 draads voorzien van badge- en QR readers

Exclusieve verdeler voor de Benelux

High End IP

Frameless inbouwbaar

Geen binnenpost nodig Direct op het gsm netwerk

Full 2-wire met badge en NFC ERA = 4 in 1 kit

Onze videofoons beschikken elk over een aparte lijn voor residentieel gebruik, b2b en appartementen.

E3 laan 93

9800 Deinze

Tel : +32 9 380 40 20 info@nestorcompany.be nestorcompany.be

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.