Auschwitz Bulletin, 2012, nr 04

Page 1

A-Bulletin2012nr4vs02:2deProef 3-12-12 11:20 Pagina 1

Jaargang 56, nr. 4, december 2012

er ligt geen sneeuw op de rails het is niet koud het is niet zwartwit geen bevel hoorbaar en de poort is niet dreigend grijs het slot is van het hek het prikkeldraad is niet meer scherp de stroom is al jaren afgesloten de dood heeft deze plek misschien stilaan verlaten het verleden roest weg auto’s staan in rijen op de parkeerplaats schoolgroepen luisteren naar uitleg mensen fotograferen het perron lopen langs de rails die sporen hebben nagelaten busladingen men gaat rond en in en uit en door de lucht is blauw zonovergoten grasgroen het pad en toch valt er langzamerhand sneeuw en toch waait het kil langs de barak wordt het winters grijs blijkt het roest mij iets te vertellen fluistert het hout me iets onhoorbaars opeens trilt zacht het prikkeldraad als ik voorbij ga zijn er stemmen in een hoek het is hier leeg maar niet verlaten wie het ziet mag het zeggen wie het weet moet het onthouden


A-Bulletin2012nr4vs02:2deProef 3-12-12 11:20 Pagina 2

2 Inhoud

3 4 8 10 12 21 15 16 7 18 1 3 6 7 15 18

Auschwitz Bulletin

Herdenken Holocaust Herdenking / Auschwitz Herdenking 2013 Nooit Meer Auschwitz Lezing 2013 / Ellen Lock Terug naar Uilenburg / Jaap Tanja Gastlessen over de oorlog / Jolly van der Velden Joods leven in Oekraïne, een rondtocht / Marcel Kurpershoek Een onderduikster in het dorp / Jurjen Hoekstra Column Herdenkingshutspot / Max van Weezel Cultureel / Boekbespreking Hervonden kinderjaren / Bertje Leuw Het boek In Memoriam uitgebreid Cultureel Koffers / Gedicht van Dennis Schouten Gedicht over Auschwitz van Rob Komen Berichten Bestellen lunchbijeenkomst Herdenking 2013 Reserveren toegangskaarten Lezing 2013 Geschiedenis van ‘Herdenken in de Hollandsche Schouwburg’, een oproep Vergeet hen niet Geven: Nu en Later / Aart Veldhuizen

Toezending van het Auschwitz Bulletin (4 afleveringen per jaar) kan men aanvragen - via www.auschwitz.nl/bulletin/abonnement - per email info@auschwitz.nl - per post Nederlands Auschwitz Comité, Postbus 74131, 1070 BC Amsterdam - per telefoon 020 – 6003455

56ste jaargang, nr. 4, december 2012. Verschijnt 4x per jaar

Herdenking en lezing In dit nummer opgavekaart voor de Holocaust Herdenking / Auschwitz Herdenking 2013 en reserveren toegang voor de Nooit meer Auschwitz-lezing 2013 Een belangrijk deel van dit nummer is gewijd aan de Herdenking en de Lezing waarmee wij ieder nieuw jaar, in dit geval 2013, openen. Eerst de Nooit meer Auschwitz-lezing op donderdag 24 januari, die gehouden zal worden door Beate Klarsfeld. Drie dagen later, op zondag 27 januari, is er de Holocaust Herdenking / Auschwitz Herdenking bij het monument in het Wertheimpark. De gebruikelijke lunchbijeenkomst daarna vindt weer plaats in Hotel Casa 400 Amsterdam. Voor de evenementen lezing en lunchbijeenkomst vindt u de mogelijkheid tot opgave in dit nummer. De herdenking in het park voor alle belangstellenden is natuurlijk vrij toegankelijk. In de rubriek Herdenken vindt u eerst het programma van de Herdenking, gevolgd door een groot interview met de spreker van de Lezing, Beate Klarsfeld. Het daarop volgende artikel bevat een ontroerende herdenking van de gedeporteerde bewoners uit het huizenblok in de Amsterdamse straat waar de auteur nu woont. Het is de voortzetting van zijn zoektocht die in het herdenkingsnummer van deze jaargang met een eerste verhaal begon. Dan volgt een interview met een deelnemer aan het project Gastsprekers, die door het regelmatig houden van gastlessen het herdenken bij de schooljeugd gaande houdt. Het verhaal van een rondtocht langs huidige sporen van Joods leven in Oekraïne is tevens ook een herdenking van het bloeiende Joodse leven dat hier eens aanwezig was. De rubriek besluit met een zeer feitelijke herdenking in eigen land bij de uitreiking van een Yad Vashem onderscheiding. In de Column geeft Max van Weezel een korte terugblik op alle heisa rond de laatste 4 mei herdenking, waarmee dit onderwerp naar onze opvatting als afgesloten beschouwd kan worden. Een boekrecensie en twee ons toegezonden gedichten vullen de rubriek Cultuur. – H.S.

Portokosten per jaar: binnenland € 12,50 / in Europa € 17,50 / buiten Europa € 25

De activiteiten van het Nederlands Auschwitz Comité worden mede mogelijk gemaakt door het ‘Nationaal Fonds voor Vrijheid en Veteranenzorg’ met middelen uit de ‘BankGiroLoterij’ en de ‘Lotto’. Uw deelname aan deze loterijen wordt daarom van harte aanbevolen

Voor de inhoud van de artikelen die ondertekend zijn is alleen de auteur verantwoordelijk. Overname van artikelen is toegestaan, mits met toestemming van de auteur en de redactie.


A-Bulletin2012nr4vs02:2deProef 3-12-12 11:20 Pagina 3

3

Herdenken

Holocaust Herdenking / Auschwitz Herdenking 2013 Zondag 27 januari 2013

O

p 27 januari 2013 zal het achtenzestig jaar geleden zijn dat het concentratie- en vernietigingskamp Auschwitz werd bevrijd. De VN hebben de dag van de bevrijding uitgeroepen tot Holocaust Memorial Day. Deze dag staat symbool voor het Herdenken en is ter nagedachtenis van alle slachtoffers van de Holocaust. In Nederland wordt de bevrijding ieder jaar herdacht op de laatste zondag van de maand januari. Het Nederlands Auschwitz Comité organiseert op zondag 27 januari 2013 de Holocaust Herdenking / Auschwitz Herdenking bij het Spiegelmonument ‘Nooit Meer Auschwitz’ in het Wertheimpark te Amsterdam, gevolgd door een lunchbijeenkomst in Hotel Casa 400 Amsterdam.

Herdenking Vanaf 10.00 uur is de Boekmanzaal van het Amsterdamse Stadhuis geopend, ingang Amstel. Om 11.00 uur vertrekt vanaf het Stadhuis de Stille Tocht naar het Wertheimpark. De herdenking begint om 11.30 uur met een toespraak door de burgemeester van Amsterdam, gevolgd door een muzikale bijdrage van Sinti en Roma, waarna het Jizkor en Kaddisj worden uitgesproken. Hierna is er gelegenheid voor organisaties en particulieren hun kransen en bloemen bij het monument te leggen. Voor diegenen die slecht ter been zijn, is in het Wertheimpark een aparte zittribune aanwezig. Om kracht bij te zetten aan het belang van de doelstelling ‘Nooit Meer Auschwitz’ is een grote opkomst, als een signaal naar recente ontwikkelingen, van buitengewone betekenis. Dus is niet alleen de deelname van uzelf, maar ook die van uw familie, vrienden en kennissen, meer dan ooit, van grote waarde.

Lunchbijeenkomst De lunchbijeenkomst vindt na de herdenking plaats in Hotel Casa 400 Amsterdam, Eerste Ringdijkstraat 4, 1097 BC Amsterdam. Deelnemers kunnen gebruik maken van gratis busvervoer van het Wertheimpark naar Hotel Casa 400 Amsterdam. De zaal in Hotel Casa 400 Amsterdam gaat om 12.30 uur open. De lunchbijeenkomst begint om 13.00 uur. Evenals voorgaande jaren zijn wij genoodzaakt u voor de lunch een bijdrage in de kosten te vragen van € 12,50 en voor een kosjere lunch € 15,- . De wijze van bestellen vindt u onder deze aankondiging.

Inspirerend De lunchbijeenkomst heeft altijd een informeel karakter. Standaard is de boekentafel aanwezig, waar men boeken over o.a. de Shoah, Auschwitz, andere kampen en herdenken in het algemeen kan aanschaffen. De lunchbijeenkomst biedt de gelegenheid om elkaar jaarlijks weer eens te ontmoeten. Het is zeker niet zo, dat het alleen overlevenden van de diverse kampen en hun nabestaanden zijn die elkaar daar treffen. De bijeenkomst is bestemd voor iedereen! Ieder jaar opnieuw blijkt dat dit buitengewoon inspirerend kan zijn en dat er bijzondere contacten worden gelegd.

Programma samengevat: 10.00 uur: verzamelen voor de Stille Tocht in de Boekmanzaal van het Stadhuis te Amsterdam, hoofdingang aan de Amstelzijde 11.00 uur: begin Stille Tocht naar het Wertheimpark 11.30 uur: Herdenking bij het Auschwitz Monument 12.15 uur: vertrek van bussen naar Hotel Casa 400 Amsterdam 12.30 uur: zaal in Hotel Casa 400 Amsterdam open 13.00 uur: begin lunchbijeenkomst 15.30 uur: einde lunchbijeenkomst

Bestellen Voor het reserveren van plaatsen voor de lunchbijeenkomst verzoeken wij u de in dit blad opgenomen kaart vóór 13 januari 2013 op te sturen naar: Nederlands Auschwitz Comité Postbus 74131 1070 BC Amsterdam Gezien de grote belangstelling ieder jaar voor de lunchbijeenkomst is het raadzaam snel te reageren. Wij verzoeken u het totaalbedrag gelijktijdig met het opsturen van de kaart, over te maken op rekening: 41.46.46.282 t.n.v. Nederlands Auschwitz Comité, Amsterdam (graag alleen deze rekening gebruiken), onder duidelijke vermelding van uw naam en het aantal lunches. Kaarten kunnen wij pas versturen na ontvangst van uw betaling.

Auschwitz Bulletin 56, nr. 4, december 2012


A-Bulletin2012nr4vs02:2deProef 3-12-12 11:20 Pagina 4

4 Herdenken

Nooit meer Auschwitzlezing 2013 Beate Klarsfeld wil vooral activist zijn Ellen Lock

Voor de tiende keer organiseert het Nederlands Auschwitz Comité, in samenwerking met het NIOD, instituut voor oorlogs-, holocaust- en genocidestudies en de Sociale Verzekeringsbank (SVB), de Nooit Meer Auschwitz Lezing. De lezing, in het Engels, zal gehouden worden door Beate Klarsfeld uit Frankrijk. Mevrouw Klarsfeld is vooral bekend door de vele acties samen met haar man Serge Klarsfeld om grote nazimisdadigers op te sporen en voor het gerecht te brengen. Bij deze gelegenheid zal mevrouw Klarsfeld tevens de Annetje Fels-Kupferschmidt Onderscheiding ontvangen. De onderscheiding is genoemd naar Annetje Fels-Kupferschmidt, die het concentratiekamp Auschwitz overleefde en tien jaar na de oorlog, samen met andere overlevenden van de kampen, het Nederlands Auschwitz Comité oprichtte. Het leidend motief dat toen voor hen gold: ‘Nooit meer Auschwitz’, geldt nog steeds. Ter introductie van de spreker heeft Ellen Lock, verbonden aan de afdeling Verzetsdeelnemers en Oorlogsgetroffenen van de Sociale Verzekeringsbank, mevrouw Klarsfeld geïnterviewd. Dit interview is tevens verschenen in het blad Aanspraak van december 2012, p. 4-8.

Strijd tegen antisemitisme Hebt u herinneringen aan de oorlog? ‘Op 13 februari 1939 ben ik in Berlijn geboren en mijn ouders waren geen nazi’s, maar mijn vader diende wel als infanterist in het Duitse leger. Vanwege veel longontstekingen werd hij als boekhouder ingezet. In 1945 werd hij Brits krijgsgevangene. Toen ons huis werd gebombardeerd, gingen wij naar familie op het platteland. Ik herinner me hoe de Kozakken op paarden het dorp binnenreden en het huis doorzochten op sieraden. Na de oorlog trokken wij in bij een ander gezin in Berlijn. Thuis en op school

Auschwitz Bulletin 56, nr. 4, december 2012

spraken we niet over het oorlogsverleden en we waren meer bezig met de Koude Oorlog. Er kwam één Joodse jongen op school terug uit Engeland, maar niemand durfde iets te vragen.’ Waarom wilde u naar Parijs? ‘In 1960 vroeg een vriendin van mij of ik mee ging als au pair naar Parijs. Waarom ook niet?, dacht ik. Van mijn ouders had ik geen toestemming meer nodig, want ik was al 21. Over mijn ervaringen als Duitse au pair in Parijs schreef ik een informatieboekje dat goed verkocht. De man van mijn au pair adres raakte wat al te geïnteresseerd in mij, dus zocht ik ander werk en werd secretaresse bij het Bureau voor Frans-Duitse Jeugdzaken in Parijs.’ Hoe ontmoette u uw man? ‘Omdat ik Frans leerde bij de Alliance Française nam ik vaak dezelfde metro als Serge die politieke wetenschappen studeerde. Hij sprak me aan op het metroperron in 1960: “Ben je Engels?” vroeg hij en ik antwoordde: “Nee, Duits.” We raakten aan de praat en we waren al snel onafscheidelijk. In 1963 trouwden we. Hij was geboren in 1935 in Boekarest. Hij vertelde me over zijn oorlogsverleden en voor mij was dit allemaal nieuw. In 1943 was zijn familie naar het veilige Italiaanse deel van Nice gevlucht, waar nog geen razzia’s waren. In de nacht van 30 september 1943 stond de Gestapo voor de deur. Zijn dappere vader offerde zich op in de hoop dat ze dan niet verder zochten. Zijn moeder zat met Serge en zijn zus verstopt achter een kast en zij overleefden de oorlog. Zijn vader is vermoord in Auschwitz.’ Wie of wat is uw inspiratie? ‘Serge gaf me het advies: “Maak van je leven een gedicht, til het op naar het niveau van een inspirerende ervaring.” Hij vertelde over de Duitse studentenverzetsgroep Die Weiβe Rose uit München die streed tegen de nazi’s. Met hun pamfletten riepen zij op tot verzet om onderdrukking van minderheden in de kiem te smoren. Hún strijd tegen antisemitisme wilden Serge en ik voortzetten. Als Duitse voelde ik mij hiertoe moreel verplicht. Serge steunde mij bij al mijn acties. We zijn twee zielen met één gedachte.’

Een oorvijg voor de Bondskanselier Waarom wilde u juist de toenmalige Bondskanselier Konrad Georg Kiesinger aanpakken? ‘In 1966 werd de CDU-politicus Kiesinger gekozen tot Bondskanselier. Onvoorstelbaar want hij had een naziverleden. In de Franse krant Combat schreef ik dat Kiesinger ons land onmoge-


A-Bulletin2012nr4vs02:2deProef 3-12-12 11:20 Pagina 5

5

Beate en Serge Klarsfeld in Parijs, oktober 2012 (foto Ellen Lock)

lijk kon vertegenwoordigen als voormalig NSDAP-lid, omdat hij verantwoordelijk was geweest voor nazipropaganda op de radio en dus bewust aanzette tot haat en Jodenvervolging en dat ik Willy Brandt, die actief in het verzet tegen nazi’s was geweest, een betere kandidaat vond. Meteen na het verschijnen van dit artikel werd ik ontslagen, want er zaten oud-nazi’s in het bestuur. Serge en ik besloten om het er niet bij te laten zitten. We riepen in het Bondsparlement vanaf de publieke tribune: “Nazi, nazi!”, maar helaas baarde dat geen opzien. Daarom moest ik iets drastisch doen. Op 7 november 1968 sloeg ik Kiesinger in zijn gezicht op een CDU-partijbijeenkomst en ik riep; “Nazi, nazi, aftreden!” Met die klap wilde ik laten zien dat ook de jonge generatie Duitsers zijn naziverleden afkeurde. De foto’s van onze persfotograaf gingen de hele wereld over. Na de klap werd ik afgevoerd naar een politiecel. De bewapende politiebewaking bij de conferentie had me daar evengoed kunnen neerschieten. Toch was ik niet bang. Precies zoals Serge had voorspeld, vreesden de autoriteiten spanningen tussen Frankrijk en Duitsland vanwege mijn Franse nationaliteit. De rechter gaf me een jaar voorwaardelijke straf, maar dit werd teruggebracht tot vier maanden. Toen Willy Brandt Bondskanselier werd, verleende hij mij amnestie. Heeft uw oorvijg het beoogde effect gehad? ‘Ja, en ons doel was wereldwijd meteen helder. De schrijver Heinrich Böll stuurde mij een bos rode rozen. Vervolgens voerde hij een pennenstrijd met Günther Grass, die de klap afkeurde maar wel Kiesingers vertrek wenste. Ik kreeg veel steunbetuigingen van oorlogsgetroffenen overal ter wereld. De Duitse pers en de CDU spraken er schande van, maar dat nam ik voor lief. We probeerden zijn herverkiezing te dwarsbomen en dat is gelukt. Met medestanders riepen we overal waar hij sprak: “Nooit meer Kiesinger!” en: “Nazi, nazi, aftreden!”. In 1969 werd de socialist

Willy Brandt gekozen. Ons doel was bereikt. We hielpen Duitsland te veranderen. In 2012 werd ik voorgedragen als een van de twee kandidaten voor het Duitse Bondspresidentschap. Joachim Gauck was het symbool van de strijd voor vrijheid in Oost-Duitsland en ik was het symbool van de strijd in WestDuitsland tegen voormalige nazi’s. Hij werd gekozen.’

De jacht op nazi’s Hoe kreeg u nazi’s in het buitenland zonder uitlevering voor het gerecht? ‘Hen vinden was niet het grootste probleem, maar de weigering van landen om ze uit te leveren. We verzamelden bewijsmateriaal en betrokken de internationale media bij mijn protestacties om de publieke opinie te winnen. In Duitsland probeerden we een wet af te dwingen met behulp van Franse politieke druk en de internationale media om Duitse nazi’s, die oorlogsmisdaden in Frankrijk hadden gepleegd, in Duitsland te laten berechten omdat ze niet werden uitgeleverd. Die zogenoemde Lex Klarsfeld is er gekomen. Intussen spoorde Serge de Gestapoleider van Parijs, Kurt Lischka, in Duitsland op en bedreigde hem met een pistool op zijn hoofd. We wilden liever dat hij meewerkte dan dat we hem geweld moesten aandoen. Omdat hij dit niet deed, planden we zijn kidnapping. Helaas ontsnapte Lischka. Hiervoor zat ik vier weken vast en Lischka liep nog vrij rond. Een omgekeerde wereld natuurlijk en de internationale pers schreef er vurig over. Het duurde nog acht jaar voordat we Kurt Lischka en anderen voor het gerecht kregen.’ Wat waren de angstigste momenten in uw strijd? ‘In 1972 werd er een pakje bij ons huis afgeleverd. Mijn schoonmoeder nam het aan en Serge maakte het open. Zij ontdekten dat er een vreemd soort suiker in zat. De politie nam het aanvan-

Auschwitz Bulletin 56, nr. 4, december 2012


A-Bulletin2012nr4vs02:2deProef 3-12-12 11:20 Pagina 6

6

Beate Klarsfeld met Ita Halaunbrenner in La Paz, 6 maart 1972 (fotograaf onbekend; toestemming voor publicatie van Beate Klarsfeld)

kelijk niet serieus, maar het bleek wel degelijk een bom te zijn. En in 1979 vernietigde een bom onze auto in onze garage. Hierna kregen we enige politiebescherming, maar als iemand kwaad wil helpt dat toch niet. We lieten ons nooit weerhouden door onze vijanden.’ Wat gaf u hoop? ‘Ons gezin, de twee kleinkinderen, onze honden en onze katten, we steunen elkaar door dik en dun. Onze kinderen Arno (1965) en Lida (1973) zijn ook advocaat geworden en streden met ons mee in de rechtszaken tegen oorlogsmisdadigers. Mijn dochter wijdt zich nu aan haar kinderen en mijn zoon is directeur van de Franse immigratie- en integratiedienst. Mijn gezin is een enorme motivatie; ik strijd voor een betere toekomst voor mijn kinderen en kleinkinderen.’

in 1951 in Bolivia een nieuwe identiteit als Klaus Altmann. In 1972 reisde ik alleen naar La Paz en later met mevrouw Ita Halaunbrenner, een overlevende die haar familie door hem had verloren. We ketenden ons zes uur vast aan een parkbank recht voor zijn kantoor met grote actieborden in de hand. Bij de persconferentie na afloop werd ik door de Boliviaanse politie opgepakt. Serge heeft er alles aan gedaan om mij vrij te krijgen. In 1983 zorgde president Mitterand, zelf een oud-verzetsleider, voor politieke druk op Bolivia’s nieuwe regering voor de uitlevering van Barbie aan Frankrijk. Hij is uiteindelijk berecht in Frankrijk in 1987. Serge, mijn zoon en dochter waren inmiddels advocaat en hadden de juiste bewijsvoering voor zijn directe betrokkenheid: een telexbericht met zijn handtekening onder het transportbevel van 41 Joodse kinderen uit een weeshuis in Izieu. Het vonnis, levenslange gevangenisstraf, was de kroon op ons werk.’

Waar bent u het meest trots op? ‘Ons grootste succes was onze jacht op de Gestapoleider - de Slachter van Lyon - Klaus Barbie. In 1947 werd hij in Frankrijk bij verstek ter dood veroordeeld. De Amerikaanse geheime dienst gebruikte hem in Duitsland tegen de communisten en gaf hem

Hoe kijkt u terug op uw werk? ‘Ik had nooit durven dromen dat ik, als Duitse, dit alles zou meemaken. We kregen steun uit Amerika, Israël, Frankrijk en uit de DDR. Er is een Amerikaanse televisiefilm over onze acties tegen Klaus Barbie getiteld The Beate Klarsfeld Story (1986) met Farrah

Reserveren toegangskaarten Nooit meer Auschwitz-Lezing 2013 Voor de Nooit Meer Auschwitz Lezing door Beate Klarsfeld op donderdag 24 januari 2013 in het Koninklijk Instituut voor de Tropen te Amsterdam is een beperkt aantal toegangsbewijzen beschikbaar. Als u bij de lezing wilt zijn, moet u zich aanmelden vóór 1 januari 2013 via www.svb.nl/NMAlezing en als u geen internet heeft, dan kan dit telefonisch: 020-6564802. De zaal is open om 14.30 uur en de Engelstalige lezing begint om 15.00 uur. Aansluitend is er tot 18.00 uur gelegenheid om na te praten.

Auschwitz Bulletin 56, nr. 4, december 2012


A-Bulletin2012nr4vs02:2deProef 3-12-12 11:20 Pagina 7

7

Fawcett in de hoofdrol. En in 2008 verscheen er een Franse film La traque met in de hoofrol Franka Potente. De Knesset nomineerde mij in 1977 en 1984 voor de Nobelprijs voor de Vrede, een bijzondere eer als Duitse. We zijn altijd politiek neutraal gebleven om onze doelen te verwezenlijken en zowel met de rechtse Sarkozy als met de socialist Hollande bevriend.

Ieder slachtoffer krijgt een naam Hoe kreeg uw man informatie uit de archieven, die nog niet allemaal openbaar waren? ‘Serge heeft een lange adem. Hij slaagde erin om de archieven van Franse gedeporteerden te openen en ging als eerste Franse historicus ermee aan de slag. Alleen met de juiste bewijzen kregen we de oorlogsmisdadigers achter slot en grendel. Van overlevenden kregen we vaak waardevolle tips. Zo kreeg Serge in 1978 het unieke Auschwitz-fotoalbum van een nazifotograaf in handen, dat als bewijsstuk diende. Hij kreeg toestemming van de eigenaresse, Lili Jacob, om het fotomateriaal te publiceren voordat ze het album aan Yad Vashem zou overhandigen in 1980. Is uw doel van nazi’s jagen verschoven naar publicaties over de Franse deportaties? ‘Nee, want we werken altijd aan meerdere doelen tegelijkertijd. In 1979 richtten we de Association des Fils et Filles des Déportés Juifs de France op om gegevens van duizenden gedeporteerden te verzamelen. We onderzochten of hun nabestaanden recht zouden hebben op een uitkering en daar is een wet voor gekomen. Recent publiceerde Serge een symbolisch monument: Mémorial de la déportation des Juifs de France. Gedetailleerd beschrijft hij in dit gedenkboek de persoonlijke deportatiegeschiedenis van Franse en buitenlandse Joden, waaronder ook Nederlandse. Serge wil ieder slachtoffer van het nazisme zijn naam, geschiedenis en identiteit teruggeven.’ Waarom moeten we stilstaan bij Holocaust Memorial Day? ‘Het is van groot belang dat mensen overal ter wereld de Holocaust herdenken. We moeten ervan blijven leren en er álles aan doen om te voorkomen dat haat tegen minderheden ooit weer dit soort vormen kan aannemen. We moeten deze haat overal actief bestrijden, want we weten hoe snel het tij kan keren, ook in een parlementaire democratie en juist in tijden van crisis.’

Geschiedenis van het herdenken in de Hollandsche Schouwburg, een oproep Het Joods Historisch Museum (JHM) en de Universiteit van Amsterdam (UvA) werken aan een boek over de geschiedenis van de Hollandsche Schouwburg in Amsterdam, onder andere over de herdenkingen die hier plaatsvonden. De herdenking van 4 mei werd vóór 1962 op de stoep van de Plantage Middenlaan, voor de gesloten deuren, herdacht en vanaf de opening in ’62 op de binnenplaats. Jom Hasjoa werd hier vanaf 1966 georganiseerd. Wij zoeken contact met organisatoren en belangstellenden / ooggetuigen en zijn benieuwd naar sfeerimpressies, globale veranderingen in de loop der tijd, foto’s, filmpjes en archiefstukken. Alle informatie wordt enorm gewaardeerd. U kunt contact opnemen met Esther Göbel (esther@jhm.nl) of David Duindam (d.a.duindam@uva.nl); per telefoon: 020-5257265.

Het boek In Memoriam uitgebreid Begin dit jaar verscheen het monumentale boek In Memoriam. De gedeporteerde en vermoorde Joodse, Roma en Sinti kinderen 1942-1945 van Guus Luijters en Aline Pennewaard. Onder dezelfde naam vond in het Amsterdamse Stadsarchief een tentoonstelling plaats, waar van 3000 vermoorde kinderen de foto’s werden getoond. Wij hebben er in het Auschwitz Bulletin 2012-2 (p. 18-19, 21) aandacht aan besteed. Boek en tentoonstelling hebben veel losgemaakt. Mensen vonden familieleden, vrienden en buren terug, vertelden hun verhalen, stuurden documenten en vooral veel nieuwe foto’s. Dit is nu samengevat in een Addendum waardoor In Memoriam wordt uitgebreid met 700 nagekomen foto’s en een lijst met correcties op het oorspronkelijke boek. Guus Luijters, In Memoriam – Addendum. De gedeporteerde en vermoorde Joodse, Roma en Sinti kinderen 1942-1945, Beeldredactie Aline Pennewaard met medewerking van Marten Jongman, Nieuw Amsterdam Uitgevers, Amsterdam 2012, 142 blz., 700 foto’s, ISBN 9789046814031, € 14,95

Auschwitz Bulletin 56, nr. 4, december 2012


A-Bulletin2012nr4vs02:2deProef 3-12-12 11:20 Pagina 8

8 Herdenken

Terug naar Uilenburg Jaap Tanja

‘Toevallige ontmoeting’ Op 10 september jongstleden was het precies zeventig jaar geleden dat vier van de vijf inwoners van het huis waarin ik woon in een van de gaskamers van Auschwitz-Birkenau zijn vermoord. Die dag heb ik veel moeten denken aan Roza en Leon Aussen en hun drie kleine kinderen. Zij woonden – net als ik nu – in de Nieuwe Uilenburgerstraat 80-huis, midden in de vooroorlogse Amsterdamse Jodenbuurt. Dat ook de inwoners van mijn huis in de oorlog zijn omgekomen, was mij natuurlijk bekend. Zoveel weet ik wel van de geschiedenis. Maar toen ik een jaar geleden enigszins bij toeval achter hun namen en hun gezichten kwam, heb ik een paar nachten slecht geslapen. Deze ‘toevallige ontmoeting’ – die niet helemaal toevallig was en helaas ook geen echte ontmoeting – kwam tot stand via de site joodsmonument.nl. Ik heb er een stuk over geschreven in het Auschwitz Bulletin (56/1, januari 2012, p. 10-11) en heb twee van de foto’s die ik had gevonden daarbij laten afdrukken. Allereerst moet ik even iets rechtzetten. Het jonge echtpaar op de linker foto bij dat artikel is helaas niet Roza en Leon. Ik kreeg een mail van Hans Aussen (geb. 1926), een neef van Leon, die de oorlog heeft overleefd en beide nog gekend heeft. Hij stuurde mij een kopie van een foto van een feestelijke maaltijd van de familie Aussen, vlak voor de oorlog. Daarop staan Roza en Leon enigszins schimmig, maar wel herkenbaar, in een gezelschap van 30 andere Aussens. En inderdaad, dat zijn andere mensen dan het jonge echtpaar op de foto bij mijn artikel (een foto die ik van

joodsmonument.nl had gehaald). Van de drie jonge kinderen van Roza en Leon – de bijna 5-jarige Catharina, Alfred (3 jaar) en Margaretha Bertha (nog geen jaar) – bestaan wel mooie, duidelijke foto’s. Hen ben ik naast elkaar weer tegengekomen in de indrukwekkende tentoonstelling en in het even indrukwekkende boek In Memoriam van Guus Luijters, die 3000 kinderen die in de Holocaust zijn omgekomen weer een naam en gezicht heeft gegeven. Heel veel meer is er van of over het jonge echtpaar Aussen dat in mijn huis heeft gewoond helaas niet bewaard gebleven, ben ik bang. Hans Aussen, nu al ver in de tachtig, heeft nog vage herinneringen aan zijn neef Leon en diens vrouw Roza.

Uit één huizenblok Nadat ik het artikel had geschreven, ben ik verder gaan zoeken. Naar de namen van de buren, de mensen uit de straat. Wat is er met hen gebeurd? Op joodsmonument.nl kom je een heel eind en de gegevens die je daar vindt, kun je combineren met de gegevens op de woonkaarten in het Stadsarchief van de gemeente Amsterdam. Ik heb mij beperkt tot het huizenblok waarin ik woon. Dat was bij het begin van de oorlog een fraai, net afgerond nieuwbouwproject, het laatste blok huizen van de Joodse woningbouwvereniging Bouwfonds Handwerkers Vriendenkring. Het blok kwam deels in/op de plaats van een openbare lagere school op Uilenburg, de Claudius Civilisschool, die overwegend, maar niet uitsluitend werd bezocht door Joodse leerlingen. Dit huizenblok werd in het begin van de oorlog naar schatting voor 90-95% bewoond door Joodse huurders. Het beslaat de Nieuwe Uilenburgerstraat nummer 70 tot en met nummer 88 en omvat ook de huizenkant van de Nieuwe Batavierstraat (nummer 3 tot en met 15) en een drietal huisnummers op de Oude Schans (41 tot en met 45). In totaal 72 appartementen, waarvan twee winkels (een kruidenier en een schoenmaker). Van de 72 appartementen (beter gezegd: 72 voordeuren) ben ik van 60 daarvan te weten gekomen wat er met de bewoners in de oorlog is gebeurd. In totaal zijn er 212 mensen omgebracht, vermoord. Dat is gemiddeld 3,5 per voordeur! In Auschwitz zijn Visverkoopster Brutale Coba in de Houtkopersdwarsstraat (foto uit boek Joods Amsterdam [1997] )

Auschwitz Bulletin 56, nr. 4, december 2012


A-Bulletin2012nr4vs02:2deProef 3-12-12 11:20 Pagina 9

9

Foto’s van de bijna 5-jarige Catharina Aussen, de 3-jarige Alfred Aussen en Margaretha Bertha Aussen van nog geen jaar uit het boek In Memoriam

er 99 mensen uit ‘mijn’ huizenblok omgebracht, in Sobibor 76 en 20 in Mauthausen. Op twee na zijn die 20 Mauthausen-slachtoffers jonge mannen, allemaal opgepakt tijdens de eerste grote razzia, februari 1941, de razzia die de aanleiding was voor de Februaristaking. Als je de namen, data en andere archiefge gevens een beetje op je laat inwerken, zie je de verschrikkingen voor je. Op één transport, de trein uit Westerbork die op 5 juni 1943 aankwam in Sobibor, zaten niet minder dan 23 mensen uit dit ene huizenblok. Dat is meer dan de 22 overlevenden die ik tot nu toe heb weten te traceren. Met name enkele vrouwen en een paar kinderen uit gemengde huwelijken hebben de dans weten te ontspringen. Slechts één Joods gezin uit het blok – het gezin Levie Franschman, Nieuwe Batavierstraat 13-II, man, vrouw, zoon – heeft volgens de gegevens die ik heb geraadpleegd in z’n geheel de oorlog overleefd. Zij zijn in augustus 1945 verhuisd en uitgeschreven naar Bussum.

Familieverbanden In de huidige Nieuwe Uilenburgerstraat is er eigenlijk weinig dat aan de oorlog en de Holocaust herinnert. Er staat natuurlijk de mooie 18e-eeuwse sjoel – mijn directe overburen – maar dit monument is verstopt achter een muur en een helaas meestal dichte poort. En in het begin van de straat staat de oude diamantfabriek van Boas, voor de oorlog een belangrijke werkgever, nu Gassan Diamonds, een toeristische trekpleister voor Chinese en andere toeristen. Het Stadsdeel Centrum van de gemeente Amsterdam heeft even verderop in de straat op een blinde muur een aantal grote foto’s opgehangen van de vooroorlogse Joodse zondagsmarkt in deze straat, een markt waarop veel bewoners uit ‘mijn’ huizenblok geprobeerd hebben om een centje bij te verdienen. Maar aan de oorlog zelf en aan het lot van de Joodse bewoners herinneren alleen de drie kleine Stolpersteine (goudkleurige ‘struikelstenen’) op de stoep voor nummer 72. Deze struikelstenen, met daarop de namen van Isaäc, Sientje en Elisabeth de Leeuw, zijn pas dit jaar (2012) geplaatst op initiatief van een nicht die even verderop in de straat heeft gewoond en de oorlog heeft overleefd. Opvallend veel van mijn huidige buren wonen al heel lang in hun huis, in dit blok, en opvallend veel zijn ook familie van elkaar. Dat was voor de oorlog ook al het geval: uit de woonkaarten in het Stadsarchief en de gegevens op joodsmonument.nl kun je tal van familieverbanden traceren. Die was een zoon of dochter van die, broers of zussen die ongeveer naast elkaar woonden, ouders en kinderen, ooms en tantes, neven en nichten in hetzelfde huizen-

blok. De archiefgegevens laten een hecht (familie)netwerk zien. Veel huizen van Joodse gezinnen, weggevoerd in ’42 en ’43, zijn snel na hun verdwijnen weer verhuurd, vaak aan niet-Joodse woningzoekenden uit de Nieuwmarktbuurt. Het Bouwfonds Handwerkers Vriendenkring was opgeheven, het blok is zonder veel omwegen verpatst aan een particuliere verhuurder uit de Westerstraat.

Herinneren, maar hoe? Mijn buurman van twee huizen verderop is in 1949 geboren in het huis waarin hij nu nog steeds woont. Ik vertelde hem dat in de oorlog in zijn huis Rachel Moffie heeft gewoond, de Joodse visverkoopster die bekend stond als ‘brutale Coba’. Over haar en haar viskar in de Houtkopersdwarsstraat zijn veel verhalen bekend. Potentiële klanten die uiteindelijk van de koop afzagen, schold zij de huid vol – vandaar haar bijnaam. En om ingezakte vis weer een vers aanzien te geven, blies ze lucht door de aars van de vis. Aldus de verhalen. Rachel Moffie had tien kinderen uit haar eerste huwelijk; na de dood van haar man hertrouwde ze met een weduwnaar die vijf kinderen had. Meerdere kinderen woonden bij haar in de buurt, een paar zelfs verderop in het blok. Rachel Moffie is samen met haar tweede man in maart 1943 naar Sobibor gedeporteerd. Haar dochter Clara, die in het huis boven haar moeder woonde, volgde hen vier maanden later. Mijn buurman was zichtbaar aangedaan toen ik hem een fotokopie gaf van een foto van brutale Coba. Van zijn ouders en buurtgenoten kent hij de vooroorlogse geschiedenis van de straat en het huizenblok, beter zelfs dan ik. Maar van Rachel Moffie alias brutale Coba had hij nog niet gehoord. Ook mijn buurman heeft nog altijd familieleden in het blok wonen. We kwamen te spreken over de struikelstenen, voor de deur van nummer 72. Hij vindt het een mooi initiatief en wil ook dergelijke stenen voor de deur. Maar al pratend kwamen we tot de conclusie dat drie kleine struikelstenen in een straat waarin achter iedere voordeur zich een drama heeft afgespeeld eigenlijk een vertekend beeld geeft. Bijna de hele straat is tussen 1941 en 1943 opgepakt, afgevoerd en vermoord. Dan zijn die kleine stenen natuurlijk een mooi persoonlijk initiatief om de herinnering aan een paar mensen levend te houden, maar geven ze tegelijk niet weer wat hier in de straat gebeurd is. We kunnen beter de hele straat volleggen met struikelstenen. Of op een andere manier de herinnering levend houden aan het Joods verleden van de straat en de Grote Moord die hier heeft plaatsgevonden. Ook 70 jaar na dato is er in deze nog werk aan de winkel. Auschwitz Bulletin 56, nr. 4, december 2012


A-Bulletin2012nr4vs02:2deProef 3-12-12 11:20 Pagina 10

10 H e r d e n k e n

Gastlessen over de oorlog ‘Heel veel mensen keken de andere kant op, ik neem ze dat niet kwalijk, maar het deugt niet.’ Jolly van der Velden

Mevrouw Virry de Vries Robles geeft gastlessen op scholen en doet mee aan het project Gastsprekers van Herinneringscentrum Kamp Westerbork. Om mensen, vooral jongeren en kinderen van nu, te vertellen over wat zij heeft meegemaakt als Joods kind tijdens de oorlog. Jolly van der Velden had een gesprek met haar.

Een kind in de oorlog Virry de Vries Robles was acht toen de oorlog uitbrak. Ze woonde met haar ouders in Amsterdam, waar haar vader huisarts was. In 1943 is het gezin opgepakt en naar kamp Westerbork gebracht. Haar broer werd daar in juli ’44 geboren. Haar vader heeft in de Hollandsche Schouwburg samengewerkt met Walter Süskind. Ze vertelt haar verhaal vlot en met gevoel. De oorlog veranderde haar leven drastisch en ook daarna had ze nog te maken met de consequenties. Ze had bijvoorbeeld arts willen worden, net als haar vader, maar doordat ze een paar jaar lagere school heeft gemist, lukte dat niet. In plaats daarvan werd ze gezinstherapeut. ‘Ik heb me als kind nooit verdiept in de oorlog’, zegt ze, ‘totdat ik ermee geconfronteerd werd. Ik ben niet religieus opgevoed en wist niet eens dat ik Joods was. Na de maatregelen in ’42 moest ik opeens een ster gaan dragen en mocht ik niet meer naar mijn eigen school. Dat waren enorme veranderingen.’ ‘Wat het nog moeilijker maakte, was dat ik opgroeide in een redelijk autoritaire omgeving. Dat was in die tijd zo. Als ik iets wilde weten, werd me niets uitgelegd. Ze gingen ervan uit dat ik het toch niet zou snappen. Ook niet over wat er met mijn oma was gebeurd. Ik ging vaak bij haar op bezoek. Op een dag zo halverwege ’43 wilde ik weer naar haar toe. Mijn moeder zei: “Dat kan niet.” “Hoezo?” “Oma is weg.” “Waar is oma dan naar toe?” “Oma is gewoon weg.” Nu weet ik dat oma vergast is in Sobibor.’

Auschwitz Bulletin 56, nr. 4, december 2012

Virry als meisje in de oorlogsjaren

Hollandsche Schouwburg ‘Mijn vader “werkte” in de Hollandsche Schouwburg. Hij mocht zijn praktijk als arts niet meer uitvoeren en hij kon daar helpen. De omstandigheden van al die opgepakte, wachtende Joden waren verre van ideaal of hygiënisch. In diezelfde tijd was hij met illegale activiteiten bezig, samen met Walter Süskind, een aantal internen, zoals de directrice van het kinderdagverblijf Heleen Pimentel en twee studentenverzetsgroepen. Ze probeerden zoveel mogelijk mensen te vrijwaren van deportatie door ze van allerlei attesten te voorzien en ze smokkelden kinderen weg om ze elders veilig onder te brengen. Onze familie was bevriend met die van Süskind, ik heb hem goed gekend en noemde hem oom Walter. De film over Süskind is historisch niet helemaal juist, maar ik ben er toch blij mee. Het wordt duidelijk dat niemand zich nog kan permitteren te zeggen dat Nederlandse Joden zich als makke schapen hebben laten afvoeren. Dat is gewoon niet zo.’ ‘Mijn vader heeft er na de oorlog nooit wat over verteld. Nadat we terug waren is die deur dichtgegaan en nooit meer open. Dat was gewoon: niet praten is niet praten, klaar. In de eerste periode na de oorlog heb ik weleens gedacht, is het echt gebeurd? Ik moest het een plek geven, maar er was niemand die mij daarbij hielp. Niemand begreep dat ik het ook moeilijk had.’

Twee keer opgepakt ‘Ik ben twee keer opgepakt. De eerste keer in augustus ’43 omdat de nazi’s de praktijkspullen van mijn vader wilden hebben. Die vraag je als nazi natuurlijk niet, je haalt er mensen voor hun huis uit. We hebben een nacht in een weiland gestaan in Amsterdam-Oost, met een heleboel andere mensen. ’s Morgens kwam SS-officier Aus der Fünten, hoofd bij de SD en verantwoordelijk voor wat er gebeurde in de Hollandsche Schouwburg, naar dat weiland. Later is hij in Nederland berecht als oorlogsmisdadiger en bekend geworden als een van ‘De Drie van Breda’. Ik weet niet wat hij daar kwam doen, maar hij zag mijn vader en zei: “Wat doe jij hier? Ga naar huis en neem je vrouw en kind mee.” Van de anderen die daar met ons hebben gestaan, heeft vrijwel niemand het overleefd.’ ‘In november was het opnieuw raak. We werden opgepakt door NSB- en SA-mensen. We zouden door een Nederlandse politiewagen worden opgehaald, maar de chauffeur bleek een oudpatiënt van mijn vader te zijn. Die was zo geschrokken dat hij ons moest ophalen, dat hij een maagbloeding kreeg. Er moest dus


A-Bulletin2012nr4vs02:2deProef 3-12-12 11:20 Pagina 11

11

Virry de Vries Robles (foto Jolly van der Velden)

iemand anders gevonden worden. Doordat dat langer duurde dan gedacht, begonnen de heren zich te vervelen. Ze hebben ons meegenomen naar de woonkamer, vroegen om een lege koffer en onze gepakte koffers moesten opnieuw open. Alles wat ze leuk vonden ging in die lege koffer. Ik heb daar naast gestaan en werd steeds kwader. God, wat was ik kwaad. Nog steeds vind ik het moeilijk om een koffer in te pakken, ook al is het leuk om op vakantie te gaan. Dat gaat nooit meer weg. Pas als je accepteert dat je dat hebt, kun je ermee leven.’ ‘Uiteindelijk werden we opgehaald en zijn naar de gevangenis gebracht. De Hollandsche Schouwburg was toen al niet meer in bedrijf. Ik heb daar ongeveer veertien dagen gezeten met mijn moeder in een vrouwencel, mijn vader zat in een mannencel. Van daaruit zijn we naar Westerbork gebracht, terwijl ik maar één ding wilde en dat was naar huis gaan. Er gebeurden voortdurend dingen die ik niet begreep, maar waarvan wel werd verwacht dat ik eraan meewerkte. Achteraf denk ik, wat goed dat ik kwaad werd, dat ik het niet pikte. Het is een gezonde reactie. In Westerbork bleek mijn moeder zwanger te zijn, mijn broer is daar in juli ’44 geboren. Mijn vader was teruggeroepen door Aus der Fünten naar Amsterdam, omdat hij hem daar nodig had.’

Twee jaar in Westerbork ‘Op 13 september ’44 heb ik in de trein naar Bergen-Belsen gezeten. Samen met mijn moeder en mijn broertje. Een half uur voor

het vertrek mochten we eruit, omdat we toestemming kregen om te wachten op mijn vader. Gemmeker, de kampcommandant, vond het een beter idee een heel gezin af te voeren, in plaats van een incompleet gezin. Die trein is dus zonder ons vertrokken. Het was ook de laatste trein die is gegaan, drie dagen later was er de spoorwegstaking. Daarom kunnen wij er hier nu over praten.’ ‘Ik ben bijna twee jaar in Westerbork geweest. In het begin ben ik er ook nog naar school gegaan, maar dat was vrij snel over. We werden aan het werk gezet. De permanente angst bracht mij ertoe alleen maar in het hier en nu te leven. Het verleden was weg, daar moest je niet zo veel over nadenken. Over de toekomst wilde je niet nadenken, want die was er misschien niet. Dus moest je handelen naar bevinding. Je wist nooit wat er vijf minuten later weer uit de hoge hoed van de nazi’s getoverd zou worden. Grote mensen begrijpen was eigenlijk niet aan de orde.’ ‘In april zijn wij bevrijd. We wisten vaag dat de geallieerden steeds dichterbij kwamen. Op 11 april was opeens de bewaking weg. Wat moet je dan? We hadden geen informatie. Ze hadden ons voor hetzelfde geld ook dood kunnen schieten. Niemand durfde die dag het kamp uit, omdat we ook niet wisten of er toch niet een nazi achtergebleven was. De volgende dag zagen we een stofwolk naderen en toen waren we niet meer te houden. We zijn het kamp uitgerend, ik ook, die stofwolk tegemoet en het bleken Canadese tanks te zijn. We zijn erop geklommen en kregen chocolade. Dat hadden we heel lang niet geproefd.’

Gastlessen ‘Ik ben hier vandaag om iets te vertellen over wat er kan gebeuren als je wordt gediscrimineerd en vervolgd, zoals het mij is overkomen omdat ik toevallig Joods ben.’ Zo begint Virry de Vries Robles bijvoorbeeld de gastlessen die ze op scholen geeft over wat ze heeft meegemaakt in de oorlog. Ze laat een Jodenster zien en vraagt aan de klas: ‘Als je mij op straat tegenkomt zonder deze ster, zeg je dan daar loopt een Jodin? Nee, natuurlijk niet. Maar als je zo’n ster op je kleding hebt, val je op en kan iedereen je onmiddellijk herkennen. We waren voor de nazi’s een soort onderkruipsels, waar ze mee konden doen wat ze wilden. Het is onvoorstelbaar, te gek voor woorden. Het mág niet. Heel veel mensen keken de andere kant op, ik neem ze dat niet kwalijk, maar het deugt niet.’ Gastlessen geven vindt ze heel belangrijk doordat de kinderen en jongeren erdoor aan het denken worden gezet. Dáár gaat het haar om. Nadenken en creativiteit vindt ze basisvoorwaarden voor het leven. ‘Ik weet best dat ik in mijn eentje de wereld niet kan veranderen,’ zegt ze, ‘maar als je niks doet, gebeurt er ook niks. Het is simpel: oorlog lost niets op en veroorzaakt vreselijke dingen in mensenlevens. Als je het heden wilt begrijpen, moet je ook weten wat er gisteren is gebeurd.’

Auschwitz Bulletin 56, nr. 4, december 2012


A-Bulletin2012nr4vs02:2deProef 3-12-12 11:20 Pagina 12

12 H e r d e n k e n

Joods leven in Oekraïne, een rondtocht Marcel Kurpershoek (foto’s M. Kurpershoek)

In augustus 2012 reisde Marcel Kurpershoek, ambassadeur van Nederland in Polen, door Oekraïne, van Kiev naar Odessa. Hij vergezelde een kleine groep gidsen in opleiding die zich toeleggen op de geschiedenis van de Joden in Oekraïne. Uit de hele wereld blijkt de vraag naar dit onderwerp steeds groter te worden. Organisator van de reis was Darina Privalko, oprichter van de Oekraïense reisorganisatie JewKraine*. Voor de inhoud reisde mee Yulia Smilyanskaya van het Instituut voor Joodse Studies en het Oekraïense Centrum voor Holocaust Studies, beide in Kiev**. Zij is een goede bekende van de Nederlandse ambassade in Kiev en van de Anne Frank Stichting.

werden op die manier tussen een miljoen en anderhalf miljoen Joden vermoord. Zoals op andere terreinen is het onderzoek, de herdenking en bewustwording van dit deel van de Holocaust achtergebleven. In een land dat tastend op zoek is naar identiteit, gaat dit stapsgewijs. Naar schatting telt Kiev nu ongeveer zestigduizend Joodse inwoners en Odessa dertigduizend. De reis bood een kans om na Lviv, Kiev en Berdisjev nu ook minder bekende plaatsen te zien. Niet ver van Kiev ligt Bila Tserkva (‘Witte Kerk’). Onderweg passeren we een piekfijn onderhouden Duitse oorlogsbegraafplaats. In onze bus hoor ik dat over dit onderwerp veel discussie is op Joodse websites in Oekraïne. Bijvoorbeeld over de grote Duitse begraafplaats in Charkiv, die door president Roman Herzog in 1998 werd ingewijd. Wij stappen uit bij de Joodse begraafplaats in Bila Tserkva. Die draagt de sporen van het verval in de Sovjet tijd. Op de grafstenen zijn de gezichten van man en vrouw afgebeeld. Dat is het gebruik op niet-Joodse begraafplaatsen en de Hebreeuwse tekens voor ‘rust in vrede’ zijn hier aan één kant in verkeerde volgorde afgebeeld. We houden stil voor een monument voor de moord op negentig Joodse kinderen die plaatsvond in opdracht van Wehrmacht generaal Von Reichenau. Na de moord op de overige Joodse bewoners waren deze kinderen opgesloten, in de juli hitte, zonder eten en sanitair. Uiteindelijk werden ze door nazi handlangers van de Oekraïense militie een voor een doodgeschoten.

Nieuwe hoop ‘Holocaust door de Kogel’ Het is bekend dat de nazi-inval in de Sovjet-Unie in juni 1941 meteen gevolgd werd door het systematisch vermoorden van de Joodse bevolking. Dit staat ook bekend als de ‘Holocaust door de Kogel’. Deze ging vooraf aan de moord in de gaskamers van de nazi-vernietigingskampen op Pools grondgebied. In Oekraïne

We gaan naar het stadscentrum en houden halt voor een groot groen gebouw. Het was een synagoge, een van de vele. Met wrange ironie wordt verteld dat in dit gebouw na de oorlog de Vakschool voor Vlees & Zuivel werd gehuisvest. Het is al een verbetering dat er nu een economische opleiding voor in de plaats is gekomen. De voormalige Joodse marktgebouwen liggen er verlaten bij. En

De groep bij het grafmonument van rabbi Nachman in Uman

Auschwitz Bulletin 56, nr. 4, december 2012


A-Bulletin2012nr4vs02:2deProef 3-12-12 11:20 Pagina 13

13

Het gebouw van de voormalige synagoge van de kleermakers in Bersjad

dat in een stad die de stad van de schrijver Sholem Aleichem was. Nieuwe hoop gloort hier op de Joodse school. Na een bestaansduur van elf jaar weet de school de beste leraren aan te trekken en is zij zeer gewild. Als staatsschool met een Joodse inslag is er voor twintig procent ruimte voor niet-Joodse leerlingen. De enthousiaste directrice vertelt dat de school het trefcentrum is voor de twee tot drie duizend Joodse burgers die als zodanig in de stad staan geregistreerd. Op borden wordt de hele geschiedenis uitgebeeld, niet alleen van de Holocaust en de oorlog, maar ook van het vooroorlogse leven. En met het portret van een vrouw die leefde van 1909 tot 2009 en de oorlog overleefde als muzieklerares in Oezbekistan. Hoe ingewikkeld de geschiedenis hier is, zien we even verder. De duizend jaar oude vesting van koning Jaroslaw de Wijze wordt ‘gereconstrueerd’ boven de rivier. Onder de witte kerk ernaast wordt de overwinning van de Kozakken in 1651 op Polen herdacht. In de zoektocht naar een Oekraïense identiteit worden de Kozakken gezien als proto-Oekraïeners. Hun standbeelden schieten als paddenstoelen uit de grond. Maar dat de Kozakken zich in Bila Tserkva ook meteen te buiten gingen aan pogroms blijft onvermeld. De dag eindigt in Uman, bij het graf van rabbi Nachman, nazaat van rabbi Baal Sjem Tov en oprichter van de Breslov (Bratslav) Hasidische school. De blokken flatgebouwen, in communistische stijl, achter het graf zijn nu omgebouwd tot hostels met vier bedden per kamer voor de pelgrims uit de hele wereld. In de synagoge wordt vurig gebeden. De ene helft van het graf staat in het mannendeel, de andere in het vrouwendeel achter de muur. Zo is de vereerde dode eerlijk verdeeld. Veel pelgrims komen om sociale en persoonlijke problemen in hun leven te overwinnen, wordt ons verteld. Geen wonder dat het hier af en toe heftig toe gaat.

Overgebleven Het is warm. Bij het ontbijt in Bersjad schuiven Darina en haar vriendinnen grote brokken roomijs in hun koffie en in de pannenkoeken, die gevuld zijn met kaas en rozijnen. Waarom ook niet? We hoeven hier geen valse schijn op te houden. We zijn in het stadje van Rabbi Raphael, die volgens de legende stierf aan de gevolgen van zijn principe ‘de waarheid, en niets dan de waarheid’. De Joodse begraafplaats bestaat nog uit vier grafstenen: de rest is platgewalst door de communisten om er een fabriek op te zetten. In de oude stenen zien we een leeuw, voor de naam Lev, en herten voor de naam Tsvi. De overgebleven synagoge, die van de kleermakers, is deels van leem, deels van baksteen. De laatste rabbi overleed in 1958. Maar de synagoge moest wel belasting blijven betalen voor het Sovjet Vredesfonds voor de KGB activiteiten in de wereld. In de straatjes lopen we langs huizen van Joodse handelaren en ambachtslieden. De woning van een koetsier is door de nieuwe bewoners overgeschilderd in het lichte groen en blauw van de orthodoxe voorkeur. Her en der in het uitgestrekte land staan de paleizen van de Poolse adellijke families. Grote delen van Oekraïne behoorden tot het Pools-Litouwse Gemenebest, voordat Polen werd opgedeeld, en later ook tot het Polen van tussen de wereldoorlogen. Die van magnaten als de Potocki’s in Uman en Tulchin hebben de pretentie van een Versailles. Hier, bij de grens met Transnistrië, begingen de Roemeense trawanten van Hitler hun misdaden. In het kamp Peciora (Pechora) stierven gevangenen de hongerdood. Het regime van de Roemeense dictator Antonescu, bondgenoot van Duitsland in de agressie, was verantwoordelijk voor de moord op honderdduizenden Joden, in eigen land en daarbuiten. Meer dan in enig ander land, op Nazi-Duitsland zelf na.


A-Bulletin2012nr4vs02:2deProef 3-12-12 11:20 Pagina 14

14

De grote synagoge van Odessa

Odessa Een dag later zijn we in Odessa, de havenstad aan de Zwarte Zee, voor de oorlog een grote Joodse gemeenschap van rond de tweehonderdduizend mensen met een bruisende economische en culturele geschiedenis. Alleen in New York en Warschau woonden voor de oorlog meer Joden. De Odessa Holocaust kostte naar schatting honderdduizend Joden het leven. Het ging er zeldzaam barbaars aan toe, nadat een bom het leven had gekost aan enkele tientallen Roemeense soldaten en officieren. In twee dagen tijd werden dertigduizend Joden bijeengedreven, geëxecuteerd, en in loodsen opgesloten en daar beschoten en levend verbrand. Onze gids in Odessa was niemand minder dan Anna Misyuk, schrijfster en actief in het Migdal Center, het hart van het Joodse leven in Odessa. Ze laat ons de ‘zwarte weg’ zien tussen het gevangenkamp en de begraafplaats: de hele Joodse bevolking was verdeeld over die twee plaatsen. De Sovjet-Unie wilde de herinnering aan die specifiek Joodse geschiedenis uitbannen. In 1977 werd de grote Joodse begraafplaats verwoest. Trucks namen de grafstenen mee als bouwmateriaal. Arbeiders van de fabrieken werden erheen gebracht en moesten ieder honderd bomen planten. ‘Een ongelukkig, bitter park’, zegt Anna. Wat gered kon worden, is overgebracht naar een nieuwe begraafplaats. In de grote synagoge aan de Evreyskaya straat leerde Anna volleybal spelen. In dezelfde synagoge was ook de afdeling voor embryo’s van het instituut voor fysiologie gevestigd. In 1997 werd de synagoge Auschwitz Bulletin 56, nr. 4, december 2012

teruggegeven. Een plaquette herinnert aan veertig Joden die door Stalin werden omgebracht, omdat ze hun religie te zichtbaar uitoefenden. Voetje voor voetje wordt de draad van het Joodse leven weer opgevat. Anna wijst op een gebouw. Daar stond op de gevel oorspronkelijk ‘Joodse Maatschappij voor Arbeid’. Zij herinnert zich dat voor 1967 het woord ‘Joods’ al was vervaagd; na 1967 werd ook ‘Arbeid’ onzichtbaar. Nu zijn er in Odessa alweer vierhonderd Joodse en andere studenten op de technische opleidingen van World ORT, (afkorting voor Maatschappij voor Ambachten en Landbouw), dat in de 19e eeuw begon in Rusland. Odessa begon als een Russisch venster op de wereld dat een omvangrijke Joodse beroepsbevolking aantrok. In de 20e eeuw ging het in omgekeerde richting: de eerste burgemeester van Tel Aviv, Dizengoff, en andere vooraanstaande Zionisten kwamen vanuit Odessa om zich in Palestina te vestigen. En de 21e eeuw? Onze reis door Joods Oekraïne eindigt in het Museum voor de Geschiedenis van de Joden in Odessa, geopend in 2002. We delen er in het enthousiasme van deze mensen die stukje bij beetje het weggestopte verleden weer tevoorschijn halen en er zijn rechtmatige plaats aan teruggeven. Het is een bescheiden begin, maar ongelofelijk belangrijk dat het nu weer mogelijk is. *Darina Privalko: JewKraine (www.jukraine.com); **Yulia Smilyanskaya: Instituut voor Joodse Studies (http://www.judaica.kiev.ua) en Oekraïens Centrum voor Holocaust Studies (http://www.holocaust.kiev.ua)


A-Bulletin2012nr4vs02:2deProef 3-12-12 11:20 Pagina 15

15

Column

Herdenkingshutspot Max van Weezel

B

ij de presentatie van zijn boek Blessuretijd. Dilemma’s van een Joods politicus vertelde Ed van Thijn over de hartklachten die hij een paar maanden geleden kreeg. Tijdens een bijeenkomst in de Hollandsche Schouwburg had hij gehoord dat Truus Vermeer van de Amsterdamse verzetsgroep NV was overleden. Tante Truus, die hem als klein jongetje aan een van zijn vele onderduikadressen had geholpen. Nauwelijks bekomen van de schrik viel NRC Handelsblad op de mat. Met op de opiniepagina de kop: ‘Maak dodenherdenking geen Jodenherdenking’. Van Thijn voelde een drukkend gevoel op zijn borst. Per ambulance werd hij naar het AMC vervoerd om te worden gedotterd. ‘U bent door het oog van de naald gekropen,’ zei de arts. Na lezing van het – aangrijpende – boek van Van Thijn ben ik even mijn archief ingedoken. De kop ‘Maak dodenherdenking geen Jodenherdenking’ stond boven een artikel van historicus Ewoud Sanders over de conflicten die zich rond de vierde mei hadden afgespeeld: het Nationaal Comité 4 en 5 mei was op het onzalige idee gekomen de 15-jarige Auke de Leeuw uit te nodigen op de Dam een gedicht voor te dragen over zijn oudoom die bij de Waffen-SS had gezeten. Pas na protesten van het Auschwitz Comité en het CIDI zagen de organisatoren van hun voornemen af. Dan was er nog dat incident in het Gelderse Vorden waar het college van B en W ook de Duitse dienstplichtigen wilde herdenken die daar begraven lagen. De belangenvereniging Federatief Joods Nederland stapte naar de rechter, jongeren van de groepering Tradition is Our Future lieten een vliegtuigje boven de Gelderse gemeente cirkelen met op een reclamesleep de tekst ‘Vorden is fout!’. Sanders nam Auschwitz Comité, CIDI, Federatief Joods Nederland en TOF hun acties kwalijk. Het vliegtuigje boven Vorden noemde hij ‘respectloos en beschamend.’ Wat hem betreft had Auke de Leeuw zijn ‘ontroerende gedicht’ gewoon mogen voorlezen op de Dam. Want: ‘Steeds meer mensen zien ook sommige daders als slachtoffers – slachtoffers van de omstandigheden’. Als de Joden hun doden wilden herdenken, deden ze dat maar op Jom Hasjoa. Een onnadenkende redacteur van

Vergeet hen niet

NRC Handelsblad had de kop ‘Maak dodenherdenking geen Jodenherdenking’ boven zijn bijdrage gezet. Krijg daar maar eens geen hartkloppingen van! Tijdens een bijeenkomst in de Rode Hoed trok het Nationaal Comité 4 en 5 mei min of meer het boetekleed aan. Het was een inschattingsfout geweest om Auke de Leeuw uit te nodigen, gaf plaatsvervangend directeur Jan van Kooten bedremmeld toe. Het lag niet in de bedoeling de SS haar zonden te vergeven. Maar ook Van Kooten kon niet uitsluiten dat op 4 mei 2013 opnieuw herrie rond de dodenherdenking zou ontstaan. Inmiddels heeft Federatief Joods Nederland geprotesteerd tegen een monument in het Brabantse Geffen dat dit najaar zou worden onthuld. Met daarop de namen van de Duitse militairen die in de oorlog in het dorp sneuvelden. In de Volkskrant speelde zich een onfrisse discussie af tussen sociologe Jolande Withuis en Chris van der Heijden, auteur van het boek Grijs verleden waarin de tegenstelling tussen goed en fout in de oorlog krachtig wordt gerelativeerd. In haar bijdrage laakte Withuis de hutspot die we in Nederland van de dodenherdenkingen hebben gemaakt: Joden en zigeuners, communistische verzetsstrijders, deelnemers aan de politionele acties in Indonesië, militairen die sneuvelden in Uruzgan – ze worden allemaal tegelijk herdacht. Alles loopt door elkaar heen. Geen wonder dat er dan stemmen opgaan om ook stil te staan bij het lot van de aan het Oostfront gesneuvelde SS’ers. Natuurlijk had iedereen het recht zijn NSB-opa of die ene vriendelijke Duitse soldaat te herdenken, vond Withuis. Maar liever niet op 4 mei op de Dam. Dat ze en passant Chris van der Heijden van een ‘miezerige moraal’ betichtte, kwam haar duur te staan. In de Volkskrant van 2 oktober gaf de auteur van Grijs verleden de sociologe lik op stuk: ze was een betweter, een fanaticus die alleen maar kon schelden en verdraaien. Die toonhoogte geeft weinig hoop op een waardige discussie over de toekomst van de dodenherdenking. In Blessuretijd legt Ed van Thijn uit waarom hij als oorlogskind zo slecht kan tegen de relativering van de massamoord op de Joden die door de nazi’s is gepleegd. Al ben ik van na de oorlog, ik ben het roerend met hem eens. Bespaar de overlevenden van de Holocaust redeneringen als: de daders waren net zo goed slachtoffer als jij. En de emoties die zulke valse vergelijkingen oproepen. Ed van Thijn moet nog even mee. De andere survivors die nog in leven zijn ook. Max van Weezel is politiek commentator van Vrij Nederland en presentator bij Radio 1.

www.communityjoodsmonument.nl

Op het Digitaal Monument en de Community Joods Monument krijgen de slachtoffers van de Sjoa een gezicht. Foto’s of brieven van omgekomen familieleden of vrienden kunt u bij hun naam plaatsen op communityjoodsmonument.nl Krijgt u hier liever hulp bij, neem dan contact op met het kenniscentrum van het Joods Historisch Museum: 020-5310320, redactiecommunity@jhm.nl of ernest@jhm.nl. Desgewenst komt de heer E. Gompers bij u thuis voor begeleiding en hulp bij het plaatsen van uw foto’s op het Digitaal Monument. Auschwitz Bulletin 56, nr. 4, december 2012


A-Bulletin2012nr4vs02:2deProef 3-12-12 11:20 Pagina 16

16 C u l t u r e e l

Boekbespreking

Hervonden kinderjaren Bertje Leuw

V

an alle onderduikverhalen die ik ken vind ik die van de kinderen van destijds het meest aangrijpend. Over losgescheurde kinderen gaan die verhalen; losgescheurd van hun ouders, hun thuis, hun identiteit. Over kinderen die zich hun eigen naam bleven herinneren, wetend dat die verstopt moest blijven achter het slot op hun mond. Over kinderen die al die jaren het beeld van hun ouders bewaarden, hopend op weerzien. Of die zich hun teruggekeerde ouder(s) juist niet meer herinnerden en opnieuw moesten scheiden, dit keer van de pleegouders. Over kinderen die ook na de oorlog ‘op slot’ bleven omdat er helemaal geen weerzien kwam en het oproepen van de beelden van vroeger te pijnlijk was. Over zo’n kind, een kind van wie beide ouders in het kamp werden omgebracht, gaat Wortels in de lucht, een Amsterdamse oorlogswees in Israël; de autobiografie van Ruth Lavie-Jourgrau.

Ruisende wielen op een fietspad Wakker worden in een vreemd bed

Als in 1991 haar man overlijdt met wie ze op haar achttiende in Israël trouwde, wankelt de muur die Ruth Lavie om zich heen heeft opgebouwd. Een muur die haar staande hield en die er tegelijkertijd voor moest zorgen dat haar pijnlijke herinneringen aan vroeger, herinneringen aan het kind Ruthje van voor en in de oorlog, verstopt bleven. Ze gaat in therapie. Durft voor het eerst in al die jaren iets te vertellen over haar leven van toen. Mondjesmaat, want de zo heel lang weggestopte herinneringen zijn maar moeizaam bereikbaar. Dat verandert als Rudy, een van het groepje kinderen met wie ze een tijd samen ondergedoken is geweest, haar korte tijd later in Israël komt zoeken. Ze hebben elkaar sinds de bevrijding niet meer gezien. De gesprekken met Rudy en hun tocht langs alle onderduikplekken, samen met de andere door hem opgespoorde groepsleden, brengen bij Lavie een stroom aan herinneringen op gang. Ze schrijft ze op, soms in de vorm van een gedicht, als aanvulling op de hervonden verhalen van vroeger. Zoals dit, over het bij nacht en ontij van haar bed worden gelicht en naar een nieuw adres gebracht:

Ze ‘weet’, zo jong als ze is, dat ze er alleen voor staat. Ze weet dat ze geen Ruthje meer mag zijn maar Liesje moet worden, met ook nog een nieuwe achternaam. Ze wordt een overtuigende Liesje, voor de buitenwereld. Maar iedere nacht, verstopt onder de dekens, repeteert ze de namen van haar gezin, de gezichten van haar ouders, de dingen die ze samen deden. Hoe dat alles is voor een kind van zeven dat drie jaar lang als een pakketje heen en weer gesleept wordt, zonder uitleg of toelichting, wordt in dit boek hartverscheurend duidelijk. Ook door de details die ze beschrijft, die zo typisch bij kinderen horen. Midden in de nacht nodig naar de wc moeten bijvoorbeeld, in een vreemd huis waar ze net is binnengebracht. Of de straat op gestuurd worden in een onbekende stad en moeten rondlopen in de kou zonder te begrijpen waarom, zonder te weten wanneer ze terug mag komen, zonder te durven vragen. Er zal gevaar van huiszoeking gedreigd hebben, reconstrueert ze achteraf. Van gezin naar gezin wordt ze gebracht, in Groningen, Friesland en Overijssel. Ze moet dialecten leren verstaan, leren bidden, nu eens volgens de ene, dan weer volgens de andere godsdienst, en zich voegen in steeds weer nieuwe gezinnen. Op de ene plek mag ze mee naar school, op de andere mag ze niet opgemerkt worden en moet ze wekenlang binnen blijven. Ze krijgt tikken op haar hand omdat ze met haar linkerhand de soeplepel hanteert. Of, weer ergens anders, krijgt ze straf omdat ze de boer corrigeert die vertelt dat de ooievaar een babyvarkentje heeft gebracht. ‘Ik leer mezelf veranderen als een kameleon’, schrijft ze.

Een nieuw onderduikadres

Aanpassen

Gewekt worden Half slapend aangekleed Vluchtige kus of aai Vreemde rug in de regen

Lavie vertelt ook over de vooroorlogse tijd. Over de afkomst van haar politiek bevlogen communistische ouders in Polen. Over hun vlucht voor het antisemitisme naar Palestina en hun vertrek, na een aantal jaren, naar Nederland, vermoedelijk om politieke redenen. In 1928 vestigen ze zich in Amsterdam. Ze beschrijft het

De muur wankelt

Auschwitz Bulletin 56, nr. 4, december 2012


A-Bulletin2012nr4vs02:2deProef 3-12-12 11:20 Pagina 17

17

gezin dat zij met zijn drieën vormden, haar overbezorgde moeder, haar vrolijke, sterke vader; een liefdevol portret. We lezen over haar worsteling, na de oorlog, in de gezinnen waar ze zich niet thuis voelt. Over het kortstondige geluksgevoel als ze bij goede vrienden van haar ouders mag wonen, bij die lieve vrouw met hetzelfde rode haar als dat van haar moeder, en over het verdriet als ze ook daar weer weg moet omdat haar Israëlische oom, broer van haar vader, haar opeist. Over het Israël van die jaren gaat het, waar er voor de slachtoffers van de Shoah niets dan minachting en onbegrip is. Ze wordt er gepest door de andere kinderen, om haar kleren, haar taal. Ook in het gezin van haar oom en tante is weinig oog en oor voor haar en haar geschiedenis. Maar, geoefend als ze is, past ze zich schijnbaar moeiteloos aan. In korte tijd is ze niet van een echte ‘sabre’ te onderscheiden: ze spreekt zonder accent, heeft een prachtig handschrift en ziet er uit zoals het hoort. Voor de zoveelste keer verstopt ze het Ruthje van vroeger, tot het bijna voorgoed onvindbaar is. De kosten: depressies. De puzzel van haar afkomst, haar kindertijd, wordt stukje bij beetje gelegd. Je maakt het mee, als lezer, en je voelt ook de noodzaak ervan: ‘heel’ worden en opnieuw wortelen in de geschiedenis waarvan ze was afgesneden. De titel van het boek is wat dat betreft veelbetekenend. Zo goed beschrijft Lavie het proces waar ze doorheen gaat, dat je mee kunt leven met het kinderverdriet dat weer boven komt: het gevoel in de steek gelaten te zijn door ouders die hun belofte niet nakwamen om haar te komen ophalen. Dat je meer gaat begrijpen van de desolate eenzaamheid van jonge kinderen in de onderduik en erna. Er zijn niet zoveel getuigenissen van kinderen van die leeftijd die nog zo precies kunnen vertellen hoe ze toen leefden, en wat ze erbij voelden.

Koffers Als je plotseling op reis moet Pak je je dierbaarste spullen in Je zet je naam op je bagage Je hoopt nog op een nieuw begin

De trein naar Auschwitz Beklemd benauwd Krijsende veewagens Beestachtig volgestouwd

De lege koffers achtergelaten Het onbeschrijflijke Is nooit te begrijpen

Afronding De zoektocht komt ten einde. Ruth Lavie wandelt door de geboorteplaats van haar moeder, in het Poolse dorp Tarnov. Ze beschrijft de oorlogsgeschiedenis van het dorp, zoekt de sporen ervan op. Haar moeder werd in Sobibor meteen na aankomst vergast. In Auschwitz gaat ze naar de plekken waar haar vader geweest moet zijn. Ze schrijft: ‘Nu kan ik alles afronden. Zij waren het die mij het leven gaven, zij zijn degenen op wie ik lijk, zij gaven me mijn talenten en eigenschappen, zij, hun ouders en de generaties voor hen. Ik heb geprobeerd ze in dit boek weer tot leven te brengen en ik wilde vertellen over de liefde die ze me hebben gegeven tot het grote ongeluk ze heeft weggenomen.’ Er was nog een doel dat haar voor ogen stond bij de reconstructie van haar jeugd, namelijk alle mensen vinden die haar leven hebben gered en zorgen dat ze een Yad Vashem-onderscheiding krijgen – de onderscheiding die de staat Israël verleent aan mensen die in de Tweede Wereldoorlog Joden hebben gered. Het is haar gelukt. Ruth Lavie-Jourgrau, Wortels in de lucht. Een Amsterdamse oorlogswees in Israël, Uitgeverij Van Gennep, Amsterdam 2010, 200 blz.,

De dode namen getuigen Van het onvermijdelijke De rokende pijpen

Krakau, 3 november 2009

Gedicht van Dennis Schouten, die in 2009 deelnam aan de reis naar Polen. Hij zegt erover: ‘Deze reis was een ervaring die mijn leven voorgoed heeft veranderd. Er zijn geen woorden die kunnen weergeven wat ik heb meegemaakt, gevoeld en gedacht. Toch heb ik dat geprobeerd.’

ISBN 9789055159918, €16,90 Auschwitz Bulletin 56, nr. 4, december 2012


A-Bulletin2012nr4vs02:2deProef 3-12-12 11:20 Pagina 18

18

Periodieke gift

Geven: Nu en Later Hoe kunt u het Nederlands Auschwitz Comité steunen Aart Veldhuizen

F

inancieringsbronnen van het werk van de Stichting Nederlands Auschwitz Comité worden onder andere gevormd door ontvangen schenkingen en nalatenschappen. In dit artikel wordt uiteengezet op welke manieren u mee kunt helpen de activiteiten van het Nederlands Auschwitz Comité voort te zetten.

Schenken De meest eenvoudige vorm van schenken is de ‘schenking ineens’. U schenkt door middel van een overboeking van het te schenken bedrag per bank, of – tegen ontvangst van een kwitantie – in contanten. Een dergelijke schenking is voor u aftrekbaar voor de inkomstenbelasting als persoonsgebonden aftrek. U kunt de schenking aftrekken voor zover deze meer bedraagt dan 1% van uw verzamelinkomen (het inkomen uit de boxen 1, 2 en 3), vóór aftrek van de persoonsgebonden aftrekposten. Ten hoogste is een schenking van 10%, van het aldus berekende verzamelinkomen, aftrekbaar. Schenkingen zijn aftrekbaar in box 1 (inkomsten uit werk en woning); in bijzondere situaties in box 3 (inkomsten uit sparen of beleggen) of in box 2 (inkomsten uit aanmerkelijk belang). Het totaal van de schenkingen, die u in één kalenderjaar doet, kunt u bij elkaar optellen en in aftrek brengen in het jaar waarin de giften zijn gedaan (mits samen meer dan € 60). Voorbeeld: Stel uw verzamelinkomen is € 35.000 en u doet een gift van € 750. Door belastingaftrek kost de gift u eigenlijk maar € 582. Hoe dat werkt? Alles wat u meer geeft dan 1% van uw verzamelinkomen (dus € 350) komt in aanmerking voor aftrek. In dit voorbeeld dus € 400. Over dit bedrag kunt u de belasting terugvragen. In het voorbeeld is dat een tarief van 42%. Het voordeel is dan 42% van € 400 ofwel € 168. Dit bedrag betaalt de belasting als het ware mee aan uw gift.

Auschwitz Bulletin 56, nr. 4, december 2012

Een andere vorm van schenken is die van de schenking van een periodieke uitkering (lijfrente). Het grote voordeel van het schenken van een periodieke uitkering is, dat deze niet aan een minimum- of maximumbedrag is gebonden om voor fiscale aftrek in aanmerking te komen. Een dergelijke schenking moet in een notariële akte worden vastgelegd. U verplicht zich daarbij om ten minste vijf jaar achtereen per jaar een vast bedrag te zullen betalen. De verplichting tot betalen stopt wanneer u als schenker in die periode van vijf jaar komt te overlijden. Elk jaar waarin u een betaling doet uit hoofde van de bij notariële akte geschonken periodieke uitkering, is het betaalde bedrag in zijn geheel aftrekbaar. Een voorbeeld waaruit blijkt dat het schenken van een periodieke uitkering zowel voor de schenkende instantie als voor de ontvanger voordelig kan zijn: Stel uw verzamelinkomen is € 35.000; u valt daarmee voor de inkomstenbelasting onder de 42%-schijf. U schenkt ieder jaar € 300 zonder dat dit in een notariële akte is vastgelegd. In dat geval hebt u geen fiscale aftrek, omdat het bedrag van de schenking minder is dan 1% van het verzamelinkomen. Wanneer u in deze situatie over zou gaan tot schenking van een periodieke uitkering van € 500, zou u dat na verrekening van het belastingvoordeel € 290 kosten. U ziet dat u per saldo minder kwijt bent, terwijl de ontvangende partij € 200 per jaar meer ontvangt! Prettige bijkomstigheid bij beide vormen van schenken is, dat de stichting geen belasting hoeft te betalen over de ontvangen gift. De rangschikking tot ‘Algemeen Nut Beogende Instelling’ (ANBI) staat daar garant voor.

Nalaten Als u een deel van uw bezittingen (of uw gehele nalatenschap) wilt nalaten aan één of meer anderen dan uw wettelijke erfgenamen (de familie) kan dat door middel van een testament. De notaris is de openbaar ambtenaar die is aangewezen om u daarbij behulpzaam te zijn. Daarbij is het belangrijk te weten dat een reeds opgemaakt testament op een later tijdstip altijd weer gewijzigd kan worden. Verder moet u weten dat het maken van een testament, tijdens uw leven geen enkele verplichting tot gevolg heeft. U blijft dus volledig vrij met uw vermogen te doen en te laten wat u wilt. Pas na uw overlijden wordt het testament geopend en wordt de wilsbeschikking – als dat mogelijk is – uitgevoerd. Het feit dat u een testament heeft gemaakt wordt geregistreerd in het openbare Centraal Testamenten Register te ‘s-Gravenhage. Een dergelijk belangrijk document kan daardoor nooit over het hoofd worden gezien door de personen die zich bezighouden met de afwikkeling van uw nalatenschap. Nederlands Auschwitz Comité als erfgenaam Het Nederlands Auschwitz Comité is een rechtspersoon (stichting) en kan volwaardig tot erfgenaam worden benoemd. Als u de stichting tot


A-Bulletin2012nr4vs02:2deProef 3-12-12 11:20 Pagina 19

19

(mede)erfgenaam benoemt, heeft de stichting (samen met uw overige erfgenamen) recht op de gehele nalatenschap. Met andere woorden: de stichting erft (een deel van) de baten én van de eventuele schulden van uw nalatenschap. Erfgenamen hebben het recht een nalatenschap te weigeren. In de praktijk zal de stichting om risico’s te vermijden de nalatenschap beneficiair aanvaarden tot dat duidelijk is dat deze positief is, er dus meer baten zijn dan schulden. Nederlands Auschwitz Comité als legataris Als u de stichting niet tot erfgenaam benoemt, maar wel in uw testament bepaalt dat de stichting recht heeft op een bepaald goed of geldbedrag uit uw nalatenschap (dit specifieke deel in uw testament wordt een legaat genoemd), dan is de stichting – zoals we dit noemen – een legataris. Met een legaat bepaalt u dus via uw testament dat u een bepaald bedrag in geld, een goed, zoals een huis of een stuk grond, een effectenportefeuille of een waardevol schilderij wenst na te laten aan een door u zelf uitgekozen (benoemde) persoon of instelling. Een legaat wordt vooral gebruikt door personen die iets willen nalaten aan personen die niet hun directe erfgenamen zijn. De legataris is niet aansprakelijk voor de schulden van de nalatenschap. Erfbelasting Als iemand iets van u erft doordat hij erfgenaam of legataris is, is hij over deze verkrijging successierecht verschuldigd. Echter niet het Nederlands Auschwitz Comité. De stichting is door de Belastingdienst immers erkend als Algemeen Nut Beogende Instelling (ANBI) en daarmee per 1 januari 2006 volledig vrijgesteld van erfbelasting (vroeger successierecht genoemd). Daarmee is het deel van uw nalatenschap dat de stichting ontvangt voor 100% inzetbaar voor de doelstelling van het Nederlands Auschwitz Comité. Vergeet uw kinderen niet Wanneer u (klein)kinderen heeft en ook iets wilt nalaten aan de stichting, houdt u er dan rekening mee dat de wet regels geeft ter bescherming van bepaalde erfgenamen, de zogenaamde legitimarissen. Kinderen en soms kleinkinderen behoren tot deze groep erfgenamen. De bescherming bestaat eruit dat deze erfgenamen een onomstotelijk recht

hebben op een bepaald deel van de erfenis. Het is logisch dat de rechten van deze erfgenamen niet beperkt kunnen worden door vóór het overlijden alles weg te geven aan anderen. Daarom kunnen bepaalde schenkingen die u (kort) voor uw dood doet, meetellen voor het vaststellen van de omvang van uw nalatenschap. Legitimarissen kunnen, als zij niet zelf uit de nalatenschap hun deel kunnen krijgen, in bepaalde gevallen, de begiftigden, dit zijn de personen en instellingen die hun delen uit de nalatenschap wel hebben gekregen, aanspreken op hun legitieme deel van de erfenis.

Fonds op Naam Bij steeds meer goede doelen kunt u via uw testament een Fonds op Naam oprichten. Ook het Nederlands Auschwitz Comité staat daarvoor open. Dit doet u door een schenking bij leven of na uw dood via een testamentaire beschikking. Een Fonds op Naam is een schenking of making aan een goed doel, het ‘hoofdfonds’, met een gerichte opdracht. U bepaalt zelf de naam (bijvoorbeeld uw naam of de naam van uw dierbare) en de aan het ‘hoofdfonds’ gerelateerde doelstelling van uw Fonds. Ook kunt u zelf de omvang vaststellen van de bedragen die uw Fonds verstrekt. Het doel van uw Fonds moet wel binnen dat van de stichting liggen. De stichting zorgt ervoor dat het geld wordt besteed aan het specifieke doel en draagt zorg voor de administratieve afhandeling. Uit het bovenstaande blijkt wel, dat het maken van keuzes ten aanzien van schenken en nalaten echt maatwerk is. Uw persoonlijke omstandigheden, zowel ten aanzien van familie als vermogen, bepalen de mogelijkheden. Als u overweegt een periodieke gift te doen of testament op wilt maken, is een advies van een notaris de eerste stap die u kunt zetten. U kunt ook contact opnemen met de penningmeester van het Nederlands Auschwitz Comité, die u graag bijstaat bij het maken van een beslissing.

Mr. Aart Veldhuizen is (oud)notaris te Amersfoort Dit artikel stond eerder ook in Auschwitz Bulletin 2012-1 op p. 32-33.

Foto © Dirk P.H. Spits

Auschwitz Bulletin 56, nr. 4, december 2012


A-Bulletin2012nr4vs02:2deProef 3-12-12 11:20 Pagina 20

+$1 16 6 8/5,&+ 8/5,&+

=LYI\T /VSVJH\Z[ )PISPVOLLR = LYI\T /VSVJH\Z[ )PISPVOLLR

>0, >(: (55, -9(52& > 0, >(: (55, -9(52& Haar H aar leven, leve en, het Achterhuis Achte erhuis en haar ha aar dood (HQ NRUWH ELRJUDรฐH YRRU MRQJ HQ RXG (HQ Q NRUWH ELRJUDรฐH YRRUU MRQJ HQ RXG (UUL -YHUR PZ aVUKLY [^PQMLS OL[ ILRLUKZ[L (UUL -YHUR PZ aVUKL LY [^PQMLS Q OL[ ILRLUKZ[L ZSHJO[VM MLY ]HU KL /VSVJH\Z[ / ALZ ZSHJO[VMMLY ]HU KL /VSVJH\Z[ ALZ TPSQVLU 1VVKZL ZSHJO[VM 1VVKZL ZSHJO[VMMLYZ MLYZZ ]HU ]HU KL UHa UHaP[LYYL\Y

/HUZ <SY

PJO

NLZ`TIVSPZLLY K PU NLZ`TIVSPZLLYK PU ttU ttU WLYZVVU WLYZVVU LLU TLPZQL TLPZQL ]HU QHHY >PL ^HZ aPQ LPNLUSPQR ]HU QHHY >PL ^HZ aPQ LPN KP[ ]YVLN^PQaL TLPZQL KLaL YLJHSJP[YHU[L KP[ ]YVLN^PQaL TLPZQL KLaL YLJHSJP[ W\ILY KLaL 1VKPU KPL PU OHHY WYHJO[PNL W\ILY KLaL 1VKPU KPL K PU OHHY WYHJ KHNIVLR HS V]LY ]LYYNHZZPUN NHZZPUN ]HU ]HU 1V KHNIVLR HS V]LY ]LYNHZZPUN ]HU 1VKLU ZWY ZWYLLR[& LLR[& (UUL (UUL -YHUR -YHU UR PZ KVVY KL KL QHYLU QH OLLU OLLU LLU LLU J\S[ร N\\ J\S[ร N\\Y \Y NL^VY NL^VYKLU KLU > >PL RLU[ (UUL -YHUR UPL[& RLU[ (UUL -YHUR UPL L[&

AS A N N E F R ANK?

Koop dit boek

TH ]HKLY ]VVY VWH V U JO[LY aVV TVLKLY KV KLYLU LU RSLPURPU LSM 6M ]VVY QLa

WIE WAS ANNE FR A

Haar le ven, he t Achte ,LU RVY[ rh L IPVNYH

7HWLYIHJR 7HWLYIHJR ISHKaPQKLU

ร L ]VVY QV

UN LU V\

K

NK?

uis en h aar doo d

7YPQZ! ร 0:)5

Also published in n English 7HWLYIHJR WHNLZ 7YPJL! ร 0:)5

;LU NLSLPKL ]HU 7YVM KY /HUZ )SVT ; L LU NLSLPKL ]HU 7YVM KYY /HUZ )SV T

Postbus P ostbus 5 575 75 | 1 1250 2 5 0 AN AN L Laren a re n | T Tel.: el.: + +31 3 1 ((0)35 0)35 5 52 2 3 32 2 9 998 9 8 | iinfo@verbum.nl n fo @ ve r b u m . n l | w www.verbum.nl w w. v e r b u m . n l


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.