
8 minute read
De grote 'L' in Klassiek Liberaal in het Vlaams partijlandschap
Opinie
De grote ‘L’ in Klassiek Liberaal in het Vlaams partijlandschap
Advertisement
Ellen Van de Steen
In dit wervelende opiniestuk neemt Ellen Van de Steen ons mee langsheen de filosofie van het klassiek liberalisme. Ze zet op een scherpe en kernachtige wijze de krachtlijnen van de ideologie uiteen en toont ons waar deze opvattingen in de Vlaamse politiek ingang vinden of juist niet.
In 2024 gaat elke Vlaamse burger naar het stemhokje om op een van de Vlaamse partijen te stemmen en een horde vertegenwoordigers, die geclusterd zijn in partijen, naar het parlement te stemmen. Voor een filosofisch liberaal, die in de meeste gevallen de neus optrekt voor particratie, is stemmen in 2024 een hele opgave. In Vlaanderen zitten we namelijk vast in een particratisch systeem, waar partijvoorzitters en de partijtop de facto de macht hebben. Zij zijn de gatekeepers van de kieslijst, bepalen de volgorde van de lijsten en zwaaien met een partijzweep. De klassiek liberaal heeft het moeilijk met deze constructie van een machtige partijtop en is bijna dramatisch gezien in dit particratisch systeem politiek dakloos. De klassiek liberaal is een liberaal die zich namelijk vasthoudt aan de basisprincipes van liberalisme die onvermijdelijk conflicteren met de particratie.
De klassiek liberaal hanteert de grote L van het Liberalisme Maar waarom staat een klassiek liberaal zo avers tegenover particratie, en voornamelijk in ons huidig Vlaams partijsysteem? Om die vraag te beantwoord dienen we een goede notie te hebben van wat klassiek liberalisme juist is.
De L van Locke en Liberale democratie: de bakermat van het klassiek liberalisme
Als u de doorsnee liberaal vraagt wie de voorvader is van het liberalisme zou Locke toch op zijn of haar lijst moeten staan. Indien niet, mag de voorvader van het Liberalisme met zijn boek Brief over tolerantie op zijn/haar kerstmislijstje van 2022 staan. Een gemakkelijk te lezen boekje dat een goede samenvatting geeft wat de essentie is van een Liberaal. “Being all equal and independent, no one ought to harm another in his life, health, liberty, or possessions.” De bakermat van liberalisme, de negatieve vrijheid van elk individu. Niemand, noch de kerk, noch de staat, noch de echtgenoot is baas van het individu.
De fysieke integriteit alsook andere universele rechten vloeien voort uit deze negatieve vrijheid. We zijn namelijk vrij van hindernis, marteling, belemmeringen,… De staat mag enkel op basis hiervan tussenkomen in het leven van de burger; indien een ander individu of individuen uw vrijheid belemmeren, kan de staat haar geweldsmonopolie inzetten. Isaiah Berlin, eveneens een prominent denker van het liberalisme, gaat dieper in op de aspecten van die negatieve vrijheden en introduceert het aspect van de positieve vrijheid, Two Concepts of Liberty. De positieve vrijheid bouwt verder op de negatieve vrijheid, maar gaat ruimer over in welke mate de overheid een rol heeft in die vrijheid. Hier ben je niet ‘vrij van’ maar krijg je de mogelijkheid om vrij te zijn. Denk maar aan mogelijkheid om naar school te gaan of bijv. de mogelijkheid tot sociale woningen. De rol van de overheid om zich bezig te houden met het dagelijkse leven van de burger is geboren. In de
huidige vorm kennen we die overheid als de uitgebreide welvaartstaat.
Voor een klassiek Liberaal klinkt de negatieve vrijheid als een vanzelfsprekend principe. Echter is dit fundament iets dat geen enkele zelfuitgeroepen liberale politieke partij goed begrijpt. Berlin favoriseerde de negatieve vrijheid, waarbij het individu verantwoordelijkheid neemt over het lot. De klassiek Liberaal favoriseert ook de negatieve vrijheid. Een sociaalliberaal daarentegen verkiest de positieve vrijheid, de ontwikkeling van een welvaartsstaat met een overheid die bepaalt wat het algemeen belang is. In ons huidig systeem, de uitgebreide welvaartstaat, gedijt de klassiek Liberaal moeilijk. Een klassiek Liberaal zal de negatieve vrijheid altijd boven de positieve vrijheden plaatsen en de positieve vrijheden met argwaan bekijken. Niet dat de klassiek liberaal tegen de positieve vrijheid is, maar de klassiek liberaal beseft de gevaren van de positieve vrijheden. Namelijk dat dit impliceert dat de overheid moet bepalen wat het algemeen belang is en inherent een machtsconcentratie inhoudt. Het neemt onvermijdelijk verantwoordelijkheid uit handen van de burger en eigent het zich toe. In een particratie waar partijen macht halen uit een groter belangenbehartiging van individuen en hun vrijheden zal er onvermijdelijk een bias zijn naar positieve vrijheden. Een partij, en zeker een liberale partij, zal in een particratisch systeem moeten overleven door zich te verenigingen over positieve vrijheden en zo de afhankelijkheid van de burgers garanderen. Een klassiek Liberaal zal niet avers zijn tegenover een grote welvaartstaat an sich maar zal de liberale democratie als fundament beschouwen met een meer prominente plaats voor negatieve vrijheden.
De identiteit van een klassiek Liberaal: liberalisme versus Liberalisme
Wanneer liberalisme zich versplinterde naar een geheel “babyblauw tot paarsblauw tot donkerblauw” kleurenspectrum met zelfuitgeroepen sociaalliberalen, libertairen, conservatiefliberalen, linksliberalen, progressiefliberalen, rechtsliberalen, nationaalliberalen … raakte het klassiek Liberalisme naar achtergrond, overmeesterd door de andere stromingen, die afwijken van het klassiek Liberalisme. Het klassiek liberalisme werd de laatste decennia een holle term, waar mensen die het concept liberalisme niet begrijpen klakkeloos het discours overnemen van partijen die zich vereenzelvigen met het ‘liberalisme’ maar in se het sociaalliberalisme of een andere substroming aanhangen. Een nationaalliberaal zal enkel de vrijheid van eigen burgers vooropstellen, een rechtsliberaal alsook een conservatief liberaal zal de fysieke integriteit van een vrouw niet volledig accepteren. Dit betekent niet dat een klassiek Liberaal niet gelovig kan zijn, noch voorliefde voor het eigen land kan hebben. Echter mogen deze gevoelens niet ondergeschikt aan de basisprincipes van het klassiek Liberalisme.
In ons huidig particratisch systeem moet er één soort liberalisme in de partij gekozen worden gezien we te maken hebben met een systeem dat een partijzweep heeft, één liberale visie. In Vlaanderen vinden we twee soorten liberale substromingen van het klassiek liberalisme terug In de Nationaal Vlaamse Alliantie (NVA) vindt u voornamelijk de nationaalliberalen terug, met een voorliefde voor Vlaanderen met economischrechtste toets en bij de Open Vlaams Liberaal Democraten (Open Vld) vindt u de sociaalliberalen: progressief, met een voorliefde voor de welvaartstaat. De Klassiek "De overheid heeft een figurantenrol die monopolies mag tegengaan en als noodzakelijk kwaad de vrije markt mag vrijwaren, maar de neutrale speler mag geen misbruik maken van haar rol door de markten te sturen via grote subsidies aan bedrijven, via overdadige regulatie die de ideeën en zelfontplooiing van de mens versmacht. Voor sommigen is dit een radicale take geworden op het leven ..."
Liberaal zal zijn/haar neus dan ook optrekken voor dit subliberalisme met een toets van nationalisme en conservatisme, maar zal ook de neus optrekken voor het sociaalliberalisme dat een voorliefde heeft voor een uitgebreide welvaarstaat waar de overheid het algemeen belang bepaalt. De Klassiek Liberaal kan onmogelijk het pad volgen van een van deze partijen gezien afwijkingen van wat de particratie bepaalt, niet wordt geduld en dat de stemmen in het parlement één blok moeten vormen zeker en vast als de partij in kwestie tot de meerderheid hoort. De verloochening van het individu door deze partijen is onverzoenlijk met hoe een klassiek Liberaal omgaat met de ander.
Deirde Mccloskey, een modern klassiek Liberaal
Hoe moet het dan wel? Ook verdediger van het klassiek Liberalisme, Deirde Mccloskey, komt in haar boek Why Liberalism Works tot de constatatie dat ‘liberalisme’ omgevormd is tot verdediging van de democratie met grote overheidsinterventies, ook wel ‘soft socialism’ genoemd. Zij verdedigt vurig het klassiek Liberalisme. In haar boek spreekt ze over de nood aan een kleine, efficiënte staat, the Enrichment van de wereld sinds 1800, en het belang van individuele ideeën in economische groei. De klassiek Liberaal gelooft in ideeën, in de zelfontplooiing van het individu zowel op economisch als sociaal vlak en het vooruitgangsoptimisme waar elk individu floreert. De overheid heeft een figurantenrol die monopolies mag tegengaan en als noodzakelijk kwaad de vrije markt mag vrijwaren, maar de neutrale speler mag geen misbruik maken van haar rol door de markten te sturen via grote subsidies aan bedrijven, via overdadige regulatie die de ideeën en zelfontplooiing van de mens versmacht. Voor sommigen is dit een radicale take geworden op het leven, terwijl het klassiek Liberalisme nooit als radicaal werd beschouwd, in tegenstelling tot het libertarisme. Het toont aan hoe klassiek Liberalisme in de 21ste bijna een marginale stroming is geworden, en amper voet aan wal kan zetten in het partijpolitieke systeem. Het feit dat klassiek Liberalisme een marginale en bijna onbekende stroming is geworden, is een tragisch tafereel. De particratie heeft hier een rol in gehad door liberalisme te pas en te onpas uit te vaardigen zonder de effectieve liberale substroming die gehanteerd wordt, zoals het sociaalliberalisme, juist te communiceren naar de kiezers.
De klassiek Liberaal gedijt niet in het Vlaams partijpolitieke systeem
Kortom, in deze beknopte redenering stel ik dat een klassiek Liberaal doorgaans de particratie waarin individuen ondergeschikt worden aan een partij, waarin individuele meningen moeten inboeten voor een collectief partijstandpunt en waarin politiek geëngageerden zich beroepen op partijfiches in plaats van politieke filosofie, verafschuwt. In Vlaanderen is het niet anders en stevent de zelfverklaarde liberale partij af op een flater in 2024. Een Grieks tragedie die bij elke klassiek Liberaal kan rekenen op medelijden. De liberale politicus in de Vlaamse particratie is eentje die moet herverkozen worden als “partijsoldaat”, die in een partijsysteem zit en waar ‘soft socialism’ de gemeenschappelijke deler is. De klassiek Liberaal zal dus nooit tot uiting kunnen komen in een particratisch systeem, enkel met breken van de partijmacht zou ooit een klassiek Liberale beweging kunnen ontstaan ja, een beweging en niet partij. Inherent betekent een partij een structuur die ingaat tegen individuele belangen die ongetwijfeld afglijdt naar een machtscentrum dat zichzelf in stand wil houden. Een klassiek liberale beweging zou niet mogen afglijden in deze valkuil van machtswellust en zich houden aan de basisprincipes van het Klassiek Liberalisme. Echter is deze weg naar het doorbreken van een particratisch systeem waar de klassiek Liberaal zich thuis kan voelen niet evident, zelfs bijna onmogelijk. Zowel de wetgeving als de partijcultuur zou grondig moeten veranderen en de particratische partijen en hun partijtop zien liever de macht niet doorbroken worden. In de nabije toekomst zal er dan ook niet veel veranderen en voor 2024 zal de klassiek Liberaal hoogstwaarschijnlijk politiek dakloos blijven. Maar elke klassiek Liberaal moet zich kritisch blijven uiten en zich vasthouden aan de klassiek Liberale principes met de grote ‘L’ om toch te vechten tegen de collectieve wurggreep van de particratie.