
Het is Maart, de hoogste tijd om u ook de komende 10 maanden op de hoogte te houden van het leven op de boerderijen en hoven. We trappen af met het werk van de dierenarts.
Het is Maart, de hoogste tijd om u ook de komende 10 maanden op de hoogte te houden van het leven op de boerderijen en hoven. We trappen af met het werk van de dierenarts.
In Nederland werken meer dan 4.000 dierenartsen voor het welzijn van kleine en grote huisdieren. Dieren- en veeartsen zijn een belangrijke schakel binnen de veehouderij. De hoogste tijd om eens nader kennis te maken met dit veelzijdige beroep.
Het beroep van dierenarts stamt uit het Frankrijk van de 18e eeuw, waar in 1761 de eerste dierengeneeskundige opleiding in de wereld startte. De focus lag toen nog vooral op de verzorging van (leger)paarden. In 1821 start de eerste opleiding in Nederland. In die tweehonderd jaar is er heel veel geleerd op het vlak van de dierengeneeskunde en -welzijn.
De opleiding voor dierenarts duurt zes jaar en is in Nederland uitsluitend in Utrecht te volgen. Halverwege de opleiding wordt de keuze gemaakt voor een specialisatie in kleine - of grote huisdieren. We richten ons in deze tekst uiteraard op de grote (huis)dieren, die binnen de wereld van de dierenarts verder onder te verdelen is in enkele specialisaties: pluimvee en varkens, paarden en herkauwers.
Een veehouder – of dat nou van paarden, koeien varkens of kippen is - doet er alles aan om zijn stal gezond te houden. Daar kan hij uiteraard zelf veel voor doen, maar net als bij mensen liggen ook hier ziektes en virussen op de loer. Om deze het hoofd te bieden, maakt de veehouder onder andere gebruik van de diensten van een dierenarts.
De werkzaamheden van een dierenarts zijn over het algemeen te verdelen in acute gevallen of planbare consulten. Bij de eerste moet de arts zo snel mogelijk ter plaatse zijn om het dier in nood te helpen. Denk hierbij aan problemen bij een bevalling of verwondingen. Bij het planbare consult gaat het om handelingen die niet dringend zijn, maar een meer preventief karakter hebben, waaronder vruchtbaarheidscontroles, bloedafnames of vaccinaties.
Binnen het werkveld van een dierenarts is de laatste decennia veel veranderd. De aanpak verschuift steeds meer naar preventief handelen. Dit betekent bijvoorbeeld dat er vroegtijdig, reeds in de kalverfase, onder meer gevaccineerd wordt tegen ziektes en spijsverteringsproblemen. Dierenwelzijn staat op één, zowel bij de arts als bij de boer. Beide hebben hierin gemeenschappelijke doelen; het welzijn van de dieren levert immers een grotere arbeidsvreugde bij de boer en draagt bij aan een optimaal renderend bedrijf.
Het werk van een dierenarts is anders dan die van een huisarts. Een dier kan natuurlijk geen antwoord geven op de vraag, wat is er aan de hand of waar heb je pijn? Afgezien van dit grote verschil zijn er ook overeenkomsten in de diagnosestelling van een aandoening. Als een dierenarts bijvoorbeeld een koeienstal binnenloopt, is de eerste indruk van een koe heel belangrijk. Wat is de houding van het dier en de kop? Een dierenarts kan daarnaast veel zien aan de stand van de ogen. Met behulp van een thermometer kan de veearts vaststellen of een dier koorts heeft en of er dus mogelijk infecties spelen. Met een stethoscoop wordt vervolgens naar het hart, pens (runderen) en longen geluisterd. Uitdrogingsissues kunnen bijvoorbeeld bij een koe getest worden door in de huid te knijpen, plooit de huid niet mooi terug, dan is dit een indicatie van uitdroging.
Voor 80 tot 85 procent van de gevallen is op deze manier een duidelijke oorzaak te vinden en kan het dier via een pijnstiller of onstekingsremmer gericht worden behandeld. Bij bacteriën en virussen wordt alleen indien nodig met antibiotica gewerkt. Daarnaast kunnen er ook bij vochtgebrek of spijsverteringsproblemen bepaalde therapieën worden voorgeschreven. Denk hierbij aan het toedienen van vocht met suikers of mineralen via een infuus in de nek. Of via een sonde die dertig tot veertig liter vocht met zouten en mineralen rechtstreeks in de pens brengt om deze weer op gang te helpen.
Na deze behandelingen, waarvan dieren doorgaans weinig last ondervinden, verdwijnen de issues in de meeste gevallen. Maar er zijn, net als bij mensen, ook grenzen aan de behandelingen. De dierenarts heeft in zijn veterinaire eed gezworen de diergeneeskunde zo goed als hij kan zal uitoefenen ten dienste van het dier, zijn medemens en de samenleving. Is er een kans om het dier te redden, dan zal hij daar ook alles aan doen. Mocht dat niet het geval zijn en lijdt het dier, dan wordt er in overleg met de eigenaar gekozen voor euthanasie.
Om diagnoses nog wetenschappelijker en beter te stellen, heeft de dierenarts ook nieuwe instrumenten tot zijn beschikking. Eén daarvan is de calciummeter, waarbij hij ter plaatse direct het bloed op een tekort aan calcium kan meten en op basis daarvan een correcte dosis kan toedienen. Deze tools helpen de arts bij zijn werk om zelf ter plaatse nog sneller te handelen, wat het welzijn van de dieren alleen maar ten goede komt.
Naast al deze methoden kan hij ook bouwen op een netwerk van specialisten uit de farmacie en voedingskunde. Samen met de boer en specialist kunnen er diverse behandelingen worden voorgeschreven die vervolgens door de dierenarts gemonitord en eventueel bijgesteld worden. De laatste decennia zijn dan ook grote stappen gezet op het vlak van de dierengeneeskunde.
Per dier wordt overigens exact de behandeling en toegediende medicatie bijgehouden. Dit wordt in een register bijgehouden, waarop periodiek controle plaatsvindt. Ook staat hierin de wachttijd - na het toedienen van een medicijn - voor het weer mogen leveren van melk of de slachttijd.
Het werk van een dierenarts is heel divers. Dat is het altijd al geweest en zal ook altijd zo blijven. Niet alleen in de diverse contacten met zijn agrarische klanten, de verschillende bedrijfsvoeringen, maar ook in de medische uitdagingen die hij voor zijn kiezen krijgt.
Dierenartsen zijn vertrouwenspersonen die in de toekomst steeds meer een begeleidende en adviserende rol gaan krijgen, waarbij preventieve maatregelen, diagnoses en wetenschappelijk onderzoek onderdeel uitmaken van de adviezen die hij geeft om het dierenwelzijn op de hoven en in de stallen verder te bevorderen. Wel zo fijn voor dier en agrariër!
Telefoon: 0475-381777
Fax: 0475-333243
Email: info@lltb.nl