beste museumvriend, beste lezer, Het eerste nummer van 2012 ligt voor u. De verscheidenheid van de bijdragen is zoals altijd een weerspiegeling van het vele dat er in Musea Brugge gebeurt. Zoals ik in een van de vorige bulletins toelichtte, zijn herinrichtingen een permanent onderdeel van onze werking - het kan nauwelijks anders met zestien musea en historische gebouwen. Op dit moment wordt de beste bezochte en meest zichtbare museumlokatie onder handen genomen - het Belfort, letterlijk en figuurlijk een hoogtepunt in Brugge. Recent is alles wat met de befaamde beiaard te maken heeft, gerenoveerd en vernieuwd, zodat het klokkenspel als herboren over Brugge weerklinkt. Maar ook het interieur van de toren was aan een grondige opknapbeurt toe, niet onlogisch wanneer men bedenkt dat er jaarlijks meer dan 200.000 bezoekers de 366 treden beklimmen. Daarbij komt dat er een duidelijke wens was om de bezoeker meer en betere duiding te geven over de geschiedenis en betekenis van het monument. Niet minder intrinsiek met de geschiedenis van Brugge verbonden, maar toch geheel anders van karakter, is de jaarlijkse Heilig Bloedprocessie. Erfgoedcel Brugge - een onderdeel van Musea Brugge dat zich onder meer toelegt op het immateriële erfgoed in de Reienstad - heeft deze bijzondere, eeuwenoude traditie begeleidt in de (geslaagde) aanvraag tot erkenning als
Unesco Werelderfgoed. Een mooie en terechte waardering van - los van welke levensbeschouwelijke overtuiging dan ook - een processie die de historische identiteit van Brugge mede vormgeeft. Ook daarover leest u meer in dit bulletin. We beseffen volledig dat naast de permanente collecties onze tijdelijke tentoonstellingen een belangrijke trekpleister zijn voor bezoekers uit binnen- en buitenland. Ook op dat vlak gebeurt er veel dit voorjaar. Zonder afbreuk te doen aan andere initiatieven, wil ik hier aandacht vragen voor een tweetal bijzondere projecten in de Brugse musea. In samenwerking met onze vaste partner Brugge Plus opent eind april een tentoonstelling die door de in Vlaanderen en Nederland razend populaire artistieke duizendpoot Kamarguka wordt samengesteld. Naast eigenhandig werk van Kamagurka in het Arentshuis - niet iedereen zal weten dat hij ten gronde een beeldend kunstenaar is – kan je in de Garemijnzaal werk zien van artistieke voorgangers uit de 20ste eeuw die hem beïnvloed hebben. Kamarama is een boeiende en eigenzinnige weerspiegeling van de veelzijdigheid van deze inmiddels aan Brugge verslingerde kunstenaar. Medio mei opent dan weer een expositie in het Sint-Janshospitaal die van een totaal andere orde is. Musea Brugge werd - samen met het
Bode-Museum in Berlijn en het Musée de Cluny in Parijs - aangeboden om de zogenaamde pleuranten tentoon te stellen. Deze beelden werd in de eerste decennia van de 15de eeuw gebeeldhouwd in het atelier van Claus Sluter voor het graf van de Bourgondische Hertog Jan zonder Vrees. Met dank aan Laurent Busine - directeur van het MAC’s in Grand Hornu en sinds 2001 bepaald geen onbekende in Brugge en Vlaanderen - is dit uitgegroeid tot een dubbelpresentatie waarbij deze prachtige en ontroerende albasten beelden tegelijkertijd te zien zijn met een keuze van eigentijdse kunst waarbij afscheid, herinnering, vreugde en verdriet centraal staan. De 15de eeuwse beelden worden opgesteld in- en voor de kapel van het Hospitaal, terwijl de monumentale zolders het decor zijn voor de actuele kunst. Een voorproefje vindt u verderop. Kortom, wij hopen en denken dat er traditiegetrouw weer meer dan voldoende goede redenen om onze musea dit voorjaar te bezoeken. Vorig jaar waren er net geen geen miljoen bezoekers. Hoort u daar dit jaar weer bij? Manfred Sellink