Het is september, tijd om eens stil te staan bij een hardnekkig en zeer vervelend onkruid waarvan je misschien nog nooit gehoord hebt, de knolcyperus.
KNOLCYPERUS
De agrariër kent de knolcyperus wel degelijk, omdat de gevolgen van de aanwezigheid van dit onkruid bijzonder groot zijn. Hoe groot de gevolgen zijn en hoe hardnekkig de bestrijding is, lees je beneden.
De knolcyperus is een tropische plant die haar oorsprong kent in Midden-Amerika. Via de gladiolenteelt is dit onkruid in de Nederlandse bodem terechtgekomen. Op zich niet zo veel aan de hand, maar omdat het knolletje tien keer of meer kan kiemen [gras slechts eenmaal], dit vanuit een redelijke diepte doet, is het sterke plantje lastig te bestrijden en zorgt het voor veel ellende op de velden. Maar waarom dan? Ja goede vraag.
De knolcyperus zorgt ervoor dat andere gewassen die de boer op zijn perceel wil telen geen kans maken om tot groei en bloei te komen. Erger nog, als er knolcyperus wordt aangetroffen op een veld dan krijgt de getroffen agrariër zelfs een teeltverbod opgelegd van maar liefst drie jaar én een bestrijdingsplicht. Dit betekent dat er drie jaar geen geld verdiend kan worden. De bestrijding van het onkruid is kostbaar in aanpak en de uren die hiermee gepaard gaan. Het ministerie schat de schade van knolcyperus in Nederland op 10 miljoen euro per jaar.
Valt dit onkruid dan überhaupt te bestrijden? Op dit moment lopen verschillende onderzoeken naar een effectievere bestrijding van de knolcyperus. De meest voor de hand liggende is chemische bestrijding. Ware het niet dat we het hier over een bijzonder sterk onkruid hebben, dat tegen de meeste wettelijk beschikbare chemische middelen bestand is. Vandaar dat er ook vanuit de LLTB via een demoveld in Weert naar alternatieven wordt gekeken.
De alternatieven die onderzocht worden zijn elektrocutie met stroomstoten en het uitgraven van een perceel tot een diepte van twee tot drie meter. Niet ideaal vanwege de arbeidsintensiteit die hiermee gepaard gaat. Een andere manier betreft het gebruik van een volle bodembedekker.
De knolcyperus is een tropische plant die graag licht en warmte heeft. Met deze bodembedekker neem je in ieder geval het licht grotendeels weg, waardoor de knolcyperus minder kans krijgt om te groeien. Tenslotte wordt ook geëxperimenteerd met het afdekken van de percelen met zwarte plastic. Door dit afdekken stijgt de temperatuur 50 centimeter onder de grond tot wel vijftig graden. Door deze warmte ploft de knolcyperus.
Al deze maatregelen vallen of staan echter ook bij een flink stuk bewustwording en oplettendheid bij de agrariër zelf. In de jaren tachtig van de vorige eeuw verkeerde een hele regio in rep en roer als er knolcyperus op een veld was ontdekt. Het betreffende perceel werd met rood lint afgezet en er kwam geen tractor op om de kans op verspreiding te beperken. De besmettingen namen hierdoor snel af. Die angst en aanpak hebben de laatste twintig jaar echter plaatsgemaakt voor een ‘laat maar op zijn beloop’ houding bij de nieuwe generatie agrariërs, met als gevolg dat het onkruid sinds een kleine tien jaar weer helemaal terug is.
De LLTB adviseert dan ook al jaren om nauwkeurig te monitoren, machines goed af te spuiten en de teugels met betrekking tot de bewustwording niet te laten vieren. Daarnaast wil de LLTB graag dat eigenaren van omliggende sloten en bermen ook een bestrijdingsplicht krijgen als er knolcyperus is ontdekt. Op dit moment is dit niet zo, wat een beetje vreemd is, omdat het onkruid zich in de bermen veilig kan nestelen en zich verder kan verspreiden. Niet efficiënt en niet wenselijk.
Alleen met deze maatregelen en tijdige erkenning van het probleem kan de verspreiding worden tegengegaan en heeft de agrariër een kans van slagen om deze oorlog met de beruchte knolcyperus te winnen.
Telefoon: 0475-381777
Fax: 0475-333243
Email: info@lltb.nl