6 minute read

De treurenden. Tranen van liefde

Next Article
Voorwoord directie

Voorwoord directie

2012: een jaar met een gouden randje Voor het Hospitaalmuseum wordt 2012 een jaar met een gouden randje. In mei opent er in Memling in Sint-Jan een tentoonstelling die in meerdere opzichten bijzonder mag worden genoemd. Ze kreeg als titel ‘De treurenden. Tranen van liefde’ en heeft als onderwerp het verdriet, het gemis en de leegte na het verlies van een geliefde. Laurent Busine, directeur van het Musée des Arts Contemporains MAC’s Grand-Hornu, verklaarde zich bereid om deze tentoonstelling inhoudelijk uit te tekenen. Winston Spriet, de man achter het Magrittemuseum in Brussel, staat in voor de scenografie. Door MIEKE PAREZ

unieke kunstschatten verlaten eenmalig hun museum De tentoonstelling is opgebouwd rond de eenmalige aanwezigheid in Brugge van een ensemble van laatmiddeleeuwse grafsculptuur van een uitzonderlijk plastisch en esthetisch niveau: 37 ‘pleurants’ in albast. De beeldjes stellen rouwende geestelijken, kartuizermonniken en hovelingen voor en zijn afkomstig van het praalgraf van de Bourgondische hertog Jan zonder Vrees en zijn echtgenote Margaretha van Beieren in het Musée des Beaux Arts in Dijon. Dit museum was ooit het hertogelijk paleis van de Bourgondische dynastie en fungeert sinds 1799 als museum. Men zou kunnen stellen dat de pleurants van het graf van Jan zonder Vrees in Brugge op familiebezoek komen: kleinzoon Karel de Stoute en achterkleindochter Maria van Bourgondië

Advertisement

kregen immers een praalgraf in de Onze-LieveVrouwkerk rechtover het museum. De directie van Musea Brugge bood het Hospitaalmuseum de unieke kans om deze pleurants, die voor het eerst het museum in Dijon mochten verla- ten, in de kapel tentoon te stellen. Renovatiewerken aan het Musée des Beaux Arts waren de aanleiding voor deze reizende tentoonstel- ling. De pleurants waren vorig jaar in enkele gerenommeerde Amerikaanse musea te zien en doen dit jaar nog drie musea in Europa aan. Na Brugge zijn ze te zien in het Bode Museum in Berlijn en het Musée du Moyen Âge-Musée de Cluny in Parijs, waar de slottentoonstelling zal plaatsvinden. Daarna keren ze terug naar Dijon, voorgoed.

praalgraven filips de stoute en jan zonder vrees De pleurants die in Brugge worden getoond zijn afkomstig van de graftombe van de Bourgondi- sche hertog Jan zonder Vrees. Die staat in de grote zaal van het museum in Dijon opgesteld. Jan zonder Vrees wenste zich een praalgraf met pleurants, zoals dat van zijn vader Filips de Stoute, een notoir kunstliefhebber. Beide graf- tombes die in dezelfde zaal staan lijken inder- daad sterk op elkaar. Sommige pleurants zijn zelfs identiek. Beide praalgraven zijn uit zwart en wit marmer gemaakt en worden onderaan omringd door een rouwstoet van pleurants uit albast die onder ragfijn bewerkte boogjes staan opgesteld. Jan zonder Vrees wordt samen met zijn echtgenote liggend op het graf afgebeeld. Het zijn praal- graven, geen echte graven: ze bevatten geen stoffelijke resten. De praalgraven van Filips de Stoute en Jan zonder Vrees behoren tot de top

1 Pleurant, afkomstig van het praalgraf van Jan zonder Vrees 1443-1470 Musée des Beaux Arts, Dijon, France

1

1 2

van de laatmiddeleeuwse beeldhouwkunst en waren ook al in de Bourgondische tijd bijzonder omdat ze vernieuwend waren. Pleurants kwamen wel op oudere graven voor maar dan als bas-reliëf en niet als vrijstaande beeldjes. De pleurants worden overmand door verdriet over de overleden hertog en tonen dat elk op een eigen, soms opvallend expressieve manier. Ook dat is bijzonder. Claus Sluter, de beeldhouwer die het graf van Filips de Stoute uitwerkte, en zijn opvolger Claus Van de Werve die er verder aan werkte, waren de bedenkers van deze geniale veranderingen.

jean de la huerta en antoine le moiturier De pleurants van beide graven zijn niet meer volledig: in de nasleep van de Franse Revolutie waarbij de praalgraven gedeeltelijk werden vernield zijn er een aantal verdwenen of misschien meegenomen door connaisseurs. Sommige beeldjes bleven spoorloos, andere doken weer op in de vorm van permanente bruiklenen van musea of schenkingen van privébezitters. Het praalgraf van Jan zonder Vrees dat hij zelf niet meer zou zien – hij overleed in 1419 - kwam er onder impuls van zijn zoon Filips de Goede. Het kwam moeizaam en met vertraging tot stand tussen 1443 en 1470. Het is van de hand van 2 beeldhouwers, Jean (Juan) de la Huerta uit Aragón en Antoine Le Moiturier uit Avignon. De eerste had al het grootste deel van het praalgraf klaar toen hij na veel problemen in 1456 Dijon verliet; de tweede werkte verder en voltooide de pleurants en de bogengalerij in 1466-1469. De meeste pleurants werden door de la Huerta gemaakt, van Le Moiturier werd contractueel verwacht dat hij ze ‘afwerkte, polijstte en voltooide’. Er zijn stijlverschillen merkbaar, bijvoorbeeld in de expressie en in de plooienval van de rouwmantels. Toch is het moeilijk om uit te maken wie welke pleurants realiseerde omdat beide kunstenaars contractueel verplicht waren zich strikt te houden aan het voorbeeld van het graf van Filips de Stoute.

adembenemende schoonheid De pleurants vormen een rouwstoet van beeldjes die hun verdriet openlijk beleven en delen met elkaar en met ons. Daarvoor waren ze ook bedoeld. De Bourgondische hertogen wilden zich verzekeren van een plaatsje onder de uitverkorenen op de Dag des Oordeels. Het eeuwigdurende verdriet van de pleurants moest de gelovigen aanzetten om te bidden voor hun zielenheil. Het zijn kleine beeldjes, niet hoger dan 42 cm, van een onwaarschijnlijke kwaliteit. Ze zijn gehouwen uit albast dat uit de streek rond Grenoble kwam. Ze werden gepolijst door gespecialiseerde vaklui, en met kleine hoogsels gepolychromeerd en verguld. Die moesten het kostbare materiaal extra benadrukken. Waar men bij hun reguliere opstelling rond de graven in het Musée des Beaux Arts in Dijon op de knieën moet gaan zitten om ze in stoet onder hun arcades te kunnen bekijken worden ze in het Hospitaalmuseum op comfortabele ooghoogte en vrijstaand getoond. Zo kunnen ze in hun adembenemende schoonheid rondomrond worden bewonderd.

universeel en van alle tijden Ze worden in en voor de kapel tentoon gesteld in de onmiddellijke nabijheid van het Johannesretabel uit 1479 van Hans Memling. Aan de andere kant ontmoeten ze vijf topwerken van de Zwitserse beeldhouwer Alberto Giacometti (°1901-†1966). Het zijn fragiele bronzen beeld

1 100 Jahre Hans-Peter Feldmann, 2001 Collection Musée des Arts Contemporains, Grand-Hornu, propriété de la Communauté française de Belgique

2 Untitled I. Mist over landscape David Claerbout, 2002-2003 Collectie Mys, Oudenaarde

3 The Long Goodbye David Claerbout, 2007 Collection Musée des Arts Contemporains, Grand-Hornu, propriété de la Communauté française de Belgique

4 Portaits des amoureux du Jardin Sainte-Claire Nicolas Gruppo, 2000 Collectie van de kunstenaar jes van ongeveer dezelfde hoogte. Ze stellen de mens voor in al zijn verlatenheid, rechtop maar pijnlijk alleen en eindeloos breekbaar. Met de poëtische fijngevoeligheid die hem kenmerkt laat curator Laurent Busine deze beeldjes van de mens in zijn meest kwetsbare momenten dialogeren met de pleurants. Of hoe universele gevoelens als liefde, verdriet, gemis en eenzaamheid meer dan vijf eeuwen moeiteloos overbruggen om elkaar te vinden.

grote namen De tentoonstelling wordt vervolgd op de museumzolders. Ook hier gaat curator Laurent Busine voor grote namen. 101 foto’s van mannen, vrouwen en kinderen tussen enkele maanden en 100 jaar oud, van de Duitse kunstenaar Hans-Peter Feldmann (°1941) confronteren de bezoekers met het voorbijgaan van het leven. Een reeks koffers en kistjes uit de collecties van Musea Brugge – een hint naar Feldmann en zijn interesse voor verzamelen en archiveren - verwijzen naar de gewoonte om veilig weggeborgen te bewaren wat ons dierbaar is. Andere werken confronteren ons met het gemis, de lege plaats waar voorgoed iemand ontbreekt.

Nicolas Gruppo(°1970) toont in een fijngevoelige video hoe een gezicht plots oplicht als men denkt aan de geliefde. David Claerbout (°1969) is sterk aanwezig met twee werken. ‘Mist over landscape’ gaat verrassend in gesprek met een klassiek werk uit de collectie van het Groeningemuseum. ‘The Long Goodbye’ toont hoe de tijd vervliegt in een spel van veranderend licht en schaduw. ‘Tre Pietre’ tenslotte, een minder gekend werk van de Italiaanse Arte Povera-kunstenaar Giuseppe Penone (°1947) laten we de toeschouwer graag zelf ontdekken, om niet alles van de tentoonstelling al van tevoren prijs te geven…

‘De treurenden. Tranen van liefde’ Memling in Sint-Jan Hospitaalmuseum, 11 mei tot 19 augustus 2912

This article is from: